ZOMERREIZEN
Passage- en Reisbureau
„HAARLEM"
STATEN-GENERAAL.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAC 6 JUNI 1931
TWEEDE KAMER
5 Juni.
De wel op de bemiddeling in
zake het muziekautcursrecht
heeft groote kans te worden aan
genomen. Vragen van den
heer Wijnkoop over de werking
van de Tarwewet. De minister
van Binn. Zaken antwoordt.
Er behoeft niet meer aan getwijfeld te
worden: de wet van minister Donner, die de
bemiddeling inzake het muziekauteursrecht
regelen wil. zal door de Kamer worden aan
genomen. Alle fracties zijn thans aan het
woord geweest er is gerepliceerd ook
de minister heeft dus ook reeds gespro
ken. Dinsdag is er eindstemming. Uit de me-
dedeclingen van de sprekers van vandaag
bleek, dat behalve de groepen gisteren aan
het woord, ook de gchcele r.-k. en de geheele
s.-d. fractie voor het ontwerp zich zullen ver
klaren. Deze beide groepen alleen beleekenen
al een meerderheid. Maar bij hen zullen zich
aansluiten de a.-r. fractie en de c.-h. fractie,
behalve mej. Katz.
Vandaag hoorde de Kamer de heeren Teu-
lings. Knottenbelt, v. d. Bergh en Wijnkoop,
welke laatste kans zag weer eens door den
president tot de orde te worden geroepen,
•wijl hij de Tweede Kamer een kletscollege
geliefde te noemen en dat mag natuurlijk
niet.
Er was vandaag wonderbaarlijke eenstem
migheid. In eerste instantie. Behalve bij den
heer Wijnkoop. Volgens hem is ons muziek
leven, om een woord „en vogue" te gebrui
ken: „knudde". Hoe meer buitenlandsche in
vloed, hoe beter! liefst Russische.
Wonderbaarlijke eenstemmigheid over de
goede bedoelingen van den bewindsman.
Toch zullen Mr. Knottenbelt en de zijnen
wel tegen het ontwerp zijn. Men weet: de
minister wil één bemiddelingsbureau. Een be
middelingsbureau onder voorwaarden en on
der scherpe controle. Hoe hij zijne voorwaar
den stellen zal, welk bureau door den mi
nister zal worden uitgekozen, dat laat het
ontwerp geheel aan de uitvoering door den
minister over. Daartegen heeft Mr. Knot
tenbelt prineipieele bezwaren. Dat is het uit
handen geven van een bevoegdheid aan de
regeering zonder dat duidelijk is, op welke
wijze de regeering van haar bevoegdheid zal
gebruik maken. Aan één bureau zal de be
middeling hier te lande worden opgedragen.
Zou dit niet de Sacem kunnen zijn? vroeg
Mr. Knottenbelt. Natuurlijk weet hij wel, dat
de huidige minister de Sacem (waaraan ook
de heer Knottenbelt 't Nederlandsche mono
polie niet wil schenken) niet verkiezen zal,
maar wie zegt hem, dat het ministerieele le
ven van Mr. Donner niet spoedig afknapt?
En zou een opvolger er geen andere gedach
ten op na kunnen houden?
De heer Teulings achtte aanneming van het
ontwerp in het algemeen belang noodzake
lijk. Met den heer Knottenbelt, met Mr.
Bergh, met den minister, betoogde hij. dat
wanneer niet een (dan nieuwe, want onder
controle werkende) Buma in het leven zal
worden geroe.pcn door de wet, de Sacem de
Buma gemakkelijk zal overvleugelen, met
dit gevolg, dat, wanneer men aan de Buma
geen monopolie-positie wil toekennen, men
het door den drang der efiten aan de Sacem
zal gaan toekennen.
De ovengenoemde heeren gevoelden heel
veel voor vrijheid van bedrijf, vrijheid voor
den burger om zelf zijn bemiddelings
orgaan te kiezen. Maar wanneer door het
vasthouden aan die vrijheid het resultaat
alleen zal zijn, dat ieder bemiddeling-
zoekende geen vrijheid zal hebben en aan
gewezen zal zijn op de Sacem, dan verzeker
den die heeren toch maar liever het bestaan
aan een vaderlandsch, gecontroleerd bureau.
