DE REIS OM DE WERELD IN 8 7, DAG. Radiomuziek der week. BIOSCOOP Nieuwe Uitgaven. II. Snelle tocht over Siberië in 11 uur. Gatty gewond, maar de vliegers gaan verder. Boven links: Jules Verne, die in zijn beroemden roman in 1873 de duur van de snelste reis om de wereld op 80 dagen berekende. Daaronder de beide Ameri- kaansche vliegers William Post en Harol Gatty, die haar in 8 dagen, 15 uur, 51 minuten deden. Boven rechts: de „Graf Zeppelin", die in 1929 voor de reis om de wereld. 19 dagen noodig bad, Rechts onder: De Lookhead-Vega-machine van de Amerikanen. In den storm. r Post en Gatty hebben 2000 mijlen afge legd zonder te landen. Zij vlogen van Mos kou naar Novosibirsk in 2 1/2 uur en pas seerden Omsk (op 1500 mijlen afstand van Moskou), waar een groote menigte was sa mengestroomd, in de verwachting, dat zij daar zouden landen. Het volgende schreef Wiley Post uit Mos kou: Het is ongelukkig, dat men ons hier over laadt, omdat het tijd kost. Wij hadden den moed niet, een recordvlucht over Siberië te maken. De sovjets hebben prachtig met ons sa mengewerkt en ons wanneer wij boven onbe kende gebieden vlogen, herhaaldelijk onze positie gemeld ten opzichte van de steden. Wat de benzine betreft, de soort, die wij te Moskou kregen, is van goede hoedanig heid. De sovjets verzekerden ons, dat de zelfde verkrijgbaar is in alle plaatsen van Siberië, waar wij zouden kunnen landen, maar zij verzonden twintig telegrammen naar verschillende plaatsen om zeker te zijn van hun zaak! Ons slaapje van twee uur heeft ons weinig goed gedaan. Het zou beter geweest zijn, wanneer wij den geheelen avond hadden ge slapen, maar de sovjets hadden ons een feestmaal bereid en wij konden hun niet teleurstellen door niet te verschijnen. Zij hielden redevoeringen en dronken op het welslagen van onzen tocht wijn, waar over wij onze erkentelijkheid betuigden door het drinken van water. Toen wij naar het vliegveld terugkeerden, ontdekten wij, dat Russen onze vliegmachine met benzine hadden overgoten. Wij hadden de hoeveelheid, welke wij noo dig dachten te hebben, in gallons uitgedrukt en zij hadden liters gemeten; zoo was de vergissing ontstaan. Wij moesten ook het grootste deel van het voedsel achterlaten, dat in de vliegmachine was geladen, want het was veel te veel. Over een groot gedeelte van Siberië den ken wij in staat te zijn, de rails van den Transsiberischen spoorweg te volgen. Een volle dag vroeger dan het voornemen was, vlogen Post en Gatty alweer boven Ca nada en het was toen al te zien, dat zij de reis binnen negen dagen zouden volbrengen. Uit Fairbanks (Alaska) meldde Wiley Post: „Na een tocht, die rijk was aan bumpings over de Beringzee koersten wij gisteren over Alaska en daalden te Solomon, zes dagen en 17 uur na ons vertrek van New-York. Het vliegveld te Solomon was te slecht, om met een groote lading te starten en wij hadden verstandiger gedaan, wanneer wij regelrecht naar Fairbanks waren gevlogen. Enkele minuten later stegen de aviateurs weer op met de bedoeling, wanneer de mo toren goed zouden blijven loopen, recht streeks naar Clevenland (Ohio) te vliegen, vermoedelijk zouden zij echter nog stoppen te Edmonton (Alberta). Zij rekenden er op, den volgenden dag reeds te New-York terug te zijn, een dag vroeger dan het voornemen was. „Wij zagen mijlen achtereen niets dan ijs bergen, toen wij over de Beringzee vlogen en wanneer wij hooger zouden zijn gestegen, zouden wij zijn doodgevroren", zeide Gatty, toen de vliegers te Fairbanks landden. „Zestien uur in een vliegmachine boven het water en toen was Niemandsland voor ons voldoende", voegde