METHODEN VAN SUBSIDIEERING AAN DE BURGERLUCHTVAART. STEUNT! ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 21 AUCUSTUS 1931 Subsidieering van andere verkeersmiddelen. De financieele steun aan het luchtverkeer Is op het gebied van regeeringssteun aan ver keersondernemingen allerminst een nieuw gezichtspunt of als een unicum te beschou wen, want zoowel vroeger als thans heeft dit plaats gevonden voor spoorwegen, scheep vaartmaatschappijen enz. Het verkeerswezen in alle landen is op deze wijze ontstaan en het welbegrepen eigenbelang van een volk, dat, oeconomisch gesproken, zoo nauw sa menhangt met de ontwikkeling van het ver keerswezen moest en moet nog van Regee- ringswege worden opgebouwd en gesteund. Nu is het niet wel mogelijk één lijn te trek ken tusschen den steun aan spoorwegen etc. en aan luchtverkeer, doch gezien het feit dat het luchtverkeer in staat is om groote afstanden te overbruggen, kan in een land met productie mogelijkheden, de steun aan dit nieuwe verkeersmiddel niet onthouden worden. Ook dit verkeersmiddel moet zich kunnen ontwikkelen. Een vergelijking is ook daarom niet moge lijk, omdat het instrument, waarmede het verkeer wordt uitgevoerd, zoozeer in ontwik keling verschilt. Er bestaat zoo als het ware, een afstand tusschen het instrument „an sich" en de toepassing er van voor verkeers- doeleinden. Bij spoorwegen kunnen bijvoor beeld concessies worden verleend voor den aanleg van banen etc.; de locomotief, de spoorwagens, etc. zijn reeds in een stadium v$m volmaking. Anders is dit bij het lucht vaartuig; dat moet nog steeds een ontwikke ling doormaken. Daarom dan ook wordt in groote Rijken èn voor de ontwikkeling van het instrument èn voor de ontwikkeling van het exploitatiebedrijf een subsidie toegekend. Een tusschenweg is, de industrie niet recht streeks te steunen, doch dit indirect te doen door deelneming in het kapitaal van de ver keersonderneming, waardoor aankoop moge lijk wordt en dus een deel van het toege kende bedrag ten bate van de Industrie komt, Systemen van subsidieering. Wij willen thans de verschillende stelsels van steunverleening nagaan. a. door het rechtstreeks beschikbaarstellen van gelden; b. het toekennen van gelden gebaseerd op een overeenkomst, waarbij tegenprestaties worden bedongen; c. door de luchtlijnen in eigen beheer te exploiteeren. De onder c genoemde methode kunnen wij hier buiten beschouwing laten daar deze als vormende geen goede basis, vrijwel nergens wordt toegepast. De rechtstreeksche subsidieering komt het meest voor en wordt overal toegepast wan neer geen verdragen als bijv. postverdra gen worden afgesloten. Deze laatste manier (dus die genoemd onder b) wordt alleen ge bruikt in de Ver. Staten en in Canada. In het algemeen wordt bij het vaststellen van het direct subsidie als doel gesteld de ontwikkeling van het luchtvaartuig en van het verkeer. Bij dezen financieelen steun dient ook ge rekend te worden de steun, welke wordt ver leend door de. steden, door den aanleg van luchthaven, want hoewel havengelden zul len worden geheven, is toch geen dekking van de aanlegkosten te verwachten. Voorts heeft de Staat de kosten voor den weerdien3t radiotelegrafischen dienst, aanleg van nood landingsterreinen e.d. te dragen. Langs dezen weg van steun wordt elke nationale luchtver- keersmaatschappij in de gelegenheid gesteld, zich in het internationale luchtverkeer te handhaven. De regeling in verschillende Europcesche landen toegepast. Wij willen thans de verschillende In Euro pa toegepaste stelsels toetsen aan de doel matigheid. Groot Brlttannlë bepaalt het bedrag van het subsidie per gepresteerde P. K.