STATEN-GENERAAL.
TRANSPIREERENDE
DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSACENTJt
DE JEUGDHERBERG JAN CIJZEN'
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 3 JUNI 1931
TWEEDE KAMER
2 Juni.
Hamerstukken. Woekerbe
strijding in het initiatief-ont
werp-v. d. Bergh.
Nog een drietal weken „zit" de Tweede
Kamer.
Met voorzitterlij k hamergeroffel werd de
laatste ronde geopend: hamerstukken.
Een gering aantal! Drie onteigeningen:
voor een Amsterdamsche "begraafplaats, voor
wegenaanleg van de Gouwe naar Moordrecht
en voor den nieuwen weg buiten Oegstgeest.
om (met een wijden boog), van Endegeest
naar de Postbrug. Breed geprojecteerd is deze
weg. En wanneer de nieuwe, de Oegstgeesche
benauwde kom vermijdende, weg op de volle
snelverkeerbreeate zou worden aangelegd,
dan zoo vreesden de heeren Bongaerts. v.
d. Bilt en van Dijk zou daarmede gemak
kelijk gepraejudicieerd kunnen worden, door
het dan ten nutte maken van belangrijke
gedeelten aanwezigen, breeden weg, op het
tracé van den noodzakelijken grooten weg
van Den Haag naar Amsterdam. De Kamer
wilde, dat volkomen vrijheid zou blijven voor
den komenden wetgever om den komenden
weg daar te leggen, waar hij noodzakelijk
zal zijn, al of niet door de Haarlemmermeer.
Minister Reymer deed de toezegging, dat
de weg buiten Oegstgeest om, niet gebouwd
zal worden op de voor het groote ver
keer maximale breedte en dat de Kamer vol
ledig vrij is te beslissen later, over het beste
tracé van den grooten verbindingsweg van
Den Haag naar Amsterdam.
Zonder discussie en zonder stemming zag
Minister Terpstra de suppletoire begrooting
aangenomen wegens de uitbreiding van de
inspectie voor het Nijverheidsonderwijs, waar
mede de Kamer dus gaarne instemt.
De woekerwet-v. d. Bergh.
Woeker is ellende!
Wij behoeven de ellende van den woeker
waarlijk niet uiteen te zetten voor de bur
gers van een gemeente als Haarlem, waar
ons blad den omvang van het euvel reeds in
een serie artikelen ten duidelijkste heeft ge
schetst. Bovendien: er bestaan te Haarlem
plannen tot oprichting van een gemeentelijke
bank voor woekerbestrijding.
Dat bij den heer v. d. Bergh, die in Am
sterdam behoort tot degenen, die er den woe
ker, meer door gemeentelijke regeling en in
stelling, bestrijden willen, de wensch tot het
keeren van het kwaad zich omzette in de
daad van een initiatief-ontwerp, is niet meer
dan begrijpelijk. Werd ook in de Kamer al
gemeen begrepen en gewaardeerd.
Vooral Mevr. van Itallie—van Embden
yestigde daarop de aandacht vooral nu, on
danks herhaald betoog, de regeering, de op
eenvolgende regeeringen, niet met wettelijke
maatregelen zijn gekomen. Over dit uitblijven
mag echter niet al te spoedig de staf gebro
ken worden, want de discussie, ook weer over
het initiatief-ontwerp v. d. Bergh, heeft wel
doen zien, dat 't nu niet zoo heel gemakke
lijk is een ontwerp tegen den woeker te con-
strueeren, dat doel treft, dat hout snijdt, dat
nieuw-uitgedachte, geslepen gevonden, ge
vaarlijker, wijl clandestiene woekermethoden
tegen kan gaan.
Intusschen de poging van den heer v. d.
Bergh vond waardeering en de wetstechni
sche vorm, waarin hij zijn poging goot, valt
zeer te roemen. O.m. de heer Beumer, de wets-
yervolmaker bij uitstek, stak zijn hulde niet
onder stoelen of banken.
Het wetsontwerp heeft van de beide metho
den bij de woekerbestrijding, het repressief
Duitsche en het preventief Engelsche stelsel,
het laatste gekozen. Het ontwerp legt het
geldschieterswezen (voor leeningen, deneden
500 gulden) aan banden volgens deze grond
beginselen:
1. Concessïoneeiing van het geldschieters-
bedrijf met wering van ongunstig bekend
Staande personen;
2.Het stellen van algemeene voorwaarden,
Iwaaraan het geconcessioneerde bedrijf moet
Voldoen;
3. Nietig verklaring van alle handelingen
ien bedingen in strijd met die voorwaarden.
