gets-it VOOR DE FORENSEN. De trajectkaarten zijn te duur. LIKDOORNS Het Raadsel van Tanbuck Hall HAARLEM'S DACBLAD DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1931 Een onderhoud met den voorzitter van den Forensenbond. Hadden wij eenige weken geleden een on derhoud met den voorzitter van de afdeeling Haarlem, van den Ned. Forensenbond, den heer De Koele van Leeuwen, Maandag hadden wij het genoegen, een gesprek te voeren met Mr. J. B. van Houten, den voorzitter van het Hoofdbestuur van dien Bond, dien wij gaarne bereid vonden eenige vragen van ons te be antwoorden betreffende zaken, die den fo rensen, in 't algemeen en het Hoofdbestuur in 't bijzonder nauw aan 't hart liggen. „Natuurlijk hebt u, èn als forens èn als algemeen voorzitter van den Bond, nog wen- schen en verlangens op het speciaal terrein, waarop uwe organisatie zich beweegt", zoo begonnen wij. „Zoudt u ons eenige van die wenschen willen noemen?" „Laat mij dan, vóór ik uw vraag ga be antwoorden, eerst even zeggen, dat het mij genoegen doet, u van wenschen te hooren spreken", antwoordde de heer Van Houten. „Dat is het juiste woord: wenschen. Want onze Bond zou er niet aan denken, aan de verschillende autoriteiten, met wie wij zoo aangenaam samenwerken en van wie wij al zooveel tegemoetkoming bij verschillende ge legenheden hebben ondervonden, eischen te stellen. Wij hebben altijd in 't oog gehou den en zullen dat blijven doen dat die autoriteiten tegenover de zaken, die wij ter sprake brengen, vaak geheel anders staan dan wij. Zij toch hebben verschillende be langen tegen elkander af te wegen en met allerlei dingen rekening te houden. Verder dan verzoeken gaan wij dan ook nooit en wij verzoeken natuurlijk alleen die dingen, waarvan wij de mogelijkheid van inwilliging meenen te mogen veronder stellen. Met genoegen kan ik constateeren, dat reeds herhaaldelijk onze wenscheni zijn be vredigd. Naar mijn overtuiging is onze uit stekende verhouding tot de autoriteiten dan ook behalve aan de goede gezindheid dier autoriteiten mede te danken aan het feit, dat onze Bond nooit getracht heeft, met kracht en geweld iets af te dwingen. Het vragen van concessies, dat zien we zeer goed in, dient altijd met de grootste voorzichtig heid te geschieden. En nu onze wenschen! Ja, wij hebben één grooten wensch, dien wij zoo gaarne zouden zien ingewilligd en die betreft: de tarieven der trajectkaarten of abonnementen. De prijs der trajectkaarten van de Neder- landsche Spoorwegen is voor den tegenwoordigen tijd te hoog. Er zijn tal van forensen, die, om in hun levensonderhoud en dat van hun gezin te kunnen blijven voor zien, nu eenmaal gedwongen zijn, van de Spoorwegen gebruik te maken en voor wie de hooge tarieven der abonnementen eigenlijk zeer bezwarend zijn. Wij leven immers in een tijd van malaise, die gekenmerkt wordt door: vermindering van salarissen, passeeren van dividenden, inhouding of belangrijke verla ging van tantièmes. Dit alles maakt, dat het werkelijk voor vele forensen moeilijk wordt hun arbeid te verrichten wanneer de directie de hooge tarieven voor speciale trajectkaar ten blijft handhaven. Onzerzijds is reeds geruimen tijd geleden een onderzoek inge steld, waarna wij ons met een verzoek om verlaging der tarieven voor de trajectkaarten tot de directie der Spoorwegen hebben ge wend. Wij hebben toen ten antwoord gekre gen, dat niet aan ons verzoek kon voldaan worden omdat inwilliging te groote financiee- le offers van de Spoorwegen zou eischen. Toch meenen wij in dit opzicht vooral thans met de directie