BINNENLAND Het Raadsel van Tanbuck Hall 8 fietsbanden] HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAC 8 AUGUSTUS 1931 DE SOMBERE TOESTAND ONZER INDUSTRIE. DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEN ARBEID ZEER PESSIMISTISCH. De Maasbode heeft een onderhoud gehad met den heer Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid, over den algemeenen toe stand van het oogenblik in onze nijverheid, Het volgende is er aan ontleend: Hoe ziet u den algemeenen toestand? Vroegen wij den heer Zaalberg. „Die is ellendig en geen sprankje licht! Gaat u maar na: de werf „Conrad" weg, Rijkée dicht, Burgerhout geen werk, de „Gusto" bijna uit, Wilton ontsloeg op groote schaal. Onze textiel-industrie ziet haar ex port vernietigd: zij leed in 1929 groote ver liezen op voorraden, maar nu is er een be drijfsverlies van duizenden guldens per week. Met onzen scheepsbouw, één van onze basis-industrieën, waarop ook de machine industrie rust, is het absoluut mis. Aardewerk? Pfft Glas? Een scherende handbeweging. Diamant? Zoo goed als weg". Aan kranige industrieelen danken we, dat in groote concerns Nederland wat mee te praten heeft, maar dit heeft ook nadeelen als die heeren gaan uitcijferen, waar ze het bedrijf het voordeeligst inkrimpen. Gelukkig houden we de kunstzijde te Ede (ik weet ten minste niet beter), nu Milaan gesloten wordt, maar de Unilever zet maar even, wegens concentratie, zes zeepfabrie ken stop: te Gouda, Zutphen, Meppel, Den Dolder, Leiden. Het is héél erg. En ziet u dan onze reederijen eens; alleen de Indische lijnen houden het uit. En daar komt de klap tegen onzen kolen- export nog bij". Waar ziet u de zwakste plekken in ons land? „Het Noorden is heelemaal nul, maar dat is vooral landbouw. Twente wankelt. Bra bant, waar we haast nooit werkloosheid hadden, ziet er nu talloozen in de werkver schaffing. Alleen Helmond heeft er duizend. In Eindhoven merkt men niet zooveel, want Philips ontsloeg vooral ongehuwden en vreemdelingen, die teruggaan naar hun oude woonplaatsen". „Maastricht met zijn glas- en aardewerk is heel somber. En daarbij vooral de werk loosheid op het platteland. De werven voor den bouw van zeeschepen hebben bijna niets te doen. En geen werk in het vooruitzicht. Hier kan de toekomst beteren. Dit is niet het geval voor den bin- 1 nenscheepsbouw. Deze wordt niet beter: na tuurlijk gevolg van de wijziging der tech niek. In het schippersbedrijf wordt zwarte honger geleden". De oorzaken? „Er zijn er tweehonderd, behalve de oor log, die van alles de schuld is. Sommigen zoeken het alleen in den landbouw. Hier zijn de bronnen verplaatst. Wij brengen on ze bloemen naar Nice en op de Zwitsersche Alpen, maar moeten op de Londensche markt concurreeren met de Australische boter". Verandering van handelspolitiek? „Ons land is het allerkwetsbaarst. Wij moeten het van in- en uitvoer hebben". Een tolunie met Duitschland? „Dit waffe fataal, want onze weg gaat ook over zee". En een tolunie met België? „Zou niets dan voordeel zijn. We hebben zooveel overeenkomst". Men zegt, dat u, de „roode" Directeur, heil ziet in verlichting der sociale lasten. Is dat zoo? „Ik ben altijd Öe hardste propagandist geweest voor een goede sociale wetgeving, maar bovenaan staat de noodzaak om te leven. Wij zijn zoo diep in den put, dat alles helpt. Alle kleine beetjes heipén to be or not to be. Wat nog werkt, werkt meestal met verlies of met kleine winst. ITet is een wedstrijd van uitgemergelde menschen. Men fluistert, dat op de Rijksbegroo- ting ruim vijftig millioen tekort geraamd .wordt. „Zou mij niets verwonderenHet Rijk heeft ook nog veel te weinig over de ge- meentefinanciën te zeggen. 