hij er aan toe. De Russen waren buitengewoon welwillend en deden al wat mogelijk was, om ons te helpen. Het weer was zoo slecht, dat wij alleen de ruit van de cockpit konden zien. Te Solomon werd Gatty aan borst en arm gewond bij het aandraaien van den motor, maar gelukkig raakte de snel ronddraaiende schroef hem niet. Hij zeide: „Wij kunnen voor zoo'n kleinig heid toch niet stoppen" en klauterde vlug in de machine. Een oogenblik later bij het vertrek dompte de neus van de vliegmachine door de onef fenheid van het terrein, de machine stopte, oog en schijn lijk was de schroef eenigszins verbogen. Post. greep een hamer en sloeg hevig op het blad, zoodat het in den goeden vorm kwam en zij waren los. Te Fairbanks werd de machine hersteld, terwijl de vliegers sliepen; er werd een nieu we schroef gemonteerd. Gatty's gewonde arm was verbonden. Hij zeide, dat hij alleen licht gekneusd was, maar wel verscheidene weken stijf zou zijn. Door het gewicht van 350 gallons benzine weigerde de machine aanvankelijk op te stijgen, maar de tweede poging slaagde. Ideale weersgesteldheid werd voor de rest van den weg voorspeld. Honderdduizenden menschen wachtten op Roosevelt Field te New-York de komst van de helden van de historische vlucht af. Het laatst waren zij gezien boven Tower, Minne sota, 600 mijlen van Cleveland, hun laatste benzine laadstation en 1000 mijlen van New- York. Uit Edmonton meldden de beide aviateurs: Het is nu allemaal gemakkelijk werk. Wij hopen laat in den avond te New-York te landen. Wanneer het weer behoorlijk is, zouden wij in de gelegenheid zijn, er zoo tijdig aan te komen, dat wij kunnen verklaren in ne gen dagen om de wereld te hebben gecirkeld. Dat is een dag minder dan wij ons bij ons vertrek van Roosevelt Field op 23 Juni voor stelden. Wij zijn inderdaad 36 uur vroeger dan wij verwacht hadden. Dat is voornamelijk het gevolg, van de gun stige weersgesteldheid, die wij op het groot ste deel van onzen tocht hebben gehad. Kort voor wij Edmonton bereikten, kwa men wij in een gebied, waar het hevig stormde, hetgeen ons eenigszins tegenhield. Wij landde in een hevigen regenstorm, de hevigste sedert jaren, vertelden de vliegveld autoriteiten ons. Het terrein was een meer van dikke mod der, zoo vet, dat het onmogelijk was, de „Winnie Mae" door de stroombedding te taxiën. Wij mochten echter niet klagen. Wij had den prachtig vliegweer boven de Rocky Mountains. Wij volgden den grooten cirkel, om de hoogste toppen te vermijden. Het zicht was goed en wij hadden alleen wat moeite met opstijgen te Fairbanks (Alaska). Wij ontmoetten geen ernstige moeilijkhe den, behalve toen wij in het gebied van den storm kwamen. Zooals u zich kunt voorstellen waren wij tamelijk moe, doordat wij als het ware uren te kampen hadden gehad met een onwilli- gen muilezel. Vvor het opstijgen naar New-York gaan wij gebruik maken van een echten weg van twee mijlen lengte, een ideale startgelegen heid, de beste, die wij op onzen tocht om de wereld hebben ontmoet. (Nadruk verboden). (Copyright United Telegraph). OVER RODIN EN SHAW. In de Leicester Galleries te Londen wordt dezer dagen een groote tentoonstelling ge houden van beeldhouwwerken en teekenin- gen van Auguste Rodin, den Franschen kun stenaar, die van 18401917 leefde. De catalogus wijst 115 tentoongestelde werken aan, waaronder Johannes de Dooper, De verloren zoon, De Burgers van Calais, welk laatste werk uit 6 figuren bestaat, al hoewel Rodin voor één slechts betaald werd. Verder zijn Balzac en Caesar Franck aan wezig en het borstbeeld van Bernard Shaw. Rodin acht den oorsprong der