van meening te moeten verschillen. Bij de algemeene daling van den levens standaard, dus ook van de prijzen der ver schillende artikelen, die het Spoorwegbedrijf noodig heeft, lijkt ons een verlaging der trajectkaartentarieven niet onmogelijk. Men denke alleen maar eens aan het feit, dat de kolen goedkooper zijn geworden! En zoo is er meer. Geen wonder, dat in verschillende af- deelingen van den Bond de drang naar ver laging van de prijzen der trajectkaarten steeds sterker wordt. Want inderdaad: die prijzen zijn niet zoo gedaald als o.i. met reden gehoopt en verwacht mocht worden en het streven van den Bond b 1 ij f t dan ook gericht op deze voor de forensen zoo uiterst belang rijke zaak. Behalve verschillende punten door uwe re dactie met den heer de Koek van Leeuwen besproken is nog bijzonder te ver melden de activiteit van den Bond op het gebied der postbestellingen, zoo vervolgde de heer Van Houten. Het is voor een forens dikwijls van het groot ste gewicht, dat hij zijn ochtendpost ontvan gen heeft, vóór hij naar de stad vertrekt. Po gingen om dit te bereiken zijn eerst afgestuit op de hooge kosten, maar toch zijn er nu en kele gemeenten ik noem Hilversum en Bloemendaal waar de forens, die niet héél vroeg naar den trein gaat, zijn post nu des morgens nog op tijd ontvangt. Ik schrijf dit toe aan de goede werking van het voort durend, vriendschappelijk contact, dat de Fo rensenbond met de autoriteiten op verschil lend gebied onderhoudt". Tenslotte toonde de heer Van Houten ons met een voorbeeld aan, hoe het overleg tus- schen de autoriteiten en vertegenwoordigers van het Bondsbestuur in de practijk dikwijls wordt gevoerd. Het betrof hier de wensch van bewoners der Leidschevaart tot herstel der tramhalte bij den ouden kwakel op de lijn Zandvoort- Amsterdam welke halte naar den nieuwen kwakel was verplaatst. Bij dit overleg bleek en werd de Bond overtuigd, dat de belangen van de groote groep bewo ners der zoogenaamde bloemen wijk behoor den te gaan boven die van de veel kleinere groep bewoners der huizen, welke de lintbe bouwing langs de Leidschevaart vormen. Voor een verdere behandeling van het streven van den Bond verwees de heer Van Houten naar het verslag van het met den voorzitter der afdeeling Haarlem door ons gevoerd onderhoud, wijl hij zeide anders in herhalingen te zullen moeten vervallen. BINNENLAND HET VLIEGONGELUK WAALHAVEN. OP Beter afgeloopen dan men dacht. JONGETJE HET BEEN NIET GEAMPUTEERD. Het ongeluk met het Fokkertoestel, dat bij het vliegveld Waalhaven is gevallen, blijkt nog beter te zijn afgeloopen dan aanvanke lijk werd verondersteld, schrijft de N.R.C. Het jongetje, dat een klap van de machine heeft gekregen, de 14-jarige M. van der Klooster, heeft een goeden nacht gehad. Werd aanvankelijk gevreesd, dat hij het rechterbeen zou moeten missen. Woensdag morgen is bij het geneeskundig onderzoek gebleken, dat men niet tot amputatie be hoeft over te gaan. De piloot, de heer Pellens is dadelijk daarop op eigen gelegenheid naar huis kunnen gaan. De boordmecanicien Vrijburg de Koning, die een kaakfractuur en een hoofdwonde heeft, is Dinsdag per vlieg tuig naar zijn woonplaats, Amsterdam, te ruggekeerd. Van de passagiers is niemand naar het ziekenhuis vervoerd behoeven te worden; voor zoover noodig, zijn zij ter plaatse verbonden. Dinsdagmiddag is men met het demontee- ren van het zwaar beschadigde toestel be gonnen, nadat de chef van den vliegtech- nischen dienst, de heer Guillonard, en een vertegenwoordiger van het ministerie van Waterstaat een onderzoek