Als de Lente in het land is.... BIOSCOOP H.D. VERTELLING Zoo, plotseling, één dezer dagen, stond zij voor onzen neus. Uit het Zuiden is ze komen aanzetten met zonnewarmte en zoelen wind; in het Zuiden, waar maanden geleden al de hoornen in vollen bloei in de zomersche hitte te geuren stonden, waar maanden geleden al de sinaasappel- en citroenboomen hun takken bogen onder de vracht van gele en oranje vruchten, waar maanden geleden al boven het weelderige gebloei van honderd duizend verschillende planten een zomersch gestoei en gefladder en gegons van vlinders en bijen was Waar de lucht zoet geurde naar honing en kruiden-in-ae-zon, waar de zee helder en blauw boven zijn rotsigen bodem kabbelde. In het Noorden van Italië staat op het oogenblik het witte pijpkruid manshoog te bloeien onder het prille groen van pas uit- geloopen berken en populieren, in het Schwarzwald zag ik de karren met zomer sche bedrijvigheid af en aan rijden over de wonderlijke gelijkvloersche toegangen, die ze er achter aan de huizen naar hun hooi zolders op de bovenste verdieping hebben; verder den Rijn langs stonden de vrucht- boomen al te bloeien, teer wit, zacht rose bouquetten in het sapgroene gras naast ieder huisje, zelfs het kleinste, het nederigste En bij ons staat de Betuwe in bloei. De be roemde Betuwe, die buiten onze grenzen even beroemd is als de veel gesmade, veel ver guisde Amsterdanxsche grachten, die door de meeste Hollanders gewoonlijk slechts ge noemd worden met een waardeering, die omgekeerd, evenredig is aan de hoeveelheid zwavelwaterstof, die ze in den zomer produ- ceeren, en die op iederen vreemdeling, die je ontmoet, zoon onvergetelijken indruk ge maakt hebben, dat hij geen twee minuten nadat je je eerste woorden met hem gewis seld hebt, hun lofzang begint te zingen De Betuwe staat in bloei We zijn er heen gereden door de polders, waar het gras van een kleur was, van een kleur, die met geen woorden, met geen tuben verf en penseelen weer te geven is, diep, fluweelig sappig groen bezaaid met klaterend gele paardebloemen. De wereld is mooi. en er zijn natuurpheno- menen, die dagelijks honderden vreemdelin gen uit alle oorden van de wereld trekken; is het alleen omdat je tenslotte toch in hart en nieren Hollander bent, dat je op zoo'n oogenblik, staande voor een Hollandsch wei tje met een paar Hollandsche koeien er in, zweert, dat er op de gansche wereld niets mooiers bestaanbaar is? We zijn er heen ge reden langs de Vecht, waar de heerenhuizen en kasteelen half schuil gaan onder en ach ter het loof van de zware boomen in hun parken en waar een statige, grijze koepel zich hier en daar stil te spiegelen staat in het rimpellooze water van de Vecht; en weer komt dat adembeklemmende, trotsche gevoel bij je boven, dat Holland toch een land is, dat zijn gelijke niet heeft in de wereld. Lente in Holland! Over al nieuw jong leven, veu lens. die een beetje beduusd naast hun moe der de wereld staan in te kijken, kalveren, op hun dwaze hooge, houten pooten, die nog al het.welvoldane, vadsige missen, dat een volwassen koe gewoonlijk zoo tot een sym- bool van alles wat er materialistisch en zelf genoegzaam en stom is kan maken, een troep malle rolronde biggen, die verschrikt w- - door het autolawaai, op een hol achter hun mama aan, de wei instuiven Het water van de Lek staat hoog. Een half verdronken boom steekt er een beetje ver baasd zijn jeugdige groene kuif uit omhoog, en de traag meeschuivende bootjes van de veerpont, die ons overzet, laten een klein, rul kabbelingetje achter. Aan den anderen kant van den dijk zakken we den polder en de bloemenweelde in Ik wou, dat ik schilderen kon. Ik wou. dat ik componeeren kon. Ik wou. dat ik alles anders kon dan een