Een gevaarlijk spelletje. ^BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG- ZEEMAN, Marnixstraat 20. VADERS JONGEN. Nu is 't in orde met je leeftijd. Voortaan niet meer vergeten hoor. Bevalt het op school v/eer goed? En heb je Maan dag een prettigen dag gehad? Heer lijk. dat 't zulk mooi zomerweer is geworden. W. v. d. L. Ja jongen: de eerste regels van een oud liedje luiden al: Aan alles komt een einde en zoo ook aan de pret. Jij hebt er nog een paar dagen aan kunnen knoopen. Zoo ge lukkig is iedereen niet. Heb je al eens wat van je drie slaapgenooten ge hoord? Heb je veel kieken als herin nering mee genomen? En nu maar weer van de „kille" maatschappij iets moois gemaakt. Dat kan en dat moet. WIJNANDA. Deze week was je cr vroeg bij. 't 5de raadsel was goed Bij jullie is de school zeker ook weer begonnen? Heb Je ook een prettige yacantie achter den rug? W. L. Wat leuk, dat je een zak potlood als herinnering meekreeg Btaat er zoo iets op als: Groeten uit..,, enz. Je hebt heel wat afge- lietst. Ik wist niet, dat er 7 dorpen waren. Jaren geleden ben ik eens naar Texel geweest. Toen bestonden er nog geen auto-bussen. Hoe lang blijft je tante in Holland? Prettig dat je ouders tevreden waren bij hun thuiskomst. Ik wist niet, dat Texel- sche varkens valscher waren dan Hollandsche varkens. De opvoedings methode was anders niet zoo heel lijn. Wat vriendelijk van je moeder om in de drukke Septembermaand ruimte voor O. B. te willen maken. De heer P. zal zeker aan Je verzoek wil len voldoen. DE KLEINE VIOLIST. 't Is zoo- als je schrijft: voor menigeen is het zomeruitstapje een regen-uitstapje geweest. Maar op regendagen kan een mensch misschien 't beste uitrusten. Jullie hebben ook heel wat gezien. Zijn de beide broers weer op school? JAN TEN H. Wat trof dat prach tig. dat Je den grooten Jaarlijkschen wedstrijd nog mee hebt kunnen ma ken. Die Friezen kunnen nog eens zeilen hè. Langweer is zeker een klein plaatsje, waar anders weinig drukte is. A. B. C. En jij was natuurlijk trotsch op Je oom, die zoo'n mooien prijs behaald heeft met de sterril. Wat waren er veel deelnemers. Was de heele motorclub er? Zijn jullie daarna weer terug gegaan naar Mep- pel? MARIETJE, Jullie hebben in Bloemendaal zeker heerlijk feest ge vierd. Het groote weiland leek ten minste wel een marktplein vol men- schen. Heb je ook nog met de wed strijden meegedaan? Wanneer ga je nu met de klas naar Schiphol? 't Is bij jou ook van 't eene pretje naar 't andere. W. L. Zooals je bemerken zult. heb ik dadelijk nota genomen van je express. Reusachtig, dat de opening al zoo spoedig kan plaats hebben. Ik hoop. dat alle moeite beloond wordt. ALBA. Zus is er al vroeg bü op de fiets. De watervrees zal zoetjes aan ook wel minderen. Als ze zoo bang is zou ik maar niet forceeren. Hoe gaat 't met Je rugzwemmen? Nu kun je nog flink oefenen, 'k Hoop, dat je dit jaar je diploma nog halen zult. ZINNIA. 't Deed me genoegen weer eens wat van je te hooren. Dat zal een heele verandering voor je zijn op de kostschool. Studeer je daar voor onderwijzeres? Laat nog eens wat van je hooren. Kom je voor Kerstmis niet meer thuis? Zooals je merkt, heb ik den uitslag van de wedstrijden nog even verdaagd. BALLEN BREISTERTJE Wat heb je e envroolijken avond gehad met moeder en Gijs. En wat fijn. dat Je nog een roomsoes kreeg op den koop toe. Ben je nog met Je vriendinnetje naar zee geweest? Pas maar op. niet in zee gaan. hoor! Ik dacht vast. dat Knipperdolletje ook op de kermis in Groet zou zijn. Na dezen wedstrijd komt de Slnt-Nicolaaswedstrijd. i'ijn? EEN NAAMLOOZE schrijft me. dat ze Zondag naar Zandvoort is geweest. En dat ze zoo blij is met haar prijs. Ik zou zoo blij zijn geweest, als ik wist wie me dat alles schrijft. GOUDHAARTJE. Een mooie na zomer is ook veel waard. Laten