HOEPELEN.
RAADSELS
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Elfenkoningin.)
Verborgen dieren.
a. Jullie moeten niet allemaal te
gelijk praten.
b. 't Is vandaag bijster koud.
c. Kon het oude mensch er toe be
sluiten alleen op reis te gaan?
d. We gaan straks met Jaap en
Bert fietsen.
e. Wat hebben die kinderen den
bloementuin geschonden.
2. (Ingez. door Crocusje.) Verbor
gen plaatsnamen.
a. Niet vallen, hoor Nelly.
b. Dit is geen kalk, maar krijt.
c. De venters staan 's Maandags op
de markt.
d. In November genoten wij nog
van onzen tuin.
e. Onze neven loopen van Haarlem
naar Amsterdam.
f. Ik ben dankbaar nu toch einde
lijk een fiets te hebben gekregen.
3. (Ingez. door Zeemeerminnetje).
Strikvragen.
a. Ja, wij zijn,
Klein en fijn.
De adem van het kleinste kind,
Drijft ons op de vlucht gezwind.
Maar wij keeren taai en vlug.
Toch terug.
Hoe geplaagd,
Hoe verjaagd.
Niemand kan ons overwinnen,
Of iets tegen ons beginnen.
b. Welke pijp rookt niet.
4. (Ingez. door Crocusje.)
Neem uit de volgende zinnen tel
kens één woord, zoodat je den titel
krijgt van een heel bekend sprookje.
a. De sneeuwpret was dezen winter
spoedig gedaan.
b. Een wolf is een roofdier.
c. Jan en Piet gaan wandelen.
d. De jongen draafde, zoo hard hij
kon.
e. E enweek heeft zeven dagen.
g. De jonge geitjes huppelden in
de wei.
5. (Ingez. door Elfenkoningin.)
Neem uit onderstaande plaats
namen telkens één letter, zoodat er
een sprookjesnaam komt.
Grijpskerk, Vlissingen, Eist, Hat-
tem, Utrecht, Leeuwarden, Winscho
ten, Dieren, Uitgeest, Jemmingen,
Beerta.
6. (Ingez. door W. B. Z.)
Driehoeksraadsel
x
x
X
een medeklinker
een voorzetsel
een scherp voorwerp,
lastig onder de voeten,
mooie bloemen.
De kruisjes noemen een heerlijken
tijd van t' jaar.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 Jaar en jonger).
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door W- B. Z.)
Vul de puntjes in met medeklin
kers, zoodat er een heel bekend
spreekwoord komt.
e e e ei e aa
f e ee ee ee a e
2. (Ingez. door W. B. Z
Mijn geheel is een vogel van 10 let
ters.
1 2 3 4 5 is het tegenovergestelde
van dag.
8 9 10 is een visch.
1 6 7 6 1 is een getal.
3. (Ingez. door W. B. Z.)
Driehoeksraadsel
X X X X X X
een mooie wandeling bij Haarlem,
droeg men vroeger aan het oor.
een schoolvak,
gracht ons alle dagen
ander woord voor trots,
zit aan een schip,
een medeklinker.
Ook de kruisjes van boven naar be
neden noemen de wandeling.
4. (Ingez. door W. B. z.)
's Middags liggen wij op tafel. Neem
de eerste lettergreep weg en we ver
warmen. Neem dan weer de laatste
letter weg en er blijft iets over, dat
om vele vruchten zit.
5. (Ingez. door W. B. Z.)
Ladderraadsel
x
X
X
X
X
X
X
X
een verkorte meisjesnaam
een verkorte meisjesnaam
een ander woord voor ieder
een muzieknoot.
een vrucht.
een boom
een boom
doet moeder nielk in.
De kruisjes noemen iets, dat we
veel op school gebruiken.
6. (Ingez. door W. B- Z.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
iemand, die we liefhebben,
een zwart volkje
't tegenovergestelde van zwakte
zorgt voor de schapen
die zieken beter maakt
een soort tor.
