Waarom knoeien?
LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
BIOSCOOP
Het Vruchteloos Offer.
HAARLEM'S DACBLAD
ZATERDAG 4 JULI 1931
dool K.AREL DE JONG.
1 De reeks van Beethovens pianovariaties,
'die de vorige week te Daventry gespeeld
werden, is tot mijn spijt niet bekroond dooi
de uitvoering van de voornaamste twee: de
15 Variaties en Fuga op een thema uit
..Prometheus" op. 35 (ook wel Eroïca-variu-
ties" genoemd, omdat het thema ook de
kern van de finale dezer symphonic vormt)
en de 33 Veranderungen über ein Walzer von
Diabelli op. 120. Vermoedelijk bleken beide
werken te veel speeltijd in beslag te nemen.
Een reeks op een heel ander gebied ver
dient nu onze aandacht: de 12 liederen van
Schumann, die Zondagavond door Breslau
zullen worden uitgezonden. Het Duitsche
lied heeft zijn hooge plaats in de muzikale
wereldlitteratuur voornamelijk aan Franz
Schubert (1797—1828) te danken. Vóór dien
was het Fransche „chanson" overheerschend
op dit gebied: na Schubert is zelfs het Duit
sche woord „Lied" als onvertaalbaar in het
Fransch overgenomen. Honderdduizenden
liederen zijn sedert Schubert in Duitsch-
land verschenen; men kan jaarlijks ge
middeld wel een 200 nieuwe liederenbundels
in de catalogie aantreffen. Maar hoe weinig
van deze enorme hoeveelheid heeft den tand
des tijds getrotseerd! Uit de periode onmid
dellijk na Schubert zijn van liederen eigen
lijk alleen die van Rob. Schumann (1810
1856) nog goed levend gebleven. Mendels
sohn's liederen, voornaam van inhoud en
glad van vorm, maar zonder sterke harts
tocht of diep gevoel, zijn grootendeels ver
geten, die zijner talrijke navolgers even
eens. En toch waren de liederen van Reis-
sieer (1798—1859), Proch (1809—1878),
Kiicken (1810—1882) en Abt (1819—1885) eens
zeer geliefd, vooral in dilettantenkringen.
Van Kücken is nog de melodie „Ach, wie
ist's möglich denn" blijven bestaan. De zeer
belafigrijke ballades van Karl Loewe (1796—
1869) behooren niet zoozeer tot de eigenlijke
liederen en kunnen dus hier buiten be
schouwing blijven.
Daarentegen hebben de liederen van Schu
mann niet alleen den tijd getrotseerd, zij
vormen zelfs de brug van Schubert naar de
modernen. En men kan er bijvoegen dat
Schumann's beteekenis, hoeveel moois en
merkwaardigs hij ook op instrumentaal ge
bied schiep, toch in de eerste plaats op het
terrein van het lied ligt. Hier kon zich zijn
lyrische natuur het allerbeste uitleven en
het is geen wonder dat Schumanns meest-
geliefd koorwerk, „Das Paradies und die
Pcri", voor het grootste, deel als een „Lie-
derkreis" klinkt.
Voor Robert Schumann was het jaar 1840
van buitengewone beteekenis. In dat jaar
mocht hij eindelijk de voldoening smaken
zijn geliefde Clara Wieck naar het altaar te
leiden. Jaren van harden strijd tegen het
verzet van haar vader Ferd. Wieck waren'
daaraan'voorafgegaan. En in dat jaar schiep
hij, nevens meerdere instrumentale werken,
niet minder dan een honderdvijftig-tal lie
deren: de „Myrthen", de „Lïederkreise" naar
Eichendorff, de „Liederkx'cis" en „Dichter-
ïiebe" naar Heine, liederen naar Kerner,
Rückert, en Reinick, en „Frauenliebe und
Leben" naar v. Chamisso. Een uitgesproken
voorliefde van Schumann voor den liederen
cyclus blijkt uit deze opsomming; doch de
cyclus brengt met zich mede de psycholo
gische verdieping en ontwikkeling in de
reeks der op zichzelve zuiver lyrische zangen.
