Ook Engeland geeft een prachtig voorbeeld. KINADRUPPELS BUITENLAND. CRISISSTEMMING IN DUITSCHLAND. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. HAARLEM'S DAGBLAD MAAN D AG 13 JUL 11931 VIERDE BLAD Enorme vredesbetooging in Londen. De vertegenwoordigers der 3 politieke partijen zijn het eens. Dr H.MANNING'S EETUJ5T-0PWEKKEND. ƒ1.30 p.fl. Maandag en Dinsdag de beurs gesloten. Kapitaalsvlucht en onttrekking van credieten. MacDonald, Baldwin en Lloyd George Verklaren dat de groote ontwapenings conferentie slagen moet. De menschheid make zijn meening kenbaar! De telegraafagentschappen melden uit Londen dat in de Albert Hall een groote vre- des- en ontwapeningsbijeenkomst is gehou den, waaraan vertegenwoordigers van alle partijen en alle maatschappelijke klassen hebben deelgenomen. De toeloop was zoo groot, dat er nog twee andere vergaderingen in de open lucht moes ten worden belegd, waarbij de redevoeringen door luidsprekers werden verspreid. In de groote zaal van de Albert Hall waren meer dan 7000 personen aanwezig, o.a. de afge vaardigden van zeventien christelijke en andere religieuze genootschappen, alsmede van 40 socialistische, conservatieve, liberale en vele pacifistische organisaties. Verschei dene buitenlandsche ambassades en gezant schappen hadden een vertegenwoordiger ge zonden. Een „vredesstoet'1 van 3000 vrouwen met vaandels met het opschrift „Pax", had zich op de Theemskade opgesteld: hij begaf zich met volle muziek naar Hydepark en vandaar naar Albert Hall om er de vergadering bij te wonen. In den stoet liepen delegaties van vrouwenorganisaties uit alle deelen des lands mee. De voorzitter, maarschalk. Sir William Ro bertson, opende precies te half vier de bij eenkomst en herinnerde aan de tien miljoen menschenlevens, die de oorlog van 1914 ge kost had en de 18.000 miljoen pond, die de gezamenlijke oorlogvoerenden in een of an deren vorm hadden moeten opbrengen. Enge land had dikwijls de leiding genomen bij vraagstukkenvan algemeen menschelijk be lang en het was tijd, dat het dit weer deed. Spr. verwelkomde de leiders der drie politie ke partijen en gaf daarna het woord aan MacDonald. Rede-MacDonald. MacDonald. MacDonald waarschuwde tegen de dwaling te gelooven in de doeltreffendheid van be wapening en doelde op de toenemende ver nielingskracht der oorlogswerktuigen. Des ondanks achten eenige lieden, die zich als bijzonder groote patriotten beschouwen, ont wapening schadelijk. „Weten deze lieden", aldus MacDonald, „dat de eer der natie plechtig is verpand? Engeland is krachtens het Verdrag van Versailles en van het Ver drag van Locarno verplicht om naar ontwa pening te streven. De wereld verwacht van ons niet slechts betuigingen van vredelie vendheid, maar een overeenkomst, welke in cijfers en opgaven omtrent tonnenmaat, ef fectieven en materiaal, tot uiting komt. Wanneer er op de a.s. Ontwapeningsconfe rentie geen program wordt opgesteld, dat een vermindering van het huidig peil der be wapening bevat, zal de conferentie haar plicht niet hebben gedaan." Voorts betoogde de premier dat degenen, die veiligheid door middel der wapenen zoe ken, gelijken op hen, die tijdens een onweer een schuilplaats zoeken onder een boom. Bij het Verdrag van Versailles werd Duit-schland niet de ontwapening opgelegd omdat Europa beducht was voor Duitsche militaire ambities, maar omdat men dit beschouwde als den eersten stap naar een algemeene verminde ring en beperking der bewapening, welke men den vruchtbaarsten voorzorgsmaatregel tegen den oorlog achtte. Aan het