DE DIENST HOUT EN PUNTSOENEN. Het argeioopen Tooneelseizoen. LETTEREN EN KUNST De Gezelschappen. Maakt Haarlem weer mooi. Het nieuwe plantsoen bij het Slachthuis. HAARLEM'S DACBLAD VIERDE MAANDAC 1 JUNI 1931 BLAD INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet te ruggegeven. Als er één dienst in onze gemeente is. die een dankbaar werk verricht, dan is het zeker wel die van Hout en Plantsoenen, want hij maakt Haarlem voor stadgenoot en vreem deling aantrekkelijk. Toen verleden jaar de zware boomen op den Kamper- en Gasthuissingel wegens de asphalteeringswerkzaamheden ongeveer een meter naar den waterkant moesten worden getrokken, mopperden velen reeds bij voor baat, dat die boomen „natuurlijk wel dood zouden gaan!" Hoe heeft de uitkomst hen in het ongelijk gesteld! Men moet maar eens gaan kijken niet al leen hoe mooi die boomen het weer „doen", maar ook welk een mooien vorm zij gekregen hebben. Ook met de wijze van snoeien kunnen ve len zich niet vereenigen. „Er wordt te veel afgehaald", hoorden we een paar weken ge leden iemand zeggen, die hoofdschuddend naar het- snoeien der boomen op de Ged. Oude Gracht tusschen de Groote- en Kleine Houtstraat keek. Hij voorspelde dat het „niks" zou worden. Maar ook deze boomen beginnen weer uit te loopen en zullen wel dra weer door hun schoonheid het oog be koren. Trouwens, wanneer die boomen niet in straten, maar op open ruimten stonden, dan zou het snoeien niet op zulk een ingrij pende wijze geschieden. Het aantal straten in onze stad, waarin boomen geplant zijn. wordt steeds grooter. Hierdoor is menig aardig doorkijkje verkre gen. De rechte lijn van lange straten, zooals bijvoorbeeld de Karei van Manderstraat, is nu zoo hinderlijk niet meer. De groote wijk der gemeentewoningen tus schen Pijlslaan. Van Oosten de Bruynstraat en Karei van Manderstraat ziet er op het oogenblik in één woord keurig uit. nu de gouden regen, seringen en andere voorjaars overleg met de bemanning nog een zeker per centage als compensatie van de kosten kan worden gegeven. Het ligt niet in mijn bedoe ling om hier een berekening over dit feit te geven, ik ben echter, ten allen tijde bereid om hieraan mede te helpen. De reederij zorgt dat voldoende materiaal aan boord is, eventueel gereedschap om voorkomende reparaties op zee te kunnen uitvoeren. Wij weten dat op schepen soms geen goede koudbeitel aan boord was, laat staan een goede vijl of een Jjzerboor; elke visscherman zal met mij ééns zijn dat een gatzeil, bazaan of spancer of hoe dat men het achterzeil noemen wil, een onon t- b e e r 1 ij k iets is. Een reservezeil zou niet overbodig zijn, maar als ik nu zeg dat op de meeste schepen zelfs geen zeilnaald, zeilba ren of zcilplooi aan boord is, zal men zeg gen: „de schrijver is aan het overdrijven en toch is het zoo. De bemanning betracht de zuinigheid door beter op het boorgaren te letten en geen halve botten (wat al te vaak gebeurdj aan bundels gesneden garen over boord te gooien, 't is ook te voorkomen dat elke reis een dozijn boornaaldcn moet worden verstrekt. Wij willen, alhoewel het abnormaal is, van het loon der vischlossers niets zoggen, hoewel het beneden alle critiek is. dat in dezen tijd van malaise, terwijl meer dan 1300 zeelieden zonder werk zijn, toch het grootste percen tage der vischlossers nog weken maakt van 50 a 60, maar de reederij engageert voor werk oil de schepen, uitsluitend eventueel werkloozc visschcrlicden en geen vischlossers, die in de morgenuren reeds een groot dag geld verdienden en