BINNENLAND
Helder waschgoed. Billijke prijzen.
Het Raadsel van Tanbuck Hall
NIEUWS UIT INDIE.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1931
EEN GIRO-STORTING VAN NUL
KOMMA NUL.
BETAALD MOEST ZIJ WORDEN.
De Schager Courant vertelt:
Een inwoner van Schagen had een tele
foon, welke dezer dagen is opgeheven. Van
de directie van de Rijkstelefoon ontving hij
een laatste nota van 5 cent, zegge vijf cenit
voor gehouden en nog te betalen locale ge
sprekken.
Maartevens was er nog een aftrek
post op de nota voor korting op locale ge-
sprekkosten van 5 cent, zegge vijf cent. De
man was dus, de nota wees het duidelijk
uit, nul cent, zegge nul cenit schuldig. Niet
temin werd den ex-abonné op de ommezijde
der nota medegedeeld dat hij dit bedTag
van nul cent per postcheque en girodienst
moest storten vóór 10 Augustus 1931 ten
postkantore te Schagen. Wanneer dit bedrag
voor dien dag niet was betaald, zou de be
trokkene 10 cent inningskosten verschuldigd
zijn. Invordering zou geschieden ten huize
door aanbieding van een stortingsformulier
Bij nietbetaling bestond den eersten werkdag
volgende op dien van aanbieding nog gele
genheid voor storting ten postkantore. Daar
na zou een bedrag van f 0.35 inningskosten
verschuldigd zijn en een tweede en laatste
aanbieding aan huis volgen.
De aangeschrevene achtte het maar het
best, om naar het postkantoor te gaan en
zijn verschuldigd bedrag van nul cent te
storten. Hij werd heel serieus ontvangen,
stortte het bewuste bedrag van nul cent en
ontving daarvoor een deftig bewijs van stor
ting. Als curiositeit toonde men de redactie
dit toewijs van f 0.00.
KINDEREN MET BED EN AL IN
DE BLEEK.
AUTO KOMT EEN HUIS BINNEN.
De heer Boukes te Lutjebroek schrikte
Maandag nacht door een hevigen slag uit
zijn slaap op, lezen wij in het Vad. Het bleek
dat een groote auto, waarin drie personen
uit Enkhuizen zaten, die van de Hoornsche
kermis kwamen en die in snelle vaart moet
hebben gereden, tegen zijn woning was aan
gekomen en daarvan een groot stuk van de
voor- en zijgevel had weggeslagen, terwijl
zijn twee kinderen, die aldaar in een bed
stede lagen, met bed en al in de bleek waren
terechtgekomen. De inzittenden hadden zoo
goed als geen letsel bekomen. De auto was
slechts weinig beschadigd.
RAAD VAN BEROEP VOOR
BOLLENUITVOER.
INGESTELD BIJ MINISTERIEELE
BESCHIKKING.
In aansluiting op het Koninklijk Besluit
Van 5 Augustus 1931 (Staatsblad 360), tot
toepassing van art. 8 der landbouwuitvoerweit
1929, mét betrekking tot bloembollen, is bij
ministerieele beschikking een raad van be
roep ingesteld, waarin zijn benoemd: tot
voorzitter, tevens lid, Ernst H. Krelage, te
Haarlem: tot plaatsvervangend lid: H. van
Zonneveld te Sassenheim; tot leden: prof. dr.
E. van Slogteren te Lisse; ir. A. Jonkheer
te Hillegom; J. van Leeuwen Lzn., te Sassen
heim; A. G. v. d. SChoot Jr., te Hillegom;
J. M. van Til te Lisse en K. Velthuys te
Hillegom; en tot plaatsvervangende leden:
dr. J. J. Beyer te Lisse; H. J. Aremthorst
en Ant. Bergman te Sassenheim, Th. M. Hoog
te Haarlem en W. A. Philippo en L. van Til
Lzn., beiden te Hillegom.
Aan dezen raad van beroep is toegevoegd
als secretaris: H. J. Voors, Leidschevaart 8,
ie Haarlem.