Gotische spitsboogstijl gelegen in het vouwen der handen in gebed, en daarom heeft hij aan een paar expressieve handen den naam gegeven van „La Cathedrale". De voorrede in den catalogus is geschre ven door den bekenden schrijver Shaw. Deze oordeelt een voorrede onnoodig en verklaart dat hij onsterfelijk geworden is in 1906 door het borstbeeld, dat Rodin van hem ge maakt heeft. „Overigens onbekend", schrijft hij in bio grafische woordenboeken over zichzelf! EEN VOORBESPREKING dooi KAREL DE JONG. Tot de werken van Beethoven, die men be trekkelijk zelden op de programmas der groote orkesten ziet, behooren de Ouvertures van „Die Ruinen von Athen" en van „König Stephan". Beide zijn in 1811 geschreven voor de feestelijke inwijding van een nieuw theater te Pest, dat reeds sedert 1806 in aanbouw v/as. De titels van de twee werken hadden betrekking op door v. Kotzebue gedichte tek sten: „König Stephan, Ungarns erster Wohl- tater" was als voorspel, „Die Ruinen van Athen" als naspel bedoeld. Trots de geringe dichterlijke waarde der teksten liep de com positie bij Beethoven zeer vlot van stapel: de Ouverture en 9 nummers van ..König Ste phan" en de Ouverture en 9 nummers van „Die Ruinen", waren binnen vier weken klaar Noodig was deze snelheid niet, want de ope ning van het theater had pas vijf maanden later plaats. Uit innerlijken drang is zij ook niet ontsproten. De holle poëzie van v. Kot zebue was weinig geschikt om een componist te inspireeren en zoo is ook Beethovens mu ziek hier niet meer geworden dan gelegen heidscompositie. Beide werken behooren tot het minst beteekenende, wat Beethoven ge schreven heeft en slechts enkele nummers verdienen nog de aandacht: zoo uit de „Rui nen" het fantastisch-wilde koor der Derwi- schen, de effectrijke „Marcia alla Turka", waarvan het thema ontleend is aan de piano variaties op. 76 en de Marsch en Koor in Es. De Ouverture is eeij zeer onbeteekenend stuk en werd bij de tien jaar later plaats hebbende opvoering te Weenen vervangen door de enorm veel belangrijkere „Zur Weihe des Hauses". Van de muziek bij „König Ste phan" is juist de Ouverture met haar in het Presto Hongaarsch Czardaskarakter het meest interessant; de overige nummers staan daar ver bij ten achter. Doch ook deze Ouver ture kan zich in geen enkel opzicht meten met de geweldige Leonore-, Egmont- en Co- riolan-Ouvertures. De Ouvertures „Die Rui nen v. Athen" en „König Stephan" versche nen pas vele jaren na hun ontstaan in druk onder opusnummers, die veel hooger zijn dan die van gelijktijdig geschreven werken. Het Kurhaus-concert van Zondagavond levert geen stof tot voorbespreking, wijl alle num mers van het programma overbekend zijn, hoogstens kan men de hoop uitspreken dat de klaviersoli van Stefan Ashenase op een hooger plan zullen staan dan de algemeen zeer ongunstig beoordeelde voordracht van Tchaikowsky Concert door Heinz Jolles en zich verwonderen over de voorliefde om Mo- zarts naïeve serenade „Eine kleine Nachtmu- sik", die voor een strijkje bedoeld was, door een groot orkest te laten spelen. Het tweede concert van Rachmaninoff, verreweg het meest gespeelde der vier van dezen compo nist, zal men ook Vrijdagavond uit Heilsberg kunnen hooren in de vertolking van Jacob Gimpel, den uitmuntenden pianist die den phenomenalen violist Nathan Milstein ge woonlijk tot partner strekt. De te Venetië in 1876 geboren componist Ermanus Wolf-Ferrari, wiens in 1909 ge schreven opera „Het Geheim van Suzanna" Maandagavond door de A- V. R. O. wordt uit gezonden is vooral bekend geworden door zijn opera „Le Donne curiose" („De nieuwsgierige