1 2 3 4 5 6 moet hetzelfde woord
noemen als 1 7 8 9 10 11.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING I
1. Zangeresje.
2. Lebak.
3. Friesland.
4. Appel, Peer, Aalbes. Pruim.
5. Domino.
6. Het oog van den meester maakt
het paard vet.
AFDEELING II
1. Gijs-ijs.
2. Eeuw, geeuw, leeuw, meeuw,
Zeeuw.
3a. In de Meer was een boer, en die
boer had een hond en die moeder.
Van dien boer was ook de vader van
den hond.
b. Op zijn kop. c. weg.
4. Zaan, zaag, zaad.
5. Papaver.
6. Vacantie.
Goede oplossingen ontvangen van:
Tamboer 6 Lelie 6 Balsemientie 6.
Knipperdolletje 4 Wenda 6 Willem
van Oranje 6 Viooltje 5 Blauwoogje 6
De kleine Bouwer 6 Poppenverpleeg-
stertje 6 Vijfhuizen 6 Goudelsje 6
Goudsbloem 6 Bloemenfee 6 Duik-
stertje 6 Vliegeniertje 5 Juffertje
Leesgraag 5 Klaproosje 5 De orgelist
6 Henny Geyteman 6 Nachtegaaltje 6
Borduurstertje 6 Kakelaartje 5 Prin
ses Maria 5 Bokstertje 5 Herfstaster-
tje 4 Prinses Zonneglans 4 Goud
hartje 4 Goudvisch 5 De kleine Vo
gelvriend 6 De kleine Violist 6 Zee
meerminnetje 1 De looze Vos 5 Blauw
oogje 6 De kleine Bouwer 6 Poppen-
verpleegstertje 6 Rozenknopje 6 De
kleine Voetballer 6 Blondine 6 Alba
6 Kerstroosje 5 Graspieper 4 Water
rotje 6 Elfenkoningin 6 Crocusje 6
Pinksterbloemetje 5 Francis Vere 5
Een naamlooze 5 Zinnia 6 Ballenbrei-
stertje 6 Kwebbelgraagje 6 Nacht
vlindertje 6 Zwartkopje 6 Nelly Bosch
6 Zonneschijn 6 Gouden regen 6 Hun
kerhartje 6 Kruimeltje 6 Kweekelin-
getje 6 Juffertje Weetgraag 6 Mid
denmootje 6 Zangertje 6.
JUNI-WEDSTRIJDEN
Inzending ontvangen van;
Goudvisch, oud 15 jaar.
Rubriekertjes-Lijst
Fietje Rakker, oud 13 jaar, Kenne-
merplein 14 rood.
Bets Harmsen, oud 12 jaar. Welte
vredenstraat 8.
RUILRUBRIEK
GOUD-ELSJE, Pres. Steynstraat 66
Haarlem-Noord, heeft 8 Hille, 10
Haust, 2 Karnemelkzeep nrs. 87 en 89,
1 Pleines 63, 1 Amstelpenning (halve
waarde). 1 Gouda theelicht, 5 Kwat-
tasold., 3 Sickesz (halve waarde)
Hiervoor vraagt ze Weegschaaltjes.
Ruiltijd dagelijks van 56, behalve
's Zondags.
ANNIE IJLSTRA, Kerkhofstraat 13
Hilles Zwerftochten, 1 v. d. Linde-bon
(2 punten) 2 Duifmerken, 1 Klok.
Voor dit alles vraagt ze bloemen en
vlinders. 1 tegen 1.
C. v. Waarde, Brouwersvaart 64,
heeft 10 Hille, 66 v. d. Linden, 1 Zee
water-aquarium, l Paddenstoel, 1
Texel. Hiervoor vraagt ze: Lux, Ra
dion, vim, Sunlight, Leupen, Amstel-
penningen, Droste, Kwatta, Bloemen
of Vlinders.
