BINNENLAND HUIZOO'S SCHOENENMAGAZIJN k£(Ö'Ts€£>eenvoudig geesra piazïle HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 12 MEI 1931 EEN PARTIJWEEKBLAD VAN DE S. D.A. P. TER DISCUSSIE VAN INWENDIGE AANGELEGENHEDEN. i De partijraad van de S.D.A.P, heeft, naar „Het Vólk" meldt, in een dezer dagen ge houden vergadering de naar dit college ver wezen congresvoorstellen behandeld betrek king hebbende op uitbreiding van het Popu lair Wetenschappelijk Bijvoegsel onder re dactie van een commissie, waarin de ver schillende stroomingen in de Partij vertegen woordigd zijn en een wekelijksche rubriek, waarin de inhoud van „De Socialist" be sproken en zoo noodig bestreden wordt. De voorzitter deelde mede, dat in het Par tijbestuur besloten ls tot oprichting van een partij-weekblad, dat tevens discussieorgaan zal zijn dat in het Partijbestuur dit denk beeld algemeen als basis voor overleg van de partij verhoudingen is goedgekeurd. ARBEID IN TENTOONSTELLINGSSTANDS. VALT HIJ ONDER DE ARBEIDSWET? Het feit, dat op de onlangs in het R.A.T.- gebouw te Amsterdam gehouden tentoonstel ling van de „Dameskroniek" een der expo santen op een Zondagmiddag een demon stratie heeft gegeven met een waschpoeder, is voor de Arbeidsinspectie aanleiding ge weest om tegen den exposant procesverbaal op te maken terzake van overtreding van artikel 22, tweede lid der arbeidswet 1919. De arbeidsinspectie stelde zich namelijk op het standpunt, dat de geconstateerde verrich tingen van vrouwen en meisjes in die stand neerkwamen op het meer geschikt maken van goederen voor het gebruik, waardoor m.a.w. die stand een wasscherij zou zijn ge worden en dus een werkplaats in den zin der wet, waarin het verboden is, dat op Zondag en 's avonds arbeid door vrouwen wordt verricht. De zaak heeft thans gediend voor den kan tonrechter, mr. de Vries Feyens. Verdachte was een importeur van verschil lende waschmiddelen. Hij verklaarde dat in zijn stand niets anders geschied was dan het demonstreeren van de voortreffelijkheid van een bepaald waschpoeder. Zoo'n de monstratie geschiedde alleen indien men te doen had met een bezoekster, die zich min of meer wantrouwend ten aanzien van de kwaliteiten van het waschpoeder betoonde. Haar werd dan gevraagd, een of ander waschbaar voorwerp te willen geven, waarna de' vrouwelijke propagandisten in de stand de stof een bewerking, waaraan het wasch poeder te pas kwam deden ondergaan, om haar dan droog en schoon aan de eigenares se terug te geven. De bewerking geschiedde kosteloos. Uit de verklaring van den heer F. Hoog- hiemstra, controleur van den Arbeid, die vervolgens geboord werd, bleek dat verdachte in rechten uitgemaakt wil zien of hij demon straties, waarvan sprake is, houden mag, weshalve hij het tot een proces-verbaal had laten komen. Nadat nog een getuige a décharge was ge hoord, was het. woord aan den ambtenaar van het O. M., mr. Muiskens, die van oordeel bleek dat het tenlaste gelegde bewezen was. Spr. eischte een gulden boete, subs, een dag hechtenis. De verdediger, mr. W. H. Ariëns, gaf als conclusie van zijn uitvoerig betoog te ken nen, dat de stand van zijn cliënt in geen en kel opzicht als een werkplaats of fabriek in den zin der wet aangemerkt kon worden. Spr. vx-oeg dan ook vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging. De kantonrechter zal over acht dagen uitspraak doen. MINISTER RFJJMER NAAR DE ZUIDER ZEEWERKEN. De minister van Waterstaat, mr. P. J. Rey- mer, heeft Maandag vergezeld van den ad ministrateur bij zijn departement, ir. P. H. A. Rosenwald, opnieuw een bezoek gebracht