STADSNIEUWS Reorganisatie U.L.O. te Haarlem. J. LOTTGERING KAMER VAN KOOPHANDEL Het Vruchteloos Offer. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 17 JUNI 1931 Een 2-jarige' onderbouw, daarna 2 jaren opleiding voor het M.U.L.O. diploma of 1 jaar met praktijkopleiding? Van meer dan een zijde komen uitingen van ontevredenheid met de bestaande in richtingen van ons lager en uitgebreid lager onderwijs. Men verlangt hervorming en verbouwing, men ontwerpt plannen en doet voorstellen tot reorganisatie. De klachten over de zes-jarige opleiding voor het M. O. hebben bij de autoriteiten weinig weerklank gevonden. En toch zijn we overtuigd, dat te eeniger tijd dit probleem weer de belangstelling zal komen vragen. Een ander plan tot hervorming gaat van de autoriteiten uit. Onze Wethouder van onder wijs onderzoekt al geruimen tijd de mogelijk heid, de 8ste en 7de leerjaren te concen- treeren in aparte scholen, maar krijgt over de wenschelijkheid van het laatste de meest tegenstrijdige adviezen, die uitzicht geven op felle en hardnekkige bestrijding. Een be slissing nemen is in zoo'n geval zeker niet gemakkelijk en het zou ons dan ook niet verwonderen, als aan den tegenwoordigen Raad geen uitspraak zal worden gevraagd. Anders staat het met een derde hoogst be langrijke kwestie: de reorganisatie van het Ulo. We geven die een goede kans, al zouden we er geen eed op durven doen, dat bij het begin van den nieuwen cursus alles in kannen en kruiken zal zijn. Daarvoor moet er nog te veel water door den ambtelijken Rijn stroomen. Maar, indien men de zaak ernstig wil, kan zelfs de bureaucratische traagheid wel overwonnen worden. Wie weet, welke gloed der overtuiging zich achter een snelle beslissing plaatst! Het is de Bond van Nederlandsche Onder wijzers, die dit Ulo-balletje aan het rollen heeft gebracht en die ln een adres aan B. en W., gesteund door een sterke en logische memorie van toelichting, het volgende be* pleit: le. een twee-jarigen onderbouw voor alle leerlingen gelijk. 2e. daarna splitsing in een twee-jarigen cursus voor opleiding tot de Mulo-diploma's (de tegenwoordige school) en een een-jarigen cursus met praktijkopleiding. Verder wenscht de Bond ter bestrijding van het intellectualisme invoering van handen arbeid. Hij acht het wcnsehelijk en ook mo gelijk, dat het eerste deel van zijn verzoek (de splitsing na het tweede leerjaar) reeds met 1 September van dit jaar zijn beslag krijgt. De oudercommissies van de betrokken scholen hebben reeds adhaesle aan het ver zoek betuigd en genoemde wenschelijkheid in het belang der tegenwoordige leerlingen uitdrukkelijk betoogd. Dat is een voornaam ding. Het Ulo is een tak van onderwijs, die niet tegenstaande de tegenwerkende factoren, na 1920 tot flinken wasdom is gekomen, ook in onze stad. Voor jonge mcnschen, die niet voor „studie" zijn bestemd en voor wie toch een zekere algemeene ontwikkeling als nood zakelijk wordt gevoeld, heeft het veel aan trekkelijks en als er nu omstandigheden zijn, die den verderen groei belemmeren en het zetten van de vrucht tegenhouden, moet men de hindernissen wegnemen. De groote kwaal van het Haarlemsohc Ulo is de eenzijdigheid. De Wet is mei opzet zoo geredigeerd, dat men alle kanten uit kan. In vele plaatsen heeft men die soepel heid gebruikt door verschillende typen van Ulo-scholen in te richten. In Haarlem is men yi clit opzicht achtergebleven. Het Ulo kent hier slechts één taak opleiden voor het Mulo-examen, dat als ieder examen zijn consequenties van drijven en