IEDEREEN
DE REIS OM DE WERELD IN 8 DAG.
De vervaardiging van verdoovende middelen.
Praafje over Muziek
en nog wat
IV.
Harold Gatty over zijn ervaringen.
Bijzonderheden over de navigatie.
Een reeds door 34 staten onderteekende conventie.
Als navigator van de wereldvlucht memo
reer ik twee feiten:
1. de instrumenten en wiskundige tabellen
voor de plaatsbepaling van vliegtuigen moeten
aanmerkelijk worden verbeterd;
2. onze radioinrichting werd practisch niet
gebruikt.
Sedert ik als cadet bij het Australia Naval
College kwam in het jaar 1917 (ik was toen
veertien jaar oud) interesseerde de navigatie
mij in hooge mate en 3 12 jaar geleden nam
ik de studie van aeronavigatie van dit ge
bied ter hand onder leiding van luitenant
commandant Philip Weems, thans instructeur
van de Naval Aacademy te Annapolis. Weems
en ik vonden een nieuwe methode van calcu
latie voor de luchtnavigatie, bekend geworden
als Weems systeem, waarbij gebruik wordt
gemaakt van een luchtbelsextant en een aero-
chronometer. Bij het vliegen over de Siberi
sche wildernis, de Beringzee of welk ander ge
bied ook, waar zon of sterren zichtbaar zijn,
stelt deze sextant den navigator tot nauw
keurige metingen in staat, onafhankelijk van
de omstandigheid of de horizon wazig is. Ik
kwam tot de ontdekking, dat de navigatie op
de sterren eenvoudiger was dan op de zon,
omdat de zon alleen een lijncalculatie toelaat
Onze radioinstallatie was niet veel meer dan
overbodig gewicht, wij achten haar voorna
melijk nuttig voor het eventueel seinen en
ontvangen van noodsignalen. Wij kregen o?k
geen draadlooze weerberichten. Waar zij de
grootste waarde voor ons zouden hebben ge
had, namelijk in Rusland, zouden wij niet in
gelegenheid zijn geweest, ze te ontcijferen.
Een persoonlijke voldoening heeft de reis
mij geschonken. Deze namelijk, dat ik tot de
overtuiging ben gekomen, dat de snelheids
aanwijzer eveneens dienst kan doen voor het
meten van de drift en daar deze bij den tocht
over den Atlantischen Cceaan ongeveer 19
procent heeft bedragen, is dit nogal van be-
tsekenis. Het wachtwoord voor de instrumen
ten ten dienste van de navigatie zal evenwel
door KABEL DE JONG.
De getrouwe lezer der wekelijksohe Radio-
overzichten zal mogelijk verbaasd zijn een
ander dan het gewone opschrift boven
deze rubriek te vinden. Dit heeft zijn reden,
zooals alles in laatste instantie zijn reden of
oorzaak heeft. En die is hier niet ver te zoe
ken: ik zit met vacantie in een Duitsche
,Sommerf r ische
Frisch is het hier bovenmate. Zaterdag heeft
het geplast. Zondag gegoten en geonweerd,
van morgen en van middag geregend. Van
den Hommer" bemerkt men daarentegen
niet zooveel, of het moesten de enkele uren
•droogte en de weinige minuten zonneschijn
wezen, die nevens het onweer pogingen doen
om ons zomersche gewaarwordingen te be
zorgen. En de temperatuur doet regenjas
boven parapluie verkiezen.
Maar het mooie berglandschap vergoedt de
onbehoorlijke gedragingen van het weer en
de landelijke rust werkt als genezende bal
sem op den geest van den geplaagden stads
bewoner. O, die groote steden met hun ze
nuwschokkende en oorverscheurende gelui
den, met hun menschenpakhuizen en benzine
stank, hoe verfoeilijk schijnen ze van hier!