Haalt het ontwerp de eindstreep, dan zal
het geldschietersbedrijf alleen mogen wor
den uitgeoefend door gemeente-banken of
geldschieters-met-vergunning. Op overtre
ding van het gebod staat een niet geringe
straf.
Het oorspronkelijke ontwerp-v. d. Bergh
legde een rente-maximum in de wet van 12%.
De voorsteller heeft, mee naar aanleiding van
het Voorloopig Verslag, gevoeld, dat het tot
groote moeilijkheden zou leiden: het jaar
percentage van 12%. Er zijn wel overheids
instellingen, die meer vragen, zonder dat
zulks woeker genoemd kan worden. Er zijn
risico's, er zijn administratiekosten. Nu heeft
de heer v. d. Bergh in zijn gewijzigd ontwerp
van wet de vaststelling der 12% geschrapt en
de bepaling van de maximale rente voor elk
geval, voor groepen van gevallen, overgela
ten aan een algemeenen maatregel van be
stuur.
Wetstechnisch is dit natuurlijk geen be
zwaar.
Maar er is een moeilijkheid. De beide
a.r. sprekers wezen twee kanten daarvan aan.
De eerste, Mr. De Wilde, wenschte, vóór hij
zijn stem aan het ontwerp gaf, te weten
wat in dien algemeen maatregel van be
stuur zal komen te staan, althans de hoofd
zaken daarvan. En dat kan de heer v. d.
Bergh die het. ontwerpen van die maatregel
aan de regeering overlaat, natuurlijk niet
zeggen; de heer v. d. Bergh kan de richt
lijnen niet aangeven. De heer Beumer noem
de 't niet verkeerd, om in een initiatief-ont
werp aan een algemeenen maatregel van
bestuur iets over te laten, maar zeide, 't dan
evenmin aan de regeering te kunnen euvel
duiden, wanneer zij haar contraseign aan
het ontwerp niet zou wenschen te geven,
wanneer zij het maken van een geslaagden
algemeenen bestuursmaatregel tot de on
mogelijkheden zou verklaren.
Welke minister zou dien algemeenen be
stuursmaatregel moeten ontwerpen? In het
wetsontwerp wordt geen minister bepaalde
lijk aangewezen voor de uitvoering van de
wet. Is het de bewindsman voor Justitie, die
voor Bir.nenl. Zaken of die voor Arbeid. De
heeren Beumer en Snoeck Henkemans dron
gen op een antwoord aan: de eerste achtte
het verkeerd: ..dit legislatieve wicht te von
deling te leggen".
De heer Van Poll had in het ontwerp
mee om het de beslissing uitstellende, nopen
tot een algemeenen bestuursmaatregel
gemist elke definitie van wat woeker is.
Wenschte dc heer Van Poll dit nu heusch
gedefineerd te hebben, hij die alle philoso-
plien van de oudheid en den nieuwen tijd
de revue deed passeeren om te doen zien.
dat niemand nog een sluitende definitie gaf?
Mevr. Van Itallie loofde, gelijk gezegd, het
ontwerp onvoorwaardelijk. Ze beschreef
levendig, tot welke duivelsche practijken
de woekeraar komt.
Met Dr. Vos voelde de heer Snoeck Henke
mans meer voor het repressieve Duitsche
stelsel, dat woekercontracten kan vernieti
gen, en in den'vorm van het Ned. Indische
stelsel, woekercontracten door den rechter
kan doen veranderen. Een nadeel hiervan is
Mr. v. d. Bergh zal morgen, wanneer hij
aan het woord komt, wel niet nalaten.
daarop de aandacht te vestigen dat er
ook woekerpractijken zonder schriftelijk
contract woekeren.
En zulke practijken maakt zijn ont
werp onmogelijk.
Dr. Vos betoogde voorts de onmogelijkheid
voor een regeering om vast te stellen voor
alle gevallen, wanneer een bepaalde rente
woeker is of niet. Zulks mee, wijl er in de
rente ook administratiekosten begrepen zijn.
Met Dr. Vos vreesde Mr. De Wilde van het
ontwerp een clandestien optredend woeker-
bedrijf. met de fnuikende nadeelen daarvan
voor de geholpenen.
