STADSNIEUWS
Reorganisatie U.L.O. te Haarlem.
J. LOTTGERING
KAMER VAN KOOPHANDEL
Het Vruchteloos Offer.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 17 JUNI 1931
Een 2-jarige' onderbouw, daarna 2 jaren opleiding voor het
M.U.L.O. diploma of 1 jaar met praktijkopleiding?
Van meer dan een zijde komen uitingen
van ontevredenheid met de bestaande in
richtingen van ons lager en uitgebreid
lager onderwijs.
Men verlangt hervorming en verbouwing,
men ontwerpt plannen en doet voorstellen
tot reorganisatie.
De klachten over de zes-jarige opleiding
voor het M. O. hebben bij de autoriteiten
weinig weerklank gevonden. En toch zijn we
overtuigd, dat te eeniger tijd dit probleem
weer de belangstelling zal komen vragen.
Een ander plan tot hervorming gaat van de
autoriteiten uit. Onze Wethouder van onder
wijs onderzoekt al geruimen tijd de mogelijk
heid, de 8ste en 7de leerjaren te concen-
treeren in aparte scholen, maar krijgt over
de wenschelijkheid van het laatste de meest
tegenstrijdige adviezen, die uitzicht geven
op felle en hardnekkige bestrijding. Een be
slissing nemen is in zoo'n geval zeker niet
gemakkelijk en het zou ons dan ook niet
verwonderen, als aan den tegenwoordigen
Raad geen uitspraak zal worden gevraagd.
Anders staat het met een derde hoogst be
langrijke kwestie: de reorganisatie van het
Ulo.
We geven die een goede kans, al zouden
we er geen eed op durven doen, dat bij het
begin van den nieuwen cursus alles in kannen
en kruiken zal zijn. Daarvoor moet er nog te
veel water door den ambtelijken Rijn
stroomen. Maar, indien men de zaak ernstig
wil, kan zelfs de bureaucratische traagheid
wel overwonnen worden. Wie weet, welke
gloed der overtuiging zich achter een snelle
beslissing plaatst!
Het is de Bond van Nederlandsche Onder
wijzers, die dit Ulo-balletje aan het rollen
heeft gebracht en die ln een adres aan B.
en W., gesteund door een sterke en logische
memorie van toelichting, het volgende be*
pleit:
le. een twee-jarigen onderbouw voor alle
leerlingen gelijk.
2e. daarna splitsing in een twee-jarigen
cursus voor opleiding tot de Mulo-diploma's
(de tegenwoordige school) en een een-jarigen
cursus met praktijkopleiding.
Verder wenscht de Bond ter bestrijding van
het intellectualisme invoering van handen
arbeid. Hij acht het wcnsehelijk en ook mo
gelijk, dat het eerste deel van zijn verzoek
(de splitsing na het tweede leerjaar) reeds
met 1 September van dit jaar zijn beslag
krijgt.
De oudercommissies van de betrokken
scholen hebben reeds adhaesle aan het ver
zoek betuigd en genoemde wenschelijkheid
in het belang der tegenwoordige leerlingen
uitdrukkelijk betoogd. Dat is een voornaam
ding.
Het Ulo is een tak van onderwijs, die niet
tegenstaande de tegenwerkende factoren, na
1920 tot flinken wasdom is gekomen, ook
in onze stad. Voor jonge mcnschen, die niet
voor „studie" zijn bestemd en voor wie toch
een zekere algemeene ontwikkeling als nood
zakelijk wordt gevoeld, heeft het veel aan
trekkelijks en als er nu omstandigheden
zijn, die den verderen groei belemmeren en
het zetten van de vrucht tegenhouden, moet
men de hindernissen wegnemen.
De groote kwaal van het Haarlemsohc
Ulo is de eenzijdigheid. De Wet is mei opzet
zoo geredigeerd, dat men alle kanten uit
kan. In vele plaatsen heeft men die soepel
heid gebruikt door verschillende typen van
Ulo-scholen in te richten. In Haarlem is
men yi clit opzicht achtergebleven. Het
Ulo kent hier slechts één taak opleiden voor
het Mulo-examen, dat als ieder examen zijn
consequenties van drijven en drillen mee
brengt, ook voor hen, voor wie dit niet wordt
verlangd en erger, voor wie daar geestelijk
en physiek niet op gebouwd zijn.