250.000 werkloozenl En er zullen er veel meer komen. Berekent u dat eens. Wij moe ten voor een groot deel mede door Indië bestaan, Dus u wilt toch loonsverlaging? „Wij leven op' zeer hoog peil. In geen land worden liooger eischen gesteld aan wo ning, kleeding en voeding. Nu de groothan- delsprijzen zijn gedaald, de vraag naar tal van waren desondanks gering blijft, is de waarde van den arbeid verminderd. Dit feit negeeren maakt DTederlandschen arbeid (via het product) onverkoopbaar. Wij moeten helaas! naar een lager niveau. Het is moei lijk, maar de werkloosheid is een veel en veel grooter kwaad dan alle andere ver slechting op sociaal terrein. Ik ban liever de werkloosheid uit dan dat heel Twente drie of vier dagen per week werkt. Men derft daar tot 30 pCt. van het loon. Wie zal dan nog over 10 pCt. loonsverlaging klagen?" FEUILLETON. (Naar het Engelscfa. door J. v. d. SLUYS). Nadruk verboden. 3i) „Misschien! Maar vergeet niet, dat als de familie Dove niet op mijn bemiddeling is aangewezen om Tanbuck Hall in handen te krijgen, Reginald's moeder nooit haar toe stemming tol mijn huwelijk met hem zal geven. Dus. als u mij niet helpt om die zaak met Pickering in orde te krijgen, eal ik weinig kunnen doen om Reginald in bedwang te houden. U moet het nu maar zelf weten!" „Geef mij drie dagen bedenktijd", vroeg Ashton, nadat hij enkele minuten, waarin hij rusteloos zijn kantoor op en neer liep, liad nagedacht. .„Vier en twintig uur, dat is het uiterste wat ik u geven kan. Adieu, meneer Ashton 'Morgenmiddag kom ik om uw beslissing te hoören". En vóór de advocaat de deur voor haar had kunnen openen, had ze de kamer al veriaten. Hij kreunde, maar diep in zijn hart ge loofde hij niet, dat ze de waarheid had ge sproken. HOOFDSTUK XII. Op dc hofstede. Na het bezoek van juffrouw Cashell bleef Lancelot langen tijd in gepeins verzonken. Hij kon niet tot de overtuiging komen dat DE BEHANDELING VAN DR. BENDIEN IN NEDERLAND. DRIE HOLLANDSCHE GELEERDEN PROTESTEEREN. Dr. P. N. van Eyck, prof. dr. P. Geïjl en dr. G. J. Renier schrijven uit Londen aan de N.R.Ct.: Wij twijfelen er niet aan, of nog vóór ons schrijven uit Londen u bereiken kan, zult gij reeds protesten van in het eigen land wonende Nederlanders ontvangen hebben tegen den toon, waarop dr. De Bruine Groe- nevelt gemeend heeft dr. Bendien de be schikking over het laboratorium van de af- deeling kankeronderzoek van het Instituut van Praeventieve Geneeskunde voor een de monstratie aan te bieden. Wij hopen het althans. Het wordt hoog tijd, dat den officieelen heerschappen van het Nederlandsche kankeronderzoek aan het verstand gebracht worde, dat zij zich door voortgezette hooghartigheid tegenover dr. Bendien enkel belachelijk maken kunnen. Dit wordt tijd, vooral omdat de goede naam van ons land er mee gemoeid is. Leeken bemoeien zich te zeer met deze zaken naar den smaak van onze gepaten teerde onderzoekers! En dezen hebben den treurigen moed om dien trouwen en toege- w ij den man uit Zeist daar een verwijt van te maken. Waarlijk, het is zijn keus niet ge weest, dat de Daily