tenslotte nog werk weg nemen waar een ander ook een weekgeld aan kon verdienen. De reederij zorgt dat goed ijs geleverd wordt, geen sneeuwijs, waardoor de visch in minderwaardigen toestand wordt aange bracht, zij zorgt dat de prijs van het ijs naar beneden gebracht wordt, wil men dat niet, dan een coöperatieve ijsfabriek opzetten wel ke bij een goed beheer, met een normale af schrijving. het ijs kan leveren voor 10 a 10.50 per ton. Wil men ook dat niet. dan een ijsbergplaats maken met een koelinrlch- ting en ijs importeeren uit Noorwegen, wat eigenlijk je ijs is voor de vissclierij, en wat ongeveer 4.75 a 5.00 per ton c.i.f. Uitlui den kost. Een opslagplaats met een koelin- richting loopt in geen tienduizenden. Kolen: de prijs van de kolen 12.25 is veel te hoog. Wil men den prijs van de kolen niet naar beneden brengen, dan een eigen inkoop centrale oprichten: meteen beetje goeden wil zijn nog tot ieder bedrag buiten syndicaat kolen te verkrijgen, welke men zelf kan men gen. eventueel ook gemengd hier kan krijgen: hiermede behaalt men twee voordeelen: ie krijgt men goedkooper kolen, 2e heeft men niet allerlei vuil te accepteeren. 'k Zag ten minste verleden week weer een boot afladen met een pracht zoodje vuil, gemengd met nootjes, 't machinekamerpersoneel van dit boot is te beklagen. Wil men ook dat niet, clan de booten ver bouwen tot oliestokers. Door oliestokers krijgt men natuurlijk een overcompleet van stokers en tremmers, doch als Katwijk, Scheveningen, Vlaardingen en», hun bedrijf ook economischer inrichten, kun nen die plaatsen hun eigen menschen aan 't werk hebben en wordt IJmuiden niet over- vuld met niet-IJmuldenaars en daar het grootste percentage van de stokers en trem mers is ontstaan uit matrozen, is het heusch geen bezwaar om hun vroegeren werkkring weer op te nemen. De readers richten een onderlinge repa ratie-inrichting op; het heeft lang genoeg geduurd dat door reparatie-inrichtingen slecht en duur werk geleverd wordt; wij leven niet meer in den tijd toen er monopo listen van IJmuiden waren, alles moet er op gewassen bloeien. Ook de tuintjes en plant soenen. die hier aangelegd zijn. worden voorbeeldig door Hout en Plantsoenen on derhouden. Het is dan ook een unicum, als hier eens een huisje leeg komt! Met het grooter worden van onze stad ne men ook de werkzaamheden van dezen dienst toe. Waar men nog kort geleden groo te stukken welland of troostelooze opper vlakten opgespoten grond zag. zijn nu prach tige plantsoenen aangelegd. Zoo is er nu ook één gekomen tusschen den Ingang van het Slachthuis en de Pla- dellastraat. waarvan men hierboven een af beelding ziet. Nog een paar weken geleden, beoefende hier de jeugd uit het Slachthuis kwartier de voetbal- en korfbalsport.. Aan de vier hoeken zijn hooge en lage heesters ge plant en aan de kanten groote hoeveelheden rezen. Aan beide zijden van een breed te gelpad in het midden van het plantsoen staan schitterende perken rhododendrons in vollen bloei. Het geheel is door een IJzeren hek en breedc tegeltrottoirs omgeven. Het Slachthuiskwartier is met dezen aanleg ten zeerste vooruitgegaan. Maar ook in de in aanbouw zijnde wijken, zooals ten Oosten van de Hou'.vaart aar. het einde van de Thomsonlaan. wordt een plant soen aangelegd, wat het wonen in deze veraf gelegen straten stellig zal aanmoedigen. Hout en Plantsoenen is ook weer begon nen met het zoogenaamde „uitzetten", dat wil zeggen, dat de perken langs de singels en in de parken weer van geraniums, reseda's, fuchsia's, afrikaantjes, heliotrope en andere zomerbloemen voorzien worden. Tenslotte vestigen we nog eens de aan dacht op het totaal veranderde Nieuwe Kerks plein Het plantsoen Is niet alleen vernieuwd, maar ook vergroot, zoodat het fraaie oude kerkgebouw nu bijna geheel door green en bloemen, wonderüjk-mcoi bij den stijl pas send, omgeven is. gezet worden om het bedrijf op gang te brengen en te houden en dat gaat niet als slecht en duur werk geleverd wordt. En mi, zeelieden, recders, het woord aan u. 