slot zijner rede zeide MacDonald: „Wij gaan naar Genève, vastbesloten door de argumenten, de documenten en de aangegane verplichtingen, door de uit de geschiedenis geputte verplichtingen, door de uit de ge schiedenis geputte leering en door een beroep op het gezond verstand der menschheid, om de naties der wereld er toe te brengen zich aaneen te sluiten en den ontzaglijken scha delijken bewapeningslast te verminderen". De NR.C. meldt dat MacDonald o.a. nog zeide: „Na lederen oorlog heeft de verliezer ge klaagd „och waren wij toch beter voorbe reid geweest" en de overwinnaar heeft spoe dig een catalogus van zijn wapenen, voor raden en hulpmiddelen opgemaakt en uit gebreid, want zoo zeide hij, „niet iedere oorlog zal zoo goed afloopen; ik moet paraat blijven". En uit die twee redeneeringen zijn de legers voortgekomen, die nu weer aller- wege in de wereld zulk een omvang hebben bereikt en zulk een last op de schouders der volkeren hebben gelegd". Moet dit zoo doorgaan? Kan dit zoo doorgaan? Weet men niet, dat in den vol genden oorlog dien wij verhoeden zullen (luid applaus) geen verschil meer zal zijn tusschen legers en non-combattanten, dat iedere stad of ieder dorp een slagveld zal worden door de ontzaglijke ontwikkeling van het luchtwapen en dat het einde voor overwinnaar en overwonnene gelijk zal zijn, CA M r-fcaw? Dat is het onafwendbaar einde van het volk. dat nu nog zijn heil verwacht van vei ligheid door een opeenhooping van al maar meer wapenen". „Neen, ik roep het u toe, geen bewapening geeft de veiligheid voor een staat, maar het beletten en fnuiken van die krachten, die altijd geleid hebben tot het uitbreken van nieuwen oorlogen, dat moet onze beveiliging in de toekomst worden". Rede Baldwin. Hierna nam de conservatieve oud premier Baldwin 't woord. Hij sloot zich zich bij de verklaringen van MacDonald aan toen hij zeide: „Wij zijn door het vre desverdrag met on ze eer tot interna tionale ontwape ning verplicht." Hij sprak over de ver mindering der be wapening, waartoe Engeland seder den oorlog is overge gaan en merkte op dat Engelands voorbeeld niet is opgevolgd. Wij moeten op een vermindering van de luchtstrijdmacht der wereld aandringen en trachten eenige gelijkheid tusschen de luchtstrijdkrachten in West-Europa te scheppen. Voorts sprak hij over de noodzake lijkheid van Ruslands deelneming aan de ontwapening, daar anders de in Oost-Euro pa heeschende vrees voor den buurman nim mer zal verdwijnen. De N.R.C. ontleende nog het volgende aan Baldwin's rede: „Laat mij u dadelijk zeggen, dat ik vol komen instem met de geheele rede van den premier, maar vooral met zijn slot: wij zijn gebonden door ons woord en onze eer tot ontwapening. Als men mij nu vraagt, waarom een zaak die wij, en alle weidenkenden op de geheele wereld met ons, van ganscher harte voor staan, nog niet meer voortgang heeft ge maakt, dan vraag ik u een oogenblik uwe gedachten te doen verwijlen bij 1919. op den dag van den wapenstilstand. Toen hebben we in een roes verkeerd, een begrijpelijken roes, maar niettemin een roes en wij hebben den Vrede niet verwelkomd, zooals wij had den moeten doen. Eén was er die het ge daan heeft en ik vergeet nooit, hoe Will Crooks (de sindsdien overleden labour-afge- vaardigde voor Woolwich) in het Lagerhuis op mij toekwam, mijn beide handen nam en zeide: „Ik kan het niet helpen, ik zou toch liever willen schreien, dan juichen vandaag". Die man en met hem eenige duizenden onbekenden misschien, was dien dag in de juiste stemming om den Vrede in te halen, te