ZOMERREIZEN Passage- en Reisbureau „HAARLEM" STATEN-GENERAAL. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAC 6 JUNI 1931 TWEEDE KAMER 5 Juni. De wel op de bemiddeling in zake het muziekautcursrecht heeft groote kans te worden aan genomen. Vragen van den heer Wijnkoop over de werking van de Tarwewet. De minister van Binn. Zaken antwoordt. Er behoeft niet meer aan getwijfeld te worden: de wet van minister Donner, die de bemiddeling inzake het muziekauteursrecht regelen wil. zal door de Kamer worden aan genomen. Alle fracties zijn thans aan het woord geweest er is gerepliceerd ook de minister heeft dus ook reeds gespro ken. Dinsdag is er eindstemming. Uit de me- dedeclingen van de sprekers van vandaag bleek, dat behalve de groepen gisteren aan het woord, ook de gchcele r.-k. en de geheele s.-d. fractie voor het ontwerp zich zullen ver klaren. Deze beide groepen alleen beleekenen al een meerderheid. Maar bij hen zullen zich aansluiten de a.-r. fractie en de c.-h. fractie, behalve mej. Katz. Vandaag hoorde de Kamer de heeren Teu- lings. Knottenbelt, v. d. Bergh en Wijnkoop, welke laatste kans zag weer eens door den president tot de orde te worden geroepen, •wijl hij de Tweede Kamer een kletscollege geliefde te noemen en dat mag natuurlijk niet. Er was vandaag wonderbaarlijke eenstem migheid. In eerste instantie. Behalve bij den heer Wijnkoop. Volgens hem is ons muziek leven, om een woord „en vogue" te gebrui ken: „knudde". Hoe meer buitenlandsche in vloed, hoe beter! liefst Russische. Wonderbaarlijke eenstemmigheid over de goede bedoelingen van den bewindsman. Toch zullen Mr. Knottenbelt en de zijnen wel tegen het ontwerp zijn. Men weet: de minister wil één bemiddelingsbureau. Een be middelingsbureau onder voorwaarden en on der scherpe controle. Hoe hij zijne voorwaar den stellen zal, welk bureau door den mi nister zal worden uitgekozen, dat laat het ontwerp geheel aan de uitvoering door den minister over. Daartegen heeft Mr. Knot tenbelt prineipieele bezwaren. Dat is het uit handen geven van een bevoegdheid aan de regeering zonder dat duidelijk is, op welke wijze de regeering van haar bevoegdheid zal gebruik maken. Aan één bureau zal de be middeling hier te lande worden opgedragen. Zou dit niet de Sacem kunnen zijn? vroeg Mr. Knottenbelt. Natuurlijk weet hij wel, dat de huidige minister de Sacem (waaraan ook de heer Knottenbelt 't Nederlandsche mono polie niet wil schenken) niet verkiezen zal, maar wie zegt hem, dat het ministerieele le ven van Mr. Donner niet spoedig afknapt? En zou een opvolger er geen andere gedach ten op na kunnen houden? De heer Teulings achtte aanneming van het ontwerp in het algemeen belang noodzake lijk. Met den heer Knottenbelt, met Mr. Bergh, met den minister, betoogde hij. dat wanneer niet een (dan nieuwe, want onder controle werkende) Buma in het leven zal worden geroe.pcn door de wet, de Sacem de Buma gemakkelijk zal overvleugelen, met dit gevolg, dat, wanneer men aan de Buma geen monopolie-positie wil toekennen, men het door den drang der efiten aan de Sacem zal gaan toekennen. De ovengenoemde heeren gevoelden heel veel voor vrijheid van bedrijf, vrijheid voor den burger om zelf zijn bemiddelings orgaan te kiezen. Maar wanneer door het vasthouden aan die vrijheid het resultaat alleen zal zijn, dat ieder bemiddeling- zoekende geen vrijheid zal hebben en aan gewezen zal zijn op de Sacem, dan verzeker den die heeren toch maar liever het bestaan aan een vaderlandsch, gecontroleerd bureau. Omdat ook een buiten!andsch bemidde lingsbureau grooten invloed zou kunnen