DE SCHOONSTE TAAL
Haar! em's
Donderdag HET WOORD IS AAN:
4 Juni 1931
v
VIER MANTELCOSTUUMS
Tweed is ook dit voorjaar weer de groote
mode. De stof is wel veel luchtiger dan die
wij van den winter gedragen hebben, maar
toch altijd nog warm genoeg om ons te be
schermen tegen de soms nog koele avondlucht
Onze teekening laat U vier costuums zien,
waarvan de grondgedachte hetzelfde is. De
pakjes zijn heel eenvoudig en behoeven niet
uitvoerig te worden beschreven. De enkele
wijzigingen in de versiering en vooral de
andere stof, geeft evenwel iets aparts aan
ieder costuum
De nieuwste Zomermodellen.
Onder de nieuwste zomerjurken vinden we
een zeer groote verscheidenheid van détails,
in het bijzonder wat kraagjes en mouwen
betreft. Dit zijn wel de meest karakteristieke
kenmerken van de nieuwe mode. Immers de
rokken zijn bijna allemaal vrijwel gelijk: met
plooien, enkel of in groepen, verder klokmo-
dellen, in gezette godets, enz. De drie model
len van het plaatje zijn speciaal gekozen om
dus de verschillende opvattingen omtrent
halzen en mouwen eenigermate te illustree-
ren. Zoo heeft men bijvoorbeeld No. 1 van
links: Een jurk zonder mouwen van groene,
zijde crêpe marocain, zooals we er heel veel
zien. Er zit een klein liggend kraagje op.
Doch de mode van onzen dag vond dat niet
voldoende en dus werd er een in zachte
plooien vallende jabot aangezet, waardoor 't
lijfje min of meer den indruk van een blouse
maakt. Naturlijk heeft deze jurk een cein
tuurtje met een gesp van voren. Is er wel
haast een zomerjurk denkbaar zonder cein
tuurtje op het oogenblik? Voor dit model
heeft men 2.80 stof van 1 M, breed noodig. In
het midden een leuk ensemble van crêpe de
chine, marine-blauw met heel lichtblauw af
gewerkt. Natuurlijk is de geschulpte rand,
waarmede het marine-blauwe bolero-jasje is
afgezet, van lichtblauw, evenals de man
chetten. Bovendien is het jasje niet licht
blauw gevoerd, terwijl ook het lijfje van
lichtblauwe stof is met een marineblauwe
strik aan den hals. De plooien van voren zijn
van boven vastgestikt. Rechts hebben we
tenslotte een jurk van het zeer populair wor
dende shantung met stippen, b.v. rose met
bruine stippen. De korte mouwtjes hebben
van onderen drie aardige smalle volannetjes.
Aan den hals een dasje van dezelfde st-of als
de volannetjes. of eigenlijk een miniatuur
jabotje. Aan 3.10 M. stof van 1 M. breed
heeft men voldoende. Zijn ze niet aardig?
JONCENSPAKJES.
de Kinderen.
Ook de a.s. heeren hebben nu en dan
behoefte aan een nieuw pak. We toonen U
er een tweetal, z.g.n. „Kruip- en speelpakjes".
van beige keizerlinnen. De broekjes zijn wijd
en kort, evenals de mouwen. Een gekleurd
kraagje fleurt het geheel op. Deze pakjes
zijn goedkoop en gemakkelijk zelf te maken
en kunnen vlug thuis gewasschen worden.
,DE HOED OF VOGUE"
We laten u hier een toque model zien met
langs den voorrand een korte voile. Als ver
dere versiering valt over de linkerzijde een
kleine pleureuse.
PATRONEN.
Knippatronen van de genummerde afbeel
dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75, Riouivstraat
157, Den Haag. S.v.p. maten op te geven.
HET TAFELLAKEN.