beetje schrijven, jong- leeren met wat onwillige woorden, die toch altijd als armzalige houten marionetten naast de bloeiende .rijke, lavende weelde van de werkelijkheid staan. Een paar klei nigheden, die je bijblijven: Een huisje, Hollandsch schoon en welva rend, blinkend wit in de zon. te midden van een overdaad van bloeiende witte boomen. Het gras er onder is van een kleur, zooais alleen maar Hollandsch gras onder een Hol- landschen hemel kan zijn. Eh in dat groen wemelt, krioelt het van witte donsballetjes: kuikens, bedrijvige, scharrelende witte din gen, piepend en pikkend. In gen ander dorp een kerk, een gewoon, simpel dorpskerkje, niet oud en niet nieuw. Niet bijzonder mooi van lijn. Zoo als er zoo veel zijn in ons land. Maar er naast staat een rij van bloelende appelboomen. teer. pril rose. De takken strekken zich als bebloesemde armen omhoog, naar den hemel, de stam is boog en smal en schijnt zich mee uit te rek ken. Het is de vraag, of het met overleg ge beurd is, maar schooner symboliek had zelfs geen van God begenadigd kunstenaar kun nen uitdenken. En in nog een ander zoo maar plotseling een rij bloeiende boomen langs den open weg, hangend boven een sloot, waarin wat afge vallen blaadjes drijven als miniatuur zeil scheepjes op een wijde plas. Tenslotte, als de zon op zijn hoogst staat, en het vlakke verre land aan den overkant van de breede rivier in een wonderlijke grijze nevel ligt, staan we op den Waaldijk, vlak bij een „zoogenaamde coupure", zooals een ouwe Tielsehe boer ons in zijn wonderlijk dialect op onderwijzenden toon had uitge legd. Een tjalk met donkerroestbruine zeilen gaat net door den wind; hij ligt heel schuin, de zeilen klapperen even; en plots richt hij zich op, en vaart weg voor den wind statig, koninklijk, zooals alleen een tjalk met roest bruine zeilen maar zeilen kan. i>v Langs Wijk bij Duurstede, óver Amerongen en Soestdijk gaan we terug. Door de hei, die één van kleur met de nog bruinige dennen al een belofte van paarsen gloed in de diep ste diepten van zijn bruine nuances verbor gen lijkt te houden; door lanen van bruine en groene beuken, die van hun waaiervormig gespreide takken gestaag de donzige schut blaadjes naar beneden laten druppelen. Door de stammen van een dennebosch rechts zeeft het goudige schijnsel van de laagstaande zon. en legt plekken van geurend, warm licht tusschen de sombere schaduwen van den met dennenaalden bezaaiden grond. De lente is wel in het land, een lente vol belofte voor de schoonheid en den rijkdom van het jaar, dat komen gaat. Het vee in de wei kijkt nieuwsgierig en verwachtend het nieuwe leven in; de boomen geven wat zij te geven hebben, en sturen tegelijkertijd met hun jonge blaadjes blijheid en prille schoon heid de wereld in; er zit moed en durf in ieder grassprietje, dat omhoogschietend, de zon zoekt, gulheid en overgave in iedere bloem, die haar roeping vervult. Holland op zijn mooist. Er is een oud liedje dat we op de lagere school plachten te zin gen en ik weet niet wie het gedicht heeft, en ik weet niet, wie er de muziek bij gemaakt heeft. Maar het zegt de waarheid. Dit is de tijd om de huizen uit en Holland in te loopen, en weer thuis komende diep adem te 'halen en je armen uit te breiden en vol overtuiging te zeggen: „Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!" WILLY VAN DER TAK. PALACE. De strafzaak Mary Dugan. Als hoofdfilm gaat in de aanstaande bios- coopweek in „Palace" de naar het bekende tooneelstuk van Bavard Veiller bewerkte film „De strafzaak van Mary Dugan". Een reeks rechtszaalscènes dus, die alleen door uitmuntend spel kunnen gered worden. Dit gebeurt inderdaad ook in dit geval: het spel der hoofdpersonen geeft op zichzelf veel te genieten. Toch