ABR. MEIJER Dond Haa rl e r ag em bl 25 Juni 1931 Dag KINDERJURKJES r Juist voor de. kinderen biedt het zomer seizoen een prachtige gelegenheid om ze met weinig moeiten en kosten op een aller aardigste manier aan te kleeden. Hier geen moeilijke en bewerkelijk ingezette panden en kantgarneeringen, vernuftige plooien en opmerkelijke halsversieringen. Hier bereikt men juist met een eenvoudige, doch fraaie stijl de leukste effecten. Wat zegt u b.v. van het aardige kindje rechts op het plaatje: ze heeft een leuk wijduitstaani jurkje van grove lichtblauwe toile, gegarneerd met een dubbele, omgeboorde kraag van gele toile, met een strik aan den hals. Onderaan het jurkje is eveneens een breede, gele rand ge zet. Voor een meisje van 5 jaar (patroon no. 2851) heeft men 60 cM. blauwe toile van 1.20 M. breed en 50 cM. gele toile noodig. Links een jurk voor een iets grooter meisje (van een jaar of 8) dat van bedrukte tussor naturel en blauw is. De opgestikte, rondloopende banden op het lijfje loopen beneden het ceintuurtje over in platte plooien. Het smalle, ronde kraagje en de randjes langs de armsgaten zijn van effen stof. Voor deze jurk (patroon no. 2354) is 1.70 M. stof van 1 M. breed voldoende. Buitengewoon aardig is ook het stijljurkje midden op het plaatje. Dit is heel eenvou dig van grove, witte toile, maar verkrijgt, behalve door het stijlmodel, zijn werkelijk snoezig karakter door de simpele garneering van een katoenen galon, dat op banden, van dezelfde witte toile als de jurk, is gezet. Voor dit jurkje voor een meisje van omstreeks 8 jaar (patroon no. 2857) is 1.85 M. stof van 1.20 M. breed toereikend. Tegen betaling van f 0.65 zijn van deze modellen knippatronen verkrijgbaar. Levering franco per post binnen 1 week. Postwissel ad f 0.65 adresseeren aan ,De Beurs", Aanstellaan 66, Amsterdam (Zuid). Op het strookje van den postwissel duide lijk vermelden: volledige naam en adres van den afzender, nummer van het gewensohte patroon en leeftijd van het meisje waarvoor het patroon bestemd is.. ELECANT MIDDACCOSTUUM „Moeder, als ik groot ben wil ik een held zijn". „Een held. Dat is prachtig, Teddy. Maar wat voor een? Je kan op veel manieren een held zijn". „Dat weet ik nog niet", zegt Teddy, „maar een held zal ik worden." Kinderen, vooral groote kinderen, denken allemaal, dat ze iets bijzonders zullen worden. Wat weten ze niet precies, maar bijzonder moet het wezen. En dat vage ideaal staat hem soms in den weg bij een keuze van een beroep. Kleine kinderen, die nog in een klein wereldje leven, zoeken daar de meest aan trekkelijke beroepen uit; er zijn verschillende menschen tegen wie ze hoog opzien, die hun helden zijn. En, zulke helden willen ze ook worden. De conducteur die de baas is over zooiets gewichtigs als de tram, de machinist die den trein voort laat gaan. de onderwijzer, die alles te zeggen heeft over een klas vol kinderen, ze zijn in kinderoogen wel heel erg te benijden. Ook het beroep van kok is in trek. Een kok heerscht oppermachtig in de keuken, hij kan eten en drinken zooveel hij wil; puddingen, taarten, limonade, den heelen dag. Machtig zijn, doen wat je wilt, dat is het wat kleine kinderen lokt. En het blijft lokken als de kinderen groo ter worden. Maar dan zien ze wat verder. Ze weten dan wel, -dat een conducteur eigenlijk niet te zeggen heeft over een tram en dat hij heelemaal niet doen kan wat hij wil. Ze gaan langzamerhand beseffen, dat er niemand oppermachtig is, dat niemand doen kan wat hij wil, zelfs een minister, zelfs een koning niet. En dan gaan ze er naar verlangen later eits „bijzonders" te zijn, iets wat niemand anders nog wsa, een held of heldin, waar iedereen met bewondering naar opziet. Als