IEDEREEN DE REIS OM DE WERELD IN 8 DAG. De vervaardiging van verdoovende middelen. Praafje over Muziek en nog wat IV. Harold Gatty over zijn ervaringen. Bijzonderheden over de navigatie. Een reeds door 34 staten onderteekende conventie. Als navigator van de wereldvlucht memo reer ik twee feiten: 1. de instrumenten en wiskundige tabellen voor de plaatsbepaling van vliegtuigen moeten aanmerkelijk worden verbeterd; 2. onze radioinrichting werd practisch niet gebruikt. Sedert ik als cadet bij het Australia Naval College kwam in het jaar 1917 (ik was toen veertien jaar oud) interesseerde de navigatie mij in hooge mate en 3 12 jaar geleden nam ik de studie van aeronavigatie van dit ge bied ter hand onder leiding van luitenant commandant Philip Weems, thans instructeur van de Naval Aacademy te Annapolis. Weems en ik vonden een nieuwe methode van calcu latie voor de luchtnavigatie, bekend geworden als Weems systeem, waarbij gebruik wordt gemaakt van een luchtbelsextant en een aero- chronometer. Bij het vliegen over de Siberi sche wildernis, de Beringzee of welk ander ge bied ook, waar zon of sterren zichtbaar zijn, stelt deze sextant den navigator tot nauw keurige metingen in staat, onafhankelijk van de omstandigheid of de horizon wazig is. Ik kwam tot de ontdekking, dat de navigatie op de sterren eenvoudiger was dan op de zon, omdat de zon alleen een lijncalculatie toelaat Onze radioinstallatie was niet veel meer dan overbodig gewicht, wij achten haar voorna melijk nuttig voor het eventueel seinen en ontvangen van noodsignalen. Wij kregen o?k geen draadlooze weerberichten. Waar zij de grootste waarde voor ons zouden hebben ge had, namelijk in Rusland, zouden wij niet in gelegenheid zijn geweest, ze te ontcijferen. Een persoonlijke voldoening heeft de reis mij geschonken. Deze namelijk, dat ik tot de overtuiging ben gekomen, dat de snelheids aanwijzer eveneens dienst kan doen voor het meten van de drift en daar deze bij den tocht over den Atlantischen Cceaan ongeveer 19 procent heeft bedragen, is dit nogal van be- tsekenis. Het wachtwoord voor de instrumen ten ten dienste van de navigatie zal evenwel door KABEL DE JONG. De getrouwe lezer der wekelijksohe Radio- overzichten zal mogelijk verbaasd zijn een ander dan het gewone opschrift boven deze rubriek te vinden. Dit heeft zijn reden, zooals alles in laatste instantie zijn reden of oorzaak heeft. En die is hier niet ver te zoe ken: ik zit met vacantie in een Duitsche ,Sommerf r ische Frisch is het hier bovenmate. Zaterdag heeft het geplast. Zondag gegoten en geonweerd, van morgen en van middag geregend. Van den Hommer" bemerkt men daarentegen niet zooveel, of het moesten de enkele uren •droogte en de weinige minuten zonneschijn wezen, die nevens het onweer pogingen doen om ons zomersche gewaarwordingen te be zorgen. En de temperatuur doet regenjas boven parapluie verkiezen. Maar het mooie berglandschap vergoedt de onbehoorlijke gedragingen van het weer en de landelijke rust werkt als genezende bal sem op den geest van den geplaagden stads bewoner. O, die groote steden met hun ze nuwschokkende en oorverscheurende gelui den, met hun menschenpakhuizen en benzine stank, hoe verfoeilijk schijnen ze van hier! Zelfs de radio is hier lang niet algemeen ver breid; en de piano in ons verblijf is ongeveer een halve toon te laag gesteand, wat verwonder lijk is op zooveel honderd meter boven den zeespiegel. Maar voor mijn absoluut gehoor is het hinderlijk en het brengt mij er tos, alles een halve toon naar boven te transpo- neeren: een lapmiddel, want de tegenstrij digheid tusschen wijze van uitvoering en klankeffect wordt er niet door opgeheven. Eigenlijk ben ik blij geen clarinettist te zijn. Zoo'n arme man moet nu eens op een a-, dan weer op een bes-, en soms zelfs op een