NEDERLANDER IN BELGIë VERONGELUKT
Te Woestwezel In België is Adr. Konings
uit St. Willebrord, gemeente Rucphen, met
een vrachtauto tegen een boom langs den
weg gereden. Hij werd zoodanig gewond, dat
hij spoedig, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, overleed. Een andere inzittende M.
Maas, eveneens van St. Willebrord afkom
stig, werd uit de cabine geslingerd en be
kwam slechts lichte verwondingen.
K. laat een vrouw en twee kinderen ach
ter.
EEN NIEUWE TOLBOOM BIJ
OVERSCHIE.
GEEN GOED TEEKEN.
Vorige week heeft de gemeente Rotter
dam aan den tol op den weg naar Den
Haag (nabij Overschie) een nieuwen tol
boom geplaatst, welke door den tolwachter
vlak voor zijn wachthuis kan worden ge
opend. Het geheel ziet er onberispelijk uit,
doch is helaas een der beste bewijzen aldus
het Vad., dat onze grootste havenstad nog
immer niet tot het besef kan komen, dat
tollen mlddeleeeuwsche instellingen zijn.
EEN KOSTELOOS RIJWIEL
PLAATJE VOOR WERKLOOZEN
VAN GEMEENTEWEGE VERSTREKT MET
RIJKSSUBSIDIE.
Het bestuur van het N.V.V. schrijft aan
het Volk, dat bepaald is, dat arbeiders
die op 1 Augustus j.l. liepen in een steun
regeling, goedgekeurd door den minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, dan
wel op dien datum geplaatst waren bij een
van rijkswege gesubsidieerde werkverschaf
fing wanneer na onderzoek door B. en W.
blijkt, dat de betrokken arbeiders in den
regel gebruik maken van een rijwiel van
overheidswege een belastingplaatje kunnen
krijgen, waarvoor de gemeente van rijkswege
een evenredige subsidie ontvangen.
Arbeiders, die dus werkloos waren vóór 1
Augustus en weer voor dien datum werk
heben gevonden, of die na 1 Augustus werk
loos worden, vallen niet onder de regeling.
Het bestuur van het N. V. V. heeft Dins
dag den minister van arbeid een telegram
gestuurd, waarin het verzoekt, de regeling
ook van toepassing te doen zijn op werkloo-
zen, die hun uitkeering uit werklozenkas
sen ontvangen.
Aan een ministerieele circulaire, waarin'
de gemeentebesturen van den maatregel in
kennis gesteld worden, voegt de minister
toe, dat geval voor geval moet worden na
gegaan, of beschikbaarstelling van een
merk wensehelijk en toelaatbaar is. On dei-
geen beding dient een bedrag in geld te
worden beschikbaar gesteld, noch het merk
te worden uitgereikt aan hen, die na 1
dezer in de steunregeling worden opgeno
men, dan wel bij de werkverschaffing wor
den geplaatst.
HOLLANDSCHE SPORTVLIEGER
VASTGEHOUDEN.
WEER MOEIJLIJKHEDEN IN FRANKRIJK.
De Gronlngsche sportvlieger H. Stoll, die
Zaterdag op zijn vlucht van Stuttgart naar
het vliegveld Eeldè in Metz een tusschen-
landing moest maken, wordt in Metz vast
gehouden. Hij mag op last der Fransche
politie het hotel niet verlaten wegens het
landen op Fransch grondgebied zonder toe
stemming.
„VRIEND VAN DEN ARGEN-
TIJNSCHEN GEZANT".
MEN LEENE HEM GEEN GELD.
De Commissaris van Politie der afdeeling
B, te 's-Gravenhage vestigt de aandacht op
een onbekenden man, die voorgeeft Argen
tijn te zijn en onder verschillende voorwend
sels tracht geld te leenen, o.a. voorgevende
een vriend te zijn van den gezant van Ar
gentinië te 's-Gravenhage. Aan de legatie
is hij echter niet bekend.