kan deze film moeilijk tot het einde toe de aandacht gespannen hou den; daarvoor zit er te weinig actie in die serie van verhooren, hoe goed ze overigens ook worden vertolkt. Op het tooneel de „Kaeth's", het vermaard „Voiendamsch accordeon-quartet, dat een uitbundig succes oog te en tot een paar toe giftjes werd genood. Dit groote succes was wel verdiend: de ..Keah's" vormen een heel aardig variété-nummer. Vóór de pauze verder nog een uitmuntend Ufa-Ton Journaal en varieerend. Hollandsch (Nadruk verboden; auteursrecht voorbe houden) De man met den kinderwagen. door H. BUYS. „Kijk .eens, daar gaat alweer een elegante man met een kinderwagen", zeide Anna tot haar echtgenoot Albert. „Ik ben geen elegante man", mopperde Albert. „Nou, dan kan je des te beter met een kin derwagen uitgaan. Het zijn toch niet alleen mijn, maar ook jouw kinderen". „Het is toch een beetje belachelijk", waagde Albert in het midden te brengen. „Vind je? Ongewoon zou een beter woord zijn. Wanneer het je aangenamer is, kan ik je pijp in mijn mond steken, naast je loopen, den rook in de lucht blazen en de blikken van de menschen van jou op mij afleiden." „Neen. dank je. dank je", weerde Albert .ten stelligste af. „Wanneer het absoluut moet, dan liever alleen ik met den wagen, jij met de pijp." „Dus dan morgen. Zondag is de eenige dag, waarop je thuis bent en wat ligt meer voor de hand, dan dat je me eens van de kinderen vrij maakt." Albert vergat bij het kleeden niet. zich met geduld te wapenen. Het meisje hielp hem, den wagen de trap af te dragen, mevrouw keek door het raam naar beneden en wenkte hem toe. „Denk er aan, dat je Jantje naast je laat loopen, Marietje moet plaats hebben in den wagen en let goed op!" Albert miste den moed, omhoog te kijken, maar hij vermoedde achter alle ramen grijn zende gezichten. Vooruit nu, eerst de stille zijstraten in. Om iets te doen, dat hem zijn ellendigen toestand zou laten vergeten, telde hij zijn stappen. De straat werd lichter. Een laan kondigde het park aan. Voor Albert uit reed een andere man met een kinderwagen en Albert besloot, dezen beklagenswaardige zuiver uit sportieve eerzucht in te halen. Ofschoon die kerel zich heelemaal niet omdraaide, scheen hij toch te voelen, wat er aan de hand was. want hij ver snelde plotseling zijn passen. Maar Albert liet het er niet bij, hij spande zich nog eens extra in, de kinderen waren blij om den snellen rit en daar schoof Albert den erbarmelijken vent al voorbij, niet zonder hem niet min achting van het hoofd tot de voeten op te nemen. De man beantwoordde den blik en Albert schrok, toen hij er de onverklaarbare fonkeling in bespeurde, waarmede vrouwen kinderen, kleeren en mededingsters monste ren. Toen kwam de alleen in kilogrammen uit te drukken trots in hem op over het ge wicht van zijn eigen kinderen in vergelijking met de zwakke wezens in den wagen van zijn vijand. Verheugd van hart reed Albert het park in. Beschaamd sloeg hij voor de vele mannen, die hij ontmoette, de oogen neer. Enkele ele gante heeren met kinderwagens, die men blijkbaar even harteloos als hem buiten de deur had gezet, waren ook aanwezig, allen toonden in hun gebafen een zekere min achting voor de wereld. En wonderlijk alle mannen duwden, evenals Albert, den wagen maar met één hand, alsof zij het bijkomstige, het toevallige van hun weinig benijdens- waardigen toestand aan de wereld demon streerden en alsof zij er naar streefden, te laten zien, hoe weinig kracht en moeite zij aan deze smadelijke opdracht besteedden. En allen spraken zij. wanneer zij een aaneenge sloten front wagens duwende vrouwen pas seerden, eenigszins stamelend met hun sla pende of van verontwaardiging over de ver nedering van hun vader