Omdat ook een buiten!andsch bemidde
lingsbureau grooten invloed zou kunnen uit
oefenen op het muziekleven hier te lande,
dat door de Sacem geheel onder Franschen
invloed zou kunnen komen te staan. Van
zulk een pogen zeide in de repliek nog
eens juffrouw Katz, de overtuigde pleitster
voor de Sacem: zij bleef haast eenling
van zulk een pogen bleek toch nog niets.
Alleen reeds de mogelijkheid moet onder liet
•oog gezien worden, antwoordde minis ter
Donner.
Maar ook al was niets te vreezen, dan
nog is het beter -een Nederlandse!) bureau
voor bemiddeling, dat onder controle ge
houden kan worden, dan een Fransch bureau,
dat zich aan alle controle onttrekt.
Er werd govreesdvoor Sacem-in vloed, door
de zoggenschap die dit bureau over de re
pertoires zou kunnen krijgen. Zij zou kunnen
dringen tot bepaalde samenstelling. Immers,
de daarbij aangeslotenen geven alle rechten
uit handen.
Hieruit, uit 's ministers woorden werd ook
wel duidelijk, dat een monopolie voor een
niet-nationaal bureau, niet behoeft gevreesd
te worden. En vrees koesterde de heer Knot
tenbelt immers.
Algemeen werd er de aandacht op gevestigd
vanmiddag, dat de toestand, die het wetsont
werp hier te lande in het leven roepen wil,
overal elders in Europa bestaat: elk land
heeft zijn eigen bemiddelingsbureau, dat in
contact werkt met de bureaux uit andere
landen, in contact en samenwerking, weder
zijds uitwisselend de belangen der lelgen
componisten in de andere landen. De heer
v. d. Bergh geloofde, dat het op het ge
bied der bemiddeling niet anders dan tot
internationaal overleg komen kan. Dan eerst
zal de toestand volkomen zijn: een inter*
nationaal orgaan, waarin de onderscheidene
landelijke organisaties hun knooppunt vin
den.
Ook de heer v. d. Bergh en met hem
de minister vreesde voor eenzijdige be
invloeding van ons Nederlandsch muziek
leven.
De replieken leverden niets op.
Een amendom-ent-v.d. Bergh werd door den
bewindsman heel gemakkelijk overgenomen,
een amendement, hetwelk ook belangheb
benden (dus zoowel rechthebbenden als
auteursrechtbetalenden) in de organen van
toezicht willen opgenomen zien.
Dinsdag wordt de eindstemming gehou
den.
Het ontwerp zal worden aangenomen.
Vrijdag is de dag, waarop Kamerleden
mondelinge vragen mogen stellen aan de re
geering. óm kwart voor vier..
Heel korte vragen.
Daarop antwoordt de regeering. Ook kort.
En discussie is niet toegelaten!
De heer Wijnkoop heeft vragen gedaan
over de werking van de Tarwewet. waar
van allerlei geruchten de ronde doen. Brood-
prijsverhooging, onverwachte baten voor
importeurs en maalderijen.
's Ministers antwoord heeft belang. Dit
zette minister Ruys uiteen:
Het ligt in de bedoeling aan de Commissie
van Advies een regeling ter beoordeeling voor
te leggen, volgens welke het mogelijk zal
zijn, aan bloemverwerkende industrieën en
bedrijven, die op onvermengde bloem zijn
aangewezen, die bloem te verstrekken.
Daar de genoemde Commissie haar oordeel
omtrent die regeling nog zal moeten vor
men, om daarna haar advies uit te bren
gen, kan thans ten aanzien van die regeling
nog geen verdere mededeeling worden ge
daan.
Wel kan worden gezegd, dat geen maat>
regel zal worden goedgekeurd, welke, tot ge
volg zou hebben, dat aan eenige groep van
bij de Tarwewet betrokkenen, de importeurs
daaronder uiteraard begrepen, een extra
vergoeding zou toevallen, welke niet zou pas
sen in het kader van de uitvoering van de
Tarwewet, zooals de Regeering zich dit, voor
gelicht mede door groepen van belangheb
benden, heeft gedacht.
Van een duurder worden van die bloem
in die mate, dat meelfabriekanten uit bui
tenlandsche tarwe een voordeel verwachten
is mij niets bekend.