uit oefenen op het muziekleven hier te lande, dat door de Sacem geheel onder Franschen invloed zou kunnen komen te staan. Van zulk een pogen zeide in de repliek nog eens juffrouw Katz, de overtuigde pleitster voor de Sacem: zij bleef haast eenling van zulk een pogen bleek toch nog niets. Alleen reeds de mogelijkheid moet onder liet •oog gezien worden, antwoordde minis ter Donner. Maar ook al was niets te vreezen, dan nog is het beter -een Nederlandse!) bureau voor bemiddeling, dat onder controle ge houden kan worden, dan een Fransch bureau, dat zich aan alle controle onttrekt. Er werd govreesdvoor Sacem-in vloed, door de zoggenschap die dit bureau over de re pertoires zou kunnen krijgen. Zij zou kunnen dringen tot bepaalde samenstelling. Immers, de daarbij aangeslotenen geven alle rechten uit handen. Hieruit, uit 's ministers woorden werd ook wel duidelijk, dat een monopolie voor een niet-nationaal bureau, niet behoeft gevreesd te worden. En vrees koesterde de heer Knot tenbelt immers. Algemeen werd er de aandacht op gevestigd vanmiddag, dat de toestand, die het wetsont werp hier te lande in het leven roepen wil, overal elders in Europa bestaat: elk land heeft zijn eigen bemiddelingsbureau, dat in contact werkt met de bureaux uit andere landen, in contact en samenwerking, weder zijds uitwisselend de belangen der lelgen componisten in de andere landen. De heer v. d. Bergh geloofde, dat het op het ge bied der bemiddeling niet anders dan tot internationaal overleg komen kan. Dan eerst zal de toestand volkomen zijn: een inter* nationaal orgaan, waarin de onderscheidene landelijke organisaties hun knooppunt vin den. Ook de heer v. d. Bergh en met hem de minister vreesde voor eenzijdige be invloeding van ons Nederlandsch muziek leven. De replieken leverden niets op. Een amendom-ent-v.d. Bergh werd door den bewindsman heel gemakkelijk overgenomen, een amendement, hetwelk ook belangheb benden (dus zoowel rechthebbenden als auteursrechtbetalenden) in de organen van toezicht willen opgenomen zien. Dinsdag wordt de eindstemming gehou den. Het ontwerp zal worden aangenomen. Vrijdag is de dag, waarop Kamerleden mondelinge vragen mogen stellen aan de re geering. óm kwart voor vier.. Heel korte vragen. Daarop antwoordt de regeering. Ook kort. En discussie is niet toegelaten! De heer Wijnkoop heeft vragen gedaan over de werking van de Tarwewet. waar van allerlei geruchten de ronde doen. Brood- prijsverhooging, onverwachte baten voor importeurs en maalderijen. 's Ministers antwoord heeft belang. Dit zette minister Ruys uiteen: Het ligt in de bedoeling aan de Commissie van Advies een regeling ter beoordeeling voor te leggen, volgens welke het mogelijk zal zijn, aan bloemverwerkende industrieën en bedrijven, die op onvermengde bloem zijn aangewezen, die bloem te verstrekken. Daar de genoemde Commissie haar oordeel omtrent die regeling nog zal moeten vor men, om daarna haar advies uit te bren gen, kan thans ten aanzien van die regeling nog geen verdere mededeeling worden ge daan. Wel kan worden gezegd, dat geen maat> regel zal worden goedgekeurd, welke, tot ge volg zou hebben, dat aan eenige groep van bij de Tarwewet betrokkenen, de importeurs daaronder uiteraard begrepen, een extra vergoeding zou toevallen, welke niet zou pas sen in het kader van de uitvoering van de Tarwewet, zooals de Regeering zich dit, voor gelicht mede door groepen van belangheb benden, heeft gedacht. Van een duurder worden van die bloem in die mate, dat meelfabriekanten uit bui tenlandsche tarwe een voordeel verwachten is mij niets