FRANCIS VERE, Vergierdeweg 68,
Haarlem-N. heeft 23 Miss Blanche
(3de serie) 24 Miss Blanche (2de se
rie) 7 Miss Blanche (bonnen) 3 Pad
denstoelen, nrs. 61, 71, 104, 5 Film
sterren, 3 Xanthia, 6 Wajang, 16 Pe
likanen, Hiervoor vraagt hij: Plei
nes Dierenpl., Kwatta-sold. en Dubec
Ook heeft hij 't album van Leupen
met 2 pl. Hiervoor vraagt hij een
ander album.
Ook heeft hij nog 3 Weegschaal
tjes, 1 Sickesz, 9 Dik Trom, 3 Schol
ten, 21 Hille (Gelderland). Hiervoor
vraagt hij Dubecbonnen.
ZINNIA, Minahassastr. 29 Haar
lem-Noord heeft 4 Victoria-Jeugdbi
bliotheek, 3 Bataaf, 1 Cactus, 4
Sneeuwwit, 12 Haust, 4 Carmel, 17
Dik Trom, 20 Indiaantjes, 8 H. O-, 2
Pirate, 10 Quick, 8 Roodband, 1
Koopman's Diergaarde, 7 Karnemelk
(4 Leven der zee, 2 Bloemen, l Vogel)
Hiervoor vraagt ze Haka Jeugd-Bi-
bliotheek, Hilles spaarkaarten, ge
Vlugge voeten snellen
Rappen hoepel na!
Wordt de vaart soms minder?
Komt de stok weldra!
Tik! En rrrrt, daar gaat ie!
over zand en steen,
Over gras en keien.
Vliegt de hoepel heen.
Tik-tik-tik! Steeds sneller
Rolt de hoepel voort.
Tik naar links, tik naar rechts
Juist zooals het hoort.
schenkenbons, of Zwerftochten door
ons land, Amstelpenningen, Vim, Ra
dion, Sunlight, Lux, Rinso, Zeewater
Aquarium.
PIET HEKKER, Rampenlaan 68,
heeft 21 Paddenstoelen plus l groote
plaat, 89 spelregels, Philip's cigaret-
ten 26 Hillebons (Gelderland) 3 Haka
Jeugdbibliotheek, 36 Turmacpunten,
560 Sickes-punten (heele) 41 van
Nelle koffie-bons, 38 Kiazim-Emin-
bonnen, 18 Dierenpl. van zoologreal-
studies, 16 Filmsterren, 8 Voetbalpl.
7 Clysma, 33 Mercurius, 9 Haas-azijn
8 Ali-baba, 13 Haust, 5 Pelikaantj es,
6 Bensdorp. Hiervoor wil hij terug
hebben Turmac-punten, Sickesz-pun-
ten, Zeewater-aquarium, Sunlight,
Vim en Rinso.
WAT ONZE BELANG
STELLING WEKT.
De Bijenkorf te Rotterdam. Dit
reusachtige gebouw rust op 5500 pa
len; die een gezamenlijke lengte heb
ben van 85 K.M. dat is een afstand
van Amsterdam naar Rotterdam.
Hoe het eiland Hoen in de Sont
ontstond. In overoude tijden woon
den er op het eiland Seeland twee
reuzinnen, Grimild en Hoenild. Deze
laatste wilde eens in haar voorschoot
stukken van Seeland overbrengen
naar de tegenoverliggende Zweedsche
kust. Toen ze nu dwars door de Sont
stapte, brak de band van haar voor
schoot, waardoor de brokken land
in de Sont vielen. Uit deze brokken
ontstond het eiland Hoen.
Een zware klok. In den toren te
Brugge bevindt zich een klok, die
9000 K.G. weegt. In dienzelfden toren
bevindt zich een klokkenspel, dat uit
47 klokken bestaat, die te zamen
26.000 K.G. wegen. De middellijn der
grootste klok bedraagt 2 M. die der
kleinste 19 c.M. Het is gegoten doo.»
den Amsterdamschen klokgieter Du-
mery.