bevestigen en te dienen, maar wij ande ren waren weer al te spoedig in het oude vaarwater verzeild geraakt en de stemming van „paraat blijven", die de eerste-minlster zoo kernachtig geschilderd heeft, is ook over ons gekomen". Het was onder Baldwin's rede af en toe rumoerig en kreten als: „Wat gebeurt er met Indië?" „Wij deden zelf niets!" werden af en toe gehoord. Voorts zeide Baldwin: „Blijft in den Volkenbond gelooven, maar laat onze vrienden aan de overzijde van don Oceaan ook uw stem hooren: Wij willen Amerika als lid van den Volkenbond, om het vraagstuk van de nationale veiligheid door ontwapening te helpen oplossen. Gelukkig zullen beide landen, de Ver. Sta ten en Rusland, hun vertegenwoordigers naar Genève zenden, waaruit blijkt dat zij de ontwapening nu ook urgent achten. De premier heeft één woord gesproken (ironisch applaus) onder vele, vulde Bald win slagvaardig aan en een daverend ap plaus klonk op en dat woord is geduld. Wij gaan naar Genève in het besef van onzen plicht, met het vaste voornemen ons doel te bereiken, wij zullen den goeden strijd strij den tot hij gewonnen is, wij zullen geen ne derlaag erkennen en niet wijken. Helpt ons door uwe medewerking, door uw geestdrift, maar besef ook onze moeilijkheden en schraag ons door uw geduld". (Donderend applaus) Lloyd George spreekt. Lloyd George genoot bij zijn opkomst een bui tengewoon har telijke ontvangst en hij had zijn gehoor onmiddel lijk onder be dwang, toen hij begon. Er zijn niet veel vraag stukken denk baar voor wel ker uiteenzetting gij MacDonald, Baldwin en mij zelf in dezelfde en in een geest van volkomen eensgezindheid bijeen zoudt kun nen vinden, maar zie hier dan de unieke gelegenheid, waarop bij ons eendrachtig samen vindt. Dit zegt onge twijfeld reeds iets nopens de belangrijkheid van het vraagstuk, dat wij hier bespreken en over de zaak die wij hier komen dienen. De eigenaardige moeilijkheid is deze: Iedereen is het in beginsel over de ontwapening eens, maar iedereen verschilt van meening bij de practische tenuitvoerlegging van dat begin sel. Met deze moeilijkheid hebben we nu jaren gestreden, sinds Lord Robert Cecil applaus) in 1919 in de commissie voor opstelling van het Volkenbondsverdrag het ontwapenings artikel mede heeft helpen redigeeren. Wij heb ben ons toen allen verbonden 30 naties! om onze wapeningen tot het allernoodzake lijkst minimum terug te brengen, maar wat is in werkelijkheid geschied? Wij, Engelschen, hebben den algemeenen dienstplicht weer af geschaft. wij hebben in de lucht ontwapend, zooals Baldwin u zooeven heeft uiteengezet wij hebben op de conferenties te Washington en Londen eenige resultaten bereikt met de be perking der wapening ter zee. Maar de anderen? Zij hebben hun legers uitgebreid tot nooit gekende sterkte, zoodat ik de vraag durf stellen: Hebben zij bij de on- derteekening van het Volkenbondsverdrag aan de verplichting der ontwapeningsclausule gedacht? Misschien niet! Zij hebben Duitsch- land ontwapend, maar onder allerlei voor wendselen hun eigen wapening versterkt. Zij hebben daarna ontwapeningsconferenties ge houden, die niets opgeleverd hebben en slotte nogmaals in een plechtig verdrag te Parijs den oorlog in den ban gedaan. Wil ik u zeg gen, wat dit beteekent? Zij zijn gelijk gewor den aan den man die in het openbaar plech tig "de gewoonten van drinken afzweert en naar huis gaat en zijn kelders vult met de kostbaarste wijnsoorten! Allen hebben den oorlog afgezworen, maar niet de voorbereidselen en de middelen tot den oorlog en daar komt het in