Als men het aantal vakken nagaat, waarin
een Ulo-patiënt wordt geëxamineerd zou men
geneigd zijn, eerbied te gevoelen voor die
„knappe kinderen".
Maar men moet ook denken aan het kin
derleed, dat aan die examens verbonden
is! Leerlingen van inrichtingen van M. O.
worden op kennis gekeurd door eigen leeraren
met a.s. onderwijzers is het niet anders, maar
voor Ulo-kinderen, die een paar jaar jonger
zijn, is deze operatie aan vreemde chirurgen
opgedragen.
Terwijl a.s. studenten en onderwijzers hun
kennis van vreemde talen moeten bewijzen
met het leveren van een vér taling uit de
vreemde taal in het Nederlandsch, moeten
a.s. kantoorbedienden en leerlingen van
1 Kweekscholen bovendien proeven van be=
kwaamheid afleggen in omgekeerde rich-
tng.
Of wij den druk van het Mulo-examen
radicaal van de Ulo-school zouden willen
wegnemen? Wij denken er niet aan. Vele
menschen hebben met een Mulo-diploma
toegang tot de M.T.S. en andere inrichtingen
van onderwijs, de nieuwe onderwijzersop
leiding, die nog altijd ln de v/et-De Visser
paradeert, zal voor een goed deel op dit
diploma steunen en voor verschillende be
trekkingen is het eisch pf minstens aan
beveling. Wij stellen ons dus met den Bond
van Ned. Onderwijzers op den bodem der
werkelijkheid en wenschen in de huidige
omstandigheden met geen vinger aan de
diploma-opleiding te raken. Alleen, de kinde
ren. voor wie die opleiding niet wordt be
geerd, of voor wie het diploma onbereik
baar is, mogen niet de dupe worden.
De cijfers over het leerlingen verloop aan
de Ulo-school zijn daaromtrent niet gerust
stellend.
Als we lezen, dat over een periode van
vijf jaren, lang genoeg om den invloed van
toevallige en tijdelijke factoren tot een (mi
nimum te beperken, van iedere 100 leer
lingen er 23 verdwijnen in de 1ste klasse,
26 in de tweede, 10 in de derde en 9 geen
diploma krijgen, niettegenstaande ze de
hoogste klasse bereiken, dan staan we bij
zoo'n getal 26 toch zeker ©ven stil en vra
gen de oorzaak. En als ops dan blijkt, dat die
26 zeggen wil, dat 37 pet. van de leerlingen
uit de tweede klasse de scheidingslijn met de
derde niet vermag te overschrijden, dan
zullen we naar een middel moeten zoeken,
om die abnormaliteit te doen verdwijnen.
En ais we dan door controleerbare cijfers
zien aangetoond, dat met een sterke toe*
neming van het aantal leerlingen, een daling
ln de resultaten gepaard gaat, dan mengt
zich met onze vreugde over het eerste een
gevoel van onvoldaanheid over het laatste.
Wij hebben de voornaamste oorzaak van
den ongezonden toestand al aangewezen: het
examen.
Maar er is een andere: De lange cursus
duur.
Er is wel eens beweerd, dat vele kinderen
op de Ulo komen, om den 7-jarigen leertijd,
door de Wet opgelegd, uit te dienen. Maar
deze meening kan worden weerlegd met het
feit, dat 2/3 van de leerlingen komen, na
de volledige 7-jarige school of een opleidings
school t-e hebben doorloopen. De eerste zijn
niet meer leerplichtig, de laatste komen
uit een milieu, waar men zijn kinderen gaar
ne langer leertijd laat, dan de Wet a!s mi
nimum eLscht. Daarom mag men gerust aan
nemen. dat de ouders, enkele uitzonderingen
daargelaten, hun kinderen sturen met de
bedoeling ze den heelcn cursus te laten
afloopen. Of een vierjarige cursus na die
7 jaren L. S. evenwel ongunstigen invloed
uitoefent op de bezetting der hoogere klas
sen, is een andere vraag. Meermalen blijkt
dat ouders hun economischen weerstand heb
ben overschat. En _als dan op school alles
maar vlot loopt, getroost men zich veel.