De zijde. Twee kooplieden te
Lyon begonnen 400 jaar geleden de
zijdeweverij aldaar in te voeren.
Sinds is Lyon de zijdestad gebleven.
Voor millioenen guldens aan zijde
wordt vandaar tegenwoordig naar
alle hoeken der wereld verzonden.
Tik, den hoek om, tik, de straat uit,
Tik-tik! Telkens sneller weer!
Wacht eens even, vlugge hoepel,
Ik heb haast geen adem meer
Bij die boom moet ik wat rusten....;
Neen. het spel is niet gedaan.
Dadelijk gaan we weer aan 't rennen,
Gaat de tocht van voren af aan!
En de hoepels zwenken, zwaaien,
Rollen voor de kinderen uit,
Tot zoo straks, zoo tegen 't eten,
't Klokje,van „naar huis gaan" luidt!.
x
x
X
X
X
X
X
Nog slechts een paar dagen en we
hebben de langste dag alweer. Als je
volop wilt oogsten, dan moet je zor
gen, dat in je moestuin alle planten
ongeveer dien datum hun vasts
plaats hebben. Een uitzondering op
dezen regel is de winterandijvie, die
ik aan 't einde van dit artikel be
spreek. De zomer is hier betrekkelijk
kort, zoodat bij een late uitplanting
te weinig tijd overblijft voor volledige
vruchtvorming. Kom je in dezen tijd
in De Streek of Langendijk, dan zie
je de koolplanters druk aan den ar
beid. De koolplanten moeten nu on
geveer op hun bestemde plaats staan.
Al gauw zul je bemerken, dat en
kele onwelkome gasten zich in je tuin
gaan ophouden en al je werk voor
een deel teniet doen. 't Is daarom
zorg dit euvel zooveel mogelijk te be
strijden. Over de zwarte luis in de
tuinboonen had ik het reeds eerder.
Een groote last voor de kool is in
de eerste plaats de rupsenplaag. In
den landbouw, op de uitgestrekte vel
den is die plaag niet zoo groot als in
de vaak heerlijk beschutte tuintjes,
't Koolwil^e, pas uit de pop versche
nen, vindt die tuintjes een heerlijk
heid om haar weinig levensdagen te
slijten. Ze benut echter haar tijd om
voor haar nakomelingschap te zorgen,
door tegen den onderkant der kool
bladeren haar eitjes te leggen. Uit
deze hoopjes kleine gele korreltjes
kruipen na verloop van een paar da
gen de kleine groene rupsjes, die je
op het groene blad in het begin haast
niet kunt onderscheiden, maar die
zich ten koste van de plant in een
minimum van tijd dik en vet eten.
Ten tweede de zoogenaamde knol
voet. Dit is een knobbelziekte van de
wortels. Hiertegen kunnen jullie heel
weinig doen, daar deze ziekte ver
oorzaakt wordt door een slijmzwam,
die zich in den grond bevindt. Je
zult misschien denken, nu dan haal
ik die uit den grond, doch dat gaat
niet, daar deze zwam microscopisch
klein en dus onzichtbaar is. Als de
plant reeds flink groot is en soms al
een aardig kooltje heeft gevormd, ge
beurt het dat plotseling haar blade
ren slap hangen. Je kunt er haar dan
gerust'uittrekken en ziet dan dat ze
inplaats van wortels allemaal dikke
knobbels heeft. Het beste middel om
deze ziekte te bestrijden, is op die
plaats een paar jaar geen kool te
telen. De aangetaste planten moeten
verbrand worden en in 't najaar
wordt de grond bemest met kalk,
pl.m. 0.4 K.G. per M.2
De derde vijand is de koolvlieg.
Deze vlieg legt haar eitjes aan den
voet der plant. Uit die eitjes komen
de larven, die zich in den stengel
vreten en naar beneden den wortel
aantasten.
