HET ZILVERVRAAGSTUK. Drie maanden in Indië. BATAVIA. razernij;' de misbruiken van h'e£ verzeke ringswezen: never mind, de door beestach tige roekeloosheid veroorzaakte ongelukken de assurantie is er goed voor; en oases? „Een klein kamertje, dat op den campus van een groot college uitziet. Een en al vredigheid. Te midden van zijn boeken zit hier een jonge man die in de stilte weg vlucht en op een ander Amerika hoopt. „Niet Wanhopen!" Maar Duhamel wanhoopt wél! Want Ame rika kan ten gronde gaan, maar de Ame- rikaansche beschaving is onuitroeibaar. Zij beheerscht de wereld reeds". „Scènes de la vie future" is een groot boek, 'n geweldig boek, dat men, overgezet in twin tig talen, in de handen van mlllioencn menschen zou willen zien. Zoodat het Ame rikanisme misschien toch niet zoo onover winnelijk zal blijken als Duhamel dit vreest.. VIII. Het leven in een Indische stad. Een tentoonstelling van inlandsche nijverheid. Verheven danskunst. Koninginnedag. Je moet maar pecht hebben: ik had me er zóó op verheugd, een week lang excursie's te maken onder deskundige leiding door de ha ven van Priok, naar het Meteorologisch In stituut, naar verschillende groote bedrijven en alles wat Batavia nog meer biedt; maar een infectie aan mijn hand dwong me eeni- ge dagen tot stil zitten, zoodat ik pas den laatsten dag weer mee kon gaan. Daarom is bovenstaande titel in zooverre onjuist, dat de lezer hieronder in plaats van een volle dige film, slechts enkele momentopnamen uit Batavia zal vinden. In de galerij van onze kamer in het Hotel der Nederlanden had ik uitzicht op het groo te Koningsplein, en op den weg, die langs de achterpoort van 't hotel leidt, was zooveel te zien, dat ik me voorloopig niet behoefde te vervelen. Batavia mag dan een stad zijn met een sterk Europecsch karakter, de nieuwe ling, die nog belangstelling heeft voor aller lei kleine trekjes, waaraan de Indischman gewoon is geraakt, vindt telkens weer din gen, die hem interesse eren. Ojib, bediende in „Hotel der Nederlanden". Aan den overkant, ln een inham bij het Telegraafkantoor staan den ganschen dag een stuk of wat warongs, eigenlijk kleine stalletjes met eetwaren Daar zit b.v. een Inlander met een klein fornuisje, waarop hij allerlei heerlijkheden bakt. Een hongerige klant koopt een pisangblad met rijst en een stukje visch of saté (dat zijn kleine stukjes vleesch aan een stokje geregen en dan ge roosterd) en hurkt naast den baas neer, terwijl hij al etend rustig keuvelt. Daarnaast staat een limonadeverkooper. Hij neemt een stuk ijs. dat in een doek verpakt is tegen de zonnestralen, schaaft er wat af in een glas, doet er wat paars gekleurde limonade in en reikt het aan een kleinen jongen, die 't met groote toewijding leeg lepelt. Den heelen dag zijn er klanten en nog veel meer praters. Bij ons zou zoo'n eet- en praathoek veel lawaai veroorzaken; hier is alles rustig. Zachtjes zitten ze te keuvelen, roolcen bedachtzaam hun strootje of staren voor zich uit. Mijn bediende Ojib steekt ook af en toe den weg over, vooral nadat hij een fooitje heeft gekregen en dan zie ik hem in z'n blauw gestreepte jasje neerhurken bij de anderen Een poosje later komt hij terug, vergenoegd een strootje rookend. Het leven is hem blijkbaar volkomen naar den zin, hij knoopt een praatje aan met den portier, die ook een sigaret van hem krijgt en als er uit de hem toevertrouwde kamers geen djongos" geroepen wordt, zit Ojib over een uur nog bij de achterpoort. De portier zelf is niet an ders. Hij staat den heelen dag bij het hek en maakt een praatje met ieder die tijd