Maar de examendruk is oorzaak van menige
desillusie. Het gevolg laat zich raden.
Er is een drijven in het land naar om
zetting van 3-javige en 4-jarlge Ulo-scholen.
Dat is niet altijd in het belang van het
onderwijs. Het is van meer belang, dat 60
pet. een 3-jarige school afloopt, dan dat 30
pet. een 4-jarige tot een goed einde brengt.
En het Mulo-examen moet zich dan maar
schikken naar de school en niet omgekeerd.
De Bond van Ned. Onderwijzers wil de
4-jarige opleiding recht doen wedervaren,
maar een 3-jarige daarnaast inlasschen. die
bovendien op vereenvoudiging en weglating
van vakken zal zijn gericht. Het kan gerust
aan de betrokken leerkrachten worden over-
gelaten, te adviseeren. waarin die vereen
voudiging zal moeten bestaan en welke vak
ken als slachtoffer moeten vallen. Maar, dat
het onmiddellijk gevolg zal zijn: een betere
bezetting der 3de klassen, een saneering van
de opleiding voor de officieele Mulo-diploma's
een betere schoolsfeer en een grootere bloei
van het Ulo, dat mag met grond worden
verwacht.
We zien met vreugde den dag tegemoet,
dat een groot aantal leerlingen, die nu tus-
schentijds ontmoedigd den strijd opgeven,
met een keurig uitgevoerd gemeentelijk di
ploma ln den zak tevreden hun leertijd zul
len eindigen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
REINICT en MAAKT
NIEUW van OUD
CR. HOUTSTRAAT 5a
TELEFOON 10771
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
DE AGENDA VOOR DE ZOMERZITTING.
De gewone zitting der Staten zal worden
geopend op Dinsdag 7 Juli 1931, des voor
middags te half twaalf in het Gouverne
mentsgebouw.
In de op dien dag te houden vergadering
zal in de eerste plaats worden overgegaan tot
het onderzoek der geloofsbrieven van de
nieuw benoemde leden. Daarna wordt in
commissiën vergaderd.
Daarna zal de vergadering worden ver
daagd tot Woensdag 8 Juli 1931, des voor
middags te half elf, dan zal de verkiezing
plaats hebben van ieden van Gedeputeerde
Staten.
De vergadering zal daarna worden ver
daagd tot Dinsdag 21 Juli 1931. des voor
middags te half elf, ter behandeling in open
bare vergadering van de punten der agenda,
die vooraf door Commissiën zullen zijn onder
zocht.
Zoo noodig zal de behandeling den volgen
den dag, eveneens des voormiddags te half
elf, worden voortgezet.
VRIJZINNIG HERVORMDEN.
A.s. Zondag, half elf. zal Dr. G. Horreiis
de Haas, Ned. Herv. predikant te Zwolle, de
godsdienst-oefening leiden in de Nieuwe
kerk. Doordat prof. v. d. Bergh van Eysinga
deze (vacature) beurt aan de Ver. van Vrijz,
Herv. heeft afgestaan, gaat de dienst in het
gebouw van den Protestantenbond niet
door.
.GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN
Herben, Kloosterstraat 77. badpak, muts en
handdoek. De Graaf, Arnulftstraat 20. boekje
v. Maanen, Zijlstraat 38, bal, De Vries Cen-
taurusstraat 32. broche, Timmer, Santpoor
testraat 29, ceintuur, Gorter. Schermerstraat
8, das, P. Nuesink, Kennemerstraat 3 rd-, geld
Reus, Emmastraat 26, handschoenen, De
Bruin, v. Hogendorpstraat 195, manteltje,
Harmsen. Weltevredenstraat 8, muts. Wesse-
ling, Hofmeyerstraat 3, nummerplaat, Oud-
hoff, Korte Poellaan 21, portemonnaie met
inhoud. Lindner. Zijlweg 168, idem, De Gruy-
ter, Zijlweg 42, idem. v. Deun, Ternatestraat
27, portemonnaie, Koelemey, Leidschestraat
152. portemonnaie met inhoud, Reineveld,
Kolkstraat 28 zw„ pak'e m. inhoud. C J v. d.