Express haar geweldige publiciteitsmachine voor hem aan het werk heeft gezet en men geloove ook niet, dat wij drie ondergeteekenden daar diep van onder den indruk geweest zijn; daarvoor kennen wij alle drie het onverantwoordelijk karak ter van die pers te goed. Ook begrijpen wij levendig, dat de offi- cieele onderzoekorganisaties wat huiverig staan tegenover de aanspraken van een eenzamen werker. Het is niettemin een feit, dat de British CancerResearch Campaign, die in het algemeen te genover nieuwigheden van buitenstaondrs waarlijk niet minder voorzichtig pleegt op te treden dan de Ne derlandsche overeenkomstige lichamen, dit maal onze menschen te vlug af is geweest. Want waar het op aankomt is dat het nu om de leeken, om de sensatiepers, heel niet meer gaat. Het zijn de Engelsche officieele onderzoekleiders, die dr. Bendiens vinding omtrent de kanker-diagnose de moeite van een onderzoek waard gekeurd hebben en die hem thans ten zéerste au sérieux nemen. Vanwaar dus in het schrijven van den heer De Bruine Groeneveldit die kwetsende op merking over de leeken en hun overdreven belangstelling? Is het om een positie-veran dering te dekken? Wij hopen, dat de Ne derlandsche openbare meening hem en de zijnen te verstaan zal geven, dat zij minder aan hun eigen figuur behooren te denken en dat zij tegenover dr. Bendien iets goed te maken hebben. Wij weten niet, of dr. Bendien het aanbod waarin men laat doorschemeren dat hij een lastig man is, dié zich liever aan zijn dorps- praktijk houden moest in plaats van de officieele mannen van de eer van een effec tieve kankerbestrijding te berooven, zal aan nemen. Maar wij willen ons publiek en onze overheden waarschunwen, dat het eind van het lied wel eens zou kunnen zijn, dat dr. Bendien straks naar Engeland gelokt werd om zijn onderzoekingen in een blijkbaar met minder bureaucratisch vooroordeel be hepte omgeving voort te zetten. Als hij dan verdere resultaten bereikte, wat na het ge weldig belangrijke van zijn diagnose methode moeilijk onmogelijk genoemd kan worden, dan zou daarmee aan de eer van ons land als kweekplaats van wetenschappe- lenke vinding een slag toegebracht zijn. VIJFHONDERD ZEEHONDEN AAN DE GRONINGSCHE KUST. Bij den gemeentelijken havenmeester te Zoutkamp (Gron.) zijn, volgens de N.R.Ct., in dit jaar reeds meer dan 500 zeehonden aangebracht. Het rijk vergoedt f 3 per exem plaar. De cadavers van de zeehonden worden voor traanbereiding gebruikt. Morgan schuldig was; de gelschieter was veel te sluw om zich in de kaart te laten kijken, als hij den moord inderdaad gepleegd had. In geen geval was Lancelot van plan om de belangen van de gouvernante te gaan bepleiten; het was hem nu eenmaal on mogelijk om met zijn ouden vijand in de zelfde kamer te zijn. Tenslotte kon het hem geen steek schelen of Ida Cashell met Sir Reginald zou trouwen of niet. In ieder geval zou dit heerschap niet het minste succes hebben met zijn toenaderingspogingen ten opzichte van Judith. Ze hield immers met hart en ziel van hém! Maar aan den an deren kant, bedacht de jongeman, als haar vader er maar steeds op bleef aandringen, dat zij met den rijken Reginald zou trouwen misschien zou zij dan tenslotte toch eindigen met toe te geven. Ashton balde zijn vuisten bij de gedachte aan het verdriet dat het meisje moest hebben. Hij besloot denzelfden avond nog naar de hofstede te gaan. Toen