aan den Wieringermeerpolder en ook aan de Zuiderzeewerken. Ook zijn met de directie van de maat schappij tot uitvoering van de die werken besprekingen gehouden. VIJFTIG JAAR NEDERLANDSCH-ZUID- AFRIKAANSCIIE VEREENTGING. Te Amsterdam is aZterdag het vijftig jarig bestaan gevierd van de Nederlandsch- Zuid Afrikaansche Vereeniging. DE AANRANDING TE KLARENBEEK. HET MEISJE OPNIEUW GEOPEREERD. Zaterdagnacht hebben de dokters voor de tweede maal operatief bij het te Klarenbeek aangerande meisje ingegrepen, meldt de N.R.Ct. Een nier was getroffen. Het mes, waarmee de verwondingen zijn toegebracht, een handschoen en de zakdoek, welke dc man haar voor den mond had ge bonden zijn, op zijn aanwijzing uit den grond gedolven, waar de aanrander ze had ver stopt. Het meisje had bij haar eerste verhoor verklaard, dat zij den aanrander een vinger had afgebeten. Dit bleek niet het geval te zijn geweest,'doch wel had zij den man in den vinger gebeten, wat kon worden vast gesteld. Maandagmorgen is de man van het ge meentehuis te Twello overgebracht naar het huis van bewaring te Zutphen. EEN DRIJVENDE JAARBEURS NAAR ZUID-AMERIKA. De Nedryato (Nederlandsche exploitatie van drijvende jaarbeui-zen en tentoonstellin gen^ te Amsterdam bericht, dat het plan tot het oprichten van een drijvende zakenbeurs naar Zuid-Amerika thans tot uitvoering zal komen. Het ligt in de bedoeling, hiervoor het stoomschip Zeelandia, van den Kon. Holl. Lloyd, te charteren. KRONIEK DER MOLENS. De wïndhoutzaagmolen van den heer K. Haitsma te Onderdendam (Gron.) wordt ge sloopt. Er zal voortaan mechanische kracht worden gebezigd. (N.R.C.) DE NEDERLANDSCHE BIS SCHOPPEN TE ROME. Mgr. Aengenent aangekomen. EEN NIEUWE ENCYCLIEK VAN DEN PAUS. Men seint uit Rome d.d. 10 Mei aan de Maasbode: Hedenavond zijn hier aangekomen Mgr. J'. D. J. Aengenent, met 'oud-minister Aalberse, plebaan Westerwoudt en de deken van Schagen. Ze hebben in het Nederlandsch Priestercollege hun intrek genomen. En d.d. 11 dezer: Dezen morgen is Mgr. Aengenent. Bisschop van Haarlem door Z. H. den Paus in particu liere audiëntie ontvangen. Mgr. Aengenent .stelde zijn bovengenoemd gezelschap aan Z. H. voor. In de audiëntie waarin mgr. J. H. G. Jan sen, aartsbisschop van Utrecht, den' Paus be zocht, deed de Paus, 'naar wij verder in de Maasbode lezen, de mededeeling, dat hij het handschrift had van een geheel nieuwe encycliek over het sociale vraagstuk. De encycliek zal weldra verschijnen. Resu- mé's zijn reeds in verschillende talen ge maakt, ook in het Hollandsch, welke aan den Rérum-Novarum-pelgrims zullen worden uitgedeeld. Nieuwe tijdsomstandigheden eischen nieuwe voorzieningen; ook Paus Leo XIII zou, als hij in onzen tijd leefde, veel gewijzigd hebben. De aartsbisschop bood Zijne Heiligheid daar na een fraai gebonden programmaboek van den Katholiekendag, welke te Amsterdam zal worden gehouden, aan en deelde mee, dat op de eerste plaats de laatste Pauselijke ency clieken over de opvoeding en het huwelijk daar zullen worden behandeld. De Paus sprak daarover zijn groote blijd schap uit. Nadat Mgr. Jansen den Heiligen Vader nog had meegedeeld, dat op het oogenblik drie Nederlandsche bisschoppen met 700 pelgrims in Rome aanwezig waren, waarover Zijne Heiligheid zich zeer voldaan toonde, nam de audiëntie een einde. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Groote Houtstraat 4244 WEER HOOG WATER BIJ NIJMEGEN. WAALKADE GEDEELTELIJK ONDER- GELOOPEN. Tengevolge van den zwaren. regenval van de vorige week zijn de Rijn en de Waal sterk gewassen. Voor Nijmegen bedraagt de was sinds Vrijdag 1.53 M. en was de stand Maan dagmorgen 11.45 M. plus N.A.P., meldt het Hbld. Het lage gedeelte van de Waalkade is thans weer ondergeloopen. zoodat het verkeer gestremd is. De aanlegsteiger van de veer pont is verlengd. Door den snellen was van het water is groote schade aangericht. De uiterwaarden zijn nl. grootendeels onderge loopen en daardoor is de eerste snede van het grasgewas verloren gegaan. Bovendien hebben de boeren hun vee moeten binnenhalen. Van langen duur zal deze hoogwaterperiode wel niet zijn. HOEVEEL TARWE ER NOG IS. EEN KWART VAN DE OOGST 1930. De inventarisatie van tanve van den ouden oogst is nu beëindigd. Men is. tot de slotsom gekomen, dat in ons land nog aanwezig is 47 a 48.000 ton, n.l.: in Groningen ruim 10,000 ton in Zeeland 15.000 in N. en Z.-Holland 19.000 in de overige prov. 3.000 De totale oogst 1930 kan geschat worden op plm. 180.000 ton, zoodat nog ruim een kwart aanwezig zal zijn (Hbld.) LIJK GEVONDEN OP TERSCHELLING. Op het Noordérstrand van Terschelling, dwars van Midsland, is Zaterdagmiddag een lijk aangespoeld. Alhoewel het in verren staat van ontbinding verkeerde, heeft men toch kunnen Vaststellen, dat het lijk was van mej, Boonstra, uit Harlingen, die sedert enkele maanden vermist, werd, lezen wij in de N.R.Ct. ^E CULEMBORGSCHE MOORDZAAK. VOORARREST VERLENGD. De rechtbank te Tiel heeft Maandag de voorloopige hechtenis van den arbeider, die is aangehouden wegens de Culemborgsche moordzaak, met zes dagen verlengd. DE FRAUDE BIJ DE HANDELS- EN LANDBOUWBANK. De instructie door den rechter-commis- saris in de zaak tegen den gewezen directeur der N.V. Handels- en Landbouwbank in Den Haag, is gesleten; de desbetreffende stukken zijn in handen gesteld van den officier van justitie, mr. J. M. Polman, verneemt de N.R.C. Zoo mogelijk zal deze zaak nog vóór de va- cantie op de rol der vijfde kamer van de rechtbank te 's Gravenhage worden gebracht. HOE HET S.S. „ARES" VERBRANDDE. De bemanning te Antwerpen aangekomen. DAPPER OPTREDEN VAN DEN EERSTEN OFFICIER. Een speciale verslaggever van de Tele graaf heeft bij de aankomst van het stoom schip „Almirante Alexandrino" te Antwerpen 'dat 33 leden der bemanning en 12 passagiers van het s.s. „Ares" der Kon. Ned. Stoomboot Mij. meebracht, inlichtingen ingewonnen over den brand aan boord van dit schip, die het te Lissabon geheel vernielde. Dinsdag 28 April is de brand uitgebroken. Allen, die in het tusschendek aan het werk waren, kwamen zoo gauw mogelijk naar bo ven, doch zij konden niet meer langs den gewonen weg het schip verlaten. Zij moesten naar het achterschip vluchten en langs de trossen den wal bereiken. Alle opvarenden verlieten het- schip zoo goed mogelijk, doch de kapitein J. Bakker, de eerste officier E. Jans, de tweede officier Smit, de hoofdma chinist Vliek,, de leerling Teunissen. de kok Pilage en de matrozen Welk en Iliohan ble ven bijeen op het achterschip, ten einde bij het blusschingswerk behulpzaam te zijn. De passagiers hadden zich nog bijtijds langs de statietrap kunnen redden. Tersond zag men in, dat de brand zeer ern stig was; daarom trachtte men zooveel mo gelijk de luiken te sluiten. Tegelijk werd be proefd de presennings nat te houden, opdat deze niet in brand zouden raken. Intusschen was de brandweer van Lissabon aan den wal gearriveerd. Deze is uitstekend uitgerust en kon reeds spoedig water geven op ruim TV. Er besiond evenwel gevaar, dat de brand zou overslaan naar de kade, zoo dat twee slcepbooten werden gerequireerd om het schip weg te sleepen. Deze sleepbooten werden door de nog aanwezige