INGEZONDEN
DE VISSCHERIJ-DIPLOMAWET.
HAARLEM'S DAGBLAD
DERDE BLAD
VRIJDAG 12 JUNI 1931
"Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet te
ruggegeven.
Het nut er van in de praktijk.
Op spoedige invoering aangedrongen.
Tout le monde vïenfc a celui qui sait
attendre!
(Heel de wereld komt tot hem, die
weet te wachten)
Napoleon
En wij wachten, IJmuiden, Katwijk, Sche-
yeningen, Vlaardingen, alles wacht op de
„Visscherij diploma wet".
Intusschen schijnt het, dat er nu eind e-
1 ij k eens voortgang zal gemaakt worden
met de uitvoering van die wet. Er wordt nu
ten minste les gegeven aan werklooze vis-
scherlieden, welke echter in hoofdzaak on
derricht krijgen in de wet van uitwijken,
voeren van lichten en 't geven van signalen,
terwijl slechts een heel klein percentage
van schippers, stuurlieden of jongelui het
belang zien van het verkrijgen van een di
ploma voor stuurman enz.
Wij hebben vroeger, toen de Schipperswet
in behandeling kwam, al eens de aandacht
gevestigd op het belang van een examen
voor de visscherij, ook in verband met even-
tueele assurantie. Wij willen thans, nu een
ontwerp van een „visscherij diplomawet"
reeds lang - in circulatie is, deze wet en hare
Memorie van Toelichting eens doorloopen.
Misschien dat dit eenig nut heeft voor de
verschillende „Schippersverenigingen".
Eerst echter een woord vooraf.
Schippers met of zonder diploma, weest
vóór alles schipper op uw schip; zorgt er
voor dat men u respecteert als schipper. Het
komt niet te pas dat iedereen u bij uw
voornaam noemt. Gij verliest hierdoor uw
gezag. En dan: schippers, zorgt een diploma
te verkrijgen, uw rechtspositie verbetert er
door. Vereenigt u in een vereeniging van
schippers, eventueel tezamen met stuurlie
den, gij behoort in geen matrozenvereeni-
ging thuis, gij hebt andere belangen dan
een matroos. Zet een actie op touw, opdat
de visscherij diplomawet er kome; daarna
staat gij sterker en zal of kan men u niet
om de drie reizen aan den kant zetten.
Zorgt er voor, dat gij niet ondervindt wat
weergegeven wordt in een paar regels van
„The Skipper's Woe": „To hear from door
to door, you are not wanted any more".
Nu verder over de „Visschers diploma wet".
In paragraaf 1 van de „Memorie van Toe
lichting" wordt gezegd, dat een onderschei
ding naar den eenen of naar den anderen
maatstaf voor de zeevïsscherïj eerst onder
zekere voorwaarden rationeel zou kunnen
heeten.
Er moet natuurlijk een uitzondering ge
maakt worden met z.g.n. kustvisschers, wel
ke b.v. niet meer daxr 10 a 15 mijl uit den
wal gaan: echter is het wel degelijk nood
zakelijk, dat voor „trawlers" welke de z.g.n.
kustvaart uitoefenen, maar niettemin 120
tot 150 mijl van hun haven visschen, een
diploma aan boord wordt verlangd. Het is
in vele gevallen ook een voordeel voor de
reederij als er een goed nautisch ontwik
keld schipper aan boord is. Neem b.v. een
schip dat bij Borkum gaat visschen. Zelfs
met het mooiste weer, met het helderste
uitzicht, zal men uitgaande over Haaks
vuurschip gaan, terwijl als men langs de
boeien van de Haaks binnen Terschelling-
bank door zou varen, hiermede 9 a 10 mijl
afstand wordt ingewonnen. Het verstrek
ken van diploma's voor die z.g.n. kustvaart
verschillend van die voor de grootere af
standen, zou voor beide partijen, schippers
en reeders nadeelig werken, schippers zou
den gedoemd zijn altijd op een kustboot te
blijven, tenzij een ander diploma werd be
haald. Reeders zouden voor het geval ko
men te staan geen schipper disponibel te
hebben en daardoor zou het negatief wer
kende dispensatiestelsel weer worden inge
voerd.