we nu maar hopen, dat 't zonnetje nog maar een flink poosje blijft schijnen 'Wat prettig, dat je Zondag nog zoo genoten hebt aan 't strand, 't Leek toen ook heusch wel, of de zomer' weer begon. Je hebt op Koninginne dag ook veel moois gezien, hè? KERSTROOSJE. Is de dikke wang al geslonken? Had je kiespijs geliad? Hoe is de Fransche les je bevallen? Je krijgt nu zeker ook huiswerk. Heb je van de weck nog gezwommen? Sluit de Zwem-inrich- ting 15 September? WILLEM I. Nu heb je netjes ge schreven. Zoo doorgaan. Wat leuk, dat vader je gekiekt heeft met de zand-kauo. Is 't goed uitgevallen? Jullie plakken zeker alle kiekjes op in een Album. Dat is altijd zoo'n aardige herinnering. Als je eens een prijs verdient, moet je maar een fo to-album vragen. KONINGIN LENTE. Ben je blij metje raadselprijs? Bevalt de be trekking je goed? Je dag is wel be zet. Je kunt zeker al keurig strijken. Doe je 't ook wel eens voor moeder? Had je op Koninginnedag vrij? Het Oranjezonnetje heeft flink gesche nen, hè. SNEEUWKLOKJE. 't Deed me echt veel plezier je nette handje weer te zien. Dus nu zit je al in de 2de klas van de Huishoudschool. Je hebt dit jaar zeker heel veel nuttige din gen geleerd. Hoe gaat 't met je ge zondheid? En hoe is 't met moeder en broertje? Ik wist niets van dat ongeluk met je kleine neefje. Wat is er eigenlijk gebeurd? Ik kan me be grijpen, dat 't plezier van de vacantie af was. Doe je nu weer geregeld mee? BLOEMENFEE. Nu niet meer ziek worden. Strooi nog maar veel fleurige en kleurige bloemetjes, om je heen. Bevalt het je in je betrek king? Was 't vuurwerk mooi? Hoe laat ging je wel naar bed? 't Is zeker wel vreemd nu tante weg is. Waar is ze naar toe gegaan? Hebben jullie nog meer duiven? Dan maar goed oppassen, dat de kat er niet bij kan komen. ZONNESCHIJN. 't Is zoo erg niet, als je een keertje de raadsels overslaat. De teekening mag je nu ook de volgende week insturen. Wat heb Je je vacantie fijn doorgebracht. Dat hooien lijkt zeker veel gemakke lijker dan 't in werkelijkheid is. DUIKSTERTJE. Als je geregeld aan 't werk bent, zal 't met het raad seis oplossen ook wel vlotter gaan. Is er nog een ballon van je terug geko men? Hoeveel werden er wel opge laten? Jij hebt maar heerlijk feest gevierd op 31 Augustus. ZWARTNEUSJE. Je moet niet al leen de oplossing van een raadsel ge ven. Je moet van die oplossing een raadsel maken. Je weet, dat 't uit 12 letters bestaat. Nu ga Je woorden vormen, 't Begin kan b.v. zoo zijn: 1 2 6 is kinderspeelgoed. Ga jij nu verder en stuur 't heele raadsel de volgende week in. GRASPIEPER. 't Doet me ple zier, dat 't boek naar je zin is. Nu is jouw vacantie ook haast ten einde. Het einde was niet het slechtste deel rè? Verlang je niet een klein beetje naar Maandag? NACHTUILTJE. Je hadt nog wel een paar keer in den draaimolen willen zitten. Je hebt maar heerlijk feest gevierd. En de tractatie van vader smaakte zeker lekker. LOURENS COSTER. Prettig, dat het je bij den nieuwen onderwijzer goed bevalt. Dan zal het leeren ook wel van een leien dakje gaan. Wel leuk, dat Je alle briefjes uitknipt. Ik ken een man, die toen hij schooljon gen was aan Onze Jeugd meedeed en ook zijn briefjes uitknipte en op plakte. Hij heeft er een schrift vol van. FRANCIS VERE. Kun Je al goed haarknippen? En wat knap, dat Je ook al geschoren hebt. Beefde Je niet een beetje? Wat prettig, dat Je het zoo goed met je baas kunt vinden. Je bent een flinke jongen, dat Je al zelf voor je kleeren kunt zorgen. NELLv B. Kijk Je niet glunder, nu Je ook een raadselprijs hebt ge wonnen? Ik kan me best begrijpen dat Je nu naar Je werk gaat verlan gen. Straks zul je werk genoeg heb ben. Ben je over dag al werkzaam? RANGEERDERTJE. 