Als de Lente in het land is....
BIOSCOOP
H.D. VERTELLING
Zoo, plotseling, één dezer dagen, stond zij
voor onzen neus. Uit het Zuiden is ze komen
aanzetten met zonnewarmte en zoelen wind;
in het Zuiden, waar maanden geleden al de
hoornen in vollen bloei in de zomersche hitte
te geuren stonden, waar maanden geleden
al de sinaasappel- en citroenboomen hun
takken bogen onder de vracht van gele en
oranje vruchten, waar maanden geleden al
boven het weelderige gebloei van honderd
duizend verschillende planten een zomersch
gestoei en gefladder en gegons van vlinders
en bijen was Waar de lucht zoet geurde naar
honing en kruiden-in-ae-zon, waar de zee
helder en blauw boven zijn rotsigen bodem
kabbelde.
In het Noorden van Italië staat op het
oogenblik het witte pijpkruid manshoog te
bloeien onder het prille groen van pas uit-
geloopen berken en populieren, in het
Schwarzwald zag ik de karren met zomer
sche bedrijvigheid af en aan rijden over de
wonderlijke gelijkvloersche toegangen, die
ze er achter aan de huizen naar hun hooi
zolders op de bovenste verdieping hebben;
verder den Rijn langs stonden de vrucht-
boomen al te bloeien, teer wit, zacht rose
bouquetten in het sapgroene gras naast ieder
huisje, zelfs het kleinste, het nederigste
En bij ons staat de Betuwe in bloei. De be
roemde Betuwe, die buiten onze grenzen even
beroemd is als de veel gesmade, veel ver
guisde Amsterdanxsche grachten, die door de
meeste Hollanders gewoonlijk slechts ge
noemd worden met een waardeering, die
omgekeerd, evenredig is aan de hoeveelheid
zwavelwaterstof, die ze in den zomer produ-
ceeren, en die op iederen vreemdeling, die je
ontmoet, zoon onvergetelijken indruk ge
maakt hebben, dat hij geen twee minuten
nadat je je eerste woorden met hem gewis
seld hebt, hun lofzang begint te zingen
De Betuwe staat in bloei We zijn er heen
gereden door de polders, waar het gras van
een kleur was, van een kleur, die met geen
woorden, met geen tuben verf en penseelen
weer te geven is, diep, fluweelig sappig groen
bezaaid met klaterend gele paardebloemen.
De wereld is mooi. en er zijn natuurpheno-
menen, die dagelijks honderden vreemdelin
gen uit alle oorden van de wereld trekken; is
het alleen omdat je tenslotte toch in hart
en nieren Hollander bent, dat je op zoo'n
oogenblik, staande voor een Hollandsch wei
tje met een paar Hollandsche koeien er in,
zweert, dat er op de gansche wereld niets
mooiers bestaanbaar is? We zijn er heen ge
reden langs de Vecht, waar de heerenhuizen
en kasteelen half schuil gaan onder en ach
ter het loof van de zware boomen in hun
parken en waar een statige, grijze koepel
zich hier en daar stil te spiegelen staat in
het rimpellooze water van de Vecht; en weer
komt dat adembeklemmende, trotsche gevoel
bij je boven, dat Holland toch een land is,
dat zijn gelijke niet heeft in de wereld. Lente
in Holland! Over al nieuw jong leven, veu
lens. die een beetje beduusd naast hun moe
der de wereld staan in te kijken, kalveren,
op hun dwaze hooge, houten pooten, die nog
al het.welvoldane, vadsige missen, dat een
volwassen koe gewoonlijk zoo tot een sym-
bool van alles wat er materialistisch en zelf
genoegzaam en stom is kan maken, een
troep malle rolronde biggen, die verschrikt
w- -
door het autolawaai, op een hol achter hun
mama aan, de wei instuiven
Het water van de Lek staat hoog. Een half
verdronken boom steekt er een beetje ver
baasd zijn jeugdige groene kuif uit omhoog,
en de traag meeschuivende bootjes van
de veerpont, die ons overzet, laten een klein,
rul kabbelingetje achter. Aan den anderen
kant van den dijk zakken we den polder en
de bloemenweelde in
Ik wou, dat ik schilderen kon. Ik wou. dat
ik componeeren kon. Ik wou. dat ik alles
anders kon dan een beetje schrijven, jong-
leeren met wat onwillige woorden, die toch
altijd als armzalige houten marionetten
naast de bloeiende .rijke, lavende weelde
van de werkelijkheid staan. Een paar klei
nigheden, die je bijblijven:
Een huisje, Hollandsch schoon en welva
rend, blinkend wit in de zon. te midden van
een overdaad van bloeiende witte boomen.
