DE REIS OM DE WERELD IN 8 7, DAG.
Radiomuziek der week.
BIOSCOOP
Nieuwe Uitgaven.
II.
Snelle tocht over Siberië in 11 uur.
Gatty gewond, maar de vliegers gaan verder.
Boven links: Jules Verne, die in zijn beroemden roman in 1873 de duur van de
snelste reis om de wereld op 80 dagen berekende. Daaronder de beide Ameri-
kaansche vliegers William Post en Harol Gatty, die haar in 8 dagen, 15 uur, 51
minuten deden. Boven rechts: de „Graf Zeppelin", die in 1929 voor de reis om de
wereld. 19 dagen noodig bad, Rechts onder: De Lookhead-Vega-machine
van de Amerikanen.
In den storm.
r Post en Gatty hebben 2000 mijlen afge
legd zonder te landen. Zij vlogen van Mos
kou naar Novosibirsk in 2 1/2 uur en pas
seerden Omsk (op 1500 mijlen afstand van
Moskou), waar een groote menigte was sa
mengestroomd, in de verwachting, dat zij
daar zouden landen.
Het volgende schreef Wiley Post uit Mos
kou:
Het is ongelukkig, dat men ons hier over
laadt, omdat het tijd kost. Wij hadden den
moed niet, een recordvlucht over Siberië te
maken.
De sovjets hebben prachtig met ons sa
mengewerkt en ons wanneer wij boven onbe
kende gebieden vlogen, herhaaldelijk onze
positie gemeld ten opzichte van de steden.
Wat de benzine betreft, de soort, die wij
te Moskou kregen, is van goede hoedanig
heid. De sovjets verzekerden ons, dat de
zelfde verkrijgbaar is in alle plaatsen van
Siberië, waar wij zouden kunnen landen,
maar zij verzonden twintig telegrammen
naar verschillende plaatsen om zeker te zijn
van hun zaak!
Ons slaapje van twee uur heeft ons weinig
goed gedaan. Het zou beter geweest zijn,
wanneer wij den geheelen avond hadden ge
slapen, maar de sovjets hadden ons een
feestmaal bereid en wij konden hun niet
teleurstellen door niet te verschijnen.
Zij hielden redevoeringen en dronken op
het welslagen van onzen tocht wijn, waar
over wij onze erkentelijkheid betuigden door
het drinken van water.
Toen wij naar het vliegveld terugkeerden,
ontdekten wij, dat Russen onze vliegmachine
met benzine hadden overgoten.
Wij hadden de hoeveelheid, welke wij noo
dig dachten te hebben, in gallons uitgedrukt
en zij hadden liters gemeten; zoo was de
vergissing ontstaan.
Wij moesten ook het grootste deel van het
voedsel achterlaten, dat in de vliegmachine
was geladen, want het was veel te veel.
Over een groot gedeelte van Siberië den
ken wij in staat te zijn, de rails van den
Transsiberischen spoorweg te volgen.
Een volle dag vroeger dan het voornemen
was, vlogen Post en Gatty alweer boven Ca
nada en het was toen al te zien, dat zij de
reis binnen negen dagen zouden volbrengen.
Uit Fairbanks (Alaska) meldde Wiley Post:
„Na een tocht, die rijk was aan bumpings
over de Beringzee koersten wij gisteren over
Alaska en daalden te Solomon, zes dagen en
17 uur na ons vertrek van New-York.
Het vliegveld te Solomon was te slecht,
om met een groote lading te starten en wij
hadden verstandiger gedaan, wanneer wij
regelrecht naar Fairbanks waren gevlogen.
Enkele minuten later stegen de aviateurs
weer op met de bedoeling, wanneer de mo
toren goed zouden blijven loopen, recht
streeks naar Clevenland (Ohio) te vliegen,
vermoedelijk zouden zij echter nog stoppen
te Edmonton (Alberta).
Zij rekenden er op, den volgenden dag
reeds te New-York terug te zijn, een dag
vroeger dan het voornemen was.
„Wij zagen mijlen achtereen niets dan ijs
bergen, toen wij over de Beringzee vlogen en
wanneer wij hooger zouden zijn gestegen,
zouden wij zijn doodgevroren", zeide Gatty,
toen de vliegers te Fairbanks landden.
„Zestien uur in een vliegmachine boven
het water en toen was Niemandsland voor
ons voldoende", voegde hij er aan toe.