Veel werk wordt er op het
oogenblik gemaakt van de ta
fellakens. In mooie kleuren
van zijden en linnen damast
geven ze de tafel een gezellig
aanzien. Ook de geborduurde
lakens vinden veel aftrek,
vooral daar de vrouwen den
laatsten tijd meer en meer
gaan handwerken. Men maakt
er bijpassende servetten bij. die
vanzelfsprekend ook gebor
duurd worden. Onze afbeeld'ng
laat u een tafellaken met vin
gerdoekjes zien. de laatste in
de hoeken geborduurd en het
eerste geheel. Zoo'n ensemble
maakt een bijzonder sierlijken
en gezelligen indruk.
„Het „meisje'' wordt met zes-jaar en vier-
jaar uit wandelen gestuurd.
En zegt moeder geef dan meteen
even „De Klop op de Deur" bij mevrouw Jan
sen af.
Later, tijdens de jcandeling, zegt vier-jaar,
die een poosje zwijgend heeft gedribbeld,
tegen het meisje: Zeg, wie mag dan straks
bij tante die bons op de deur geven?
Wanneer houdt een kind op „kind" te zijn?
't Is moeilijk te zeggen. Er zijn menschen,
die hun leven lang iets kinderlijks houden,
wat heel iets anders is dan het kinderachtig
gedoe van hen, die zich erg jong en naïef
voor willen doen. Het echte kinderlijke is
altijd sympathiek het trekt ons aan in men
schen, het is ontroerend lief in kinderen. En
daarom is het zoo jammer, dat er zoo weinig
kinderen kind blijven, dat ze soms op hun
tiende, twaalfde jaar al miniatuur mannetjes
en vrouwtjes zijn. Althans pogingen doen
om er op te lijken.
De hartewensch van de meeste kinderen
is: volwassen zijn, meetellen. Ze probeeren
hun ouders de kunst van het groote-
mensch zijn af te kijken, ze nemen wat ma
niertjes, wat zinswendingen, wat stopwoord
jes over. Ze gaan zich aanstellen. En zoodra
ze daar mee beginnen stellen ze ons teleur,
irriteeren ze ons. Niets erger dan zoo'n tien
jarig wurm met allures van een dertig-jarige.
We kunnen die zucht naar imiteeren niet
genoeg tegen gaan. Hoe zal de thans tienja
rige leeren als mensch zich zelf te zijn als
hij als kind al onnatuurlijk was, niets dan
een imitatie?
Meestal gaat die zucht tot imiteeren ook
wel van zelf over als de kinderen groot-er
worden, werkelijk het volwassen zijn nade
ren. Wat niet wil zeggendat ze er dan veel
sympathieker op worden!
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar de
meeste kinderen maken eer ze volwassen zijn
een periode door, die hen voor hun omgeving
verre van aangenaam doet zijn.
Daar is dan eerst de zucht naar imitatie,
daarna het verwerpen van alle navolging.
Niet alleen in uiterlijk, kleeding, enzoovoort,
maar ook op geestelijk gebied.
Daar is hatuurlijk veel voor te zeggen, hun
persoonlijkheid ontwaakt, ze willen iemand
zijn, ze voelen dat ze iets beteekenen. Maar
ze overdrijven schromelijk.
Voor volwassenen hebben ze niets dan
minachting, ze lachen, verachtelijk om de
Ideeën van anderen, niemand heeft zoo'n
zuiver oordeel, niemand kent het leven zoo
goed als zij zelf. Ze zijn verschrikkelijk een-
zildig, geen partijmensch kan zoo fanatiek
zijn. Zij hebben maar liefst de oplossing van
het wereldraadsel gevonden en ieder die ook
maar even anders denkt dan zij, is minstens
zwakhoofdig. Dikwijls gaan ze in een club
of vereeniging waar ze hevig debatteeren en
al scheldend de gansche maatschappij af
breken. De meer teruggetrokkenen schrijven
opstandige verzen, die „domme, burgerlijke
tijdschxüft- redacteuren" weigeren op te ne
men.