De heer Snoeck Henkemans brak een lans
voor een geheel ander uitgangspunt
voor een proeve van wetgeving. Niet
de woeker wilde hij bestrijden, maar het
leenen. Gewoonlijk toch Mevr. van Itallie
en Mr. de Wilde noemden frappante staaltjes
komt men in woekeraarshanden, doordat
men zich wenschen wil verwezenlijken boven
de financiëele gezinscapaciteiten. Zulk ge
makkelijk leenen is een eerste stap op een
hellend vlak.
Maar kan men wettelijk daartoe komen0
In ieder geval doet het ontwerpv. d. Bergh
in zijn practijk, een belangrijke stap in de
richting van 's heeren Snoeck Henkeman's
wenschen.
INTIMUS.
ARTIKELEN DER KIESWET STRIJDIG MET
DE GRONDWET?
Het Tweede Kamerlid de heer Van den
Bergh heeft aan den minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw de volgende
vragen gesteld:
Is de minister niet van oordeel, dat de art.
5 en 6 der Kieswet, welke het kiesrecht voor
Provinciale Staten, resp. gemeenteraad, mede
afhankelijk stellen van het bezit .van het
Rijksingezetenschap, in strijd zijn met de
Grondwet?
Is de minister bereid, ten spoedigste wijzi
ging van deze artikelen te bevorderen, ten
einde hen in overeenstemming met de Grond
wet te brengen?
(Reeds in een deel van een vorige
opgenomen.)
EEN VERKEERSCOURANT.
DE PROVINCIALE VERKEERSINSPECTIëN.
Zaterdag 6 Juni a.s. is het „Verkeersdag".
Die dag zal worden gewijd aan de leuze
„Veilig Verkeer".
Ter gelegenheid van dezen Verkeersdag zal
de „Bond van Vrijwillige Verkeersinspectiën
in Nederland" de Verkeerscourant verspreiden
waarvoor verschillende personen, die het
recht hebben, krachtens hun positie, op ver
keersgebied mee te spreken, bijdragen hebben
geleverd.
Honderdduizend exemplaren van deze
courant zullen op 6 Juni in het land worden
verspreid. In de groote plaatsen, als Amster
dam, Rotterdam en Den Haag, zal de ver
spreiding geschieden door de verkeerspolitie,
terwijl voorts in de meeste plaatsen van ons
land de gemeen te* en Rijkspolitie medewer
king voor de verspreiding verleenen.
Het blad is geredigeerd door den heer C.
J. van Wijngaarden van Rees, secretaris van
bovengenoemden Bond.
In een hoofdartikel wordt uiteengezet dat
de oorzaken van alle verkeersongevallen zijn:
onnadenkendheid, onachtzaamheid, onnoozel-
heid. Men kent wel de voorschriften, men
kent de gevaren, men is zich bewust van de
mogelijkheid van het gevaar en toch zondigt
men telkens weer tegen de voorschriften en
slaat waarschuwingen in den wind.
De fout schuilt bij den mcnsch.
De Verkeersdag van 6 Juni richt zich daar
om tot den mensch, tot den weggebruiker,
hij zij wandelaar, fietser, motorrijder, auto
mobilist, bestuurder van welk voertuig ook.
In die allen moet het bewustzijn ontwaken,
dat het plicht is, mede te wei'ken, ieder in
eigen kring, aan de verwezenlijking van de
leuze „Veilig Verkeer".
„Mensch, wie gij zijt, kijk uit!" zoo eindigt
het artikel.
De Minister van Waterstaat heeft de volgen
de regelen voor de Verkeerscourant afge
staan:
„Het verkeersvraagstuk raakt het geheele
landen de geheele bevolking. Wordt dit alge
meen ingezien, dan wordt ook het inzicht
algemeen, dat voor de oplossing van dit vraag
stuk de medewerking van allen geboden is.
Door haar beiangelooze bemoeiing hebben
de vrijwillige verkeersinspectiën deze alge
meene medewerking metterdaad ingeleid; het
is haar groote verdienste".