De plant gaat dan heel gauw ster
ven. Een middel hiertegen zijn de
z.g. koolkragen, asfaltringen, die op
den grond om de plant gelegd wor
den.
Andijvie.
We onderscheiden zomer- en win
terandijvie. De herfst- of winteran
dijvie staat als de meest gebruikte
bovenaanJ)e teelt van vroege andijvie
mislukt vaak, doordat de plant gaat
doorschieten. De bloemstengel ver
schijnt dan te vroeg, zoodat geen
krop wordt gevormd. Met winteran
dijvie gebeurt dit niet. Omstreeks den
langsten dag wordt gezaaid; van
ouds is de zaaitijd 24 Juni. Van latere
uitzaaiingen dan in het begin van
Juli is men niet zeker volwassen plan
ten te krijgen. Op het zaaibed moet
je vooral niet te dicht zaaien, opdat
de planten niet gedrongen komen te
staan. Bij droogte is het nocdig, dat
de grond vóór 't zaaien flink bego
ten wordt. Ruim drie weken na 't op
komen, als de plantjes ongeveer 5
blaadjes hebben worden ze uitgeplant
op een onderlingen afstand van 30
a 40 c.M. Van sterk ontwikkelde plan
ten, moet je de bladeren ongeveer een
derde inkorten. Andijvie moet snel
groeien. Ze verlangt een zeer voed-
zamen grond. Gebruik echter geen
versche mest en ook geen paarden-
mest. In het eerste geval gaan de
bladeren rotten en in het tweede
wordt de smaak bitter. Grond waar
erwten of tuinboonen gestaan heb
ben is uitstekend, daar deze vlinder
bloemige gewassen den grond ver
rijkt hebben met stikstof, wat de an
dijvie ten goede komt. TUINIER.
MIJN HERBARIUM
WATERPLANTEN
Gele lisch (iris psendacorus) Zie
fig. 1, fam. Lischachtigen (Irida-
ceeën) Een plant, die aan slooten en
plassen en op drassige gronden alge
meen voorkomt. Ze heeft in den
grond een horizontalen wortelstok. De
bladeren zijn breed, zwaardvormig,
ongeveer zoo lang als de stengel. Hier
aan komen vele sierlijke, heldergele
bloemen. Bloeitijd MeiJuni.
Kalmus (Acorus Calamus) zie fig.
2, fam. Aronskelkachtigen (Araceeën)
Een' plant, die langs de Leidsche
vaart veel voorkomt. De bladeren ge
lijken veel op die van de lisch, doch
zijn er van te onderscheiden, doordat
de eene zijde van het blad een Wei
nig gegolfd is. in den grond heeft ze
een horizontalen wortelstok, die een
sterken aromatischen reuk verspreidt
De stengel is platgedrukt, op de eene
zijde scherpkantig, op de andere een
groef, waaruit de bloeikolf te voor
schijn komt, terwijl de stengel zich
schijnbaar voortzet. Duidelijk waar
neembare bloemen heeft deze plant
dus niet. Bloeitijd JuniJuli.
Waterlelie (Nymphaca alba) Zie
fig. 3 fam. Waterleliën (Nymphaer
ceeën).
Een overblijvende plant, die in vij
vers, slooten en veenplassen alge
meen voorkomt. De bladeren zijn
drijvend, rond, met hartvormigen
voet, gaafrandig. De bladstelen, die
een lengte hebben naarmate de diep
te van het water, zijn verder evenals
de bloemstelen buisvormig met 4
groote luchtholten. De bloemen zijn
groot, wit gekleurd, iets welriekend.
Er zijn vele bloembladen die naar
binnen overgaan in meeldraden. De
stempel is geel. Bloeitijd MeiAugus
tus.
De gele plomp (N. luiteum) zie fig,
4, die zeer algemeen is, heeft niet
zulke groote bloemen. Gekweekt komt
de waterlelie voor in vele kleuren.