drillen mee brengt, ook voor hen, voor wie dit niet wordt verlangd en erger, voor wie daar geestelijk en physiek niet op gebouwd zijn. Als men het aantal vakken nagaat, waarin een Ulo-patiënt wordt geëxamineerd zou men geneigd zijn, eerbied te gevoelen voor die „knappe kinderen". Maar men moet ook denken aan het kin derleed, dat aan die examens verbonden is! Leerlingen van inrichtingen van M. O. worden op kennis gekeurd door eigen leeraren met a.s. onderwijzers is het niet anders, maar voor Ulo-kinderen, die een paar jaar jonger zijn, is deze operatie aan vreemde chirurgen opgedragen. Terwijl a.s. studenten en onderwijzers hun kennis van vreemde talen moeten bewijzen met het leveren van een vér taling uit de vreemde taal in het Nederlandsch, moeten a.s. kantoorbedienden en leerlingen van 1 Kweekscholen bovendien proeven van be= kwaamheid afleggen in omgekeerde rich- tng. Of wij den druk van het Mulo-examen radicaal van de Ulo-school zouden willen wegnemen? Wij denken er niet aan. Vele menschen hebben met een Mulo-diploma toegang tot de M.T.S. en andere inrichtingen van onderwijs, de nieuwe onderwijzersop leiding, die nog altijd ln de v/et-De Visser paradeert, zal voor een goed deel op dit diploma steunen en voor verschillende be trekkingen is het eisch pf minstens aan beveling. Wij stellen ons dus met den Bond van Ned. Onderwijzers op den bodem der werkelijkheid en wenschen in de huidige omstandigheden met geen vinger aan de diploma-opleiding te raken. Alleen, de kinde ren. voor wie die opleiding niet wordt be geerd, of voor wie het diploma onbereik baar is, mogen niet de dupe worden. De cijfers over het leerlingen verloop aan de Ulo-school zijn daaromtrent niet gerust stellend. Als we lezen, dat over een periode van vijf jaren, lang genoeg om den invloed van toevallige en tijdelijke factoren tot een (mi nimum te beperken, van iedere 100 leer lingen er 23 verdwijnen in de 1ste klasse, 26 in de tweede, 10 in de derde en 9 geen diploma krijgen, niettegenstaande ze de hoogste klasse bereiken, dan staan we bij zoo'n getal 26 toch zeker ©ven stil en vra gen de oorzaak. En als ops dan blijkt, dat die 26 zeggen wil, dat 37 pet. van de leerlingen uit de tweede klasse de scheidingslijn met de derde niet vermag te overschrijden, dan zullen we naar een middel moeten zoeken, om die abnormaliteit te doen verdwijnen. En ais we dan door controleerbare cijfers zien aangetoond, dat met een sterke toe* neming van het aantal leerlingen, een daling ln de resultaten gepaard gaat, dan mengt zich met onze vreugde over het eerste een gevoel van onvoldaanheid over het laatste. Wij hebben de voornaamste oorzaak van den ongezonden toestand al aangewezen: het examen. Maar er is een andere: De lange cursus duur. Er is wel eens beweerd, dat vele kinderen op de Ulo komen, om den 7-jarigen leertijd, door de Wet opgelegd, uit te dienen. Maar deze meening kan worden weerlegd met het feit, dat 2/3 van de leerlingen komen, na de volledige 7-jarige school of een opleidings school t-e hebben doorloopen. De eerste zijn niet meer leerplichtig, de laatste komen uit een milieu, waar men zijn kinderen gaar ne langer leertijd laat, dan de Wet a!s mi nimum eLscht. Daarom mag men gerust aan nemen. dat de ouders, enkele uitzonderingen daargelaten, hun kinderen sturen met de bedoeling ze den heelcn cursus te laten afloopen. Of een vierjarige cursus na die 7 jaren L. S. evenwel ongunstigen invloed uitoefent op de bezetting der hoogere klas sen, is een andere vraag. Meermalen blijkt dat ouders