Dan is er de bevoorrechtïngsclausule wel
ke zóó wordt uitgelegd, dat men „gelukkig
varende" schippers wil behouden door het
verstrekken van dienstdiploma's. Het is niet
mijn bedoeling om aan die schippers, welke
reeds jaren als schippers voeren, dezelfde
eischen te stellen als aan leerlingen. die
zich wenschen te bekwamen als stuurman
en (of) schipper, maar, een certificaat als
stuurman en (of) schipper af te geven al
leen op een z.g.n. schootexamen voor de wet
van uitwijking, acht ik beslist onvoldoende.
Het staat mij bij, dat vroeger zg.n. „ge
lukkige" schippers wel werden gekocht. Welk
bezwaar zou er dan zijn van reeders-zijde
om die „gelukkige" schippers ook voor een
maand, hoogstens 6 weken een cursus te doen
volgen voor astronomische plaatsbepaling.
Ik bedoel hiermede: volledig bestek, lengte
en breedte bepaling, benevens het bepalen
van de fout van het kompas. Het is opmer
kelijk, dat in de Memorie van Toelichting
in het geheel niet over het kompas gespro
ken wordt, terwijl dit toch volgens mijn mee
ning van veel grooter belang is voor korte
trajecten als lengte bepaling, terwijl de kos
ten van aanschaffing toch betrekkelijk gering
zijn. Het bepalen van den waren tijd kan hier
geen bezwaar vormen, afgezien nog vam het
feit, dat de schepen radio dan wel een tijd
meter aan boord zouden hebben.
Mijns inziens is het zeer goed te doen, met
'een beetje goeden wil, in een week of 4
tot 6 lengte te leeren berekenen en de fout
van het kompas te bepalen. De schippers
zouden dan tevens in de kaart en het jour
naal met rechtwijzende koersen kunnen wer
ken, waardoor abuizen bijna altijd voorkomen
worden.
De memorie stelt zich op het standpunt
(en zeer terecht) „dat somtijds aan de plaats
bepaling hooge eischen moeten worden ge
steld om het gevaar te ontgaan, dat men
vischt binnen de onzichtbare grens, waarmede
een eventueel verboden vischterrein is aan
gegeven". Zeer zeker kunnen op b.v. kleine
afstanden, kruispeilingen een volledig bestek
geven, maar (en hier komt men op het
cardinale punt):'van welk kompas van de
IJmuider trawlervloot is de miswijzing zoo
goed bekend, dat bij kruispeiling van b.v.
3 punten de lijnen elkaar in één punt snij^
den. ja zelfs, dat de afstanden tusschen de
snijpunten minder dan één mijl zijn, zooda'
men dan een bestek zou hebben op ongeveer
Jk' nauwkeurig?
Iets anders, even belangrijk, is de nood
zakelijkheid van ,de lengtebepaling in de
Noordzee. Hoevele malen komt het niet voor
dat men weet, dat er wrakken in de om
geving liggen zonder dat men de nauwkeurige
plaats kan aangeven? Door het bepalen van
de plaats door astronomische plaatsbepaling
zouden zeer zeker honderden netten gespaard
worden. Door het onderling bekend maken
van de juiste plaats van zoo n wrak, worden
èn reederij èn bemanning bevoordeeld, de
eerste door het behoud van netten, de twee
de door het voorkomen van orcnoodig werk en
verlies van visch.
In 4, vierde lid, van de Memorie van
Toelichting wordt gezegd, dat van een spe
culatieve aanvrage van certificaten geen spra
ke zal kunnen zijn. Mij dunkt dat de laatste
weken nog al speculatief gewerkt wordt, of
heeft dat voorstel om „een certificaat van
uitwijken" te behalen, soms een andere ach
tergrond? Wil men misschien „de Visscherij -
diploma-wet" nog langer aan het lijntje
houden? Belanghebbenden, hijscht het at
tentie sein, „Weest op uw hoede!" Van de
specialiteiten op Scheepvaartkundig gebied,
in de Tweede Kamer hebt gij niets te ver
wachten. Gij moet er zelf op uit, het is uw
belang, het is ook het belang van 't algemeen.
En uw rechtspositie staat op het spel. Eiken
dag moet de minister attent gemaakt worden
op 7 van de Memorie van Toelichting, waar
o.m. in voorkomt: dat het spoedig wet
worde. De onzekerheid toch, waarin de be
trokken zeevarenden en allen die bij de zee-
vischvaart belang hebben, verkeeren, werkt
verslappend".