heeft; en tijd heeft iedere Inlander. Blinkend gepoetste sadotjes met dribbe lende paardjes er voor gaan luid bellend voorbij en het aantal taxi's dat voortdurend langs de hotels rijdt is eenvoudig verbijste rend Het kenmerk der taxi's is hier een witte schijf op de portieren en meestal zit er naast den chauffeur een helper cornet genoemd die voortdurend naar alle kanten kijkt, op zoek naar een vrachtje. Zoodra hij iemand ontdekt., die naar zijn meening in aanmer king komt, voor passagier te spelen, klinkt zijn „toewan taxi?" terwijl hij met zijn duim op de zitplaatsen wijst. Je weet niet waar je 't meest over verwonderd moet zijn, over de mooie wagens, dikwijls van de beste merken of over de hoeveelheid benzine, die zoo'n chauffeur moet gebruiken, om een passagier te bemachtigen In elk geval is het tarief hier erg hoog, veel hooger bv. dan in Soera- baya. 't Is avond geworden. De meeste gasten zijn na het avondeten uitgegaan, maar ik lig nog wat in mijn stoel in de galerij en geniet van den stillen tropenavond. De klok heeft reeds tien uur geslagen maar toch is het nog warm. De hemel is met sterren be zaaid; geen zuchtje beweegt de hooge boom kruinen om het plein. Het concert der in secten is ln vollen gang. Overal klinkt het gezoem en gesjilp, dat juist door de groote stilte zoo sterk opvalt. In de galerij dansen de muggen en vliegjes in een grooten krans om de lamp en nu en dan zoemt er een muskiet om me heen, die z'n honger tracht te stillen, 't Liefst vallen die kleine kwel geesten aan op je enkels, waar ze gemak kelijk door de dunne sokken heensteken. Tik daar heb ik er weer een, maar 't is hopeloos werk. Evenals in het sprookje van den Mui zentoren komen hier tien terug, als je er een dood slaat. Tegen de zoldering zitten eenige tjltjak's en laten af en toe hun „tjitjé" hooren, soms zitten ze een poosje doodstil; dan vliegen ze plotseling pijlsnel op een klei ne mug af of zitten elkaar met korte nijdige kreetjes achterna, 't Zijn net kleine hagedis sen en hare slanke lichaampjes lijken wel doorschijnend, als ze daar tegen het lichte plafond zitten Hoe kunnen sommige men schen toch zoo bang zijn voor die schattige beestjes Plotseling hoor ik aan den anderen kant van de heining rrr rrr rrr alsof de ge wichten van een ouderwetsche staande klok worden opgetrokken; dadelijk daarop klinkt eenige keeren tokkè, tokkè luid door de avondstilte Daar is de bekende gecko (hier tokkè genoemd) die tot dezelfde familie be hoort als de kleine tjitjak, doch wel 30 cM. lang wordt. In vele Indische huizen komt het dier voor en 't is een graag geziene gast, om dat hét zooveel ongedierte vangt. Overdag houdt het zich schuil b.v. achter schilderijen maar 's avonds komt het te voorschijn en dan is de roep tokkè" wel 100 M. ver hoor baar. Op den weg schuifelen nu en dan de don kere gestalten van Inlanders voorbij, soms fel belicht door een voorbijsuizenden auto. Een sadobelletje klinkt schuchter in de ver te; soms hoor ik even de dansmuziek uit Ho tel des Indes. Een verrukkelijke avond, om met open oogen wat te liggen droomen tot mijn vrinden terugkeeren van hun familie- bezoeken en de galerij weer vullen met ge praat en gelach. Enkele kennissen vroegen me na mijn te rugkeer: ,En hoe beviel het eten je daar, altijd weer die rijst!" Meestal waren ze stom verbaasd, als ik zei, dat ik in die drie maan den hoogstens 20 keer rijst had gegeten. In Indië eet je alle dagen rijst; dat is weer een van de verkeerde voorstellingen, die men in Holland nogal eens aantreft en die berusten op verhalen van veertig, vijftig jaar