BINNENLAND
HOIKS SCHOENENMAGAZIJN
HAARLEM'S DACBLAD
FEUILLETON.
Een ongeluk in de Andes.
Naar het Engelsch van
MORICE GERARD.
(Nadruk verboden).
22)
HOOFDSTUK XXI.
De eerste wandeling'.
I-Iet was den 20en December. Sir Miles Cal
liston was al oen dag of tien weer beneden,
maar het slechte weer had hem tot nu toe
belet naar buiten te gaan. Vanochtend ech
ter scheen oen heldere winterzon, dc lucht
was stralend blauw en Miles voelde dubbel
de vreugde om zijn terugkeer in het leven,
Hoewel hij zich hog zwak voelde, verheugde
hij zich verbazend op zijn eerste wandeling.
Harkbutt werd dien dag op de Grange ver
wacht om er zijn Kerstvacantie door te bren
gen. Calliston verlangde erg naar zijn vriend,
maar er was toch nog iemand anders, naar
wie hij nog meer verlangde. Sinds hij aan de
beterende hand was, had hij steeds hetzelfde
gezicht, voor zijn geestesoog gezien en hij
wist. dat in de lange nachtmerrie van halve
verdooving' en opjagende koortsvisioenen de
herinnering aan dat gezicht steeds door zijn
doffe hersens had rondgewaard. Het was
een volmaakt, schoon vrouwengezicht en hij
zag liet, in een matgouden waas van kaars
licht, in de glorie van een verheerlijkt moe
derschap.
ki yoor dat dc nacht van bewusteloosheid
VRIJDAG 15 MEI 1931
.over zijn geest was 'gedaald, had hij niet be
seft, hoe dierbaar dat gezicht hem gewor
den v/as. maar nadat hij teruggekeerd was
uit de vallei van doodsschadiuw, had hij dat
geweten. Toen haar kind ziek was, waren
haar zorg en smart, zijn zorg en smart ge
weest; kwam het daardoor misschien dat uit
de onbewuste afgronden van zijn geest, het
gevoel was ontwaakt dat hij deel had aan
haar ziel en haar ziel de zijne was? Hij kon
de vraag niet beantwoordenhet eenige,
waarvan hij zich klaar bewust was, was een
nameloos verlangen
Dit nieuwe en schoone vervulde hem zoo
geheel, datde gruwelijke episode uit zijn Zuid
Amerikaansche Expeditie geheel uit zijn ge
dachten verbannen was. Hij had niets meer
omtrent Sylvester gehoord en hij hoopte van
harte, dat hij nooit meer iets van hem ver
nemen zou. John Harkbutt dacht er anders
over; hij was overtuigd, dat Sylvester en zijn
handlangers hun tijd afwachtten om te
trachten hun slag te doen.
Gewapend met een stevigen wandelstok,
ging Miles na het ontbijt begeleid door Nero,
uit om de eerste wandeling na zijn herstel
te maken. Het was een heerlijke December
dag. De zon scheen warm en de atmosfeer
was vervuld met een geurige, pittige aard
lucht.
Miles liep de oprijlaan af en het groote
hek door. Met diepe teugen ademde hij de
zuivere, opwekkende lucht in; het was toch
wel heerlijk om te leven en weer gezond te
worden, dacht hij vol dankbaarheid.
Nadat hij een halve mijl geloopen had,
voelde hij dat hij moe begon te worden. Hij
Streelde den hond, die naast hem liep en ge
duldig zijn langzaam tempo bijhield.
„We zullen maar niet verder gaan, hè ouwe
jongen? Tc lang loopen vermoeit den baas
nog te veel",
INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN
a 60 Cts. per regel.
Hij wilde omkeeren, toen bij de kromming
van den weg een gestalte zichtbaar werd.
Zijn hart begon heftig te kloppen. Zijn knieën
knikten; hij voelde zich opeens slap en zwak.
Als hij kans had gezien, zich te verbergen,
zou hij dat zeker gedaan hebben.
Miles bleef staan. I-Iij was niet in staat de
naderende vrouwenfiguur tegemoet te gaan,
en omkeeren kon hij nu natuurlijk ook niet
meer. En het resultaat was, dat Lady Win-
stanley op hem toekwam en hem hartelijk
de hand toestak.