kraaiende kinderen. Onderling ontweken de mannen elkanders blikken, want wanneer zij elkaar hadden aan gekeken, dan zou er een slavenopstand zijn uitgebroken. Deze beschouwingen hielden Albert zoo zeer bezig, dat zijn wagen bijna was omge slagen. Maar daar kwam plotseling een hand krachtig op zijn schouder neer en Anna de hemel zij dank niet met de pijp in den mond, zeide met verschrikkelijke minachting: „Zelfs voor het duwen van den wagen ben je nog te dom! Wanneer ik je niet als je scha duw volg. dan gebeuren er nog groote onge lukken! Waarom gebruik je niet je beide handen?" „Alle mannen", antwoordde Albert be schaamd, „die hier met kinderwagens rond rijden, gebruiken er maar één hand voor." „Dat doen die kerels alleen, omdat ze niet door hun vrouw worden gecontroleerd- In ieder geval, beste jongen, ga je nooit meer des Zondags alleen met de kinder/a uit. Maar je hebt althans je goeden wil laten zien en aan je domheid kun je zelf niets doen." Nieuws van de Polygoon, waarbij natuurlijk de roeiwedst-rijden van Donderdag niet ver geten waren. Verder nog wat kleingoed van geen bijzon dere qualiteiten. LUXOR-THEATER. Gevaren van den verlovingstijd. Mariene Dietrich en Willy Forst in de hoofdrollen. Van kwart over achten tot elf uur geeft Luxor de noodige variatie aan zijn bezoekers, ernst en luim wisselen elkaar af. Na de ope ning door het zeer goede orkest krijgen we een revue der sporten te zien, daarna de grappige film „Bromeo en Julia", welke weer gevolygd wordt, door de klucht ..Verkeers- ongemakken". Beide vielen zeer in de smaak van het publiek, dat zich kostelijk amuseerde, vooral met „Bromeo en Julia". Het „Luxor- Nieuws" geeft vele actualiteiten. Dc drie Vadeks. original-musical-acrobatic, op het tooneel hebben in hun genre bijzonder veel bereikt, zij werken mooi, licht en soepel. De hoofdfilm: „Gevaren van den verlo vingstijd" lijkt mij niet juist betiteld, immers er worden niet zoozeer in behandeld de geva ren van den verlovingstijd, dan wel de geva ren van den al te vertrouwelijken omgang tusschen jonge menschen. Baron van Gel- dern, Willy Forst, is een jonge man, aan wien de liefde niet voorbij gaat. Herhaaldelijk heeft hij galante avonturen, die hem nogal eens moeilijkheden bezorgden. De Ameri kaan Mc Clure is een paar maal in de gele genheid hem een dienst te bewijzen en ge vaar van hem af te wenden, waarin de liefde den onverbeterlijken Don Juan gebracht heeft. Er ontstaat dan ook een hartelijke vriendschap tusschen Van Geldern en den veel ouderen Amerikaan Mc. Clure. Tot weer de liefde ook aan die vriendschap een einde dreigt te maken, als de onbaatzuchtige vriend niet was. die hij is, en als dc verliefd aangelegde baron nu niet zeker wist. dat hij nu de Liefde met een groot L gevon den hadï. LETTEREN EN KUNST MUZIEK. Propaganda-avond Operavereeniging. Het „Vocaal en instrumentaal concert" der voor eenige maanden alhier gevormde Opera vereeniging was als propaganda-avond be doeld. gelijk de voorzitter, die ook een kort overzicht van de geschiedenis der oprichting gaf, uiteenzette. Hierna volgde een uitvoering van fragmen ten van de opera „Baas Ganzendonk" van onzen stadgenoot Jos. De Klerk, die vooraf eenige toelichtingen over de aan een bekende novelle van Hendrik Concience ontleende stof gaf. De muziek van De Klerk, een twintig tal jaren geleden geschreven is voor een groot deel folkloristisch, dus op bestaande volks melodieën gebaseerd en voor zoover wij uil de fragmenten konden beoordeelen, zeer een voudig gehouden. In Antwerpen is het werk herhaalde malen met succes uitgevoerd en we kunnen begrijpen en billijken dat de jonge Haarlemsche vereenlging voor haar a.s. openbare uitvoering op een eenvoudig werk haar keus liet