hij na het eten per fiets op de hof stede aankwam, wachtte hem een teleur stelling. Verily was thuj^, maar Judith was met haar moeder op burenbezoek en zou pas later op den avond" thuiskomen. Hij had nu echter een mooie gelegenheid om vrijuit met haar vader te praten. „Ik ben blij dat ik u alleen tref", begon hij dan ook, nadat hij Verily begroet en zijn overjas had uitgetrokken, „ik heb war met u te bespreken". „Ga zitten, jongeman", antwoordde de landeigenaar hartelijk en hij keek met wel gevallen naar de stevïg-gebouwde figuur va nden jongen advocaat. „Steek je pijp op, hier is tabak". Ashton, die zijn gastheer stil gadesloeg, merkte op, dat de uitdrukking van Phineas gezicht niet zoo vredig was als anders. Er INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 C£s. per regel HchtloopencL VREEMD NATUUR VERSCHIJNSEL. VUURBALLEN IN HUIS. Donderdagmiddag sloeg de bliksem in het buitengoed van den heer Vervoert te Mierlo. Een groote vuurbal kwam door een open staande deur de villa binnen en verdeelde zich daar in verschillende kleinere ballen, welke o.a. in de keuken langs de voeten van den chauffeur en de dienstbode vlogen, zon der deze te treffen meldt de Msb. Vervolgens verdwenen ze achter elkaar door een schoor steen naar buiten. Er werd nergens eenige schade aangericht. MOORDENAAR TE NIJMEGEN ONTOEREKENBAAR. HIJ BEDRONK ZICH VOORTDUREND. Over den moord op een groente- en fruit koopman op de markt te Nijmegen ver neemt het Hbld. nog, dat uit het onderzoek bleek, dat de dader, die een gespensionneerd Indisch militair is, geruimen tijd met zijn slachtoffer heeft samengewoond in een logement aan de Grootestraat. De verstandhouding tusschen de beide mannen liet niets te wenschen, maar de grondwerker bedronk zich van tijd tot tijd en was dan min of meer ontoereken baar. Ook thans verkeerde hij in een derge lijke periode, zoodat verondersteld wordt, dat hij de daad in een vlaag van verstand verbijstering heeft gepleegd. Reeds eenige malen is hij wegens ontoerekenbaarheid in een inrichting verpleegd, maar men heeft nimmer vermoed, dat hij een gevaarlijke krankzinnige was. Het lijk van het slachtoffer is in beslag genomen. BOERDERIJ EN DRIE WONINGEN VERBRAND. BRABANTSCH GEHUCHT GETEISTERD. Door broeiing van den nieuwen koren- en hooioogst ontsond Donderdagmorgen te om streeks 2 uur brand in de schuur van den landbouwer van Tuyn op het Ven te Strijp bij Eindhoven. De boerderij brandde geheel uit. De brandweer kon niet verhinderen, dat drie nabij de boerderij gelegen woningen, bewoond door de gezinnen A. Kolsters, L. Braat en Th. van den Oetelaar, welke ten gevolge van overslaande vonken eveneens vlam vatten, geheel in de vlammen opgingen. De bewoners konden zich redden. Van de in boedel zoowel van de boerderij als de 3 woningen kon niets gered worden. Twee geiten en een trekhond kwamen in het vuur om. De oogst verbrandde geheel. In de boerderij van den landbouwer van Tuyn, die tevens- kassier is van de Coöpe ratieve Boerenleenbank voor Strijp, bevond zich een brandkast, welke hedenmorgen on beschadigd uit het. puin werd gehaaid. Zoo wel de boerderij als de drie woningen waren slechts laag verzekerd. Te omstreeks zes uur 's morgens kon de. brandweer inrukken, en bleef slechts een wacht achter om de puin- hoopen nat te houden. BEDWELMD DOOR GASSEN VAN EEN SCHUURMACHINE. Twee arbeiders van de firma David te Deventer zijn, toen zij bezig waren met het leggen van een vloer in den kelder van An- kersmit's katoenfabrieken, door gassen, welke door een soort schuurmachine werden ontwikkeld, bedwelmd geraakt, meldt de N.R.Ct. Zij werden naar het St.