In dat opzicht overtreft Schumann wellicht
Schubert nog. Zangstem en instrumentale
begeleiding vormen bij Schumann een ge
sloten eenheid en de klavierpartij staat in
even nauw verband met den tekst als de
zangstem, ja, draagt zelfs in de naspelen
het allermeeste bij tot het uitdrukken van
de stemming. Dit voornamelijk is het, waar
door Schumann de meest belangrijke baan
breker van het moderne lied is geworden.
Eiken Zondagochtend wordt uit Leipzig
een cantate van Bach uitgezonden. De tijd
dien Bach in Leipzig doorbracht was wel
de vruchtbaarste voor hem op het terrein der
kerkcantate. Verschillende muzikale vormen:,
racitatief, aria, koraal enz. vinden in die
cantaten aanwending, in enkele echter heeft
Bach zich van de invloeden van het wereld
lijke lied (het madrigaal) geheel vrijgehou
den, en alleen het koraal als uitgangspunt
voor de bewerking genomen. Dit is het ge
val in de cantate „Christ lag in Todesban-
den" en ook, zij het in minder strengen zin.
in de cantate „Wer nur den lieben Gott
lasst walten", die a.s. Zondag uitgevoerd
zal worden, en die in 1728 geschreven is.
De tekst werd door Picander gevormd naar
een gedicht van G. Neumark, van wien ook
de koraalmelodie afkomstig schijnt te zijn.
De verwantschap dezer cantate met de zoo-
evengenoemde is zuiver formeel: in deze
is het koraal streng doorgevoerd, in de can
tate „Wer nur etc. speelt de componist met
de vormen, wisselt grootere of kleinere
brokken van de koraalmelodie af met reci-
tativische gedeelten enz., zoodat het geheel
een min of meer improvisatorischen indruk
maakt. De vrijheid van vorm en uitdrukking
dezer meer liefelijke dan geweldig,e muziek
zijn oorzaak dat deze cantate aan de op
vattingen van nieuwere tijden meer tege
moet komt dan vele andere.
Hierboven was sprake van Schumann als
liedercomponist. Zijn vruchtbaarheid en be
teekenis als klaviercomponist waren nau
welijks minder groot; toch worden van zijn
vele klavierwerken, die in de meeste uit
gaven van tegenwoordig vijf dikke deelen
vullen, betrekkelijk zeer weinige nog ge--
regeld in 't openbaar gespeeld en dus ook
door de radio uitgezonden. We zouden daar
van kunnen noemen: „Papillons" op. 2, de
„Carnavalscènen" op. 9, de Fantasiestücke
op. 12. de Etudes symphoniques" op. 13, de
Kinderscènen op. 15, de „Fantasie" op 17, de
„Faschingschwank aus Wien" op. 26 en het
concert voor piano en orkest op. 54. Het
„Jugendalbum" en de vierhandige stukken
vindt men nog op de lessenaar in huiskamer
en studeervertrek. Ook de „Kreisleriana"
op. 16 komen nog wel op de programma's
voor. Klaviercomposities van Schumann
vindt men verder tot op. 134 toe, maar de
meest frissche en ook meest gespeelde stam
men nagenoeg alle uit zijn eerste tijd, die
uitsluitend pianowerken vermeldt. Het is nu
wel merkwaardig dat deze komende week de
Toccato op. 7 tweemaal uitgezonden zal
worden, n.l. Zondagmiddag door Daventry
Nat. en Zondagavond door Warschau. De
nmm „toccata" beteekent eigenlijk (in
tegenstelling met „cantate" en „sonata")
een stuk voor een toetsinstrument (la tocca
de aanslag) en komt reeds vóór Bac.h
voor, Een bepaalden vorm heeft de toccata
niet; de toccatas van Bach bevatten ge
woonlijk meerdere onderdeelen, waarvan
een of twee in fugatischen vorm, die van
lateren'tijd bieden bij voorkeur technische
problemen en zijn als zoodanig met etudes
of concertetudes verwant. Het genre en de
naam hebben zich tot in den jongsten tijd
gehandhaafd (toccatas van Debussy en
Ravel b.v.). Ook de Toccata van Schumann
heeft het vituoze-etudekarakter: zij is een
regelrechtige studie in moeilijke dubbel-
grepen. De sonate-hoofdvorm is er eenigs-
zins in terug te vinden; het eerste deel
wordt herhaald; in de doorwerking komt een
fugato voor.