es-clarinet spelen, d.w.z. dat de c, die hij op zijn muziekblad leest, respectievelijk als een a, een bes of een es klinkt. Voor absoluut- hoorenden om dol te worden! Er bestaan ook c-klarinetten, maar de rechtschapen instru menten worden haast nooit gebruikt. Mis schien is het niet ondienstig iets over al die orkestinstrumenten, hun stemming, schrijf wijze, eigenaardigheden en aanwending te vertellen. Van meerdere zijden is me dat al eens gevraagd. De lezer, die het al weet, kan het als oud nieuws beschouwen en dus over slaan. De orkesten, zooals we die tegenwoordig kennen, worden onderscheiden in: 1. Fanfares (Duitsch: Militarorchester) 2. Harmonie-orkesten. 3. Symphonie-orkesten. De eerste zijn uitsluitend uit koperen, de tweede uit houten en koperen blaasinstru menten samengesteld. Daarbij komt dan nog het slagwerk, kleine en groot trom, in som mige gevallen ook nog pauken en klokken spel (eigenlijk reeksen afgestemde stalen staafjes, die, óf direct met hamertjes, of door middel van .een toetsenklavier bespeeld worden. We zullen ons met de samenstelling dezer orkesten thans niet verder bezighou den en onze aandacht wijden aan de derde categorie: de symphonie-órkesten. Het symphonie-orkest is samengesteld uit strijk instrumenten, houtenden koperen blaasin strumenten, tokkelinstrumenten en slagwerk. De strijkinstrumenten zijn: violen, ver- deeLd in eerste en tweede violen, de alten of altviolen (Duitsch: Bratschen, van het Ita- liaansche Viola di braccio-annviool, in te genstelling met viola da gamba knie viool), violoncellos en contrabassen. Zij vonnen te zamen het z.g. strijkkwintet. De vijf groepen worden steeds afzonderlijk geplaatst en in de orkestpartituur geno teerd; zij kunnen echter nog onderverdeeld worden. Zoo begint b.v. Tchaikowsky's Sym- ^phonie pathétique met in twee groepen ver deelde contrabassen; in Rich. Strauss' Tondichtung ,.Also sprach Zarathustra" komt eenl gedeelte voor enkel strijkorkest, dat daar in 14 stemmen gesplitst is. Immer zitten twee spelers aan één lessenaar (Duitsch: Puit) en lezen uit dezelfde orkest partij (Sfcïmme)men onderscheidt dus ook wel 1ste, 2de enz. lessenaar. Aan de eerste lessenaar links van den dirigent zitten de aanvoerders der eerste violen die resp. eerste en tweede concertmeester heetten.De le con certmeester soeelt in den regel alles wat in de orkestpartituur voor soloviool is voorge- moeten zijn, dat zij sneller en nauwkeuriger werken. Wanneer wij terugzien op den tocht, dien wij thans achter den rug hebben, kunnen wij zeggen, dat wij nooit aan het succes er van hebben getwijfeld, ofschoon wij er van over tuigd waren, dat wij vele moeilijke trajecten zouden hebben te passeeren. Wij hebben echter geen moeilijkheden gehad, ook niet, toen wij blind vliegend door den nevel gin gen, wij vlogen dus niet in de verkeerde rich ting zooals sommige aviateurs op transatlan tische vluchten meenden te hebben gedaan en wij hebben dit voornamelijk te danken aan onze instrumenten. Wij achten het zeer goed mogelijk, dat men op den duur om de wereld zal vliegen voor practische doeleinden. Groote verwachtingen helpen de wereld vooruit. Het handelsvliegwe- zen kan de volken nader tot elkaar brengen. De vliegvelden, die rondom de wereld zijn ge sticht. hebben ons goede diensten bewezen en zij zullen nog beter worden, wanneer het han- delsvliegwezen zich meer gaat ontwikkelen. Ik heb ondervonden, dat men uren ach tereen volmaakt veilig in een vliegmachine kan zitten, wanneer men maar behoorlijk op het instrumentenbord kan zien. De ontberin gen van piloot en navigator veroorzaken na tuurlijk groote vermoeidheid, maar bij geen van beiden deden zich ziekteverschijnselen voor. Wij hebben geen oefentocht ondernomen, maar wij hebben er goed op gelet, dat wij in goede conditie waren