hun economischen weerstand heb ben overschat. En _als dan op school alles maar vlot loopt, getroost men zich veel. Maar de examendruk is oorzaak van menige desillusie. Het gevolg laat zich raden. Er is een drijven in het land naar om zetting van 3-javige en 4-jarlge Ulo-scholen. Dat is niet altijd in het belang van het onderwijs. Het is van meer belang, dat 60 pet. een 3-jarige school afloopt, dan dat 30 pet. een 4-jarige tot een goed einde brengt. En het Mulo-examen moet zich dan maar schikken naar de school en niet omgekeerd. De Bond van Ned. Onderwijzers wil de 4-jarige opleiding recht doen wedervaren, maar een 3-jarige daarnaast inlasschen. die bovendien op vereenvoudiging en weglating van vakken zal zijn gericht. Het kan gerust aan de betrokken leerkrachten worden over- gelaten, te adviseeren. waarin die vereen voudiging zal moeten bestaan en welke vak ken als slachtoffer moeten vallen. Maar, dat het onmiddellijk gevolg zal zijn: een betere bezetting der 3de klassen, een saneering van de opleiding voor de officieele Mulo-diploma's een betere schoolsfeer en een grootere bloei van het Ulo, dat mag met grond worden verwacht. We zien met vreugde den dag tegemoet, dat een groot aantal leerlingen, die nu tus- schentijds ontmoedigd den strijd opgeven, met een keurig uitgevoerd gemeentelijk di ploma ln den zak tevreden hun leertijd zul len eindigen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. REINICT en MAAKT NIEUW van OUD CR. HOUTSTRAAT 5a TELEFOON 10771 PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. DE AGENDA VOOR DE ZOMERZITTING. De gewone zitting der Staten zal worden geopend op Dinsdag 7 Juli 1931, des voor middags te half twaalf in het Gouverne mentsgebouw. In de op dien dag te houden vergadering zal in de eerste plaats worden overgegaan tot het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden. Daarna wordt in commissiën vergaderd. Daarna zal de vergadering worden ver daagd tot Woensdag 8 Juli 1931, des voor middags te half elf, dan zal de verkiezing plaats hebben van ieden van Gedeputeerde Staten. De vergadering zal daarna worden ver daagd tot Dinsdag 21 Juli 1931. des voor middags te half elf, ter behandeling in open bare vergadering van de punten der agenda, die vooraf door Commissiën zullen zijn onder zocht. Zoo noodig zal de behandeling den volgen den dag, eveneens des voormiddags te half elf, worden voortgezet. VRIJZINNIG HERVORMDEN. A.s. Zondag, half elf. zal Dr. G. Horreiis de Haas, Ned. Herv. predikant te Zwolle, de godsdienst-oefening leiden in de Nieuwe kerk. Doordat prof. v. d. Bergh van Eysinga deze (vacature) beurt aan de Ver. van Vrijz, Herv. heeft afgestaan, gaat de dienst in het gebouw van den Protestantenbond niet door. .GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Herben, Kloosterstraat 77. badpak, muts en handdoek. De Graaf, Arnulftstraat 20. boekje v. Maanen, Zijlstraat 38, bal, De Vries Cen- taurusstraat 32. broche, Timmer, Santpoor testraat 29, ceintuur, Gorter. Schermerstraat 8, das, P. Nuesink, Kennemerstraat 3 rd-, geld Reus, Emmastraat 26, handschoenen, De Bruin, v. Hogendorpstraat 195, manteltje, Harmsen. Weltevredenstraat 8, muts. Wesse- ling, Hofmeyerstraat 3, nummerplaat, Oud- hoff, Korte Poellaan 21, portemonnaie met inhoud. Lindner. Zijlweg 168, idem, De Gruy- ter, Zijlweg 42, idem. v. Deun, Ternatestraat 27, portemonnaie, Koelemey, Leidschestraat 152. portemonnaie met inhoud, Reineveld, Kolkstraat 28 zw„ pak'e m. inhoud. C J v. d. Putten. Spaanschevaartstraat 14. pakje