bemanning met trossen aan het achterschip bevestigd Tevens trachtte men de overige ruimen, die alle open waren, te sluiten, doch dit mis lukte. De sleepbooten hebben het schip toen on geveer 100 meter uit den wal getrokken en boven op de rivier aan den grond gezet. Het was aan boord echter niet meer uit te hou den, daar een vonkenregen neerdaalde en de kleeren van de nog aanwezige leden der be manning verschroeide. Men heeft zich toen langs de trossen naar de sleepbooten weten te begeven. Toen het schip van de kade verwijderd was, konden de spuiten aan den wal natuurlijk niets meer uitrichten. De neervallende vonken hadden intusschen ook de overige ruimen in lichte laaie gezet, v/aar zij o.a. ook op het licht ontvlambare salpeter terechtkwamen, zoodat weldra 't geheele vaartuig van voor naar achter een laaiende vuurzee werd. De gezag voerder en de eerste officier zijn echter niet de sleepbooten zoo lang mogelijk in de na bijheid gebleven. Juist toen het schip op een zandbank vast zat, brandden de trossen af, zoodat de sleepbooten los waren. De eerste officier Jans is toen onmidellijk, ondanks het gevaar, langs de statietrap naar omhoog ge klauterd, heeft zich naar 't achterschip we- tén te werken en het anker „laten vallen, ten einde te voorkomen, dat bij opkomenden vloed het brandende vaartuig zou gaan drij ven. Hij heeft zich hierbij den voet verstuikt, daar hij door den dichten rook niet kon zien waar hij stapte. Hij zag echter nog kans vei lig van het brandende schip af te komen. Intusschen had men de drijvende spuiten ontboden, die van alle zijden water in het brandende schip wierpen, doch alle moeite was vergeefsch. Drie dagen en drie nachten lang heeft het sc.hip als een fakkel gebrand. Toen doofden de vlammen bij gebrek aan voedsel. De gezagvoerder had intusschen aan den wal voor de passagiers en de bemanning voor onderdak gezorgd. Toen de brand was gebluscht was er slechts een vormlooze romp van het eens zoo trot- sche vaartuig overgebleven. GEEN DIVIDEND OOST-JAVA RUBBER. Blijkens het jaarverslag der Oost-Java Rubber Maatschappij bedraagt het winstsaldo 1930 f 9174 (v. j f 354.510). iDt stelt de Mij. niet in staat om dividend uió te keeren. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. FINANGEELE BERICHTEN. DELI BATAVIA MIJ. GEEN D'VIDEND- Aan het verslag over 1930 der Deli-Batavia« Maatschappij te Amsterdam is ontleend: De oogst van 1929, groot 39.303 pakken tabak, was grootendeels onberegend. De kwa liteit was daardoor inferieur en kon dit. ge was bij ijverkoop dan ook geen hoogeren prijs bedingen dan 133.25 cents per 1/2 K.G. gemid deld. De Cultuurmaatschappij De Oostkust, waar van de Deli-Batavia f 1.800.000 aandeelen be zit, keerde in het afgeloopen jaar geen divi dend uit. De Deli-Batavia Rubber Maatschappij, waarin de maatschappij met f 1.100.000 aan deelen geïnteresseerd is, keerde in 1930 even» eens geen dividend uit. De geheele oogst 1929 bracht op 39.308 pak ken tot gemiddeld 133.25 per 1/2 K.G. De winst- en verliesrekening vermeldt een verlies op oogst 1929 van f 271.684 (v.j. winst f 2.728.521), terwijl aan interest en diverse baten werden ontvangen f 25.459 (f 402.181). Dank zij de aanwezigheid van een saldo vorig jaar ad f 528.3S8 is er tenslotte nog een saldo winst van f 282.164 (f 3.036.459), hetwelk op pieuwe rekening wordt overgebracht. Oogst 1930 werd geplant op 4527 velden, gevende een rendement van 10.07 picol per veld. Door stormschade ging 0.20 picol per veld verloren, zoodat deze oogst uitleverde 31.421 pakken. De kwaliteit van dit gewas is door onge kend abnormale weersgesteldheid zeer slecht uitgevallen en als volslagen mislukt te be schouwen. Tot en met 1 Mei werden van oogst 1930 verkocht 14.951 pakken a 1401/2 cent per 1/2 K.G. DIVIDEND GERRITSEN EN VAN KEMPEN. 