ter plaatse hadden ingesteld. MAN BIJNA IN ZEE VERDRONKEN. Gisteravond was de 27-jarige typograaf D. v. Boven aan het strand te Huisduinen, nabij den Helder, aan het zwemmen. Hij zwom bij een der golfbrekers, waar steeds een sterke stroom staat, en het zwemmen dan ook uiterst gevaarlijk is. De stroom kreeg ook dezen zwemmer te pakken en trok hem naar buiten. Van het strand af trachtte men hem nog met een lijn en een boei te bereiken. Te vergeefs echter, de man dreef steeds verder van den wal en riep luid om hulp. Hij werd opgemerkt door een passeerenden visschers- kotter, de HD 5. De schipper zwenkte oogen- blikkelijk bij en juist op het oogenblik, dat de krachten den zwemmer begaven en hij zou zinken, kon men hem grijpen en binnenboord brengen. De botter zette direct koers naar Den Helder, waar de man in het marine hospitaal werd opgenomen. Zijn toestand is redelijk wel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel EEN VERLATE BOOTTOCHT. DE LEIDER BIJNA GELYNCHT! De N. R. Ct. verhaalt: Dinsdagnacht tegen 2 uur kwam aan de Waalkade te Nijmegen aan de stoomboot Concordia, uit Den Haag. met een gezelschap van 230 personen, mee- rendeels leden van een transportarbeiders- bond. De boot was 's ochtends 7 uur uit Den Haag vertrokken en had volgens het plan uur 's middags te Nijmegen moeten zijn. Dat de boot een halven dag te laat kwam, wordt hieraan geweten, dat zij te zwaar beladen was en ongeveer drie uur bij een sluis te Rotterdam had moeten wachten. De meeste kinderen en vrouwen onder het gezelschap waren op de langdurige reis, waarop zij te weinig voedsel hadden gehad, onwel gewor den. Het gezelschap trok diep in den nachft naar het café, waar een maaltijd was besteld, welke nu twaalf uur na den besproken tijd werd gebruikt. Meer dan honderd personen van het gezelschap, voor wie in geen enkel hotel of logement meer plaats was, hebben den nacht verder in het café op stoelen of op den vloer doorgebracht. De samensteller van het reisplan, aan wien men het (mislukken van den tocht weet, riep tegen de op hem ver betenen de hulp van de politie in. EEN UITGEPUTTE DUITSCHER AANGESPOELD. Wij lezen in de N. R. Ct.: De Monstersche politie werd in den nacht van Maandag op Dinsdag gewaarschuwd, dat iemand zich toegang verschaft had tot een strandtent, waarin eenige flesschen bier wer den bewaard. Het bleek, dat een Duitscher uit München, met zijn kano den Waterweg was afgezakt en door den sterken stroom in zee was geraakt. De kano was omgeslagen, zoodat de man zich zwemmende boven water moest houden, Hij heeft Terheyde bereikt en is, na daar eenigen tijd uitgeput op heit strand te hebben gelegen, naar een der op het strand staande tenten .gekropen, waar hij fleschjes bier vond en deze opdronk om bij te komen. De kano is den volgenden dag aan het strand te Hoek van Holland aangespoeld. De Duitscher werd door de politie te Monster naar den vreemdelingendienst in Den Haag getransporteerd, die hem over de grenzen ge bracht heeft. MAN VAN 40 METER NAAR OMLAAG GESTORT. EEN ANDER IN DEN VAL MEEGESLEURD. Dinsdagmiddag kwam aan de parochiekerk van de H.H. Agatha en Barbara, te Ouden bosch toen men bezig was met het plaatsen van eenige nieuwe beelden aan den voorge vel van de kerk, plotseling de metselaar J. Willemse van een hoogte van 40. meter naar omlaag gestort, lezen wij in de Msb. Waar schijnlijk heeft hij in zijn val den timmer man Wolf, die op een hoogte van 12 meter stond, meegesleurd. Willemse kwam in den tuin terecht, alwaar zijn val werd gebroken, doordat hij in eenige