De man is ongeveer 40 jaar oud, 1.70 M.
lang, heeft bruine gelaatskleur, zwart, ach
terovergekamd haar en Amerikaansch
kneveltje. Hij spreekt vloeiend Spaansch en
goed Engelsch, is zeer chic gekleed en ele
gant in zijn manieren. Hij maakt gebruik
van verschillende, in Argentijnsche kringen
zeer gunstig bekend staande namen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
UV. V
STOOM WASSCHE RIJ -'„FEMI NA"
UEGENTESSELAAN 40
T F l..'1346(5 HAARLEM TV TEL. 13466
HUURSTAKINGEN TE ROTTER
DAM WORDEN VOLGEHOUDEN
DE COMMUNISTEN WILLEN ER NOG MEER
Het huurverschil in de Beverstraat te Rot
terdam is nog niet opgelost. Wij lezen er
over in het Hbld.: Dinsdagmorgen heeft de
huiseigenaar, de heer Van Boven, tevergeefs
op betaling van de huur bij de bewoners aan
gedrongen. De woningen, waar het hier om
gaat, zijn verleden jaar door den tegen-
woordigen eigenaar aangekocht. Zij zijn
toen gerestaureerd en de huren, die vroeger
van f 4.50 tot f 5. per week bedroegen, zijn
verlaagd tot f 3.75 a f 4.25. Niemand der
bewoners woont langer dan een jaar in een
van de woningen. De huiseigenaar is voor
nemens een der bewoners, die al acht weken
lang geen huur betaalt, gerechtelijk uit de
woning te laten zetten. Tot dusver blijft het
in de straat vrij rustig. De politie behoeft
zich dus nog niet met het geval te bemoeien.
De beweging onder de huurders wordt van
communistische zijde stelselmatig aange
stookt. „De Maasecho", een weekblaadje van
de C.P.H., dat op den linker Maasoever ver
spreid wordt, wekt de bewoners van andere
woning-complexen in de omgeving op, zich
aaneen te sluiten en de betaling van huur
te weigeren.
Ook de moeilijkheden met de bewoners
van een aantal woningen in de Diergaarde-
straat en omgeving zijn nog niet uit de
wereld. Een der eigenaren heeft vanmorgen
de hem collectief aangeboden huur vermin
derd met een bedrag van f 0.50 voor iedere
woning in ontvangst genomen. Een andere
eigenaar heeft evenwel geweigerd op derge
lijke wijze de huurpenningen in ontvangst
te nemen.
BESTUURSVERKIEZING „VRIJ
NEDERLAND".
Op de vergadering van het Hoofdbestuur
van het Genootschap „Vrij Nederland" welke
dezer dagen te Amsterdam werd gehouden,
werden de bestuursfuncties als volgt ver
deeld:
Waarnemend voorzitter: Dr. Z. Kamerling,
Leiden.
Algemeen secretaris: A. H. M. Kreischer,
Schiebroek.
2e Secretaris: K. H. Noest Jr., Am®terdam.
Alg. penningmeester: L. J. Schrijver,
Utrecht.
2e Penningmeester Dr. Max Juda, A'dam.
Hoofdbestuursleden zonder bepaalde functie
zijn verder: J. C. den Baars, Hillegersberg, bü
Rotterdam, Mr. J. H. van Doorne, Soest; Jhr.
Mr. de Ranitz, Amsterdam.
AUTOBUS TEGEN EEN BOOM
GEREDEN.
CHAUFFEUR DOOR FLAUWTE OVER
VALLEN.
Een gezelschap bedevaartgangers uit Del
den, die naar Dokkum waren geweest, is
Maandagavond een auto-ongeluk overko
men. Op den terugweg overviel den chauf
feur van een der wagens, even buiten Steen-
wijk een flauwte, en dientengevolge reed de
wagen met flinken gang 'tegen een boom.
De groote autobus werd zwaar beschadigd
terwijl de chauffeur B. W. Luken uit Weer-
selo vrij ernstig werd gewond. De toevallig
passeerende Dr. Tolen uit Staphorst ver
leende eerste hulp. Spoedig was ook Dr.