Putten. Spaanschevaartstraat 14. pakje met
inhoud. E. J. Strobel, Kastanlestraat 20, por
temonnaie met inhoud. A- Sparreboom. Loots-
straat 34, rozenkrans. Dr. Götte, Lorentznlein
30. rugzak. Bureau van politie, Smedestraat,
schort, schoen, Dijkstra. Bolwerkslaan 3, sleu
tel. Jansen, Magdalen astraat 22rd„ sleutel,
West. Anieliersstraat 22. zandscheple, Koster.
Schoterstraat 11, taschie m. inhoud, Hanting.
Timorstraat 116, zakdoekje.
ONTVANGSTEN TEN STADHITÏZE.
Burgemeester en Wethouders van Haarlem
zullen en stadhuize officieel ontvangen:
op Woensdag 1 Juli a.s., des namiddags
om 9 uur, de deelnemers aan de algemeene
vergadering van de Vereenigmg van Neder
landsche Arbeidsbeurzen:
op Maandag 6 Juli a.s.. des namiddags om
9 uur. de deelnemers aan de jaarvergadering
van de Vereeniging van Gasfabrikanten in
Nederland.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
STOO MWASSCH BRIJ „F EM IN A"
R^ENTE^SEtAAN.io.
I I I. I 1 jU HAARLEM f EL. IJ4M.
Helder waschgoed. Billijke prijzen.
Vergadering van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken in het district Haarlem, onder
leiding van den heer E. H. Krelage, op
Dinsdagavond.
De Voorzitter spreekt woorden van
gelukwensch aan het adres van het afwezig
lid, den heer Burgersdijk, directeur der N.
Z. H. T. M.. ter gelegenheid van het 50-jarig
bestaan dier Maatschappij.
Klachten over postbestelling.
Het Bureau deelt aan de Kamer mede:
In de op 18 Mei j.l. gehouden vergadering
der Kamer werden door den heer J. A. v. d.
Burg klachten geuit, betreffende het bezorgen
van poststukken. Bij schrijven van 18 Mei
j.l. bevestigde de heer v. d. Burg ons deze
klachten onder overlegging van bewijsstuk
ken, die aan den directeur van. het Post
kantoor zijn ter hand gesteld.
Uit het door den directeur ingestelde on
derzoek is gebleken, dat slechts in één ge
val een vertraagde aflevering kon worden ge
constateerd, waarvoor de directeur van het
Postkantoor zijn verontschuldiging aan den
betrokkene heeft aangeboden, ofschoon de
vertraging een gevolg kan geweest zijn van
het ontbreken van straat en nummer. Overi
gens bleken onvolledige en onduidelijke
adresseering, o.m. door het ontbreken van
straatnaam en (of) huisnummer, oorzaak te
zijn van onjuiste bestelling.
De heer van der Burg heeft ook gevallen
genoemd van klachten over de (huis-aan-huis
bezorging zonder adresseering der stukken.
Het is volkomen duidelijk, dat men bij deze
wijze van bezorging niet kan eischeji, dat
elk gezin een exemplaar van de zoo versprei
de stukken ontvangt, omdat stellig niet ge
vorderd mag worden, dat zonder aanduiding
van adres, aan de post bekend is of eeü
woning door één of meer gezinnen bewoond
wordt. De klacht, dat een of meer straten
waren overgeslagen, bleek een gevolg te zijn
van het zenden van een onvoldoend aantal
exemplaren van het te distribueeren stuk
door den afzender.
Bleken derhalve de door den heer van der
Burg aangebrachte op één uitzondering na
ongegrond, juist die uitzondering geeft het
Bureau aanleiding tot een opmerking. De
bedoelde brief was namelijk op een Zaterdag
gepost, en eerst den daarop volgenden Woens
dag te Haarlem bezorgd. Ofschoon deze ver*
traging een op zich zelf staand geval
wel heel groot is, is 'het een bekend feit,
dat in tegenstelling met de vlugge bezorging
van poststukken in de week, snelheid der
verzending van Zaterdag op Maandag zeer
veel te wenschen laat, veel meer dan door
den Zondag kan worden verklaard. Het
Bureau stelt zich voor op dit bezwaar nog
maals de aandacht der betrokken autori
teiten te vestigen.
De Kamer vereenigt zich hiermede.
Reclame op spoorwegkaartjes.
In antwoord op de vraag van den heer J.