-mijl. Het gevolg hiervan is geweest het gebruik van zware motoren, welke doordat zij niet voort durend op vol vermogen behoeven te loopen, een zekere reserve in het vliegtuig geven en zoo zal er een grootere veiligheid als eind resultaat worden verkregen; ook worden hoogere snelheden bereikt. Een dergelijk stelsel zou niet doelmatig zijn, indien het bedrag van het subsidie de inkomsten der maatschappij aanzienlijk gaat overschrijden. Het gevaar zou dan toch ont staan, dat de maatschappij om grootere win- sen te maken het motorisch vermogen der vliegtuigen maar steeds zou opvoeren. Dit gevaar is echter niet aanwezig. Immers een berekening heeft uitgemaakt, dat bij het toe kennen van subsidie, dat niet hooger is dan 50 pet. van de „zelfkosten" (de overige 50 pet. worden gedekt door inkomsten), de prikkel voor het bouwen van oeconomlsche vliegtui gen stijgt. Bij het boven int normale opvoe ren van het motorisch vermogen, zullen de bedrijfskosten zoodanig stijgen, dat dc winst welke eventueel uit het hoogere subsidie zou zijn te verkrijgen, verdwijnt. Dc grootte der vliegtuigen is in Engeland steeds toegenomen; in 1925 was het gemid- delde aantal P.K. 523, voor 1928 990 P. K.; de lading was in 1925 per P.K. 0.93 K.G. en in 1928 steeg dit tot 0.94 K.G., waaruit der halve blijkt dat de laadcapaciteit niet alleen gelijken tred hield met het opvoeren van het motorvermogen, doch hierop nog vooruitliep. Dc periode waarover het subsidie in eersten aanleg is vastgesteld beloopt 10 jaren. Frankrijk heeft een nagenoeg gelijk stelsel, ook hier kent men een bedrag per P.K.- km., echter met oen toeslag voor dc ver voerde lading, voor de eigen goede ontwik keling van het verkeersvliegtuig te bevorde ren. Vastgesteld voor een tijdvak van 30 ja ren, functionneert het systeem echter slechts sedert 1929 zoodat omtrent de resultaten nog geen beslissing valt te nemen. Een feit is, dat de Fransche industrie technisch thans bezig is een achterstand in te halen. Duitschland heeft een vergoeding per ge vlogen kilometer gekozen, welke voor elk vliegtuigtype afzonderlijk wordt vastgesteld. Bovendien worden de havengelden door het Rijk betaald. Teneinde voorts te voorkomen, dat het bedrijf onoeconomisch wordt ge voerd, is een beperking vastgesteld, dat een tweede vliegtuig op een bepaalde route slechts voor vergoeding in aanmerking kan kome, indien dit voor 30 pet. geladen is. De overeenkomst is slechts voor 3 jaren vastge legd. In Nederland was aanvankelijk (In 1927) een overeenkomst voor 7 jaren gesloten, met als grondslag een minimum prestatie van een aantal ton-k.m. Het subsidie werd in een bedrag ineens vastgesteld. Gelet evenwel op de verplichting om een luchtdienst tusschen Nederland en Ne-derlandsch-Indië te onder houden, waarvoor een hoogere subsidie noo- dig werd en ook omdat de bedragen te laag bleken, moet vervolgens jaarlijks het hedrag van het subsidie vastgesteld worden. Geen eenheid. Zooals wij zien is er dus geenszins eenheid in de diverse landen. Een stelsel per P.K.