Vrouwen") en zijn oratoirum „La Vita nuova" („Het nieuwe Leven"), m eerstgenoemd werk heeft hij een opera bu'ffa geleverd, die uit munt door zorgvuldigen muzik^len arbeid in den geest der groote Duitsche meesters, wat niet te verwonderen is, wijl de componist na een grootendeels autodidactische ontwikke ling zijn muziekstudies aan het conservato rium te Munchen voltooide en hij een gron dige kenner van Mozart en Bach genoemd wordt. De stijl van die in 1903 geschreven opera sluit zich waardig bij die van Verdi's „Falstoff" aan. Ook op het gebied der ka mermuziek schiep Wolf-Ferrari belangrijke werken. Van Kamermuziek gesproken: hoe ontel baar veel malen komen het Trio op. 99 van Schubert en de Sonate voor piano en viool in d. min. op. 108 van Brahms op de programmas voor, vergeleken met Schubert Trio op. 100 en de beide andere piano en vioolsonates van Brahms! En nu juist aanstaande week wordt dit Trio eindelijk ook eens uitgevoerd (A. V. R. O- Maandagmiddag) en krijgt men de So nate in A op, 100 (Dav. Nat. Maandagavond) en die in G. op 78 (V. P. R. O. Zondag en Mühlacker Donderdag) te hooren. Merkwaar dig is dat zoowel te Daventry als te Hilver sum de sonate in b. min. van Bach vooraf zal gaan en dat deze laatste Donderdag ook nog door Langenberg zal worden uitgezonden. Een verheugend bewijs voor het steeds toe nemend begrypen van Bachs diepzinnige kunst, die ook in kringen van niet-musici meer en meer doordringt en bewonderd wordt. Andere vioolsonates die gespeeld zul len worden zijn die van Debussy en de tweede van Grieg (Oslo Donderdag). Die van Debussy is een van „6 Sonates pour divers instruments" die die componist in zijn laatste levensjaar begonnen was, maar waarvan hij er slechts 3 mocht voltooien vóór een wreede kwaal hem wegrukte. De tweede Sonate van Grieg (op. 13 in G-) is misschien de meest ,.Noor- sche" van alle drie; zij heeft rythmisch en thematisch overeenkomst met vele kleine pianowerken van Grieg. Het ontbreekt haar echter aan voldoende contrasten; alle drie hoofddeelen zijn in dezelfde maatsoort ge schreven en missen logische gedachteont wikkeling; het tweede hoofddeel onderscheidt zich van de andere hoofdzakelijk door tempo en vorm. Merkwaardig is, dat het thema van dit deel en dat van het Scherzo van Brahms' vioolsonate op. 100 nagenoeg gelijkluidend zijn; het is niet onmogelijk, dat Brahms dit aLs scherts bedoeld heeft. Op een paar uitzendingen wil ik nog even de aandacht vestigen. Vooreerst op het pia norecital van den Poolsch-Fransch-Ameri- kaanschen pianist Michael von Zadora (hij werd in Amerika uit Poolsche ouders gebo ren, en ontving zijn opleiding hoofdzakelijk te Parijs. Zadora studeerde tegelijk met mij bij Ferruccio Busoni te Berlijn, van wien het vroegere wonderkind nog. menige harde noot te kraken kreeg, vooral op algemeen muzi kaal gebied. Maar hij had een voortreffe lijke techniek en droeg een jas en stropdas van precies 't zelfde model als onze hoog vereerde leermeester. Als Liszt-vertolker staat Zadora zijn man, en ook zijn vele be werkingen van zijn hand verschenen. Zijn recital beloofd in ieder geval technisch iets bijzonders. Verder verdienen aandacht de uitvoering van oude muziek, Vrijdagnamiddag te Hui zen (N.C.R.V.) en die van het fijn-poëtische I koorwerkje van Schumann „Der Rose Pilger- fahrt", den avond van dienzelfden dag te Mühlacker. MUZIEK. Orgelbespeling in de Wilhelminakerk. Geruimen tijd heeft het Haarlemsche Col lege van Organisten door welwillend aange boden en gaarne aanvaarde bespelingen van het orgel in de Kloppersingelkerk daadwer kelijken steun verleend