„Wat ben ik blij u weer te zien", zei ze
vriendelijk. „Ik had er geen idee van, dat u
alweer zoo ver was".
Dit laatste was niet strikt in overeenstem
ming met de waarheid, het was nu ja -
een leugentje om bestwil. Lady Alice voelde
zich zenuwachtig bii deze onverwachte ont
moeting, al had ze dan niet precies kunnen
zeggen waarom en Sir Miles slaagde er niet
direct in woorden te vinden. Hij kreeg een
kleur en werd toen doodsbleek.
„U voelt zich toch zeker nog niet heele-
maal goed", zei ze verschrikt.
Hij zag haar angst- en glimlachte.
„Dat wel", klonk het aarzelend, „maar ik
ben zoo blij zoo heel erg blij om u weer te
zien".
Lady Winstanley wendde het hoofd af; ze
wilde niet, dat hij haar verwarring zou mer
ken.
„Ik was juist op weg naar u toe", hernam
ze na een kort oogenblik van pijnlijk zwij
gen. „Ik heb een brief van Tlica: we hadden
haar eerst gezegd dat u plotseling op reis
was gegaan en u daarom niet bij haar kwam.
maar toen het gevaar geweken was. hebben
we haar. de waarheid verleid. Ze vraagt nu
of u niet een poosje op Brighton zou cl t- kun
nen komen ,om daar weer op krachten te
komen. Ze vei langt zoo vreesdij k naar u, dat
DE HAAGSCHE MOORDZAAK
GERECONSTRUEERD.
ik eens wilde zien, of ik u niet kon overha
len".
Miles keek in de mooie, zachte oogen en
naar het edel-gesneden gezicht, waarop het
pittige winterweer een frissche blos getoo-
verü had en Lady1 Winstanley beschaduwde
die oogen met de lange, fluweelige wimpers.
„Ja, ik zou vreeselijk graag een poosje hier
vandaan gaan", antwoordde hij, „maar ik
zal toch moeten wachten, tot begin Januari.
Vandaag komt mijn vriend Harkbutt op de
Grange logeeren, maar als hij weer weg is.'
voel ik er heel veel voor. om aan zee volledig
herstel te gaan zoeken".
„Wat zal Thea daar blij mee zijn!"
Lady Alice hief nü de oogen naar hem op
en hij zag. dat ze straalden van vreugde.
„Wilt u het haar zelf schrijven?" vroeg ze
zacht.
„Dat wil ik heel graag! Ik zal haar een
kerstpakket je sturen en er een langen brief
bij doen. U weet niet. Lady Winstanley, hoe
ik er naar verlang mijn klein vriendinnetje
weer te zien!"
Lady Winstanley gaf hem eeir dankbaren
blik en stak hem toen weer de hand toe.
„Sir Miles, ik heb mijn boodschap gedaan
en nu ga ik weer verder, ik moet nog een
paar bezoeken afleggen".
Miles Calliston hield haar hand iets langer
vast. dan absoluut noodig was. Toen nam hij
zijn hoed af en zei op warmen toon:
„Ik hoop u spoedig weer te zien, lady Win
stanley".
Toen Sir Miles langzaam naar de Grange
terug wandelde, legde hij zijn hand liefkoo-
zciici op Nero's kop.
„Verte! het aan niemand hó.br, iongen! Het
is een groot geheim, maar o! ik ben zoo ge
lukkig!"
Toen Miles Calliston in de hall van zijn
zoning kwam, liep Merrifielcl licm tegemoet.
HUIS DOOR GASONTPLOFFING
UIT ELKAAR GESLAGEN.
SCHROMELIJKE ONVOORZICHTIGHEID
VAN EEN FITTER.
Woensdagmiddag te vier uur heeft in per
ceel Vredelustlaan 23 te Helmond een ont
ploffing plaats gehad, waarbij echter geen
menschenlevens te betreuren zijn. Het huis,
dat verbouwd is, zou Woensdagavond door
nieuwe bewoners worden betrokken. Sinds
eenige dagen reeds verspreidde het een on
aangename gaslucht. Toen des middags een
gasfitter den gasmeter wilde onderzoeken,
stak hij een lucifer aan. Een geweldige knal
volgde en een enorme vlam sloeg dwars over
de straat tegen de aan de overzijde staande
huizen.