de practijk op aan. Wij hebben een begin gemaakt, wij, het zwaarst belaste volk ter wereld een der re denen is dat wij gewoon zijn onze schulden te betalen (donderend applaus) wij hebben het voorbeeld gegeven dat het zoo niet lan ger kan, maar zij en er zijn volkeren onder die op den rand van den economischen af grond staan, of eigenlijk al bankroet zijn zij geven 500 millioen pond jaarlijks uit voor hun bewapeningen. Ook wij betalen ongeveer dat bedrag, maar bij ons zijn het 400 millioen rentebetaling en aflossing van schulden en 100 millioen voor instandhouding van onze wa pening, die óók nog minder kan als men ons voorbeeld volgen wil. Waarom zeg ik dit alles? Omdat tientallen betrouwbare personen mij vertellen, dat op her vasteland van Europa „de komende oorlog in veel kringen en op veel plaatsen alweer het gesprek van den dag is geworden!" Wat blijkt daaruit? Dat zij niets hebben ge leerd uit de lessen van den vorigen oorlog behalve de militairen, die lustig voortgegaan zijn met hun voorbereiding van dien oorlog, die tienmaal verschrikkelijker zal worden dan wat wij in 1914 beleefd hebben. Mag dit ge beuren? Neen en duizendmaal neen! Wij wil len niet met vredesliederen op onze lippen „Steadily, stolidly en tupidly" gedreven wor den naar den nieuwen oorlog, op welken al deze bewapeningen alleen kunen uitloopen. Er zijn lichtpunten. Het besef dat er ontwa pening moet komen is door de algemeene malaise versterkt en wij hebben in Henderson een voorzitter, die te Genève zijn taak zal we ten te vervullen, dit maal. (Langdurig ap plaus) Toch zal zelfs Henderson met al zijn trouwe medewerkers te Genève het probleem niet tot oplossing kunnen brengen als er geen mo- reele ontwapening in de harten van alle men- schen aan voorafgegaan zal zijn. Dit betee kent, dat wij moeten zeggen en durven be kennen, dat een moord een moord is en dat wat de strafwet van ieder land als moord be schouwt en straft, nooit, wanneer het in het groot wordt toegepast, een wettig middel van „public policy" kan zijn. Er mag niet langer onderscheid zijn tusschen het recht van het individu en het recht van een regeering (don derend applaus).Wij moeten de ellende en de afschouwelijkheden van den oorlog niet be mantelen, noch met eenig beroep, op wat dan ook, goedpraten. Wij moeten erkennen, dat wij geen recht hebben een politiek geschil door een reeks afschuwelijke misdaden en moorden te beslechten en als wij in ons hart zoover zijn gekomen, dat zal ook een ontwa peningsconferentie te Genève het succes kun nen boeken, waarnaar wij allen reikhalzend uitzien! Motie aangenomen. De motie, welke door de vergadering bij ac clamatie werd goedgekeurd, zegt: „De verga dering begroet met vreugde de aanstaande Ontwapeningsconferentie en dringt er bij de regeering op aan alles te doen wat in haar vermogen ligt om een feitelijke vermindering van de bewapening der legers, vloten en lucht machten der wereld te bewerkstelligen." Is Schoonheid reden voor ontslag? Eenigen tijd geleden werd een winkeljuf frouw ontslagen, omdat haar patroon ver nam dat zij in de bekende Engelsche bad plaats Brighton in een strandpiama gedanst had. Een bediende verloor zijn betrekking omdat hij een prijs in een sweepstake gewonnen had. En nu is er een dame, die geen schoon heidskoninginnen in dienst wil hebb. enDe 20-jarige Miss Mary Arblaster heeft namelijk ingeschreven als mededingster in een schoonheidswedstrijd en gaf als adres op dat harer meesteres mevr. Kersham in Ravensthorp. Die er natuurlijk kennis van kreeg en haar