voor het Orgelfonds, dat in de eerste plaats bestemd was voor de restauratie van het orgel in de Wilhelmina kerk. En nu deze restauratie voltooid is. kon de bespeling van Vrijdagavond 17 Juli op het vernieuwde instrument zelf plaats hebben. Ds. A. M. Boeyenga riep in zijn rede de hoorders tot getuigen van de verjonging van het orgel en schilderde op geestige wijze de gebrekkige klanken van het instrument vóór de ingrijpende herstelling. Ik heb persoon lijk het orgel in zijn vroegeren staat nim mer gehoord en kan dus over het verschil met den huidigen niet oordeelen. Maar zoo als het Vrijdagavond klonk behoeft de Wil helminakerk zich niet meer voor haar zuste ren te schamen. Vooral de derde orgelsolo, de Méditation van Guilmant, door den heer H. J. Dirksen gespeeld, deed de zachtere re gisters, de labiaalstemmen, voordeelig uit komen; de enkele lingnaalstem vormde daar mee een werkzaam contrast; het pedaaire- gister had iets krachtiger kunnen klinken. Ook de tweede solo, de Psalmfantasie van C. de Wolf, door den heer G. A. Goldsme- ding voorgedragen, openbaarde welgekozen combinaties; de door den heer Chr. D. Meu- rer gespeelde Marche nuptiale van Catharine zou wellicht bij meer afwisseling registree ring en minder sleepend en onstandvastig tempo gewonnen hebben, hoewel de hier cn daar zonderlinge harmonieën me niet steeds konden bekoren. In afwisseling met de orgelsoli bracht het Evangelisatiekoor onder leiding van den heer D. Hogenbirk Sr. eenige zangen op be schaafde en doorgaans zuivere wijze ten ge- hoore. Het evenwicht der klankverhoudin gen bleef goed bewaard; de beweging was ook hier wat wisselend en afgebroken. Meer continuïteit zou waarschijnlijk van voordeel ZljOok dit koortje heeft, naar de predikant m zijn rede memoreerde, een restauratie on dergaan. Weer is het mij niet mogelijk ver gelijkingen met vroeger te treffen, doch ik wil gaarne op gezag van den spreker aan nemen, dat ook hier de verbetering aan zienlijk is. En ik kan me begrijpen, dat Ds Boeyenga in hartelijke woorden dank bracht aan' allen die aan de vernieuwingen meege werkt hebben, maar in het bijzonder aan den heer B. Pels, den Alkmaarder orgelbouwer, die ook het orgel in de Kloppersingelkerk construeerde, en die bij de restauratie van het orgel in de Wilhelminakerk veel meer deed dan waartoe zijn opdracht hem ver plichtte; die zich, naar spreker zeide, een kunstenaar toonde, een kunstenaar, die naar hooger streefde en boven het materieele uit kwam. En dit werd voor den spreker aan leiding tot een beschouwing over kunst en religie, een beschouwing, die op zichzelve zeer belangwekkend was, maar buiten het bestek van een muzikaal verslag trad. Daarom wil ik volstaan met een geluk- wensch aan het adres van het kerkbestuur en van den restaurateur. K. DE JONG. CINEMA PALACE. De verkeerde echtgenoot. Met Johannes Riemann. Het programma is deze keer in zijn ge heel bijzonder goed. Na de belangwekkende geluidjournaals een Duitsche teekenfilm die wonder boven wonder voortreffelijk ge slaagd is! (Wij hebben reeds eerder geschre ven, dat dit genre de Duitschers niet ligt, maar dit was dan toch een allermerkwaar digste uitzondering!) Hoe Ali en Wolfje vrienden werden is één uit de serie weten schappelijke films der Ufa, die wij niet gaar ne van het programma zouden willen mis sen, Op het tooneel dit keer de troep „Has- sar Khadr" een mannelijke en twee jeugdige vrouwelijke acrobaten, wiens interessante verrichtingen op het programma „Egyptische Melange-act" genoemd worden. En dan het hoofdnummer: „De verkeerde echtgenoot", een alleraardigste klucht, die