A. v. d. Burg in de op 12 Mei j.l. gehouden,
vergadering van den Kamer betreffende de
al dan niet wenschelijkheid van het plaatsen
van reclame op de achterzijde van spoorweg
kaartjes, deelt het Bureau imede, dat z.i.
de door den heer v. d. Burg gemaakte ver
gelijking met reclames op poststemmels niet
opgaat, daar een spoorkaartje niet aan an
deren in handen komt dan den reiziger zelf,
die er gebruik van maakt en derhalve de
bezwaren, die tegen (het poststempel met
reclame bestonden, hier niet aanwezig zijn.
Het Bureau heeft derhalve geen aanleiding
om de Kamer in overweging te geven tegen
de reclame op spoorkaartjes op te komen.
Ook hiermede vereenigt zich de Kamer.
Verplaatsing wachtpost IJmuiden.
Het Bureau deelt aan de Kamer mede:
In de op 12 Mei j.l. gehouden vergadering
der Kamer werd een schrijven van den Mi
nister van Financiën aangehouden, van 5
Mei 1931, zijnde een antwoord op het schrij
ven van onze Kamer van 12 Januari 1931,
betreffende de verplaatsing van de wachtpost
te IJmuiden. Adressanten is van dit schrij
ven van den Minister mededeeling gedaan
met het verzoek eventueele opmerkingen aan
onze Kamer te willen zenden. Bij schrijven
van 12 Mei 1931 werd ons medegedeeld, dat
belanghebbenden geen prijs stellen op het
doen van verdere stappen onzerzijds, zoodat
deze aangelegenheid hiermede als afgehan
deld beschouwd kan worden.
Hoofdstembureau.
Door B. en W. der gemeente Haarlem zijn
benoemd in het Hoofdstembureau voor de op
31 Juli 1931 te houden verkiezing van een lid
der Kamer, ter voorziening in de vacature-
Brinkmann. de heeren: W. J. D. van Liemt.
voorzitter; B. F. Enschedé. J. F. Klercq. Jhr.
J. C. Molierus. leden: C. ten Boom. plaats
vervangend voorzitter: H. J. L. Klein Schip
horst. D. Treur, Mr. A. A. Deenik, plaatsver
vangende leden.
Demonstratie Nederlandsch
Fabrikaat te Arnhem.
De Kamer besluit, niet deel te nemen in
het garantiefonds der Arnhemsohe demon
stratie van Nederlandsch Fabrikaat, omdat
van belangstelling van de industrie In <jn,
district in bedoelde demonstratie niet geble,
ken is.
De vaargeul in het
Spaarne,
Belanghebbenden hebben de Kamer gewe
zen op de onvoldoende diepte van de vaar
geul in het Noorder Buiten Spaarne cm wel
in het gedeelte tusschen de spoorbrug en de
grens in h>et Noorden der gemeente Haar
lem.
Bij nader onderzoek is aan het Bureau in.
derdaad gebleken dat in de industrieele on
dernemingen, daar ter plaatse gevestigd, na
deel ondervonden wordt van de onvoldoende
diepte, zoodat het meer dan eens voorkomt
dat schepen of in het geheel niet of eerst
na veel moeite ter bestemder plaatse kunnen
komen.
Deze bezwaren zouden ondervangen zijn
indien de onderhavige vaargeul uitgediept
zou worden tot minus 4.21 meter A.P. waar
door een diepte zou verkregen worden gelijk
aan die der vaargeul tusschen Spaavndam
en de bovenbedoelde grens der gemeente
Haarlem.
De Kamer zal daarom het college van B.
en W. verzoeken wel die maatregelen te wil
len treffen dat aan het bezwaar zoo spoedig
mogelijk in het belang der industrieele on
dernemingen tegemoet gekomen wordt.
Het arbitrage-reglement,
Aan de orde komt het voorstel van Ihet
Bureau tot intrekking van het arbitrage
reglement, vastgesteld door de vergadering
der Kamer van Kophandel van 2 Januari
1924 en tot vaststelling van een nieuw
arbitrage-reglement.
Na eenige opmerkingen en vragen van de
heeren Hooy en Enschedé wordt besloten
de eindstemming over dit voorstel te verdagen
tot de volgende vergadering daar verschillen
de leden uit de groot-industrie afwezig zijn,
De rondvraag levert niets op.