-k.m. is zeker een mid del om de veiligheid te verhoogen; een sub sidie per ton-k.m. nuttigen last verhoogt den prikkel, de inkomsten te verhoogen; een ver goeding per gevlogen kilometer tenslotte oefent geenerlei invloed uit op een verbete ring der prestaties noch vervoercijfers. Bij aankoop van nieuwe typen toch, heeft de maatschappij steeds het risico, dat niet be kend is welk subsidie die zal worden toege kend, heeft men eenmaal een voor het sub sidie gunstig type, dan zal men geneigd zijn dit te handhaven. Ook is dit systeem niet geschikt voor een vaststellen op langen ter mijn, aangezien de onzekerheid met betrek king tot het bedrag te groot is. In ieder geval mag niet uit het oog worden verloren, dat men alleen dan een prikkel voor een oeconomische bedrijfsvoering verkrijgt, indien het bedrag van het subsidie niet te hoog wordt bepaald. Het beste stelsel is een factor van den gebruikten nuttigen last in te voeren en wel in dier voege, dat het subsidie daarmede stijgt. De verkeersonderneming zou dan genoodzaakt worden om de voor een bepaalde verkeersbehoefte meest geëigende vliegtuigen te gebruiken. Het nadeel van alle stelsels In Europa is, dat er geen tegenprestatie op oeconomlsche basis wordt gevergd. De eenige eisch welke wordt gesteld is, dat er luchtverkeer is. Hier door komt de verkeersonderneming niet te staan tegenover den verbruiker, doch zij staat alleen tegenover het algemeen belang, waar door de critiek te mild is. Het eenige geval waarbij deze gunstige •verhouding optreedt is een subsidie met als tegenprestatie het vervoer van de post, waar door de maatschappij tegenover den belang hebbenden verbruiker komt te staan en deze eischt snelheid. Beide partijen krijgen belang bij het luchtverkeer; de maatschappij wil zoo goedkoop en zoo snel mogelijk werken en daardoor zal op den duur de behoefte aan het nieuwe verkeersmiddel stijgen. Op denzelf den grondslag zijn de overeenkomsten met de scheepvaartmaatschappijen opgemaakt. De vereenigde Staten en Canada hebben dit stelsel als voorbeeld genomen voor de subsidieering van de luchtverkeersonderne- mingen. Aanvankelijk nam men als grondslag de vervoerde post, na 1930 ook de gevlogen mijl. In den loop der tijden was namelijk gebleken, dat deze eenheid een eenvoudiger stelsel mo gelijk maakte, doch men wist toen reeds uit de practijk welke hoeveelheden konden wor den verwacht als vervoercijfers. Dus werd naast een bedrag per gevlogen mijl een mini mum hoeveelheid post vereischt. Ook werd nog de aard van het trapect in aanmerking genomen en of dit bij dag, dan wel bij dag en nacht moest worden gevlogen. De practijk leerde toen dat de toegekende bedragen lager konden zijn. Nu zijn Amerika en danada door hunne uitgestrektheid ui'tnemend geschikt voor luchtpostvervoer; internationale regelingen zijn hierbij niet noodlg en kunnen dus ook niet belemmerend werken. Men kreeg een ge zonde ontwikkeling en rationaliseering, welke op de ontwikkeling van het vliegtuig voor dit speciale doel gebouwd, evenzeer een goeden Invloed heeft gehad. Er ontstond zoo een ge zonde grondslag, waarop het zooveel moei lijker to regelen en tot ontwikkeling te bren gen vracht- en personenvervoer, kon worden gebaseerd. Wij zien de toepassing van het vliegtuig voor laatstbedoelde doeleinden dan ook eerst later ontstaan. In Europa ontbreekt deze basis feitelijk geheel en daarom is de ontwikkeling uit een financieel oogpunt be schouwd ook zooveel moeilijker. Eindconclusies. Bij de ontwikkeling van de tarieven, is een sterke invloed merkbaar van de „aardsche" verkeersmiddelen; in gebieden met een sterk ontwikkeld aardsch verkeersnet zien wij dan ook de prijzen van luchtverkeersmiddelen slechts weinig boven die van andere commu nicatiemiddelen. Er is hierbij feitelijk geen sprake van vraag en aanbod. Bij het vervoer van personen en waardevolle goederen, wordt de prijs per vracht bepaald door het geen de verbruiker in die gevallen wenscht te betalen. Aangezien de voordeelen van het lucht verkeer stijgen met den afstand, m.a.w. als de tijdwinst op andere verkeersmiddelen aan zienlijk toeneemt, is het zaak zoo spoedig mo