'k Wil met dit schrijven niet zeggen dat dit de eeni- ge weg is. maar. door wrijving van gedachte komt men dichter bij elkaar. In elk geval hoop ik dat van geen der partijen gezegd zal wor den: „Abjecta non bene parmula fuga Salu- tum quaeslvl". iNa mijn schild te hebben weggeworpen, zocht ik heil in de vlucht). AQUARIUS. EEN GEVAARLIJK PUNT. Zaterdagavond omstreeks acht uur kwa men wij toevallig langs de Linnaeuslaan in het Haarlemmerhoutpark, toen er juist een auto in ongewenscht en krachtig contact met de tram geweest was. Men weet hoe de tram daar vlak naast de manége uit den Hout komt. in een richting rechthoekig op de Linnaeuslaan. De automobilist, die van de zijde der Oosterhoutlaan komt. kan de tram niet zien aankomen. Als hij een Haarlemmer is, weet hij wel, dat hij bij dit kruispunt ter dege moet oppassen, maar een vreemdeling, zooals ook de bestuurder van dit H nummer op Zaterdagavond wordt alleen gewaar schuwd door den aanblik van de rails en het signaal geven door den wagenvoerder van de tram. Zaterdagavond is het weer eens mlsgcloo- pen. Wij nemen onmiddellijk aan. dat dc wagenvoerder behoorlijk zijn signaal zal hebben laten klinken, maar weten uit erva ring, dat men dit, vooral wanneer men in een gesloten wagen zit, met het raampje dicht aan de zijde vanwaar de tram komt, bijna niet hooren kan. WIJ nemen even eens aan, dat de autobestuurder zeer kalm leed. HIJ kon daar haast niet anders, omdat hij even tevoren den hoek der Oosterhout- laan-Linnaeuslaan had moeten nemen. Toch is de botsing niet uitgebleven, die. dank zij het prompte remmen van dc tram met de zandrem zeer goed afliep. Een treeplank af gescheurd. spatbord en lamp beschadigd, ra diator lek. dat was de matericcle schade, de inzittenden „kwamen met den schrik vrij". Maar dit neemt niet weg, dat deze botsing slechts de Jongste was van een serie, die on getwijfeld de jongste niet zal blijven, wan neer op dit gevaarlijke punt geen extra maatregelen worden genomen. Zou de tram- directie hier niet, voor er eens een ernstig ongeluk gebeurt, een lichtsein hangen, zoo als bij de kruising Gasthuissingel—Kleine Houtweg, of op z'n minst een bord hangen met de extra waarschuwing: Pas op de tram? DE HOEK WAGENWEG- EINDENHOUTSTRAAT. EEN NIEUW VERZOEK OM DAAR WINKEL HUIZEN TE MOGEN BOUWEN. Naar aanleiding van een adres, waarbij B. W. Lindeboom den raad verzoekt op de m 1923 door hem ingediende aanvrag: om bouwvergunning voor twee woon- en winkel huizen op een terrein gelegen te Haa fem aan den Wagenweg hoek Blndenhoutstraat, opnieuw uitspraak te doen mot Inachtneming van het Koninklijk besluit, waarbij art. 15b!s der Hecmsteedsche bouwverordening werd vernietigd. geven B. en W. een uiteenzetting van deze aangelegenheid, die ook reeds te voren in den raad ter sprake kwam. B. en W. adviseeren den raad op het verzoek afwijzend te beschikken. HET TOONEEL. Een zoo bewogen en ongelukkig toonse'sei zoen als het thans geëindigde herinner ik mij niet, of het moest zijn dat van de tooneelsta- king. En