toen wij vertrokken. Wij dronken veel water en aten zoo weinig mogelijk, ten hoogste een maaltijd per dag en dat hield ons frisch. Niettemin waren wij niet bijzonder hongerig. Wij maakten ook geen gebïuik van opwekkende middelen. Geen van ons beiden heeft bepaalde toe komstplannen. Wij hoorden wel veel over fe nomenale tochten, die wij zouden voorberei den maar daar is niets van waar. (Nadruk verboden). schreven. Rechts zitten de tweede violen, hun aanvoerder heet attaque. De eerste der alten heet solo-altist; bij de celli heeft men 1 of 2 solocellisten, bij de contrabassen 1 solo-contrabassist. Het aantal strijkers hangt af van de be schikbare middelen. In de latere jaren is er een streven dit aantal steeds op te voeren. Vele partituren schrijven „sterk bezet strijk orkest" voor, ten einde evenwicht met het blazersensemble te maken, b.v. 16 eerste en 16 tweede violen, 12 alten, 10 celli en 8 con trabassen. Dat geeft dus samen al 62 orkest leden voor het strijkorkest alleen. Ons Con certgebouw is, wat de violen betreft, nog sterker bezet. Daartegenover hebben zich in de laatste jaren weer z.g. kamerorkesten ge vormd, met zeer spaarzame bezetting der strijkers, die zich op de reproductie van klassieke werken in hun door de componis ten oorspronkelijk gedachte bezetting toeleg gen, maar waarvoor ook ultramoderne mees ters, als Hindendth en Milhoud weer wer ken geschreven hebben. De klank dezer kleine ensembles is minder overweldigend, maar veel doorzichtiger dan die der groote; de instrumenten treden daar meer solistiseh op dan in de laatste. Alle strijkinstrumenten behalve de con trabassen, bezitten vier op kwintafstand ge stemde snaren; de violen g, d', a', e", de alten een kwitet lager, de celli 'n octaaf lager dan de alten. De contrabassen zijn tegenwoordig meestal van vijf snaren voorzien, omdat de nieuwere orkestwerken de contra-C verlan gen; de overige snaren zijn in kwartetafstan den gestemd: E, A, D, G, dus het omgekeerde van de viool. Voor de noteering der violen wordt de viool- of g-sleutel, voor die der al ten de altsleutel (c' op de 3de lijn) voor die der celli de bas- of f-sleutel en ook de tenor sleutel (c op de 4de lijn) en vioolsleutel ge bruikt. De partij der contrabassen wordt ook in den bassleutel genoteerd, doch een octaaf hooger dan zij klinken moet. (Wordt vervolgd.) die het Petitionnement der Nederlandsche Dagbladpers verzuimt te teekenen, maakt zich schuldig aan PLICHTSVERZUIM VERKLARING VAN DR. ECKENER. Voor het vertrek van de „Graf Zeppelin" legde dr. Eckener een verklaring af, waarin hij o.a. zeide: „Wij willen pogen het denk beeld van graaf Zeppelin uit te voeren. Ik betreur levendig, dat de tocht in een zoo ernstigen tijd plaats heeft, nu het Duitsche volk strijdt om zijn bestaan. Doch drie we ken geleden, waren de voorbereidingen al zoo ver gevorderd, dat zij niet meer konden worden afgebroken. Er waren al geleerden uit Amerika en andere landen op weg naar Friedrichshafen. Daarom moeten wij het- be- gonnne werk voleindigen. Maar ik zou met den grootsten nadruk willen zeggen, dat het hier een ernstige expeditie betreft, een reis in het belang der wetenschap, waarop thans Duitschlands hoop voor de toekomst berust. Bovendien worden, zooals ik reeds eerder zeide, de kosten van den tocht niet door het Rijk en het Duitsche volk gedragen, maar voor 75 pet. door het buitenland en voor 25 pet. door de philatelisten der wereld. Zoo be ginnen wij onzen tocht rustig, met onbe zwaard geweten. Over zes dagen hopen wij te kunnen berichten van een succesvolle reis". Daarna spraken ir. Bauerle en kapitein Von Schiller over de veranderingen in het luchtschip en de uitrusting der expeditie, aldus „De Tel." Kapitein Von Schiller zeide, dat er vol doende brandstof aan boord is, opdat het schip 5, 6 