bekend. Wel zal als gevolg van den hoogeren prijs, welke voor de inheemsche tarwe zal moeten worden betaald, de aan de bakkers voor de broodbereiding bestemde bloem, gemalen uit buitenlandsche tarwe vermengd met een be paald percentage inheemsche tarwe, in prijs stijgen zoodat het niet geheel uitgesloten schijnt dat ook de broodprijs eenige verhoo ging zal ondergaan. Hoe groot die verhoo ging in dat geval zou zijn, kan niet met zeker heid worden gezegd; doch verondersteld wordt, dat zij in ieder geval gering zal zijn. Ik meen voorts te mogen verwijzen naar hetgeen door mij is geantwoord in de Eerste Kamer n.l. dat, indien mocht blijken, dat de geringe verhooging van den meelprijs door de bakkerijen moet worden verhaald, daaruit dan mag worden afgeleid, dat de consumen ten tot dusver toch mede zouden hebben ge profiteerd van den abnormaal lagen tarwe* prijs. Ook de kleine akkerbouwers zullen een eventueele verhooging van den broodprijs moeten dragen, doch zij zullen, voor zoover zij tarwe-verbouwers zijn, genieten van den steun,welken de Tarwewet beoogt. Dat het de kleine akkerbouwers zouden zijn, die tenge volge van de invo.ering van de Tarwewet enkel worden geschaad en niet gebaat, kan ik niet inzien. Integendeel, ik ben overtuigd, dat de steun aan de inheemsche tarweteelt den landbouw in zijn geheel ten goede zal komen. Tot een opschorting of intrekken van de invoering van de Tarwewet kan de Regeering niet overgaan. Zij beschouwt toch deze wes als een maatregel voor het verleenen van een steun, die zeer noodzakelijk moet worden geacht. Tot zoover de minister. Dit alles geeft mooi materiaal voor de be handeling der interpellatie-Oud, ook over de Tarwewet, welke reeds op de agenda staat. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl,, pa, «Bol. Wendt U voor Uwe tot het Lorentzplein 26 - Haarlem - Telef. 13050 INGEZONDEN Voor den inhoud dezor rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt do kopij don inzender niet te ruggegeven. CENTRALE SCHOLEN VOOR HET 7de LEERJAAR? Geachte Redactie, Op 21 October vroegen B. en W. advies aan de ondërwijzersorganisaties en de Com missie van Toezicht over het bij hen rij peneig plan van centralisatie der 7e en 8e leerjaren. Unaniem luidden de adviezen afwijzend, wat de 7e klassen betreft. Op 17 Maart 1930 kwam het College op de zaak terug naar aanleiding van het advies van den Inspecteur B. en W. wenschten te weten, of de meening van dezen hoofdambte naar ook nieuw licht op cle kwestie wierp, zoodat de adviezen moesten worden herzien. De Schoolcommissie, de Bond, het N.O.G. en de ambtelijke vereeniging van schoolhoofden antwoordden ontkennend. Alleen de Vereeni ging van hoofden van scholen was zóó onder den indruk, dat ze rechtsomkeert maakte en zich op het standpunt van den Inspecteur plaatste. De rechtvaardiging van die frontverande ring heeft Zaterdag 30 Mei 1931 plaats gevon den in besloten kring. Aan niet genoodigde belangstellenden Is via de pers een communiqué verstrekt. Vrien delijke medewerking van de redactie van dit blad maakt het ons mogelijk, bij dat com muniqué in het openbaar eenige critisclie kantteekeningen te maken. Om te beginnen vinden we het geen geluk kige gedachte, lettende op de Leidsche erva ringen, een beschouwing te geven over onze geheel verschillende, historisch gegroeide I-Iaarlemsche onderwijsorganisatie. Wat voor Leiden misschien een goede oplossing mocht heeten, zou voor Haarlem, dat al een twintig tal jaren zijn volledige 7-klassige scholen kent, een stap achterwaarts beteekenen. De spreker, de heer Bloemink, is