Alle ramen en raamkozijnen van het huis
waren weggeslagen, evenals de buitendeur,
terwijl het geheele huis uit zijn voegen was
geslagen. De plafonds en het platte dak bleken
opgelicht te zijn. Aan de achterzijde waren
de pannen van het dak verdwenen, terwijl ae
muren in het huis los in elkaar hingen. Van
het aan de andere zijde van de straat ge
legen woonhuis werden door den luchtdruk
alle ruiten ingedrukt. Van het huis. gelegen
aan de linkerzijde van het perceel 23 werden
de vloeren van de kamers, gelegen aan den
straatkant, opgeslagen. De deuren scheurden
op verschillende plaatsen. Ook perceel 21 liep
schade op.
De gasfitter V., die, doordat hij in een
hoek van de kamer was gezeten, niet wegge
slagen kon worden, schroeide het hoofdhaar
en liep brandwonden aan het gelaat op. Twee
der toekomstige bewoners, welke zich achter
het huis bevonden en een derde persoon, die
zich eveneens buiten bevond, kwamen met den
schrik vrij.
Het gas bleek zich onder de vloeren der
respectievelijke huizen opgehoopt te hebben,
waardoor de ontploffing is veroorzaakt.
TREIN ONTSPOORD TE
DODEWAARD.
EEN PUNTSTUK VERKEERD GEMONTEERD
Woensdagmiddag ïs nabij het station Dode-
waard een spoorwegongeval gebeurd, dat
wonder boven wonder goed is afgeloopen. Een
personentrein, die daar om 13 uur uit de
richting Kesteren moest amveeren, is even
voor dit station ontspoord. De personen
wagens liepen uit de rails en kwamen scheef,
en half gekanteld op den weg te staan. Stan
gen en assen zijn verbogen en over het alge
meen is de materieele schade aan de wagens
vrij aanzienlijk.
Daar niet met groote snelehid werd ge
reden is het ongeval echter nog goed afge
loopen. Geen der reizigers kreeg vei-wondin-
gen, zijn konden met ruim een uur vertraging
per extra trein hun reis voortzetten. Alles liep
in de volmaaktste orde. Een ploeg uit Eist en
Dodewaard is direct aan den arbeid gegaan,
teneinde de lijn zoo spoedig mogelijk weer
vrij te maken.
Omtrent de oorzaak van de ontsporing
wordt aan de Msb. medegedeeld, dat een zoo
genaamd puntstuk door de arbeiders aan den
spoorweg, verkeerd was gemonteerd.
MINISTER RUYS EN DE
LEGERREVUE.
IR. ALBARDA VRAAGT ZIJN OORDEEL.
Het Tweede Kamer-lid de heer Albai'dal
heeft thans aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw de volgende
vragen gesteld:
1. Is bij het legerbestuur het plan opgevat
of het denkbeeld in overweging genomen om
iix de maand Augustus van dit jaar, op of om
streeks denzelfden tijd des jaars, waarop in
1831 de tïendaagsche veldtocht begonnen werd
een legerrevue te houden, ongeveer terzelfder
plaatse waar in 1831 de troepen werden ge
schouwd, die gereed stonden tegen België op
te trekken?
2. Indien dit denkbeeld, of een daarmee
in hoofdzaak overeenkomend plan, inderdaad
in overweging is genomen, wil de Minister-
President dan de verzekering geven, dat tot
de uitvoering van dat denkbeeld zonder de
goedkeuring van den Raad van Ministers niet
zal worden overgegaan en dat zonder die
goedkeuring ook geen voorbereidende maat
regelen zullen worden getroffen?
3. Is de Minister-President niet van oor-1
deel, dat de aanvaarding en de uitvoering van
zulk een plan zouden Indruischen tegen de
eischen van goed beleid?