hun droomen wat vaster vorm aan nemen, willen jongens hoofd van een roover- bende worden, ontdekkingsreiziger. En de meisjes willen naar het tooneel, grooter worden dan een Sarah Bernhardt, een Anna Pawlowa. Maar er zijn bezwaren. Bij nadere beschouwing is het allemaal toch niet zoo ideaal. En zoo zijn er een heeleboel zestien, zeven tien jarigen, die op de vraag: wat wil je worden? antwoorden: ik weet het niet. Nee, ze weten het werkelijk niet. Maar ze weten wèl, dat ze geen gewoon baantje wil len aanvaarden. Stel je voor, zij met hun idealen en dan een kantoor, een school Nee, dat is om te lachen. Het leven lijkt zoo veel te beloven. Op mooie zomeravonden, in stille en in uitbundig vroolijke uren lijkt die belofte in de lucht te hangen. Bij het lezen van een mooi boek, bij het hooren van muziek dan kun je het zoo zeker weten; ik zal iets worden, ik zal groot en bekend en beroemd zijn. De be lofte is er. Maar hoe we handelend op moeten treden om het beloofde te verkrijgen, dat ligt in het duister. En hélaas het blijft in het duister. Want al zijn er eenigen onder ons die bekend en een paar die beroemd wor den, al krijgen sommigen macht en invloed wat ons in onze jeugd beloofd was, verkrij gen we geen van allen. Dat is het bijzondere, dat boven alles uit gaat, het volmaakte. „Wat wil je worden?" „Een held", zegt kleine Teddy. „Wat wil je worden?" „Ik weet het niet", zegt het groote kind, dat zijn ware gevoelens verbergt, omdat het bang is uitgelachen te worden. Op zestienjarigen leeftijd kun je niet meer zoo'n naief antwoord geven als Teddy. Maar in hun hart is het antwoord er wel. Een held willen ze zijn helden en heldinnen, wereldvermaard, door de wereld aanbeden. Maar in een practisch oogènblik kiezen ze dan toch maar een gewoon beroep, een beroep waaïmee je je brood kan verdienen. Eigen verdiend geld. dat is leuk. dat geeft vol doening. En de droom van grootheid ver vaagt. En zoo „worden" ze ten slotte allemaal wat. Zoo zal uw kind ook wat worden. Al weet hij het nu nog niet en luistert hij nu nog naar de belofte. BEP O'IT'EN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Blauw zijden mousseline, onregelmatig wit gespikkeld, diende als stof voor dit aardige costuum, dat geen mantelpak is '.zooals men op het eerste gezicht zou vermoeden) maar slechts een japon met losse heuppanden met overslag als van een manteltje. Een buiten gewone elegance verleenen de geplisseerde strooken langs den zoom en de ondereinden der mouwen, zoomede die welke om de hals opening een kraagje vormen. De rok is ver deeld door een aantal stolpplooivormige plis- see's. Eloemen met harde stelen kan men op een handige manier in een kom of bowl rang schikken. indien men de stelen in gaten steekt, die men in een grooten aardappel ge maakt heeft. Het volgt van den aardappel zal de bloemen ook versch houden. RECEPT. RIJST MET RABARBER. is een smakelijk nagerecht. Op 2 ons rijst neemt men 1 bos rabarber. 3 1 2 kopje water 12 pond suiker en wat fijne kaneel. De rijst wordt met het water bijna gaar gekookt. Dan voegt men de stukjes rabarber toe en laat die mee tot moes koken. Vervolgens doet men er su'ker en kaneel bij en roert alles dooreen. WEEKNIEUWS CROOTE HOUTSTRAAT 16 Nu het warmer begint te worden, verdient het aanbeveling om weer eens extra zorg te besteden aan de onderkleeding. Wij hebben daarin een buitengewone sorteering, waaronder de bekendste merken. Het Hollandsche fabrikaat MIRANDA dat aanvoelt als wol en uitstekend ab sorbeert, is zacht en licht in het dragen. Ook het bekende Beng erfabrikaat RIBANA, dat zeer elastisch is, en daardoor prettig om het lichaam sluit, behoort tot de beste zomerkleeding. Beide merken hebben wij voor dames heeren en kinderen. Natuurlijk vindt U ook in net-goederen bij ons een uit gebreide sorteering. Heeren netjes van ad ƒ1. 