Zoo'n groot kind kan heel veel van zijn
ouders houden, maar feitelijk vindt hij toch,
dat ze niet meetellen. Ze zijn zooveel dom
mer dan hij. En ze hebben zoo weinig be
reikt. Hij zal zooveel meer bereiken.
Nee, een erg prettigen tijd beleven de
meeste ouders niet als hun kinderen groot
beginnen te worden. En het is heusch niet
te verwonderen, dat een moeder graag de
jaren tegen zou houden om haar kind steeds
de argelooze, om zorg vragende baby te laten
blijven. Maar.de vlegeljaren, of hoe men
ze anders noemen wil, gaan voorbii. Het kind
dat alles zoo precies en zeker weet gaat het
leven in. mét zi.in zelfgenoegzaamheid, zijn
schoolwijsheid. Hij zal met veel menschen
om moeien gaan. hij zal moeten werken,
moeten samenwerken. En langzamerhand zal
hij ook andere menschen leeren waardeeren.
zal zijn blik ruimer worden, langzamerhand
zal hij een mensch worden. Hij wou dat al
zijn op zijn tiende jaar, maar je wordt het
maar niet als je wilt. je moet er voor groeien,
rijpen, ondervinden.
Êer hij zoo ver is, beleeft het kind een
moeilijken tijd. En de ouders hebben het ze
ker niet minder moeilijk. Maar ze moeten
niet vergeten, dat het een overgangsperiode
is. Het is niet zoo makkelijk een mensch te
worden, niet makkelijk je zelf te zijn en toch
anderen te begrijpen, andere meeningen te
waardeeren.
En als het kind eenmaal mensch is, dan
krijgt hij meestal ook weer wat van zijn kin
derlijkheid terug. Tot vreugde van iedereen
en het meest van zijn moeder!
BEP OTTEN.
Er ligt een circulaire bij ons op tafel, en als
we die doorkijken, vinden we er het wonder-
schcone woord „garagist" in. Als u het soms
nog niet wist; het betcekent. dat hebben wij
tenminste uit den inhoud van de circulaire
opgemaakt: garagehouder. Vermoedelijk mort
het op z'n Fransch worden uitgesproken, dat
klinkt beter dan garagist op z'n Hollandsch.
die beide g's maken het woord in onze eigen
taal niet bepaald welluidend. Maar of dat
Franscne tintje er nu aan zit, of niet, het
blijft een hinderlijke indringer, dit nieuwe
woord, dat geen Hollandsch is, omdat de
uitspraak 't niet wil, dat er zoogenaamd toch
voor wil doorgaan, en dat eigenlijk niet kan
meedoen. Kort en goed: een aanstellerig
woord.
Nu noem ik u dit eene woord alleen, maar
zoo zijn er tegenwoordig tientallc-n woorden,
die zoomaar uit de lucht gegrepen zijn, die
niet eens de verdienste hebben, dat zij origi
neel zijn, die enkel maar een bestaansrecht
opeischen. omdat zij weer eens wat anders
dan gewoonlijk zijn.
Begrijp me goed: verrijking van een taal
vind ik een prachtig ding en wanneer woor
den ontstaan als bijvoorbec'd fiets, dat zuiver
Hollandsch is. 'hoewel rijk en gemeente het
nog maar steeds niet erkennen willen, met
hun stug volgehouden ..Rijwielpaden", enzoo-
voorts), dan wint de taal daar zeker bij.
Maar van zulke woorden als garagist, dat
in het Nederlandsch om zijn uitspraak alleen
al niet past. gaat veeleer een verarming uit:
nieuw ls het woord niet, het is een verkor
ting van het woord garagehouder, wat ook
wel lang niet zuiver is. maar waarvan de
tweede helft dan toch goed is, en dat vooral
geen pretentie heeft.