Wel zal als gevolg van den hoogeren prijs,
welke voor de inheemsche tarwe zal moeten
worden betaald, de aan de bakkers voor de
broodbereiding bestemde bloem, gemalen uit
buitenlandsche tarwe vermengd met een be
paald percentage inheemsche tarwe, in prijs
stijgen zoodat het niet geheel uitgesloten
schijnt dat ook de broodprijs eenige verhoo
ging zal ondergaan. Hoe groot die verhoo
ging in dat geval zou zijn, kan niet met zeker
heid worden gezegd; doch verondersteld
wordt, dat zij in ieder geval gering zal zijn.
Ik meen voorts te mogen verwijzen naar
hetgeen door mij is geantwoord in de Eerste
Kamer n.l. dat, indien mocht blijken, dat de
geringe verhooging van den meelprijs door
de bakkerijen moet worden verhaald, daaruit
dan mag worden afgeleid, dat de consumen
ten tot dusver toch mede zouden hebben ge
profiteerd van den abnormaal lagen tarwe*
prijs.
Ook de kleine akkerbouwers zullen een
eventueele verhooging van den broodprijs
moeten dragen, doch zij zullen, voor zoover
zij tarwe-verbouwers zijn, genieten van den
steun,welken de Tarwewet beoogt. Dat het de
kleine akkerbouwers zouden zijn, die tenge
volge van de invo.ering van de Tarwewet
enkel worden geschaad en niet gebaat, kan ik
niet inzien. Integendeel, ik ben overtuigd,
dat de steun aan de inheemsche tarweteelt
den landbouw in zijn geheel ten goede zal
komen.
Tot een opschorting of intrekken van de
invoering van de Tarwewet kan de Regeering
niet overgaan. Zij beschouwt toch deze wes
als een maatregel voor het verleenen van
een steun, die zeer noodzakelijk moet worden
geacht.
Tot zoover de minister.
Dit alles geeft mooi materiaal voor de be
handeling der interpellatie-Oud, ook over de
Tarwewet, welke reeds op de agenda staat.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl,, pa, «Bol.
Wendt U voor Uwe
tot het
Lorentzplein 26 - Haarlem - Telef. 13050
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezor rubriek stelt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt do kopij don inzender niet te
ruggegeven.
CENTRALE SCHOLEN VOOR
HET 7de LEERJAAR?
Geachte Redactie,
Op 21 October vroegen B. en W. advies
aan de ondërwijzersorganisaties en de Com
missie van Toezicht over het bij hen rij peneig
plan van centralisatie der 7e en 8e leerjaren.
Unaniem luidden de adviezen afwijzend,
wat de 7e klassen betreft.
Op 17 Maart 1930 kwam het College op de
zaak terug naar aanleiding van het advies
van den Inspecteur B. en W. wenschten te
weten, of de meening van dezen hoofdambte
naar ook nieuw licht op cle kwestie wierp,
zoodat de adviezen moesten worden herzien.
De Schoolcommissie, de Bond, het N.O.G. en
de ambtelijke vereeniging van schoolhoofden
antwoordden ontkennend. Alleen de Vereeni
ging van hoofden van scholen was zóó onder
den indruk, dat ze rechtsomkeert maakte en
zich op het standpunt van den Inspecteur
plaatste.
De rechtvaardiging van die frontverande
ring heeft Zaterdag 30 Mei 1931 plaats gevon
den in besloten kring.
Aan niet genoodigde belangstellenden Is
via de pers een communiqué verstrekt. Vrien
delijke medewerking van de redactie van dit
blad maakt het ons mogelijk, bij dat com
muniqué in het openbaar eenige critisclie
kantteekeningen te maken.
Om te beginnen vinden we het geen geluk
kige gedachte, lettende op de Leidsche erva
ringen, een beschouwing te geven over onze
geheel verschillende, historisch gegroeide
I-Iaarlemsche onderwijsorganisatie. Wat voor
Leiden misschien een goede oplossing mocht
heeten, zou voor Haarlem, dat al een twintig
tal jaren zijn volledige 7-klassige scholen
kent, een stap achterwaarts beteekenen.
De spreker, de heer Bloemink, is begonnen,
zijn ideeën aan te bevelen op zuinigheids
overwegingen. Nu maken die op ons altijd
weinig indruk. Maar in het gegeven geval
zijn de economische voordeelen ook nog illu
soir.