het hield nog wel zulke mooie be loften in. Twee groote gesubsidieerde Amsterdamsche gezelschappen, welke beide èn in leiding èn in samenstelling alle moge lijkheden tot ontwikkeling schenen te bieden en gezamenlijk drie theaters in de hoofdstad waaronder den Stadsschouwburg zou den bespelenwij mochten met reden de beste verwachtingen koesteren. Men meende niet anders dan dat de twee gezelschappen financieel stevig gefundeerd waren en re kende er op, dat concurrentie beide directies tot de uiterste krachtsinspanning zou opvoe ren met als resultaat een reeks van belang rijke voorstellingen. Hoe heel anders is het geloopen! Reeds in bet eind van December kwam de débacle van Het Amsterdamsch Tooneel met alle nood lottige gevolgen daarvan. De ongezonde fi- nancieele basis, waarop het gezelschap van Verkade reeds van den dag der stichting af, rustte en een onvoldoend beheer waren wel het meest schuld aan deze catastrophe, maai er is ook nog een andere oorzaak aan te wij zen. Het bleek reeds spoedig, dat de regeling van de bespeling'der schouwburg niet deugde- Het telkens wisselen van theaters door de twee eerste gezelschappen van Amsterdam was op den duur funest voor de exploitatie der beide troepen. Het klinkt voor niet-ingewijden misschien vreemd, maar het is nu eenmaal een feit. dat een succes voor een deel aan een schouw burg vast zit. Elke tooneeldirecteur zal een stuk, dat het „dost" zooveel mogelijk in één en eenzelfde theater blijven spelen en niets is voor de carrière ,van een Schlager nadee- liger dan de serie te moeten onderbreken. Hiermee hebben de directies der twee gezel schappen bij de regeling der speeldagen te Amsterdam geen rekening gehouden en de gevolgen bleven dan ook niet uit. Het Am sterdamsche publiek kon niet meer wijs uit die voortdurende wisseling van schouwbur gen en wist tenslotte niet, waar de stukken gingen en de favorieten speelden. Dit had op het schouwburgbezoek een zeer slechten in vloed. Maar nog erger was het, dat een be haald succes niet kon worden doorgezet. Ds opvoeringen door Het Amsterdamsch Too neel van De Affaire Dreyfus, die volle zalen trokken, moesten worden onderbroken, zeer ten nadeele van het betrokken gezelschap. Wie het meest verantwoordelijk was voor de débacle van Het Amsterdamsch Tooneel is niet aan onze beoordeeling, vooral niet omdat wij als buitenstaanders geen. voldoen de inzicht in den financieelen toestand en de onderling getroffen regelingen hebben ge had. Maar wel wil ik hier herhalen, wat ik indertijd reeds in een aan deze tooneelcrisis gewijd artikel schreef, dat ik de uitschake ling van Verkade als regisseur in den Stads schouwburg voor het tooneel te Amsterdam artistiek een ramp acht. Want al moge Ver kade in het volgend seizoen als directeur van een klein en goed gezelschap te Am sterdam terugkeeren, zijn aangewezen plaats als regisseur is toch de schouwburg op het Leidsche Plein en niet het kleine Rika Hop per-Theater, waar hij uitsluitend op „Kam- merspiele" zal zijn aangewezen. De débacle van het gezelschap van Ver kade heeft het tooneel te Amsterdam drie maaden lang en dat wel in den besten tijd van het seizoen totaal in. de war ge bracht. De artisten vergaderden en confe reerden inplaats van dat zij speelden en re peteerden en niemand had meer door de heerschende onzekerheid en de nerveuse spanning zijn hoofd bij zijn werk, met het gevolg, dat feitelijk de heele boel artistiek stil lag. Wij kunnen gerust zeggen, dat Jan. en Februari volkomen verloren maanden zijn