struiken viel. Wolf kwam op het dak der kerk terecht en kon slechts met moeite naar den beganen grond worden gebracht, alwaar direct geeste lijke en geneeskundige hulp aanwezig was. Nadat aan beiden de H.H. Sacramenten der Stervenden waren toegediend en de doktoren Van Zon en Huilsman de eerste geneeskun dige hulp hadden verleend, werden zij in zorgwekkenden toestand naar het St. Elisa- bethsgasthuis gedragen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Knellende schoenen Gebruikt slechts »Gets-lf< en oogenblikkelijk is de pijn verdwenen. Na een paar maal kunt ge zelf den likdoorn verwilderen. Duizenden gebruiken thans >Gets-lt«. ANTI-OORLOGSCONFERENTIE TE LYON. EEN OPROEP VAN PROF. EINSTEIN. Zaterdag 1 Augustus werd de drie-jaarlijk- sche conferentie van de „War Resisters' In ternational" (W.R.I.) geopend in „L'Uni'taire" te Lyon. Er waren gedelegeerden van aangesloten groepen van twintig landen. De openingsrede werd gehouden door A. Fenner Brockway M. P. Kameraadschappelijke redevoeringen wer den uitgesproken door Prof. Dr. Franz Keiler (Freiburg), vertegenwoordiger van de Duit- sche Katholieke nedergroepenProf. André Phillip (Lyon), vertegenwoordiger van de socialistische Partij en een aantal vereeni- gingen. Ds. Hugenholz (Holland) sprak namens de Internationale Unie van Antimilitaristische Geestelijken. Begroetingen werden voorgele zen van Victor Margueritte (Frankrijk); Dr. Hele Stöcker (Duitschland)Romain Rol land (Frankrijk); Anna Kethly (Hongarije). Verder waren groeten binnengekomen uit Palestina, Nieuw-Zeeland Australië Tas- manië; Argentinië, Zuid-Afrika, Nieuw - Guinea, Canada en Rusland. Ingekomen was een Boodschap van prof. A. Einstein van de Conferentie. Hij zegt daarin o.a., dat de Conferentie de beweging vertegenwoordigt die met de meeste zeker heid de afschaffing van den oorlog waar borgt. Indien gij wijs en moedig handelt, kunt gij de meest actieve gemeenschap worden onder alle menschelijke bewegingen. De mannen en vrouwen in vijftig landen, die gij vertegenwoordigt, kunnen een groot-ere macht in de wereld vormen dan het zwaard. Alle naties van de wereld spreken over ont wapening. Gij moet hen leeren meer te doen dan er over te spreken. De volken moeten de ontwapening in eigen handen nemen en niet over laten aan staatslieden en diplomaten. Hij die gelooft, dat het oorlogsgevaar voorbij is, leeft in een droomwereld. Wij beleven he den een militarisme, dat sterker en gevaar lijker is dan het militarisme dat den wereld oorlog heeft opgeroepen. Zoover hebben de regeeringen ons gebracht. Maar onder de volken groeit de dienstweige- ringsgedachte. Gij moet deze gedachte moe dig en zonder terughouding verspreiden. Gij moet de volken er toe brengen zelf de ont wapening ter hand te nemen en te verkla ren, dat zij geen aandeel meer hebben in den oorlog en zijn voorbereiding. Gij moet de arbeiders van alle landen er toe opwek ken, om vereenigd te weigeren werktuigen te worden van leven vernietigende belangen. In twaalf landen strijden jonge menschen tegen den dienstplicht door den militairen dienst te weigeren. Dat zijn de pionieren van een wereld zonder oorlog. Iedere oprechte vriend voor den vrede moet hen ter zijde staan en hen helpen het geweten van de wereld wakker te schudden ten opzichte van den dienstplicht. Ik roep in het bijzonder de geestelijke lei ders van alle landen, ik roep mijn collega's, de vertegenwoordigers van de wetenschap op hun medewerking voor oorlogsdoeleinden te weigeren. Ik wend mij tot de geestelijkheid met de bede, om de