Zelfs de radio is hier lang niet algemeen ver
breid; en de piano in ons verblijf is ongeveer een
halve toon te laag gesteand, wat verwonder
lijk is op zooveel honderd meter boven den
zeespiegel. Maar voor mijn absoluut gehoor
is het hinderlijk en het brengt mij er tos,
alles een halve toon naar boven te transpo-
neeren: een lapmiddel, want de tegenstrij
digheid tusschen wijze van uitvoering en
klankeffect wordt er niet door opgeheven.
Eigenlijk ben ik blij geen clarinettist te zijn.
Zoo'n arme man moet nu eens op een a-,
dan weer op een bes-, en soms zelfs op een
es-clarinet spelen, d.w.z. dat de c, die hij op
zijn muziekblad leest, respectievelijk als een
a, een bes of een es klinkt. Voor absoluut-
hoorenden om dol te worden! Er bestaan ook
c-klarinetten, maar de rechtschapen instru
menten worden haast nooit gebruikt. Mis
schien is het niet ondienstig iets over al die
orkestinstrumenten, hun stemming, schrijf
wijze, eigenaardigheden en aanwending te
vertellen. Van meerdere zijden is me dat al
eens gevraagd. De lezer, die het al weet, kan
het als oud nieuws beschouwen en dus over
slaan.
De orkesten, zooals we die tegenwoordig
kennen, worden onderscheiden in:
1. Fanfares (Duitsch: Militarorchester)
2. Harmonie-orkesten.
3. Symphonie-orkesten.
De eerste zijn uitsluitend uit koperen, de
tweede uit houten en koperen blaasinstru
menten samengesteld. Daarbij komt dan nog
het slagwerk, kleine en groot trom, in som
mige gevallen ook nog pauken en klokken
spel (eigenlijk reeksen afgestemde stalen
staafjes, die, óf direct met hamertjes, of
door middel van .een toetsenklavier bespeeld
worden. We zullen ons met de samenstelling
dezer orkesten thans niet verder bezighou
den en onze aandacht wijden aan de derde
categorie: de symphonie-órkesten. Het
symphonie-orkest is samengesteld uit strijk
instrumenten, houtenden koperen blaasin
strumenten, tokkelinstrumenten en slagwerk.
De strijkinstrumenten zijn: violen, ver-
deeLd in eerste en tweede violen, de alten of
altviolen (Duitsch: Bratschen, van het Ita-
liaansche Viola di braccio-annviool, in te
genstelling met viola da gamba knie
viool), violoncellos en contrabassen. Zij
vonnen te zamen het z.g. strijkkwintet. De
vijf groepen worden steeds afzonderlijk
geplaatst en in de orkestpartituur geno
teerd; zij kunnen echter nog onderverdeeld
worden. Zoo begint b.v. Tchaikowsky's Sym-
^phonie pathétique met in twee groepen ver
deelde contrabassen; in Rich. Strauss'
Tondichtung ,.Also sprach Zarathustra"
komt eenl gedeelte voor enkel strijkorkest,
dat daar in 14 stemmen gesplitst is. Immer
zitten twee spelers aan één lessenaar
(Duitsch: Puit) en lezen uit dezelfde orkest
partij (Sfcïmme)men onderscheidt dus ook
wel 1ste, 2de enz. lessenaar. Aan de eerste
lessenaar links van den dirigent zitten de
aanvoerders der eerste violen die resp. eerste
en tweede concertmeester heetten.De le con
certmeester soeelt in den regel alles wat in
de orkestpartituur voor soloviool is voorge-
moeten zijn, dat zij sneller en nauwkeuriger
werken.
Wanneer wij terugzien op den tocht, dien
wij thans achter den rug hebben, kunnen wij
zeggen, dat wij nooit aan het succes er van
hebben getwijfeld, ofschoon wij er van over
tuigd waren, dat wij vele moeilijke trajecten
zouden hebben te passeeren. Wij hebben
echter geen moeilijkheden gehad, ook niet,
toen wij blind vliegend door den nevel gin
gen, wij vlogen dus niet in de verkeerde rich
ting zooals sommige aviateurs op transatlan
tische vluchten meenden te hebben gedaan
en wij hebben dit voornamelijk te danken aan
onze instrumenten.