geleden. De dichter bewoonde gebieden zooals Deli en Java worden, wat de levenswijze der blanken aangaat, hoe langer hoe meer Europeesch. Dat komt tot uiting in voedsel: kleeding, woning, sport enz. en ik zal nog meermalen gelegenheid hebben hierop te wijzen. Die moderniseering is een zeer belangrijk proces, dat wellicht dieper ingrijpt in onze verhou ding tot Indië, dan men bij oppervlakkige beschouwing zal denken. Maar ik zou het over den Indischen kost hebben. Welnu, in de hotels is het eten precies als in Holland, de overeenkomst gaat zelfs zoo ver, dat de menu's ook in 't Fransch zijn gedrukt. Steeds is er een warme lunch, die voor een diner weinig onder doet, dus zooals men dat ook in andere landen van Europa kent. In sommige hotels kan men 's middags evenwel kiezen tusschen rijsttafel en lunch, doch meestal niet vaker dan driemaal per week. Bij parti culieren zal men misschien wat vaker rijst tafelen, vooral als men diep in het binnen land woont, waar men wel op de Indische producten is aangewezen. Rijsttafel is iets wat men moet leeren eten en dat gaat des te spoediger, als men hierbij geadviseerd wordt door 'n Indischman. Men moet nl. leeren, om naar zijn eigen smaak van de talrijke bijgerechten diegene te kie zen, die samen een smadelijk geheel vormen. Als men van alle ingrediënten maar raak neemt, krijgt men nooit een goeden rijst schotel. En de nieuweling weet er geen raad mee. Want hoe gaat het in de hotels? Je kiest b.v. vanmiddag rijsttafel. De mandoer klapt in de handen èn daar komen in statige rij de jongens aangemarcheerd. De een met een reusachtige schaal gestoomde rijst, de volgende met een waterige groente, dan vol gen de peperige sambals, gekookte kip, ge braden kip, gehakt, gedroogde en gebakken visch, groote, kleine garnalen, gedroogd var- kensvleesch, gebakken pisang, twee soorten kroepoeh, gezouten eendeneieren, gebakken Javaanschc danseres. pinda;" geraspte klapper. Ik noem maar waf op uit mijn' herinnering wat ik bij verschil lende rijstmenu's zooal gezien heb. Is het dan een wonder dat de nieuweling geen weg weet in dezen culinairen doolhof en alles op z'n bord tracht te stouwen, waarbij hij een le peltje sambal uit het oog verliest, om het later in één hap in z'n mond te krijgen, zoo dat hij een oogenblik meent brandnetels te hebben ingeslikt. Maar op den duur gaat het beter en weldra leer je rijsttafel waardeeren. Er is maar een bezwaar tegen den smalce- lijken schotel: je bent niet meer in staat des middags hard te werken, vooral niet, als je er, zooals 't behoort, bier bij gedronken hebt. Rijsttafel? graag! maar dan een vrijen mid dag om een behoorlijke siësta te houden. Tijdens ons verblijf in Batavia werd de pasar Gambir gehouden. Dit is eigenlijk een groote tentoonstelling voor de Inlandsche nij verheid, waaraan meteen een groote kermis verbonden is. Toen ik de laatste dag van ons verblijf weer uit mocht gaan, stond mijn plan dan ook vast: Ik moest naar de pasar Gambir. Daar ik er slechts één avond aan kon besteden, moest ik wel kiezen, wat ik wilde zien en die keus was voor mij niet moeilijk. Er was nl. een tent, waar een troep Baliërs dansen uitvoerde en omdat wij niet naar Bali zouden gaan en mogelijk ook de Javaansche dansen niet zouden zien, trok ik naar de Balische danstent en nam plaats op dc ruw getimmerde tribune. In 't midden van de tent bevond zich een podium voor de dansers; verderop stond een scherm waar achter de gamelan (Indisch orkest) was op gesteld. Weldra begon de muziek met die melan cholieke gongtonen, die een kenmerk vormen van de