De Russen waren buitengewoon welwillend
en deden al wat mogelijk was, om ons te
helpen.
Het weer was zoo slecht, dat wij alleen de
ruit van de cockpit konden zien.
Te Solomon werd Gatty aan borst en arm
gewond bij het aandraaien van den motor,
maar gelukkig raakte de snel ronddraaiende
schroef hem niet.
Hij zeide: „Wij kunnen voor zoo'n kleinig
heid toch niet stoppen" en klauterde vlug in
de machine.
Een oogenblik later bij het vertrek dompte
de neus van de vliegmachine door de onef
fenheid van het terrein, de machine stopte,
oog en schijn lijk was de schroef eenigszins
verbogen.
Post. greep een hamer en sloeg hevig op
het blad, zoodat het in den goeden vorm
kwam en zij waren los.
Te Fairbanks werd de machine hersteld,
terwijl de vliegers sliepen; er werd een nieu
we schroef gemonteerd.
Gatty's gewonde arm was verbonden. Hij
zeide, dat hij alleen licht gekneusd was, maar
wel verscheidene weken stijf zou zijn.
Door het gewicht van 350 gallons benzine
weigerde de machine aanvankelijk op te
stijgen, maar de tweede poging slaagde.
Ideale weersgesteldheid werd voor de rest
van den weg voorspeld.
Honderdduizenden menschen wachtten op
Roosevelt Field te New-York de komst van
de helden van de historische vlucht af. Het
laatst waren zij gezien boven Tower, Minne
sota, 600 mijlen van Cleveland, hun laatste
benzine laadstation en 1000 mijlen van New-
York.
Uit Edmonton meldden de beide aviateurs:
Het is nu allemaal gemakkelijk werk. Wij
hopen laat in den avond te New-York te
landen.
Wanneer het weer behoorlijk is, zouden
wij in de gelegenheid zijn, er zoo tijdig aan
te komen, dat wij kunnen verklaren in ne
gen dagen om de wereld te hebben gecirkeld.
Dat is een dag minder dan wij ons bij ons
vertrek van Roosevelt Field op 23 Juni voor
stelden.
Wij zijn inderdaad 36 uur vroeger dan wij
verwacht hadden.
Dat is voornamelijk het gevolg, van de gun
stige weersgesteldheid, die wij op het groot
ste deel van onzen tocht hebben gehad.
Kort voor wij Edmonton bereikten, kwa
men wij in een gebied, waar het hevig
stormde, hetgeen ons eenigszins tegenhield.
Wij landde in een hevigen regenstorm, de
hevigste sedert jaren, vertelden de vliegveld
autoriteiten ons.
Het terrein was een meer van dikke mod
der, zoo vet, dat het onmogelijk was, de
„Winnie Mae" door de stroombedding te
taxiën.
Wij mochten echter niet klagen. Wij had
den prachtig vliegweer boven de Rocky
Mountains. Wij volgden den grooten cirkel,
om de hoogste toppen te vermijden.
Het zicht was goed en wij hadden alleen
wat moeite met opstijgen te Fairbanks
(Alaska).
Wij ontmoetten geen ernstige moeilijkhe
den, behalve toen wij in het gebied van den
storm kwamen.
Zooals u zich kunt voorstellen waren wij
tamelijk moe, doordat wij als het ware uren
te kampen hadden gehad met een onwilli-
gen muilezel.
Vvor het opstijgen naar New-York gaan
wij gebruik maken van een echten weg van
twee mijlen lengte, een ideale startgelegen
heid, de beste, die wij op onzen tocht om
de wereld hebben ontmoet.
(Nadruk verboden).
(Copyright United Telegraph).
OVER RODIN EN SHAW.
In de Leicester Galleries te Londen wordt
dezer dagen een groote tentoonstelling ge
houden van beeldhouwwerken en teekenin-
gen van Auguste Rodin, den Franschen kun
stenaar, die van 18401917 leefde.
De catalogus wijst 115 tentoongestelde
werken aan, waaronder Johannes de Dooper,
De verloren zoon, De Burgers van Calais,
welk laatste werk uit 6 figuren bestaat, al
hoewel Rodin voor één slechts betaald werd.
Verder zijn Balzac en Caesar Franck aan
wezig en het borstbeeld van Bernard Shaw.