De voorzitter van den A.N.W.B., Toeristen
bond voor Nederland, de bekende heer Edo
J. Bergsma, schrijft o.m.:
„Als voorzitter van den Bond, die alle
toerisme omvat en dus gebruikers van alle
middelen van Verkeer onder zijn leden telt.
als voorzitter van den Bond, die bovendien
zelf de veiligheid van het verkeer reeds vele
jaren lang met ernst en met der daad be
vorderd heeft, mag ik ook mijn waarschuwend
en manend woord tot alle categorieën van
weggebruikers richten.
Welnu dan, moge ik allen toeroepen:
Weest billijk jegens iederen meegebruiker
van den weg.
Want, als die billijkheid betracht wordt,
als de wielrijder, de automobilist, de wande
laar en de ruiter elkander dus geven, waar
zij in redelijkheid recht op hebben, wanneer
ieder weggebruiker fatsoenlijk handelt en
rechtvaardig in zijn opvattingen is tegenóver
ieder op den weg; wanneer eikeen bedenkt:
„wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe da;
ook een ander niet", dan zal. beter dan door
alle wetten en verordeningen en regels
hoe onmisbaar ook tegenover maniakken,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
OKSELS EN VOETEN
behandele men met Purolpoeder. Dit is het
meest afdoende middel daarvoor. Het kost
45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol,
verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten.
psychopaten en ploerten de veiligheid voor
allen, voor u zelf. uw kinderen en wie u ver
der lief zijn. gediend worden, allen en de ge
heele Maatschappij tot heil".
„Rijd beschaafd!" zoo roept de heer E. L.
C. Schiff. voorzitter van den Kon. Ned. Auto-
mobielclub (K.N.A.C.) den automobilist toe.
Utrecht's burgervader, Dr. J. P. Fockèma
Andreae zegt o.m. in zijn artikel: ..Van ver
keersellenden naar verkeersidyllen":
..Bovenal moeten wij als een onmisbare
voorwaarde voor goede verkeerstoestanöen
beschouwen de aanwezigheid bij allen, die
den openbaren weg gebruiken, van het
noodige verantwoordelijkheidsgevoel, zich
uitend in oplettendheid, voorzichtigheid,
wederzijdsche inschikkelijkheid en stipte na
leving van „de regels van den weg" en de
wenken der politie. Aan menigen volwassen
burger, maar vooral toch aan de jeugd moet
dit juiste begrip worden bijgebracht".
Interessant is het volgend bericht betref
fende Verkeersopvoeüing in Japan:
„Een niet onaardig aanplakbiljet versiert
de straten van Tokio. De vertaling is ongeveer
als volgt:
„Automobiel, Gij zijn schoon. Gij zijt snel
en Gij zijt machtig. Maak echter geen mis
bruik noch van uw schoonheid, noch van uw
snelheid, noch van uw macht.
Denk aan uw zwakkere broeders, den hond
het paard en den voetganger.
De hond is bang voor uw banden, die
hem kunnen vermorzelen. Wees zoo goed en
laat voldoende ruimte over. opdat hij pas-
seeren kan. Het paard heeft een afkeer van
ontploffingen, rook en benzinelucht. Zorg er
voor, dat hij daar niet te veel last van heeft.
De voetganger is het minste bij U in tel.
Heb toch medelijden met hem! Hij zal mis
schien morgen automobilist zijn".
Over doel en werkwijze der Provinciale Ver
keersinspectiën vonden wij in deze Verkeers
courant het volgende vermeld:
„Het doelt- der in Nederland bestaande
Provinciale Vrijwillige Verkcers-lnspectiën is
het bevorderen van de naleving der wette
lijk vastgestelde verkeersvoorschriften en wel
door:
a. aan poli'.ie-beambten of personen met
soortgelijke bevoegdheid gelegenheid
te geven om mede te rijden in motor
rijtuigen, welke vrijwillig en geheel
kosteloos door haar leden daarvoor ter
beschikking worden gesteld:
b. het verspreiden van drukwerken en
platen, welke de aandacht vestigen op
het belang, dat de weggebruikers heb
ben bij het inachtnemen van de regels
van den weg;
c. de aandacht van de betrokken auto
riteiten te vestigen op verkeers-belem-
mering en zoo noodig voorstellen te
doen, welke tot verbetering of wegne
ming daarvan kunnen leiden:
d; aanwending van al zulke wettige mid
delen, waardoor een veilig verkeer wordt
gediend".
GIJZEN
Men schrijft ons:
Aan de Jan Gijzenvaart, tusschen den
Rijksstraatweg en Santpoort, staat een aan
de Gemeente Haarlem behoorend gebouw,
dat als Jeugdherberg zal worden ingericht.