waarheid te zoeken en nationale vooroordeelen te laten varen. Ik wend mij tot de letterkundigen, om zich openlijk aan onze zijde te stellen. Ik vraag dringend van iedere courant die voor den vrede wil strij den, om de menschen moed in te spreken om dienst te weigeren. Ik vraag den leiders van de pers om aan belangrijke en invloedrijke personen zonder omwegen te vragen: Hoe is uw standpunt ten opzichte van den vrede?" Zijt gij bang u te verbinden met hen, die dienst weigeren? Moet gij wachten op de ont wapening van de anderen, vóór gij zelf de wapenen neerlegt, en de vriendschapshand uitsteekt? Nu is het geen tijd voor gematigd heid. Gij zijt of voor of tegen den oorlog. Als gij vóór den oorlog zijt, wekt dan de weten schap, den geldhandel, de industrie, de reli gie en de arbeiderswereld op om de nationale bewapeningen zooveel zij kunnen uit te brei den en zoo vernietigend mogelijk te maken; maar zijt gij tegen den oorlog, zoekt hem dan op om hem met alle krachten te weer staan. Ik vraag ieder die deze woorden leest, om deze ernstige en belangrijke beslissing te ne^ien. Moge deze generatie de gewichtigste stap, die de geschiedenis van de menschheid kent, doen. Moge zij aan hen, die na hen komen de onschatbare erfenis nalaten van een we reld, waaruit de barbaarschheid van den oor log is verbannen. Wij kunnen het doen wan neer al. degenen, die den oorlog haten, den moed hebben om te zeggen, dat zij geen oor log hebben willen. Ik vraag dringend aan alle mannen en vrouwen aan de belangrijke en „gewone" menschen, om nog vóór het bij eenkomen van de Ontwapeningsconferentie in Genève in Februari 1932, te verklaren, dat zij weigeren om in de toekomst welke oorlog of oorlogvoorbereiding ook, te ondersteunen. Ik vraag hun, om dit schriftelijk aan de regeering van hun land mede te deelen en aan hun besluit kracht bij te zetten, door mij in kennis te stellen van deze mededee- ling aan hunne regeering. Ik reken op duizenden antwoorden op de zen oproep. Ik vraag u, om ze mij toé té zenden aan het adres van de War Resisters International (W.R.I.) 11 Abbe Road, En- field, Middlesex, Engeland; en opdat deze actie een werkzaam resultaat kan hebben, heb ik mijn toestemming gegeven voor een „Einstein-Fonds" van de W.R.I. Bijdragen voor dat fonds kunnen gezonden worden aan de W.R.I." (w.g.) A. EINSTEIN. Tal van afgevaardigden hebben in de vol gende dagen het woord gevoerd: P a u 1 V i a 1, die onlangs door bemiddeling van de W.R.I. uit Cayenne is teruggekeerd, waar hij wegens oorlogsddienstweigering sinds den wereldoorlog (14 jaar) gevangen had gezeten gaf verslag van zijn wederwaar digheden en schetste de verschrikkelijke toe standen in het Fransche verbanningsoord. De vergadering hoorde zichtbaar bewogen deze mededeelingen aan. Aarne Selinheinno (Finland) gaf een verslag over de Baltische landen die door hun sterk militarisme een moeilijk arbeids terrein opleveren. Dr. K a 1 i s c h (Duitschland) gaf een ver slag over zijn reis in Scandinavië. Jaarlijks wordt het aantal dienstweigeraars grooter. Dit jaar bedroeg dit reeds 600. Tenslotte werd reeds rapport uitgebracht door vertegenwoordigers van: Mexico, Zwe den, Oostenrijk, Lithauen, Spanje, Zwitser land en Bulgarije. Pierre Ramus (Oostenrijk) deelde mede, dat de beweging van Gandhi grooten invloed oefent in Oostenrijk waar steeds meer zich zoowel tegen den oorlog als den burgerkrijg verzetten. Door de invoering van den dienst plicht met medewerking ook van de arbei derspartij is de strijd momenteel zeer moei lijk. B. Jensen (Denemarken gaf