-Joris-gast- huis vervoerd, waar een van hen spoedig bij kwam. De andere,, Kroese genaamd, werd met behulp van een zuurstof-apparaat van den dood gered. waren rimpels op zijn voorhoofd en er lag iets rusteloos in den blik van zijn oog-en. „U ziet er betrokken uit, meneer Verily", kon Lancelot niet nalaten -te zeggen. De eigenaar van de hofstede knikte. „De wereld is vol zorg", zei hij met een zucht „Wat is de zorg die u kwelt, als het niet onbescheiden is, daarnaar te vragen?" „Ik begrijp je niet, Nancelot". Ashton sloeg zijn been-en over elkaar en hield zijn oo-gen onafgewend op Phineas' gezicht gericht. „Laat ik het dan anders zeggen. Judith is den laatsten tijd erg verdrietig. Ze scheide onlangs zelfs. Zij wil mij de reden niet zeg gen, daarom ben ik blij, zooals ik daarnet al zei, dat ik nu gelegenheid heb om eens rustig met u té praten en u te vragen „Waarom vraag je het haar zelf niet?" „Zij wil het mij niet vertellen", verklaarde Lancelot droog. „Maar laat ik trachten mijn bedoeling op een andere manier duidelijk te maken. Ik begin aardig praktijk te krijgen. Zoudt u bezwaar hebben als Judith en ik trouwden?" „Je hebt nog geen vast inkomen", ant woordde Phineas, kennelijk niet op zijn ge mak. „Hm. Ik dacht het wel". „Wat dacht je wél?" Verily schepte wat kolen op den haard. „Dat u bezwaren zoudt maken". „Waarom dacht je dat ik bezwaren zou maken?" „Omdat u Judith niet met mij wilt laten trouwen!" Lancelot ging nu recht op het doel af. „Waarom zeg je dat en wie heeft je dat wijs gemaakt?" „Ida Cashell". „De gouvernante bij de familie Dove?" Ashton knikte. U weet misschien niet dat GEVOLG VAN HET VLIEG ONGELUK OP WAALHAVEN. DE MECANICIEli !N HET ZIEKENHUIS OPGENOMEN. Naar het Volk verneemt is de heer Van Vrijberghe de Coningh de chef-mecanicien der K. L. M., die Dinsdagmiddag geblesseerd werd bij het vlieg-ongeluk op Waalhaven, in het Wilhelmina-gasthuis te Amsterdam ter verpleging opgenomen. Hij heeft een kaakfractuur en een lichte hersenschudding en moet derhalve rust houden. Zijn- toestand geeft echter geen reden tot ongerustheid. LICHAMELIJK LETSEL DOOR SCHULD. EEN BELANGRIJKE PRINCIPIëELE BESLISSING. Op 5 Juli 1931, had op den Benoordenhout- scheweg te 's-Gravenhage een ernstige aan rijding plaats tusschen een tweewielig en een vierwielig motorrijtuig. De 20-jarige student Van D., die het motorrijwiel bereed, geraakte daarbij zoodanig gewond, dat hij in een zie kenhuis moest worden opgenomen naar wij in de Tel. lezen. Dezer dagen diende de zaak voor den kan tonrechter, mr, Varenkamp. Als verdachte stond terecht de bestuurder van den auto, en wel ter za-ke overtreding van art. 22 der Mo tor- en Rijwielwet, het rijden op zoodanige wijze, dat deveiligheid van het verkeer wordt in gevaar gebracht. Hij werd bijgestaan door mr. dr. P. A. Roeper Bosch, advocaat te Den Haag. Nadat er drie getuigen waren gehoord, en het O. M., waargenomen door mr. Gijsen, verdachte's veroordeeling had gevorderd tot een geldboete van f 20 of 10 dagen, betoogde de raadsman van verdachte de onbevoegd heid van den kantonrechter, om van het ten laste gelegde feit kennis te nemen. Waar