Dergelijke woorden, die wij zoo vaak tegen
komen. zullen welcens tot doel hebben, om
de aandacht te trekken, en in zoovrere heb
ben zij misschien ook wel eenlgen zin. Zooals
u ziet, ben ik er ook al op afgekomen en
vermoedelijk zal de firma die de circulaire
rondstuurde, wel bij zichzelf zeggen: daar
is het ons ook alleen maar om te doen.
Dat is begrijpelijk, men schrijft meestal geen
reclame-brieven om er een juweeltje van
stijl en taal mee de wereld in te sturen, en
oo kde ontvanger trekt er zich weinig van
aan, wanneer de brief niet een fijn stukje
literatuur is. Het is voldoende, meent men.
wanneer de bedoeling er maar duidelijk in
uitkomt, en wanneer het maar zoo is opge
steld. dat de geadresseerde er op in wenscht
te gaan.
Ziehier nu echter het groote gevaar van
zulke cxrcuiaires; de vaak meer dan slordige
en onverschillige sti.il en taal gaan bij velen
door voor de Nederlandsche taal en de
Nederlandsche stijl, zoodat zij meenen, dat
het zoo inderdaad hoort. De stijl der zaken-
ZEEMLEEREN LAPPEN
Een goede zeemleeren lap moet zacht aan
voelen. elastisch en soepel zijn. Er mogen
geen dunne plekken in voorkomen. Als men
er dus een koopt, houde men de lap tegen
het licht. Dan ziet men van zelf of er dunne
plekken inzitten, (vooral in het midden mag
dat niet. cmdat de lap daar bij het werk het
meest lijdt) terwij! men tegelijk ontdekken
kan of er ook scheuren dichtgenaaid zijn.
Hot is voorts gewenscht. dat de lap een
handige vierkante vorm heeft. De dikste
zeemleeren lap houdt men voor het zeemen
van houtwerk. De dunne gladde lappen voor
het ramenlappen.
brieven, de taal der circulaires z'j moeten
soms ware verschrikkingen zijn voor de ware
taalkenners en liefhebbers. Charlvarlus' stijl
van tante Betje, die u allemaal wel kent
..en hebt u haar zeker vaak genoeg gelezen",
i-: helaas niet alleen de stijl die ouwe tante
Betje eigen ls, het ouwe nicnschje. dat niet
zoo vlot meer is met de pen, dat weinig
onderwijs heeft gehad, en dat nu ook
niet zoo goed meer mee kan als in haar
jonge jaren: maar handelsbrieven van joxige
menschen. die beter weten konden, of wier
chefs, welke de brieven overlezen, voor zij
ze teekenen. het toch wel degelijk anders
geleerd zullen hebben, die brieven wemelen
vaak van dergelijke hopelooze stijlfouten,
en sommigen zijn er zelfs zoo sterk in om
die dwaze zinswending te maken, welke bijna
niemand zeggen zal. alleen maar schrijven.
dat het soms schijnt of het erom gedaan
wordt. Maar deze manier om met oozet zelf
bedachte woorden te gebruiken, die ik uit
de circulaires noemde, kon bij die stijl
fouten tech n'.ct van invloed zijn opvallend
behoeven die handelsbrieven niet te zün.
alleen maar zoo kort en zoo zakelijk moge
lijk.
Er schijnt echter een andere reden voor
te bestaan. Iemand beweerde onlange ten
minste, dat hij wel wist. dat die stijl niet
deugde, maar bet was nu eenmaal de ge
woonte op deze manier en hij was bang. dat
liet hem voor een fout aangerekend zou
worden, als hij er in z'ix eentje verandering
in ging brengen!
Nu vx-aag ik u. vrouwen die dit leest zou
er iets conservatievers, lets behoudendere
bestaan dan deze man en als dit werkelijk
zoo de algemeenc opvatting ls. gaat dan het
heele sterke geslacht niet mank aan een
conservatisme, dat ongeloofelijk Ls?