gelijk transoceanisch en transcontinentaal luchtverkeer tot ontwikkeling te brengen; de prijzen zullen dan naar verhouding kunnen stijgen. Het hiervoor benoodigde kapitaal zal eerst veel later rente kunnen geven, mitsdien zal de Staat in de ontwikkeling moeten bij dragen. Ook moet de Staat evenals bij andere verkeersmiddelen het geval was, In de kosten bijdragen, zoolang dc bedrijfskosten niet door 'dé inkomstën worden gedekt'. Hiervoor kun nen verschillende stelsels worden gekozen. Het beste is evenwel, hierbij uit te gaan van een basis met „tegenprestaties", alzoo post verdragen, waardoor een basis voor de ont wikkeling van het personen- en vrachtvervoer wordt verkregen. De wijze van subsidie zal zoo eenvoudig mogelijk zijn, indien de bouw van vliegtuigen zich aanpast aan de eischen van het verkeer en het personen vervoer wordt gescheiden van postdienst. Tenslotte moet de periode waarover subsi die wordt toegekend niet te kort zijn, ten einde de luchtvaartverkeersondernemingen een financieele positie te verzekeren, wapt alleen hierdoor is een oeconomische bedrijfs- politiek mogelijk, welke steunt op den uit groei van het luchtverkeersnet, op het in be drijf stellen van de geöigendste vliegtuig typen en op een streng doorgevoerde organi satie. V. d. ABEELEN. (Reeds in een deel van een vorige oplaag opgenomen.) HET WEGWERPEN VAN ONVERKOOPBARE GROENTE. .BETREFT ALLEEN VOOR CONSUMPTIE ONGESCHIKTE. Berichten in de pers maakten er melding van, dat in het West-land de groenten geen prijzen opbrengen en de tuinders derhalve verplicht zijn deze naar den afvalput te bren gen. De secretaris van den Haagschen Ar menraad mr. Sax'k, heeft zich, naar hij in het „Vad." mededeelt, gewend tot de secre tarissen der veilingen te Loosduinen, die hem meidedeelden, dat de bedoelde berichten niet- juist waren. Aan de veiling kunnen voor minimum prijzen de meeste groenten nog steeds van de hand worden gedaan. Hetgeen eventueel overblijft, is van een zoodanige qualiteit dat het voor de gewone consumptie niet meer ge schikt is. Aan de markten worden wel groen ten weggeworpen, die echter veelal door kleine kooplieden tegen zeer lage prijzen worden uitgevent. Deze groenten zijn mëerendeels drie dagen oud. zoodat ook deze voor distri butie niet meer in aanmerking komen. Bui tendien is de hoeveelheid van de groenten die geen of vrijwel geenn prijzen kunnen opbrengen, zoodanig ongeregeld, dat het on mogelijk is, een organisatie van groentever strekking daar op te bouwen. On- en. min vermogenden tegemoet te komen, door gratis verstrekking van overcomplete groenten is zoodoende niet mogelijk gebleken. UIT DE PERS. BETREKKEN VAN DE VOLKSMASSA IN DEN OORLOG. Het Volk herinnert er aan, dat in den oorlog het nut is gebleken van het reeds in vredestijd toespitsen van de nationale pro- ductie-kmihten op de taak, die, na het uitbre ken van êen oorlog, aan hen zal worden ge steld. In tal van landen zijn hiervoor bijzon dere organen in het leven geroepen en in Frankrijk is men zelfs overgegaan tot de in diening van een wetsontwerp in zake „de or ganisatie van het volk met hot oog op oor logstijd". Daarbij wordt uitgegaan van den gedachtengang, dat een komende oorlog niet langer de zaak zal zijn van de weermacht al leen, doch dat het gahsche volk, met 'alle krachten, w'aaroverhét beschikt, in de oor logswerkzaamheden wordt betrokken. Ook in-Nederland is men reeds op dit ter rein werkzaam, waartoe aan den Generalen Staf een „Bureau Voorbereiding Behoeften Oorlogstijd" is verbonden. Het schijnt echter, dat dit bureau niet in de gelegenheid is om zijn taak op