Wij achten het zeer goed mogelijk, dat men
op den duur om de wereld zal vliegen voor
practische doeleinden. Groote verwachtingen
helpen de wereld vooruit. Het handelsvliegwe-
zen kan de volken nader tot elkaar brengen.
De vliegvelden, die rondom de wereld zijn ge
sticht. hebben ons goede diensten bewezen en
zij zullen nog beter worden, wanneer het han-
delsvliegwezen zich meer gaat ontwikkelen.
Ik heb ondervonden, dat men uren ach
tereen volmaakt veilig in een vliegmachine
kan zitten, wanneer men maar behoorlijk op
het instrumentenbord kan zien. De ontberin
gen van piloot en navigator veroorzaken na
tuurlijk groote vermoeidheid, maar bij geen
van beiden deden zich ziekteverschijnselen
voor.
Wij hebben geen oefentocht ondernomen,
maar wij hebben er goed op gelet, dat wij in
goede conditie waren toen wij vertrokken.
Wij dronken veel water en aten zoo weinig
mogelijk, ten hoogste een maaltijd per dag en
dat hield ons frisch. Niettemin waren wij niet
bijzonder hongerig. Wij maakten ook geen
gebïuik van opwekkende middelen.
Geen van ons beiden heeft bepaalde toe
komstplannen. Wij hoorden wel veel over fe
nomenale tochten, die wij zouden voorberei
den maar daar is niets van waar.
(Nadruk verboden).
schreven. Rechts zitten de tweede violen,
hun aanvoerder heet attaque. De eerste der
alten heet solo-altist; bij de celli heeft men
1 of 2 solocellisten, bij de contrabassen 1
solo-contrabassist.
Het aantal strijkers hangt af van de be
schikbare middelen. In de latere jaren is er
een streven dit aantal steeds op te voeren.
Vele partituren schrijven „sterk bezet strijk
orkest" voor, ten einde evenwicht met het
blazersensemble te maken, b.v. 16 eerste en
16 tweede violen, 12 alten, 10 celli en 8 con
trabassen. Dat geeft dus samen al 62 orkest
leden voor het strijkorkest alleen. Ons Con
certgebouw is, wat de violen betreft, nog
sterker bezet. Daartegenover hebben zich in
de laatste jaren weer z.g. kamerorkesten ge
vormd, met zeer spaarzame bezetting der
strijkers, die zich op de reproductie van
klassieke werken in hun door de componis
ten oorspronkelijk gedachte bezetting toeleg
gen, maar waarvoor ook ultramoderne mees
ters, als Hindendth en Milhoud weer wer
ken geschreven hebben. De klank dezer
kleine ensembles is minder overweldigend,
maar veel doorzichtiger dan die der groote;
de instrumenten treden daar meer solistiseh
op dan in de laatste.
Alle strijkinstrumenten behalve de con
trabassen, bezitten vier op kwintafstand ge
stemde snaren; de violen g, d', a', e", de alten
een kwitet lager, de celli 'n octaaf lager dan
de alten. De contrabassen zijn tegenwoordig
meestal van vijf snaren voorzien, omdat de
nieuwere orkestwerken de contra-C verlan
gen; de overige snaren zijn in kwartetafstan
den gestemd: E, A, D, G, dus het omgekeerde
van de viool. Voor de noteering der violen
wordt de viool- of g-sleutel, voor die der al
ten de altsleutel (c' op de 3de lijn) voor die
der celli de bas- of f-sleutel en ook de tenor
sleutel (c op de 4de lijn) en vioolsleutel ge
bruikt. De partij der contrabassen wordt ook
in den bassleutel genoteerd, doch een octaaf
hooger dan zij klinken moet.