begonnen, zijn ideeën aan te bevelen op zuinigheids overwegingen. Nu maken die op ons altijd weinig indruk. Maar in het gegeven geval zijn de economische voordeelen ook nog illu soir. Mr. Bruch betoogde reeds in 1923 in den Raad, dat het maximum aantal leerlingen voor een 7de leerjaar niet hooger dan 25 mocht wezen. Het doet nu toch een beetje komisch aan, in een deskundig milieu in vol len ernst te hooren verkondigen, dat men bij het opvoeren van dit getal tot „even 30" enkele leerkrachten kan uitsparen. Waarbij men er ook niet aandenkt, dat er nieuwe scholen moeten worden gebouwd, terwijl er op iedere 7-klassige school een lokaal leeg komt te staan. Immers, de lokalen kan men niet centraliseeren. bezwaren niet met een centrale school zijn geholpen. Anders staat de zaak voor leerlin gen, die de 7de klasse doubleeren, dus voor een gecombineerde 7de en 8ste klasse. Daarom luiden de adviezen dan ook gunstig voor centrale 8ste leerjaren. Men ziet, het klopt als een bus. „De Centrale school schept de mogelijk heid, bij het onderwijs rekening te houden met aard, behoefte en bestemming der leer lingen door differentiatie", beweert het com muniqué. Men kan soort bij soort zetten; ambachts schooljongens geïsoleerd van de a.s. Ulo leerlingen (die er in de centrale scholen niet zullen zijn!) en candidaten voor land- tuinbouwwerkzaamheden, alles onder het mom van algemeen vormend onderwijs. „Men kan de sexen scheiden! Men kan aan de meisjes verschillende dingen bijbrengen, die van belang zijn voor de aanstaande vrouw enmoeder!" Zoo staat het er. Krij gen we dus voor onze 13-jarige meisjes on derricht in zuigelingenzorg? Zou men nu juist paedagoog moeten zijn, om dergelijke „argumenten" met een ernstig gezicht te verkondigen of aan te hooren? Neen, heeren van de hoofdenvereeniging, wij wenschen coëducatie, zeker op dezen leeftijd. Wij willen den beschavenden invloed van de meisjes op de jongens niet missen. De prettigste geest, dat weet gij toch ook wel, heerscht in ge mengde klassen. Vraag het anders gerust aan onze Ulo-collega's, die af en toe noodge dwongen wel eens een jongensklasse moeten vormen. Wij hebben in verband met de voorgestane ongebreidelde differentiatie nog een vraag tot de hoofdenvereeniging te richten. Gij hebt onlangs in een rapport aan Uw hoofd bestuur de meening verkondigd, dat de re sultaten van het onderwijs in de gewone vak ken als lezen en taal niet bevredigend zijn. Gij weet dit aan allerlei dingen als tand- artsendienst, bioscoop, schoolarts en. radio. Maar hoé rijmt zich deze zienswijze met het veel en velerlei, dat gij nu overhoop gehaald wilt zien en nog wel in de eindklasse, waar het toch ook eenigen tijd zal duren (de In specteur spreekt van twee maanden), vóór er eenheid in de klasse is bereikt. Ten slotte is er nog een bewering geuit, die eiken positieven grond mist: „Op de school voor U.L.O. komen thans heel wat jongelui, die niet de bedoeling hebben, dat onderwijs tot het einde te volgen. Zij willen alleen nog maar één of twee jaren onderwijs". Waarop steunt die meening? Dat vele leer lingen het Ulo na één of twee jaar verlaten, is juist. Het geneesmiddel tegen dit euvel heeft onze afdeeling in haar reorganisatie voorstel voor het Ulo aangewezen. Maar deze leerlingen komen met de bedoeling, de Ulo school af te loopen. I-Iet is in den regel des illusie, die ze doet verdwijnen. Dat is de opi nie van de ter zake kundige Ulo-leerkrachten. En onze wethouder vergist zich dan ook, als hij verwacht, dat de centrale 7de en 8ste leer jaren den toeloop naar het Ulo zullen