4. Kan de Minister-President de verzeke
ring geven, dat een plan, als het in de eerste
vraag aangeduide, niet zal worden uitgevoerd
en dat evenmin, voor zoover dit van het
tegenwoordige Kabinet afhangt, op andere
wijze en op andere tijdstippen soortgelijke
militaire revues zullen worden gehouden?
nam zijn kleeren en zijn stok aan en over
handigde hem een visitekaartje met de
mededeeling:
„Deze heer wacht in de bibliotheek, me
neer".
Miles bekeek het visitekaartje en las:
Dl'. DAVID SYLVESTER
Oud-Leeraar,
York.
Even staarde hij er als verwezen naar, toen
liet hij zich in eexi van de gebeeldhouwde
stoelen vallen, waarmee de hall gemeubeld,
was. Het zonnige gevoel waarmee hij was
thuis gekomen, scheen door een kwaadwil
lige hand weggevaagd.
HOOFDSTUK XXII.
Een stormachtig onderhoud.
Sir Miles Calliston was zijn huis binnenge
komen, vol van zijn geluk en het visitekaartje
dat Merrifield hem overhandigde, was, daar
van was hij onmiddellijk overtuigd, het
doodvonnis voor zijn hopen en verlangen.
Zijn geest had, zoo kort na zijn herstel, nog
niet veel weerstand en in één vreeselijk
oogenblik, zag hij zich in zijn ontzette ver
beelding al voor de rechtbank aebracht en
veroordeeld. Want hoe zou hij zijn onschuld
ooit kunnen bewijzen? Wie zou zijn onwaar
schijnlijk klinkend verhaal gelooven, temeer
omdat hij na zijn terugkeer een anderen
naam had aangenomen!
Toch slaagde hij er in voor een oogen
blik. ondanks zijn zwakte, zich te beheer-
schen, Oorrenschijnlïjk kalm ging hij de bi
bliotheek binnen en sloot de deur daarvan
zorgvuldig achter zich dicht.
.(.Wordt vervolgd),, j
RADIO-RAAD ACHT ZICH NOG
NIET OVERBODIG.
VIJF VERBODEN UITZENDINGEN, TWEE
AFGEBROKEN.
Verschenen is het jaarverslag over 1930 van
'den Radio-raad, de AJgemeene Programma
commissie en van de Radio-omroepcontröle-
commissie.
Dc Radioraad hoopt, indien geen onver
wachte feiten zich voordoen, dat de regee-
ringstaak ten aanzien van den Radio-omroep
zich steeds meer zal kunnen beperken, het
geen zijn weerslag zal hebben op een rustiger
.werken van den Radioraad.
Intusschen mag de Radioraad niet verhelen,
'dat een uiteindelijke consolidatie van de re
geling van den Nederlandschen radio-omroep
nog niet ten volle is geschied, zoodat ook in
volgende jaren nog meer dan één taak voor
den Radioraad zal zijn weggelegd, afgeschei
den van het adv|s|êren van de regeering over
mogelijkheden van ondergeschikt belang,
welke zich met een zekere regelmaat wel al
tijd zullen voordoen.
Ten slotte spreekt de Radio-raad de hoop
uit, dat de goede samenwerking, welke steeds
tusschen de regeering en den Radio-raad
heeft bestaan, er ook toe moge leiden, dat in
den Nederlandschen RacUo-omroep een toe
stand moge gaan heerschen van vrede, be
rustend op samenwerking en. wederzijdsche
Waardecring van alle aanwezige krachten.
In het verslag van de Algemeene Pro
grammacommissie wordt mededeeling gedaan
van de pogingen tot samenwerking tusschen
de verschillende omroepvereenigingen, die
tot geen resultaat leidden.
De commissie deelt in het besluit van haar
verslag mee. dat de uitvoering van het alge
meen Programma niet van meet af aan zon
der moeilijkheden is geweest.