In art. 6 van de „Visscherijdiploma -we t"
heeft de wetgever waarschijnlijk rekening
gehouden met uitsluitend goed weer en hel
deren dampkring, zoodat in noordelijke of
Zuidelijke ridhtingen stoomende, steeds
peilingen van den wal gehouden kunnen
worden, maar hoe staat het nu (b.v. noord in
stoomend) bij slecht weer m harde weste
lijke winden, zoodat men goed uit den wal
moet blijven, om dan b.v. de Bustings aan
te loopen; met het vrijloopen van ondiepten
en banken tusschen de „Vigobaai" en Fi-
nisterre, en last not least met den over
steek van Finisterre naar Ouessant?
Hoe vaak komt het niet voor dat men
door het verschil van temperatuur van land
en lucht, als het zg.n. „heiïg" is over den wal
geen pellingen kan nemen terwijl het in zee
uitstekend „zicht" is voor lengte- of breedtes
bepaling? Heeft de wetgever wel rekening
gehouden met den grooten „inzet", dien men
kan hebben bij- en na langdurige westelijke
winden in de bocht van Biscaye? Juist dan
is de lengte-bepaling zulk een „noodzake
lijk" iets. Daarom onder geen voorwaarde
een uitzonderingsbepaling voor die vaart.
Om te recapituleeren: Voor de schippers
en (of) stuurlieden is een gemakkelijk ge
maakt overgangs-diploma noodig, rekening
houdend met het kunnen maken van een
volledig bestek en het bepalen van de fout
van het kompas. De noodzakelijkheid hier
van hoop ik de volgende week aan te toonen)
Voor de a.s. schippers en stuurlieden een vol
ledige theoretisch en practisch examen; geen
uitzonderingsmaatregelen voor wie dan ook.
Nu ik toch over wettelijke voorschriften
bezig ben, moet ik ook even de aandacht
vragen voor een gedeelte uit de „'bepalingen
ter voorkoming van aanvaringen op zee" en
wel voor art. 15b. Hier staat: „Een stoom-
vaartuig, dat varende is, moet, wanneer
het gestopt ligt en geen vaart loopt, met
tusschenpoozen van niet meer dan twee mi
nuten, „twee lange stooten" met een tus-
schenpoos van ongeveer één seconde geven".
Deze wet, welke dateert van 1 Juli 1897 en
gewijzigd werd Januari 1907, is eigenliijk
verouderd. Want over signalen in het
trawler-bedrijf zijn de opvattingen nog al
verschillend. Welke signalen moet b.v. een
stoormtrawler bij mist geven als het ligt te
halen. Het is een stoomschip dat geen vaart
loopt, maar, kan het manoeuvreeren? Achter
uitslaan heeft geen bezwaar, maar, in ge>
val van uitwijken, vooral met stilte, als het
net b.v. „op en neer" hangt, zou vooruit
stoomen met het roer aan boord, toch nog 90
pet. kans geven van „neta in de schroef".
Dus men kan zeggen; een trawler die ligt
te halen, kan niet manoeuvreeren; maar voor
een schip dan niet kan manoeuvreeren be
staan wel speciale nacht* en dag-teekenen,
doch geen mistsignalen. Vast ligt het schip
gedurende het halen ook niet, want dooi
wind of stroom verplaatst het zich. dus komt
het luiden van de klok (scheepsbel) niet in
aanmerking. Blijft dus over „twee lange
stooten op de stoomfliut" met tusschen
poozen van niet meer dan twee minuten.
Zeer wenschelijk is dat de wetgever hier
omtrent eenige zekerheid geeft ter onder
vanging van de zeer dikwijls voorkomende
„verschillende opinie" bij de Raad voorr
Scheepvaart" en Scheepvaart-Inspectie.
Herziening en aanvulling is hier dus zeer
noodzakelijk.
G. VAN DER JAGT.
HET WONDERLIJKE VAN HET
ZEVENDE WERELDWONDER.
NOG EEN MEENING
Naar aanleiding van mijn beide artikelen
over: „Het wonderlijke van 't Zevende Wereld
wonder", mocht ik door bemiddeling van on
zen Hoofdredacteur een ingekomen schrijven
ontvangen van een belangstellend lezer, die
de aandacht vestigt op een boek, getiteld:
„De Ware Weg" of „Het vinden van Christus"
door Dr. Anna Kingsford en Edwald Mait-
land, vertaald uit de vierde Engelsche uit
gave door mej. A. B. v. d. Meer. Uitgever
Valkhoff en Co., te Amersfoort.