POSTZECELRUBRIEK
Aanvulling XI (Slot)
Ter gelegenheid van de tentoon
stelling te Antwerpen en Luik ver
schenen in 1930 twee zegels, n.l. 35
centimes (groen met de beeltenis
J~a a
/p ra
T4
óee
'/A
sa ja
/ac
j-c
/re.
/re.
'4
/ae
/'P
//•c.
/ffjt
/re.
/re-
van den schilder Rubens)in den on
derrand staat behalve de landsnaam
„Antwerpen-Anvers-1930" en 35
centimes (groen met de beeltenis
van den ingenieur Gramme)in den
onderrand is een dynamo afgebeeld
en staat vermeld Liége-Luik-1930. De
landsnaam is hier in den bovenrand
aangegeven. Grootte van de vakjes
3.3 bij 2.7 c.M.
Voor de vliegpost werden geduren
de 193031 eenige waarden uitgege
ven, waarop een vliegmachine is af
gebeeld boven .verschillende land
schappen. De waarden zijn: 50 cen
times (blauw), 1 fr. 50 (bruin), 2
franc (groen) 5 franc (roodbruin) 5
franc (violetbruin) Grootte van de
vakjes 3.2 bij 4 c.M.
Nog verschenen in 1930 3 waarden
ter gelegenheid van de 100-jarlge on
afhankelijkheid van België. De drie
regeerende vorsten uit dit tijdpe k
zijn op de zegels afgebeeld, terwijl de
jaartallen 1830—1930 zijn aangegeven
Het zijn: 60 centimes (donkerviolet
Leopold I), l franc (karmijn
Leopold n) en l fr. 75 (blauw Al-
bert). Grootte van de vakjes 4.2 bij
3 c.M.
Tenslotte krijgen we de weldadig
heidszegels 1930 ten bate va nde ver-
eenigingen ter bestrijding der tuber
culose. Op de zegels zijn verschillen
de kasteelen afgebeeld. Het zijn: 10
c. 5 c. (violet Bornhem), 25 c.
15 c. (donkerbruin Wijnendaele)
40 c. 4- 10 c. (donkerviolet Beloeil)
10 c. 4- 15 c. (blauwgrijs Oydonck)
1 fr. 25 c. (wijnrood Gent), 1 fr.
75 25 c. (blauw Bouillon) en 5 fr.
5 fr. (groen Gaesbeek)Grootte
van de vakjes 2.7 bij 3 c.M. en voor
de 5 franc 3 bij 4 c.M.
In 1931 werd nog een opdruk uit
gegeven nl. 2 c. op 3 centimes (rood
bruin Leeuwtjestype). Grootte van
't vakje 2.7 bij 2.3 c.M. Zie voor de in
deeling t' schetsje.
Nieuwe deelnemer;
288. Han v. Heerde, Schoterveen-
straat 7.
S.
Rustenburgerlaan 23.
KNIPPERDOLLETJE
40)
„Ja, zeg dat wel: die arme vrouw
Wapstra." En nu begon de oude boer
een droeve geschiedenis te vertellen.
Zijn dochter wist er bij vage geruch
ten iets van, maar voor Veris was ze
gansch nieuw. Glasstra had dus een
aandachtig gehoor en geen van
drieën had bemerkt, dat vrouw Dijk
stra daar op den drempel stond.
Haar kleine jongen was onderweg op
haar arm in slaap gevallen en nu ze
Henk goed bewaard wist bij Knip
perdolletje, had ze Dikkie in zijn
bedje neergelegd. Waar waren Veris
en de vrouw toch? Was er bezoek?,
Zou ze dan maar niet in 't opkamer
tje blijven? Even luisterde ze naar
de vreemde stem.
't Leek wel een oude boer. Hier uit
de buurt kwam hij niet, want ze
kende de menschen wel, waarmee Ve
ris bevriend was. ze was hier immers
deze weken als huisgenoote geweest.