zoodanige schaal te vervullen als met de moderne militaire opvattingen om trent dit vraagstuk strookt. In „Economisch- Statistische Berichten" wordt in een atikeh van den heer J. B. de Jongh, voor een natio nale verdedigingsvoorberelding gepleit. Het Volk schrijft hierover: „Begrijpen we de bedoeling goed, dan beteekont het hier geschetste streven niets anders dan dat in het geheim In vredestijd allerlei plannen worden voor bereid en vastgesteld om de burgerbevol king te dwingen haar arbeidskracht dienstbaar te maken aan een zoo doeltref fend mogelijke oorlogvoering. Welke ge varen aan zulk streven verbonden zijn be hoeft nauwelijks te worden uiteengezet. Want het is zonder meer duidelijk, dat het op deze wijze mobiliseeren van de volkskracht den tegenstander onmiddel lijk moet noodzaken ook aan die hulp bronnen, door toepassing van militaire vernietigingsmiddelen, zooveel mogelijk afbreuk te doen. De moderne luchtvaart techniek stelt hiertoe op voortreffelijke wijze in staat en zoo vult dus het één het ander aan. Maar het gevolg van dezen ontwikkelingsgang zal geen ander zijn, dan dat in een komenden oorlog geen burger meer veilig zal zijn, dat man, vrouw en kind, onverschillig of-zij direct of indirect aan den strijd deelnemen, dan wel, dat hun houding volkomen pas sief is, bloot gesteld zullen worden aan de gruwelijkste verdelgingsmiddelen, die de moderne gevechtstechniek kent. Van anti-militairistische zijde heeft men bij herhaling reeds op het voorhanden zijn •van. dit gevaar gewezen. Het is goed. dat thans ook door mededeeiingen uit het andere kamp zij het dan onbedoeld deze theorie nogmaals bevestigd wordt." Het blad meent voorts, dat door het geheel of ten deele opschorten oi' buiten werking stellen van verschillende bepalingen, welke in onze sociale wetten voorkomen het de ar beidersklasse zal zijn, die het loodje zal moe ten leggen. Zoo zien wij dus in nagenoeg alle lan den van Europa de voorbereiding aan den gang van oorlogsorganisities, die, als hun tijd gekomen is, zich van de geheele burgerbevolking meester zullen maken. De plannen daartoe worden in de binnen- kameren van de Generale Staven uitge werkt. Hoe deze er uit zullen zien, zal men pas op het kritieke oogsnbhk erva ren, wanneer de bevolking er door over rompeld zal worden. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re dactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. DE HAARLEMSCHE WINKEL STAND EN HET ALGEMEEN HANDELSBLAD. Aan de Redacties der 3 Haarlemsche Dagbladen! Wanneer wij het hier onomwonden uit spreken, dat in deze tijden van economische crisis en malaise, waardoor de koopkracht cn kooplust onder alle standen der bevolking- belangrijk gedaald zijn, óók de Haarlemsche Winkelstand zorgvolle tijden doormaakt, dan zal dit zeker niemand verwonderen. Het is dan ook te begrijpen, dat die Haarl. Winkel stand door reclame maken, goede bediening, verbeterde inrichtingen, outilleering, enz. bij voortduring bovenmenschelijke pogingen aanwenden om zijn verkoopen zooals maar mogelijk is te bevorderen. En te midden van al deze zorgen komt de Haarlemsche correspondent van het Alge meen Handelsblad bovendien nog eens in het publiek verklaren, dat de Haarl. Winkel stand niet berekend is voor zijn taak, dat hij is ouderwetsch, dat hij niet weet, wat een goede „service" beteekent en eiseht, en dat dit alles in het nabije Amsterdam zooveel beter is. Het spreekt vanzelf, dat de Leiding der georganiseerde Haarl. Winkeliers, in casu de Middenstandscentrale. hiertegen to velde is getrokken in den vorm van eon „Open brief" gericht aan de Hoofdredactie