Het klavierconcert van Schumann zal Za
terdagavond door Berlijn worden uitgezon
den nevens oudere werken van denzelfden
meester.
Tot slot wensch ik op het vroolijk so
listenconcert der V.A.R.'A. van Zaterdag
avond de aandacht te vestigen- de aange-
kondïgden solo-instrumenten beloven menig
humoristisch effect.
LUXOR THEATER.
Twee maal geleefd.
Het programma ïn bovengenoemd theater
is zeer zeker een bezoek aan dat theater
waard. Na een bizonder mooie natuurfilm,
een berenjacht in de karpathen, wordt de
eerste hoofdfilm gedraaid. Lilian Tashman,
Charles Gerrard en Bert Lytell vervullen in
de film Internationale Dieven de hoofd
rollen. Het is de historie van eenige dieven,
die zich onder de gasten bij een feestelijk
heid bevinden en hun slag willen slaan. Het
snoode plan wordt echter bekend en ter be
veiliging worden 's avonds voorzichtigheids
halve alle kleinoodiën en sieraden in de safe
van de gastvrouw opgeborgen. Doch den
volgenden morgen als de zwarte sluier van
den nacht weer opgelicht is, zijn de kost
baarheden verdwenen. Natuurlijk komt alles
tenslotte toch terecht en wordt (worden) de
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Roep J. Lottgering
Reinigen Verven Stoppen
Cr. Houtstr. 5a
Tel. 10771
dader(s) ontmaskerd, maar hoe dat in z'n
werk gaat, verklapen wij u niet! U moet zelf
maar een gaan kijken, want deze film is van
een zéér goed gehalte, vol spannende mo
menten.
Het Luxornieuws bevat o.a. opnemingen
van het Utrechtsche lustrum. Op het too-
neel verschijnen drie harmonica-virtuozen,
die eenige marschen en andere nummers ten
beste geven met groote vaardigheid en gevoel
voor rythme.
Dan komt Twee maal Geleefd. Fay Compton
als verlaten vrouw met een dochter en
Steward Rome als de echtgenoot, die haar
om een bepaalde reden verstooten heeft,
geven mooi spel te genieten. Na de breuk
hebben de echtgenooten elkander geheel uit
het oog verloren, doch door een ongeluk met
een tram ontmoetten zij elkaar weer. De man
blijkt echter zijn geheugen te hebben ver
loren. Langzamerhand komt het terug en
als de man zich alles weer herinnert wordt
hij gekweld door visioenen van zijn vroegere
gedraging. Hij krijgt hallucinaties en loopt
de zee in. Zijn stiefdochter redt hem en het
echtpaar gaat hierna een gelukkige toekomst
tegemoet.
Dit drama bezit vele goede en aangrij
pende oogenblikken, en als gezegd, het spel
is goed.
REMBRANDT THEATER
De Ochtendpatrouille met in de
hoofdrol Richard Barthelmess.
Bijna nog gruwelijker indruk dan „lm Wes
ten nichts Neues" heeft „De Ochtendpatrouil
le" op mij gemaakt. „Im Westen nichts Neues"
de massa-moord, het afmaken van geheele
regimenten jonge, verwachtingsvolle levens,
waarvan bijna allen onbekend voor den toe
schouwer zijn, in „De .Ochtendpatrouille" een
beperkt aantal jonge moedige kerels, die we,
door hun beperkt aantal, allen in onze bij
zondere belangstelling opnemen, wiens ellen
dige dood ons bijna nog heviger treft, om
dat we het gevoel hebben, dat we hen ken
nen. Met den commandant van het vlieges-
kader wachten we in even groote spanning
en aandoening de terugkomst van de vliegers
af. Hoeveel van de zeven, die bij de ochtend
patrouille opstegen keggen terug en wie?
De inhoud van „De Ochtend-patrouille" is
in het kort de volgende: De commandant
van een Britsch vliegeskader in Frankrijk,
majoor Brand is in voortdurend conflict met
zijn bekwaamsten vlieger kapitein Courtney,
omdat Courtney Brand telkens verwijt, dat
de majoor de jonge vliegers, kinderen dikwijls
nog, soms jongens van 16, 17 jaar, in minder
waardige vliegtuigen de lucht instuurt op
den vijand af, om bijna altijd weer den
dood te vinden. Courtney kan maar niet be
grijpen, dat Brand niet anders doet, dan de
bevelen van de meerderen opvolgen. Het ver
driet en de ellende van Brand bij elke gehal
veerde terugkeer van een patrouille ziet
Courtney niet.