vallen. Toch moeten we betwijfelen of de ongekur.steld-rustieke Vlaanxsche atmosfeer hier evenveel weerklank zal vinden als in Vlaanderen zelf. Enkele solisten traden in deze fragmenten op. echter niet onder zeer gunstige omstandigheden van plaatsing en ensceneerlng. De bege leiding werd door een hoofdzakelijk uit lief hebbers gevormd orkestje onder leiding van Marinus Adam verdienstelijk vervuld. Na de pau2e kwamen verschillende werken de leden met fragmenten uit allerlei opera's voor den dag. Mevr. Veurman—Nienhuis gaf blijk van dramatisch zangtalent; mevr. Floor- Prins van respectabele stem ontwikkeling. Deze beide dames zijn sopranen; de alt mej. Van Vliet, beschikt over goed materiaal, wat echter nog verdere scholing behoeft. Vier heeren deden zich hooren; de heer Van Nieuwerkerk beschikt over een goede basstem, doch zong te veel binnensmonds; de heer Lobei is een fort-tenor met een aan zienlijk stemvoiume. De tenor, de heer Van Floten zal minder nasaal moeten zingen en ook de heer Molenaar zal zich nog verder vocaal moeten ontwikkelen. Al deze solisten werden door mejuffrouw Willie Verdel correct en volgzaam aan den vleugel begeleid. De koortjes gaven blijk van goede oefening in de fragmenten van De Klerk's opera. We wachten met belangstelling de eerste werke lijke opera opvoering dezer vereenlging af. K. DE JONG. HET TOONEEL Het koperen Feest van Haarlem's Tooneel-Ensemble. BARON VON HABERNIKS. Haarlem's Tooneel-Ensemble heeft gister de feestavonden, ter viering van zijn 12 1.2- jarig bestaan ingeleid met een vroolijke. op gewekte opvoering van Baron von Haberniks. Haarlem's Tooneel Ensemble legt zich zoo als wij in het programma lazen uitsluitend toe op het spelen van blijspelen en kluchten en dit was aan de opvoering van deze Duit se he klucht onmiddellijk te zien. Want deze dilettanten zijn blijkbaar met dit soort werk volkomen vertrouwd, Ze zijn allen op elkaar ingespeeld, weten elkaar met hun spel, wat wij noemen, op te vangen, en geven zoo'n klucht met een animo en een brio. zooals wij bij dilettanten werkelijk niet heel vaak zien. Het kwam mijzelf voor dat sommige spelers elkaar zóó goed begrepen, dat zij zoo nu en dan buiten den tekst durfden te gaan en als in de commedia dcll arte er uit hun zelf maar wat bij maakten. Dat gaf aan hun voorstel ling iets bijzonder levendigs, al overdreven zij dan ook wel een enkelen keer zooals in het laatste bedrijf en forceerden zij wel eens de grappigheid. Maar wanneer zij dat niet deden zooals in I en II dan toonden zij zich in dat werk zoo thuis, dat zij zich werkelijk een „ensemble" mogen noemen. De opvoering van deze dilettanten-vereeni- ging, die ik gisteren voor het eerst zag spelen, was dan ook een verrassing. Wanneer de Haarlemsche tooneelvereenigingen in klassen waren ingedeeld, dan zou dit ensemble vooral om haar vlot en goed samenspel ongetwijfeld een plaats in de eerste klas toe komen. Vooral het eerste best gespeelde be drijf heb ik met genoegen gezien. De heeren Van Leeuwen, Assendelft. Mathot en Kuipers wisten relief aan hun rollen te geven 2onder te veel in de charge te vervallen. Zij pasten alle vier volkomen in deze klucht, speelden zonder uitzondering met lust en brio en ty peerden zeer verdienstelijk. De heer Assen delft is een vlot speler, die aardig weet te lanceeren en door zijn opgewektheid den gang er in houdt. De heer Mathot, dien ik ook bij andere vereenigingen wel zag optre den, vult het tooneel en heeft werkelijk ko mische kracht. De heer Van Leeuwen gaf een zeer aannemelijke Graaf von Rabenau de moeilijkste rol in het stuk en hield het door hem vastgelegde type ook heel goed vol. De figuur van Thcodoor Bollerbuch zou er zeker bij gewonnen hebben, als dc heer