Indische gamelanmuziek, waar door heen allerlei klepperende en ruischende bij geluiden klinken die er in 't begin heelemaal niet bij schijnen te hooren en toch op den duur 't rythme en de melodie der gongtonen blijken aan te vullen er beter doen uitkomen. Daar verschenen twaalf jongemannen en twaalf meisjes, die zes aan zes tegenover elkander neerhurkten langs de vier zijden van den dansvloer, de jongemannen met naakt bovenlijf, doch met kleurige gordels en hoofddoeken, de meisjes ln prachtige gewa den vol gouden borduursels en het hoofd gedekt met een kroon vol kleine staafjes en kleine gouden blaadjes, die bij het zingen af en toe door korte hoofdbewegingen in tril ling gebracht werden. Daar traden twee spelers in den kring, ze hadden vreemdsoortige maskers voor en droegen rijk geborduurde hoofddoeken en kleeren van rood en goud en blauw. Ze de den nu en dan een stap voorwaarts, eenigs- zins uitdagend, de teenen ver naar buiten gedraald, zooals de meeste Inlanders löopen, doch dan sterk overdreven. Het hoofd wend den ze met korte rukken naar links en rechts en daarbij wierpen ze telkens met een achte- looze beweging de slip van hun kleed naar achteren. Er ontspon zich nu een dialoog, waarbij de spelers langzaam om elkaar heen- draaiden zoodat ik den indruk kreeg, dat hier een strijd werd voorgesteld, die door woorden en gebaren werd gesymboliseerd. Wat speet het mij, dat ik de taal niet ver stond, want de spelers schenen af en toe rake zetten te geven, te oordeelen naar het lachen der omstanders. Een volgend tooneel gaf meer levendigheid. Uit de rij meisjes stond een danseres op en voerde met langzame bewegingen een dans uit. Het waren vooral de beweging en de hou ding van armen en vingers, die de beteekenis van den dans weergaven. De beweging der voeten, die bij ons het voornaamste onder deel van een dans vormt, is bij de Indische dansen van veel geringer beteekenis. Alles geschiedde op de maat van den koorzang, begeleid door de gamelan. Nu eens zong het koor heftig en klonken de zwaardere jon gensstemmen boven alles uit, terwijl de bo venlichamen zich voorover bogen en hoofd en armen op de maat heen en weer gingen; dan in dezelfde melodie antwoordden de meisjes alleen, met schelle hooge stemmen, de speciale zangstemmen bij den dans. Ook de danseres zong: nu eens leek het of ze bang was en klaagde, dan weer bewoog ze zich vrijer en luider klonk dan weer de koorzang Ofschoon ik ook nu de beteekenis van den dans niet geheel begreep, kon ik toch niet de meening deelen van enkele toeschouwers in mijn nabijheid, die 't geheel eentonig en onbeduidend vonden. In 't algemeen zijn deze dansen van godsdienstigen oorsprong en de deelnemers waren er hier werkelijk geheel in. Ik mocht dan niet alles begrijpen; er zat toch iets in deze dansen, wat me on gemeen boeide en me even bracht in de sfeer van de oude Indische cultuur. 't Liep tegen half twaalf, toen ik de tent verliet en met mijn hoofd vol gamelanmelo dieën belandde in de groote menschenme- nigte, die rond den reusachtigen dansvloer golfde, waar de schetterende jazzmuziek me terug bracht in de moderne wereld. En ter wijl ik in een rustig hoekje mijn limonade dronk, zag ik voor mij het groote verschil tusschen West en Oost, in de wijze van feest vieren. Groepjes Inlanders schuiven stilletjes voort, overal rondkijkend en rustig pratend. Daar naast een troepje jonge Hollanders, maskers voor potsierlijke mutsen op 't hoofd, hossend langs me heen, telkens met nage maakte cobra's vrouwen en meisjes schrik aanjagend. Nog lang klonk het kermislawaai me