Niet alleen was het voor de commissie
noodzakelijk op enkele onderdeden nader te
worden ingelicht omtrent de bedoeling en
opvatting van het algemeen programma,
maar vooral achtte de commissie het als haar
voornaamste taak, dat uitzendingen onder
het Algemeen Programma door de omvoep-
vereenigingen geheel in overeenstemming
zullen zijn met de bedoeling', welke bij de
instelling van het algemeen programma heeft
voorgezeten .Deze bedoeling toch was geen
andere dan althans in een deel der uitzendin
gen het feit tot uitdrukking te brengen, dat
er ook bij den radio-omroep een terrein is,
waar het geheele Nederlandsche volk zich zelf
kan vinden.
De Commissie vermeldt de mislukte pogin
gen om tot samenwerking tusschen de ver-
cenigingen te komen.
Zij acht het niet in het belang voor een
gunstige ontwikkeling van het algemeen pro-
grama, indien een vcreeniging, die niet be
reid is tot samenwerking, van veredere ver
zorging van het algemeen programma zou
worden uitgesloten.
Hiermede is de Minister het eens.
Tegen het sluiten van het algemeen pro
gramma niet het Nederlandsche volkslied het
Wilhelmus van Nassauwe, heeft de commissie
geen bezwaar en meent dit zelfs te mogen
aanbevelen. Een bepaald voorschrift meent
de commissie terzake niet te moeten geven.
Aan het einde van het verslagjaar kon de
commissie c.onslateeren, dat alle vereenigin-
gen zonder uitzondering zich neergelegd heb
ben bij de richtlijnen, die de commissie volgt.
De commissie maakte bezwaar tegen 5 uit
zendingen, alle van de V.A.R.A., die (n haar
geheel werden verboden.
Het verslag vermeldt twee gevallen, waarin
de commissie lot afbreking der uitzending
overging.
De commissie heeft nimmer den indruk ge
kregen. dat haar verboden een ingrijpende
verandering brachten In de uitzendingen der
vcrcenigingen. Vele dezer verboden zijn uit
gevoerd geworden zonder dat daar'naar bin
ten iets van bleek,
Dc commissie zal voortgaan, zooals zij van
'den beginne af aan heeft, gedaan, zonder
het doel van de controle uit het oog te verlie
zen, bij de controle door een tegemoetkomen
de houding ,waar dit mogelijk is. de practi-
sche uitwerking voor de vereenlgingen zoo
.weinig mogelijk hinderlijk te doen zijn.
Vermeldt wordt nog dat de Radioraad ad
vies heeft uitgebracht over de volgende on
derwerpen
Reclame door den radio-omroep.
Uitzending van persberichten en actueele
mededeelingen door de omroeporganisaties.
Controle op de uitzendingen.
Uitzending op nationale feestdagen.
Vergoeding door de radio-centrales uit te
keeren aan de omroepvereenigingen.
Uitzending van het weeirbericht door den
Nederlandschen Draadloozen Omroep.
Verzoek van de A.V.R.O. tot het plaatsen
van een reclame in de postkantoren.
Voordracht tot benoeming van leden van
de Radio-Omroep Controlecommissie.
Voordracht voor de samenstelling der Alge
meene Programmacommissie en een ontwerp
instructie voor de Algemeene Programma
commissie.
Voorstellen voor de Radio-conferentie in
1932 te Madrid te houden.
De minister deelde aan den Radioraad zijn
standpunt mede in zake de verplichte uit
wisseling van de programma's door de om
roepvereenigingen en verzocht daarbij tevens
advies in zake een verzoek van het weekblad
Radio-Expres om het algemeen programma
onverkort in zijn blad te mogen aankondigen.
Een verzoek van de V.A.R.A. tot beschik
baarstelling van den tijd van 6.45—7, 7—7.15
en 7,458 uur op eiken dag tot het uitzenden
van gymnastiekoefeningen.
Een verzoek van de V.A.R.A. om op de uren
voor 8 uur, ook op de dagen, dat de V.A.R.A.
overigens niet uitzond, te mogen gebruiken
voor het uitzenden van gymnastieklessen.
OmtrenL de uitzending voor lesgeving op de
1071 M. golf.
De regeling van politieke uitzendingen.
PRINCIPE VERKOCHT VOOR
j 15 MILLIOEN?
Amsterdam's Raad over
Paleis-Raadhuis.
het
MEN VERTROUWT HET RUK 'T CEBOUW
NIET MEER TOE.