Lub bers zich wat meer had ingebonden en min der op de zaal had gespeeld. En wat goede dames-krachten heeft dit ensemble. Mevrouw Jo van LeeuwenHoe ben is voor mij geen onbekende. Zij bezit wat men van weinige tooneeldllettanten kan zeggen charme. Zij is een elegant, aardig persoontje op het tooneel, dat los en natuur lijk speelt en zeer beschaafd spreekt. Me vrouw Kuipersvan Goor heeft nog niet die gemakkelijkheid van bewegen als mevrouw Van Leeuwen, maar ook zij spreekt goed en dat beteekent al veel. Mevrouw Lubbers vol deed in de rol van Riek, de huishoudster. Doch de beste van heel het ensemble ook van de heeren was verreweg mej. Miep van Goor, die Lenz. de typiste zóó kostelijk speel de, dat zij ook in een ander niet dilettan ten milieu een goed figuur zou hebben ge maakt. Een werkelijke komische creatie, waar ik respect voor heb. Mijn welgemeend com pliment, mejuffrouw Van Goor! Ik hoop. dat ik later dit aardige ensemble ook eens mag zien in een stuk, dat hoogere eischen stelt dan deze wel heel ouderwet- sche. afgespeelde klucht van Otto Schwarz en Lengbach. Het lijkt mij niet twijfelachtig, of deze dames en heeren zijn ook in staat een goed blijspel flink voor het voetlicht t° bren gen. Maar dat zoo'n oude kluebt liet bij het publiek nog altijd uitstekend doet, blc^k wel uit dc lachsalvo's, welke telkens weer losbre ken. Voor Haarlem's Tooneel-Ensemble was de opvoering dan ook een groot succes. Na do pauze stonden de werkende leden ert het bestuur, omringd door vertegenwoordi gers van andere dilettanten-vereenigingen op het tooneel geschaard en werd Haarlem's Tooneel Ensemble in de bloemetjes gezet. H 't begon met een toespraak van don heer Van Teunenbroek. die namens de feestcommissie woorden sprak van waardcering voor hot vele. dat de club in deze 12 1 2 jaar had ge presteerd. Na hem volgden de heer Rijbroek namens de kunstlievende leden en donateurs en de heer Assendelft namens de werkende leden en zij allen boden zilveren lauwerkran sen en eereteekenen ter versiering van het vaandel aan. Den heer en mevrouw Van Leeuwen werd een bijzondere hulde gebracht, voor alles, wat zij in die 12 1 2 jaar voor de vereeniging hadden gedaan cn een aardig mo ment was het. toen mevrouw Van Leeuwen door haar man die tevens voorzitter van de vereenlging is het eerelidmaatschap van Haarl. Tooneel-Ensemble werd aangebo den. En dan was er nog een ander, zoor ver dienstelijk bestuurslid, de heer Stolwijk, die onder sterk applaus afzonderlijk gehuldigd werd. Daarna kwamen de vertegenwoordigers van de zusterverenigingen van De Amster- damschs Tooneelclub, Cremer, Tonevo. Voor uitgang. V. z. o. D. en Kennemerland aan het woord en allen deden hun gelukwonschon gepaard gaan met het- aanbieden van bloe men. Heel het tooneel was ten slotte é.ui bloementuin, en het werd een feest zóó opge wekt. als wij het alleen maar bij dilettanten meemaken. Haarlem's Tooneel Ensemble heeft zijn serie feestvoorstelllngen zeer gelukkig ingezet. Wanneer het nog excelsior moet caan. dan belooft het nog heel wat voor deze zomer maanden. J. B. SCHUIL. PARTICULIERE WERKVER SCHAFFING IN ENGELAND. Op verschillende wijzen tracht men tegen woordig van particuliere zijde den werkloo- zen in Engeland zooveel mogelijk werk te geven. Zoo heeft een dame te Londen een stoep- reinigingsdienst georganiseerd. Zü heeft zich in verbinding gesteld met de bewoners in haar buurt, die bereid zijn kleine bedragen te betalen (van 30 tot 60 cent) om hun stoe pen of trappen te laten schoonmaken cn daarna aan een Arbeidsbeurs gevraagd, man nen voor dit werk te leveren. Zij zorgt zelf voor de gereedschappen en trekt een zeer klein percentage van het loon af om haar kosten te dekken. In een ander deel