26 pet. De jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der Koninklijke Nederland sche Fabriek van Gouden en Zilveren Wer ken, Gerritsen <5z Van Kempen heeft de ba lans- en winst- en verliesrekening over 1930 met algemeene stemmen goedgekeurd. Het over 1929 uit te keeren dividend werd vast gesteld op 26 pet. (onv.) De aan de beurt van aftreding zijnde com missaris, de heer J. M. van Kempen Sr. werd herkozen. Onmiddellijk na afloop der jaarlijksche vergadering werd een buitengewone vergade ring van aandeelhouders gehouden. Besloten werd'het kapitaal met f 500.000, welk be drag voorloopig niet geplaatst wordt, te ver- grooten, waardoor het kapitaal werd ge bracht op f 1.000.000. Een wijznging werd gebracht in de winst* verdeeling in dier voege, dat aan commissa rissen in totaal 8 pet. (inplaats van 12 pet.) van de overwinst wordt toegekend en aan directie en personeel 20 pet. (in plaats van 19 pet.) Ten slotte werd besloten de statuten in overeenstemming te brengen met de nieuwe wet op de N.V. (Tel.). DIVIDEND NED. CHAMOTTE- FABRIEKEN 6%. INVLOED VAN DE STAKING ONDER VONDEN. Het jaarverslag van de Vereenigde Neder* landsche Chamottefabrieken maakt melding van moeilijkheden, ontstaan door de staking. De crisis eenerzijds, de gevolgen der staking anderzijds, hebben de bedrijfsresultaten on gunst beïnvloed. Temeer verheugt het de directie daarom, te kunnen vaststellen, dat deze niet onbevredigend zijn. De jaaromzet daalde, bij een werkstaking, die 6 maand van het verslagjaar duurde, vergeleken bij het vorig verslagjaar niet .meer dan 14 pet., terwijl een dividend van 6 pet. kan worden voorgesteld. Ten aanzien van het thans loopende be- drijfsjaar 1931 wordt 'het volgende meege deeld. De fabriek te Geldermalsen werkt thans normaal, evenals voor 16 Juni 1930, met dub bele ploegen. Zij is zeer ruim van opdrachten voorzien, ook voor export. De afdeeling Ovenbouw heeft belangrijke opdrachten. De reeds ontvangen orders voor onze doch terondernemingen en haar vooruitzichten doen met grond verwachten, dat haar re sultaten niet L>ij die van vorige jaren zullen achter blijven. De financieele gevolgen van de staking zullen onze resultatenrekening over J.931 niet of althans niet ernstig beïnvloeden Ons bedrijf is in al zijn geledingen onver zwakt. FEUILLETON. Een ongeluk in de Andes. Naar li et Engelse h van MOR1CE GERARD. 20) (Nadruk verboden). „U begint nu zeker wel hoop te krijgen, Sir Thomas". Ze keek hem met angstig-vragen- de oogen aan. ..Als ze een paar uur rustig kan slapen, zal ze een heel ander kind zijn, wanneer ze wak ker wordt. De natuurlijke slaap beteekent het herstel van de normale functies". „O, als dat eens waar was!" „Hebt u maar vertrouwen. Veel hangt af van Sir Miles. Hij ligt in een heel ongemak kelijke houding voor het bed geknield; hij moet doodelijk vermoeid zijn. Maar hij mag zich absoluut, niet bewegen". Een schaduw trok over Lady Alice's ge zicht. Sir Thomas legde de oorzaak er van verkeerd uit. „Ik denk niet dat u zich ongerust heeft te maken. Sir Miles heeft een groot uithoudings vermogen hij ls een getraind sportsman". Lady Winstanley dacht plotseling aan den naam, waarmee Sir Thomas hem aangespro ken had. „Wij weten eigenlijk zoo weinig van hem af", zei ze. „Wat zegt u?" riep Sir Thomas, oprecht- verbaasd. „Ik dacht dat hij een heel goede vriend was, of familie