in de ooren, toen ik terugwandelde langs de hon derden wachtende auto's en sado's, doch toen ik aan den stillen kantwan 't Konings plein nog even in mijn galerij uitrustte, had de Balische gamelan het alweer gewonnen en in me zelf de brokjes melodie nazoemen- de, zocht ik mijn klamboe op. Den volgenden dag was het de 31e Augus tus. Koninginnedag wordt hier zeer opge wekt gevierd; over 't algemeen voelt men in Indië sterker nationaal, dan in Holland, wat ook wel te verklaren is. Wanneer in Holland het Wilhelmus gespeeld wordt, staat lang niet iedereen op, ik heb in Indië bij verschil lende gelegenheden opgemerkt, dat ieder spontaan opstond, als het oude volkslied ten gehoore werd gebracht. Nadat we 's morgens om 7 uur de parade op het Waterlooplein hadden bijgewoond, kregen we een paar uren tijd om ons te klee- den voor de groote gebeurtenis in Batavia op 31 Aug, nl. het Openbaar Gehoor bij den Gouverneur-Generaal, waar de voorzitter van den Volksraad namens het geheele Indi sche volk aan den G.-G. de gelukwenschen aanbiedt met den verjaardag van II. M. de Koningin. Ik zeg daar, dat we een paar uren hadden om ons te kleeden en het geschiedde dan ook in étapes. Het is nu juist geen pretje om op een heeten voormiddag in Ba tavia een paar uren rond te loopen in een zwart rokcostumm, dat voor Holland ge maakt Is en dus van stevig laken is en van degelijke voering is voorzien. Mijn kamer genoot en ik liepen eerst een poos in ons 1 overhemd rond, daarna werden omzichtig boord en das geplaatst, na een behoorlijke pauze werd het vest toegevoegd en met de De Valorisatieplannen. Een zilverconferentie. Een vraagstuk dat voor de wereldhulshou- ding van de grootste beteekenis genoemd mag worden is de stabilisatie van den zil- verprijs, immers de helft van de bevolking der aarde is nog geïnteresseerd bij den zilve ren standaard. Hoe groot de prijsdaling van het zilver is, ziet men het duidelijkst aan de verandering van de waardeverhouding tus schen goud en zilver. Twee eeuwen lang bleef de verhouding 1 14 (1 g. goud 14 g. zilver) cn 1 16 gehandhaafd. Sedert onge veer 1870, toen de eene staat na den andere in Europa tot den gouden standaard over ging, is dc verhouding veranderd; kort voor den oorlog was zij 1 36, zij verbeterde na den oorlog weer eenigszins ten gunste van het zilver, zoodat Zij in 1920 was 1 15, in 1925 werd zij weer ongunstiger, namelijk: 1 29, in 1930 1 53 en thans, na de scher pe prijsdaling van het zilver 1 75. In de zelfde mate, waarin de zilverprijs is ver minderd, is de koopkracht beperkt van het gedeelte van de aardebewoners, die thans, of tot voor kort den zilveren standaard hadden. Dat zijn voornamelijk de Oost-Aziatische landen, China en Perzië, voorts Indië en Zuld-Amerika. De landèn met den zilveren standaard moeten thans bij den invoer van goederen voor dezelfde hoeveelheid waren in verhouding met 1914 de dubbele hoeveelheid zilver, in vergelijking met 1920 zelfs het vijfvoud van de hoeveelheid zilver betalen. Het is duidelijk dat, wanneer het de eene helft van de bevolking der aarde, die tevoren nog levendigen handel kon drijven, tenge volge van de enorme verarming slecht gaat de andere ook niet kalm kan toezien. Het in zicht, dat de daling van den zilverprijs en in verband daarmede het dalen van de zilver- valuta in zeer ruime mate tot verscherping van de economische wereldcrisis heeft bij gedragen, begint algemeen te worden. De plannen, die den laatsten tijd ter oplossing van het vraagstuk te berde worden gebracht, zijn buitengewoon talrijk. Thans heeft de door het Amerikaansche