uitstekend door Johannes Rieman (in een dubbelrol) gespeeld wordt, onder anderen met Maria Paudler. Wij kunnen „De verkeerde Echtgenoot" zon der eenig voorbehoud aanbevelen. Het is een bijzonder opwekkende komische film. De in trigue komt op het volgende neer: Peter Harremann is fabrikant van een slaapmiddel. Het middel is hem klaarblijke lijk naar het hoofd gestegen, hij gaapt den ganschen dag. laat zijn zaak èn zijn huwelijk verloopen. Zijn tweelingbroeder Paul zwerft door de wereld. Wat de eene broer tekort heeft aan energie, heeft de ander te veel. Na een avontuur in Zwitserland trekt hij naar zijn broer in Berlijn; hij neemt kennis van den deplorabelen gang van zaken en neemt zich voor de zaak èn het huwelijk weer in het goede spoor te brengen. Hij doet dit zoo op zijn bijzonder ener gieke manier; de gelijkenis der tweeling broeder veroorzaakt echter vele amusante complicaties, die wij om der wille van de verrassing niet zullen navertellen. Een alleraardigste film, amusant en on derhoudend, vol grappige wendingen, bege leid door geestige muziek. Een uitnemende film, maar ieders smaak waarschijnlijk. REMBRANDT-THEATER Westfront 1918. Voor de uitvoerige bespreking van „West front 1918" verwijzen we naar het artikel van L. A. in het nummer van Donderdag avond. De indruk, welke deze ontzaglijke film maakt is hevig en groot. Stil en gedrukt stroomt, als het woord „Einde" is verschenen de zaal leeg. Langzaam schuifelen de voeten, de gezichten ernstig en peinzend. Naast het Dagbladpetitionnement zal „Westfront 1918". het heilzame werken voor den Vrede sterk bevorderen. Wie zou, «na alles wat den laat- sten tijd in de dagbladen aan oorlogslectuur gegeven wordt, en na de oorlogsfilms van dezen tijd, nog den treurigen moed hebben, vóór den oorlog te stemmen? Die enkele mogelijke stem zal ongetwijfeld door de honderdduizenden andere onhoorbaar wor den, in ieder geval zonder invloed. Moge het zoo zijn! Met bijzonder groot genoegen hoorden en zagen we het filmpje van Louis Davids „Nou tabé dan". Wat weet „die kleine Man", met uiterst sobere middelen toch enorm veel te bereiken! Een enkele beweging, een simpel optrekken van zijn lippen, een even wee moedige blik. en het publiek is in zijn ban. Niemand in de zaal. die niet alle aandoenin gen en emoties van den koloniaal in zijn Nou adé dan meevoelde! Het Is meesterlijk! Het Polvgoon's Holl. Geluidsnieuws wordt natuurlijk nu een trouwe comparent op het programma, evenals het Paramount Sound Journaal cn een Max Fleischer. Ditmaal amuseert Max Fleischer met „A Yankee Doodle Boy". Op het tooneel een komisch nummer: The Junglas Comp." in hun scène „Kellner no. 3". Het geheele programma is goed. maar het toppunt van den avond is „Westfront 1918", die hen, die nog twijfelen, zeker zal bc- keeren. LUXOR-THEATER. „Tingcl-Tangel" cn „Vogelvrij". Het programma opent ditmaal mot een cultuurfilm van de Ufa, over het ontstaan van donder, bliksem en regen. Deze aardig geënsceneerde film brengt op populaire wijze vermeerdering van kennis bij en werd dan ook door het publiek wel gewaardeerd. Als eerste hoofdnummer wordt vertoond: „Tingel Tangel". Het is een slecht gevonden naam voor een aardige film, die een episode uit het artistenleven behandelt. Het spel van de hoofdpersonen is heel goed, vooral van de jeugdige Eddle Quillan. Het Luxor Nieuws is deze week al bijzonder Interessant, en brengt bijvoorbeeld kijkjes van den drie kilometer zwemwedstrijd in de Schie, waarbij Zus Braun haar laatsten wed strijd won. Verder eenige prachtige opnamen van de „T. T.