'Brand wordt overgeplaatst en Courtney
wordt commandant in Brand's plaats. Eerst
nu maakt hij al de smarten van Brand dooi
en moet hij dezelfde orders geven, waarom
hij Brand zoo sterk veroordeelde. Door zoo'n
vreeselijk bevel komt hij in botsing met zijn
besten vriend Scott, die van hem verlangt
dat hij Scott's jongere broer, die zich juist
dien middag bij het eskader is komen ver
voegen, zal vrijstellen van de operatie, die
INGEZONDEN .MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
den volgenden morgen boven de Duitsche li
nies, zal moeten worden uitgevoerd en die ze
ker weer een groot aantal slachtoffers zal
vragen. Een van de slachtoffers is Scott's
broer, waardoor Courtney voor Scott's gevoel
een moordenaar is. Voor een bijzonder ge
vaarlijke onderneming wordt een vrijwilliger
gevraagd. De vlieger, die zich daarvoor aan
biedt is ten doode opgeschreven. Scott hoort
tot die vrijwilligers en wordt er voor aange
wezen. Courtney heeft geen vrede met die
oplossing hij "wil in Scott's plaats gaan. Hij
weet Scott eenige glazen wijn te doen drin
ken. waardoor deze in een diepe slaap raakt
en niet op tijd kan opstijgen. Courtney gaat
nu in de plaats van Scott, hij bereikt zijn
doel in alle deelen, het geheele vijandelijke
munitiedepot wordt de lucht ingeblazen,
maar hijzelf moet den tol betalen en sterft
een vreeselijken dood in zijn brandende neer
stortende machine
Het publiek leefde het gruwzame gebeuren
hevig mee. Alleen schijnt bij enkelen de vre-
desgedachte en de Pan-Europa-gedachte
nog niet voldoende ingang te hebben ge
vonden. Ze gingen zoo op in het ont
zettende drama, dat ze zich partij stelden
vóór de Engelschen tegen de Duitschers. Dat
bleek het duidelijkst, toen ze verheugd, luid
op lachten, toen een paar Duitschers in hun
machine omlaag werden geschoten. Dat dat
menschen waren, zooals wij allemaal, die even
onschuldig aan den oorlog zijn, als al de
andere slachtoffers, konden ze blijkbaar op dat
moment niet inzien.
Deze film is een vreeselijke aanklacht te
gen de menschenafslachting, die met een
eenigszins zachter woord, oorlog heet.
Van het bijprogramma, dat heel goed is,
memoreeren we alleen even het Variété.
Johnson en Johnson, een grappig nummer
met een zeer onverwachte ontknooping.
Een nieuw luchtschip.
PALACE.
Rhapsodie der Liefde.
De film die deze week als hoofdnummer in
„Palace" draait heeft zeer vele goede quali-
teiten. Eén der belangrijkste hiervan is de
ver doorgevoerde eenvoud van de uitwerking-
van het gegeven. Met weglating van ieder
overbodig detail en met een volkomen zeker
heid en volmaakte beheersching van de
techniek ontrolt zich de tragedie. Deze groote
zuiverheid van stijl in een dergelijke
overigens onbelangrijke film is waarlijk
een unicum, dat wel de bijzondere aandacht
verdient.
Over den inhoud het volgende. Een jong
beeldhouwer wordt geprotegeerd door een
fijnzinnig en schatrijke bankier. De kunste
naar zocht vergeefs een model voor zijn
meesterwerk, èen verbeelding van de godin
Venus. Op toevallige wijze komt hij in aan
raking met een zeer schoone jonge vrouw
die zich bereid verklaart voor hem te posee
ren, op voorwaarde dat hij nimmer haar
naam zal vragen. De kunstenaar accepteert
deze voorwaarde. Later blijkt dat de jonge
vrouw degene is, met wie de rijke bescher
mer binnenkort in het huwelijk zal treden.