ondergeschikte met ontslag dreigden als zij bij haar voornemen bleef om mee te doen. Maar Miss Mary is liever ontslagen en schoonheidskoningin, naar ze zelf verklaart, dan dat ze aan het dringende verzoek van mevr. Kershaw gevolg geeft. Engeland. Het tot zinken brengen van de I'm alone". WASHINGTON, 10 Juli. (VD l De Vereenig- de Staten hebben thans het antwoord gepu bliceerd op de Canadeesche protestnota in zake de auaestie van de „I'm alone", den Ca- nadeeschen schoener, die door een vaartuig van de Amerikaansche kustwacht tot zinken werd gebracht omdat de schoener ervan ver dacht werd, rum te willen smokkelen. In het Amerikaansche antwoord wordt ver klaard, dat gebleken is, dat de eigenaars van den schoener „I'm alone" Amerikanen waren en dat de schoener het vuur op het Ameri kaansche kustwachtvaartuig heeft geopend, Door op deze uitdaging te antwoorden, heeft de Amerikaansche kustwacht slechts haar plicht gedaan. Spoedige hulp dringend noodzakelijk. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. In de geschiedenis van de jaren na den oorlog zal moeilijk een periode aangewezen kunnen worden, zoo rijk gekleurd door be langrijke historische gebeurtenissen, als die welke wij thans beleven Het is begonnen met de steeds steviger grondvesting van de regeering Bruening en de successen op de Nationale oppositie be haald. Deze successen stelden de Duitsche regeering in staat een politiek van groot- schen stijl te voeren. De bezoeken aan Lon den brachten de internationale machinerie in beweging. Hoover heeft gesproken, er werd overeen stemming bereikt tusschen de Fransche en Amerikaansche onderhandelaars, doch nau welijks heeft men eenigen tijd gekregen om te herademen, of de berichten uit Duitsch- land maken melding van een tweeden nood kreet aan het adres van de regeeringen in Rome, Parijs, Londen en Washington. De financieele toestand van Duitschland is aanzienlijk verergerd na de naar thans blijkt vruchtelooze besprekingen van den directeur der Duitsche Rijksbank, Dr. Luther, met de Fransche financieele experts, over credietverschaffing aa nhet Duitsche Rijk. De Duitsche experts uit de Herstelcommis sie van den Rijksdag, de bankdirecteuren, het kabinet, zij vergaderden van Zaterdag af, den geheelen Zondag door, om te bespre ken, welke maatregelen genomen moeten worden, om de moeilijkheden, die elders in deze rubriek beschreven worden, het hoofd te kunnen bieden. Er is crisisstemming. De Duitsche beurs zal vandaag en waarschijnlijk ook morgen gesloten zijn. Men vreest namelijk dat nog meer kapitalen aan de Duitsche banken ont trokken zullen worden en dat nog meer cre dieten zullen worden opgezegd. Deze crisis is natuurlijk van internationale beteekenis. De slechte vorderingen in Frank rijk gemaakt, ten aanzien van de Duitsche pogingen tot het verkrijgen van crediet, de politieke eischen door Frankrijk als voor waarden gesteld, de besprekingen te Bazel, met de bank voor Internationale Betalingen, de houding van den directeur der ,3ank of England" Montague Norman, de Amerikaan sche plannen tot hulpverschaffing, dit alles houdt ten innigste verband met de toekomst van Duitschland en van Europa. Hoover heeft de eerste stap gedaan. De groote arbeid moet echter nog verricht wor den. Dat dit onder zeer stormachtige finan cieele verschijnselen geschieden moet. zal niemand betwijfelen, nadat hij de onder staande berichten gelezen heeft. Tenslotte vestigen wij nog de bijzondere aandacht op de verslagen van de zeer im posante vredesbetooging in Albert Hall in Londen, waar drie