Mr. Bruch betoogde reeds in 1923 in den
Raad, dat het maximum aantal leerlingen
voor een 7de leerjaar niet hooger dan 25
mocht wezen. Het doet nu toch een beetje
komisch aan, in een deskundig milieu in vol
len ernst te hooren verkondigen, dat men bij
het opvoeren van dit getal tot „even 30"
enkele leerkrachten kan uitsparen. Waarbij
men er ook niet aandenkt, dat er nieuwe
scholen moeten worden gebouwd, terwijl er
op iedere 7-klassige school een lokaal leeg
komt te staan. Immers, de lokalen kan men
niet centraliseeren.
bezwaren niet met een centrale school zijn
geholpen. Anders staat de zaak voor leerlin
gen, die de 7de klasse doubleeren, dus voor
een gecombineerde 7de en 8ste klasse.
Daarom luiden de adviezen dan ook gunstig
voor centrale 8ste leerjaren. Men ziet, het
klopt als een bus.
„De Centrale school schept de mogelijk
heid, bij het onderwijs rekening te houden
met aard, behoefte en bestemming der leer
lingen door differentiatie", beweert het com
muniqué.
Men kan soort bij soort zetten; ambachts
schooljongens geïsoleerd van de a.s. Ulo
leerlingen (die er in de centrale scholen niet
zullen zijn!) en candidaten voor land-
tuinbouwwerkzaamheden, alles onder het
mom van algemeen vormend onderwijs.
„Men kan de sexen scheiden! Men kan aan
de meisjes verschillende dingen bijbrengen,
die van belang zijn voor de aanstaande
vrouw enmoeder!" Zoo staat het er. Krij
gen we dus voor onze 13-jarige meisjes on
derricht in zuigelingenzorg? Zou men nu
juist paedagoog moeten zijn, om dergelijke
„argumenten" met een ernstig gezicht te
verkondigen of aan te hooren? Neen, heeren
van de hoofdenvereeniging, wij wenschen
coëducatie, zeker op dezen leeftijd. Wij willen
den beschavenden invloed van de meisjes op
de jongens niet missen. De prettigste geest,
dat weet gij toch ook wel, heerscht in ge
mengde klassen. Vraag het anders gerust aan
onze Ulo-collega's, die af en toe noodge
dwongen wel eens een jongensklasse moeten
vormen.
Wij hebben in verband met de voorgestane
ongebreidelde differentiatie nog een vraag
tot de hoofdenvereeniging te richten. Gij
hebt onlangs in een rapport aan Uw hoofd
bestuur de meening verkondigd, dat de re
sultaten van het onderwijs in de gewone vak
ken als lezen en taal niet bevredigend zijn.
Gij weet dit aan allerlei dingen als tand-
artsendienst, bioscoop, schoolarts en. radio.
Maar hoé rijmt zich deze zienswijze met het
veel en velerlei, dat gij nu overhoop gehaald
wilt zien en nog wel in de eindklasse, waar
het toch ook eenigen tijd zal duren (de In
specteur spreekt van twee maanden), vóór er
eenheid in de klasse is bereikt.
Ten slotte is er nog een bewering geuit, die
eiken positieven grond mist: „Op de school
voor U.L.O. komen thans heel wat jongelui,
die niet de bedoeling hebben, dat onderwijs
tot het einde te volgen. Zij willen alleen nog
maar één of twee jaren onderwijs".
Waarop steunt die meening? Dat vele leer
lingen het Ulo na één of twee jaar verlaten,
is juist. Het geneesmiddel tegen dit euvel
heeft onze afdeeling in haar reorganisatie
voorstel voor het Ulo aangewezen. Maar deze
leerlingen komen met de bedoeling, de Ulo
school af te loopen. I-Iet is in den regel des
illusie, die ze doet verdwijnen. Dat is de opi
nie van de ter zake kundige Ulo-leerkrachten.
En onze wethouder vergist zich dan ook, als
hij verwacht, dat de centrale 7de en 8ste leer
jaren den toeloop naar het Ulo zullen stuiten
en een 3de Ulo overbodig zullen maken. In
tegendeel! Het eerste jaar van de centralisa
tie brengt een vloed van Ulo-leerlingen. Allen
die nu na 7 leerjaren L.S. het Ulo kiezen, ko
men dan na 6. En wat dat beteekent, leeren
de volgende cijfers:
Van de 222 leerlingen, die nu de eerste
klasse Ulo bevolken, komen er 36 van de op
leidingsscholen, 71 hebben zes jaren L.S. en
112 zeven jaren L.S. achter den rug. De laat
ste groep, verreweg de grootste, komt na de
centralisatie, een jaar eerder op de Ulo.