Het gras er onder is van een kleur, zooais
alleen maar Hollandsch gras onder een Hol-
landschen hemel kan zijn. Eh in dat groen
wemelt, krioelt het van witte donsballetjes:
kuikens, bedrijvige, scharrelende witte din
gen, piepend en pikkend.
In gen ander dorp een kerk, een gewoon,
simpel dorpskerkje, niet oud en niet nieuw.
Niet bijzonder mooi van lijn. Zoo als er zoo
veel zijn in ons land. Maar er naast staat een
rij van bloelende appelboomen. teer. pril rose.
De takken strekken zich als bebloesemde
armen omhoog, naar den hemel, de stam is
boog en smal en schijnt zich mee uit te rek
ken. Het is de vraag, of het met overleg ge
beurd is, maar schooner symboliek had zelfs
geen van God begenadigd kunstenaar kun
nen uitdenken.
En in nog een ander zoo maar plotseling
een rij bloeiende boomen langs den open weg,
hangend boven een sloot, waarin wat afge
vallen blaadjes drijven als miniatuur zeil
scheepjes op een wijde plas.
Tenslotte, als de zon op zijn hoogst staat,
en het vlakke verre land aan den overkant
van de breede rivier in een wonderlijke grijze
nevel ligt, staan we op den Waaldijk, vlak
bij een „zoogenaamde coupure", zooals een
ouwe Tielsehe boer ons in zijn wonderlijk
dialect op onderwijzenden toon had uitge
legd. Een tjalk met donkerroestbruine zeilen
gaat net door den wind; hij ligt heel schuin,
de zeilen klapperen even; en plots richt hij
zich op, en vaart weg voor den wind statig,
koninklijk, zooals alleen een tjalk met roest
bruine zeilen maar zeilen kan.
i>v
Langs Wijk bij Duurstede, óver Amerongen
en Soestdijk gaan we terug. Door de hei, die
één van kleur met de nog bruinige dennen
al een belofte van paarsen gloed in de diep
ste diepten van zijn bruine nuances verbor
gen lijkt te houden; door lanen van bruine
en groene beuken, die van hun waaiervormig
gespreide takken gestaag de donzige schut
blaadjes naar beneden laten druppelen. Door
de stammen van een dennebosch rechts zeeft
het goudige schijnsel van de laagstaande
zon. en legt plekken van geurend, warm licht
tusschen de sombere schaduwen van den met
dennenaalden bezaaiden grond.
De lente is wel in het land, een lente vol
belofte voor de schoonheid en den rijkdom
van het jaar, dat komen gaat. Het vee in de
wei kijkt nieuwsgierig en verwachtend het
nieuwe leven in; de boomen geven wat zij
te geven hebben, en sturen tegelijkertijd met
hun jonge blaadjes blijheid en prille schoon
heid de wereld in; er zit moed en durf in
ieder grassprietje, dat omhoogschietend, de
zon zoekt, gulheid en overgave in iedere
bloem, die haar roeping vervult.