van het Alg. Handelsblad, waarin de correspondent werd gesommeerd zaken en feiten te noemen, op dat deze serieus door ons zouden onderzocht worden. Het is met groote erkentelijkheid, dat wij hier memoreeren, dat onze 3 Stedelijke Bla den zoo goed als in extenso dadelijk dezen „Open brief" hebben gepubliceerd. Maar wat deed het Alg. Handelsblad? In het 3e Blad, in een vergeten hoekje, tusschen marktberichten van visch uit Spa kenburg en scheepstijdingen van de Holland- AustraTiëlijn werd een zeer klein gedeelte en het minst belangrijke van ons Verweer op genomen, vergezeld van een onbeteekenend bijschriftje van den Haarl. correspondent, .waarin hij na zijn ernstig verwijt aan onzen Haarl. Winkelstand op laffe wijze de. kwestie omloopt. Zietdaar, geachte Redacties, de gestie van een der hoofdbladen van Nederland! Met allo kracht, welke in ons is, protestee ren wij tegen een dergelijke handelwijze en de houding kan slechts demonstreeren de lichtvaardige en lasterlijke wijze, waarop hier blaam f-n smaad op onzen winkelstand geworpen worden. In wat voor een tijd leven wij toch? Eesta^it noblesse dan niet meer en moet lasteren aan cle orde van den dag zijn? Want nog eens, de Haarl. correspondent kome voor den dag met zijn belangrijke reclames opzichtens onzen Winkelstand en wij zullen een eerlijk en onpartijdig onder zoek niet schromen, doch algemeenheden debitseren zonder feiten noemen en de be wijslevering ontwijken, is beneden alle kri tiek. Waarom komt hij niet voor den dag? Is het, omdat bij een onderzoek onzer zijds misschien heel wat anders zou gaan blijken? Het Dagelijksch Bestuur der Middenstandscentrale Voorzitter: F. H. SMIT, Vlce-voorzitter: C. TEN BOOM, Secretaris: P. J, M. VAN TETERING. bij gelijken prijs en kwaliteit DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE Hiermede dient gij uw land en BESTRIJDT gij de werkloosheid. SCHEEPVAARTBERICHTEN Aagtekerk 19 te Kobe, Japan n. Rotterdam. Amsterdam 20 9 u. 30 mi. 50 mijl West van Norddeich, Chili n. Hamburg en A'dam. Blitar 19 v. Padang, Batavia n. Rotterdam. Barneveld 18 te Buenaventura v. Amsterdam vertr. n. Valparaiso. Both 19 middagbestek 12 gr. 16 min. N. en 45 gr, 26 min, O. Amsterdam n. Batavia. Damsterdijk p. 19 Prawle Point, Rotterdam n. de Pacifickust. Drechtdijk 18 v. Vancouver n. Rotterdam. Grijpskerk 20 te Rotterdam v. Durban. Johan de Witt p. 19 Perim, Batavia n. A'dam Kota Pinang 20 v.m. te Londen v. Batavia, vertrekt verm. 20 17 n. n. Rotterdam. Kota Nopan 20 7 u. te Belawan, Rotterdam n. Batavia. Meerkerk 19 v. Colombo, Rotterdam n. Japan Melskerlc 19 middernacht van Hamburg n. Amsterdam. Marnix van St. Aldegonde 18 v. Singapore, Amsterdam n. Batavia. Narenta 19 v. Liverpool n. Southampton, Pacifickust n. Rotterdam. Nijkerk p. 19- Ouessant, Beira n. Rotterdam. Nieuw Holland 19 v. Sydney n. Singapore. Oostkerk p. 19 Gibraltar, Rotterdam naar J apan. Randfontein 20 v. Dar-es-Salaam n. Port- Amelia. Ridderkerk p. 20 Perim, Calcutta naar Rot terdam. Reggestroom 20 te Amsterdam v. Hamburg. Stagen 18 te Bangkok. Salland 20 v. Amsterdam n. Z.-Amerika, Tjisalak 17 te Sjanghai v. Batavia. Tjinegara 18 te Hong Kong v. Sjanghai. Tjibadak 18 te Hong Kong v. Batavia. RADIO-PROGRAMMA ZATERDAG 22 AUGUSTUS. HILVERSUM, 1875 M. Uitsl. VAJIA-Uitzendipg. 6.45 Gymnastiek. 7,30 Gymnastiek. 8.01 Gra- mofoonpl. 10,00 VPRO. Morgenwijding. 10.15 Voor de arbeiders in de Continu-bedrijven. VARA-Mandoline Ensemble. VARA-Septet. Spreker F. v. d. Walle. Afgew. door Gramo- muziek. 12.01 Concert. VARA-Septet, afgew. door gramofoonmuziek. 1.45 Gramofoonpl. 