Layendekker van Steen wijk aanwezig en
konden verschillende inzittenden, die snij-
wonden hadden opgeloopen, ter plaatse wor
den verbonden. De chauffeur is na verbon
den te zijn, naar het ziekenhuis te Zwolle
vervoerd.
Mej. H. J. Dissel uit Ambt-Deliden werd
naar Steenwijk gebracht en kon na verbon
den te zijn, met het gezelschap vertrekken.
Autobussen uit Meppel waren spoedig ge-
requireerd, waarmede de inzittenden van den
verongelukten wagen de reis konden voort
zetten.
De commissie, in het leven geroepen inge
volge besluit van het congres, gehouden op
18 en 19 Mei te Rotterdam door de Vereeni-
ging van Ambtenaren der gemeentefinanciën,
gemeentebedrijven en gemeentediensten heeft
rapport uitgebracht over de wenschelijkheid
eener uitbreiding, c.q. invoering van het ge
meente-giro.
Voorzitter der commissie was prof. dr. IT.
Frijda, hoogleeraar aan de Universiteit van
Amsterdam. Mr. M. Slingenberg te Haarlem
maakte er aanvankelijk deel van uit, doch
voordat hij aan de werkzaamheden der com
missie had deelgenomen, gaf hij het verlan
gen te kennen zich terug te trekken.
De commissie gebruikt het woord „plaat
selijk" in plaats van „gemeentelijk", omdat zij
van oordeel is, dat ook particuliere organen
in de gemeente, zij het ook met gemeentelijke
garantie, de taak eener plaatselijke giro
instelling kunnen vervullen. Ook denkt de
commissie aan de mogelijkheid van inter
communale giro-organisaties in een beta
lingsgemeenschap, zich uitstrekkende buiten
het gebied van één gemeente.
De commissie bespreekt dan de bestaande
organen van het giroverkeer en de groote ont
wikkeling van het Rijksgiroverkeer.
In Duitschland wist het communaal giro-
verkeer zich een groote plaats te verwerven.
Vooral in Saksen was de ontwikkeling groot.
Het aantal rekeninghouders van het Am-
sterdamsche gemeentelijk girokantoor is
ruim 5% der bevolking. Het kantoor vergoedt
2% rente.
Naar de meening van de commissie zal het
baargeldlooze betalingsverkeer een nog krach
tiger ontwikkeling vertoonen, als naast den
bestaanden rijksdienst plaatselijke giro
organen worden gevestigd.
Een voordeel van de plaatselijke giro-orga
nisatie acht de commissie het kunnen reke
ning houden met plaatselijke omstandig
heden. De grootste beteekenis van een plaat
selijke organisatie acht de commissie echter,
dat de saldi der rekeningen worden geadmi
nistreerd ter plaatse waar de houders woon
achtig zijn, waardoor elk oogenblik de be
schikking over het saldo openstaat. Voorts
gelooft de commissie in een ruimere aan
neming van de chèque als betalingsmiddel,
wanneer de giro-instelling waarop zij is afge
geven zich ter plaatse bevindt.
De commissie ziet in het toenemend ge
bruik van de chèque als betaalmiddel den
weg waarlangs het girale betalingsverkeer
de grootst mogelijke ontwikkeling bereikt.
Op deze gronden acht de commissie het in
stellen van plaatselijke giro-organisaties ge-
wenscht, naast den gecentraliseerden Rijks
dienst.
Concurrentie voor den Rijksdienst vreest
de commissie niet, eerder voordeel.
Een concurrentie echter, die op een ver
schil in rentevergoeding berust, acht de
commissie in elk geval ongewenscht. Hier
mede bedoelt de commissie echter geenszins,
dat de plaatselijke giro-instelling evenals de
Rijksdienst geen rente behoort te vergoeden.
Integendeel acht zij een, zij het matige, rente
vergoeding een voorwaarde voor een krach
tige ontwikkeling van het girale betalings
verkeer.