stuiten en een 3de Ulo overbodig zullen maken. In tegendeel! Het eerste jaar van de centralisa tie brengt een vloed van Ulo-leerlingen. Allen die nu na 7 leerjaren L.S. het Ulo kiezen, ko men dan na 6. En wat dat beteekent, leeren de volgende cijfers: Van de 222 leerlingen, die nu de eerste klasse Ulo bevolken, komen er 36 van de op leidingsscholen, 71 hebben zes jaren L.S. en 112 zeven jaren L.S. achter den rug. De laat ste groep, verreweg de grootste, komt na de centralisatie, een jaar eerder op de Ulo. Bovendien zullen deze jongere kinderen later bij tegenslag eerder een jaar voor het Ulo be houden blijven. Deze speculatie komt dus wis en zeker faliekant uit. In alle opzichten is voor Haarlem centrali satie der 7de leerjaren te verwerpen. De Christelijke scholen hebben 7de klassen. De Katholieke eveneens. Bij de Haarlemsche schoolvereeniging heeft men ze ingevoerd. De Doopsgezinde scholen tellen 7 leerjaren. Ook voor het openbaar onderwijs moeten ze behouden blijven! DE GEMEENTE EN DE N.V. SCHALKWIJK. SCHALKWIJK NIET ONTVANKELIJK VERKLAARD. De N.V. Schalkwijk meende indertijd een vordering van f 225.000.- te kunnen doen gelden op de gemeente Haarlem (en vóór de annexatie op de gemeente Schoten), welk bedrag door de N.V. Schalkwijk in de Ge meentekas was gestort bij de overdracht van voor straat bestemde gronden, waarop later de Floresstraat en andere straten zijn aan- HET BESTUUR DER AFD. VAN DEN BOND VAN „HAARLEM" NED. OND. Over bezuiniging gesproken! De heer Bloe mink becijferde, dat de Haarlemsche 7de klassen gemiddeld 22 leerlingen telden. Wel nu, dit feit is het sterkste argument voor een 7de leerjaar aan iedere school. Er zijn evenwel andere aangevoerd. Men heeft gewezen op het nadeel van gecombi neerde 6de en 7de klassen. Aangezien dit ver schijnsel zich in onze stad (Spaarndam uit gezonderd) niet voordoet en zich bij 7-jarigen leerplicht nooit voor zal doen. kan dit argu ment gevoeglijk op non-activiteit worden gesteld. Zelfs Spaarndam zou door afstands- UIT DE STAATSCOURANT. HOOGER ONDERWIJS. Aan prof. dr. H. Visscher is op zijn verzoek met ingang van 1 October eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de Rijksuni versiteit te Utrecht met dankbetuiging voor de belangrijke, in die betrekking bewezen, diensten. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Met ingang van 1 September is benoemd tot 1-eeraar aan de R. IL B. S. te Hoorn en te Enkhuizen J. van Dijk, thans tijdelijk leeraar aan die scholen. Benoemd is aan de R. H. B. S. te Winters wijk tot leerares mej. M. M. Prinsen en mej. C. M. Meeuwis, beiden thans tijdelijk als zoodanig werkzaam en wederom tot tijdelijk legrar-es mej. M. Wolfson en mej. C. K. J. Vergeer. ..COMMISSIE VOOR DE STATISTIEK... Benoemd is tot lid van de Centrale Com missie voor de Statistiek ir. M. C. E. Bon- gaerts, lid der Tweede Kamer. RECHTERLIJKE MACHT. Met ingang van 1 September is aan Th. Kling, directeur van het huis van bewaring te Rotterdam op zijn verzoek eervol ontslag verleend. AUDIëNTIE. De eerstkomende audiëntie door den mi nister van Defensie wordt gehouden op 9 Juni. STAATSBLADEN. Donderdtag is afgekondigd het „Staats blad": No. 203. Wet van 21 Mei tot het verleenen van tijdelijke vrijstelling van grondbelas ting voor de drooggemaakte Zuiderzeegron- den. De Haarlemsche Rechtbank heeft de N.V. Schalkwijk indertijd niet ontvankelijk ver klaard voor de genoemde vordering. Thans heeft het gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep vonnis gewezen en het ge noemde vonnis der Rechtbank bevestigd. Voor de gemeente