Hierna sluiting der openbare (vergade
ring.
FAILLISSEMENTEN.
Door ide Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijtu op 16 Juni in staat van faillis*
sement verklaard:
1. J. Ruis Azn., metselaar, wonende te
IJmuiden-Oost, Velserduinweg 334.
Curator Mev.r. Mr. G. Biewenga—Gymink
wonende te IJmuiden.
2. H. C. Witbraad, winkelier in radioartike
len, wonende te Haarlem, Timorstraat 66.
Curator Mr. J. Deenik wonende te Haar
lem.
3. A. Kramer, koopman in scheepsbenoodigd
heden, wonende te IJmuiden, Trawlerkade
C 70.
Curator mevr. Mr. G. Biewenga—Gymmk4
wonende te IJmuiden.
4. De nalatenschap van Hendrik Bakker,
caféhouder te Wormer, eerder te Benne-
broek.
Curator Mr. T. A. M. A. van Laben Seis,
wonende te Haarlem.
Opgeheven werden de faillissementen
wegens gebrek aan actief van:
1. H. Greuter, wonende te Beverwijk.
Curator Mr. W. de Rijke, wonende te Haar
lem.
2. Th. P. G. J. Mtsus, wonende te Hpen-
dam.
Curator Mr. H. H. Riepma, wonende te
Edam.
Geëindigd is het faillissement door het
verbindend worden der eenige uitdeelings-
lijst van:
A. J. Willems, wonende te TJmuidien.
Curator Mr. A. van der Plier, wonende të
IJmuiden.
«ir
RAAD VAN ARBEID.
Het bestuur van den Raad van Arbeidvheeft
aanleiding gevonden in de tallooze moeilijk
heden. die zich voordoen bij de toepassing
der Ziektewet, om eenige controlevoorschrif
ten vast te stellen in verband met art. 50
eerste lid sub g dezer wet en met inachtne
ming van art. 4 lid 1 van het Kon. Besluit
van 26 Februari 1030 no. 48
Het voornaamste besluit hiervan luidt:"
De verzekerde die, ingeval van ongeschikt
heid tot het verrichten van zijn arbeid we
gens ziekte, aanspraak maakt op zieken
geld waaronder voor de toepassing dezer
voorschriften elke andere uitkeering in de
plaats van ziekengeld is begrepen is ver
plicht van de ongeschiktheid zoo spoedig mo
gelijk en in elk geval binnen tweemaal 24
uur melding te doen op één der volgende
plaatsen:
het kantoor- van den Raad van Arbeid te
Haarlem, Statenbolwerk 1;
het kantoor van den Raad van Arbeid te
IJmuiden, Vischhal;
de kantoren der Posterijen in het gebied
van den Raad van Ai-beid.
Het geheele besluit ligt ter secretarie van
den Raad van Arbeid te Haarlem ter in
zage.
Ziekmeldingsformulieren zijn kosteloos -
verkrijgbaar aan de kantoren der Posterijen
en moeten ongefrankeerd worden ingezonden
bij den Raad van Arbeid te Haarlem.
FEUILLETON.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
(Nadruk verboden.)
19)
De gedachten, die den ouden officier op
den weg naar huis bestormden, waren verre
van vroolijk; hij zag de toekomst, donker in.
Wat zou er gebeuren als Holger thuiskwam?
Hij had den brief van zijn zoon niet moe
naar „Seehof" genomen, uit vrees, dat ze
zouden vragen hem te mogen lezen.
Aan het slot stonden namelijk deze woor
den:
„De hartelijke groeten voor alle vrienden
en bekenden, in het bijzonder voor de fami
lie Bruhn. Ik hoop dat het ze goed gaat en
dat op „Seehof" alles bij het oude is."
„Alles bil het oude!" Gave de Hemel dat
het zoo was, dacht de kolonel weemoedig.