met inhoud. E. J. Strobel, Kastanlestraat 20, por temonnaie met inhoud. A- Sparreboom. Loots- straat 34, rozenkrans. Dr. Götte, Lorentznlein 30. rugzak. Bureau van politie, Smedestraat, schort, schoen, Dijkstra. Bolwerkslaan 3, sleu tel. Jansen, Magdalen astraat 22rd„ sleutel, West. Anieliersstraat 22. zandscheple, Koster. Schoterstraat 11, taschie m. inhoud, Hanting. Timorstraat 116, zakdoekje. ONTVANGSTEN TEN STADHITÏZE. Burgemeester en Wethouders van Haarlem zullen en stadhuize officieel ontvangen: op Woensdag 1 Juli a.s., des namiddags om 9 uur, de deelnemers aan de algemeene vergadering van de Vereenigmg van Neder landsche Arbeidsbeurzen: op Maandag 6 Juli a.s.. des namiddags om 9 uur. de deelnemers aan de jaarvergadering van de Vereeniging van Gasfabrikanten in Nederland. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. STOO MWASSCH BRIJ „F EM IN A" R^ENTE^SEtAAN.io. I I I. I 1 jU HAARLEM f EL. IJ4M. Helder waschgoed. Billijke prijzen. Vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in het district Haarlem, onder leiding van den heer E. H. Krelage, op Dinsdagavond. De Voorzitter spreekt woorden van gelukwensch aan het adres van het afwezig lid, den heer Burgersdijk, directeur der N. Z. H. T. M.. ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan dier Maatschappij. Klachten over postbestelling. Het Bureau deelt aan de Kamer mede: In de op 18 Mei j.l. gehouden vergadering der Kamer werden door den heer J. A. v. d. Burg klachten geuit, betreffende het bezorgen van poststukken. Bij schrijven van 18 Mei j.l. bevestigde de heer v. d. Burg ons deze klachten onder overlegging van bewijsstuk ken, die aan den directeur van. het Post kantoor zijn ter hand gesteld. Uit het door den directeur ingestelde on derzoek is gebleken, dat slechts in één ge val een vertraagde aflevering kon worden ge constateerd, waarvoor de directeur van het Postkantoor zijn verontschuldiging aan den betrokkene heeft aangeboden, ofschoon de vertraging een gevolg kan geweest zijn van het ontbreken van straat en nummer. Overi gens bleken onvolledige en onduidelijke adresseering, o.m. door het ontbreken van straatnaam en (of) huisnummer, oorzaak te zijn van onjuiste bestelling. De heer van der Burg heeft ook gevallen genoemd van klachten over de (huis-aan-huis bezorging zonder adresseering der stukken. Het is volkomen duidelijk, dat men bij deze wijze van bezorging niet kan eischeji, dat elk gezin een exemplaar van de zoo versprei de stukken ontvangt, omdat stellig niet ge vorderd mag worden, dat zonder aanduiding van adres, aan de post bekend is of eeü woning door één of meer gezinnen bewoond wordt. De klacht, dat een of meer straten waren overgeslagen, bleek een gevolg te zijn van het zenden van een onvoldoend aantal exemplaren van het te distribueeren stuk door den afzender. Bleken derhalve de door den heer van der Burg aangebrachte op één uitzondering na ongegrond, juist die uitzondering geeft het Bureau aanleiding tot een opmerking. De bedoelde brief was namelijk op een Zaterdag gepost, en eerst den daarop volgenden Woens dag te Haarlem bezorgd. Ofschoon deze ver* traging een op zich zelf staand geval wel heel groot is, is 'het een bekend feit, dat in tegenstelling met de vlugge bezorging van poststukken in de week, snelheid der verzending van Zaterdag op Maandag zeer veel te wenschen laat, veel meer dan door den Zondag kan worden verklaard. Het Bureau stelt zich voor op dit bezwaar nog maals de aandacht der betrokken autori teiten te vestigen. De Kamer