politieke tegenstanders Lloyd George, MacDonald en Baldwin eens gezind en onder enorm enthousiasme van honderden en nog eens honderden luiste raars, gesproken hebben over de noodzake lijkheid van het slagen der Groote Interna tionale Ontwapeningsconferentie en den eisch, die aan iedere natie gesteld moet wor den: haar meening kenbaar te maken, op dat de vertegenwoordigers in Genève weten dat zij gesteund worden door de innige over tuiging der geheele menschheid. Het onweerlegbare argument ook. voor hen die het Petitionnement van de Nederland- sche Dagbladpers nog niet geteekend heb ben! L. A. Duitschland De regeering slaakt wederom een noodkreet. De rijksregeering heeft aan de Duitsche diplomatieke vertegenwoordigers in de Ver. Staten, Engeland, Frankrijk en Italië op dracht gegeven de aandacht der regeeringen dezer landen te vestigen op den grooten ernst van den toestand in Duitschland. Vandaag en Dinsdag geen beurs in Duitschland? BERLIJN, 12 Juli (V. D.) Naar vernomen wordt hebben de besturen der verschillende Duitsche beurzen besloten om morgen en waarschijnlijk ook Dinsdag alle Duitsche beurzen gesloten te houden. Deze maatregel wordt klaarblijkelijk geno men om te voorkomen, dat als gevolg van het langzame en moeilijke verloop van de moratorium-onderhandelingen nog meer ka pitaal aan de Duitsche banken onttrokken wordt en nog meer credieten worden opge zegd. Scherpe maatregelen. De „BB C." verneemt, dat de Rijksbank besloten heeft scherpe maatregelen tot be perking van het crediet te nemen. In Berlijn werd het disconteeren van wissels tot een minimum beperkt. De filialen van de Rijks bank in de provincie mochten slechts cre diet verleenen na toestemming van de Ber- lijnsche centrale. Het Wolf-Bureau seint: De vraag naar buitenlandsche wissels was zeer groot en de Rijksbank heeft ongeveer 90 mill. M. wissels moeten afgeven, terwijl Vrijdag slechts 50 mill M., bij de bank werd gevraagd. De grootere afgifte van buitenlandsche wissels schrijft men toe aan het feit, dat de crediet-onderhandelingen door dr. Luther gevoerd, moeilijk beoordeeld kunnen wor den. Het bestuur heeft zich genoopt gezien der reeds geldende beperking der credieten te versterken. Zoowel te Berlijn als in de pro vincie werden de aangeboden wissels sterk geschift. De in disconto genomen wissels zijn licht verminderd. Omtrent verdere maatregelen zijn nog geen besluiten geno men. Ook de algemeene raad is nog niet bij een geroepen. De bank wenscht blijkbaar eerst de uit werking van de verscherpte beperking van het crediet af te wachten, daargelaten, dat de besprekingen met de regeering een zekere opklaring van den toestand ook voor de Rijksbank kunnen brengen. Het schijnt, dat indien verdere maatrege len worden genomen zij van voorbijgaanden aard zullen zijn, zij zijn echter nog niet vastgesteld. Men meent, dat de afgifte van buiten landsche wissels grootendeels voortkwam uit opvragingen van voor Nederlandsche en Zwitsersche rekening uitgezette gelden, Duitsche voorstellen te Parijs en Rome. PARIJS, 12 Juli. (V. D.) DC Duitsche am- bassadeur von Hoesch heeft Zondagmorgen in opdracht van de Rijksregeering een be zoek gebracht aan den secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandsche Za ken. Berthelot, die den minister van Buiten landsche Zaken, Briand, bij diens ontstente nis vertegenwoordigde. Von Hoesch sprak over den buitengewoon slechten financieelen toestand. De ambassa deur noemde eenige maatregelen die in aan merking schijnen te komen om de thans heerschende crisis door een