Holger had geen idee van het leed dat
zijn oude vrienden getroffen hadhoe zou
hij het. ook kunnen weten? Thalberg pij
nigde zijn hersens lang met het probleem en
kwam tot de slotsom, dat hij er den jongen
in zijn volgenden brief ook niets van ver
tellen zou
Er als hij thuiskwam? Als officier kon hij
toch moeilijk trouwen met de dochter van
een vrouw, die gevangenisstraf had onder
gaan wegens een ernstiè misdrijf! Zou l-Iol-
ger voor zijn liefde het groot offer willen
brengen.want dat het een Offer zou zijn
stond voor den kolonel vast.... en ontslag
uit den dienst nemen? Voor het eerst van
zijn leven werd de oude man zich bewust,
flat liy, ondanks de groote vertrouwelijkheid
die altijd tusschen hen had bestaan, het ka
rakter van zijn jongen toch niet door en
door kende
HOOFDSTUK XEL
Het was een heldere, mooie vroeg-win
terdag. toen kolonel Thalberg zich van het
dichtsbijzijnde station naar de gevangenis
liet brengen. De velden waren bedekt met
een ongerept-blank sneeuwkleed en de rijp
had de takken der bladerlooze boomen om-
getooverd tot fijn kantwerk, dat schitterde
in de zon. De slede was ruim. de zitplaats
gemakkelijk, de bellen van de paarden rin
kelden vroolijk in den klaren dag en Chris
tian Thalberg zou genoten hebben van den
tocht als het doel daarvan niet zoo uitspre-
kelijk droef was geweest. En hoe dichter hij
bij het uitgestrekte sombere gebouwcomplex
kwam. hoe gedrukter zijn stemming werd.
De kolonel liet de slede stilhouden voor de
groote gevangenispoort, en stapte uit. Hij
trok aan de bel en luisterde met beklemd
hart naar de voestappen. die in de richting
der met ijzer beslagen deur kwamen en dof
echoden onder de hooge gewelven.
Een sleutel knarste in het slot en de deur
zwaaide open.
„Wenscht u Iemand te spreken?" vroeg de
portier beleefd.
Thalberg wilde juist antwoorden, toen een
heer, die het ruime vóórplein van de gevan
genis was overgestoken, op hem toekwam.
Een oogenblik later waren de beide mannen,
na een hartelijk-verraste begroeting, in
druk gesprek en de portier sloot de deur
weer.
„Hoe komt u hier dokter?" vroeg de ko
lonel verbaasd. „Ik dacht dat u. toen u uit
ons garnizoen werd overgeplaatst naar Fre-
dcricia was gegaan?"
„Daar ben ik ook een aanial jaren ge
weest. Maar ik had geen lust mijn heele le
ven officier van gezondheid te blijven en
toen hier in de centrade vrouwengevangenis
de betrekking van gestichtsarts openkwam.
heb ik gesolliciteerd. U weet. ik heb altijd
veel gevoeld voor werk met een socialen
kant. We hebben elkaar anders in jaren
niet gezien. Wat vliegt de tijd toch! Maar
zonder onbescheiden te zijn kolonel, wat
voert u zoo plotseling hierheen? Moet u
Iemand spreken?"
„Ik kom een gevangene bezoeken".
„Och:" kwam het verbaasd over de lippen
van den dokter. Hij had gedacht dat zijn
vroegere regimentscommandant een bezoek
wilde brengen bij den directeur of een ande
ren hoofdambtenaar van de inrichting. „Een
gevangene bezoeken? Wie is het, als ik vra
gen mag?"
„U moet haar van vroeger kennen
Mevrouw Bruhn".
„Natuurlijkdat spreekt vanzelf! Ja. nu
herinner ik het mij: u was altijd erg be
vriend met den ritmeester. Een treurige ge
schiedenis, hé?"
„Hoe maakt mevrouw Bruhn het?" vroeg
Thalberg. weinig geneigd om op de laatste
opmerking van den dokter in te gaan.
„Ik geloof, dat ze er in geslaagd is zich
in de omstandigheden te schikken. Ze heeft
lichten arbeid gekregen en staat, voor zoo
ver ik weet. bijzonder goed bij de directie en
het bewakingspersoneel aangeschreven. Haar
gedrag is voorbeeldig en zelfs ln haar tegen
woordige positie heeft ze de manieren van
een vrouw van de wereld niet afgelegd. Haar
beschaving en ontwikkeling boezemen het
personeel, zooals te begrijpen is, respect in."
„U hebt haar natuurlijk gesproken?"