(Wordt vervolgd.)
die het Petitionnement der
Nederlandsche Dagbladpers
verzuimt te teekenen, maakt
zich schuldig aan
PLICHTSVERZUIM
VERKLARING VAN
DR. ECKENER.
Voor het vertrek van de „Graf Zeppelin"
legde dr. Eckener een verklaring af, waarin
hij o.a. zeide: „Wij willen pogen het denk
beeld van graaf Zeppelin uit te voeren. Ik
betreur levendig, dat de tocht in een zoo
ernstigen tijd plaats heeft, nu het Duitsche
volk strijdt om zijn bestaan. Doch drie we
ken geleden, waren de voorbereidingen al
zoo ver gevorderd, dat zij niet meer konden
worden afgebroken. Er waren al geleerden
uit Amerika en andere landen op weg naar
Friedrichshafen. Daarom moeten wij het- be-
gonnne werk voleindigen. Maar ik zou met
den grootsten nadruk willen zeggen, dat het
hier een ernstige expeditie betreft, een reis
in het belang der wetenschap, waarop thans
Duitschlands hoop voor de toekomst berust.
Bovendien worden, zooals ik reeds eerder
zeide, de kosten van den tocht niet door het
Rijk en het Duitsche volk gedragen, maar
voor 75 pet. door het buitenland en voor 25
pet. door de philatelisten der wereld. Zoo be
ginnen wij onzen tocht rustig, met onbe
zwaard geweten. Over zes dagen hopen wij
te kunnen berichten van een succesvolle
reis".
Daarna spraken ir. Bauerle en kapitein
Von Schiller over de veranderingen in het
luchtschip en de uitrusting der expeditie,
aldus „De Tel."
Kapitein Von Schiller zeide, dat er vol
doende brandstof aan boord is, opdat het
schip 5, 6 ja zelfs zeven dagen in de lucht
k&n zijn. Daar het een wetenschappelijke
reis is, heeft men van alle comfort kunnen
afzien en wijzigingen aangebracht in den
gondel. De kapitein legde er den nadruk op,
dat er geen sprake is van een eigenlijken
Pooltocht. Het gebied, dat men wil onder
zoeken is nog circa 600 K.M. van de Pool
verwijderd.
Ten slotte sprak de wetenschappelijke lei
der der expeditie, prof. Samoilowitsj over het
doel der reis. Hij verklaarde o.a. dat de ex
peditie hoopt land te ontdekken. Boofdzake-
lijk echter wil men waarnemingen doen hoe
het klimaat in Europa door de Pool wordt
beïnvloed.
OVER KLOKKEN.
OUDE EN KOSTBARE EXEMPLAREN.
Een van Engelands oudste klokken loopt
weer na een rust van 45 jaren vertelt Tit-
Bits. Het is de prachtige klok van Salisbury
Cathedral, in 1386 gemaakt. Tot 1884 toe
tikte ze regelmatig den tijd weg, maar toen
werd een nieuwe gekocht en de oude verge
ten. Die oude klok, die geheel uit de hand
gemaakt was van smeedijzer, heeft als vele
oude klokken, geen wijzerplaat: zij slaat
ieder uur maar wijst niet aan.
Als oudste klok in Engeland wordt be
schouwd die uit Peterborough Cathedral, die
611 jaar geleden opgericht is. Dagelijks moet
ze worden opgewonden door middel van
een groot houten rad dat een zwaar looden
gewicht een kleine 100 M. omhoog trekt.
Ook deze klok bezit geen wijzerplaat.
In het algemeen kwamen de klokken met
wijzers pas later. De reden hiervan is, dat in
die oude dagen zoo heel velen nog niet kon
den lezen, de eenige nuttige klok was dus een
die geluid gaf.
Kostbare klokken.