Het Stichtingsbestuur gaf het gebouw den
naam van „Jan Gijzen". Er was wel een poë
tischer naam te bedenken geweest, doch uit
practische overwegingen heeft men dezen ge
kozen. Immers, wanneer een hier ter plaatse
onbekende „trekker" de Jeugdherberg zoekt
en dezen naam noemt, zal iedere Haarlem
mer hem kunnen inlichten, waarheen hij
zijn schreden richten moet.
Al zou een voor het doel gesticht gebouw
een andere gedaante en inrichting hebben
gekregen men denke aan de over dit on
derwerp in dit blad verschenen artikelen
ook van Jan Gijzen is met passen en meten
wel wat te maken.
Wij laten hieronder een korte beschrijving
volgen van de toekomstige inrichting.
Van den langs de vaart loopenden weg
komt men over een ruim voorplein, dat den
tljdelijken bewoners 's avonds na den tocht
een prettig zitje geeft, links aan een ruime
afsluitbare rijwielbergplaats in het midden
voor den hoofdingang. Op het voorplein staat
een pomp, die de watervoorziening van het
gebouw voedt. Links van den ingang ligt de
woning van de Herbergouders met magazijn
voor reserve-goederen en een bureautje, waar
zij, die om onderdak komen, zich aanmelden.
Aan den achterkant liggen 2 slaapzalen, elk
voor 30 jongens. In de zalen komen stalen
bedden, twee hoog boven elkaar. Aan de
Noordzijde ligt tegen de slaapzalen het
waschlokaal met de toiletten. Waschbakken
en douches worden in het waschlokaal aan
gebracht. Aan de overzijde van de gang, recht
voor den ingang, ligt de slaapzaal voor 30
meisjes, met aangebouwd waschlokaal en toi
letten, gelijk aan die voor de jongens. Hier
naast vindt men aan den Zuidkant het dag
verblijf. Het biedt door meubileering met
tafels, banken en stoelen plaats voor 60 per
sonen, die uit de hiernaast liggende keuken
STEUNT!
bi] gelijken pnjs en kwaliteit
de Nederlandsche Industrie
Hiermede dient gjj uw land en
BESTRIJDT gij de werkloosheid.
hun maal ontvangen of het in de daar weer
naast liggende z.g. trekkerskeuken zelf be
reiden. Een gedeelte van de gang. waar geen
verkeer langs komt. wordt als zithoek met
tafels en banken aangekleed.
Het Stichtingsbestuur hoopt en verwacht
vóór den vacantietijd alles gereed te hebben,
om den stroom van vacantlegangcrs te kun
nen ontvangen. Velen gaven reeds moreelen
en geldeUjken steun, voor het inrichtings
plan. dat ongeveer 6000 zal eischen. Maar
er is nog ca. 3000 noodig. Of er te Haarlem
een Jeugdherberg noodig is. wie zal het nog
betwijfelen, die omstreeks dc Pinksterdagen
de stroomen van trekkers door onze stad
heeft zien gaan? Velen vroegen onderdak in
de Jeugdherberg, maar steeds moest het ant
woord luiden: ..De Jeugdherberg is nog niet
open". Of zij dezen zomer geopend zal wor
den hangt van onze stadgenooten af. Wie
daartoe iets wil bijdragen, kan zijn gave stor
ten op gironummer 41096 van den Penning
meester. Arch. J. C. Slagtcr. of op de reke
ning van de Stichting ..De Kennemer Jeugd
herberg", Twentschc Bank. Haarlem.
RADIO-PROGRAMMA
DONDERDAG 4 JUNI 1931.
HILVERSUM 298 M.
Uitsl. AVRO-Uitzending.
800 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding.
10.30 Gramofoonpl. 11.00 Concert. M. Dyx-
hoorn (zang), Fr. Hillen (plano). C. dc Wilde
•.cello1. l.Cö Concert AVRO kwartet o.l.v. D.
Groene veld. 2.00 Lezing door mevr. Korlaar
van Dam. 3.00 Naaicursus. 4.00 Gramofoonpl.
4.30 Ziekenuurtje. 5.30 Concert Omroeporkest
o. 1. v. N. Treep. 6.30 Prof. Dr. A. de Sopper
spreekt over ..Irrationalisme". 7.00 Vervolg
concert. 7.30 Sportpraatje door H. Hollander.