Rodin acht den oorsprong der Gotische
spitsboogstijl gelegen in het vouwen der
handen in gebed, en daarom heeft hij aan
een paar expressieve handen den naam
gegeven van „La Cathedrale".
De voorrede in den catalogus is geschre
ven door den bekenden schrijver Shaw. Deze
oordeelt een voorrede onnoodig en verklaart
dat hij onsterfelijk geworden is in 1906 door
het borstbeeld, dat Rodin van hem ge
maakt heeft.
„Overigens onbekend", schrijft hij in bio
grafische woordenboeken over zichzelf!
EEN VOORBESPREKING
dooi KAREL DE JONG.
Tot de werken van Beethoven, die men be
trekkelijk zelden op de programmas der
groote orkesten ziet, behooren de Ouvertures
van „Die Ruinen von Athen" en van „König
Stephan". Beide zijn in 1811 geschreven voor
de feestelijke inwijding van een nieuw theater
te Pest, dat reeds sedert 1806 in aanbouw
v/as. De titels van de twee werken hadden
betrekking op door v. Kotzebue gedichte tek
sten: „König Stephan, Ungarns erster Wohl-
tater" was als voorspel, „Die Ruinen van
Athen" als naspel bedoeld. Trots de geringe
dichterlijke waarde der teksten liep de com
positie bij Beethoven zeer vlot van stapel: de
Ouverture en 9 nummers van ..König Ste
phan" en de Ouverture en 9 nummers van
„Die Ruinen", waren binnen vier weken klaar
Noodig was deze snelheid niet, want de ope
ning van het theater had pas vijf maanden
later plaats. Uit innerlijken drang is zij ook
niet ontsproten. De holle poëzie van v. Kot
zebue was weinig geschikt om een componist
te inspireeren en zoo is ook Beethovens mu
ziek hier niet meer geworden dan gelegen
heidscompositie. Beide werken behooren tot
het minst beteekenende, wat Beethoven ge
schreven heeft en slechts enkele nummers
verdienen nog de aandacht: zoo uit de „Rui
nen" het fantastisch-wilde koor der Derwi-
schen, de effectrijke „Marcia alla Turka",
waarvan het thema ontleend is aan de piano
variaties op. 76 en de Marsch en Koor in Es.
De Ouverture is eeij zeer onbeteekenend
stuk en werd bij de tien jaar later plaats
hebbende opvoering te Weenen vervangen
door de enorm veel belangrijkere „Zur Weihe
des Hauses". Van de muziek bij „König Ste
phan" is juist de Ouverture met haar in het
Presto Hongaarsch Czardaskarakter het
meest interessant; de overige nummers staan
daar ver bij ten achter. Doch ook deze Ouver
ture kan zich in geen enkel opzicht meten
met de geweldige Leonore-, Egmont- en Co-
riolan-Ouvertures. De Ouvertures „Die Rui
nen v. Athen" en „König Stephan" versche
nen pas vele jaren na hun ontstaan in druk
onder opusnummers, die veel hooger zijn dan
die van gelijktijdig geschreven werken. Het
Kurhaus-concert van Zondagavond levert
geen stof tot voorbespreking, wijl alle num
mers van het programma overbekend zijn,
hoogstens kan men de hoop uitspreken dat
de klaviersoli van Stefan Ashenase op een
hooger plan zullen staan dan de algemeen
zeer ongunstig beoordeelde voordracht van
Tchaikowsky Concert door Heinz Jolles en
zich verwonderen over de voorliefde om Mo-
zarts naïeve serenade „Eine kleine Nachtmu-
sik", die voor een strijkje bedoeld was, door
een groot orkest te laten spelen. Het tweede
concert van Rachmaninoff, verreweg het
meest gespeelde der vier van dezen compo
nist, zal men ook Vrijdagavond uit Heilsberg
kunnen hooren in de vertolking van Jacob
Gimpel, den uitmuntenden pianist die den
phenomenalen violist Nathan Milstein ge
woonlijk tot partner strekt.