De inzender schrijft:
1. „De inhoud van dit boek, inclusief de
hierin voorkomende verklaring der Pyramide
symboliek, is langs den weg der „Intuitie"
gepaard met diepinneriijke of Hoogere Ver
lichting (Illuminatie) verkregen",
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN
a 60 Cts. per regel.
2. „In genoemd werk wordt aan dePyramide
symboliek, niet een historisch en voorspellend
doen een „eeuwig" (gebeurend), zuiver gees
telijk karakter toegekend".
3. „Volgens „De Ware Weg" verkondigt de
Pyramide van Gizeh in haar Uitwendige bouw
het eeuwig plaatsvindende evolutie-proces der
ziel. Tevens diende dan het inwendige tot
het houden der inwijaingsplechtigheden in
de godsdienstige Mysteriën, waarvoor ook haar
bijzondere vorm gebouwd was".
De inzender citeert vervolgens eenige passa
ges uit het genoemde boek.
Het is hier niet de plaats, om over een
dergelijk werk in discussie te treden, doch
een paar opmerkingen kan ik er wel over
maken.
Het werk was mij bekend, doch indien de
geachte inzender, nog eens de moeite wil
nemen mijn beide artikelen over de Pyramide
over te lezen, zal het hem duidelijk moeten
worden, dat dit werk niet paste in de con
sequenties van mijn bespreking, afgescheiden
nog van mijn persoonlijk oordeel over dit
boek, voor zoover mijn oordel van eenige
waarde zou kunnen zijn.
Ik heb in mijn eerste artikel al gezegd,
dat men bij den overgang van de objectieve
zuiver wetenschappelijke bestudeering tot
het abstracte, dat in hooge mate subjectief
is, op zeer gevaarlijk terrein komt, daar men
hier alles kan bewijzen, wat men, vooropgezet
bewijzen wil. In mijn tweede artikel leest
men het volgende: „De door mij, in dit ar
tikel, aangehaalde theorieën zijn eveneens
zéér subjectief; ik heb ze echter genoemd,
omdat deze alle tenminste nog gegrond waren
op exacte, wetenschappelijke feiten; de in
terpretatie wordt echter al als onweten
schappelijk beschouwd. De inhoud van -boven
genoemd werk werd echter door Intuitie en
Illuminatie (zie 1) verkregen, een dergelijke
subjectiviteit kan slechts aanvaard worden
door hen, die al verzekerd zijn den waren
weg gevonden te hebben, zij vinden in het
boek slechts een versterking van hun mee
ning: andersdenkenden zal dit werk nooit
kunnen overtuigen, daar hier niets op exacte
feiten rust. De mysteriën, hierin despreken,
zijn ook tot op heden nooit wetenschappe
lijk verklaard, om de eenvoudige reden, dat
deze slechts op herinneringen en overleve
ringen berusten, die zelfs in wetenschappe
lijke werken nog vaag en zeer schroomvallig
worden geïnterpreteerd.
Zie het werk van den Egyptoloog Gaston
Maspero, in mijn tweede artikel genoemd.
Ik zóu er nog meerdere aan kunnen toevoegen
b.v. „Mystères Egyptfens" van Alexander
Moret, Directeur d'études dtEgyptologie
chargé de cours a la Sorbonne. Mijns inziens
is het eveneens een zwak punt, dat bij de
symboliek van een geestelijk gebeuren (zie
2) de historie buiten beschouwing wordt ge
laten, want het is een onontkenbaar feit,
dat het geestelijke in de historie steeds haat-
weerspiegeling vindt. Het Christelijk symbool
van het Kruis, vindt zijn oorsprong in de
historie; indien deze vorm van doodstraf niet
bij de Romeinen in gebruik was geweest, zou
het kruis nooit symbool zijn geworden. De
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de eigen
aardige. aanleg -van het inwendige der Pyra
mide verband hield met de mysterische cere
moniën, doch bewezen wordt hier niets. Waai
de wetenschap, slechts stap voor stap, het
nog zeer duistere terrein der mysteriën „af
tast", worden hier, zonder een spoor van
eenig exact bewijs, meeningen als onbetwist
baar waar verkondigd.
SCARABAEUS.
UIT DE OMSTREKEN
BLOEMENDAAL
RAADSVERGADERING
AFSCHEID VAN DEN BURGE
MEESTER.