Bovendien zullen deze jongere kinderen later
bij tegenslag eerder een jaar voor het Ulo be
houden blijven. Deze speculatie komt dus wis
en zeker faliekant uit.
In alle opzichten is voor Haarlem centrali
satie der 7de leerjaren te verwerpen.
De Christelijke scholen hebben 7de klassen.
De Katholieke eveneens.
Bij de Haarlemsche schoolvereeniging heeft
men ze ingevoerd.
De Doopsgezinde scholen tellen 7 leerjaren.
Ook voor het openbaar onderwijs moeten
ze behouden blijven!
DE GEMEENTE EN DE
N.V. SCHALKWIJK.
SCHALKWIJK NIET ONTVANKELIJK
VERKLAARD.
De N.V. Schalkwijk meende indertijd een
vordering van f 225.000.- te kunnen doen
gelden op de gemeente Haarlem (en vóór de
annexatie op de gemeente Schoten), welk
bedrag door de N.V. Schalkwijk in de Ge
meentekas was gestort bij de overdracht van
voor straat bestemde gronden, waarop later
de Floresstraat en andere straten zijn aan-
HET BESTUUR DER AFD.
VAN DEN BOND VAN
„HAARLEM"
NED. OND.
Over bezuiniging gesproken! De heer Bloe
mink becijferde, dat de Haarlemsche 7de
klassen gemiddeld 22 leerlingen telden. Wel
nu, dit feit is het sterkste argument voor
een 7de leerjaar aan iedere school.
Er zijn evenwel andere aangevoerd. Men
heeft gewezen op het nadeel van gecombi
neerde 6de en 7de klassen. Aangezien dit ver
schijnsel zich in onze stad (Spaarndam uit
gezonderd) niet voordoet en zich bij 7-jarigen
leerplicht nooit voor zal doen. kan dit argu
ment gevoeglijk op non-activiteit worden
gesteld. Zelfs Spaarndam zou door afstands-
UIT DE STAATSCOURANT.
HOOGER ONDERWIJS.
Aan prof. dr. H. Visscher is op zijn verzoek
met ingang van 1 October eervol ontslag
verleend als hoogleeraar aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht met dankbetuiging voor
de belangrijke, in die betrekking bewezen,
diensten.
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Met ingang van 1 September is benoemd
tot 1-eeraar aan de R. IL B. S. te Hoorn en
te Enkhuizen J. van Dijk, thans tijdelijk
leeraar aan die scholen.
Benoemd is aan de R. H. B. S. te Winters
wijk tot leerares mej. M. M. Prinsen en mej.
C. M. Meeuwis, beiden thans tijdelijk als
zoodanig werkzaam en wederom tot tijdelijk
legrar-es mej. M. Wolfson en mej. C. K. J.
Vergeer.
..COMMISSIE VOOR DE STATISTIEK...
Benoemd is tot lid van de Centrale Com
missie voor de Statistiek ir. M. C. E. Bon-
gaerts, lid der Tweede Kamer.
RECHTERLIJKE MACHT.
Met ingang van 1 September is aan Th.
Kling, directeur van het huis van bewaring
te Rotterdam op zijn verzoek eervol ontslag
verleend.
AUDIëNTIE.
De eerstkomende audiëntie door den mi
nister van Defensie wordt gehouden op 9
Juni.
STAATSBLADEN.
Donderdtag is afgekondigd het „Staats
blad":
No. 203. Wet van 21 Mei tot het verleenen
van tijdelijke vrijstelling van grondbelas
ting voor de drooggemaakte Zuiderzeegron-
den.
De Haarlemsche Rechtbank heeft de N.V.
Schalkwijk indertijd niet ontvankelijk ver
klaard voor de genoemde vordering.
Thans heeft het gerechtshof te Amsterdam
in hooger beroep vonnis gewezen en het ge
noemde vonnis der Rechtbank bevestigd.