Dat wil niet zeggen dat In die oude dagen
in het geheel geen klokken met wijzers voor
kwamen, of dat er weinig zorg aan besteed
werd. De Sultan van Egypte zond in 1232 aan
keizer Frederik den Tweeden een klok,_ die
de zon, maan en sterren toonde, benevens
de teekenen van den dierenriem. En alles
met de juiste bewegingen, overdag en des
nachts. De prijs van die klok bedroeg 5000
dukaten, dat is ongeveer 6 millioen gulden
van ons tegenwoordig geld.
De groote klok van Straatsburg van 1390
is langen tijd een wereldwonder geweest. Zij
wees het uur, dag en de maanden aan, net
onder en opgaan van de zon en de zon- en
maansverduistering.en.Als de klok sloeg ver
scheen de Dood, doch deze werd spoedig ver
jaagd door een heilige, En dan klonk een
plechtig lied.
De Prager klok.
In 1490 werd de Prager klok gebouwd,
waarvan om de 2 uren zich een tweetal
deuren opende: de twaalf apostelen ver
schenen. Dan kwam een Christusfiguur dat
de handen zegenend uitstrekte en dan weer
wegging. De dood trok aan het klokkentouw,
terwijl een priester een spiegel ophield om
te laten zien dat alles ijdelheid is. En dan
sloeg de klok en de deuren sloten zich weer.
Nog steeds worden klokken gemaakt, die
prachtige stalen zijn van schitterende sa
menstelling. Zoo heeft een klokkenmaker in
Frankrijk in St. André ongeveer 10 jaar ge
leden een klok voltooid, wier bewerking
hem 12 jaar gekost heeft.
Bij deze klok beweegt de aarde om de zon
en de maan om de aarde. Ook de planeten
en voornaamste sterren heeft hij aange
bracht met de hun eigen bewegingen.
De Volkenbondsconferentie voor de be
perking van de vervaardiging van verdoo
vende middelen heeft de traditie van alle aan
het opiumvraagstuk gewijde volkenbonds
besprekingen gehandhaafd van zeer lang te
duren. Op 27 Mei begonnen, kon de confe
rentie eerst op 13 Juli gesloten worden, zoo
dat dus ongeveer zeven weken lang gearbeid
is. Gelukkig is het weder eens een Volken
bondsconferentie geworden, die bevredigend
a f gel cope n is. Een conventie is tot stand ge
komen, die thans reeds door niet minder
dan 34 staten, waaronder zich de voornaam
ste fabricecrende staten bevinden, onder
teekend is.
In voorzitter De Brouckère heeft de con
ferentie een uitstekend leider gehad, zooals
trouwens vooruit door iedereen verwacht
werd, die de Brouckère als ondervoorzitter
van de voorbereidingscommlssie-Loudon
voor de ontwapeningsconferentie had gade
geslagen, toen de Brouckère herhaaldelijk op
zeer gelukkige wijze voorzitter Loudon ter
zijde had gestaan. De Brouckère had ook
ditmaal weder groote zaakkennis ten op
zichte van het buitengemeen ingewikkelde
probleem en wist verder als een waar staats
man geöuldvol beleid en energieke voortva
rendheid met elkander af te wisselen, naar
gelang de omstandigheden het vereischten.
Aan deze goede leidersgaven paarde de Bel
gische senator bovendien een groote dosis
optimisme en vertrouwen op den goeden
einduitslag van het werk, waardoor hij zelfs
in de moeilijkste dagen der conferentie, toen
zij na drie weken beraadslaging nog maar
steeds niet voorwaarts kon komen en de
partijen nog voortdurend even scherp tegen
over elkander stonden, den moed niet ver
loor en opgewekt aan het bemiddelen bleef,
tot dat eindelijk het succes zijn pogingen be
kroonde.