Holland op zijn mooist. Er is een oud liedje
dat we op de lagere school plachten te zin
gen en ik weet niet wie het gedicht heeft,
en ik weet niet, wie er de muziek bij gemaakt
heeft. Maar het zegt de waarheid.
Dit is de tijd om de huizen uit en Holland
in te loopen, en weer thuis komende diep
adem te 'halen en je armen uit te breiden en
vol overtuiging te zeggen: „Holland, mijn
Holland, ik vind je zoo mooi!"
WILLY VAN DER TAK.
PALACE.
De strafzaak Mary Dugan.
Als hoofdfilm gaat in de aanstaande bios-
coopweek in „Palace" de naar het bekende
tooneelstuk van Bavard Veiller bewerkte film
„De strafzaak van Mary Dugan".
Een reeks rechtszaalscènes dus, die alleen
door uitmuntend spel kunnen gered worden.
Dit gebeurt inderdaad ook in dit geval: het
spel der hoofdpersonen geeft op zichzelf veel
te genieten. Toch kan deze film moeilijk tot
het einde toe de aandacht gespannen hou
den; daarvoor zit er te weinig actie in die
serie van verhooren, hoe goed ze overigens
ook worden vertolkt.
Op het tooneel de „Kaeth's", het vermaard
„Voiendamsch accordeon-quartet, dat een
uitbundig succes oog te en tot een paar toe
giftjes werd genood. Dit groote succes was
wel verdiend: de ..Keah's" vormen een heel
aardig variété-nummer.
Vóór de pauze verder nog een uitmuntend
Ufa-Ton Journaal en varieerend. Hollandsch
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbe
houden)
De man met den kinderwagen.
door H. BUYS.
„Kijk .eens, daar gaat alweer een elegante
man met een kinderwagen", zeide Anna tot
haar echtgenoot Albert.
„Ik ben geen elegante man", mopperde
Albert.
„Nou, dan kan je des te beter met een kin
derwagen uitgaan. Het zijn toch niet alleen
mijn, maar ook jouw kinderen".
„Het is toch een beetje belachelijk", waagde
Albert in het midden te brengen.
„Vind je? Ongewoon zou een beter woord
zijn. Wanneer het je aangenamer is, kan ik
je pijp in mijn mond steken, naast je loopen,
den rook in de lucht blazen en de blikken
van de menschen van jou op mij afleiden."
„Neen. dank je. dank je", weerde Albert
.ten stelligste af. „Wanneer het absoluut moet,
dan liever alleen ik met den wagen, jij met
de pijp."
„Dus dan morgen. Zondag is de eenige dag,
waarop je thuis bent en wat ligt meer voor
de hand, dan dat je me eens van de kinderen
vrij maakt."
Albert vergat bij het kleeden niet. zich met
geduld te wapenen. Het meisje hielp hem,
den wagen de trap af te dragen, mevrouw
keek door het raam naar beneden en wenkte
hem toe.
„Denk er aan, dat je Jantje naast je laat
loopen, Marietje moet plaats hebben in den
wagen en let goed op!"
Albert miste den moed, omhoog te kijken,
maar hij vermoedde achter alle ramen grijn
zende gezichten. Vooruit nu, eerst de stille
zijstraten in. Om iets te doen, dat hem zijn
ellendigen toestand zou laten vergeten, telde
hij zijn stappen.
De straat werd lichter. Een laan kondigde
het park aan. Voor Albert uit reed een andere
man met een kinderwagen en Albert besloot,
dezen beklagenswaardige zuiver uit sportieve
eerzucht in te halen. Ofschoon die kerel zich
heelemaal niet omdraaide, scheen hij toch te
voelen, wat er aan de hand was. want hij ver
snelde plotseling zijn passen. Maar Albert liet
het er niet bij, hij spande zich nog eens extra
in, de kinderen waren blij om den snellen rit
en daar schoof Albert den erbarmelijken
vent al voorbij, niet zonder hem niet min
achting van het hoofd tot de voeten op te
nemen. De man beantwoordde den blik en
Albert schrok, toen hij er de onverklaarbare
fonkeling in bespeurde, waarmede vrouwen
kinderen, kleeren en mededingsters monste
ren. Toen kwam de alleen in kilogrammen
uit te drukken trots in hem op over het ge
wicht van zijn eigen kinderen in vergelijking
met de zwakke wezens in den wagen van zijn
vijand.