HULDIGING DOOR WETHOUDER, RAADS
LEDEN EN DEN GEMEENTE-SECRETARIS
Vergadering van den Raad der gemeente
Bloemendaal, op Donderdagmiddag, de laat
ste zitting onder leiding van Jhr. A. Bas
B acker
Eerst worden zonder hoofdelijke stemming
aangenomen de voorstellen betreffende: sup-
pletoire begTooting en af- en overschrijving
begrooting 1930 van het waterbedrijf; af- en
overschrijving begrooting 1930 van gas
bedrijf: vaststelling van de balansen en re
keningen van het water- cn van het gasbe
drijf over 1930 benevens bestemming van de
winstsaldo's van die bedrijven; vaststelling 6e
suppletoire begrooting 1930; toekenning ver
goeding volgens art. 100 L. O. wet 1920 aan de
Schoolvereeniging „Aerdenhout-Bentveld"
voorloopige goedkeuring wijziging uitbrei
dingsplan „Wildhoef" c.a-; aflossing 5 pet.
geldleening 1925.
Eervol ontslag wordt verleend aan Jhr. A.
Bas Backer als ambtenaar van den bur
gerlijken stand.
Hierna heeft het afscheid plaats van den
burgemeester.
Rede wethouder Laan.
De heer J. Laan, oudste wethouder, be
gint met er aan te herinneren, dat toen in
Juli 1907 de heer Bas Backer zijn functie aan
vaardde, Bloemendaal een kleine, onbelang
rijke gemeente was van 7000 inwoners. Het
was een lieflijk dorp, waarvan de roem niet
verder ging dan de naaste omgeving. „Harte
lust" was pas in exploitatie, „Duin en Daal"
eveneens; aan de Kleverlaan stond hier en
daar een huis; waar nu de Julianalaan is,
was weiland, in Aerdenhout kon men enkele
villa's aanwijzen, het Naaldenveld, Koeduin
enz. waren nog geheel onbebouwd.
Tijdens het bestuur van den thans aftre
denden burgemeester onderging de gemeente
een geweldige verandering. Door de energie
van den heer Bas Backer kwam de prachtige
Zeeweg tot stand. De burgemeester wist den
tegenstand bij een deel der raadsleden te
overwinnen, waardoor Bloemendaal dit na
tuurmonument rijker werd. De wereldberoem
de „Kopjes" die zoo'n schitterend uitzicht
bieden, waren vroeger voor het publiek ge
sloten. Het Bloemendaalsche Bosch kwam
door aankoop in handen der gemeente. In
plaats van de oude begraafplaats om de Ned.
Herv. Kerk heen kwam een begraafplaats, die
een der mooiste van het land is; het aantal
inwoners steeg tot 14.000.
In Juli 1907 waren er 6 scholen te Bloe
mendaal, thans zijn er 14, weldra zullen er
17 zijn. Dit getal is wel wat overdreven en spr.
waarschuwt dat het raadzaam zal zijn, met
aanvragen voer het bouwen van zooveel scho
len op te houden. De gemeente kreeg verder,
gas. duinwater, stofvrije asphalt-wegen. Dit al
les kwam tot stand onder 't bestuur van Jhr.
Bas Backer. De lasten waren niet ondraaglijk
hoog; een percentage van 3 kon gehandhaafd
blijven .Altijd heeft de burgemeester op de
bres gestaan voor een zuinig beheer en voor
verfraaiing der gemeente en zoo heeft hij er
zeker toe bijgedragen dat Bloemendaal een
van de mooiste gemeenten uit ons vaderland
is geworden.
De burgemeester heeft nu gemeend, dat het
tijd is, zijn taak aan jongere krachten over
te laten en zijn laatste levensjaren in rust
door te brengen. Die rust wordt hem van
harte gegund. Spr. wenscht den burgemees
ter toe, dat hij er nog jaren van genieten zal,
dat hij te Bloemendaal zal blijven wonen en
daar nog heel lang getuige zal zijn van den
verderen bloei der gemeente, (applaus». z
Namens alle leden van den Raad biedt de
heer Laan den scheidenden burgemeester een
aandenken aan: een zilveren presenteerblad,
met het wapen van Bloemendaal en het in
schrift: „De gemeenteraad aan Jhr. Bas
Backer. 1907—1931".
Met een kort woord dankt de voorzitter ge
roerd voor dit geschenk, dat hem altijd een
aangenaam souvenir zal zijn en den heer
Laan voor zijn hartelijke woorden.