vereenigt zich hiermede. Reclame op spoorwegkaartjes. In antwoord op de vraag van den heer J. A. v. d. Burg in de op 12 Mei j.l. gehouden, vergadering van den Kamer betreffende de al dan niet wenschelijkheid van het plaatsen van reclame op de achterzijde van spoorweg kaartjes, deelt het Bureau imede, dat z.i. de door den heer v. d. Burg gemaakte ver gelijking met reclames op poststemmels niet opgaat, daar een spoorkaartje niet aan an deren in handen komt dan den reiziger zelf, die er gebruik van maakt en derhalve de bezwaren, die tegen (het poststempel met reclame bestonden, hier niet aanwezig zijn. Het Bureau heeft derhalve geen aanleiding om de Kamer in overweging te geven tegen de reclame op spoorkaartjes op te komen. Ook hiermede vereenigt zich de Kamer. Verplaatsing wachtpost IJmuiden. Het Bureau deelt aan de Kamer mede: In de op 12 Mei j.l. gehouden vergadering der Kamer werd een schrijven van den Mi nister van Financiën aangehouden, van 5 Mei 1931, zijnde een antwoord op het schrij ven van onze Kamer van 12 Januari 1931, betreffende de verplaatsing van de wachtpost te IJmuiden. Adressanten is van dit schrij ven van den Minister mededeeling gedaan met het verzoek eventueele opmerkingen aan onze Kamer te willen zenden. Bij schrijven van 12 Mei 1931 werd ons medegedeeld, dat belanghebbenden geen prijs stellen op het doen van verdere stappen onzerzijds, zoodat deze aangelegenheid hiermede als afgehan deld beschouwd kan worden. Hoofdstembureau. Door B. en W. der gemeente Haarlem zijn benoemd in het Hoofdstembureau voor de op 31 Juli 1931 te houden verkiezing van een lid der Kamer, ter voorziening in de vacature- Brinkmann. de heeren: W. J. D. van Liemt. voorzitter; B. F. Enschedé. J. F. Klercq. Jhr. J. C. Molierus. leden: C. ten Boom. plaats vervangend voorzitter: H. J. L. Klein Schip horst. D. Treur, Mr. A. A. Deenik, plaatsver vangende leden. Demonstratie Nederlandsch Fabrikaat te Arnhem. De Kamer besluit, niet deel te nemen in het garantiefonds der Arnhemsohe demon stratie van Nederlandsch Fabrikaat, omdat van belangstelling van de industrie In <jn, district in bedoelde demonstratie niet geble, ken is. De vaargeul in het Spaarne, Belanghebbenden hebben de Kamer gewe zen op de onvoldoende diepte van de vaar geul in het Noorder Buiten Spaarne cm wel in het gedeelte tusschen de spoorbrug en de grens in h>et Noorden der gemeente Haar lem. Bij nader onderzoek is aan het Bureau in. derdaad gebleken dat in de industrieele on dernemingen, daar ter plaatse gevestigd, na deel ondervonden wordt van de onvoldoende diepte, zoodat het meer dan eens voorkomt dat schepen of in het geheel niet of eerst na veel moeite ter bestemder plaatse kunnen komen. Deze bezwaren zouden ondervangen zijn indien de onderhavige vaargeul uitgediept zou worden tot minus 4.21 meter A.P. waar door een diepte zou verkregen worden gelijk aan die der vaargeul tusschen Spaavndam en de bovenbedoelde grens der gemeente Haarlem. De Kamer zal daarom het college van B. en W. verzoeken wel die maatregelen te wil len treffen dat aan het bezwaar zoo spoedig mogelijk in het belang der industrieele on dernemingen tegemoet gekomen wordt. Het arbitrage-reglement, Aan de orde komt het voorstel van Ihet Bureau tot intrekking van het arbitrage reglement, vastgesteld door de vergadering der Kamer van Kophandel van 2 Januari 1924 en tot vaststelling van een nieuw arbitrage-reglement. Na eenige opmerkingen en vragen van de heeren Hooy en Enschedé wordt besloten de eindstemming over dit voorstel te verdagen tot de volgende vergadering daar verschillen de leden uit de groot-industrie afwezig zijn, De rondvraag levert niets op. Hierna sluiting der openbare (vergade ring. FAILLISSEMENTEN. Door ide Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijtu op 16 Juni in staat van faillis* sement verklaard: 1. J. Ruis Azn., metselaar, wonende te IJmuiden-Oost, Velserduinweg 334. Curator Mev.r. Mr. G. Biewenga—Gymink wonende te IJmuiden. 