geweest. Zoo groot was de verwarring, dat men nauwelijks wist, waar de gezelschappen moesten spelen. Aangegane verbintenissen met provincie-schouwburgen werden zoo maar verbroken, aangekondigde voorstellin gen in Amsterdam moesten door telkens op nieuw rijzende moeilijkheden zooals be slagneming der décors en costuums wor den afgelast of door andere vervangen en van instudeeren van nieuwe stukken was zelfs geen sprake. Het was een groote chaos met als gevolg, dat het publiek evenals in den tijd van de beruchte staking alle be langstelling voor het tooneel verloor en el- ken dag enorme verliezen werden geleden, zoowel door Het Amsterdamsch. als Het Ne- derlandsch Tooneel. Het mag eindelijk een wonder he eten en het is alleen te danken aan stevige financieele basis van de Ko- rdr.kiijku Veieeniging dat In die maanden nie.;. ;u!:-s in elkaar is gestort. Herhaaldelijk is het in dien tijd voorgekomen, dat voor 'n 25 mensehen gespeeld werd, ja eenige ma len zijn voorstellingen afgelast moeten wor den, omdat er niet meer dan 4 a 5 plaatsen waren genomen! Een slechter tijd heeft het tooneel misschien nooit te Amsterdam door gemaakt. Bij de Kon Ver. Het Nederlandsch Tooneel waren alle stukken op „Een Man, die be slag legt" na feitelijke gevallen, zoodat dit gezelschap zoo goed als geen repertoire had en Het Amsterdamsch Tooneel zat door de catastrophe geheel in déconfiture. Zelfs na de nieuwe regeling, die dank zij de medewerking van wethouder Dr. Polak getroffen werd en waarbij beide gezelschap pen tijdelijk een werden, kwam er geen ver betering en toen tot overmaat van ramp Da- fresne's Cagliostro het stuk, waarop men alle vertrouwen had gezet en waarvan de ensceneering en aankleeding alleen reeds duizenden guldens had gekost - viel zooals geen stuk in jaren gevallen was, leek het einde vrij wel nabij. Maar gelukkig is er op het laatst nog on verwachts redding gekomen. Menschen in 't Hotel werd een ongewoon groot succes en nu bleek tevens, welk een belangrijk voordeel de nieuw getroffen regeling van het bespelen der schouwburgen voor hst thans tijdelijk één geworden gezelschap opleverde. Men behoefde de serie niet meer te onderbreken, en kon het financieel succes volkomen uit buiten, door dezen nieuwen Schlager in den Stadsschouwburg te blijven doorspelen. Het is wel zeker, dat de reeks druk bezoch te opvoeringen van Menschen in 't Hotel een nieuwe catastrophe heeft voorkomen. Daar bij kwam, dat ook de andere afdeelingen niet onfortuinlijk waren, zcodat ook in het be zoek aan den Hollandschen schouwburg en het Rika Hopper Theater al was het dan ook in veel minder mate dan in den Stads schouwburg een stijgende lijn was. Zoo is de toestand, die zich in Februari en begin Maart wel heel treurig liet aanzien, heel wat verbeterd en het seizoen minder slecht ge ëindigd dan men verwachtte. Het is-wel heel jammer, dat enkele zeer goede krachten aan wie dit jaar de weinige successen, welke behaald zijn, voor een groot deel mede te danken zijn zooals Paul Huf, Frits van Dijk en Nel Stants de Kon. Vereeniging gaan verlaten, maar er blijven gelukkig toch genoeg eerste rangs artisten over zooals Van Dalsum, Louis Saalborn, Oscar Tourmaire. Johan de Meester, Cees Laseur, Cruys Voorbergh, en de dames Char lotte Kohier, Magda Janssens. Vera Bon dam, Jacqueline Royaards en waarschijn lijk ook Else Mauhs als gast om althans artistiek de toekomst van ons eerste gezel schap met vertrouwen tegemoet te zien. De débacle van Het Amsterdamsch Tooneel en haar gevolgen