Rede van den heer De Waal Malefijt
De heer De Waal Malefijt zegt hierna
het volgende:
Als oudste raadslid zij het mij vergund aan
de woorden van den Wethouder, den heer
Laan, het een en ander toe te voegen.
De heer Laan heeft in zijn toespraak doen
uitkomen, welke veranderingen vrijwel
zonder uitzondering groote verbeteringen
onder uwe leiding in de gemeente o.m. tot
stand zijn gebracht.
En om volledig te zijn, zou de Wethouder
nog veel meer in het licht hebben kunnen
stellen. Ik denk hierbij aan de verbetering van
den Vogelenzangscheweg. aan het maken van
een uitzichttafel op het Koningin-Wilhehni-
naduin te Bloemendaal en op het Julianaduin
te Aerdenhout. aan de uitbreidingen van het
wegennetMaar waartoe zal ik voortgaan;
waartoe nog meer uit de herinnering terug
roepen.
Van ganscher harte stemmen wij in met al
hetgeen door den Wethouder zooeven is ge
releveerd.
Gedurende het tijdperk van 24 jaren, dat
U het burgemeestersambt van Bloemendaal
vervulde, mocht ik ongeveer 23 jaren als
raadslid en 15 jaren als Wethouder met U sa
menwerken. En mocht het al eens voorkomen
dat er verschil van inzicht bestond, dan wist
U steeds zoowel in het College van Burge
meester en Wethouders als in de raadsverga
deringen de principieel politieke debatten
te coupeeren om de zakelijke dingen de
gemeentebelangen op den voorgrond te
stellen.
De geest des tijds heeft zich ook in onze
gemeente doen gelden. Het toenemend snel
verkeer stelde hoogere eischen aan de wegen,
waaraan door verbreeding en verruiming is
tegemoetgekomen. Veel is daardoor van de
intimiteit en het karakteristieke van het
dorpsaspect en het dorpsleven verloren ge
gaan. de landelijke rust op vele plaatsen ver
stoord geworden, maar desniettegenstaande
zijn hier nog vele aantrekkelijke punten ge
bleven en het behouden van rustige verblijf
plaatsen te midden van de ongerepte natuur,
had uw volle aandacht.
Het bezoek van omwonenden en vreemde
lingen aan deze gemeente, is met de jaren
snel toegenomen, niet in het minst door den
aanleg van een grootschen weg door de dui
nen naar Zee en Zandvoort, onder uw leiding
tot stand gekomen, aan beide zijden waar
van de schoonste natuurtafereelen, tot ver
over onze grenzen geroemd, te voorschijn ge
roepen zijn.
In jaren van voorspoed niet alleen, maar
ook in moeitevolle jaren, als in den oorlogstijd
heeft U steeds getoond een warm kloppend
hart te hebben voor de belangen der gemeente
en haar ingezetenen.
Dat U in den lentetijd het besluit genomen
heeft de leiding uit handen te geven, opdat
een jongere kracht uw taak zal overnemen, is
als een symbool voor de verdere ontwikke
lingsplannen, waarvan de kiem reeds gezaaid
is, te beschouwen. De voorbereidingen van
belangrijke plannen en werken zijn reeds ge
nomen. En aan den vooravond van de uitvoe
ring, nu de weg eenmaal gebaand is tot het
nemen van verdere gewichtige besluiten, ver
laat gij uw post, om uw welverdiende rust
te genieten.
Ik spreek namens alle raadsleden, als ik U
bij uw afscheid hartelijk dank zeg, voor alles
wat U in het belang der gemeente Bloemen
daal tot stand heeft helpen brengen.
Met tevredenheid kunt U op uw beleid en
uw werkzaamheden terugzien.
Bij den Raad zal uw persoon en uw werk
tot in lengte van dagen in aangename her
innering blijven.
Ik eindig met ons aller wensch uit te spre
ken. dat het U gegeven moge zijn nog jaren
en jaren in goede gezondheid een aangename
rust te genieten.
Toespraak van den gemeente
secretaris.