hier is komen vast te staan, aldus pl., dat er schuld aanwezig is en er lichamelijk letsel is toegebracht, had verdachte, ofschoon het ten laste gelegde feit een overtreding van art. 22 der Motor- en Rijwielwet oplevert, voor art. 308 van het Wetboek van Strafrecht te recht moeten staan. Art. 55 van dat Wetboek, betoogde pl. ver der, bepaalt, dat, in geval van samenloop van strafbare feiten, die strafbepaling moet worden toegepast, waarop de zwaarste hoofd straf is gesteld. Die zwaarste hoofdstraf geeft art. 308 van het Strafwetboek, dus had verdachte wegens dit misdrijf gedagvaard moeten worden voor de Arr. Rechtbank, door welke, volgens onze Wet op de rechterlijke organisatie, dergelijke feiten moeten worden beslist. De kantonrechter heeft zich thans bij schriftelijk vonnis .onbevoegd verklaard, om van het tenlaste gelegde feit kennis te ne men, op de gronden, door den raadsman aangevoerd. Dit is een belangrijke principieele beslis sing waarvan, mocht zij gehandhaafd blijven, een verschuiving van dergelijke zaken naar de Arrondissements-Rechtbank het gevolg zal zijn. UIT DE PERS. Gevaren voor een bestendige wereldvrede. Naar aanleiding van een tweetal artikelen, waarin de schrijvers zich pessimistisch ten aanzien van het petitionnement van de Ned.. Dagbladpers hadden uitgelaten, schrijft het EindhovenschDagblad o.m. het vol gende: De neiging tot zwaarwichtig gefilosofeer en traagheid om in beweging te komen die uit beide artikelen spreken, zijn specifiek Hollandsche eigenschappen en zij hebben ook deze vredesactie op de gebruikelijke wijze gehandicapt. Wel beschouwd mag men er zich over ver wonderen, dat zij het niet in nog meerdere mate hebben gedaan. Want wij zijn en terecht doordrongen van onze vredelie vendheid, onzen anti-militairistischen geest ons evenwicht in chauvinistische en natio- natistische aspiraties om niet van een tekort in dit opzicht te spreken en de kleinheid van ons land in verhouding tot de omliggende naties, waaruit we, maar nu ge heel ten onrechte, ook besluiten tot de ge ringheid van onzen invloed in het groote we reldgebeuren en dus ook van petitionnemen ten als 't onderhavige en dit alles is meer dan voldoende om over ons zelf tevreden te. zijn en niet uit onze slof te schieten. Nu is het volkomen juist, dat, wanneer t brute geweld en de macht van het getal in de weegschaal der volkeren worden gewor pen om te beslissen over hun toekomst, Ne derlands militaire macht een factor van zeer bijkomstige beteekenis is, doch wij beleven, God zij dank, een tijd, dat het gezonde ver- er over gesproken wordt, dat Sir Reginald Judith probeert te winnen". „Jawel, maar niet dat hij met haar trouwen zal". Juffrouw Cashell heeft mij verzekerd dat dat wel zal gebeuren. Ik heb gehoord dat Sir Reginald na het ongeluk hier een ge regelde bezoeker is". Het was een poosje stil in de kamer, toen zei de landeigenaar langzaam en aarzelend: „Het is waar, Lancelot dat Dove Judith's gezelschap zoekt, maar hij heeft er mij niet over gesproken dat hij haar tot zijn vrouw wil nemen". Ashton haalde de schouders op. „Och! Dat komt immers nog, dat weet u zelf ook wel. U moedigt hem natuurlijk aan, waarschijnlijk omdat u vindt dat het meisje beter met een rijken man kan trouwen Vindt u dat eerlijk, meneer Verily, terwijl Judith met mij zoo goed als verloofd is?' Phineas wilde een verontwaardigd ant