De voordracht van B. en W. van Amster
dam tot oplossing van de Paleis-Raadhuis-
kwestie is in de afdeelingen van den Raad
onderzocht. Aan het verslag is het volgende
ontleend:
Enkele leden waren niet overtuigd, dat de
zaak in de afdeelingen diende te worden on
derzocht.
Een enkel lid oordeelde het niet juist, deze
zaak nu in den raad te behandelen, wijl hij
meende, dat een raad, die binnen enkele we
ken aftreedt ,niet meer een zoo belangrijke
quaestie moet afdoen.
Andere leden achtten het niet oorbaar, dat
de raad een beslissing" zou nemen voor be
kend is hoe de Staten-Generaal staan tegen
over het voorstel der regeering.
Andere leden meenden, dat B. en W. den
raad, zij het dan in geheime vergadering,
hadden moeten raadplegen. Is het juist, dat
de regeering zulks niet wenschte?
Hiertegenover stelden andere leden, dat B.
en W. geen enkel verwijt kan treffen. Het
college was volkomen gerechtigd, deze zaak
voor te bereiden, op de wijze waarop dit is
geschied. Men heeft zich gesteld op het stand
punt, dat de raad in 1922 heeft besloten, over
te gaan tot den bouw van een nieuw Raad
huis.
Verschillende leden, die zich met de voor
dracht van B. en W. niet konden vereenigen,
herinneren aan de groote historische belee-
kenis van het oude Raadhuis.
Enkele andere leden meenden echter, dat
het gebouw aan den Dam in het gevoelsleven
der burgerij geen rol speelt.
Het klinkt volgens .enkele leden eigenaar
dig, dat een gebouw, dat zoo gebrekkig ge
noemd wordt, wel waardig is te dienen als
Paleis.
Meer stelt echter te leur, dat door de meer
derheid van B, en W. geen ander standpunt
wordt ingenomen. Het is een raadsel, hoe
men principieele bezwaren kan hebben tegen
het afstaan van het Paleis voor een bedrag
van drie of vier millioen en deze principieele
bezwaren laat varen, wanneer de regeering
dit bedrag doet aangroeien tot vijftien mil
lioen.
Andere leden achtten het juister, te spre
ken van verkoop van het Paleis, waartegen
ze zich moeten verzetten.
Een lid meende, dat het beter is,nog 25
jaar onrecht te lijden, dan historische rech
ten te verkoopen.
Eenlid, dat zich met de de voordracht van
B. en W. kon vereenigen, stelde den tegen
standers de vraag, wat er zou gebeuren, in
dien de raad het aanbod niet accepteerde en
het rijk aan zijn eigendomsrecht vasthield.
Dat kan men gaan prooedeeren, doch dit
proces kan jaren en jaren duren.
Verscmllende leden verklaarden, dat het
voor hen niet gaat om de vraag, of het Paleis
wederom geschikt is te maken voor Raad-
huls. Ook indien dit niet. te bereiken valt,
heeft, meenden zij. het- gebouw voor Amster
dam beteekenis. Het biedt feitelijk precies,
wat de gemeente thans noodig heeft, nl. bui-
Groote Houtstraat 42—44
ten het Prinsenhof een representatief Raad
huis.
De beste oplossing zou zijn aldus deze
leden wanneer het Paleis zou worden
representatief Raadhuis en de burgerij weer
toegang zou krijgen tot de Burgerzaal met
de gaanderijen, en tot de Vierschaarkamer,
zooals voorheen het geval was.
In dit representatieve Raadhuis zouden ook
de huwelijken gesloten kunnen worden en
aangiften van geboorten gedaan, terwijl te
vens een aantal kamers bestemd worden
voor de vergaderingen van commissies,
scheidsgerechten e.d. Misschien zou voorts
ook de raad er kunnen vergaderen en zeker
zouden er enkele beperkte afdeelingen ge
vestigd kunnen worden.