2. H. C. Witbraad, winkelier in radioartike len, wonende te Haarlem, Timorstraat 66. Curator Mr. J. Deenik wonende te Haar lem. 3. A. Kramer, koopman in scheepsbenoodigd heden, wonende te IJmuiden, Trawlerkade C 70. Curator mevr. Mr. G. Biewenga—Gymmk4 wonende te IJmuiden. 4. De nalatenschap van Hendrik Bakker, caféhouder te Wormer, eerder te Benne- broek. Curator Mr. T. A. M. A. van Laben Seis, wonende te Haarlem. Opgeheven werden de faillissementen wegens gebrek aan actief van: 1. H. Greuter, wonende te Beverwijk. Curator Mr. W. de Rijke, wonende te Haar lem. 2. Th. P. G. J. Mtsus, wonende te Hpen- dam. Curator Mr. H. H. Riepma, wonende te Edam. Geëindigd is het faillissement door het verbindend worden der eenige uitdeelings- lijst van: A. J. Willems, wonende te TJmuidien. Curator Mr. A. van der Plier, wonende të IJmuiden. «ir RAAD VAN ARBEID. Het bestuur van den Raad van Arbeidvheeft aanleiding gevonden in de tallooze moeilijk heden. die zich voordoen bij de toepassing der Ziektewet, om eenige controlevoorschrif ten vast te stellen in verband met art. 50 eerste lid sub g dezer wet en met inachtne ming van art. 4 lid 1 van het Kon. Besluit van 26 Februari 1030 no. 48 Het voornaamste besluit hiervan luidt:" De verzekerde die, ingeval van ongeschikt heid tot het verrichten van zijn arbeid we gens ziekte, aanspraak maakt op zieken geld waaronder voor de toepassing dezer voorschriften elke andere uitkeering in de plaats van ziekengeld is begrepen is ver plicht van de ongeschiktheid zoo spoedig mo gelijk en in elk geval binnen tweemaal 24 uur melding te doen op één der volgende plaatsen: het kantoor- van den Raad van Arbeid te Haarlem, Statenbolwerk 1; het kantoor van den Raad van Arbeid te IJmuiden, Vischhal; de kantoren der Posterijen in het gebied van den Raad van Ai-beid. Het geheele besluit ligt ter secretarie van den Raad van Arbeid te Haarlem ter in zage. Ziekmeldingsformulieren zijn kosteloos - verkrijgbaar aan de kantoren der Posterijen en moeten ongefrankeerd worden ingezonden bij den Raad van Arbeid te Haarlem. FEUILLETON. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN. (Nadruk verboden.) 19) De gedachten, die den ouden officier op den weg naar huis bestormden, waren verre van vroolijk; hij zag de toekomst, donker in. Wat zou er gebeuren als Holger thuiskwam? Hij had den brief van zijn zoon niet moe naar „Seehof" genomen, uit vrees, dat ze zouden vragen hem te mogen lezen. Aan het slot stonden namelijk deze woor den: „De hartelijke groeten voor alle vrienden en bekenden, in het bijzonder voor de fami lie Bruhn. Ik hoop dat het ze goed gaat en dat op „Seehof" alles bij het oude is." „Alles bil het oude!" Gave de Hemel dat het zoo was, dacht de kolonel weemoedig. Holger had geen idee van het leed dat zijn oude vrienden getroffen hadhoe zou hij het. ook kunnen weten? Thalberg pij nigde zijn hersens lang met het probleem en kwam tot de slotsom, dat hij er den jongen in zijn volgenden brief ook niets van ver tellen zou Er als hij thuiskwam? Als officier kon hij toch moeilijk trouwen met de dochter