Verheugd van hart reed Albert het park in.
Beschaamd sloeg hij voor de vele mannen,
die hij ontmoette, de oogen neer. Enkele ele
gante heeren met kinderwagens, die men
blijkbaar even harteloos als hem buiten de
deur had gezet, waren ook aanwezig, allen
toonden in hun gebafen een zekere min
achting voor de wereld. En wonderlijk alle
mannen duwden, evenals Albert, den wagen
maar met één hand, alsof zij het bijkomstige,
het toevallige van hun weinig benijdens-
waardigen toestand aan de wereld demon
streerden en alsof zij er naar streefden, te
laten zien, hoe weinig kracht en moeite zij
aan deze smadelijke opdracht besteedden. En
allen spraken zij. wanneer zij een aaneenge
sloten front wagens duwende vrouwen pas
seerden, eenigszins stamelend met hun sla
pende of van verontwaardiging over de ver
nedering van hun vader kraaiende kinderen.
Onderling ontweken de mannen elkanders
blikken, want wanneer zij elkaar hadden aan
gekeken, dan zou er een slavenopstand zijn
uitgebroken.
Deze beschouwingen hielden Albert zoo
zeer bezig, dat zijn wagen bijna was omge
slagen. Maar daar kwam plotseling een hand
krachtig op zijn schouder neer en Anna
de hemel zij dank niet met de pijp in den
mond, zeide met verschrikkelijke minachting:
„Zelfs voor het duwen van den wagen ben je
nog te dom! Wanneer ik je niet als je scha
duw volg. dan gebeuren er nog groote onge
lukken! Waarom gebruik je niet je beide
handen?"
„Alle mannen", antwoordde Albert be
schaamd, „die hier met kinderwagens rond
rijden, gebruiken er maar één hand voor."
„Dat doen die kerels alleen, omdat ze niet
door hun vrouw worden gecontroleerd- In
ieder geval, beste jongen, ga je nooit meer
des Zondags alleen met de kinder/a uit.
Maar je hebt althans je goeden wil laten zien
en aan je domheid kun je zelf niets doen."
Nieuws van de Polygoon, waarbij natuurlijk
de roeiwedst-rijden van Donderdag niet ver
geten waren.
Verder nog wat kleingoed van geen bijzon
dere qualiteiten.
LUXOR-THEATER.
Gevaren van den verlovingstijd.
Mariene Dietrich en Willy Forst in
de hoofdrollen.
Van kwart over achten tot elf uur geeft
Luxor de noodige variatie aan zijn bezoekers,
ernst en luim wisselen elkaar af. Na de ope
ning door het zeer goede orkest krijgen we
een revue der sporten te zien, daarna de
grappige film „Bromeo en Julia", welke weer
gevolygd wordt, door de klucht ..Verkeers-
ongemakken". Beide vielen zeer in de smaak
van het publiek, dat zich kostelijk amuseerde,
vooral met „Bromeo en Julia". Het „Luxor-
Nieuws" geeft vele actualiteiten.
Dc drie Vadeks. original-musical-acrobatic,
op het tooneel hebben in hun genre bijzonder
veel bereikt, zij werken mooi, licht en soepel.