Haarlem trad in deze zaak op Mr. T. A. M. A. van Löben Seis en voor de N.V. Schalkwijk, Mr. Kremers te Delft. BELANGEN VAN JONGE MEISJES. Men schrijft ons: De afdeeling Haarlem der Ned. Vereen, ter behartiging van de belangen der Jonge Meisjes (Union) hield dezer dagen haar jaar lij ksche ledenvergadering, waarin het jaar verslag over 1930 werd uitgebracht. Welk be langrijk werk gedaan wordt, bleek uit de cijfers, die voor de verschillende werk- afdeelingen zijn opgegeven. Het zij voorop gesteld dat bijna al het werk der 17 leid sters pro deo wordt gedaan en dat onkosten van zaalhuur enz. van dit jeugdwerk tot nu toe bestreden worden uit de contributie der meisjes en financieele hulp van belangstellenden. Dat bij den normalen groei van dit werk subsidie eigenlijk onont beerlijk is. ligt voor de hand. Het aantal meisjes, dat bereikt wordt in de verschillende clubs bedraagt 300; de uitvoering in de Gem. Concertzaal enkele weken geleden getuigd van de vorderingen op zang- en gymnastiek- gebied. in volksdansen, enz. In het Clubhuis, Damstraat 19, is het meeste werk geconcen treerd. Een goedkoope vacantiereis langs den Rijn van 10 dagen slaagde uitstekend. Het Emmahuis, in de Emmastraat ,waar goed en goedkoop logies voor tijdelijk of doorloopend te krijgen is telde 2672 logeer- nachten van 538 gasten (in 1929 was dat 2385, in 1928 2060). Ook hier voorzien particulieren in de financieele tekorten. Gratis inwoning werd dit jaar geboden aan de jeugdleidster voor Duitsche meisjes, die in Zandvoort één, en in Haarlem 4 clubs leidde. Ook voor Fransche en Fransch-Zwïtsersche juffrou wen worden samenkomsten belegd. De Fa brieksschool werd eind Dec. gewijzigd en omge zet in 2 cursussen, uitgaande van de Prot. Christ. Nijverheidsschool. Op verzoek der Kinderpolitie, werd door de Vereeniging een minderjarig meisje het voogdijschap aanvaard. Voor den Politierechter. HET LAM. Zoo nu en dan verschijnt voor de rechters*, tafel als getuige een mishandeld jongetje. Voor die gelegenheid heeft hij dan zijn Zon- dagsch pakje aan mogen trekken; voorts is hij zorgvuldig gewasschen, heeft hij ge poetste schoenen en zijn moeder heeft ge constateerd, dat de naadjes in zijn kousen rechtzitten, de veters niet langs zijn schoe nen slingeren en zijn dasje ongekreukt is. Hij mag dan ook een nieuwe pet met zich voeren, een artikel, dat tegenwoordig bij de jongetjes overigens niet meer in de gunst is. Zoo ziet het jongetje er dan in zijn smet teloosheid uit als een onschuldig jong lam, dat niet nalaat een snaar van sympathie in het rechterlijk gemoed te doen trillen. Het jongetje mag nog geen eed afleggen, omdat hij niet zou begrijpen wat dit be teekent, in welk opzicht hij gelijk staat met de meeste getuigen, die het wel mogen doen, doch niet dan met de grootste moeite in drie tempo's liet formulier nazeggen en hoe dan nog. Zoo stond daar dan ook heden weer zoo'n onschuldig' lam en vertelde, dat een juffrouw hem had geslagen en geschopt en er ver scheen een buurvrouw, die het had gezien en het schandalig vond. Het schijnt dat het jongetje in een wellicht minder correcte uit rusting met steentjes had gegooid en alles wat het jongetje gedaan had, was even klein tjes en onbeduidend en wat de juffrouw ge daan had, groot en gewichtig. Zij was niet verschenen en zoo als gebruikelijk, werd haar doopceel gelicht, waarbij als verzwarende omstandigheid gold, wat in andere omstan digheden haar tot eer gestrekt zou hebben en wel, dat zij een einddiploma H. B. S. had; elke medaille heeft haar keerzijde, zoo als men ziet. Het bleek, dat zij