Wat sprak hij Friesch! 't Was geen
nieuwsgierigheid, die vrouw Dijkstra
bewoog om te blijven luisteren, 't Was
meer een soort angst. Zou hij haar
familie kennen, zou hij weten, dat
haar broer, haar eenige broer als dief
naar Amerika gevlucht was. Zou hij
de menschen hier komen waarschu
wen, waarschuwen voor de zuster van
dien boosdoener, Zweetdruppeltjes
parelden op 't voorhoofd van de arme
vrouw.
„Ja, die Sjouke Wapstra heeft wat
op zijn geweten," besloot vader Glas
stra eindelijk zijn verhaal.
Toen kraakte de deur vreeselijk en
een stem vol ingehouden smart vroeg:
„Ik kan t' toch niet helpen, dat ik
zijn zuster ben?"
Allen staarden verbaasd naar vrouw
Dijkstra, die daar doodsbleek stond
met de eene hand aan de deurpost.
„Wie is dat?" vroeg Glasstra ver
baasd.
„Onze logé," zei vrouw veris op har
teïijken toon. Zij begon iets te begrij
pen. Ze ging naar de arme vrouw
Dijkstra toe en gaf haar een stoel.
„Er zijn in Friesland zooveel gelijke
namen, vrouw Dijkstra. Vader had
het misschien over iemand, die je ge
heel vreemd is. Laat ik jullie eerst
eens aan mekaar voorstellen."
Vrouw Dijkstra staarde den ouden
boer aan. Had ze hem vroeger ont
moet. Neen, ze zag geen gelijkenis.
Maar ze kon nu niet langer zwijgen.
,U sprak immers over Sjouke Wap
stra?"
„Ja, maar die woont nu niet meer
in Friesland."
„Nee, die is als een misdadiger ge
vlucht. Ik ben Greet Wapstra, zijn
zuster. Ik ben uit Grouw geboortig.
Mijn moeder is van verdriet en el
lende gestorven. Mijn zuster is ook
al dood. Veris en zijn vrouw weten,
dat mijn weg ook niet langs rozen
gegaan is."
„Maar beste vrouw Dijkstra 't is
heusch niet zeker, dat vader over uw
broer sprak," bracht Veris in 't mid
den. Vrouw Veris zweeg. Iets in haar
zei dat 't wel ging over dien broer.
Opeens welke er een groot meegevoel
in haar op voor de moedige tante
Greet, die dat groote, bittere leed al
leen had gedragen.
De oude Glasstra begon nu van vo
ren aan met zijn verhaal. Af en toe
vroeg vrouw Dijkstra wat. Ze wilde
zekerheid hebben, Toch glansde er
iets van vreugde in haar oogen, toen
ze hoorde van den brief, die uit Ame
rika was gekomen.
„Wanneer gaat u daar heen?"
„Ik heb den notaris geschreven,
dat ik morgen te Alkmaar zou komen
Ik wou graag, als 't kon, dat mijn
schoonzoon meeging."
„Dat kan gebeuren vader," zei
Veris.
„Maar ik moet toch dit zeggen," zei
Glasstra zich wendend tot vrouw
Dijkstra, dat al had ik nooit van zijn
leven een cent ervan terug gezien, ik
U even goed de hand zou hebben ge
drukt. Wie mijn dochter welkom
roept in haar huis, ik ook mij wel
kom. En u bent niet aansprakelijk
voor wat uw broer heeft gedaan.
Neen, ik weet 't anders gemaakt.
Alles wat hij boven het gestolene te
ruggeeft is voor U."
„Dat weiger ik. Geen cent zal ik
ervan aanpakken," riep vrouw Dijk
stra op driftigen toon.
Dan schenk ik het aan uw kin
deren," hernam Glasstra.
„Neem het sommetje aan voor je
kinderen," smeekte vrouw veris.
(Wordt vervolgd.).