1-Iet bezwaar, dat de giro-instelling deposito
instelling wordt, kan de commissie niet dee-
len. Voorop staat voor de commissie, dat de
giroinstelling, althans nadat zij eenige jaren
werkzaam is geweest, self-supporting behoort
te zijn. Rentevergoeding kan echter niet als
middel daartoe worden bepleit.
Wat de belegging betreft, de locale giro-
instellingen zullen haar gelden in de eerste
plaats gebruiken om de eigen gemeente te fi
nancieren.
De commissie bespreekt voorts nog de be
langen der geldmarkt en de organisatie der
plaatselijke giro-instellingen. Zij heeft ont
werpstatuten voor een coöperatieve vereeni-
ging aan het verslag toegevoegd.
Het lid der Commissie mr. H. A. Hartogh,
directeur van de bank associatie te Amster
dam heeft zijn afwijkende meening neerge
legd in een afzonderlijke nota, waarbij mr.
M. H. de Boer, wethouder van financiën te
Utrecht zich gedeeltelijk aansluit. De eerste
meent, dat het onderhouden van het giro-
verkeer niet de taak der plaatselijke overheid
is, en ook tegen rente vergoeding door giro-
instellingen. De laatste onderschrijft den
aanvang van de nota van mr. Hartogh.
BIJZONDERE SOORT STEENEN
GEVONDEN.
Men schrijft aan de N. R. Ct. dat in de z.g.
Weerter Bergen, tusschen Budel en Weert,
in de laatste dagen ongeveer 4 c.M. lange,
scherp uitloopende, hartvormige steenen ge
vonden zijn.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEL a 60 Ctn. per regel.
SPIT, ISCHIAS,;
heeren op de meeat afdoende wijze bestreden door Togaltabletten. Togal Ej w Bh' M
J schaadt noch Uw hart, noch Uw maag en kan dus worden ingenomen door hen
die andere middelen slecht verdragen. Togal hielp waar andere middelen geen baat brachten. Verkrijgbaar bü Apoth. en Drog. A f O.SO
FEUILLETON.
<Naar het Engelsch door J. v. d. SLUYS).
Nadruk verboden.
34)
Meneer Pickering is niet op kantoor",
deelde de oude boekhouder mede, „hij is
hij' is
„Nu waar is hij", vroeg Lancelot ongedul
dig.
„Naar.... naar Tanbuck Hall", antwoord
de de oude man aarzelend. „Hij komt niet
voor vanmiddag hier. Wilt u misschien een
boodschap achter laten
„Dank u. Ik zal wel naar Tanbuck Hall
gaan om hem te spreken".
Lancelot keerde zich om, liep snel de trap
af en wandelde haastig naar den zijweg
van de hoofdstraat, waaraan Tanbuck Hall
lag. De hekken waren gesloten, maar er
was een bei en Ashton clrukte op den kleinen
knop, die op een der steenen pilaren aan
gebracht was. Er kwam een vreemd gevoel
van beklemming en onbehagen, maar toch
ook van nieuwsgierige spanning over hem;
sinds zijn tiende jaar was hij niet meer
op zijn voorvaderlijk landgoed geweest en
hij vroeg zich af, of alles er nog net zoo
zou uitzien als vroeger. Hij belde nog een
paar maal; bijna tien minuten wachtte hij
vergeefs en hij besloot juist zijn pogingen
op te geven en weg te gaan, toen hij een
langzamen stap hoorde en even daarna werd
een sleutel in het kleine hek gestoken Dit
draaide open en Pickering stond in den door
gang, kalm en beheerscht als altijd. Hij scheen
niet in het minst verbaasd, toen hij den jon
genman zag.
„Wilt u mij spreken, meneer Ashton?"
vroeg Pickering.
„Alsals het u schikt", antwoordde
Lancelot een beetje verward; hij voelde
zich tegenover zijn ouden vijand niet zoo
zeker als hij gedacht had dat het geval
zou zijn en dat ergerde hem buitengewoon.
En hij vervolgde: „Op uw kantoor...."
„Ik kom niet vóór laat in den middag
weer op kantoor, meneer Ashton. Als het
een dringende zaak betreft, kan ik u op de
Hall te woord staan of hier als u dat
liever wilt".