hebben zoo zeer den toe stand van het tooneel beheerscht, dat ik in mijn bespreking van de andere gezelschap pen kort kan zijn. In ae residentie kon Het Rotteröamsch-Hofstad Tooneel onder d; zakelijk zoowel als artistiek beproefde leidins van Cor van der Lugt Melsert zijn positie handhaven. De economische malaise heeft ook haar invloed op het schouwburgbezoek te Den Haag doen gelden, waarbij neg kwam, dat het Haagsche gezelschap in den besten tijd van het seizoen de medewerking moest missen van mevrouw Van der Lugt Melsert- Van Ees, die gedurende eenige weken wegens ziekte en dat nog wel onmiddellijk na haar succes in Mijnheer Lamberthier niet in staat was op te treden. Gelukkig is de ongesteldheid niet van langen duur ge weest en hebben ook wij in Haarlem van haar prachtig spel in het stuk van Verneuil kunnen genieten. Overigens is in het afgeloopen seizoen het Rotfcerdamsch-Hofstad Toojieel in zijn samenstelling vrijwel stabiel gebleven en is het alleen Johan Elsensohn geweest,, die als nieuw geëngageerde kracht in verschil lende rollen o.a. in De Wonderdokter en Dwangarbeid, ook in dit milieu zijn lang niet aliedaagsch talent kon toonen. Van de groote gezelschappen Is Het Schouw- tooneel het -eenige, dat met volle tevreden heid op de financieele resultaten van het afgeloopen seizoen kan terug zien. Daarvoor heeft de profijtelijke Baas in Huis gezorgd, die Elias opvolgde. Artistiek gaf dit jaar voor dit gezelschap minder reden tot juichen. De t\vee groote pogingen, die met De Bouw meester van Dr. H. Gerversman en De Koopman van Venétië werden gedaan op voeringen, welke ons te Haarlem zijn ont houden hebben slechts matig voldaan en men heeft het voornamelijk in klein werk geschikt voor export in de provincie moeten zoeken, waarbij nog heel veel om deugdelijks was. De samenstelling van het gezelschap van Van der Horst en Jan -Musch bleef voor wat de heer en betreft, ook dit seizoen vrij wel onveranderd. Het vrouwelijk element werd na het uittreden van Jeanne van Rijn versterkt met Marie Holtrop en Dogi Rugani, twee krachten, die voor Het Schouwtooneel een werkelijke aanwist bleken te zijn. Louis de Bree bespeelde dit jaar niet on fortuinlijk het Centraal Theater. De Bree heeft een gezelschap, dat uitstekend op lichte amusements-kunst is ingespeeld en na het succes met Geld speelt geen rol, speelde geld werkelijk geen rol meer bij hem en kan hij met gerustheid de toekomst tegemoet zien. Herman Bouber heeft zich aan de Vara verbonden, waardoor het karaktef van dit ensemble geheel veranderd is. Van de preten- tieïooze neutrale volksstukken is Bouber thans terecht gekomen bij het tooneelwerk met uit gesproken doorgaans socialistische tendenz. Dit heeft Bouber ook in tegen stelling van vroeger herhaaldelijk in bot sing doen komen met de censuur, wat zooals meestal een reclame voor hem en de stukken bleek te zijn. Of hij in deze nieuwe richting vele successen zal vinden als de Jor.g's soldatenrij Frank van Wezels roem ruchte jaren lijkt mij twijfelachtig, maar hij heeft aan dit tendentieuze successtuk in ieder geval een financieel zeer voordeelig seizoen te danken. J. B. SOHUIL. KEIEN EN KLINKERS. Voor de bestrating van den Spaarndam- scheweg kan zoo deelen B. en W. aan den raad mede gebruik worden gemaakt van keien, thans aanwezig in de Hofdijkstraat en voorts in de Teding van Berkhoutstraat, voor zoover betreft het gedeelte, hetwelk vroeger behoorde tot de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De keibestrating in de Hof