Het doel van de conferentie is bekend. Nog
steeds worden verdoovende middelen (mor
fine, heroïne, cocaïne en hun praeparaten)
in den ongeoorloofden handel aangetroffen,
waar zij den aan hen verslaafden even groot
verderf veroorzaken, als zij verstandig door
een geneesheer in uitzonderingsgevallen
toegepast, den zieken menigmaal door ver-
dooving van de pijn een zegen zijn. Dat de
staten verplicht zijn door onderlinge samen
werking onder leiding van den Volkenbond
zoo krachtig mogelijke maatregelen te ne
men, dat het „witte vergift" niet in han
den van lichtzinnige genotzoekers of wan
hopige zwaarmóedigen geraakt en dat de
staten verplicht zijn ervoor te zorgen, dat
de verdoovende middelen uitsluitend voor
rechtmatige medische en wetenschappelijke
doeleinden gebruikt worden, daarover be
staat geenerlei meeningsverschil.
Reeds de Geneefsche opiumconferentie
van November 1924 tot Februari 1925 (die
nog steeds het record inzake den langen
duur van Volkenbondsconfercnties houdt,
welk record echter vermoedelijk het volgend
jaar wel door de Ontwapeningsconferentie
zal worden geslagen!) had ten doel den
voor de volksgezondheid zoo gevaarlijken
omloop van verdoovende middelen te ver
hinderen. Een streng toezicht op den han
del.. vooral op den uitvoer van verdoovende
middelen uit de enkele landen, waar zij ge
fabriceerd worden (toen vrijwel uitsluitend
Duitschland, Engeland, Frankrijk, Japan,
Nederland en Zwitserland), naar de andere
volkeren, was de kerngedachte dezer con
ventie.
Ofschoon inderdaad door deze conventie
veel kwaad verhoed wordt, is door de erva
ring toch wel gebleken, dat de conventie
nog niet heelemaal voldoende is, om het
gevaar van volksvergiftiging door ongeoor
loofden handel in verdoovende middelen ge
heel terzijde te stellen. Personen met een t-e
ruim geweten, die ter wille van financieele
voordeelen hun plichten en de wetten verza
ken, vindt men helaas nog in alle landen.
Het feit, dat tot dusverre veel grootere hoe
veelheden morfine, cocaïne en heroïne ver
vaardigd worden dan de wereld werkelijk
noodig heeft, leidde er toe, dat een deel van
die overtollige hoeveelheid stiekum in den
ongeoorloofden handel wordt gebracht. Zoo
ontstond de beweging,, waarvan de Ita-
liaansche senator Cavazzoni de groote kam
pioen werd, voor een beperking der vervaar
diging der verdoovende middelen tot niet
méér dan wat de wereld werkelijk noodig
heeft voor medische en wetenschappelijke
doeleinden. „Tast het kwaad bij den wortel
aan: bij de fabricatie!" was de leuze van Ca
vazzoni, die zegevierend de openbare mee
ning eerst en daarna ook de regeeringen
voor zich gewonnen heeft.
De op 27 Mei begonnen conferentie moest
nu een conventie maken ter verwezenlij
king van dit denkbeeld. Meer dan 50 staten
(o.a. ook de riiet-Volkenbondsstaten Egypte,
Mexico, Sovjet-Rusland, Turkije en de Ver-
eenigde Staten van Amerika) namen aan de
conferentie deel. Eenstemmigheid bestond
over het beginsel de wereldfabricatle niag
niet grooter zijn dan de rechtmatige wereld-
behoefte. Eenstemmig was men ook van
oordeel, dat die rechtmatige wereldbehoefte
berekend moet worden door een optelling
van wat ieder land verklaart voor rechtma
tige medische en wetenschappelijke doelein
den in een jaar noodig te hebben. Geeft een
land geen schatting zijner behoeften dan
zal een Volkenbondsorgaan het cijfer vast
stellen. Geeft een land een onwaarschijnlijk
hoog cijfer, dan zal het Volkenbondsorgaan
opheldering mogen vragen en het land
trachten te bewegen het cijfer te verlagen,
een moreele druk, die, gevoegd bij de macht
der publiciteit, meestal wel voldoende zal
zijn, om overdreven schattingen te verhoe
den. Over dit alles was men het geheel en
al eens, behalve dat Sovjet-Rusland geener
lei bevoegdheden aan een Volkenbondsor
gaan wilde toekennen en toen de andere
Staten, Amerika inbegrepen, weigerden aan
dezen kinderachtigen eisch naar verbre
king met elk verband met den Volkenbond
toe te geven, dan ook verklaarde de conven
tie niet te willen onderteekenen.