Bovendien zou dan voor het hoofd van den
Staat een woonpaleis gebouwd kunnen wor
den, waarvan de kosten niet meer dan 2 a
2 1/2 millioen behoeven te bedragen. Ook
voor degenen, die de monarchie gewenscht
achten, moet deze gedachte veel aantrekke
lijks hebben. Vele leden verklaarden, naar
aanleiding van deze opmerking, dat de bouw
van een paleis een staatszaak is en dat dus
naar hun meening Amsterdam in de kosten
daarvan niets zal mogen bijdragen.
Verschillende leden meenden, dat men zich
toch wel zeer vergist, indien men denkt, het
Paleis te kunnen gebruiken voor represen
tatie.
Enkele leden meenden, dat men aan den
economischen kant van de quaestie toch bij
zondere aandacht moet schenken.
Door vele leden werd op prijs gesteld, dat
hun door B. en W. de gelegenheid geboden
is, een rondgang door het Paleis te maken.
Nagenoeg alle leden verklaarden verwon
derd te zijn en geschokt door den staat,
waarin het gebouw aan den Dam zich thans
bevindt.
Indien de raad dan ook het voorstel van
B. en W. mocht verwerpen en den wensch
uitspreken, dat het gebouw teruggevorderd
wordt, dan zal de Raad daaraan de voor
waarde moeten verbinden, dat het Paleis niet
in zijn tegenwoordigen toestand van het Rijk
geaccepteerd wordt. De regeering zal het dan
eerst voor haar rekening in den oorspronke-
lijken toestand, gelijk het in bruikleen ge
geven werd, moeten terugbrengen.
Verschillende leden meenden ook in de ver-
waarloozing van het gebouw een reden te
vinden om nimmer dit monument van bouw
kunst aan den Staat toe te vertrouwen.
Een lid wilde zijnerzijds opmerken, dat
Amsterdam de omgeving van het Paleis op
schandelijke wijze verwaarloost. Het gebouw
„De Bisschop" maakt een erbarmelijken in
druk, Amsterdam zal naar zijn meening ten
spoedigste dienen te' zorgen voor een waar
dige omgeving van^iet Paleis.
De gedachte, neergelegd in het amende
ment-Boekman cs, bleek velen leden sympa
thiek.
Een lid betwijfelt, of het practisch moge
lijk zal blijken, een museum van dit gebouw
tc maken.
Een ander lid, dat gaarne het Paleis als
museum zou zien ingericht, meende, dat dit
alleen mogelijk ware als Amslerdain het ge
bouw terug kreeg.
Enkele leden meenden, dat er niet de min
ste aanleiding is tot den bouw van een nieuw
Raadhuis over te gaan.
Indien de tijd gekomen is, om een nieuw
Raadhuis te stichten, dan zal Amsterdam
zich dat niet moeten laten schenken, maar
het doen bouwen uit eigen kracht en uit
eigen middelen, meenden vele leden.
Andere leden meenden, dat het nieuwe
Raadhuis Amsterdam volstrekt niet wordt
geschonken.
Stellig is het geen bewijs van kracht
aldus een der leden indien men het oude,
totaal ongeschikte Raadhuis zou kiezen boven
een nieuw, dat getuigt van den durf en het
kunnen van ons geslacht. Het is bovendien
de vraag, of wij niet nu de laatste kans krij
gen*, een Raadhuis te stichten, dat. eeniger-
mate kan symboliseeren de eenheid der be
volking. Dit oogenblik te laten voorbijgaan
beteekenl de erkenning, dat wij de kracht
missen, welue wij in een voorgeslacht prijzen.
Verdachten herhalen details.
K. TE ROERMOND GUNSTIG BEKEND.
Woensdagochtend om half twaalf is op de
binnenplaats van het hoofdbureau van politie
aan het Alexanderveld te Den Haag een
reconstructie gegeven van de gruwelijke
moord onder toezicht van den commissaris,
belast met het onderzoek, den heer Kramer,
De in beslaggenomen auto werd op de öin-
nenplaats van het hoofdbureau gebracht en
de twee verdachten kregen bevel om de kist
waarin zij het lijk geborgen hadden en welke
verzwaard was tot een gewicht, ongeveer ge
lijk aan dat van wijlen den heer Eschauzier,
in de auto te plaatsen.
De verdachte K. moest daarna achter het
stuur plaats nemen.