Hij hield het hek open en zijn blik scheen
Ashton uit te noodigen binnen te komen.
Lancelot ging het hek door, dat onmiddel
lijk achter hem gesloten werd en liep met
den eigenaar van het kasteel zwijgend de op
rij laan af.
Ashton voelde zich nog steeds verward;
hij was onder den indruk van deze welbe
kende omgeving, waarmee vroolijke en droe
vige herinneringen uit zijn kinderjaren zoo
nauw verbonden waren. Het trof hem, dat
alles er zoo uitstekend onderhouden uitzag
de oprijlaan, de bloembedden, terrassen,
broeikassen; alles was even keurig en goed
verzorgd. Morgan keek van terzijde naar zijn
bezoeker en glimlachte.
„Ja", zei hij ernstig, „het landgoed is er
niet op achteruitgegaan, zooals u ziet".
Lancelot schrok op. „Laten we niet over
het landgoed praten", verzocht hij zoo rustig
als hem mogelijk was, „u bent zakenman,
dus spreekt 't vanzelf dat u het bezit in goe
den staat houdt".
Morgan zei niets meer. „Wilt u deze deur
ingaan, meneer Ashton?", vroeg hij, toen zij
de treden van het terras opgingen. „Er is
niets veranderd, alles is nog net als in den
tijd, toen de generaal hier woonde".
Lancelot wilde een bruusk antwoord geven;
deze laatste opmerking was hem te veel. Hij
wist zich echter te beheerschen en glim
lachte stijfjes.
„U hebt er alle eer van", zei hij koel.
„Bent u hier gekomen om mij dat te ver
tellen?" vroeg Pickering.
„Neen. Ik kom om verschillende redenen.
U bent zeker wel verbaasd, mij hier te
zien?"
„Integendeel, ik heb u ïederen dag ver
wacht", klonk het abrupt.
„IToezoo?" vroeg Lancelot verschrikt.
„Ik heb u geholpen en hoewel u mij vij
andig gezind was, verwachtte ik van een man
van opvoeding zooals u, dat u mij zoudt
komen bedanken",
Ashton kreeg een Meur. „Dat was niet de
reden van mijn komst, meneer Pickering",
stamelde hij, „maar nu ik toch hier ben",
het viel hem moeilijk de woorden van dank
uit te spreken, maar ze kwamen toch over
zijn lippen „dank ik u dat u mij de ver
dediging hebt opgedragen. Ik ben blij dat de
zaak zoo goed geloopen is".
„Dank u, meneer Ashton, dat is mooi ge
zegd", de stem klonk een beetje spottend.
,,U gelooft dus niet dat ik schuldig hen?"
„Neen. In de eerste plaats heeft de dader
bekend en in de tweede plaats kan ik
niet aannemen, dat iemand van uw intelli
gentie op zoo'n onhandige manier een mis
daad zou in elkaar zetten. Dat heb ik in
mijn pleidooi al uiteengezet".
„Dank u", zei Pickering weer. „Dat ik
onschuldig ben, 't staat vast; maar da:
Simon Daxley de dader is, niet".
„Maar hij heeft bekend".
„Ik merk aan uw twijfelenden toon wel",
verklaarde Morgan bitter „dat u ook de
geruchten gehoord heb, dat ik Daxley zou
hebben overgehaald, om de schuld op zich.
INVOERING VAN PLAATSELIJK
GIRO-VERKEER GEWENSCHT?
INGESTELDE COMMISSIE ANTWOORDT
BEVESTIGEND.
te nemen op voorwaarde, dat i'k voor zijn
kind zou zorgen".
„Ik heb dat inderdaad hooren vertellen,
maar ik geloof het niet. Ik heb immers zoo
even gezegd, dat ik u voor onschuldig houd.
Maar het is mij bekend, dat u voor het kind
zorgt".
„Hoe weet u dat?"
„Judith Verily heeft mij gisteravond mee
genomen naar het bedje van hetslapende
meisje en mij verteld wat u voor het kind
gedaan hebt".