De hoofdfilm: „Gevaren van den verlo
vingstijd" lijkt mij niet juist betiteld, immers
er worden niet zoozeer in behandeld de geva
ren van den verlovingstijd, dan wel de geva
ren van den al te vertrouwelijken omgang
tusschen jonge menschen. Baron van Gel-
dern, Willy Forst, is een jonge man, aan wien
de liefde niet voorbij gaat. Herhaaldelijk
heeft hij galante avonturen, die hem nogal
eens moeilijkheden bezorgden. De Ameri
kaan Mc Clure is een paar maal in de gele
genheid hem een dienst te bewijzen en ge
vaar van hem af te wenden, waarin de liefde
den onverbeterlijken Don Juan gebracht
heeft. Er ontstaat dan ook een hartelijke
vriendschap tusschen Van Geldern en den
veel ouderen Amerikaan Mc. Clure. Tot weer
de liefde ook aan die vriendschap een einde
dreigt te maken, als de onbaatzuchtige
vriend niet was. die hij is, en als dc verliefd
aangelegde baron nu niet zeker wist.
dat hij nu de Liefde met een groot L gevon
den hadï.
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
Propaganda-avond Operavereeniging.
Het „Vocaal en instrumentaal concert" der
voor eenige maanden alhier gevormde Opera
vereeniging was als propaganda-avond be
doeld. gelijk de voorzitter, die ook een kort
overzicht van de geschiedenis der oprichting
gaf, uiteenzette.
Hierna volgde een uitvoering van fragmen
ten van de opera „Baas Ganzendonk" van
onzen stadgenoot Jos. De Klerk, die vooraf
eenige toelichtingen over de aan een bekende
novelle van Hendrik Concience ontleende stof
gaf. De muziek van De Klerk, een twintig
tal jaren geleden geschreven is voor een groot
deel folkloristisch, dus op bestaande volks
melodieën gebaseerd en voor zoover wij uil
de fragmenten konden beoordeelen, zeer een
voudig gehouden. In Antwerpen is het werk
herhaalde malen met succes uitgevoerd en
we kunnen begrijpen en billijken dat de
jonge Haarlemsche vereenlging voor haar
a.s. openbare uitvoering op een eenvoudig
werk haar keus liet vallen. Toch moeten we
betwijfelen of de ongekur.steld-rustieke
Vlaanxsche atmosfeer hier evenveel weerklank
zal vinden als in Vlaanderen zelf. Enkele
solisten traden in deze fragmenten op. echter
niet onder zeer gunstige omstandigheden
van plaatsing en ensceneerlng. De bege
leiding werd door een hoofdzakelijk uit lief
hebbers gevormd orkestje onder leiding van
Marinus Adam verdienstelijk vervuld.
Na de pau2e kwamen verschillende werken
de leden met fragmenten uit allerlei opera's
voor den dag. Mevr. Veurman—Nienhuis gaf
blijk van dramatisch zangtalent; mevr. Floor-
Prins van respectabele stem ontwikkeling.
Deze beide dames zijn sopranen; de alt mej.
Van Vliet, beschikt over goed materiaal, wat
echter nog verdere scholing behoeft.
Vier heeren deden zich hooren; de heer
Van Nieuwerkerk beschikt over een goede
basstem, doch zong te veel binnensmonds; de
heer Lobei is een fort-tenor met een aan
zienlijk stemvoiume. De tenor, de heer Van
Floten zal minder nasaal moeten zingen en
ook de heer Molenaar zal zich nog verder
vocaal moeten ontwikkelen. Al deze solisten
werden door mejuffrouw Willie Verdel correct
en volgzaam aan den vleugel begeleid. De
koortjes gaven blijk van goede oefening in
de fragmenten van De Klerk's opera. We
wachten met belangstelling de eerste werke
lijke opera opvoering dezer vereenlging af.
K. DE JONG.
HET TOONEEL
Het koperen Feest van Haarlem's
Tooneel-Ensemble.
BARON VON HABERNIKS.
Haarlem's Tooneel-Ensemble heeft gister
de feestavonden, ter viering van zijn 12 1.2-
jarig bestaan ingeleid met een vroolijke. op
gewekte opvoering van Baron von Haberniks.