Noch de kunstenaar, nocht de jonge vrouw
weten iets van de onderlinge verhouding die
er wederzijds tusschen beide en den ban
kier bestaan. Zij krijgen elkander lief, doch
het onvermijdelijke conflict komt tot uiting,
wanneer op zekeren avond de bankier zijn
aanstaande verloofde aan den kunstenaar
voorstelt en de laatste en de jonge vrouw
zijn model herkent. De bankier doet een po
ging om zijn aanstaande vrouw voor zich te
behouden, Wanneer hij echter inziet dat zij
niefc in staat Is, een ander dan den kunste
naar lief te hebben, Iaat hij haar naar dezen
terugkeeren.
Michel Waschïhsky en Stefan Scekely de
regisseur van dit werk van Poolsche ma
kelij, hebben, zooals gezegd, met lofwaar
dige soberheid deze intrigue uitgewerkt. Wij
kunnen deze film, waarvan de hoofdrollen
uitnemend vertolkt worden, dan ook zonder
eenig voorbehoud aanbevelen.
Van het bijprogramma noemen wij het op
treden van de „Twin Sisters" die op ver
dienstelijke wijze eenige acrobatische dansen
ten uitvoer brengen.
BUS MET WERKLOOZEN
EEN SLOOT GESTORT.
IN
EEN MAN GEWOND
Donderdagmiddag is een autobus met
werkloozen uit de gemeente Wehl, die aan
de Baaksche beek werken, van den weg ge
reden en in een sloot gestort meldt het Hbkl.
De bus werd belangrijk beschadigd; alle rui
ten werden vernield. Een der inzittenden
werd licht gewond. Het ongeluk is veroor
zaakt door het onvoldoende wijken van een
boerenwagen.
Het grootste ter werelc
Tegen het einde van Juli zal de doop
plechtigheid van het grootste luchtschip dei
wereld in Ohio plaats vinden. De Akron'
is gebouwd door de Goodyear Zeppelin Cor
poration voor de Amerikaansche Marine ei
zal deel uitmaken van de Pacific Fleet me;
basis te Sunnyvale bij San Francisco.
Het luchtschip is driemaal zoo groot als d<
Los Angeles en belangrijk grooter dan di
„Graf Zeppelin". De Akron wordt met heliun
gevuld, een onbrandbaar en onontplofbaai
gas, en is 785 voet lang met een doorsnedi
van 133 voet. Acht motoren van 560 P."
zullen het schip een snelheid geven
meer dan 80 mijlen per uur en naar schat-
ting zal het luchtschip 10.500 mijlen kunner
afleggen zonder brandstof bij te laden, Alli
cabines, behalve de stuiircabine, zijn in het
inwendige van het luchtschip gebouwd.
In een speciale afdeeling kunnen 5 vliei
tuigen worden meegevoerd.
De hangar te Akron is gebouwd in dert
vorm van een half ei en meet 1175 voet in do
lengte, 325 voet in de breedte en 211 voet irj
de hoogte. Het is het grootste gebouw teij
wereld zonder inwendige steunen.
De proefvluchten zullen worden gehou-l
den onder bevel van commandant Charles E,;
Rosendahl, vroeger commandant van de'
Los Angeles.
PRIVAAT-DOCENT IN DE
JOURNALISTIEK.
DE HEER W. N. VAN DER HOUT
BENOEMD.
De minister van Onderwijs K. en W. heeft:
den heer W. N. van der Hout, secretaris van
den Nederlandschen Journalistenkring te
's-Gravenhage bij de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit toj
Utrecht toegelaten als privaat-docent in dé
publiciteitsleer, om college te geven in on-|
derwerpen betreffende publiciteitsleer, pers
en journalistiek.
SLUIS I IN DE WIERINGER-
MEER GEOPEND.
236 INGENIEURS AANWEZIG.
Vrijdagmorgen is in den Wierïngermeer-
polder de officieel© opening geschied van
de nieuwe sluis, genaamd sluis I. Onder de|
talrijke aanwezigen, niet minder dan 236 in
genieurs uit Nederland waren de directeur-
generaal der Zuiderzeewerken, ir. De Blocq
van Kuffeler en ingenieur Lely, hoofd-direc-
teur-uitvoerder der Maatschappij tot uitvoe
ring van Zuiderzeewerken. Het gezelschap
komende van Kolhorn voer met twee booten
door de sluis naar de Haukes en gebruikte inj
de groote landbouwschuren in den Wierin-
germeerpolder de lunch.