-races" in Drente. Op het tooneel worden door een Spaansch duo eenige fraaie liederen gezongen. Dit is een heel aangename afwisseling, waarvoor het duo met een hartelijk applaus beloond wordt, Na de pauze wordt een sterk sensationeel filmwerk vertoond. „Vogelvrij" ls een zeer boeiend verhaal uit het Cowbov-leven. Alles wat- men gewoonlijk in deze woest romanti sche films ziet, komt ook hier in voor. Lief hebbers van spannende races door en over hindernissen, schietparijen. onverwachte vuistslagen, onschuldige meisjes, enz. kun nen wij deze film ten zeerste aanraden. Bo vendien loopt alles natuurlijk goed af. Tref fend mooi in deze film waren de werkelijk overweldigende natuurtafereelen, opgenomen In een natuur-reservaat van de Vereenigde Staten. Wij kunnen ieder een bezoek aan het Luxor Theater gedurende deze week aanbevelen. Afscheid van Domineesland. Menno ter Braak heeft eenige beschou wingen gebundeld en den bundel den naam van het eerste opgenomen stuk gegeven. Hij verzamelde er verder in; Waarheen gaan wij? Ondergang. Het schoone masker. Dat ben jij. Twee methoden. Waarom ik Amerika afwijs. De wegen. De Staat der Positieven en der Negatieven. De bundel is uitgegeven door A. A, M. Stols te Brussel. Volksontwikkeling. De tiende aflevering bevat een artikel over Onze Jeugdherbergen door dr C. P. Gunning, en L. Simons geeft de derde bijdrage in de 2e reeks van Hooger Onderwijs cn de Volks ontwikkeling, nl. Vakschool of Universiteit? Van A. Feberwee vinden we het tweede deel van De Synthese voor het land met 800!) dwergschooltjcs; uit een artikel van Ed. Weitsch, een samenvatting over de werk- looze als deelnemer in een arbeiders-tehuis, terwijl een Onderwijs-statistiek het nummer sluit. De drie Musketiers. Het beroemde werk van Alex. Dumas, De Drie Musketiers is weer ln een Nederland- sche uitgave verschenen, voor de Wereldbi bliotheek heeft Carry van Bruggen het ver taald. Het lijvig boek, uit twee deelen be staande, is voorzien van 100 houtgravures van J.'Huyot, naar teekeningen van Maurice Lenoir. Dc Droom Bij Van Holkcma cn Warendorf's U. M. te Amsterdam is verschenen De Droom, vertel ling van een liefde door Peter Egge. Het be handelt de schuldige liefde tusschen twee menschen, waarvan tenslotte de vrouw in de gevangenis terecht komt. Na haar ontslag daaruit zullen zij samen hun verdere leven doorbrengen, doch de vrouw sterft. Het boek is vertaald uit het Noorsch door M. C. Castcndijk. CRICKET. Over batsnicn. Jack Hobbs. De bekende cricketer Hobbs heeft zich teruggetrokken uit de Testmatches. zooals bekend ls, maar voor Surrey slaat hij nog tallooze runs bij elkaar, zegt dc Dally Mirror. Onlangs maakte hij zijn 181ste century. Bij deze 181 waren een 22, die op tournée's ge scoord werden en dus niet op Engelschen grond, meestal ln de Testmatches. In 1905, zijn eerste jaar voor Surrey, ver zamelde hij 1004 runs, met een gemiddelde van 24,48, Men zegt wel dat er nooit -een tweede Hobbs zal opstaan. Maar dat werd ook van Tom Hayward verteld. Tom Hayward. Deze kwam, evenals Hobbs van Cambridge Op zijn naam staat een aantal van 104 centu ries. In 1905, toen hij met Hobbs het ope- ningspaar van Surrey vormde, maakte hij 1482 runs. Doch de topscorer dat jaar was Ernie Hayer met 1616 runs. De eenige cricketer, die nooit te evenaren zal zijn is wel Dr. W. G. Grace. Hobbs passeerde het record van 126 cen turies van Grace ruim, en is een evengoed fielder, maar tegenover de 54.896 runs van Hobbs en de 2864 wickets, die hij nam staan Grace's 80.000 runs met liefst 7000 wickets. En daaromer is maar één w. G.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15