De te Venetië in 1876 geboren componist
Ermanus Wolf-Ferrari, wiens in 1909 ge
schreven opera „Het Geheim van Suzanna"
Maandagavond door de A- V. R. O. wordt uit
gezonden is vooral bekend geworden door zijn
opera „Le Donne curiose" („De nieuwsgierige
Vrouwen") en zijn oratoirum „La Vita nuova"
(„Het nieuwe Leven"), m eerstgenoemd werk
heeft hij een opera bu'ffa geleverd, die uit
munt door zorgvuldigen muzik^len arbeid in
den geest der groote Duitsche meesters, wat
niet te verwonderen is, wijl de componist na
een grootendeels autodidactische ontwikke
ling zijn muziekstudies aan het conservato
rium te Munchen voltooide en hij een gron
dige kenner van Mozart en Bach genoemd
wordt. De stijl van die in 1903 geschreven
opera sluit zich waardig bij die van Verdi's
„Falstoff" aan. Ook op het gebied der ka
mermuziek schiep Wolf-Ferrari belangrijke
werken.
Van Kamermuziek gesproken: hoe ontel
baar veel malen komen het Trio op. 99 van
Schubert en de Sonate voor piano en viool in
d. min. op. 108 van Brahms op de programmas
voor, vergeleken met Schubert Trio op. 100 en
de beide andere piano en vioolsonates van
Brahms! En nu juist aanstaande week wordt
dit Trio eindelijk ook eens uitgevoerd (A. V.
R. O- Maandagmiddag) en krijgt men de So
nate in A op, 100 (Dav. Nat. Maandagavond)
en die in G. op 78 (V. P. R. O. Zondag en
Mühlacker Donderdag) te hooren. Merkwaar
dig is dat zoowel te Daventry als te Hilver
sum de sonate in b. min. van Bach vooraf
zal gaan en dat deze laatste Donderdag ook
nog door Langenberg zal worden uitgezonden.
Een verheugend bewijs voor het steeds toe
nemend begrypen van Bachs diepzinnige
kunst, die ook in kringen van niet-musici
meer en meer doordringt en bewonderd
wordt. Andere vioolsonates die gespeeld zul
len worden zijn die van Debussy en de tweede
van Grieg (Oslo Donderdag). Die van Debussy
is een van „6 Sonates pour divers instruments"
die die componist in zijn laatste levensjaar
begonnen was, maar waarvan hij er slechts
3 mocht voltooien vóór een wreede kwaal
hem wegrukte. De tweede Sonate van Grieg
(op. 13 in G-) is misschien de meest ,.Noor-
sche" van alle drie; zij heeft rythmisch en
thematisch overeenkomst met vele kleine
pianowerken van Grieg. Het ontbreekt haar
echter aan voldoende contrasten; alle drie
hoofddeelen zijn in dezelfde maatsoort ge
schreven en missen logische gedachteont
wikkeling; het tweede hoofddeel onderscheidt
zich van de andere hoofdzakelijk door tempo
en vorm. Merkwaardig is, dat het thema van
dit deel en dat van het Scherzo van Brahms'
vioolsonate op. 100 nagenoeg gelijkluidend
zijn; het is niet onmogelijk, dat Brahms dit
aLs scherts bedoeld heeft.
Op een paar uitzendingen wil ik nog even
de aandacht vestigen. Vooreerst op het pia
norecital van den Poolsch-Fransch-Ameri-
kaanschen pianist Michael von Zadora (hij
werd in Amerika uit Poolsche ouders gebo
ren, en ontving zijn opleiding hoofdzakelijk
te Parijs. Zadora studeerde tegelijk met mij
bij Ferruccio Busoni te Berlijn, van wien het
vroegere wonderkind nog. menige harde noot
te kraken kreeg, vooral op algemeen muzi
kaal gebied. Maar hij had een voortreffe
lijke techniek en droeg een jas en stropdas
van precies 't zelfde model als onze hoog
vereerde leermeester. Als Liszt-vertolker
staat Zadora zijn man, en ook zijn vele be
werkingen van zijn hand verschenen. Zijn
recital beloofd in ieder geval technisch iets
bijzonders.
Verder verdienen aandacht de uitvoering
van oude muziek, Vrijdagnamiddag te Hui
zen (N.C.R.V.) en die van het fijn-poëtische
I koorwerkje van Schumann „Der Rose Pilger-
fahrt", den avond van dienzelfden dag te
Mühlacker.
MUZIEK.
Orgelbespeling in de Wilhelminakerk.