Op den duur werken deze grove stijl- en
taalfouten echter ook fnuikend op ieder
gevoel voor onze taal. wat er nog mocht
van zijn overgebleven- geen brief komt uit
de handen, of de stijl van tante Betje en de
aanstellerige gefantaseerde woorden zijn er
met doorspekt, en het kan wel niet anders
of zulke menschen kunnen van goede lite
ratuur onmogelijk meer genieten: deden
zij dit wel. dan zou hun eigen stijl en taal
hen zoo geweldig hinderen, dat zij er dade
lijk, verbeteringen in zouden gaan aan
brengen. Maar die heele fatale handels
brievenstijl en de taal der circulaires doodt
alle zuivere gevoel voor het goede Neder
landsch in den juisten vorm, en wanneer deze
menschen boeken lezen, gaat het er.k°l en
alleen om den inhoud van het verhaal, nooit
om de schoonheid van het geschreven woord:
dat gevoel is allang verstikt
E. E. J.—P.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
EEN MOLENSPEL EN TOLSPEL
Dezen keer voor de grootere meisjes een
paar gezelschapsspelletjes, die zij zelf kun
nen maken. Wij zullen beginnen xxiet het
molenspel, dat heel gemakkelijk en ook heel
gauw in orde wordt gemaakt.
Wij snijden van stevig dik karton een vier
kant van 26 bij 26 c.M. Hierbij behooren 9
witte en 9 zwarte schijven. Voor deze schij
ven gebruikexi wij vormknoopen. Volgens af
beelding a wordt het molenspel op het kar
ton geteekend.
Twee spelers ne
men ieder 9 schijven.
Om beurten wordt
een schijf uitgezet
op één der sxxijpun
ten en men moet
dan trachten een
molen te vormen, 3
schijven naast of onder elkaar. Crelukt dit
dan mag deze speler een schijf van den
ander wegnemen, mits deze niet behoort tot
een rij van drie, welke een molen vormen.
De schijven worden steeds langs de lijnen
geschoven van snijpunt tot snijpunt. Men
probeert dus steeds een molen of dubbelen
molen te vormen. De dubbele ïxiolen wordt
door 5 schijven gevormd, zóó, dat door ver
schuiving van één schijf steeds de andere
molen verkx'egen wox-dt. Hiei'door verliest de
tegenstander telkens één schijf. Heeft een
speler nog maar 3 schijven over, dan kan hij
gaan waar hij wil. Hij moet probeeren molens
te verkrijgen, waardoor dc tegenstander tel
kens één schijf verliest. Wie het eerst 2
schijven heeft, heeft het spelletje verloren.
Voor het tweede
spel, het tolspel ge
bruikt men een
platte, ronde doos.
In het midden plakt
men een rixig van
vloeipapier en langs
den kant worden 10
gaten geboord, die
men nummert van 1
tot 10. Het tolletje
bestaat uit een
vormknoop, waar
een stukje pitriet in-
gelijmd wordt. Bin
nen den ring legt men 3 knikkers, men laat
het tolletje binnen den ring draaien, de knik
kers worden er uit geslingerd en komen in
de gaatjes terecht. De behaalde punten
worden opgeteld en wie het eerst 10Ó heelt
heeft het spelletje gewonnen <afb. b.i
Beide modelletjes zijn in de Tijdingzaal
van ons blad zien.
W. R.
Onnatuurlijke Deftigheid.
Vele menschen en meer speciaal de
vrouwen hebben de naïeve opvatting, dat
er zooiets bestaat als „deftige manieren".
Waaruit ze die opvatting putten is niet recht
duideluk; misschien halen ze die kinderlijke
wijsheid uit hun lievelingsboeken, waarin
hun helden een socpcle-manier-van-zich-
deitig-bewegen aan den dag leggen!
Maar hoe het ook zij, die opvatting van
„deftige manieren", die wc aan kunnen lee-
x'en, is geheel onjuist.