woord geven, maar hij was zich voldoen de bewust dat hij niet eerlijk tegenover de jongelui stond, om te begrijpen dat een vertoon van verontwaardiging misplaatst was: „Je moet mij hierover verder niets vragen, Lancelot", zei hij kalm, „je kunt beter je licht 'opsteken bij Morgan Picke ring". Lancelot sprong woedend van zijn stoel op. „Morgan Pickering" viel hij uit, „en wat heeft die schurk met de verhoudi ng tusschen Judith en mij te maken?" „Bedaar wat, jongen, bedaar, wees niet zoo ontstuimig", trachtte Verily hem te kal- meeren. „U hebt goed praten van kalm zijn", hijg de de jongeman woedend. „U handelt ge- meen tegenover Judith en mij, valsch en achterbaks!" Verily, liet de begrijpelijke uitbarsting van stand bij de regeling der onderlinge verhou ding der naties een krachtiger woord mee spreekt dan het sabelgekletter, waarmee vroeger maar al te graag aan gewichtige in- ternationale conferenties een vreesaanja gende klank werd gegeven. De groote wereldoorlog heeft dit tenmin ste geleerd, dat de moderne krijg even nood lottig is voor overwinnaars als overwonnenen en dat men dit tweesnijdend zwaard in de toekomst minder roekeloos uit de scheede zal rukken dan in 1914 het geyal is geweest, is met meer zekerheid dan ooit te verwachten. Desondanks blijven er altijd nog gevaarlijke, heimelijke en openlijke krachten aan het werk, die een bestendige bedreiging vormen voor den wereldvrede. Daarom is 't noodzakelijk, dat tegen het heilloos drijven van hyper-nationalistische een militairistische stroomingen 'n bedijking opgeworpen wordt vóór het te laat is. Tegen over het rumoerig geschreeuw dezer gevaar lijke elementen, die altijd een minderheid vormen, moet dus weerklinken de stem van een eendrachtigen volkswil, die voor gezond verstand en overleg den voorrang eischt bo ven het roekeloos drijven tot gewapende conflicten. Hoe juist heeft de Duitsche regeering met de krachtige figuur van Bruening aan het hoofd, haar taak begrepen. Al mogen zijn pogingen niet bekroond zijn door 't succes, dat er van te hopen was voor Duitschlands benarde positie, hij heeft stel lig tastbaarder resultaten bereikt, dan wan neer nationalistische heethoofden de leiding der zaken aan zich getrokken hadden. NIEUWS UIT INDIE. BANKIERSFIRMA VRAAGT SURSéANCE AAN. KLEINE MIDDENSTAND GETROFFEN. De firma Van Heusden en Mees te Bata- via heeft, naar Aneta meldt, surséance van betaling aangevraagd. Het bericht daarover kwam volkomen onverwacht en een talrijke opgeschrikte menigte verzamelde zich voor de kantoren te Batavia en Weltevreden van genoemde firma. Vele kleine spaarders zijn bij de firma betrokken, zoodat het gebeurde in zeer wijden kring onrust en verslagenheid teweeg bracht. Ofschoon het bedrijf slechts een locaal karakter draagt, maakte de mede- deeling van de staking der betaling ook el ders een diepen indruk, uit vrees mede voor ernstiger gevolgen in dezen tijd, nu alles op losse schroeven schijnt te staan. De effectenclearing liep over de firma Van Heusden en Mees, zoodat geen effecten kon den worden geleverd of ontvangen. Inmid dels is dit gedeelte van de werkzaamheden van de firma Van Heusden en Mees overge nomen door de Ned.Ind. Handelsbank. Ongeveer zestig procent van de passiva' zouden direct gedekt zijn. De betrokkenen zijn meerendeels de kleinere Europeesche en Chineesche middenstand, terwijl ook vele Arabische