„Hm", gromde de geldschieter, terwijl hij
achterover in zijn stoel leunde en de armen
over elkaar sloeg. En op spottenden toon
ging hij voort; „Misschien zijn de geruchten
toch wel waar. Waarom zou ik anders voor
het meisje zorgen?"
„Ja zeker, waarom?" herhaalde Lancelot
droog, „maar het feit dat u dit zoo zegt,
is voor mij een nieuw bewijs van uw onschuld.
Overigens ben dk hier gekomen om over
enkele andere dingen te praten".
„Begint u dan maar".
„Wel nu, Juffrouw Cashell is bij mij ge
weest en vertelde mij, dat zij met u over
eengekomen was den werkelijken dader te
zullen opsporen, als u haar 't voorkeurrecht
gaf, ingeval u de Hall verkocht. Nu zij haar
deel van de overeenkomst is nagekomen, is 't
uw plicht om u aan uw woord te houden".
„Vindt u dat heusoh?" vroeg Morgan be
leefd. „Ik heb immers den naam van een
hard en gewetenloos mensch te zijn?"
„Volgens Verily is die naam niet heele-
naal verdiend, maar een belofte is een be-
ofte".
„Het eenige wat in zaken geldt, is een
schriftelijk bewijsstuk en dat heeft juffrouw
Cashell niet. Maar ik laat graag de be
slissing aan u over. U bent een knap en
verstandig man, daar heb ik het bewijs van
gehad. Vindt u, dat ik mijn belofte moet
DE VERLOOFDE, DE MOTOR'
FIETS EN DE DUO.
EN TENSLOTTE HET CACHOT.
De aandacht van de politie te Rotterdam
was, naar wij in de Msb. lezen, gevallen op
een meisje, dat als te doen gebruikelijk is,
zeer goed voor haar verloofde was. Zij tracht
te het hem zoo aangenaam mogelijk te
maken, alhoewel het gezin van het meisje het
niet al te breed had. Steeds werd hij met ca-
deaux overladen.
Zoo kreeg hij dezer dagen van haar een
bedrag van 1200. Hij vroeg niet hoe zij aan
het geld kwam, maar kocht den volgenden
dag een motorrijwiel, uitgerust met duo. Als
tweede geschenk volgde nog een heeren
motor jas met kap. Na één dag van den motor
te hebben geprofiteerd, werd tot aankoop van
een zijspan overgegaan. Zoo zag men ze
samen over den Straatweg puffen. Zaterdag
j.l. heeft hij nog een zegelring van 65 ge
kocht.
De politie is Dinsdag tot aanhouding van
de veel belovende jongelui overgegaan. Zij
hebben een volledige bekentenis afgelegd en
zijn opgesloten. Het motorrijwiel en de andere
door hem gekochte artikelen, alsmede een
bedrag van 150, welk bedrag van de gestolen
3000 was overgebleven, zijn in beslag ge
nomen.
Het geld was gestolen in het huis, waar het
meisje werkte.
EINDHOVEN TEGEN EEN PHILIPS-
BEDRIJFSSCHOOL.
B. en W. van Eindhoven stellen den raad
voor afwijzend te beschikken op het verzoek
der Philipsvereeniging voor onderwijs, om te
verklaren dat de raad de oprichting en in
standhouding harer Jongensnijverheidsschool
noodig acht. B. en W. wiiien.deze verklaring
niet geven, wijl de Philips-nijverheidsschool
geheel van het Philipsbedrijf afhankelijk is
en daarom geen waarborgen biedt voor een
algemeene, niet eenzijdige opleiding, schrijft
de Msb. De vakvereenigingen van alle kleur
deelen dezelfde opinie.
REDDING VAN EEN KIND BIJNA
VERHINDERD.
HOND MEENDE, DAT ZIJN BAAS IN
GEVAAR WAS.