van u. Dat kind is immers dol op hem". „Ilij heeft een alleraardigste manier om met kinderen om te gaan met Thca ten minste: ik heb hem eigenlijk nooit, met an dere kinderen gezien. Hij heeft de Grange yan mij gehuurd het huls ligt verder op, aan den zeekant. Dat is mijn eenige relatie met hem". Het is een groot geluk, Lady Winstanley, dat het kind die voorliefde voor hem heeft opgevat. Toen ik aan den afloop begon te wanhopen, gaf de aanraking van zijn hand haar rust en viel ze in slaap. Geen ander middel zou die werking hebben gehad. We zijn hem veel verschuldigd". Dat was Lady Winstanley volkomen met hem eens en een gevoel van onuitsprekelijke dankbaarheid gemengd met een jubelend besef, dat haar lieveling behouden zou blij ven, deed haar oogen zich met tranen vul len. Allerlei vragen betreffende Miles doem den vaag in haar ap, maar werden naar den achtergrond gedrongen door het alles-over- heerschende geluksgevoel. „Als Calliston het tot nu toe toe heeft uit gehouden, verdient hij het Victoriakruis", verklaarde Sir Thomas opgewekt, toen hij opstond om weer naar boven te gaan. „Als het gaat, zooals ik verwacht, dan vertrek ik vanavond weer naar Londen". Lady Alice ving den naam op, die toeval lig uitgesproken werd. De bewoner van de Grange was dus Sir Miles Carliston. Ze had wel van hem gehoord: hij was heel rijk en een bekende onderzoekingsreiziger. Waarom had hij dan een anderen naam aangenomen? Waartoe diende die geheimzinnigheid? Lady Winstanley verafschuwde alles wat naar achterbaksheid zweemde alles wat naar hij voor Thea gedaan had, kon haar niet toegeeflijk stemmen tegenover wat zij als bedrog' beschouwde. Sir Thomas g'ing naar de ziekenkamer te rug en Lady Winstanley bleef met kloppend hart op de gang wachten. Er drong geen geluid uit het vertrek naar buiten en hij gend van opwinding leunde de jonge vrouw tegen den deurpost. Na een poos klonk een zachte stap; Dr. Morrison kwam de deur uit. Hij was niet ver-. baasd de vrouw des huizes daar aan te tref fen. „Het gaat prachtig. De slaap is volkomen normaal. Als ze wakker wordt, zal de koorts verdwenen zijn. Een goede verpleging en krachtig voedsel zullen de rest doen. De slaap is haar redding geweest. Meneer Austin gedraagt zich als een held". „Wij zijn u ontzettend dankbaar, Dr. Mor rison, Thea heeft u heel wat tijd gekost. Mag ik nu binnengaan?" Dr. Morrison keek in de vermoeide,, be zorgde oogen en glimlachte. „Ja, Lady Winstanley, nu wel. Maar ik moet u op het hart drukken, dat u heel kalm blijft als ze wakker wordt. Ze mag voorloo pig onder geen voorwaarde weten, hoe ziek ze geweest is" „Ik zal goed oppassen dokter. En nog eens, mijn innige dank!" Lady Alice stak hem de hand toe; de dokter drukte die hartelijk en ging daarop naar beneden. Sir Thomas en Dr. Winton glimlachten haar bemoedigend toe, toen ze op de teenen naar het bed sloop. Austin lag met den rug naar de deur en bewoog zich niet. Lady Alice ging aan het voeteinde van het bed staan en keek met ingehouden adem naar Thea. Het mooie kindergezichtje was doodelijk bleek, de koortsachtige blos was geheel verdwenen. De lippen waren iets geopend en de lange wimpers rustten op de wangen. Lady Win stanley hield de hand tegen de borst ge drukt en even flitste het als een dolksteek door haar geest, hoe het kind daar zou heb ben gelegen als deze wonderbaarlijke om mekeer was uitgebleven Maar ze wist dat de afwezigheid van kleur op het gezicht van het patientje een goed teeken was. Toen bleven haar oogen rusten op de ge knielde gestalte van Sir Miles Calliston. Zijn gezicht was vertrokken