2.00 M. Borsje: De nieuwe taak der natuur vrienden. 2.15 Radio-reportage vanuit het Muiderslot. 3.00 Friesch uurtje. 4.00 Concert. VARA-Mandoline Ensemble. 4.20 T. Wier- sraa: Kaatsen. 4,40 Vervolg concert. 5.00 Gramofoonpl, 5.05 O. van Tussenbroek; Rei zen en trekken. 5,35 Gramofoonpl. 6.00 SDAP kwartiertje. Spreker: Y. G. v. d. Veen.. 6.15 Gramofoonpl, 6.30 Literair halfuur door A. M. de Jong. 8.00 Bij de Pomp. Teun de Klep perman. 8.15 Concert. Ensemble u. h. VARA- Orkest. P. de Korver (zang), F. Uyttenboo- gaard (piano). 10,00 Persber.. 10.15 Vervolg concert. 11.00 Gramofoonpl. HUIZEN 298 M. Uitsluitend K.R.O.-Uitzending. 8.00 Concert. 10.00 Gramofoonpl. 11.30 Gods dienstig halfuurtje. 12.00 Politieker. 12.15 Concert KRO-Sextet. 1.45 Postduivenberich- ten. 1.50 Gromofoonpl. 2.30 Vragenhalfuur- tje. 3.00 Kinderuurtje. 4,45 Gromofoonpl.. 6.01 Sportpraatje door S. P. J. Borsten. 6.15 Jour nal. weekoverzicht door Paul de Waart. 6.35 Gramofoonpl, 7.00 Prof. Dr. J. G. Sleeswijk: Het nut van medische sportkeuring. 7.20 Gra mofoonpl. 7.45 Politiebor. 8.00 Vrooljjkg avond. Spreker, Harmonie-Muziekkorps, Dubbel-Mannenkwartet, Pistonist, zang, too- neelclubje. ca. 9.30 Nieuwsber. 11.15 Gramo foonpl. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding, 1,20 Orkestconcert. 3.50 Gramofoonpl. 4.20 Verslg van auto-races. 5.35 Kinderuurtje. 6,20 Dansmuziek. 6.35 Nieuswber. 7.00 Strijkkwartet. 7.20 Lezing. 7,35 Verslag van Atletiekwedstrijden. 7.50 Vaudeville. 9.05 Concert. Koor en orkest., 10.00 Berichten. 10.15 Berichten. 10.20 Lezing 10.45 Dansmuziek. BRUSSEL, 338.2 M. en 508.5 M. 508.5 M.: 5.20 Dansmuziek. 6.05 Zang. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Zang. 9.20 Orkestconcert en zang. 338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.05 Orkestcon- cert. 6.50 Gramofoonpl, 8.20 Orkestconcert. 9.20 Orkestconcert. PARIJS „RADIO PARIS", 1725 M. 12.50 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 7.30 Gramofoonpl. 9.05 Orgelspel. 9.50 Gramo- foonplaten. KALUNDBQRG, 1153 M. 12.25 Orkestconcert. 3.50 Orkestconcert en voordracht. 8.20 Radio-Bal. Orkestconcert, zang, piano en harmonica. LANGENBERG, 473 M, 7.25 Gramofoonpl. 10.35 Gramofoonpl. 1.25 Orkestconcert. 2.55 Gramofoonpl. 5.20 Con cert. Mandoline-kwartet, tenor. 8.20 Vroo- lijke avond. 10.35 Dansmuziek. 11.50 Dans muziek (Gramofoonpl.) Hij tl an] de koekepan van liet vuur, schudde er eens flink mee cn gooide toen de pannekoCk in de hcogtc, ving hem weer op cn daar lag nu de gebakken kant juist zooals liet moest. Dc kikkers vonden het geweldig cn begonnen direct met dc andere pannekockcn tc gooien en probeerden ze op te vangen, maar dc pannekockcn botsten tegen elkaar cn dc kikkers konden ze niet meer tc pakken krijgen. Tjocp, daar kwam een pannekoek op het hoofd van Kikker Karei terecht. Hij liet van schrik zijn pan vallen. Ook Tunnel tje kreeg er ccii op zijn muts en al dc anderen zaten vol met niccl. Hun oogen konden niet meer open of dicht, ze kwaakten hard door elkaar en bet was een lawaai, zoo lievig, dat de opperkok eens kwam kijken wat er eigenlijk aan de hand was. Toen hij zag hoe Tuimeltje en al de kikkers zijn keuken vuil hadden gemaakt, hoe al die lekkere pannekoeken over de hoof den van dc kikkers zaten, toen werd hij verschrikkelijk kwaad. Ilij greep ze een voor een bij hun handen en nam zc mee. Toen werden zc voor straf onder de pomp afgespoeld. Voor Tui meltje was dat nog liet ergste, want die was een beetje bang voor water cn voor dc kikkers was het ook erg, want ze kregen liet heel koud.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10