Wij lezen in het Hbld.:' Maandagmiddag
geraakte een achtjarig logétje uit Utrecht
van den heer Jonkers te Meppel in de Smil-
dervaart. De heer A. J. Nijland zag het on
geval en begaf zich te water. Zijn Duitsche
herder, die meende dat de baas in gevaar
verkeerde, sprong hem na en trachtte hem
met zijn tanden vast te houden en terug
te trekken. Er ontstond in het water een ver
woede worsteling tusschen den heer Nijland
en zijn hond, welke laatste ten slotte losliet.
Eerst daarna kon de heer Nijland zijn red
dingspogingen vervolgen. Na drie maal dui
ken bracht hij het ventje, dat reeds bewuste
loos was, boven. Nadat kunstmatige adem
haling was toegepast, keerden de levens-
geesten terug.
EEN STATIONSCHEF GEVLUCHT.
De stationschef der Zuid-Sumatraspoor
te Tandjong Karang is naar Aneta meldt,
wegens een kastekort van een paar duizend
gulden, vermoedelijk door dobbelen ont
staan, gevlucht.
DE TREK VAN EEN VOLK.
Aneta seint uit Batavia dat de geheele
145 zielen tellende, bevolking van de dessa
Sariboemi, regentschap Poerworedjo (Mid-
den-Java), naar Benkoelen (Z.-Sumatra)
overgebracht is, waar een landbouwkolonie
zal worden gevestigd in de vruchtbare, be
vloeide streek van Poelau Geto, 800 Meter
boven den zeespiegel. Het transport is voor
rekening van het gouvernement, de gron
den worden gratis verstrekt. Deze „trek"
geschiedt onder leiding van de agrarische
inspectie.
TERUGKOMST VAN DUIZENDEN
WERKLOOZEN.
Aneta seint uit Batavia. De stroom van
uit de buitengewesten terugkeerende koe
lies houdt onverminderd aan. Reeds tien
duizenden volkomen bruikbare elementen,
zijn naar Java teruggezonden. In Juli keer
den er 2061 terug. De werkloosheid in de
dessa's neemt toe.
LUITENANT VAN ZIJN PAARD GEVALLEN
Aneta seint uit Soerabaja. Bij het con
cours hippique is luitenant Gerhard uit
Bandoeng van zijn paard gestort; hij kreeg
een ernstige hersenschudding.
houden?"
„Zeker" verklaarde Lancelot. „Juffrouw
Cashell is haar belofte nagekomen; u moet
ais eerlijk man de uwe houden".
„Ik geloof niet, dat ik den naam heb
van een eerlijk man te zijn, meneer Ashton",
antwoordde Morgan cynisch; „maar ik zal
trachten mij te beteren. Juffrouw Cashell zal
een schriftelijke verklaring van mij krijgen.
Dan zal Lady Dove zonder twijfel haar zoon
aanmoedigen om met haar te trouwen. Maax
of ze daarmee voorloopig veel succes zal heb
ben, betwijfel ik".
„Over dat punt wilde ik u ook spreken,
meneer Pickering. Toen ik gisteravond op
de hofstede was, hoorde ik
„Ik weet wat u gehoord hebt", viel Mor
gan hem in de rede. „Alleen de angst Judith
te verliezen, heeft u er toe kunnen brengen
om een voet in mijn huis te zetten of
juister gezegd in het huis, dat ik voor
iemand anders in beheer heb".
„Wat bedoelt u in vredesnaam?"
„Precies wat ik zeg. Men meent, dat dit
huis van mij is, maar ik woon hier niet; ik
ben alleen beheerder".
„Voor wien?" Lancelot had een oogenblik
de vage hoop, dat hij zijn eigen naam te
hooren zou krijgen, hoewpl hij het dwaze van
die gedachte inzag".
..Dat komt er niet op aan", klonk het
kalm. „Misschien trouw ik nog wel eens en
laat het beheer over het landgoed aan mijn
kinderen na. Daartoe is mij ook het recht
gegeven".
„Enfin, het gaat mij ook niets aan", ver
klaarde Lancelot ijzig. „Maar wat mij wel
aangaat is, waarom u Fhineas Verily hebt
varzocht, Sir Reginald's attenties tegenover
Judith aan te moedigen".
(Wordt vervolgd.)