Opmerkelijk was, met hoe groote moeite
het inladen van de kist gepaard ging.
Na afloop der reconstructie werden de ver
dachten naar hun cel teruggebracht.
Het stoffelijk overschot van het slachtoffer
van den dezer dagen te 's-Gravenhage plaats
gehad hebbenden moord, den heer Eschauzier
is Woensdagmiddag door de politie vrijgegeven
voor begraven en ter beschikking van de fa
milie gesteld. Het is Woensdagavond van het
ziekenhuis aan den Zuidwal, waarheen het
eerst vervoerd is, overgebracht naar de wo
ning in de Joh. van Oldenbarneveldtlaan,
Hoe het plan tot afpersing
was.
K. blijft volharden bij zijn verklaring, dat
het nimmer in zijn bedoeling gelegen heeft
den heer Eschauzier1 te vermoorden. Hij ver
klaarde verder, dat het zijn bedoeling was
geweest, den heer Eschauzier te bedwelmen
om hem in het pakhuis wanneer hij weer bij
gekomen zou zijn, eenige stukken te laten
teekenen, waarop K. geld zou kunnen ont
vangen. Zoodra het geld in veiligheid zou
zijn op de Engelsche bank, was zijn plan,
volgens zijn verklaring, den heer Eschauzier
weer los te laten, aldus de N.R.C.
Volgens de verklaringen van beide ver
dachten was hun verondei-stelling, dat wan
neer de heer Eschauzier zich gebonden en
machteloos zou hebben gezien, hij bereid zou
zijn om blanco accepten, die zij van tevoren
gereed gemaakt hadden, te teekenen.
Beide verdachten beweren ook, dat de heer
E., toen hij in de kist gestopt werd, nog niet
dood was.
Het teekenen van de accepten had in hot
pakhuis aan de Westerbaenstraat moeten ge
schieden. K. had zich met het oog hierop
van een zaklantaarn voorzien.
Beide verdachten schuiven de schuld aan
den dood van den heer E. eigenlijk op de
politie. Indien deze niet had ingegrepen, zou
den zij, zoo meenen zij, den heer E. nog
hebben kunnen reden. K. werd hierin door
zijn arrestatie verhinderd. P. heeft zich, toen
hij lont rook, afzijdig gehouden.
Intusschen is door de sectie gebleken, dat
de heer E. vrijwel onmiddellijk na den over
val den geest moet hebben gegeven.
In de Tel. lezen wij over den verdachte
nog, dat inwoners van Roermond, die K.
persoonlijk goed kennen van dezen 30-jarigen
jongeman steeds den indruk hebben gehad,
fdat hij een-goed karakter had en intellectueel
"behoorlijk ontwikkeld was. Zijn fout was, dat
hij op gemakkelijke wijze veel geld wilde ver
dienen en dit dreef hem tot het zoeken naar1
„een uitvinding". Dat K. tot het plegen van
een misdrijf als thans is ontdekt, in staat
zou zijn, had niemand gedacht. Men achtte
hem daartoe niet in staat omdat hij daarvoor
den moed miste. De arrestatie van K. heeft
dan ook te Roermond allerwege verwondering
cn zelfs verslagenheid gewekt. Hij stond bij
de politie aldaar gunstig bekend en was nog
niet met den strafrechter in aanraking ge
weest.
LEEUWENDRAMA TE
HELMOND.
IN EEN CIRCUS ZES DOOD GEVONDEN.
Het circus Barum. dat op zijn tournée door
Nederland te Helmond vertoeft, had Woens
dag een gevoelig verlies te boeken, schrijft
de Msb. Toen de leeuwentemmer te ongeveer
half zeven, anderhalf uur voor de openings
voorstelling zijn dieren wilde gaan verzorgën,
vond hij zes volwassen leeuwen dood in hun
kooiwagen liggen. Omtrent de oorzaak van
hun dood tast men nog in het duister. Dins
dagavond waren de dieren nog geheel gezond,
toen zij bij de laatste voorstelling .te Eind
hoven moesten optreden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts per regel.
i Jeaal gelaperdc oaiijfu issel
3