Vervolgens is het woord aan den gemeen
tesecretaris, Mr. Dr. Veer en. die zegt:
Ware het niet, de 11de Juni en het 11de
punt der Agenda dat luidt: Afscheid van den
Burgemeester, ik zou me niet vermeten het
woord te voeren, nadat ik ruim elf jaren in
deze vergadering gezwegen had. Wij staan
hier op een tweesprong, waar onze wegen zich
scheiden na zoo'n langen tijd van samenwer
king, en onwillekeurig grijpen de gedachten
dan achterwaarts en komen herinneringen
boven aan episodes, die door beide voorgaan
de sprekers gememoreerd zijn, doch welke
voorbereid werden op uw kamer. Hoe vaak
niet ging het huistelefoontje met: „Secreta
ris heb je even tijd" en dan wist ik wel dat
er een of ander geblangrijks te behandelen
viel.
Voor zaken buiten het ambtelijk leven
staande toondet ge dikwerf belangstelling,
doch ge wist ze daarvan altijd gescheiden te
houden. Steeds toondet ge hoffelijkheid te
bezitten, ook al waart gij het met uw tegen
stander niet eens. Het was een prettig sa
menwerken, daarvoor breng ik U dank, en
spreek de verwachting uit, dat ge als ge het
ambtelijk leven vaarwel gezegd hebt. nog vele
jaren een otium cum dignltatc zult mogen
genieten met uwe familie en in goede ge
zondheid.
Afscheidswoord van den
burgemeester.
In zijn dank- en afscheidswoord zegt de
voorzitter, dat hij indertijd zijn benoeming
tot burgemeester van Bloemendaal als een
voorrecht heelt beschouwd. Inderdaad is de
ontwikkeling der gemeente belangrijk ge
weest; zij is gegroeid uit een reeks buiten
plaatsen en het aantal inwoners verdubbelde
sedert 1907. ondanks de annexatie.
Spr. vestigt er met nadruk de aandacht op,
dat do gemeente Bloemendaal staat en valt
met het behoud van het natuurschoon.
In de afgeloopen 24 jaren heeft spr. vele
raadsleden zien komen en gaan en wanneer
spr. zijn herinnering raadpleegt, valt er zeer
veel te waardeeren. In de raadsvergaderingen
heersehte steeds een aangename toon en spr.
behoudt aan zijn ambtsloopbaan te Bloemen
daal slechts aangename herinneringen.
Dank brengt de voorzitter aan de wethou
ders, de ambtenaren, beambten en werklie
den der gemeente voor de altijd ondervonden
greote medewerking om te eindigen met het
uitspreken van zijn beste wenschen voor den
bloei der gemeente Bloemendaal. Ook den
leden van den Raad wenscht spr. het beste
voor de toekomst.
Nadat de voorzitter de raadsleden tot een
gezellig samenzijn, volgende op de raadszit
ting. in Hotel „Van Ouds 't Raadhuis" heeft
uitgenoodlgd, sluit hij voor het laat-st de zit
ting van den Bloemendaalschen Gemeente
raad.
DE RAADSVERKIEZINGEN.
VERGADERING VAN DE S. D. A. F.
Donderdagavond hield de afdeeling Bloe
mendaal van de S. D. A. P. een uitstekend
bezochte openbare vergadering in hotel Roo-
zendaal te Overveen.
Nadat de voorzitter, de heer W. Noorman
de bijeenkomst had geopend, kreeg de heer
C. Schulz het woord.
Spr. achtte het gewenscht om in een open
bare vergadering uiteen te zetten, wat er in
den Raad is gebeurd en om de belangrijkste
toekomstvragen te beantwoorden.
Hij deelde mede het zeer te betreuren, dat
een lokaliteit te vinden is waar de S. D.-
noch in Aerdenhout, noch in Vogelenzang
raadsleden gelegenheid hebben, om verant
woording af te leggen over hun optreden ln
den Raad.
Daar zij reeds 12 jaren in den Raad ztting
hebben, had hij een' betere waardeering ver
wacht. omdat zij zich toch beschouwen als
verantwoordelijke menschcn, die respect ver
dienen. Spr. prijs het in den burgemeester,
dat deze gelegenheid heeft gegeven om pro-
pagandat-ochten door de gemeente te houden
met 5 minuten-speeches.
Wat in den Raad voor gods tot stand is ge
komen. aldus de heer Schulz. is natuurlijk
nies alleen ons werk. wel mogen wij zeggen,
dat vaak zonder ons veel niet zou zijn ge
beurd.
Spr. behandelt allereerst den arbeiderswo
ningbouw.