De moeilijkheden kwamen echter, toen
de vraag moest opgelost worden, hoe men
de totale wercldfabricatie onder de staten
zou verdeden. De van oudsher fabricecren
de staten wenschten, dat de conventie hen
met name zou aanwijzen als tot fabriceeren
gerechtigd en tevens voor ieder hunner een
vast percentage in de wereldfabricatie zou
vastleggen. Indien andere staten ook wilden
fabriceeren (b.v. Turkije, dat sinds korten
tijd ook fabrieken heeft, en Zuid-Slavie, dat
het voornemen tot fabricatie over te gaan te
kennen gaf), dan zouden ook deze hetzij
nu, hetzij later in de lijst kunnen worden
opgenomen.
De nic-L-fabriceerende staten verzetten
zich echter tegen een stelsel, waardoor het
feitelijke monopolie tot een volkenrechtelijk
erkend monopolie van fabricatie zou verhe
ven worden.Zij waren er ook tegen, omdat 2ij
yan de vaststelling van een vast percentage
voor ieder land een uitschakeling der con
currentie en dus een verhooging der prijzen
der verdoovende middelen vreesden. En ein
delijk werd de tegenstand der niet-fnbricee-
rende landen ondersteund ook door Japan en
Turkije, die vreesden, dat de vaststelling van
een percentage tenslotte op hün kosten zou
geschieden en de reeds onderling tot over
eenstemming gekomen fabrieken uit
Duitschland, Engeland, Frankrijk, Nederland
en Zwitserland zich wel het leeuwenaandeel
der fabricatie zouden weten toe te eige
nen.
Ruim drie weken lang bleven de partijen
tegenover elkander staan, zonder dat
een har er wilde toegeven. Het was een ult-
puttingswedstrijd. Niemand wilde de confe
rentie doen mislukken. Doch beide partijen
rekenden erop, dat de andere het geduld
wel zou verliezen en den strijd opgeven. Het
waren tenslotte de fabriceerende landen, die
toegaven en zich bereid verklaarden tot een
conventie op den grondslag van hot stelsel
der tegenpartij mede te werken.
Sinds dien dag is het snel voorwaarts ge
gaan. De conventie is opgebouwd op het Ja-
pansche stelsel. De conventie geeft aan alle
staten het recht verdoovende middelen te
vervaardigen. Doch geen enkele staat mag
méér vervaahdigen dan hetgeen hij zelf
voor eigen rechmatlge behoeften noodig
heeft plus hetgeen andere huiden bij hem
bestellen voor de voldoening aan hün recht
matige behoeften. (Een bescheiden hoeveel
heid mag tevens gefabriceerd worden voor
instandhouding van een reserve-voorraad.)
Het centrale volkenbondsbureau, dat toe
zicht op den handel in verdoovende middelen
houdt, zal ook op de naleving dezer conven
tie moeten toezien en er voor moeten zorgen
dat de bestellingen uit een land de geschatte
rechtmatige eigen behoeften niet zullen
overschrijden en dat geen land méér ver
vaardigt dan hem toegestaan is. De stren
ge toezlchtsbepallngen en het prijsgeven
door de staten van het recht hunner fabri
kanten. om naar vrijheid te vervaardigen
zooveel zij willen, zijn twee belangrijke
antecedenten, die wederom getuigenis af
leggen van een voortschrijdende ontwikke
ling dor internationale rechtsgemeenschap
ten koste van de souvereine rechten der sta
ten. Ook om deze reden mag men met
het verloop der conferelie de Brouckère
tevreden zijn.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
VAN SCHAPENWOL TOT PAK.