Voor de gemeente Haarlem trad in deze
zaak op Mr. T. A. M. A. van Löben Seis en
voor de N.V. Schalkwijk, Mr. Kremers te
Delft.
BELANGEN VAN JONGE MEISJES.
Men schrijft ons:
De afdeeling Haarlem der Ned. Vereen, ter
behartiging van de belangen der Jonge
Meisjes (Union) hield dezer dagen haar jaar
lij ksche ledenvergadering, waarin het jaar
verslag over 1930 werd uitgebracht. Welk be
langrijk werk gedaan wordt, bleek uit de
cijfers, die voor de verschillende werk-
afdeelingen zijn opgegeven. Het zij voorop
gesteld dat bijna al het werk der 17 leid
sters pro deo wordt gedaan en dat onkosten
van zaalhuur enz. van dit jeugdwerk
tot nu toe bestreden worden uit de
contributie der meisjes en financieele hulp
van belangstellenden. Dat bij den normalen
groei van dit werk subsidie eigenlijk onont
beerlijk is. ligt voor de hand. Het aantal
meisjes, dat bereikt wordt in de verschillende
clubs bedraagt 300; de uitvoering in de Gem.
Concertzaal enkele weken geleden getuigd
van de vorderingen op zang- en gymnastiek-
gebied. in volksdansen, enz. In het Clubhuis,
Damstraat 19, is het meeste werk geconcen
treerd.
Een goedkoope vacantiereis langs den Rijn
van 10 dagen slaagde uitstekend.
Het Emmahuis, in de Emmastraat ,waar
goed en goedkoop logies voor tijdelijk of
doorloopend te krijgen is telde 2672 logeer-
nachten van 538 gasten (in 1929 was dat 2385,
in 1928 2060). Ook hier voorzien particulieren
in de financieele tekorten. Gratis inwoning
werd dit jaar geboden aan de jeugdleidster
voor Duitsche meisjes, die in Zandvoort één,
en in Haarlem 4 clubs leidde. Ook voor
Fransche en Fransch-Zwïtsersche juffrou
wen worden samenkomsten belegd. De Fa
brieksschool werd eind Dec. gewijzigd en omge
zet in 2 cursussen, uitgaande van de Prot.
Christ. Nijverheidsschool.
Op verzoek der Kinderpolitie, werd door de
Vereeniging een minderjarig meisje het
voogdijschap aanvaard.
Voor den Politierechter.
HET LAM.
Zoo nu en dan verschijnt voor de rechters*,
tafel als getuige een mishandeld jongetje.
Voor die gelegenheid heeft hij dan zijn Zon-
dagsch pakje aan mogen trekken; voorts
is hij zorgvuldig gewasschen, heeft hij ge
poetste schoenen en zijn moeder heeft ge
constateerd, dat de naadjes in zijn kousen
rechtzitten, de veters niet langs zijn schoe
nen slingeren en zijn dasje ongekreukt is.
Hij mag dan ook een nieuwe pet met zich
voeren, een artikel, dat tegenwoordig bij
de jongetjes overigens niet meer in de gunst
is. Zoo ziet het jongetje er dan in zijn smet
teloosheid uit als een onschuldig jong lam,
dat niet nalaat een snaar van sympathie in
het rechterlijk gemoed te doen trillen.
Het jongetje mag nog geen eed afleggen,
omdat hij niet zou begrijpen wat dit be
teekent, in welk opzicht hij gelijk staat met
de meeste getuigen, die het wel mogen doen,
doch niet dan met de grootste moeite in drie
tempo's liet formulier nazeggen en hoe dan
nog.
Zoo stond daar dan ook heden weer zoo'n
onschuldig' lam en vertelde, dat een juffrouw
hem had geslagen en geschopt en er ver
scheen een buurvrouw, die het had gezien en
het schandalig vond. Het schijnt dat het
jongetje in een wellicht minder correcte uit
rusting met steentjes had gegooid en alles
wat het jongetje gedaan had, was even klein
tjes en onbeduidend en wat de juffrouw ge
daan had, groot en gewichtig. Zij was niet
verschenen en zoo als gebruikelijk, werd haar
doopceel gelicht, waarbij als verzwarende
omstandigheid gold, wat in andere omstan
digheden haar tot eer gestrekt zou hebben
en wel, dat zij een einddiploma H. B. S.
had; elke medaille heeft haar keerzijde, zoo
als men ziet.