dijk--tvaat en in genoemd gedeelte van de Teding van Berkhoutstraat kan dan worden vervangen door een klinkerbestrating. Ds te kort komende hoeveelheid keien voor den Spaarndamscheweg zal dan worden bijge- kocht. Het is dan evenwel noodig dat het raadsbesluit van 1915 gewijzigd wordt- en be paald, dat de bestrating van de Hofdijk- straat. alsmede het gedeelte van de Teding van Berkhoutstraat, hetwelk voorheen be hoorde tot de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, zal bestaan uit klinkers. DE NOOD IN HET VISSCHERIJ. BEDRIJF. WAT TER VERBETERING KAN GEDAAN WORDEN. Ziezoo, de klap is gevallen, de minister heeft geantwoord, en wij kunnen Zijne Excellentie geluk te wenschen met zijn uit spraak: „Eerst saneering. laat eerst eens zien wat je zelf doet. want er wordt niet anders dan geklaagd, vergaderd, geschreven, maar niet de koe bij de horens gevat. We zullen probeeren, als kantlooper. (beach comber zeggen ze in Engeland geloof ik, dat is dus. iemand die met z'n ziel onder de armen langs den kant (het strand) loopt) trachten een aanvang te maken met de op lossing van het probleem, als dan de eerste zet goed is, volgt, precies als met schaken, de rest van zelf. Voorop zullen we stellen: „de loonen mogen niet worden verminderd evenmin de percen tages van de besommingen, terwijl verder con cessies moeten worden gedaan. Alvorens tot die concessies over te gaan willen wij de vis- scherslieden even op het hart drukken dat ds behartiging van hun belangen in verkeerde handen is. Niemand kan twee heer en dienen, staat in den Bijbel, welnu, hoe kan een C. B. van Transportarbeiders, of een Chr. Bond van Transportarbeiders, of een R.K. Bond van Transportarbeiders goed de belangen van de zeelleden behandelen, zonder in conflict te komen met die transportarbeiders? Om even plaatselijk te blijven, alle zeelieden zijn over tuigd dat de belangen van den visscherman linea recta staan tegenover de vischlossers, hoe kan nu een bond staan tegenover die twee partijen? Beiden gelijk geven bestaat niet, dus altijd moet één van de twes bak zeil halen of concessies verleenen. Zeelieden, heb je geen les gehad dezen winter met de actie van de vischlossers? Gelukkig is de Chr. bond zoo eerlijk geweest om zich uit de actie terug te trekken. Wat had anders het resul taat geweest, U was door uw leiders in de actie gehaald, de reederij had gelachen, want deze konden mooi hun schepen uit de vaart brengeft, zonder één cent dispensatie te be talen. Dus het eerste wat U te doen staat is zeelieden: „allen onmiddellijk ontslag nemen uit uw respectievelijke bon den en direct een eigen bond oprichten van Zeelieden, ge enbond met een kerkelijke of politieke kleur, een bond ..Eigen belang", re kening houdend, dat ook het „Algemeen be lang" behartigd wordt. Kies uit uw midden een bestuur, menschen van het vak, praktisch en theoretisch ontwikkeld, er zijn genoeg on der U. Zeelieden, hier is een groote nood zakelijkheid. Annuleering van de arbeidsvoorwaarden, waarvoor in de plaats komt een dienstver band van 5 reizen; de schepen vertrekken van de vischmarkt weer naar zee. terwijl ééns in de 5 reizen de vrije tijd gegeven wordt. De schepelingen maken zelf het schip zeeklaar. door b.v. 