gepoogd had door het aanbieden van verontschuldigingen te voor* komen, dat haar gedrag bij den politierechter ter sprake zou worden gebracht, maar zij had zich misrekend en haar hoo-gere wiskunde zal er misschien aan te pas moeten komen om te berekenen of zij van haar zakgeld de f 40 boete zal kunnen betalen. Het lam drukte de nieuwe pet vast op de blonde haren en toog met vader Zaandam waarts; het was er bij uitzondering eens een, die geen geld voor tijdsverzuim vroeg, een liefhebberij, zeer in trek bij getuigen, ook al zijn ze werk loos. DE SOP EN DE KOOL. Wellicht speelde het den goeden man té Worm-erveer nog door het hoofd, dat de kool zoo goedkoop is geweest, dat men er slooten mee dempte, anders is het niet te verklaren waarom hij den groenteboer aframmelde, nadat deze zijn vrouw een rood kooltje had verkocht voor veertig cent, een prijs, volgens groenteboerenberekening niet te hoog, maar het mag als bekend verondersteld worden, dat die heeren er een eigen calculatie op na houden. Maar de goede man, die op genoem de wijze te kennen gaf een oordeel over kool- prijzen te hebben, afwijkend van dat des handelaars, had moeten bedenken, dat hij, nu kool zou eten van buitensporigen prijs, want nu kwam er nog vijftien gulden bij en zoo'n dure sop is de kool niet waard. 't Is altijd jammer, wanneer de beklaagde niet verschijnt, want dan wordt de kool ook nog eens van de andere zijde belicht; nu was het niet erg duidelijk of de groenteboer tegen den grond was geslagen of dat hij _was gevallen en evenmin of de bewusteloosheid van den koolman al dan niet bestaan had en zoo ja, of de slagen van den verontwaar digden kooleter daar aan onmiddellijk schuld hadden. Nu leek het, dat de koolman ook bij den rechter wat kool stond te verkoopen, wat m zijn lijn ligt, maar nog meer gevaar kan opleveren dan in zijn gewone bedrijf, omdat je zoo'n kool van 40 cent niet onder eede verkoopt en je bij den rechter onder eede heelemaa-1 geen kool mag verkoopen. JONGEN IN DEN AMSTEL VERDRONKEN. Vrijdagmiddag te ongeveer 5 uur waren eenige jongens in den Amstel even voorbij het Kalfje te Amsterdam aan het zwemmen. Een van hen, een ongeveer 15-jarige scho lier riep „help! help!" doch daar juist een motorjacht passeerde en men hem tegen de opvarenden daarvan zag spreken en hij daar na wederom gewoon aan het zwemmen was, schonk men hieraan verder geen aandacht. Plotseling zag men hem echter onder water gaan en niet meer boven komen. Toevalliger wijze passeerde een transportauto der politie de agenten begonnen onmiddellijk te dreg gen, doch tot nu toe zonder resultaat. MALVERSATIES TE WIERDEN. GEMEENTE OPGELICHT DOOR EEN RAADSLID. De Tel. maakt melding van malversaties, welke gepleegd zouden zijn door een gemeen teraadslid .te Wierden bij Almelo. Aan dit raadslid was in 1922 opgedragen om voor de gemeente meubelen voor het nieuwe raad huis te koopen in Duitschland. Het kreeg daarvoor een voorschot. Het raadslid kocht de meubelen te Berlijn doch instede van ze rechtstreeks aan de gemeente te leveren ver kocht hij ze aan de gemeente door middel van een strooman, aldus art. 24 der gemeen tewet tevens ontduikende. De helft van de winst zou voor den strooman zijn, doch werd niet uitgekeerd. De advocaat der gemeente heeft geadvi seerd een civiele procedure tegen het raads lid in te stellen. Hoewel het na het bekend worden der af faire afgetreden was, is het thans wederom candidaat gesteld door een groep kiezers. HET GEFFTIROE IN HET BOSCH TE HEERLEN. DE JONGEN WILDE HET MEISJE DOODEN. Bij het onderzoek der politie te Schaesberg