Congres tot onderzoek van de Ameri- kaansch-Chineesche handelsbetrekkingen be noemde commissie den Senaat een uitvoerig rapport uitgebracht, waarin wordt geconsta teerd, dat weliswaar de burgeroorlog in China sedert jaren China's handel ongunstig beïnvloedde, dat echter de sedert Januari 1930 ingetreden plotselinge achteruitgang van den uitvoerhandel naar China in de eerste plaats moet worden toegeschreven aan de geweldige daling van den zilverprijs. De schuld daarvan is volgens het Senaats rapport niet de overproductie, maar het te groote aanbod, voor hetwelk de Indische re geering verantwoordelijk wordt geacht. Haar wordt verweten, dat zij ter invoering van den gouden standaard groote hoeveelheden zilveren munten heeft laten smelten en op de wereldmarkt geworpen. In het jaar 1930 nog heeft Indië 30 millioen ons (een Engelsch ons is 28,3 g.) van de hand gedaan en daardoor de internationale speculatie aangespoord, zich voortdurend a la baisse te oriënteeren, waardoor de snelle daling al leen te verklaren zou zijn. Daarenboven wordt een aantal Europeesche landen, voor al Frankrijk, Engeland en België verweten, dat zij de situatie hebben moeilijker ge maakt, doordat zij het zilvergehalte van hun pasmunt hebben verminderd en ge tracht het overtollige zilver van de hand te doen. Het rapport eischt, dat president Hoo ver een internationale conferentie bijeen roept, waar middelen zullen worden be raamd om de Indische dumping te verhin deren en de vervaardiging van geldstukken met onvoldoende zilvergehalte te verbieden. Bfjna tegelijkertijd heeft de internationale Kamer van Koophandel zich met de daling van den zilverprijs bezig gehouden en een Chineesch voorstel tot onmiddellijke bijeen roeping van een internationale zilverconfe rentie aangenomen. In de Chineesche nood kreet wordt op de ernstige schade van den Chineeschen buitenlandschen handel gewe zen en geconstateerd, dat hierdoor de plan nen tot consolidatie van de Chineesche bui- tenlandsche schulden ernstig bemoeilijkt zou worden. De Kamer heeft zich ook reeds met een verzoek tot den secretaris-generaal van den Volkenbond gewend, bij de desbe treffende regeeringen op spoedige bijeenroe ping van de zilverconferentie aan te dringen. Eveneens is den delegaties der verschillende landen in de Kamer verzocht, bij haar re geeringen stappen te doen. De reeds lang, in het bijzonder door den Amerikaanschen se nator Pitman, den vertegenwoordiger van de producenten, bepleite zilverconferentie zal nu dus wel tot stand komen. De tot dusver gehouden conferenties, die zich met het vraagstuk bezig hielden, zijn completeering wachtten we, tot de auto voor kwam Toen schoten we de reeds warm aan voelende rok aan (heerlijk, die stevige wat- teering op je schouders) en we gleden het achterhek uit, een gloeiende zijstraat door, nog eens naar rechts en stonden we voor het gebouw, waar de plechtigheid plaats zou vinden. We bleven op het bordes tot een ad judant ons uitnoodigde, onze namen in het boek te zetten en naar binnen te gaan, waar we bij een pilaar een goed plaatsje vonden. Aan 't eind van de zaal stond een podium met eenige zetels, rechts daarvan in een hoek stond een vleugel. Langs de wanden hing een groot aantal portretten van den vroegeren Gouverneur-Generaal. De linkerzijde van de zaal was grootendeels ingenomen door offi cieren, rechts stonden meest andere ambte naren. waaronder ook vele Inlandsche re genten. De stem van den adjudant: „Zijne Excel lentie de Gouverneur-Generaal" en reeds schrijdt de Landvoogd door de zaal en neemt plaats op het podium. De voorzitter van den Volksraad treedt naar voren en biedt de gelukwenschen aan. De G.