's morgens om 8 uur aan te vangen, dus. de schepen komen 's middags aan de markt en vertrekken den daarop volgenden dag, benoodigdheden V^jor dek en machine kamers zijn aan boorÏÏ voor 5 reizen, zoodat alleen eventueel benoodigde netten aan boord gebracht moeten worden. Op zee wordt de visscherman gebruikt, als er tenminste tijd is na 't verwerken van de visch, voor onder houd van het schip. Lijnen verspliteen of merken wordt door de bemanning gedaan. De machinist zorgt voor onderhoud van machine en winch, voor het aanhouden van de vuren moet een wachtsman geplaatst worden, hier door wordt zeer zeker een groote hoeveelheid ketelreparatie bespaard, want elke technicus zal het met ons eens zijn, dat een ketel van een trawler nu als 't ware een harmonica wordt door het vele uitgaan der vuren en weer stoom stoken, van een kouden ketel tot vollen stoom, in zegge 4 a 5 uur. Het binnen- loopen wegens lekke vlampijpen wordt hier zeer zeker door verminderd. Hierdoor zal te vens de machinist zeker wel uitkijken wie hij aan boord krijgt als oudste stoker en wel zorgen dat hij b.v. geen oudste stoker neemt, die, 'k wil nog niet eens zeggen een galan kan verpakken, neen, zelfs nog geen goede pak king kan snijden of hakken, zooals men het noemen wil, voor een gewone flens. De machinist houdt op de 5e reis toezicht op de eventueele reparatie in machinekamer en winch, de schipper, eventueel stuurman, op reparatie aan dek en overtuigt zich dat de aanvraag volledig aan boord komt; hiervoor kan eenige compensatie worden verstrekt. Door deze maatregelen wordt een groqts som in de exploitatiekosten bezuinigd, terwijl daarbij een groot deel van het walpersonee! (wat trouwens nu al, in gewone tijden ab normaal is) overbodig wordt. Men zal mis schien zeggen deze bezuiniging gaat ten koste van een ander! Eerst antwoord ik daarop, zeeman, zorg voor u zelf. reken er nooit op dat er één landman is die voor U zal opko men. Zelfs de specialist op scheepvaartkun dig gebied heeft z'n stem nog niet voor U doen hooren. Duymaer van Twist is de eenige die iets gezegd heeft in de 2e Kamer. Verder kan ik nog zeggen, de visscherman kan in 't algemeen genomen niet meer dan het geen in het bedrijf te pas komt. terwijl dat walpersoneel allicht een andere werkkring vinden kan. Dus komt hierdoor nog een be zuiniging in exploitatiekosten, en ik ben overtuigd dat zelfs de minister zeggen zal. dat uwerzijds een zeer goede concessie gege ven wordt. Het fonds van sociale voorzieningen moet blijven bestaan, doch onder beheer van de Reedersvereeniging onder controle van een vertegenwoordiger der regeering, eventueel B. en W. Indien door vermindering van de werkloosheid onder de visschcrlieden het fonds mocht groeien, moet een clausule wor den aangebracht dat het fonds eventueel ook bestemd is als een soort pensioen voor oude zeelieden (natuurlijk die er in betaal den). De reederij trekt de order in dat de schepen niet voor drie uur binnen mo gen zijn, 't is natuurlijk 'onnoodig dat een schip 's morgens om li uur binnenkomt, om eerst den volgenden dag te markten, zij dient, echter rekening te houden me-, het feit, dat een trawler geen spoortrein is en ook geen schip met groote kracht, zoodat bij niet op een kwartier kan zeggen wanneer nij bin nen zal zijn, doch veelal rekening moet hou den met wind en weer. De reederij geeft vrije voeding, zoodat de zeelieden gevrijwaard worden van allerlei landhaaien, welke, om maar een paar arti kelen te noemen: t 0.75 laten batalen voor een pond margarine welke in detailverV-^o slechts f 0.2?- kost; f 1.laten b ale- V» r een pond spek. dat in den winkel f r 4. oer pond kost. Dit vcedinggeld kar. mm 'lu gevonden worden door het bedrag eerst *an de besomming af te trekken, waarna door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13