In alle klassen worden menschen gevon
den met een fijne beschaving des harten, die
naar buiten uitstraalt en hen steeds instinct
matig de juiste gedragslijn op het juiste
oogenblik doet volgen. Hun optreden onder-
scheldt zich dadelijk gunstig van dat van
anderen. Ze zijn altijd rustig en behoeven
niet angstig xxaar woorden of gebaren te
zoeken. Wanneer ze de ingeving van hun
hart en hun intuïtie volgen, begaan ze geen
fouten tegen de goede orde of tegen d:
etiquette.
Wie slaan de meeste blunders? Zij, die nie'
natuurlijk durven zijn: die terwille van dc
hartstochtelijk nagestreefde „deftigheid'
zich vergrijpen aan de onvergeefelijkste grof
heden en domheden. En dat bereikt men met
„deftig willen zijn!''
't Is zoo hopeloos belachelijk, die kramp
achtige pogingen om zich een a'r van
distinctie te geven en waarmee gewoon
lijk juist een tegenovergesteld resultaat be
reikt wordt!
We kannen ze overal uithalen, die men
schen welke meenen dat ze 't aan zichzelf
verplicht zijn. deftig te doen. Hun stem is
juist iets te beschaafd om natuurlijk te klin
ken. en hun gebaren zijn niet onbevangen
genoeg om ons illusies te wekken van aristo
cratie! 1
Eén tikje tè deftig en ge zijt niet deftig
meer!
En nu onze Schoolmeisjes
Natuurlijk, als straks de warme dagen ko
men en het heusch echt voorjaar wordt, moe
ten onze brave .„groote" dochters, zoo van 10
tot 12 jaar, ook weer eens in het nieuw ge
stoken worden. Daartoe hebben we het oog
laten vallen op een paar aardige, simpele
jurken, zooals die door onze Fransche zussen
voor haar kinderen ontworpen werden. Onze
vriendinnen in Parijs hebben nu eenmaal de
smaak en den naam voor het aardig kleeden
van de kleine meisjes. Eerste vereischte ls na
tuurlijk: eenvoud. Wat niet behoeft te ver
hinderen, dat de jurkjes snoezig zijn en onze
jeugdige spruiten op haar aardigst doen uit
komen. Links op het plaatje staat dan eerst
weergegeven een doodgewoon schooljurk je,
grijs-blauw zoodat het niet zoo gauw smoe
zelig wordt met een vroolijk rood strop
dasje van voren. Deze jongedame heeft inge
zette raglanmouwen en een koket bolero'tje.
De stiksels op de mouwtjes herhalen als het
ware de lijn van de ingezette raglanmouwen
en het bolero'tje van voren. Nummer twee (in
het midden» is warempel ontworpen met de
zorg en men zou haast zeggen dc geraffi
neerdheid van een groote-mexxschen-jurk. De
drie bolero'tjes (volannetjes zoo r.icn wil»
zijn van voren naar beneden loopend vastge
stikt en op zij en van achteren los. Bijzonder
aardig is ook nummer drie, dat zoo'n aardig
cachot krijgt door het bovenstuk en die rand
van onderen van een donkerder kleur stof.
Het ontwerp was oospronkelijk zóó, dat de
jurk rose was en het bovenstuk en de rand
van onderen van koraal-kleurige crèpella.
Ook de drie rechte stiksels van voren over de
heele lengte en de kleine gestikte pijltjes
links en rechts waren dan van helrood. Ver
der dan weer rose knoopjes, op eiken schou
der één, op de borst en op den rug één, en
van onderen op elke uitspringende lip van
den donkeren rand één. Natuurlijk zijn ook
andere kleurcombinaties heel goed te maken,
bijvoorbeeld heel lichtgroen (of wit) met
donkerder groen, lichtblauw met donkerder
blauw en zoo meer. Door de ki oopjes. met
een loos knoopsgat, wordt het effect verkre
gen. alsof die donkere stukken op het jurkje
vastgeknoopt zijn. Een aardig ideetje, wat?.