Haarlem's Tooneel Ensemble legt zich zoo
als wij in het programma lazen uitsluitend
toe op het spelen van blijspelen en kluchten
en dit was aan de opvoering van deze Duit
se he klucht onmiddellijk te zien. Want deze
dilettanten zijn blijkbaar met dit soort werk
volkomen vertrouwd, Ze zijn allen op elkaar
ingespeeld, weten elkaar met hun spel, wat
wij noemen, op te vangen, en geven zoo'n
klucht met een animo en een brio. zooals wij
bij dilettanten werkelijk niet heel vaak zien.
Het kwam mijzelf voor dat sommige spelers
elkaar zóó goed begrepen, dat zij zoo nu en
dan buiten den tekst durfden te gaan en als
in de commedia dcll arte er uit hun zelf maar
wat bij maakten. Dat gaf aan hun voorstel
ling iets bijzonder levendigs, al overdreven zij
dan ook wel een enkelen keer zooals in
het laatste bedrijf en forceerden zij wel
eens de grappigheid. Maar wanneer zij dat
niet deden zooals in I en II dan toonden
zij zich in dat werk zoo thuis, dat zij zich
werkelijk een „ensemble" mogen noemen.
De opvoering van deze dilettanten-vereeni-
ging, die ik gisteren voor het eerst zag spelen,
was dan ook een verrassing. Wanneer de
Haarlemsche tooneelvereenigingen in klassen
waren ingedeeld, dan zou dit ensemble
vooral om haar vlot en goed samenspel
ongetwijfeld een plaats in de eerste klas toe
komen.
Vooral het eerste best gespeelde be
drijf heb ik met genoegen gezien. De heeren
Van Leeuwen, Assendelft. Mathot en Kuipers
wisten relief aan hun rollen te geven 2onder
te veel in de charge te vervallen. Zij pasten
alle vier volkomen in deze klucht, speelden
zonder uitzondering met lust en brio en ty
peerden zeer verdienstelijk. De heer Assen
delft is een vlot speler, die aardig weet te
lanceeren en door zijn opgewektheid den
gang er in houdt. De heer Mathot, dien ik
ook bij andere vereenigingen wel zag optre
den, vult het tooneel en heeft werkelijk ko
mische kracht. De heer Van Leeuwen gaf een
zeer aannemelijke Graaf von Rabenau de
moeilijkste rol in het stuk en hield het
door hem vastgelegde type ook heel goed vol.
De figuur van Thcodoor Bollerbuch zou er
zeker bij gewonnen hebben, als dc heer Lub
bers zich wat meer had ingebonden en min
der op de zaal had gespeeld.
En wat goede dames-krachten heeft dit
ensemble. Mevrouw Jo van LeeuwenHoe
ben is voor mij geen onbekende. Zij bezit
wat men van weinige tooneeldllettanten kan
zeggen charme. Zij is een elegant, aardig
persoontje op het tooneel, dat los en natuur
lijk speelt en zeer beschaafd spreekt. Me
vrouw Kuipersvan Goor heeft nog niet die
gemakkelijkheid van bewegen als mevrouw
Van Leeuwen, maar ook zij spreekt goed en
dat beteekent al veel. Mevrouw Lubbers vol
deed in de rol van Riek, de huishoudster.
Doch de beste van heel het ensemble ook
van de heeren was verreweg mej. Miep van
Goor, die Lenz. de typiste zóó kostelijk speel
de, dat zij ook in een ander niet dilettan
ten milieu een goed figuur zou hebben ge
maakt. Een werkelijke komische creatie, waar
ik respect voor heb. Mijn welgemeend com
pliment, mejuffrouw Van Goor!