M
—4cr
KRONIEK DER MOLENS.
Donderdagmiddag is de gerestaureerde'
oliemole op de uitspanningsplaats „De
Haaksbergsche Watermolen" officieel in
gebruik gesteld. Behalve het bestuur dei
Oudheidkamer te Enschedé waren ongeveei
50 genoodigden aanwezig. .(N.R.Ct.)
DE INTERNATIONALE EERE
RECHTBANK VOOR
JOURNALISTEN.
INSTALLATIE UITGESTELD TOT OCTOBER
Het dagelijksch bestuur van den Ned. Jour
nalisten-Kring meldt: i
De plechtige installatie van de internatio
nale eere-rechtbank voor de Journalistiek in
het leven geroepen door de Fédération Inter
nationale des Journalistes, en waarvan onze
landgenoot mr. B. C. J. Loder het voorzitter
schap heeft aanvaard, is uitgesteld tot begin
October.
De installatie zal zoo goed. als zeker ge
schieden in het Vredes-paleis te 's Graven-
hage.
Op verzoek van het bestuur der Internatio-,
nale Journalisten-Federatie heeft de heer
Aristide Briand, zich bereid verklaard het|
presidium van de installatieplechtigheid op'
zich te nemen.
Ter gelegenheid van deze plechtigheid zal
het Comité Exécutif van de F. I. J. hier te!
lande te Amsterdam of te 's Gravenhage
zijn half-jaarlijksche vergaderingen houden
FEUILLETON.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
34)
(Nadruk verboden.)
Lang bleef ze onbeweeglijk, het lioofd ge
bogen, in deze houding liggen. Thalberg nam
den hoed af; Holger volgde zijn voorbeeld.
De anderen waagden het niet de* knie
lende vrouw te storen. In eerbiedig' zwijgen
bleven ze op korten afstand staan.
Eindelijk kwam mevrouw Bruhn langzaam
en met moeite, overeind. Haar oogen schit
terden met wonderen glans in het marmer
bleke gezicht. Een oogenblik bleef ze staan,
als om het leven van deze wereld in zich te
laten terugvloeien; toen zei ze met een
stom, die van verre scheen te komen:
„Hij heeft ons vergeven
Ze steunde op Thalberg's arm en lang
zaam verlieten zij het kerkhof.
Holger en Astrid liepen vooruit; de kolonel
en mevrouw Bruhn volgden.
De maan was opgekomen en wierp een
bleek-zilveren schijnsel over het wijde
landschap. De bloemen geurden in den ^til
len voorjaarsavond
Op een stralen den Meimorgen het jaar
daarop, hielden twee rijtuigen stil voor het
oude, verweerde dorpskerkje.
Toen de klokken begonnen te luiden schre
den Holger Thalberg en Astrid Bruhn, on
der de ruischende tonen van het orgel, door
het kleine bedehuis.
De trouwplechtigheid duurde niet lang,
alles geschiedde in den grootsten eenvoud,
zonder eenige praal en weldra waren de bei
de koetsen weer op den terugweg naar het
landgoed.
In het tweede rijtuig zaten Christian Thal
berg en mevrouw Bruhn. Zij waren beiden in
een ernstige, haast-pieehtige stemming en
het duurde een poosje, voor het stilzwijgen
.verbroken werd.
Eindelijk zei mevrouw Bruhn, terwijl ze
haar hand even op die van haar trouwen
vriend legde.
,Jk geloof dat wij, oude luitjes, nu wij het
grootste geluk hebben gevonden, dat cp
aarde nog voor ons was weggelegd."
„Misschien", antwoordde de kolonel pein
zend.
„Waarom misschien?" vroeg mevrouw
Bruhn verbaasd.
De oud-officier ging stram overeind zit
ten. Ter eere van den grooten dag had hij,
sinds vele maanden voor het eerst zijn uni
form weer aangetrokken en ondanks zijn
grijze haren, zag hij er met zijn blozend ge
zicht en heldere oogen, zijn borstelige krijgs
haftige snor en in zijn flatteus groot-tenue,
nog kranig uit. En daarvan was hij zich ter
dege bewust.