Geruimen tijd heeft het Haarlemsche Col
lege van Organisten door welwillend aange
boden en gaarne aanvaarde bespelingen van
het orgel in de Kloppersingelkerk daadwer
kelijken steun verleend voor het Orgelfonds,
dat in de eerste plaats bestemd was voor de
restauratie van het orgel in de Wilhelmina
kerk. En nu deze restauratie voltooid is. kon
de bespeling van Vrijdagavond 17 Juli op het
vernieuwde instrument zelf plaats hebben.
Ds. A. M. Boeyenga riep in zijn rede de
hoorders tot getuigen van de verjonging van
het orgel en schilderde op geestige wijze de
gebrekkige klanken van het instrument vóór
de ingrijpende herstelling. Ik heb persoon
lijk het orgel in zijn vroegeren staat nim
mer gehoord en kan dus over het verschil
met den huidigen niet oordeelen. Maar zoo
als het Vrijdagavond klonk behoeft de Wil
helminakerk zich niet meer voor haar zuste
ren te schamen. Vooral de derde orgelsolo,
de Méditation van Guilmant, door den heer
H. J. Dirksen gespeeld, deed de zachtere re
gisters, de labiaalstemmen, voordeelig uit
komen; de enkele lingnaalstem vormde daar
mee een werkzaam contrast; het pedaaire-
gister had iets krachtiger kunnen klinken.
Ook de tweede solo, de Psalmfantasie van
C. de Wolf, door den heer G. A. Goldsme-
ding voorgedragen, openbaarde welgekozen
combinaties; de door den heer Chr. D. Meu-
rer gespeelde Marche nuptiale van Catharine
zou wellicht bij meer afwisseling registree
ring en minder sleepend en onstandvastig
tempo gewonnen hebben, hoewel de hier cn
daar zonderlinge harmonieën me niet steeds
konden bekoren.
In afwisseling met de orgelsoli bracht het
Evangelisatiekoor onder leiding van den
heer D. Hogenbirk Sr. eenige zangen op be
schaafde en doorgaans zuivere wijze ten ge-
hoore. Het evenwicht der klankverhoudin
gen bleef goed bewaard; de beweging was
ook hier wat wisselend en afgebroken. Meer
continuïteit zou waarschijnlijk van voordeel
ZljOok dit koortje heeft, naar de predikant
m zijn rede memoreerde, een restauratie on
dergaan. Weer is het mij niet mogelijk ver
gelijkingen met vroeger te treffen, doch ik
wil gaarne op gezag van den spreker aan
nemen, dat ook hier de verbetering aan
zienlijk is. En ik kan me begrijpen, dat Ds
Boeyenga in hartelijke woorden dank bracht
aan' allen die aan de vernieuwingen meege
werkt hebben, maar in het bijzonder aan den
heer B. Pels, den Alkmaarder orgelbouwer,
die ook het orgel in de Kloppersingelkerk
construeerde, en die bij de restauratie van
het orgel in de Wilhelminakerk veel meer
deed dan waartoe zijn opdracht hem ver
plichtte; die zich, naar spreker zeide, een
kunstenaar toonde, een kunstenaar, die naar
hooger streefde en boven het materieele uit
kwam. En dit werd voor den spreker aan
leiding tot een beschouwing over kunst en
religie, een beschouwing, die op zichzelve
zeer belangwekkend was, maar buiten het
bestek van een muzikaal verslag trad.
Daarom wil ik volstaan met een geluk-
wensch aan het adres van het kerkbestuur
en van den restaurateur.
K. DE JONG.
CINEMA PALACE.
De verkeerde echtgenoot. Met
Johannes Riemann.
Het programma is deze keer in zijn ge
heel bijzonder goed. Na de belangwekkende
geluidjournaals een Duitsche teekenfilm die
wonder boven wonder voortreffelijk ge
slaagd is! (Wij hebben reeds eerder geschre
ven, dat dit genre de Duitschers niet ligt,
maar dit was dan toch een allermerkwaar
digste uitzondering!) Hoe Ali en Wolfje
vrienden werden is één uit de serie weten
schappelijke films der Ufa, die wij niet gaar
ne van het programma zouden willen mis
sen, Op het tooneel dit keer de troep „Has-
sar Khadr" een mannelijke en twee jeugdige
vrouwelijke acrobaten, wiens interessante
verrichtingen op het programma „Egyptische
Melange-act" genoemd worden.
En dan het hoofdnummer: „De verkeerde
echtgenoot", een alleraardigste klucht, die
uitstekend door Johannes Rieman (in een
dubbelrol) gespeeld wordt, onder anderen
met Maria Paudler.