en grauw van ver moeidheid, maar hij groette dc moeder toch even met een geruststellend glimlachje! Na een paat minuten bewoog Thea zich opeens en opende droomerig de oogen. Even, met een blik van herkenning, keek ze haar trouwen vriend aan. Toen draaide ze zich om en sliep onmiddellijk weer in. De spanning- was verbroken; Sir Miles kon zich zonder gevaar oprichten, hij had zijn haast-boven- menschelijke taak van glorie volbracht. Hij keek Sir Thomas aan, die zijn blik begreep en toeschoot .om te helpen opstaan. Het duurde verscheidene minuten, voor hij over eind was en de specialist moest hem steunen, toen hij met zijn volkomen verstijfde beenen naar een leuningstoel wankelde. „Ik heb geen woorden om u te danken", fluisterde Lady Winstanley ontroerd, toen ze naar hem toegekomen was. „Het zou mij spijten, ,als u mij bedenkt, Lady Winstanley. We zijn zoo zelden in staat onze medemenschen van dienst te zijn. Bo vendien, voor die kleine meid is mij niets te veel". „Ze zal u later zelf wel bedanken", zei Lady Alice, wier stem nog steeds heesch klonk van emotie. „Dat hoop ik, tenminste als haar dank zich uit. doordat ze goed eet en gauw weer sterk wordt". Sir Miles voelde dat hij Lady Winstanley een verklaring schuldig was, nu Sir Thomas hem met zijn titel had aangesproken in haar bijzijn. Maar het was ook al zoo moeilijk ge vallen aan John, zijn besten vriend alles te vertellen; hoe zou het hem mogelijk zijn Lady Alice zijn verhaal te doen? Hij had zich buitengewoon opgelucht gevoeld, door dat John hem aannemelijk had gemaakt, dat Sylvester nog in leven moest zijn. Maar zelfs al was dat zoo ,zou deze vrouw die on getwijfeld geen volkomen vertrouwen in hem stelde, zijn zonderlinge, onwaarschijnlijk klinkend verhaal ge'.ooven. De stem van Sir Thomas stoorde den loop van zijn gedachten. „Ik geloof dat u maar eens moest probee- ren met mij naar beneden te gaan, Sir Miles. Ik moet mij nu eens even met u bezig hou den". Hij wendde zich tot Lady Alice, „aat u mij roepen als de kleine meid wakker wordt". Lady Alice knikte. Sir Thomas gaf Sir Miles een arm en voetje voor voetje schuifelde hij naast den arts het vertrek uit. Miles zag haast net zoo bleek als het slapende meisje in haar witte bed. HOOFDSTUK XX. Sir Miles buiten gevecht gesteld. Sir Thomas Ellis stond er op dat Miles een glas wijn dronk, en een kleinigheid at. Toen drong hij er op aan, dat hij een poosje zou gaan rusten, maar het was Miles onmogelijk rust te vinden. Hij had een dof gevoel in het hoofd, alles leek hem verward en vaag en warrelde in zijn geest wild dooreen; een ge waarwording van opgejaagd-zijn, van ang stige beklemming, maakte zich van hem meester. De zenuwspanning, waarin hij se dert die schokkende gebeurtenis in de Andes eigenlijk onafgebroken ten prooi was ge weest had door de bezorgdheid van Thea en niet het minst door de krachtproef van de laatste uren, haar hoogtepunt bereikt. Er was meer van Calliston's geestkracht en uit houdingsvermogen gevergd dan hij verdra gen kon. Nadat Sir Miles een poosje gelegen had, stond hij met moeite van de divan op en liep naar het venster. Hij opende het en na dat hij zooveel dagen in huis opgesloten was geweest, deed de wind, die langs zijn slapen speelde, hem weldadig aan. Hij bedacht, dat nu er geen gevaar meer bestond voor Thea's leven, hij eigenlijk niet meer op de Manor noodig was. Waarschijnlijk zou het. Lady Winsanley heelemaal niet onaangenaam zijn, als hij vertrok, zoodat ze Thea heelemaal voor zich alleen zou hebben. .(Wordt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6