„Dat v/il zeggen, ik zie haar bij de weke-
lljksche controle. Maar een eigenlijk ge
sprek heb ik niet met haar gehad. Och. het
is natuurlijk vcor ons allebei pijnlijk, in deze
omgeving weer met elkaar in aanraking te
komen.
Om haar persoon, die zoo heel anders is
dan het gewone type dat we hier krijgen en
om de oude relatie, interesseer ik mij uit-
teraard voor haar en zoo heb ik nog al eens
met de directeur en de bewaarsters, die
dagelijks met haar omgaan, over haar ge
praat. Hoe lang is ze nu hier?"
„Zes weken".
„En u wilde haar bezoeken?"
„Haar man heeft het mij dringend ver
zocht. Hij meende dat ze bezoek mocht heb
ben."
„Dat moet op een misverstand berusten.
De gevangenen mogen pas na drie maanden
bezoek hebben en dan nog van hun naaste
familie. Maar omdat u nu eenmaal de be
zwaarlijke reis hebt gemaakt en het gedrag
van mevrouw Bruhn in elk opzicht voortref
felijk is, zal het in dit- bijzondere geval wel
worden toegestaan, dat u haar spreekt. Hebt
u haar iets bijzonders mee te deelen?"
„Neen. Maar ik geloof, dat het voor Bruhn
een vreeseliike teleurstelling zou zijn als ik
terug kwam zonder haar gesproken te heb
ben."
„Daarmee zou de directeur ook wel reke
ning willen houden. Ik zal het met hem be
spreken. Maar gaat u eerst met mij mee
naar huis om koffie te drinken. U zult wel
honger hebben na de lange reis."
Dr. Horster nam den kolonel mee naar de
zijde van het groote plein waar de wonin
gen der hoogere ambtenaren lagen, prettig
aandoende, begroeide landhuizen met voor
tuinen, die een wel-schrille tegenstelling
vormden met de grauwe hoofdgebouwen.
Het interieur van de dokterswoning was al
even smaakvol en gezellig als het uiterlijk en
het gaf den bezoeker een verkwikkend, be-
hagelijk gevoel. Ook de vriendelijke ont
vangst door de aardige blonde echtgenoote
van den arts, droeg er toe bij zijn trieste
stemming te doen wijken, maar toen het
smakelüke koffiemaal .werd opgediend, was
zijn eetlust toch nog niet bijster groot en zijn
spraakzaamheid evenmin. Hij zag onbe
schrijfelijk op tegen de naderende ontmoe
ting.
Na het eten ging de dokter naar de direc
teur. Nauwelijks was hij weg of de deur
werd geopend en een meisje van een jaar
of elf kwam binnen, een frisch, blond kind,
met roode wangen, die tintelden van de
opwekkende winterlucht en dezelfde vriende
lijk blauwe oogen als haar moeder.Toen zij
den vreemden heer zag, werd ze verlegen en
wilde ijlings rechtsomkeert maken.
„Kom maar binnen. Ilse", riep de dokters
vrouw. „Je denkt zeker dat je niets meer
krijgt, hé" ging ze lachend voort. „Maar we
hebben een beetje vroeg koffie gedronken,
omdat we bezoek hebben," En daarop tot de
kolonel: „Deze ondeugende jongedame is
onze dochter. U moet. niet denken dat ze
altijd zoo onder een hoedje te vangen is!"
Het kind had een mandje met bloemen
bij zich, dat ze op een zij tafel zette. Daarop
ging ze op den bezoeker toe en gaf hem
schuchter een hand.
Het dienstmeisje kwam de doktersvrouw
roepen; deze verliet met een verontschuldi
ging de kamer en de kolonel bleef met het
kleine meisje alleen. Ilse schuifelde op het
puntje van een stoel heen en weer en wist
niets te zeggen; de oude heer staarde in
gedachten voor zich uit. In haar verlegen
heid kwam het kind tot de natuurlijke ge
dachte bezigheid te zoeken en ze begon de
bloemen uit het mandje tot een bouquet
saam te binden. Het waren de laatste herfst
bloemen die een vroolijke, kleurige tegen
stelling vormden met het egaal witte sneeuw
kleed buiten.
De kolonel volgde met de oogen de bewe
ging van het kleine meisje dat handig een
draad om de stelen bond.
(Wordt vervolgd.)