ja zelfs zeven dagen in de lucht k&n zijn. Daar het een wetenschappelijke reis is, heeft men van alle comfort kunnen afzien en wijzigingen aangebracht in den gondel. De kapitein legde er den nadruk op, dat er geen sprake is van een eigenlijken Pooltocht. Het gebied, dat men wil onder zoeken is nog circa 600 K.M. van de Pool verwijderd. Ten slotte sprak de wetenschappelijke lei der der expeditie, prof. Samoilowitsj over het doel der reis. Hij verklaarde o.a. dat de ex peditie hoopt land te ontdekken. Boofdzake- lijk echter wil men waarnemingen doen hoe het klimaat in Europa door de Pool wordt beïnvloed. OVER KLOKKEN. OUDE EN KOSTBARE EXEMPLAREN. Een van Engelands oudste klokken loopt weer na een rust van 45 jaren vertelt Tit- Bits. Het is de prachtige klok van Salisbury Cathedral, in 1386 gemaakt. Tot 1884 toe tikte ze regelmatig den tijd weg, maar toen werd een nieuwe gekocht en de oude verge ten. Die oude klok, die geheel uit de hand gemaakt was van smeedijzer, heeft als vele oude klokken, geen wijzerplaat: zij slaat ieder uur maar wijst niet aan. Als oudste klok in Engeland wordt be schouwd die uit Peterborough Cathedral, die 611 jaar geleden opgericht is. Dagelijks moet ze worden opgewonden door middel van een groot houten rad dat een zwaar looden gewicht een kleine 100 M. omhoog trekt. Ook deze klok bezit geen wijzerplaat. In het algemeen kwamen de klokken met wijzers pas later. De reden hiervan is, dat in die oude dagen zoo heel velen nog niet kon den lezen, de eenige nuttige klok was dus een die geluid gaf. Kostbare klokken. Dat wil niet zeggen dat In die oude dagen in het geheel geen klokken met wijzers voor kwamen, of dat er weinig zorg aan besteed werd. De Sultan van Egypte zond in 1232 aan keizer Frederik den Tweeden een klok,_ die de zon, maan en sterren toonde, benevens de teekenen van den dierenriem. En alles met de juiste bewegingen, overdag en des nachts. De prijs van die klok bedroeg 5000 dukaten, dat is ongeveer 6 millioen gulden van ons tegenwoordig geld. De groote klok van Straatsburg van 1390 is langen tijd een wereldwonder geweest. Zij wees het uur, dag en de maanden aan, net onder en opgaan van de zon en de zon- en maansverduistering.en.Als de klok sloeg ver scheen de Dood, doch deze werd spoedig ver jaagd door een heilige, En dan klonk een plechtig lied. De Prager klok. In 1490 werd de Prager klok gebouwd, waarvan om de 2 uren zich een tweetal deuren opende: de twaalf apostelen ver schenen. Dan kwam een Christusfiguur dat de handen zegenend uitstrekte en dan weer wegging. De dood trok aan het klokkentouw, terwijl een priester een spiegel ophield om te laten zien dat alles ijdelheid is. En dan sloeg de klok en de deuren sloten zich weer. Nog steeds worden klokken gemaakt, die prachtige stalen zijn van schitterende sa menstelling. Zoo heeft een klokkenmaker in Frankrijk in St. André ongeveer 10 jaar ge leden een klok voltooid, wier bewerking hem 12 jaar gekost heeft. Bij deze klok beweegt de aarde om de zon en de maan om de aarde. Ook de planeten en voornaamste sterren heeft hij aange bracht met de hun eigen bewegingen. De Volkenbondsconferentie voor de be perking van de vervaardiging van verdoo vende middelen heeft de traditie van alle aan het opiumvraagstuk gewijde volkenbonds besprekingen gehandhaafd van zeer lang te duren. Op 27 Mei begonnen, kon de confe rentie eerst op 13 Juli gesloten worden, zoo dat dus ongeveer zeven weken lang gearbeid is. Gelukkig is het weder eens een Volken bondsconferentie geworden, die bevredigend a f gel cope n is. Een conventie is tot stand ge komen, die thans reeds door niet minder dan 34 staten, waaronder zich de voornaam ste fabricecrende staten bevinden, onder teekend is. In voorzitter De Brouckère heeft de con ferentie een uitstekend leider gehad, zooals