Ik hoop. dat ik later dit aardige ensemble
ook eens mag zien in een stuk, dat hoogere
eischen stelt dan deze wel heel ouderwet-
sche. afgespeelde klucht van Otto Schwarz en
Lengbach. Het lijkt mij niet twijfelachtig, of
deze dames en heeren zijn ook in staat een
goed blijspel flink voor het voetlicht t° bren
gen. Maar dat zoo'n oude kluebt liet bij het
publiek nog altijd uitstekend doet, blc^k wel
uit dc lachsalvo's, welke telkens weer losbre
ken. Voor Haarlem's Tooneel-Ensemble was
de opvoering dan ook een groot succes.
Na do pauze stonden de werkende leden ert
het bestuur, omringd door vertegenwoordi
gers van andere dilettanten-vereenigingen op
het tooneel geschaard en werd Haarlem's
Tooneel Ensemble in de bloemetjes gezet. H 't
begon met een toespraak van don heer Van
Teunenbroek. die namens de feestcommissie
woorden sprak van waardcering voor hot
vele. dat de club in deze 12 1 2 jaar had ge
presteerd. Na hem volgden de heer Rijbroek
namens de kunstlievende leden en donateurs
en de heer Assendelft namens de werkende
leden en zij allen boden zilveren lauwerkran
sen en eereteekenen ter versiering van het
vaandel aan. Den heer en mevrouw Van
Leeuwen werd een bijzondere hulde gebracht,
voor alles, wat zij in die 12 1 2 jaar voor de
vereeniging hadden gedaan cn een aardig mo
ment was het. toen mevrouw Van Leeuwen
door haar man die tevens voorzitter van
de vereenlging is het eerelidmaatschap
van Haarl. Tooneel-Ensemble werd aangebo
den. En dan was er nog een ander, zoor ver
dienstelijk bestuurslid, de heer Stolwijk, die
onder sterk applaus afzonderlijk gehuldigd
werd.
Daarna kwamen de vertegenwoordigers van
de zusterverenigingen van De Amster-
damschs Tooneelclub, Cremer, Tonevo. Voor
uitgang. V. z. o. D. en Kennemerland aan
het woord en allen deden hun gelukwonschon
gepaard gaan met het- aanbieden van bloe
men. Heel het tooneel was ten slotte é.ui
bloementuin, en het werd een feest zóó opge
wekt. als wij het alleen maar bij dilettanten
meemaken.
Haarlem's Tooneel Ensemble heeft zijn
serie feestvoorstelllngen zeer gelukkig ingezet.
Wanneer het nog excelsior moet caan. dan
belooft het nog heel wat voor deze zomer
maanden.
J. B. SCHUIL.
PARTICULIERE WERKVER
SCHAFFING IN ENGELAND.
Op verschillende wijzen tracht men tegen
woordig van particuliere zijde den werkloo-
zen in Engeland zooveel mogelijk werk te
geven.
Zoo heeft een dame te Londen een stoep-
reinigingsdienst georganiseerd. Zü heeft zich
in verbinding gesteld met de bewoners in
haar buurt, die bereid zijn kleine bedragen
te betalen (van 30 tot 60 cent) om hun stoe
pen of trappen te laten schoonmaken cn
daarna aan een Arbeidsbeurs gevraagd, man
nen voor dit werk te leveren. Zij zorgt zelf
voor de gereedschappen en trekt een zeer
klein percentage van het loon af om haar
kosten te dekken.
In een ander deel van Londen heeft een
heer vrijwillig de taak van makelaar in hui
zen op zich genomen. Wie een flat of een
huis wil huren of koopen deelt hem mede.
wat hij wenscht, waar hij het liefst wil wo
nen en wat hij wil betalen. De vrijwillige
makelaar neemt nu een aantal werkloozcn
aan om de wijken in quaestie af te loopen en
rapport uit te brengen betreffende de ge
schikte hulzen en flats die er leeg staan
Hij betaalt den werkloozen een klein loon en
geeft hun een aandeel in de provisie die hij
ontvangt, als een koop- of huurcontract tot
stand komt.