gemeenschappe lijke actie van alle bij het Youngplan betrok ken mogendheden op te lossen. Von Schubert bij de Italiaansche regeering. ROME. 12 Juli. V. D.) De Duitsche gezant von Schubert heeft Zondagmorgen de Ita liaansche regeering op de hoogte gesteld van den ernstigen toestand in Duitschland. De Duitsche Herstelcommissie bijeen, BERLIJN, 12 Juli (V. D.) Dc Hcrstclcom- missie van het Rijkskabinet, die tot ongeveer twee uur in den nacht op Zondag bijeen is geweest, heeft haar vergadering hedenmor gen om half twaalf hervat in aanwezigheid van den president der Duitsche Rijksbank. Dr. Luther en vertegenwoordigers der ban ken, ten einde verdere besprekingen te voe ren over de door Dr. Luther te Londen en te Parijs gehouden onderhandelingen. De Commissie bleef tot laat in den middag bijeen. Hedenmiddag is het Rijkskabinet bijeen gekomen ten einde te beraadslagen over de financieele maatregelen welke voor het bin nenland moeten worden genomen. Op het oogenblik is over de te nemen fi nancieele maatregelen niets positiefs mede te deélen. Het verluidt, dat maatregelen te verwach ten zijn ter verhindering van de devisen- en geldafvloeiïng. Een algemeene devisenblok- keering zal bijzondere moeilijkheden met zich brengen, daar de Rijksbankwet aange past is bij het Youngplan. Steeds moet reke ning gehouden worden met een mogelijke wijziging van de Bankwet. Lüther nog niet naar Bazel BERLIJN. 12 Juli. (V. D.) Vernomen wordt dat de president der Duitsche Rijksbank, Dr. Lüther niet naar Bazel zal vertrekken ter bijwoning der zitting van de Bank voor In ternationale Betalingen, aangezien zijn aan wezigheid te Berlijn noodzakelijk is. In zijn plaats is geheimraad Vocke per vliegtuig naar Bazel vertrokken. Montague Norman houdt besprekingen te Bazel. BAZEL. 11 Juli. (V. D.) De gouverneur van de Bank van Engeland. Montague Norman, heeft te Bazel besprekingen gevoerd met de directie van de Bank voor Internationale Be talingen over den huldigen toestand, die door de afwijzende houding van Frankrijk ten op zichte van de voorstellen van dr. Luther nog moeilijker is geworden. Het is te hopen, dat de ernst van den toestand de verschillende regeeringen aanleiding zal geven de presi denten van de circulatiebanken nog meer bewegingsvrijheid te geven voor de te Bazel beginnende besprekingen en hen bevoegd heid te geven tot bijzondere concessies. De Londensche bladen melden dat Monta gue Norman, Frankrijk heeft te kennen ge geven dat het noodzakelijk is, dat de houding van Frankrijk gewijzigd wordt, ten einde een financieele ineenstorting van Duitschland te voorkomen. Dit is geschied nadat de Britsche regeering geconstateerd had, dat Frankrijk politieke eischen heeft gesteld als voorwaar de voor een financieele ondersteuning. Mobiliseering der Amerikaan sche financieele macht? WASHINGTON II Juli (STA.) De Ass. Press, verneemt het volgende: De mobiliseering van de Amerikaansche financieele macht als middel tot verlichting van de financieele crisis in Duitschland, vormt het onderwerp van besprekingen door hooge regeerings-ambtenaren gevoerd. Eenig commentaar tot de onrustbarende berichten (omtrent den financieelen toestand in Duitschland, die de regeering te Washing ton bereikten is nog niet bekend. Evenwel verluidt, dat eoowel de regeering als de di rectie der schatkist zich voortdurend nauw keurig op de hoogte stellen. Eenige regee- ringsambtenaren gaven als hun meening te kennen, dat president Hoover wel de een of andere stap zal doen. Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13