Wij kunnen „De verkeerde Echtgenoot" zon
der eenig voorbehoud aanbevelen. Het is een
bijzonder opwekkende komische film. De in
trigue komt op het volgende neer:
Peter Harremann is fabrikant van een
slaapmiddel. Het middel is hem klaarblijke
lijk naar het hoofd gestegen, hij gaapt den
ganschen dag. laat zijn zaak èn zijn huwelijk
verloopen. Zijn tweelingbroeder Paul zwerft
door de wereld. Wat de eene broer tekort
heeft aan energie, heeft de ander te veel. Na
een avontuur in Zwitserland trekt hij naar
zijn broer in Berlijn; hij neemt kennis van
den deplorabelen gang van zaken en neemt
zich voor de zaak èn het huwelijk weer in
het goede spoor te brengen.
Hij doet dit zoo op zijn bijzonder ener
gieke manier; de gelijkenis der tweeling
broeder veroorzaakt echter vele amusante
complicaties, die wij om der wille van de
verrassing niet zullen navertellen.
Een alleraardigste film, amusant en on
derhoudend, vol grappige wendingen, bege
leid door geestige muziek.
Een uitnemende film, maar ieders smaak
waarschijnlijk.
REMBRANDT-THEATER
Westfront 1918.
Voor de uitvoerige bespreking van „West
front 1918" verwijzen we naar het artikel
van L. A. in het nummer van Donderdag
avond. De indruk, welke deze ontzaglijke film
maakt is hevig en groot. Stil en gedrukt
stroomt, als het woord „Einde" is verschenen
de zaal leeg. Langzaam schuifelen de voeten,
de gezichten ernstig en peinzend. Naast het
Dagbladpetitionnement zal „Westfront 1918".
het heilzame werken voor den Vrede sterk
bevorderen. Wie zou, «na alles wat den laat-
sten tijd in de dagbladen aan oorlogslectuur
gegeven wordt, en na de oorlogsfilms van
dezen tijd, nog den treurigen moed hebben,
vóór den oorlog te stemmen? Die enkele
mogelijke stem zal ongetwijfeld door de
honderdduizenden andere onhoorbaar wor
den, in ieder geval zonder invloed. Moge het
zoo zijn!
Met bijzonder groot genoegen hoorden en
zagen we het filmpje van Louis Davids „Nou
tabé dan". Wat weet „die kleine Man", met
uiterst sobere middelen toch enorm veel te
bereiken! Een enkele beweging, een simpel
optrekken van zijn lippen, een even wee
moedige blik. en het publiek is in zijn ban.
Niemand in de zaal. die niet alle aandoenin
gen en emoties van den koloniaal in zijn
Nou adé dan meevoelde! Het Is meesterlijk!
Het Polvgoon's Holl. Geluidsnieuws wordt
natuurlijk nu een trouwe comparent op het
programma, evenals het Paramount Sound
Journaal cn een Max Fleischer. Ditmaal
amuseert Max Fleischer met „A Yankee
Doodle Boy".
Op het tooneel een komisch nummer: The
Junglas Comp." in hun scène „Kellner no. 3".
Het geheele programma is goed. maar het
toppunt van den avond is „Westfront 1918",
die hen, die nog twijfelen, zeker zal bc-
keeren.
LUXOR-THEATER.
„Tingcl-Tangel" cn „Vogelvrij".
Het programma opent ditmaal mot een
cultuurfilm van de Ufa, over het ontstaan
van donder, bliksem en regen. Deze aardig
geënsceneerde film brengt op populaire wijze
vermeerdering van kennis bij en werd dan
ook door het publiek wel gewaardeerd.
Als eerste hoofdnummer wordt vertoond:
„Tingel Tangel". Het is een slecht gevonden
naam voor een aardige film, die een episode
uit het artistenleven behandelt. Het spel van
de hoofdpersonen is heel goed, vooral van de
jeugdige Eddle Quillan.
Het Luxor Nieuws is deze week al bijzonder
Interessant, en brengt bijvoorbeeld kijkjes
van den drie kilometer zwemwedstrijd in de
Schie, waarbij Zus Braun haar laatsten wed
strijd won. Verder eenige prachtige opnamen
van de „T. T.-races" in Drente.