trouwens vooruit door iedereen verwacht werd, die de Brouckère als ondervoorzitter van de voorbereidingscommlssie-Loudon voor de ontwapeningsconferentie had gade geslagen, toen de Brouckère herhaaldelijk op zeer gelukkige wijze voorzitter Loudon ter zijde had gestaan. De Brouckère had ook ditmaal weder groote zaakkennis ten op zichte van het buitengemeen ingewikkelde probleem en wist verder als een waar staats man geöuldvol beleid en energieke voortva rendheid met elkander af te wisselen, naar gelang de omstandigheden het vereischten. Aan deze goede leidersgaven paarde de Bel gische senator bovendien een groote dosis optimisme en vertrouwen op den goeden einduitslag van het werk, waardoor hij zelfs in de moeilijkste dagen der conferentie, toen zij na drie weken beraadslaging nog maar steeds niet voorwaarts kon komen en de partijen nog voortdurend even scherp tegen over elkander stonden, den moed niet ver loor en opgewekt aan het bemiddelen bleef, tot dat eindelijk het succes zijn pogingen be kroonde. Het doel van de conferentie is bekend. Nog steeds worden verdoovende middelen (mor fine, heroïne, cocaïne en hun praeparaten) in den ongeoorloofden handel aangetroffen, waar zij den aan hen verslaafden even groot verderf veroorzaken, als zij verstandig door een geneesheer in uitzonderingsgevallen toegepast, den zieken menigmaal door ver- dooving van de pijn een zegen zijn. Dat de staten verplicht zijn door onderlinge samen werking onder leiding van den Volkenbond zoo krachtig mogelijke maatregelen te ne men, dat het „witte vergift" niet in han den van lichtzinnige genotzoekers of wan hopige zwaarmóedigen geraakt en dat de staten verplicht zijn ervoor te zorgen, dat de verdoovende middelen uitsluitend voor rechtmatige medische en wetenschappelijke doeleinden gebruikt worden, daarover be staat geenerlei meeningsverschil. Reeds de Geneefsche opiumconferentie van November 1924 tot Februari 1925 (die nog steeds het record inzake den langen duur van Volkenbondsconfercnties houdt, welk record echter vermoedelijk het volgend jaar wel door de Ontwapeningsconferentie zal worden geslagen!) had ten doel den voor de volksgezondheid zoo gevaarlijken omloop van verdoovende middelen te ver hinderen. Een streng toezicht op den han del.. vooral op den uitvoer van verdoovende middelen uit de enkele landen, waar zij ge fabriceerd worden (toen vrijwel uitsluitend Duitschland, Engeland, Frankrijk, Japan, Nederland en Zwitserland), naar de andere volkeren, was de kerngedachte dezer con ventie. Ofschoon inderdaad door deze conventie veel kwaad verhoed wordt, is door de erva ring toch wel gebleken, dat de conventie nog niet heelemaal voldoende is, om het gevaar van volksvergiftiging door ongeoor loofden handel in verdoovende middelen ge heel terzijde te stellen. Personen met een t-e ruim geweten, die ter wille van financieele voordeelen hun plichten en de wetten verza ken, vindt men helaas nog in alle landen. Het feit, dat tot dusverre veel grootere hoe veelheden morfine, cocaïne en heroïne ver vaardigd worden dan de wereld werkelijk noodig heeft, leidde er toe, dat een deel van die overtollige hoeveelheid stiekum in den ongeoorloofden handel wordt gebracht. Zoo ontstond de beweging,, waarvan de Ita- liaansche senator Cavazzoni de groote kam pioen werd, voor een beperking der vervaar diging der verdoovende middelen tot niet méér dan wat de wereld werkelijk noodig heeft voor medische en wetenschappelijke doeleinden. „Tast het kwaad bij den wortel aan: bij de fabricatie!" was de leuze van Ca vazzoni, die zegevierend de openbare mee ning eerst en daarna ook de regeeringen voor zich gewonnen heeft. De op 27 Mei begonnen conferentie moest nu een conventie maken ter verwezenlij king van dit denkbeeld. Meer dan 50 staten (o.a. ook de