van Londen heeft een heer vrijwillig de taak van makelaar in hui zen op zich genomen. Wie een flat of een huis wil huren of koopen deelt hem mede. wat hij wenscht, waar hij het liefst wil wo nen en wat hij wil betalen. De vrijwillige makelaar neemt nu een aantal werkloozcn aan om de wijken in quaestie af te loopen en rapport uit te brengen betreffende de ge schikte hulzen en flats die er leeg staan Hij betaalt den werkloozen een klein loon en geeft hun een aandeel in de provisie die hij ontvangt, als een koop- of huurcontract tot stand komt. Weer andere werkloozen mijnwerkers uit Wales met goede stemmen zijn door bemiddeling van eenige dames uit de Eng:l sche society door 'n cabareiexploitant geënga geerd om in zijn cabaret te zingen. Zij ont vangen nu salarissen, waarvan zij nooit hebben durven droomen. In een groote aantal plaatsen in geheel Engeland worden door particulieren aan werkloozen stukken grond om te bebouwen afgestaan. De mannen krijgen zaad cn ge reedschap gratis en betalen de geringe huur van het stuk land uit wat zij verdienen met den verkoop der producten, die zij telen. LANGS DE STRAAT. Emoties. Het leven van de meeste menschen is arm aan avonturen. Hun leven gaat kalm voor bij, een beetje verdriet, een beetje vreugde. Zc snakken soms naar emoties. Dat is duidelijk merkbaar, als je ziet hoe ze probeeren hun deel te krijgen aan de emoties van anderen. Je loopt op straat cn er gebeurt wat. Dadelijk rennen van alle kan ten menschen toe om te zien. te beklagen, te griezelen. Opgewonden duwen ze elkaar weg. Wat is er gebeurd, iets érgs, iemand dood, gewond? Is het werkelijk erg. dan worden ze er akelig van. kunnen den heelen dag aan niets anders denken. „Hadden we maar niet gekeken", zeggen ze. Maar den volgenden keer zijn ze weer even nieuwsgierig. En als het meevalt is er teleurstelling. Is "t anders niet, zijn ze daarvoor zoo hard komen toe- loopen? Er is geen ontstellend gebeuren, geen emotie. Sta maar eens te kijken naar een brand, Waar wacht jc op? Op een geruststellend teeken van de brandweer, op het wegrijden van dc ladderwagens? Neen. jc speurt naar rook, je wacht op vlammen, huizenhoog© vlammen. Jc hoorde de brandweer, je kwam toeloopcn om wat te zien, om sensatie. En als het niets blijkt ».e zijn. een loosalarm of een schoorsteenbrandje, valt het jc leclijk tegen. Je wou. dat er iets gebeuren zou. het was .ie al zoo'n beetic beloofd. Ja. wat voor wonderen voorbijgangers soms al niet verwachten! Er is een auto tegen het trottoir opgereden. Dadelijk een drom toe schouwers. Wat kan er voor opwindends zijn in zoo'n geval? Och. je kan nooit weten, eens even kijken, eens even hooren. Er is iets veel ergers gebeurd Een vreesc- lijke moord op een ouden concierge. Dc kranten hebben de straat en het huisnum mer gemeld. Nu ls cr „het" huis. dat men elkaar aanwijst. Den vorigen dag was het nog een onderdeel van een huizenrij, nu lijkt het vooruit te springen, groot en lugu ber. En de menschen blijven staan kijken: voor het huis,aan den overkant, van een straathoek af. Ze staan er en blijven staan. Ze kijken en wachten. Waarop? Er is iets gebeurd, maar dat be hoort al weer tot het verleden. Ze zijn te laat gekomen, er is niets meer lo zien. niets meer te beleven. Maar toch willen ze nog 2ien waar het gebeurd is en ze schijnen daar niet lang genoeg naar te kunnen kijken. Zc huiveren bij het herdenken, zc verwach ten iets van dat huis, dat toch niet meer gewoon is. Drommen menschen staan daar on de plek waar sensatie was. Z" praten en fluiste ren en doen geheimzinnig. Zc willen toch o>-<k hun deel hebben. Hun deel aan emoties, die ze buiten, die ze op straat zoeken BEP OTTEN, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 17