verslag van de ontwapeningsbeweging in Denemarken en de groeiende dienstweigeringsbeweging. Miss Dr. Volloce Hughen (Amerika) zei, dat de Amerikaansche arbeidersbeweging gedurende en na den oorlog de zaak van het anti-militairisme gesteund heeft. In de krin gen der jonge studenten en van de Christe lijke Jongen Vrouwen Vereeniging (Y.W.C-A.) groeit de anti-militairistische gedachte sterk. Vooral de actie der predikanten van welken 10.000 zich tegen medwerking aan eiken oor log hebben uitgesproken, is een factor van groote beteekenis. Sohrab (Perzië) sprak namens de Bahai- beweging die in Perzië de oorlogsbestrijding steunt. Mej. van der Plaats (Holland) bracht ver slag uit van den bond van religieuse Anar- cho-Communisten (B.RA..C.) Zij memoreer de de nieuw geformuleerde beginselverkla ring en sprak de hoop uit dat de W.R.I. in enge samenwerking met de arbeiders door directe actie tot afschaffing zal komen van den staat om daardoor een einde te maken aan de schande van den oorlog. Premysl Pitter (Tsecho-Slowakije) wees op de groote moeilijkheden in zijn land door de censur die uitgeoefend wordt op de publica ties der anti-militaristische beweging. A. Kurlandska (Polen) en Melanie Wam- berg (Hongarije) schetsten de groote moei lijkheden waarmede het vredeswerk in hun land te worstelen heeft. Ook een Russische afgevaardigde sprak in denzelfden geest. James Saunders (Nieuw-Zeeland) wees op het gevaar voor een vrijwilligers-leger-sys- teem, dat in zijn land was gekomen na den dienstplicht. Harold Bing (Engeland) gaf een verslag van de beweging in Roemenië waar deze in het beginstadium verkeert. De middagzitting werd geopend mét een verslag van Harold Bing (Engeland) over het internationale vredeswerk van de jeugd. Dit heeft vooral in Midden-Europa te kam pen met het fascisme en het communisme dat zich van de jeugd tracht meester te ma ken. Franz Rona (Oostenrijk) sprak over mili taristische dictatuur in Italië waar ruim 2 millioen jonge menschen (kinderen en meis jes) militair worden opgevoed. Maar ook in andere landen zuchten de volken onder den militairen dienstplicht. Louis Guéton (Frankrijk) de 83-jarige ve teraan voor de Fransche anti-militaristische beweging deed een beroep op de zedelijke idealen der menschheid die in alle omstan digheden geldig zijn. HET MOTORONGELUK TE LIMMEN. Omtrent het motorfietsongeluk te Limmen waarbij de motorfietsrijder is gedood wordt nader aan de N. R. Ct. gemeld: De toestand van het meisje, dat zwaar ge wond naar het St. Elisabeth-gesticht te Alk maar werd overgebracht, is nog steeds zeer ernstig. Het meisje is vrijwel voortdurend be wusteloos. Thans is bekend, dat zij is de 28- jarige Willy Reinaard, uit Den Haag, ver loofde van het slachtoffer, den heer Mellen- berg uit Den Haag. De vader van het slachtoffer, die te Val kenburg logeerde heeft bij het vernemen van het ongeluk een beroerte gekregen en is overleden. 30.000 KOMKOMMERS VERNIETIGD. Dezer dagen zijn op de Delftsche Groen- tenveiling, op één dag, 1600 kisten komkom mers, ongeveer 30.000 stuks, als zijnde on verkoopbaar, vernietigd. FEUILLETON. (Naar het Engelsch door J. v. d. SLUYS). Nadruk verboden. 