-G. antwoordt met een toespraak waar in hij zegt, den zegenwensch aan Hare Ma jesteit te zullen overbrengen, terwijl hij ook nog met enkele woorden den politieken toe stand van Indië schetst. Dan klinkt het Wil helmus en de plechtigheid is afgeloopen. De G.-G. verlaat de zaal en daarna schuifelen ook de toehoorders naar den uitgang waar de auto's weer voorkomen. t Werd tijd. Het zweet loopt met straaltjes van mijn gezicht en reeds ligt mijn staande boord droevig in zwijm. Maar dat is gauw vergeten als we ons weer in 't witte pak heb ben gestoken en Ojib limonade brengt met een groot stuk ijs er in. Batavia is afgedaan. Morgen gaan we ver der door Java's tuin. E. W. VEKEMA. 1 niet verder gekomen dan zuiver theoretische' beschouwingen en het moet, in verband met de zeer tegenstrijdige belangen der desbe-l treffende landen ernstig betwijfeld worden, of de nieuwe conferentie, indien zij werke lijk tot stand komt, resultaten voor de praktijk zal opleveren. De moeilijkheden, die een gemeenschappelijk optreden ontmoet,1 schijnen bijna onoverkomelijk. Naast China hebben de Vereenigde Staten het grootste belang bij stabilisatie van den zilverprijs. Hun belang is tweeërlei: zij hebben belang bij den export van zilver en bij den uitvoer van goederen. Men weet zeer goedi, dat China! geld noodig heeft, zal het goederen kunnen' koopen. Men is daarom op het denkbeeld! komen, dat ook in het Senaatsrapport wordt ter berde gebracht, China een groote „zilver- leening" te verstrekken. Het departement van financiën te Washington heeft namelijk; 496 millioen zilveren dollars, waarmede men niets weet aan te vangen. Zij zullen worden! ingebracht in een zilverpool, uit welke China naar behoefte tot vermeerdering van' de geldcirculatie zal kunnen putten. Men hoopt op dezp wijze niet alleen een goed, rendement van den zilvervoorraad te verkrij gen, maar ook weer sterker aan den goe derenhandel te zullen deelnemen. Men kan zich echter niet voorstellen, wat door zulk een leening voor een meer dan tijdelijke verbetering van den zilverprijs gewonnen zou zijn. Wil Amerika aan China goederen! leveren, dan moet het een betaalmiddel aan-j nemen, dat het zelf voldoende bezit; door; het terugvloeiende zilver zou de zilverprijsl internationaal opnieuw gedrukt worden. China zelf heeft reeds duidelijk te kennen j gegeven, dat het geen belang heeft bij een' zilverleening, daar het zelf in voldoende mate, zilver bezit en toevloed van nieuw zilver de| koopkracht van het metaal in het binnen-: land verder zou verzwakken. Het liefst zou, men in Amerikaansche kringen zien, dat. China van zijn plan tot invoering van den gouden standaard zou afzien en vol berouw terugkeeren naar den zilveren standaard. Daarentegen is het bijzonder interessant, wat de Chineesche gezantscliapsraad te Berlijn. Lone Liang dezer dagen heeft verklaard., Volgens zijn mededeeling1 ter vergadering van de Weltwirtschaftliche Gesellschaft is Ohina evenals vroeger, vastbesloten, over te gaan tot den gouden standaard. Men verwacht va« den steun van den zilverprijs, zooals Amerika hem wenscht het tegenovergestelde! resultaat. China zou echter medewerken aanj een internationale actie, die in staat zou zijn! de koopkracht van het zilver stabiel te houden: tot het tijdstip, waarop de gouden stan-, daard zal worden ingevoerd. De grootste moeilijkheden, die een positie!1 resultaat van de voorgenomen zilvercon- ferentie in den weg staan, zullen vermoede-: lijk Indië, of Engeland te