van een vrouw, die gevangenisstraf had onder gaan wegens een ernstiè misdrijf! Zou l-Iol- ger voor zijn liefde het groot offer willen brengen.want dat het een Offer zou zijn stond voor den kolonel vast.... en ontslag uit den dienst nemen? Voor het eerst van zijn leven werd de oude man zich bewust, flat liy, ondanks de groote vertrouwelijkheid die altijd tusschen hen had bestaan, het ka rakter van zijn jongen toch niet door en door kende HOOFDSTUK XEL Het was een heldere, mooie vroeg-win terdag. toen kolonel Thalberg zich van het dichtsbijzijnde station naar de gevangenis liet brengen. De velden waren bedekt met een ongerept-blank sneeuwkleed en de rijp had de takken der bladerlooze boomen om- getooverd tot fijn kantwerk, dat schitterde in de zon. De slede was ruim. de zitplaats gemakkelijk, de bellen van de paarden rin kelden vroolijk in den klaren dag en Chris tian Thalberg zou genoten hebben van den tocht als het doel daarvan niet zoo uitspre- kelijk droef was geweest. En hoe dichter hij bij het uitgestrekte sombere gebouwcomplex kwam. hoe gedrukter zijn stemming werd. De kolonel liet de slede stilhouden voor de groote gevangenispoort, en stapte uit. Hij trok aan de bel en luisterde met beklemd hart naar de voestappen. die in de richting der met ijzer beslagen deur kwamen en dof echoden onder de hooge gewelven. Een sleutel knarste in het slot en de deur zwaaide open. „Wenscht u Iemand te spreken?" vroeg de portier beleefd. Thalberg wilde juist antwoorden, toen een heer, die het ruime vóórplein van de gevan genis was overgestoken, op hem toekwam. Een oogenblik later waren de beide mannen, na een hartelijk-verraste begroeting, in druk gesprek en de portier sloot de deur weer. „Hoe komt u hier dokter?" vroeg de ko lonel verbaasd. „Ik dacht dat u. toen u uit ons garnizoen werd overgeplaatst naar Fre- dcricia was gegaan?" „Daar ben ik ook een aanial jaren ge weest. Maar ik had geen lust mijn heele le ven officier van gezondheid te blijven en toen hier in de centrade vrouwengevangenis de betrekking van gestichtsarts openkwam. heb ik gesolliciteerd. U weet. ik heb altijd veel gevoeld voor werk met een socialen kant. We hebben elkaar anders in jaren niet gezien. Wat vliegt de tijd toch! Maar zonder onbescheiden te zijn kolonel, wat voert u zoo plotseling hierheen? Moet u Iemand spreken?" „Ik kom een gevangene bezoeken". „Och:" kwam het verbaasd over de lippen van den dokter. Hij had gedacht dat zijn vroegere regimentscommandant een bezoek wilde brengen bij den directeur of een ande ren hoofdambtenaar van de inrichting. „Een gevangene bezoeken? Wie is het, als ik vra gen mag?" „U moet haar van vroeger kennen Mevrouw Bruhn". „Natuurlijkdat spreekt vanzelf! Ja. nu herinner ik het mij: u was altijd erg be vriend met den ritmeester. Een treurige ge schiedenis, hé?" „Hoe maakt mevrouw Bruhn het?" vroeg Thalberg. weinig geneigd om op de laatste opmerking van den dokter in te gaan. „Ik geloof, dat ze er in geslaagd is zich in de omstandigheden te schikken. Ze heeft lichten arbeid gekregen en staat, voor zoo ver ik weet. bijzonder goed bij de directie en het bewakingspersoneel aangeschreven. Haar gedrag is voorbeeldig en zelfs ln haar tegen woordige positie heeft ze de manieren van een vrouw van de wereld niet afgelegd. Haar beschaving en ontwikkeling boezemen het personeel, zooals te begrijpen is, respect in." „U hebt haar natuurlijk gesproken?" „Dat v/il zeggen, ik zie haar bij de weke- lljksche controle. Maar een eigenlijk ge sprek heb ik niet met haar