29) Verilly stond op en stak de hand uit. „U bent een man, die duistere paden bewan delt, Morgan", zei hij ernstig. „Maar eerlijk, stipt eerlijk, dat weet ik. Als Judith mijn eigen kind was, zou ik misschien niet toe geven", hij aarzelde, en toen vroeg hij •abrupt: „Morgan, staat dat plan van u in verband met de afkomst van het kind?" „Voor een deel. Vroeg of laat moet ze de gaarheid hooren". „Wat is die waarheid?" „Dat kan ik u niet vertellen, voor de tijd gekomen is. Dus u belooft het mij?" De landeigenaar zuchtte. „Ja, ik beloof het u. Ik doe iets wat niet heelemoal te ver- dededigen is, opdat er goed uit moge voort komen voor het kind. Maar ik twijfel „Twijfel niet, Phineas! Ik heb, wat anderen ook van mijn karakter mogen zeggen, u nooit aanleiding gegeven om aan mij te twijfelen. Ik heb u geholpen en vraag u nu een weder dienst". „Maar ten koste van Judith's geluk!" „Om dat des te meer te verzekeren. Als u niet doet wat ik vrag, betwijfel ik sterk of Judith ooit met Ash ton zal trouwen". „U zult het verhinderen?" „Neen. Maar omstandigheden, die ik niet In de hand heb, zullen het verhinderen. Het publiek ziet alleen het tooneel, maar u, Phineas, krijgt in zekeren zin een kijkje achter de schermen. Vertrouw mij en alles zal in orde komen". Het resultaat van Pickering's aandringen was, dat de oude man toegaf, maar zeer tegen zijn zin, omdat hij er niet van hield in het duister rond te tasten. Toen hij weg was, wreef Morgan zich voldaan de handen. „Al weer een stap in de richting van de ontknooping!" praatte hij in zichzelf, „En wat voor een ontknooping! Ik ben benieuwd wat die lui in Br untie a zullen zeggen, als ze er achter komen hoe 'n groote schurk ik wel ben Eenige dagen later werd Lancelot Ashton, terwijl hij 's middags zat te werken op zijn kantoor in Clock Inn, verrast door het be zoek van niemand minder dan Ida Cashell. „Ik moet een ernstig onderhoud met u hebben, meneer Ashton", kondigde ze aan. „Dat kan", antwoordde hij met opgewekte beleefdheid. „Gaat u zitten". Hij schoof een stoel bij zijn bureau en de knappe gouvernante, die als steeds veel werk van haar uiterlijk en toilet had ge maakt, nam plaats. Ze speelde met den knop van haar paraplu en scheen ernstig na te denken, hoe ze het gesprek zou begin nen. Toen ze de oogen opsloeg, vroeg ze iets, wat Ashton wel allerminst verwacht had. „Meneer Pickering is u zeker wel buiten gewoon dankbaar, dat u hem vrij gekregen hebt?" vroeg ze abrupt. Lancelot verstrakte. „Ik heb hem niet meer gezien na zijn invrijheidstelling, dus ik zou het u niet kunnen zeggen", antwoordde hij koel. .Bovendien heeft hij meer reden om u dankbaar te zijn dan mij. Als u er niet was ge weest. „Zou hij veroordeeld zijn. Daar ben ik van overtuigd en achteraf spijt het mij, dat ik de dingen niet maar kalm hun loop heb laten nemen". Lancelot trok verbaasd de wenkbrauwen op. „Waarom?" „Omdat hij mij een belofte heeft gedaan, die hij niet gehouden heeft". „Wat bedoelt u?", vroeg de jonge advo caat gretig. Zijn belangstelling was ge wekt. „Wat ik bedoel is dit. Ik hielp meneer Pickering zijn onschuld bewijzen, op voor waarde dat hij Tanbuck Hall tegen een rede lijken prijs aan Sir Reginald Dove zou ver- koopen. Ik hield mijn belofte, maar hij heeft de zijne niet gehouden". Ashton leunde achterover in zijn bureau stoel en staarde de gouvernante onthutst aan. Hij herinnerde zich nu, dat er een ge rucht in Bruntlea geloopen had dat Picke ring, wanneer hij vrij zou komen, bereid was het buiten te verkoopen en hij had er na tuurlijk geen idee van, dat Wain op Morgan's verzoek dat bericht had verspreid. „Maar juffrouw Cashell", stamelde hij, „u wilt toch niet zeggen, dat u een onschuldige hielp, omdat u daarvoor een tegenprestatie hoopte te krijgen?" „Een onschuldige", spotte Ida. „Het zou wat „Wat bedoelt u in vredesnaam? Daxley heeft bekend „O ja", viel ze hem op onverschilligen toon ir. de rede. „hij heeft bekend, daar