8.00 Max Tak: ..De verfilming van het- Con
certgebouw-orkest te Parijs". 8.15 Aansluiting
Concertgebouw te Amsterdam. In de pauze:
Radio-tooneel. 10.15 Vaz Dlas. 10.30 Dans
muziek door Kovacs Lajos en zijn orkest. Re
freinzang: Bob Scholte. 11.10 Gramofoonpl.
HUIZEN. 1875 M.
8.00—9.15 KRO 10.00—11.00 NCRV.
11.00—2.00 KRO. Daarna NCRV.
8.00 Gramofoonpl. 10.00 Zang dameskoor.
NCRV. 10.30 Ziekendienst. 11.00 Gramofoon-
platen. 11.30 Godsd. halfuurtje Pastoor Per-
quin. 12.00 Politieber. 12.15 Concert. KRO-
Trio. 1.45 Gramofoonpl. 2.15 Handwerkcursus
3.45 Vrouwenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje.
5.00 Cursus Handenarbeid voor de Jeugd
door H J. Steinvoort. 5.45 Orgelconcert door
A. Schellevis. 6.45 Knlpcursusu. 7.00 Vragen-
halfuurtje. 7.30 Politieber. 1.45 Gramofoon-
platen. 8.00 Dr. W. v. d. Eist: ..Het werk der
klokkegieters Hemony" 8.30 Concert. Dub
belman nenkwartet ..Kunst naar Kracht" o. 1.
van L. W. Vischer en het Chr. Radio-orkest
o. 1. v, G. tSam. 10.05 Vaz Dias. 10.45 Gramo-
foon platen.
DAVENTRY 1554,4 M.
10.35 Morgenwijding. 12.20 Orgelconcert R.
Foort. 1.20 Concert door het- Bernard Russell
Harp kwintet, 2.25 Schooluitzending. 3.20
Kerkdienst. 4.05 Concert P. McDonald (viool)
M. Murray (piano). 4.35 Licht orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje. 7.00 Bach-pianoconcert
door J. Ching. 8.05 Orkestconcert m. m. v.
Sheridan Russel (cello). 9.55 Concert door E.
Gerhardt (mezzo-sopraan) en Hilda Dede-
rich (piano). 10.50 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25
Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. G.20 Gramo
foonpl. 8.20 Radio-tooneel. 9.50 Orkestcon
cert.
KALUNDBORG, 1153 M.
12.20 Orkestconcert. 3.20 Orkestconcert m.
m. van solisten. 8.0 2Uitz. van „Preciosa"
van C. M. v. Weber. 9.50 Saxofoon-soll door
Henry Casse. 10.35 Luitconcert door Hans
Neemann. 11.05 Dansmuziek.
LANGENBERG, 473 M.
7,20 Gramofoonpl. 11.50 Gramofoonpl. 1.20
Orkestconcert, 4.50 orkestconcert. 8.20 Gra
mofoonpl. 9.05 Symphonle-orkestconccrt.
Hierna tot 12.20 Avondconcert.
BRUSSEL, 508,5 M. en 338,2 M.
508 Meter: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo
foonpl. 8.20 Orkestconcert.
338 Meter. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo
foonpl. 8.20 Solistenconccrt. 9.20 Concert
door E. Decker (zang). 9.35 Orkestconcert.
ZEESEN, 1635 M.
c.a. 7.00 Gramofoonpl. 10.30 Lezingen. 12.20
Gramofoonpl. 1.15 Berichten. 2.20 Gramo
foonpl. 3.20 Lezingen. 4.50 Concert. 5.50 Le
zingen. 8.20 Militair orkestconcert. 10.20 Be
richten. 10.50 Vervolg Militair concert. Daa:-
na populair orkestconcert.
EEN DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLINC
Met een flinken smak kwamen beiden op den grond
terecht. Het eerste wat ze deden was het vizier oplichten,
om te zien waar de tegenstander was. Daar zagen zij
elkaar in het gelaat. Lachend, want het was immers maar
spel.
De ridder stelde nu den verkeersagent voor eens met
hem den strijd aan te binden en Keesje had daar wel
ooren naar.
..En als wij hebben gestreden, dan waag ik het met het
matroosje."
En dat vond de matroos, die schik in het geval kreee,
heel aardig.