gehad. Och. het is natuurlijk vcor ons allebei pijnlijk, in deze omgeving weer met elkaar in aanraking te komen. Om haar persoon, die zoo heel anders is dan het gewone type dat we hier krijgen en om de oude relatie, interesseer ik mij uit- teraard voor haar en zoo heb ik nog al eens met de directeur en de bewaarsters, die dagelijks met haar omgaan, over haar ge praat. Hoe lang is ze nu hier?" „Zes weken". „En u wilde haar bezoeken?" „Haar man heeft het mij dringend ver zocht. Hij meende dat ze bezoek mocht heb ben." „Dat moet op een misverstand berusten. De gevangenen mogen pas na drie maanden bezoek hebben en dan nog van hun naaste familie. Maar omdat u nu eenmaal de be zwaarlijke reis hebt gemaakt en het gedrag van mevrouw Bruhn in elk opzicht voortref felijk is, zal het in dit- bijzondere geval wel worden toegestaan, dat u haar spreekt. Hebt u haar iets bijzonders mee te deelen?" „Neen. Maar ik geloof, dat het voor Bruhn een vreeseliike teleurstelling zou zijn als ik terug kwam zonder haar gesproken te heb ben." „Daarmee zou de directeur ook wel reke ning willen houden. Ik zal het met hem be spreken. Maar gaat u eerst met mij mee naar huis om koffie te drinken. U zult wel honger hebben na de lange reis." Dr. Horster nam den kolonel mee naar de zijde van het groote plein waar de wonin gen der hoogere ambtenaren lagen, prettig aandoende, begroeide landhuizen met voor tuinen, die een wel-schrille tegenstelling vormden met de grauwe hoofdgebouwen. Het interieur van de dokterswoning was al even smaakvol en gezellig als het uiterlijk en het gaf den bezoeker een verkwikkend, be- hagelijk gevoel. Ook de vriendelijke ont vangst door de aardige blonde echtgenoote van den arts, droeg er toe bij zijn trieste stemming te doen wijken, maar toen het smakelüke koffiemaal .werd opgediend, was zijn eetlust toch nog niet bijster groot en zijn spraakzaamheid evenmin. Hij zag onbe schrijfelijk op tegen de naderende ontmoe ting. Na het eten ging de dokter naar de direc teur. Nauwelijks was hij weg of de deur werd geopend en een meisje van een jaar of elf kwam binnen, een frisch, blond kind, met roode wangen, die tintelden van de opwekkende winterlucht en dezelfde vriende lijk blauwe oogen als haar moeder.Toen zij den vreemden heer zag, werd ze verlegen en wilde ijlings rechtsomkeert maken. „Kom maar binnen. Ilse", riep de dokters vrouw. „Je denkt zeker dat je niets meer krijgt, hé" ging ze lachend voort. „Maar we hebben een beetje vroeg koffie gedronken, omdat we bezoek hebben," En daarop tot de kolonel: „Deze ondeugende jongedame is onze dochter. U moet. niet denken dat ze altijd zoo onder een hoedje te vangen is!" Het kind had een mandje met bloemen bij zich, dat ze op een zij tafel zette. Daarop ging ze op den bezoeker toe en gaf hem schuchter een hand. Het dienstmeisje kwam de doktersvrouw roepen; deze verliet met een verontschuldi ging de kamer en de kolonel bleef met het kleine meisje alleen. Ilse schuifelde op het puntje van een stoel heen en weer en wist niets te zeggen; de oude heer staarde in gedachten voor zich uit. In haar verlegen heid kwam het kind tot de natuurlijke ge dachte bezigheid te zoeken en ze begon de bloemen uit het mandje tot een bouquet saam te binden. Het waren de laatste herfst bloemen die een vroolijke, kleurige tegen stelling vormden met het egaal witte sneeuw kleed buiten. De kolonel volgde met de oogen de bewe ging van het kleine meisje dat handig een draad om de stelen bond. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6