0.90. W{j sturen U gaarne een zichtzending. ITALIAANS CHE SPLNAZIE. Italiaansche Spinazie bereidt men door de gehakte, gew&ss£hen 3 pond spinazie bij 40 gram heete boter te voegen en ze daarmee gaar te smoren. Dit duurt pl.m. 1 kwartier. Strooi er iy2 lepel bloem en wat zout over en voeg er langzamerhand bouillon (1 maggi blokje op 1 kopje water) bij; «roeren tot het een gebonden massa is. Roer er dan 4 platte eetlepels geraspte kaas door en laat die nog even flink warm worden, zoodat ze smelt Het gerecht in een dekschaal overbrengen Geef er dobbelsteentjes brood bij, die in boter goed bruin gebakken zijn. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. Spelletjes om buiten te spelen. Dezen keer eenige oude en nieuwe spel letjes om met de kinderen buiten te spelen. Deze spelletjes zijn heel geschikt voor kin derfeesten buitenshuis. Stiltespel. Alle kinderen gaan in een kring op de grond zitten met de beenen naar het middelpunt toe. In 't midden van de kring zit een kind geblinddoekt. Eén kind wordt uit de kring aangewezen en deze moet probeeren, zoo zacht mogelijk naar het kind in 't midden te loopen en zoo zacht mogelijk een tikje te geven. Het geblinddoek te kind moet dus heel scherp hooren uit welke richting het geluid komt en wijst dan in die richting. Heeft degene die in 't midden staat goed geraden, dan mag hij nog eens anders komt het kind, dat getikt heeft, in 't midden. Bal-rapen Dit ls ook altijd een heel aardig spelletje Op de grond trekt men 2 streepen. De kinderen gaan achter de verste streep staan en degene die de leiding heef: blijft voor de streep staan. Deze laatste heeft voor elk kind een bal in de hand. Zijn de kinaeren nog klein pl.m. 3 jaar, dan moet men goed-uit laten komen, dat er voor elk kind één bal is. De leidster gooit de ballen weg, telt dan tot 3 en op .3 moeten alle kinderen een bal halen. Daarna neemt men een bal er af, voor de oudere kinderen kan men natuurlijk hiermee beginnen. Het kind, dat geen bal heeft is af en wie het laatst overblijft heeft gewonnen. Alleen is altijd wel een bezwaar bij dit spelletje het aantal ballen. Maar dit be zwaar is ook weer heel gemakkelijk op te los sen, door zelf de balletjes in orde te maken van watten, papier en een draadje borduur katoen of wol. Van watten maken wij een mooi klein rond balletje en doen hier een hun papiertje of dun lapje overheen. Daar na maken we van boven naar beneden van middelpunt tot middelpunt met wol of bor- duurkatoen een spanning en vullen vervol gens met een op en neer steekje deze span ning op. Op deze manier kan men heel vlug verschillende aardige balletjes maken. Het modelletje van het balletje is in de Tijdingzaal van ons blad te zien. M. R. Flesschen melk houdt men heerlijk koel, door ze op warme dagen in zaagsel te be graven. De melk blijft dan veel koeler, dan wanneer men ze in water legt. MANTEL Er zijn vrouwen die vóór alles een mooien mantel prefereeren en anderen die bij de keuze practische overwegingen voor laten gaan. Maar waarom ook hier niet gezocht naar den gulden middenweg? Of kan een practische mantel soms niet mooi zijn? Voor de twijfelaars geven we bijgaand model ter bestudeering: zij zullen na rijpe beschou wing het zeker met ons eens zijn dat prac tisch en mooi heel goed samen kunnen gaan. Ter toelichting alene. dat we hier te doen hebben met een mantel van chocolade bruine tweed, wit gespikkeld. Het tot een strook verlengde kraagje is met imitatie- hermelijn gegarneerd, VACANTIE. We 2ijn al vele dagen Vol van vacantievreugd. We praten over niets meer Dan over