riiet-Volkenbondsstaten Egypte, Mexico, Sovjet-Rusland, Turkije en de Ver- eenigde Staten van Amerika) namen aan de conferentie deel. Eenstemmigheid bestond over het beginsel de wereldfabricatle niag niet grooter zijn dan de rechtmatige wereld- behoefte. Eenstemmig was men ook van oordeel, dat die rechtmatige wereldbehoefte berekend moet worden door een optelling van wat ieder land verklaart voor rechtma tige medische en wetenschappelijke doelein den in een jaar noodig te hebben. Geeft een land geen schatting zijner behoeften dan zal een Volkenbondsorgaan het cijfer vast stellen. Geeft een land een onwaarschijnlijk hoog cijfer, dan zal het Volkenbondsorgaan opheldering mogen vragen en het land trachten te bewegen het cijfer te verlagen, een moreele druk, die, gevoegd bij de macht der publiciteit, meestal wel voldoende zal zijn, om overdreven schattingen te verhoe den. Over dit alles was men het geheel en al eens, behalve dat Sovjet-Rusland geener lei bevoegdheden aan een Volkenbondsor gaan wilde toekennen en toen de andere Staten, Amerika inbegrepen, weigerden aan dezen kinderachtigen eisch naar verbre king met elk verband met den Volkenbond toe te geven, dan ook verklaarde de conven tie niet te willen onderteekenen. De moeilijkheden kwamen echter, toen de vraag moest opgelost worden, hoe men de totale wercldfabricatie onder de staten zou verdeden. De van oudsher fabricecren de staten wenschten, dat de conventie hen met name zou aanwijzen als tot fabriceeren gerechtigd en tevens voor ieder hunner een vast percentage in de wereldfabricatie zou vastleggen. Indien andere staten ook wilden fabriceeren (b.v. Turkije, dat sinds korten tijd ook fabrieken heeft, en Zuid-Slavie, dat het voornemen tot fabricatie over te gaan te kennen gaf), dan zouden ook deze hetzij nu, hetzij later in de lijst kunnen worden opgenomen. De nic-L-fabriceerende staten verzetten zich echter tegen een stelsel, waardoor het feitelijke monopolie tot een volkenrechtelijk erkend monopolie van fabricatie zou verhe ven worden.Zij waren er ook tegen, omdat 2ij yan de vaststelling van een vast percentage voor ieder land een uitschakeling der con currentie en dus een verhooging der prijzen der verdoovende middelen vreesden. En ein delijk werd de tegenstand der niet-fnbricee- rende landen ondersteund ook door Japan en Turkije, die vreesden, dat de vaststelling van een percentage tenslotte op hün kosten zou geschieden en de reeds onderling tot over eenstemming gekomen fabrieken uit Duitschland, Engeland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland zich wel het leeuwenaandeel der fabricatie zouden weten toe te eige nen. Ruim drie weken lang bleven de partijen tegenover elkander staan, zonder dat een har er wilde toegeven. Het was een ult- puttingswedstrijd. Niemand wilde de confe rentie doen mislukken. Doch beide partijen rekenden erop, dat de andere het geduld wel zou verliezen en den strijd opgeven. Het waren tenslotte de fabriceerende landen, die toegaven en zich bereid verklaarden tot een conventie op den grondslag van hot stelsel der tegenpartij mede te werken. Sinds dien dag is het snel voorwaarts ge gaan. De conventie is opgebouwd op het Ja- pansche stelsel. De conventie geeft aan alle staten het recht verdoovende middelen te vervaardigen. Doch geen enkele staat mag méér vervaahdigen dan hetgeen hij zelf voor eigen rechmatlge behoeften noodig heeft plus hetgeen andere huiden bij hem bestellen voor de voldoening aan hün recht matige behoeften. (Een bescheiden hoeveel heid mag tevens gefabriceerd worden voor instandhouding van een reserve-voorraad.) Het centrale volkenbondsbureau, dat toe zicht op den handel in verdoovende middelen houdt, zal ook op de naleving dezer conven tie moeten toezien en er voor moeten zorgen dat de bestellingen