Weer andere werkloozen mijnwerkers
uit Wales met goede stemmen zijn door
bemiddeling van eenige dames uit de Eng:l
sche society door 'n cabareiexploitant geënga
geerd om in zijn cabaret te zingen. Zij ont
vangen nu salarissen, waarvan zij nooit
hebben durven droomen.
In een groote aantal plaatsen in geheel
Engeland worden door particulieren aan
werkloozen stukken grond om te bebouwen
afgestaan. De mannen krijgen zaad cn ge
reedschap gratis en betalen de geringe huur
van het stuk land uit wat zij verdienen met
den verkoop der producten, die zij telen.
LANGS DE STRAAT.
Emoties.
Het leven van de meeste menschen is arm
aan avonturen. Hun leven gaat kalm voor
bij, een beetje verdriet, een beetje vreugde.
Zc snakken soms naar emoties.
Dat is duidelijk merkbaar, als je ziet hoe
ze probeeren hun deel te krijgen aan de
emoties van anderen. Je loopt op straat cn
er gebeurt wat. Dadelijk rennen van alle kan
ten menschen toe om te zien. te beklagen, te
griezelen. Opgewonden duwen ze elkaar weg.
Wat is er gebeurd, iets érgs, iemand dood,
gewond? Is het werkelijk erg. dan worden ze
er akelig van. kunnen den heelen dag aan
niets anders denken. „Hadden we maar niet
gekeken", zeggen ze. Maar den volgenden
keer zijn ze weer even nieuwsgierig. En als
het meevalt is er teleurstelling. Is "t anders
niet, zijn ze daarvoor zoo hard komen toe-
loopen? Er is geen ontstellend gebeuren,
geen emotie.
Sta maar eens te kijken naar een brand,
Waar wacht jc op? Op een geruststellend
teeken van de brandweer, op het wegrijden
van dc ladderwagens? Neen. jc speurt naar
rook, je wacht op vlammen, huizenhoog©
vlammen. Jc hoorde de brandweer, je kwam
toeloopcn om wat te zien, om sensatie. En
als het niets blijkt ».e zijn. een loosalarm of
een schoorsteenbrandje, valt het jc leclijk
tegen. Je wou. dat er iets gebeuren zou. het
was .ie al zoo'n beetic beloofd.
Ja. wat voor wonderen voorbijgangers soms
al niet verwachten! Er is een auto tegen het
trottoir opgereden. Dadelijk een drom toe
schouwers. Wat kan er voor opwindends zijn
in zoo'n geval? Och. je kan nooit weten,
eens even kijken, eens even hooren.
Er is iets veel ergers gebeurd Een vreesc-
lijke moord op een ouden concierge. Dc
kranten hebben de straat en het huisnum
mer gemeld. Nu ls cr „het" huis. dat men
elkaar aanwijst. Den vorigen dag was het
nog een onderdeel van een huizenrij, nu
lijkt het vooruit te springen, groot en lugu
ber. En de menschen blijven staan kijken:
voor het huis,aan den overkant, van een
straathoek af. Ze staan er en blijven staan.
Ze kijken en wachten.
Waarop? Er is iets gebeurd, maar dat be
hoort al weer tot het verleden. Ze zijn te
laat gekomen, er is niets meer lo zien. niets
meer te beleven. Maar toch willen ze nog
2ien waar het gebeurd is en ze schijnen
daar niet lang genoeg naar te kunnen kijken.
Zc huiveren bij het herdenken, zc verwach
ten iets van dat huis, dat toch niet meer
gewoon is.
Drommen menschen staan daar on de
plek waar sensatie was. Z" praten en fluiste
ren en doen geheimzinnig. Zc willen toch
o>-<k hun deel hebben. Hun deel aan emoties,
die ze buiten, die ze op straat zoeken
BEP OTTEN, j