dit geneugt. Des morgens bij 't ontbijten Is 't eerste wat je hoort: Nu nog maar zóóveel daagjes, Dat is ons eerste woord. En aan de koffietafel Praat ieder er weer van. Wel tienmaal daaglijks wijzigt Zich ons oorspronk'lijk plan. Wanneer we dan des avonds Weer bij elkander zijn, Begint opnieuw de voorpret, En ieder vindt het fijn. Enfin, de dag van pakken Breekt dan toch eindelijk aan; In elke kamer vind je De koffer openstaan: Winterjassen, Dikke dassen. Wollen pakjes, Warme jakjes. Molton rokken, Warme sokken, Dikke kleeren Voor de heeren. Jong' en oude Denkt aan koude. Eén ding heeft elk vergeten. Dat 't warm en droog kan zijn, Dat het mooi weer kan wezen, Misschien zelfs zonneschijn. PATRONEN. Knippatronen van de genummerde afbeel dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75: mevr. Lily van Oyen, Riouwstraat 157, Den Haag. S.v.p. maten op te geven. EENVOUDIGE JAPON Woont gij bulten, lezeres, of gaat gij straks ln de vacantie ergens op de heide of in het bosch zitten? Schaf U dan deze aardige jurk aan van bedrukte mousseline, met witten heupband. borststuk, dubbel kraagje en mouwinzet, die alle vier met grove schuine steken in de kleur van het patroon, versierd worden op de wijze als de teekening duidelijk aantoont, Zelfs het opruimen van een twintigste eeuwsche gruwelkamer laat zijn leeglen na. Ik heb het panopticum in Amster dam, ten minste bij bewustzijn, niet meer meegemaakt, maar te oordeelen naar de verrukkelijke verhalen, die daar nog steeds da ronde over doen, is die leegte in de oogen van velen nog steeds niet aahgevuld. En zelfs als tengevolge van de jongste aardbe ving hier in Europa Napoleon in Madame Tussaud's zijn wassen neus breekt en Marat ondersteboven valt in het bad, waar in Charlotte Corday al sinds dagen en maanden en jaren bezig is hem te vermoor den, staan de kranten er vol vanAch ja, daar is niets op deze wereld, dat zijn doel of zijn bedoeling niet heeft. Zoo kwam mij dan vanmorgen het be richt van de opruiming van één dier mo derne gruwelkamers, die in de meeste hui zen de logeerkamers nog plegen te zijn, in ".handen en hoewel ik prat pleeg te gaan op mijn vooruitstrevendheid en over het algemeen een onoverkomelijken afschuw heb van de wansmaak, die onze voorvaderen speciaal tegen het einde der 19de eeuw in milde fin dc sièclesche overdaad ten toon plachten te spreiden, gaan me dit zeer aan het hart. Tante Henrjëtte heeft haar logeer kamer gansch en al laten moderniseeren. Tante Henriëtte's logeerkamer is mij zeer dierbaar geweest, en Joost mag weten hoe lang het zal duren, eer ik haar kan verdra gen in haar gemoderniseerden staat. Ik kan me Tante Henriëtte evenmin voorstellen met een shingle en zonder tullen boordje met baleintjes, als ik me Tante Henriëtte's slaapkamer kan voorstellen zonder het af grijselijke gebloemde behang en zonder de étagère met steenen hondjes In den hoek, en zonder de donkerroode overgordijnen met balletjes en zonder de gipsen heks op een vergulden bezemsteel, die onder aan de lamp bungelend door het lichtrulm reed. Ik begrijp eigenlijk niet hoe Tante Henriëtte op het idee komt, maar ik moet erkennen dat het pleit voor de moderne stijl, dat zij 3lfs mijn tante Henriëtte in haar klauwen neeft kunnen krijgen Er zullen meer logeerkamers als die van Tante Henriëtte geweest zijn, en nog zijn en eenige van hen hebben zich gedurende mijn aanwezigheid op de wereld ook aan mij gemanifesteerd. Ik heb logeerkamers gekenci met afgrijselijke vergeelae antimacassers op ouderwctsche pluche stoelen, waar het stof van eenige tientallen van jaren zich in ver zameld had, met monstelijke ouderwetsche platen in sombere zwarte lijsten, waarvan overigens speciaal in