„Ik bedoel", hernam hij, „dat de droom
mijner jeugd, die altijd levend in mij is ge
bleven. misschitn toch nog werkelijkheid
kan worden.
Mevrouw Bruhn keek onzeker naar hem
op.
„Je weet beste Petra," ging hij voort, „dat
ik in mijn luitenantsjaren van je ben gaan
houden en mijn gevoelens voor je zijn in den
loop der tijden uitgegroeid tot een onwan
kelbare vriendschap, een diep, toegewijd
respect, Ik ben Bruhn's beste vriend ge
weest en een stem binnen-in mij zegt me,
dat ik de belofte die ik hem voor zijn dood
gaf, om voor jou en Astrid te zorgen, niet
beter kan houden, dan door geheel zijn
plaats als man en vader te vervullen. Je
moet niet denken dat mijn vraag een gevolg
is van een plotselinge, lichtvaardige opwel
ling, Petra; ik heb er lang en ernstig over
nagedacht."
Mevrouw Bruhn keek haar begeleider met
een eigenaardigen blik aan, vol genegen
heid en toch ook vol weemoed.
„Je bent altijd een gevoelsmensch ge
weest, Christian, en daarom houdt ieder
een die je kent. ook zooveel van je. In de
goedheid van je hart heb je Alfred en Astrid
en mij diensten bewezen, waarvoor ik je niet
dankbaar genoeg kan zijn en die ik je nooit
zal kunnen vergelden. Maar..,." ze aar
zelde even.... is je vandaag niets aan mij
opgevallen?"
Thalberg keek onderzoekend naar me
vrouw Bruhn, maar hij wist niet waarop ze
zinspeelde.
„Heb je niet gemerkt, dat ik op zelfs dezen
dag van vreugde en geluk in het zwart
ben?"
Thalberg sloeg de oogen neer; hij begreep
den wenk.
„Kun je niet begrijpen", vervolgde me
vrouw Bruhn', „dat ik mijn heele verdere le
ven niet anders kan blijven dan Alfred's we
duwe, dat ik een heeleboel heb goed te ma
ken aan zijn nagedachtenis? Dat ik een
zaamheid noodig heb om mij steeds opnieuw
te verdiepen in 't edele karakter van den man
dien ik tijdens zijn leven niet heb begrepen
en dien ik daardoor schromelijk te kort heb
gedaan. We hebben allemaal een schaduw
op zijn leven en zijn eer geworpen, allemaal,
behalve,", er klonk groote warmte in me-
vrouw's Bruhn's stem", behalve jij, Chris
tian! Als iemand van daag aan den dag mij
zou vragen waarom ik gestraft ben, zou ik
antwoorden, dat de oorzaak van alle el
lende de miskenning van Alfred's karakter
was."
Kolonel Thalberg' staarde afwezig voor
zich uit.
„Je hebt volkomen gelijk, Petra", zei hij
toen. „Zóó heb ik de zaak tot nu toe niet
gezien."
Mevrouw Bruhn zag duidelijk, dat haar
weigering den nobel en man naast haar, al
bleek hij haar motieven te begrijpen, diep
teleurstelde en zij voelde behoefte den indruk
van haar woorden te verzachten.
,Het spreekt vanzelf, Christian, dat mijn
standpunt niets verandert aan mijn gevoe
lens van.groote dankbaarheid en genegen
heid vooi®jou. Als je mijn eigen broer was,
kon die genegenheid niet grooter en war
mer zijn. Ik hoop, dat ten opzichte van mij
ook bij jou alles bij het oude blijft en dat er
door mijn weigering niets tusschen ons is
gekomen."
„Wat ik voor jou voel, kan nooit veran
deren", zei de kolonel uit den grond van zijn
hart. Hij nam mevrouw Bruhn's hand en
bracht die eerbiedig aan zijn lippen,
Toen viel er een zwijgen en mevrouw
Bruhn haastte zich een andere wending aan
het gesprek te geven.
„Christian", begon ze, „ik heb je zoo dik
wijls een dienst gevraagd, dat ik me maar
niet geneeren zal je opnieuw lastig te vallen.
En ik geloof, dat je in dit geval heel graag
aan mijn verzoek zult voldoen.
De kolonel luisterde in spanning.