Amerika is het land der records. Eenigen
tijd geleden beroemde een Amerikaan zich
er ook op in één dag een pak gemaakt tc
hebben, vanaf het scheren van de schapen
tot den laatsten knoop toe.
Het is jammer van Amerika, maar het
is reeds eerder gepresteerd en welruim
100 jaar geleden! Op 25 Juni 1811 ging Sir
John Throchmorton In Newbury in Berk
shire. (Engeland) een weddenschap aan om
duizend guinjes, dat hij 's avonds om 8 uur
aan tafel zou gaan, in een pak van wol, dlc
om 5 uur 's morgens van dienzelfden dag nog
op de schapen groeide.
En op 25 Juni, des morgen 5 uur verscheen
Sir John met twee schapen. Het scheren,
spinnen en weven was spoedig gedaan. En
ook de verdere werkzaamheden verliepen zóó
goed, dat om 6.20 uur Sir John op een
bordes verscheen in het pak. ten aanschou-
we van een menigte van 5 duizend personen.
Dit oude record is nu weer geslagen. En
wel in Batlcy. toen het geheele proces 3 uur,
20 minuten en 30 sec in beslag nam. En een
week later ging er weer een uur af: in 2 uur
9 min. en 46 sec. volbracht men in Hudders-
field het werk.
DE KOMST DER AUTOMOTRICE.
Met dezen naam bestempelen de Franschc
spoorwegen hun nieuwe, door eigen kracht
gedreven rijtuigen. De automotrice is niets
anders dan een zescylinder-autobus op rails.
Zij ziet er uit als een tramwagen, heeft 34
zitplaatsen en kan een snelheid van 80 K.M.
per uur ontwikkelen. Van dit nieuwe trans
portmiddel maken de spoorwegen gebruik
voor het vervoer op locale lijnen, die niet met
grof IJl door gewonen treinen kunnen worden
ereden.
ROODHUIDEN IN AUTO'S.
Als jongen verslond ik de Indianenboeken
van Aimard, Cooper en Karl May, en ik ge
noot wanneer de Zwarte Adelaar het opper
hoofd der Comanchen dc rook uit zijn vredes
pijp naar de vier windstreken blies, de asch
op den nagel van zijn duim uitklopte cn sprak:
„Oef! Mijn blanke broeder spreekt met dubbe
le tong. Hij heeft het hart van een squaw in
zich. Howgh!"
Ik smulde als dc strijdbijl opgegraven wercl
en de Indianen zich in oorlogskleuren verf
den. En als Snelvoet op de bisonjacht ging,
bcstecghlj zijn fieren mustang en doorkruiste
de wijde prairiën.
Helaas! Die tijd Is voorbij. Thans zit mijn
vriend, het Vliegend Hert, met een sigaret
tusschen de lippen in een rammelend Fordje
en in plaats van zijn tomahawk gebruikt hij
de handrem.
Want:
De Noord-Amerikaansche Indianen passen
zich aan ccn meer moderne levenswijze aan.
Tot de voortbrengselen der blanke bescha
ving, die in hun oogen een begeerlijk object
vormen, behoort de automobiel. De Canadee-
sche stam der Steen-Indianen, die in de
vlakten en heuvels van Alberta huist, maakt
van dit vervoermiddel reeds een druk gebruik.
.Ofschoon deze roodhuiden niet over contant
geld voor den aankoop van auto's beschik
ten, bezaten zij een groot aantal goede paar
den, Met dit ruilmiddel konden zij zich een
automobiel aanschaffen. Nog onlangs werden
vijf tweedehands wagens tegen het cmobele
aantal paarden geruild. De auto's vielen zoo
danig in den smaak der Indianen, dat de
stam er enkele maanden later een vijftigtal
in eigendom had.
De tijden veranderen....