naar het drama, dat zich nabij het Kasteel van Schaesberg bij Heerlen heeft afgespeeld is, naar de Tel. nog meldt, aan het licht ge komen, dat de 20-jarige jongen het meisje, met wie hij in het geheim omgang had heeft willen dooden door haar den hals af te snij den. Een ruzie tusschen beiden schijnt de aanleiding tot deze afschuwelijke daad van den jongeman geweest te zijn. Hij heeft zijn plan niet kunnen uitvoeren, daar voorbij gangers hem hebben gestoord. Dezen vonden het meisje en hebben, haar verwondingen ziende, onmiddellijk de ouders gewaarschuwd Toen dezen ter plaatse aankwamen had de jongen zich ook zelf een snede in den hals toegebracht. PASTORALE. Hoe treffend schildert Beethoven in éeii zijner symphonieën het landleven: j-e hoort de beekjes kabbelen, d-e boomen ruischen en de bevolking vermaakt zich met zang en, dans; 't is alles vrede en blijdschap. Had Beethoven in dezen tijd in de B-eem- ster gewoond, een streek uitmuntend door landelijkheid, dan zou hij er niet de inspi ratie voor zijn pastorale hebben opgedaan, want alles ademde daar haat en nijd. „Al jaren lang, .mijnheer", zei de rijksveldwach ter en de twee 'buren, die ach ter e-envolg ens als beklaagden terecht stonden, beaamden dit volmondig. „Slechte verstandhouding, maar zonder moorden", zeide eerste beklaagde, die daar om gemeend had het met steenen te moeten uitdrukken; „een slechte verstandhouding, maar met een heele lboel scheldwoord-en" zei d-e tweede beklaagde, die trouwens ook steenen en wel dezelfde, als argument had gebezigd, daarbij niet onduidelijk zijn be doeling te kennen gevende door togen de buurvrouw te zeggen: „ik gooi je hardstikke dood", hetgeen een zekere overtreffende trap van levenloosheid uit moet drukken. Enfin, tot die overtreffende trap was 't niet ge komen, niet eens tot eenvoudig dood, zonder meer, want de klinkersteen, naai' buurvx'ouw geslingerd, nadat zij onder meer een be schouwing had geleverd over ibuunnan's echtelijke trouw, had alleen een ruit ver brijzeld en buurvrouw een dikke hand bezorgd zoo ze zei; ze wou nog laten zien, dat de hand dikker was dan gewoon, maar omdat de hand niet dik meer was, borg ze die maar gauw weer weg. Haar echtgenoot had thuis gekomen en de steenen vindend, deze uit zijn woning -gelegd, maar op zoo nonchalante wijze, dat ze bij buurman door een ruit waren gegaan, zoodat hij het opzet tot ver nielen ontkende. Zijn vrouw, die hem in het ontkennen ter zij-de stond, verklaarde geen scheldwoorden te hebben geuit en wel, omdat ze zoo vol was, dat ze geen woord kon uit brengen, maar misschien bedoelde ze wel, dat ze vol scheldwoorden zat en dan kunnen er bij ongeluk wel een paar uit haar mond zijn gevallen, zooals de steenen bij ongeluk door de ruit vielen. De rechter maande haar aan in den vervolge te -doen zooals ze be weerde dat ze gedaan had, sprak den on< vrijwilligen ruitenbreker vrij en gaf den vrijwilligen f 1 boeten: als men rekent dat hij als getuige nog een paar gulden voor tijd-verzuim kreeg, is hij er dus ook niet slechter op geworden. De finale van deze symphonie was een algemeene vermaning om rust en vrede te bewaren. Am-en! zeiden de aanwezigen. CARRé ALS NIEUWE SCHOUWBURG VOOR AMSTERDAM? De Tel. maakt melding van plannen om te gen Mei van het volgende jaar het theater Carré te Amsterdam te verbouwen tot een modernen schouwburg. Een aanbod van „Scala" te Berlijn om het gebouw over te nemen, teneinde er een specialiteitentheater van te maken, is afgewezen, omdat daarin geen toekomst gezien werd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 12