„Een half jaar geleden ongeveer", ver
volgde mevrouw Bruhn kreeg ik bezoek
van een van de directeuren van de verzeke
ringsmaatschappij uit Kopenhagen. Hij
vertelde mij van de regeling die Alfred ge
troffen had om hun de schade te vergoe
den."
„Daar wist ik van", vertelde Thalberg, ;;het
was een van de vele uitingen, van zijn no
bele persoonlijkheid."
„Dat was het zeker", stemde mevrouw
Bruhn ernstig toe. „Toen die meneer kwam,
had ik voor Astrid al alles geregeld; de op
brengst van het landgoed is zooals je weet
tegenwoordig van dien aard, dat mij dat niet
moeilijk viel. Die directeur van de assurantie
kwam mij het geld terugbrengen, dat Alfred
al had betaald. Hij zei dat de directie van
meening was, dat ze daar geen recht op had
den, nu was gebleken dat een vreemde den
brand veroorzaakt had en niet- één van ons.
Het risico kwam daardoor geheel voor hun
rekening.
„Dat is zoo", stemde Thalberg in. „Dom
dat ik daar niet eerder aan heb gedacht.
Maar het pleit voor ze, dat ze het uit eigen
beweging terugbetaald hebben."
„Kijk eens", vervolgde mevrouw Bruhn,
„ik heb op dat geld niet gerekend en ik heb
het niet noodig; ik wilde het gebruiken voor
iets waardoor Alfred's naam blijft voort
leven. Ik wil een Alfred Bruhn-fonds stich
ten, uit de rente waarvan menschen. die
onschuldig in preventieve hechtenis heb
ben gezeten en daardoor in moeilijkheden
zijn gekomen, gesteund kunnen worden. Ik
geloof niet dat ik Alfred's nagedachtenis op
passender wijze zou kunnen eeren."
„Het is een prachtig idee", prees de Kolo
nel.
„Ik heb als stichtingsdatum dezen gedenk-
waardigen dag uitgekozen", ging de spreek
ster verder, „daarom heb ik je er ook niet
eerder over gesproken. Vanmiddag komt d&
notaris op „S'eehof" om de akte op te maken.
En nu wilde ik jou vragen of je het voorzit
terschap van de stichting op je wil nemen enj
een paar andere heeren verzoeken zittingj
in het bestuur te nemen."
„Niets zal mij aangenamer zijn, Petra,
dan te helpen dit dubbel en dwars verdien-;
de monument voor mijn lieven vriend op tel
richten. Ik dank je yoor je vertrouwen."
Daarop reden ze zwijgend naast elkaar
voor tot het rijtuig voor de stoep van het
heerenhuis stilhield.
Mevrouw Bruhn is thans een oude dame
met sneeuwwit haar. Op het landgoed heb-i
ben allen een haast bijgeloovigen eerbied
voor de vrouw met de nog steeds on-gebo-
gen gestalte en de wondere diepe oogen met
de hun ondoorgrondelijke glans.
Onder de menschen in dc streek zijn er
heel wat, die haar in stille dankbaarheid
in eere houden; geen arme of bedrukte is er
die ooit zonder troost het landgoed verlaat.
En menige ontslagen gevangene, die
schuld of misslag heeft geboet, is door haar
zonder ophef verleende hulp voor ondergang
behoed en weer een behoorlijk lid van
samenleving geworden. In den familiekring
hebben de ouderen, die getuigen zijn ge
weest van haar offer, diep ontzag voor haar,
terwijl de jeugd een met nieuwsgierigheid
gemengde bewondering aan den dag legt.
Voor de jongere kleinkinderen is het altijd
een griezelig genot als Grootmama verhalen
doet uit de gevangenis, maar gespot met
deze vreeselijke plaats wordt er in het ge
zin van Holger en Astrid Thalberg nooit. De
jonge Thalbergjes hebben medegevoel ge
leerd met menschen die, onschuldig of
schuldig, in sombere kwellende eenzaamheid
moeten leven. En de ouderen onder de klein
kinderen is door groot mama ook ingeprent,,
wat voor vreeselijke rampen een huisgezin
kunnen \reffen als er geen wederzijdsch be
grijpen. vertrouwen en liefdevolle open
hartigheid heerschen.
Nu, bij Holger en Thalberg laat dat niets
te wensclien
EINDE.