mijn jeugd het zwaar melancholieke, beeldschoone aangelaat van „Das Mftdchen aus der Fremde" een diepen indruk op me placht te maken. Een derge lijke schoonheid leek me vooral in mijn pril le Jaren iets zeer begeerlijks en onbereik baars toe. en de melancholie, die uit die donkere oogen straalde, maakte het geval nog veel boeiender voor me, hoewel ik op perbest begreep, dat Madchens aus der Fremde natuurlijk wel verschrikkelijk droe vig moesten zijn Ik herinner me logeerka mers met ontzettende beborduurde doeken met spreuken en symbolische voorstellingen erop tegen den muur achter de waschtafel, en waschtafelstellen. die dermate beschil derd waren en er zulke grillige vormen op na hielden, dat je ze ternauwernood dorst te hanteeren. Van al die logeerkamers ls er. sedert ik tot de jaren des onderscheids bon gekomen, maar één. die mijn liefde onver anderlijk behouden heeft, en dat is wijlen de logeerkamer van Tante Henrietta met de heks op den bezemsteel onder aan de lamp, die eigenlijk htjlemaal niet beantwoordde aan de voorstelling, mU van een ^eliS gemaakt had en die een lang niet onknappe hoewel wat schaarsch gekleede juffrouw was. Ik herinner me nog het plechtig oogèn blik waarop Tante Henriëtte me na Jaren van puzzlen haar Ideeën omtrent die schijn bare ongerijmdheid meedeelde op geheim zinnig fluisterenden toon: „Ja. zie je, kind, als heksen werkelijk zoo leelijk waren ge weest, hadden ze nooit zoo veel kwaad kunnen doenTante Henriëtte kende de wereld langer dan gisteren En nu is Tante Henriëtte's logeerkamer gemoderniseerd, en als het een beetje wil, zal lk er binnenkort moeten slapen achter gordijnen met bijpassend behang, waarvan de ontwerper het patroon heeft ontleend aan een stuk of wat weldoorbakken spiegel eieren, ruim overgoten met bessensap Tante Henriëtte's lieve, oude behang van beurt om beurt lichtblauwe strepen en re gelrecht omhoogstrevende rozengulrlandes, waarvan ik de rozen kende als trouwe, mij nooit verlatende vrienden, die mij altijd weer de eerste onwennige uren ln een vreemd bed tot oogenbllkken van belang rijke wetenschappelijke ontdekkingen om trent hun Ingewikkelde groeiwijze maakten, zal voor eeuwig verdwenen zijn. cn de heks op den bezemsteel, benevens dc donkerroode gordijnen met balletjes, die van den vroegen ochtend tot den laten avond dansten ln den wind ,en het étagèretje met waffende hond- jes-in-alle-houdingen ln den hoek. zullen waarschijnlijk een smadelijke uitvaart ge had hebben met den auto van den driemaal in de week komenden vuilnisman of den kar van den lederen Donderdag zijn eentonigen roep uithalcnden voddenman. Het noodlot speelt een wonderlijk spel met het menschdom. Koewei ik langzamer hand alle moderne stijlen ln gedachten toe gepast en in werkelijkheid éénige ervan toe gepast en de rest luide gepropageerd heb, met één oog gesloten voor de nadeelen en het andere open voor de voordeelen ervan, was ik zeer gesteld op Tante Henriëtte's logeerkamer, die nu tot het verleden be hoort.. Ik was evenzeer gesteld op een mid dag in de zeer ouderwetsche. in het sum mum van panoptlcumstyi gehouden hulska mer mijner oudtante Gesina. en een atond bij mijn oudoom Gustaaf, die een monster lijken ouden schommelstoel, een verrukke lijke oude koffiepot en drie poesen bezit. Ik zie het dezer dagen nog gebeuren, dat zoo wel mijn oudtante Gesina als mijn oudoom Gustaaf door den geest dez^s tljds bevangen worden en hun kamers laten modernisee ren. En om mij schadeloos te stellen zal lk mij verplicht zien een kamer in te richten in den stijl, die zoo tusschen 1870 en 1900 in zwang was.... Die goeie ouv.e tijd toch WILLY VAN DER TAK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15