In Bloemendaal-Noord komen 65 arbeiders
woningen. De heer Noorman heeft hierin
een groot aandeel gehad. Ook heeft de S. D.
A. P. haar steun verleend voor den bouw van
10 arbeiderswoningen van een R.-K. bouw-
vereeniging ln Vogelenzang, Hiermede zijn
wij niet aan het einde van het programma.
Voor het middelgedeelte is nog niets bereikt.
Na de annexatie heeft spr.'s partij direct
aangedrongen op nieuwe gelegenheid toen
Tuindorp Haarlem werd. De bouw op de ter
reinen bij het Brouwerskolkje, door de ge
meente aangekocht, stuitte op allerlei moei
lijkheden en verzet. Bij de Dompvloedslaan
zijn evenwel terreinen aanwezig. De taak der
gemeente is. die terreinen ln handen te krij
gen en er arbeiderswoningen te bouwen.
De drang hiertoe ls steeds uitgegaan van
de arbeidersvertegenwoordigers, en die drang
moet blijven en liefst worden versterkt.
De werkloozenzorg vindt spr. ln Bloemen
daal goed geregeld, maar ook hier moeten
wij op ons qui-vive zijn. Spr. laakt het in den
heer Verdegaal, dat. deze het bedrag wilde
halveeren en vindt dit te meer opmerkelijk,
daar in de R.-K. partij de meeste arbeiders
zijn.
De heer Kooiman, die bil de Ziektewet de
premie door de gemeente wilde laten betalen,
is van de lijst verdwenen, maar de heer Ver
degaal is door de R.-K. arbeiders weer op de
lijst gemracht. Spr. wijst er op, dat ook de
vrijzinnige heer Cassce toen tegen heeft ge
stemd.
Het onderwijs noemt spr. quantitatlef goed.
Maar het gemeentebestuur geeft geen lei
ding en loopt achter de feiten aan, waardoor
het openb. onderwijs in het gedrang is ge
komen. Spr. wijst op Aerdenhout en vindt
ook een O. L. school in het Noorden noodza
kelijk.
Verder critiseert de heer Schulz de school-
geldregcling voor liet M. O., die voor arbel-
dersinkomens niet voldoende ls.
Het bezwaar van spr. van onze belasting
heffing is. dat geen opcenten zijn geheven
op de fondsenbelasting, maar wel op de per-
soneele belasting.
Men vermijdt hier angstvallig om de be
lasting van de minst kapitaalkrachtigen te
verlichten.
De positie van het overheidspersoneel is
niet slecht, ofschoon spr. de rechtspositie
niet toejuicht. De S.D.A.P. zal er stelling te
gen nemen, als beknibbeld wordt op f 50
meer jaarloon voor een arbeider, terwijl aan
hooge ambtenaren voetstoots honderden gul
dens worden gegeven.
Spr. verklaart zich voorstander van het
behoud van natuurschoon, maar tevens voor
openstelling van terreinen, die nu voor bij
na ledereen gesloten zijn. Hij zou het toejui
chen als terreinen door dc gemeente werden
aangekocht en heeft hierbij het oog op Els-
wout en groote duingebieden. Openstelling
van groote terreinen, naast opvoeding van
het public om dit naar waarde te schatten, is
taak der overheid en de tijd hiervoor is ge
komen.
Als laatste punt behandelt spr. de benoe
mingskwestie van het. hoofd van den plant
soenendienst die hij een kwestie van belang
acht voor de moraliteit van den Raad.
Spr. wijdt dan nog enkele woorden aan
den Raadhuisbouw die in den nieuwen Raad
aan de orde komt en vraagt eindelijk steun
van hen, die 't in groote lijnen met de S. D.
A. P. eens zijn.
Na de pauze sprak Ir. C. G. Cramer, die op
den groei van het socialisme wees, dat alleen
in staat is, om orde te brengen in den chaos.
Het socialisme dient niet het materialisme,
maar is een groot cultureel belang voor de
heele menschheid. In de gemeentepolitiek
kan men de socialistische gedachte bevorde
ren.
Ook deze spr. wekte op om rood te stem
men.
Niemand meldde zich aan voor debat.
De heer Noorman sloot de bijeenkomst met
een woord van dank.
BEVERWIJK
EXAMENS L. O.
Voor het examen L.O. slaagden aan de
Bisschoppelijke Kweekschool de heeren C.
r j. Potter. J. Ranke. A. Schmedcs,
P. Smit en J. Ut tien,