huiseigenaren, waaronder enkele groote huisbezitters bij het gebeurde belang hebben. De firma had een vrij groote huizenadministratie, verstrekte hypotheken en in de huren. De effectenmakelaars zullen geen groote verliezen lijden, aangezien de meeste posten dagelijks verrekend werden. Op de algemeene situatie zal het gebeurde weinig invloed hebben, tenzij de crediteu-, ren straffe maatregelen nemen. Het bij deze! betalïngssurseance betrokken bedrag wordt op ruim twee millioen geschat. Over de oorzaak der debacle doen ver schillende geruchten de ronde. Het „Bat. Nieuwsblad" hoorde zeggen, dat de firma ernstige verliezen heeft geleden met specu latie in Amerikaansche fondsen, terwijl an deren de oorzaak zoeken in de omstandig heid, dat de firma door een of meer debiteu ren in den steek werd gelaten. (Reeds in een deel van een vorige oplaag opgenomen) GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.. Terug te bekomen bijKramer, A. L. Dyse- rinckstraat 8, cape; v. Zwieten, Buskeri Huetstraat 28, duif, v. Rhijn, Potgieterstraat 56, vogel; Kennel Fauna, Parklaan 119, kat (gebr. door Smit, Ripperdapark 29)idem, idem, kat (gebr. cjnor Drogtrop, Korte Be gijnestraat 21); id'efn, idem, kat (gebr. door; Terhorst, De Clercqstraat 89); G. Uitenbo- gaard, Rollandstraat 86, nijptang en Engel sche sleutel; A. Hos, Lange Heereiwest 132, overhemd, boord en das; v. d. Haak, Oost- vest 72, portemonnaie m. i.; B. Kriek, Roos- veldstraat 12, pet; Bureau van politie, Sme- destraat, portemonnaie; G. A. v. Weerde, Spaarne 41 rd, sleutels aan ring; G. Kruger, Barrevoeteslraat 14, schoenen; Kokmeier, Zwaluwstraat 21, vischnet m. i.; J. H. ten Bokkel Huinink, Berkenrodestraat 27, zweep; Bureau van politie, Smedestraat, rijwiel plaatje; C. Hak, Graaf Willemstraat 40, rijwielplaatje. toorn rustig over zich heen gaan. „Luister, Lancelot", zei hij op vriendelijk- sussenden toon, „je bent te haastig met je oordeel, als je mij van gemeenheid en valsch- heid beschuldigt. Laat ik trachten je mijn handelwijze begrijpelijk te maken. Ik weet inderdaad dat Reginald Dove groote bewon dering heeft voor Judith en dat hij haar ge regeld komt opzoeken. Ik wilde maatregelen nemen om daar een einde aan te maken, maar Morgan Pickering verzocht mij den jongen Dove aan te moedigen. Ik ben Mor gan veel verschuldigd en hij heeft mij na drukkelijk verzekerd dat hij alleen haar best wil op het oog heeft. Daarom heb ik er in toegestemd te doen, wat hij mij vroeg. Ja", eindigde Phineas, terwijl hij langzaam opstond, „om eerlijk tegenover je te zijn, ik heb Judith zelfs aangeraden om aan Mor gan's wensch te voldoen en met Dove te trouwen". „Ik moet zeggen dat u wel het geluk van uw dochter voor oogen houdt", viel Ashton minachtend uit. „Dat doet ik inderdaad, en ik zeg je nog maals, Pickering heeft mij duidelijk gemaakt dat het voor haar bestwil is". „Maar welk recht heeft die man in 's he- melsnaam „Lancelot, ik kan je verder niets zeggen", viel Verily hem haastig in de rede. „Maar je kunt mij op mijn woord gelooven als ik zeg, dat Pickering meer recht heeft om zich Judith's belangen aan te trekken dan ik". „Waarom toch", vroeg Lancelot drin gend. „Vraag het haar zelf, daar komt zé juist". (Wordt vervolgd.). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. A.DRIESSEN tSTeu bizondere.vullingen. J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6