Het bleek, dat zij gepoogd had door het
aanbieden van verontschuldigingen te voor*
komen, dat haar gedrag bij den politierechter
ter sprake zou worden gebracht, maar zij had
zich misrekend en haar hoo-gere wiskunde zal
er misschien aan te pas moeten komen om te
berekenen of zij van haar zakgeld de f 40
boete zal kunnen betalen. Het lam drukte
de nieuwe pet vast op de blonde haren en
toog met vader Zaandam waarts; het was
er bij uitzondering eens een, die geen geld
voor tijdsverzuim vroeg, een liefhebberij, zeer
in trek bij getuigen, ook al zijn ze werk
loos.
DE SOP EN DE KOOL.
Wellicht speelde het den goeden man té
Worm-erveer nog door het hoofd, dat de kool
zoo goedkoop is geweest, dat men er slooten
mee dempte, anders is het niet te verklaren
waarom hij den groenteboer aframmelde,
nadat deze zijn vrouw een rood kooltje had
verkocht voor veertig cent, een prijs, volgens
groenteboerenberekening niet te hoog, maar
het mag als bekend verondersteld worden,
dat die heeren er een eigen calculatie op na
houden. Maar de goede man, die op genoem
de wijze te kennen gaf een oordeel over kool-
prijzen te hebben, afwijkend van dat des
handelaars, had moeten bedenken, dat hij,
nu kool zou eten van buitensporigen prijs,
want nu kwam er nog vijftien gulden bij
en zoo'n dure sop is de kool niet waard.
't Is altijd jammer, wanneer de beklaagde
niet verschijnt, want dan wordt de kool ook
nog eens van de andere zijde belicht; nu
was het niet erg duidelijk of de groenteboer
tegen den grond was geslagen of dat hij _was
gevallen en evenmin of de bewusteloosheid
van den koolman al dan niet bestaan had
en zoo ja, of de slagen van den verontwaar
digden kooleter daar aan onmiddellijk schuld
hadden. Nu leek het, dat de koolman ook bij
den rechter wat kool stond te verkoopen, wat
m zijn lijn ligt, maar nog meer gevaar kan
opleveren dan in zijn gewone bedrijf, omdat
je zoo'n kool van 40 cent niet onder eede
verkoopt en je bij den rechter onder eede
heelemaa-1 geen kool mag verkoopen.
JONGEN IN DEN AMSTEL VERDRONKEN.
Vrijdagmiddag te ongeveer 5 uur waren
eenige jongens in den Amstel even voorbij
het Kalfje te Amsterdam aan het zwemmen.
Een van hen, een ongeveer 15-jarige scho
lier riep „help! help!" doch daar juist een
motorjacht passeerde en men hem tegen de
opvarenden daarvan zag spreken en hij daar
na wederom gewoon aan het zwemmen was,
schonk men hieraan verder geen aandacht.
Plotseling zag men hem echter onder water
gaan en niet meer boven komen. Toevalliger
wijze passeerde een transportauto der politie
de agenten begonnen onmiddellijk te dreg
gen, doch tot nu toe zonder resultaat.
MALVERSATIES TE WIERDEN.
GEMEENTE OPGELICHT DOOR EEN
RAADSLID.
De Tel. maakt melding van malversaties,
welke gepleegd zouden zijn door een gemeen
teraadslid .te Wierden bij Almelo. Aan dit
raadslid was in 1922 opgedragen om voor de
gemeente meubelen voor het nieuwe raad
huis te koopen in Duitschland. Het kreeg
daarvoor een voorschot. Het raadslid kocht
de meubelen te Berlijn doch instede van ze
rechtstreeks aan de gemeente te leveren ver
kocht hij ze aan de gemeente door middel
van een strooman, aldus art. 24 der gemeen
tewet tevens ontduikende. De helft van de
winst zou voor den strooman zijn, doch werd
niet uitgekeerd.
De advocaat der gemeente heeft geadvi
seerd een civiele procedure tegen het raads
lid in te stellen.
Hoewel het na het bekend worden der af
faire afgetreden was, is het thans wederom
candidaat gesteld door een groep kiezers.
HET GEFFTIROE IN HET BOSCH
TE HEERLEN.
DE JONGEN WILDE HET MEISJE DOODEN.