uit een land de geschatte rechtmatige eigen behoeften niet zullen overschrijden en dat geen land méér ver vaardigt dan hem toegestaan is. De stren ge toezlchtsbepallngen en het prijsgeven door de staten van het recht hunner fabri kanten. om naar vrijheid te vervaardigen zooveel zij willen, zijn twee belangrijke antecedenten, die wederom getuigenis af leggen van een voortschrijdende ontwikke ling dor internationale rechtsgemeenschap ten koste van de souvereine rechten der sta ten. Ook om deze reden mag men met het verloop der conferelie de Brouckère tevreden zijn. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. VAN SCHAPENWOL TOT PAK. Amerika is het land der records. Eenigen tijd geleden beroemde een Amerikaan zich er ook op in één dag een pak gemaakt tc hebben, vanaf het scheren van de schapen tot den laatsten knoop toe. Het is jammer van Amerika, maar het is reeds eerder gepresteerd en welruim 100 jaar geleden! Op 25 Juni 1811 ging Sir John Throchmorton In Newbury in Berk shire. (Engeland) een weddenschap aan om duizend guinjes, dat hij 's avonds om 8 uur aan tafel zou gaan, in een pak van wol, dlc om 5 uur 's morgens van dienzelfden dag nog op de schapen groeide. En op 25 Juni, des morgen 5 uur verscheen Sir John met twee schapen. Het scheren, spinnen en weven was spoedig gedaan. En ook de verdere werkzaamheden verliepen zóó goed, dat om 6.20 uur Sir John op een bordes verscheen in het pak. ten aanschou- we van een menigte van 5 duizend personen. Dit oude record is nu weer geslagen. En wel in Batlcy. toen het geheele proces 3 uur, 20 minuten en 30 sec in beslag nam. En een week later ging er weer een uur af: in 2 uur 9 min. en 46 sec. volbracht men in Hudders- field het werk. DE KOMST DER AUTOMOTRICE. Met dezen naam bestempelen de Franschc spoorwegen hun nieuwe, door eigen kracht gedreven rijtuigen. De automotrice is niets anders dan een zescylinder-autobus op rails. Zij ziet er uit als een tramwagen, heeft 34 zitplaatsen en kan een snelheid van 80 K.M. per uur ontwikkelen. Van dit nieuwe trans portmiddel maken de spoorwegen gebruik voor het vervoer op locale lijnen, die niet met grof IJl door gewonen treinen kunnen worden ereden. ROODHUIDEN IN AUTO'S. Als jongen verslond ik de Indianenboeken van Aimard, Cooper en Karl May, en ik ge noot wanneer de Zwarte Adelaar het opper hoofd der Comanchen dc rook uit zijn vredes pijp naar de vier windstreken blies, de asch op den nagel van zijn duim uitklopte cn sprak: „Oef! Mijn blanke broeder spreekt met dubbe le tong. Hij heeft het hart van een squaw in zich. Howgh!" Ik smulde als dc strijdbijl opgegraven wercl en de Indianen zich in oorlogskleuren verf den. En als Snelvoet op de bisonjacht ging, bcstecghlj zijn fieren mustang en doorkruiste de wijde prairiën. Helaas! Die tijd Is voorbij. Thans zit mijn vriend, het Vliegend Hert, met een sigaret tusschen de lippen in een rammelend Fordje en in plaats van zijn tomahawk gebruikt hij de handrem. Want: De Noord-Amerikaansche Indianen passen zich aan ccn meer moderne levenswijze aan. Tot de voortbrengselen der blanke bescha ving, die in hun oogen een begeerlijk object vormen, behoort de automobiel. De Canadee- sche stam der Steen-Indianen, die in de vlakten en heuvels van Alberta huist, maakt van dit vervoermiddel reeds een druk gebruik. .Ofschoon deze roodhuiden niet over contant geld voor den aankoop van auto's beschik ten, bezaten zij een groot aantal goede paar den, Met dit ruilmiddel konden zij zich een automobiel aanschaffen. Nog onlangs werden vijf tweedehands wagens tegen het cmobele aantal paarden geruild. De auto's vielen zoo danig in den smaak der Indianen, dat de stam er enkele maanden later een vijftigtal in eigendom had. De tijden veranderen....

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15