gaat niets van af. Maar heeft hij de waar heid bekend, dat is de vraag!" „Dat is iets wat u weten moet," ver klaarde Lancelot scherp. „Absoluut niet. Ik weet alleen, wat Daxley tegen mij gezegd heeft. Dat is later door Inspecteur Quill opgeschreven. Maar ik kan niet bewijzen, dat dat de waarheid is". „Twijfelt u daar dan aan?" „Wel, er doet een gerucht de ronde, dat meneer Pickering Daxley heeft omgekocht om de schuld op zich te nemen, op voor waarde dat hij voor Daxley's dochtertje zou zorgen. Ik weet, hoeveel de ongelukkige smid van het kind hield en hoe bang hij was, dat het onverzorgd zou achterblijven. Daarom is het niet onmogelijk, dat het gerucht juist is". Ashton haalde de schouders op. „Zelfs als dat zoo is, juffrouw Cashell, verandert dat niets meer aan de zaak. Naar ons Engelsch recht, kan iemand niet tweemaal voor het zelfde misdrijf terecht staan. Pickering is vrijgesproken en kan niet opnieuw in de beklaagdenbank worden gebracht". ,Dat verlang ik ook heelemaal niet, me neer Ashton. Het kan me geen zier schelen of Morgan Pickering schuldig is of onschul dig. Het gerucht kan ten slotte ook wel onjuist zijn. Misschien is Daxley op stuk van zaken inderdaad de schuldige". „Dat wil zeggen, wès", verbeterde Lan celot. „Hij is dood, nietwaar. En dat maakt het ook vrijwel onmogelijk om de waarheid van zijn bekentenis te toetsen". „Enfin, laten we de kwestie van zijn schuld of onschuld voorloopig buiten be schouwing laten", stelde Ida voor. „Waar het voor mij op aankomt is, dat meneer Pickering zijn belofte houdt en de Hall ver koopt „Aan Sir Reginald", vulde Ashton aan. ((Dat zei ik 'daarnet, maar toen sprak ik niet de volle waarheid, bekende Ida. „Ik wil dat Pickering het buiten verkoopt aan mij". Ashton keek verrast op. „Maar de prijs „O, ik heb geen geld", klonk het luch tig. „Ik ben maar een arme gouvernante. Maar ik wil dat Sir Reginald de Hall alleen maar kan koopen, zoo niet van mij, dan toch door mijn bemiddeling". Ze steunde haar ellebogen op het blad van zijn schrijf tafel en haar knap gezicht kreeg een ern stige uitdrukking. „Luister, meneer Ashton. Toen ik het gerucht hoorde, dat meneer Pickering bereid was het buiten te ver koopen, koesterde ik al argwaan ten opzichte van Daxley, op grond van een paar woorden die hij zich had laten ontvallen. Ik wist dat Sir Reginald er tuk op was om de Hall te koopen, evenals zijn vader het geweest was, omdat Lady Dove er haar zinnen op heeft gezet om op het buiten te wonen. Ik houd van Sir Reginald". Ze zweeg zedig en kreeg een kleur. „Zooals ik gehoord heb, houdt hij ook van' u", verzekerde Ashton hoffelijk. De kleur op juffrouw Cashell's gezicht ver diepte zich en haar blauwe oogen werden hard als staal. Er was iets dreigends en ge-i vaar lij ks in haar blik op dat oogenblik. „Hij hield van mij", zei ze scherp, „maar dat is nu niet aan de orde. Hoort u maar verder, meneer Ashton. Ik wist dat Lady Dove er heelemaal niet op gesteld is, dat ik met haar zoon trouw en ik dacht dat ze, wanneer ik erin slagen zou haar hartewensch. te vervullen dat ze de Hall kon koopen haar verzet zou laten varen en toestem ming tot ons huwelijk geven. Ik ging me neer Pickering in de gevangenis bezoeken en vertelde hem, dat ik geloofde zijn onschuld aan het licht te kunnen brengen en dat ik dat ook zou doen, als hij mij de Hall zou verkoopen, dat wil zeggen mij er een optie op geven, zoodat een ander er niet aan kon komen zonder mijn bewilliging. Begrijp!} u?" (Wordt vervolgd^ jgf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6