Bij het onderzoek der politie te Schaesberg
naar het drama, dat zich nabij het Kasteel
van Schaesberg bij Heerlen heeft afgespeeld
is, naar de Tel. nog meldt, aan het licht ge
komen, dat de 20-jarige jongen het meisje,
met wie hij in het geheim omgang had heeft
willen dooden door haar den hals af te snij
den. Een ruzie tusschen beiden schijnt de
aanleiding tot deze afschuwelijke daad van
den jongeman geweest te zijn. Hij heeft zijn
plan niet kunnen uitvoeren, daar voorbij
gangers hem hebben gestoord. Dezen vonden
het meisje en hebben, haar verwondingen
ziende, onmiddellijk de ouders gewaarschuwd
Toen dezen ter plaatse aankwamen had de
jongen zich ook zelf een snede in den hals
toegebracht.
PASTORALE.
Hoe treffend schildert Beethoven in éeii
zijner symphonieën het landleven: j-e hoort
de beekjes kabbelen, d-e boomen ruischen en
de bevolking vermaakt zich met zang en,
dans; 't is alles vrede en blijdschap.
Had Beethoven in dezen tijd in de B-eem-
ster gewoond, een streek uitmuntend door
landelijkheid, dan zou hij er niet de inspi
ratie voor zijn pastorale hebben opgedaan,
want alles ademde daar haat en nijd. „Al
jaren lang, .mijnheer", zei de rijksveldwach
ter en de twee 'buren, die ach ter e-envolg ens
als beklaagden terecht stonden, beaamden dit
volmondig.
„Slechte verstandhouding, maar zonder
moorden", zeide eerste beklaagde, die daar
om gemeend had het met steenen te moeten
uitdrukken; „een slechte verstandhouding,
maar met een heele lboel scheldwoord-en"
zei d-e tweede beklaagde, die trouwens ook
steenen en wel dezelfde, als argument had
gebezigd, daarbij niet onduidelijk zijn be
doeling te kennen gevende door togen de
buurvrouw te zeggen: „ik gooi je hardstikke
dood", hetgeen een zekere overtreffende trap
van levenloosheid uit moet drukken. Enfin,
tot die overtreffende trap was 't niet ge
komen, niet eens tot eenvoudig dood, zonder
meer, want de klinkersteen, naai' buurvx'ouw
geslingerd, nadat zij onder meer een be
schouwing had geleverd over ibuunnan's
echtelijke trouw, had alleen een ruit ver
brijzeld en buurvrouw een dikke hand bezorgd
zoo ze zei; ze wou nog laten zien, dat de
hand dikker was dan gewoon, maar omdat
de hand niet dik meer was, borg ze die maar
gauw weer weg. Haar echtgenoot had thuis
gekomen en de steenen vindend, deze uit zijn
woning -gelegd, maar op zoo nonchalante
wijze, dat ze bij buurman door een ruit
waren gegaan, zoodat hij het opzet tot ver
nielen ontkende. Zijn vrouw, die hem in het
ontkennen ter zij-de stond, verklaarde geen
scheldwoorden te hebben geuit en wel, omdat
ze zoo vol was, dat ze geen woord kon uit
brengen, maar misschien bedoelde ze wel,
dat ze vol scheldwoorden zat en dan kunnen
er bij ongeluk wel een paar uit haar mond
zijn gevallen, zooals de steenen bij ongeluk
door de ruit vielen. De rechter maande haar
aan in den vervolge te -doen zooals ze be
weerde dat ze gedaan had, sprak den on<
vrijwilligen ruitenbreker vrij en gaf den
vrijwilligen f 1 boeten: als men rekent dat
hij als getuige nog een paar gulden voor
tijd-verzuim kreeg, is hij er dus ook niet
slechter op geworden. De finale van deze
symphonie was een algemeene vermaning
om rust en vrede te bewaren. Am-en! zeiden
de aanwezigen.
CARRé ALS NIEUWE SCHOUWBURG VOOR
AMSTERDAM?
De Tel. maakt melding van plannen om te
gen Mei van het volgende jaar het theater
Carré te Amsterdam te verbouwen tot een
modernen schouwburg. Een aanbod van
„Scala" te Berlijn om het gebouw over te
nemen, teneinde er een specialiteitentheater
van te maken, is afgewezen, omdat daarin
geen toekomst gezien werd.