berde brengen, welke landen het Senaatsrapport indirect het verwijt maakt, dat zij dumping toepas* sen. Men 'herinnert zich, dat Indië reeds in het jaar 1926 den gouden standaard heeft ingevoerd. Reeds het volgend jaar begon de Indische regeering haar zilvervoorraad van de hand te doen, om zich geleidelijk r een1 goudvoorraad van 300 millioen dollar te kun nen aanschaffen. De buitengewoon groote zilververkoopen van de regeering, die zich; over tien jaren uitstrekken, hebben een groot'; aandeel gehad in de daling van den zilver prijs. Men kan zich niet goed voorstellen, dat Indië van de uitvoering van zijn pro gramma afziet, wanneer niet de absolute] zekerheid bestaat, dat het op een later tijd-! stip een betere opbrengst van het zilver be reikt. Een krachtige medewerking van Indië aan een actie tot stabilisatie van den zil-i verprijs wordt tegenwoordig ook belemmerd, doordat Indië onlangs den (zilverprijs heeft verhoogd tot steun van de begrooting. De Indische regeering, maar ook de Brit-, sche kanselier van de schatkist, Snowden, hebben pas onlangs hun antipathie tegen plannen van dezen aard tot uiting gebracht. Zonder positieve medewerking van Indië of Engeland valt echter aan een meer dan oogenbli'kkelijk resultaat van een interna tionale actie niet te denken. De grootste hindernis, die een ingrijpenden maatregel tot stabilisatie van den zilverprijs! in den weg staat, vormen de (wat hun om-; vang betreft onbekende) hoeveelheden) zilver die zich in handen van de Oost-Aziatische bevolking bevinden. Ofschoon tot invoering van den gouden standaard in bijna alle lan den is besloten, speelt vooralsnog het ziilver overal een groote rol. Vooral de Chineezen: hebben door de eeuwen heen veel zilverj vergaard. Men veronderstelt dat bijna de helft van het ter wereld aanwezige zilver, dat op on-! geveer 400 millioen K.G. wordt geschat, inj Oost-Azië ligt. Het is niet voldoende de zicht bare voorraden te neutraliseeren, een op. den duur succesrijke actie zou zich de con trole over deze „verborgen" zilvervoorraden' moeten kunnen verschaffen, die een veel voud zijn van de voorraden, die zich inj Shanghai, Bombay en Washington bebin den. De „zegen", die zich van hier uit over de wereld zal uitstorten zal te eerder in be* weging komen, naarmate China vroeger d«n| gouden standaard kan invoeren. Thans zou! deze stap alleen door leeningen in buiten-) landsche valuta mogelijk zijn. Daarmee zou China en de landen, die bij den invoer naar! China belang hebben echter in zooverre het best zijn geholpen, als China zoo snel moge lijk weer bij den internationalen goederen-, handel zou worden betrokken. Het vertrouwen in het zilver als basis van de valuta ds definitief geschokt. Nu het laat ste groote land met zilveren standaard bin nen afzienbaren tijd tot den gouden standaard zal overgaan, moet ernstig worden betwij-1 feld, of kunstmatige pogingen tot steun van den zilverprijs een meer dan tijdelijk resul taat zouden opleveren. Voor den dubbelen; standaard, ter invoering waarvan de Midland Bank eenigen tijd geleden een eenigszins, fantastisch plan heeft ontworpen, is waar schijnlijk in de tegenwoordige samenleving1 geen plaats meer. Van den kant van de pro-, ductie is ontlasting van de zilvermarkt waar-! schijn lijk niet te verwachten, daar zilver, voornamelijk bij de winning van zware me talen als nevenproduct te voorschijn komt.l Zilver in ruimere mate als tot dusver ais werkmetaal te bezigen zal evenmin mogelijk zijn, omdat het daar nog altijd te duur voor is. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 14