Op het tooneel worden door een Spaansch
duo eenige fraaie liederen gezongen. Dit is
een heel aangename afwisseling, waarvoor
het duo met een hartelijk applaus beloond
wordt,
Na de pauze wordt een sterk sensationeel
filmwerk vertoond. „Vogelvrij" ls een zeer
boeiend verhaal uit het Cowbov-leven. Alles
wat- men gewoonlijk in deze woest romanti
sche films ziet, komt ook hier in voor. Lief
hebbers van spannende races door en over
hindernissen, schietparijen. onverwachte
vuistslagen, onschuldige meisjes, enz. kun
nen wij deze film ten zeerste aanraden. Bo
vendien loopt alles natuurlijk goed af. Tref
fend mooi in deze film waren de werkelijk
overweldigende natuurtafereelen, opgenomen
In een natuur-reservaat van de Vereenigde
Staten.
Wij kunnen ieder een bezoek aan het Luxor
Theater gedurende deze week aanbevelen.
Afscheid van Domineesland.
Menno ter Braak heeft eenige beschou
wingen gebundeld en den bundel den naam
van het eerste opgenomen stuk gegeven. Hij
verzamelde er verder in; Waarheen gaan
wij? Ondergang. Het schoone masker. Dat
ben jij. Twee methoden. Waarom ik Amerika
afwijs. De wegen. De Staat der Positieven en
der Negatieven.
De bundel is uitgegeven door A. A, M.
Stols te Brussel.
Volksontwikkeling.
De tiende aflevering bevat een artikel over
Onze Jeugdherbergen door dr C. P. Gunning,
en L. Simons geeft de derde bijdrage in de
2e reeks van Hooger Onderwijs cn de Volks
ontwikkeling, nl. Vakschool of Universiteit?
Van A. Feberwee vinden we het tweede deel
van De Synthese voor het land met 800!)
dwergschooltjcs; uit een artikel van Ed.
Weitsch, een samenvatting over de werk-
looze als deelnemer in een arbeiders-tehuis,
terwijl een Onderwijs-statistiek het nummer
sluit.
De drie Musketiers.
Het beroemde werk van Alex. Dumas, De
Drie Musketiers is weer ln een Nederland-
sche uitgave verschenen, voor de Wereldbi
bliotheek heeft Carry van Bruggen het ver
taald. Het lijvig boek, uit twee deelen be
staande, is voorzien van 100 houtgravures
van J.'Huyot, naar teekeningen van Maurice
Lenoir.
Dc Droom
Bij Van Holkcma cn Warendorf's U. M. te
Amsterdam is verschenen De Droom, vertel
ling van een liefde door Peter Egge. Het be
handelt de schuldige liefde tusschen twee
menschen, waarvan tenslotte de vrouw in de
gevangenis terecht komt. Na haar ontslag
daaruit zullen zij samen hun verdere leven
doorbrengen, doch de vrouw sterft.
Het boek is vertaald uit het Noorsch door
M. C. Castcndijk.
CRICKET.
Over batsnicn.
Jack Hobbs.
De bekende cricketer Hobbs heeft zich
teruggetrokken uit de Testmatches. zooals
bekend ls, maar voor Surrey slaat hij nog
tallooze runs bij elkaar, zegt dc Dally Mirror.
Onlangs maakte hij zijn 181ste century. Bij
deze 181 waren een 22, die op tournée's ge
scoord werden en dus niet op Engelschen
grond, meestal ln de Testmatches.
In 1905, zijn eerste jaar voor Surrey, ver
zamelde hij 1004 runs, met een gemiddelde
van 24,48, Men zegt wel dat er nooit -een
tweede Hobbs zal opstaan. Maar dat werd
ook van Tom Hayward verteld.
Tom Hayward.
Deze kwam, evenals Hobbs van Cambridge
Op zijn naam staat een aantal van 104 centu
ries. In 1905, toen hij met Hobbs het ope-
ningspaar van Surrey vormde, maakte hij
1482 runs. Doch de topscorer dat jaar was
Ernie Hayer met 1616 runs.
De eenige cricketer, die nooit te evenaren
zal zijn is wel
Dr. W. G. Grace.
Hobbs passeerde het record van 126 cen
turies van Grace ruim, en is een evengoed
fielder, maar tegenover de 54.896 runs van
Hobbs en de 2864 wickets, die hij nam staan
Grace's 80.000 runs met liefst 7000 wickets.
En daaromer is maar één w. G.'