't Weer wil nog niet, zooals wij willen, 't Is of de wind de zon telkens weg jaagt. Wat zullen we er aan doen? Mopperen geeft niet. Dus maar vroolijk ons werk verrichten, alsof 't het mooiste weer van de wereld was. Dus de Fransche les bevalt je wel. Ik hoop. dat het zoo blijven mag. Hob Je veel bramen gevonden? Heb je Maandag dapper meegezongen? Wat voert zus nu uit?. BOKSER. Leuk, dat de dichter Tollens nog familie van je is. Dan hebben jullie thuis zeker ook wel dat gedicht van hem: De overwintering der Hollanders op Nova Zembla. Toen ik nog op school ging, moest ik daar heele stukken van uit mijn hoofd leeren. V/eet je, wat ik ook een mooi gedicht vind: Hondentrouw. Zoek het maar een op in den gedichtenbundel ANNEKE. Dat was geen vroolijke brief. Ik hoop, dat je je nu wat flin ker zult voelen. Wees maar eens ex tra verstandig en doe precies, wat de dokter zegt. Prettig, dat je lezen en handwerken moogt. Van harte het beste gewenscht. NEVADA en UITLOOPER. Zoo, zijn ju 11 i3 daar ook weer? Dat doet me genoegen. En jullie hebben dus ook zes prettige weken achter den rug. Ten slotte nog kermis gevierd op den koop toe. Hoeveel keer heb je wel gedraaid? Waar hebben jullie die vacantieweek gelogeerd? Welke film werd toen afgedraaid? Nu bevalt het jullie op school natuurlijk weer heel goed. Vooral in een nieuwe klas is 't fijn, hè? W. BLOMBERG—ZEEMAN Mamixstraat 20. KNIPPERDOLLETJE door 49) W. B.—Z. Twee dagen daarna kwam Mies. En toen leek vrouw Veris wel weer jong te worden. Ze deed net zoo hard mee krijgertje als 't vlugste schoolkind en de fijnste verstopplaatsjes wist zij beurtelings aan een van de kinderen aan te wijzen. Wan 't sprak voor vrouw Veris vanzelf, dat de broertjes van Mies ook alle dagen op de Hoeve kwamen. En als tante ze kwam ha len, ging die ook mee hollen en mee draven. „Dat komt van 't mooie weer," zei vrouw Veris vaak tegen haar man. als die lachend stond toe te kijken. En dan gebeurde 't wel, dat Veris ook maar mee ging doen en ten slotte Brecht ook. ,,'t Is alle dagen vroolijkheid bij ons," vertelde Brecht als ze bij haar moeder kwam. Als de broertjes of zusjes langs de Hoeve kwamen (en dat gebeurde eigenlijk iederen dag i dan speelden ze ook mee. Toen 't Zaterdag was geworden, kon Maartje niet begrijpen, dat de week om was. Nog maar een dag en de groote Weeshuispoort zou weer voor haar opengaan. Als ze met Mies aan 't bessenplukken was, of Maar ten hielp met grassnijden voor de ko nijnen, moest ze er opeens aan den ken, dat al die heerlijkheid spoedig voorbij was. Mies mocht nog een paar dagen bij vrouw Veris blijven dan zou moe der haar komen halen. Hoe benijdde Maartje Mies! Soms zei ze tot zichzelf: Nu mag ik niet ontevreden zijn. Niemand in 't heele huis is zoo heerlijk uitgeweest als ik. Vrouw Veris merkte wel, dat Maar tje tegen de terugreis opzag. En toen de laatste avond gekomen was en Maartjes koffertje gepakt op den stoel voor het bed stond, stuurde ze Mies met een boodschap naar Oma. Ze stak haar arm door dien van Maartje en zei: „Kom, kind, wij gaan samen de koeien nog eens goeien nacht wenschen." Toen ze daar zoo samen door 't wei land liepen, zei vrouw Veris: „Als je daar van alles geleerd hebt, kind en je moogt 't Weeshuis verlaten, dan kan ik je best gebruiken „U!" Maartje had vrouw Veris wei om den hals kunnen vliegen. „Ja kind Ik zou wel graag een dochter om me heen willen zien. Maar die dochter moet van alles ge leerd hebben, zooals jij dat in het Weeshuis leert. Eigen kleeren maken en verstellen, waschbereiden. koken, enz. Tegenwoordig leeren ze dat een voudiger en vlugger. Dat heb lk nu al aan jou gemerkt.'' „Wanneer mag ik dan komen, vrouw Veris?" vroeg Maartje. terwijl haar lippen trilden. Ze zou niet kun nen zeggen of 't van blijdschap kwam of van verdriet „Daar zal ik eens over spreken met mevrouw van de Schelf, kind. Die zit in dat comité, je weet wel. waar ook die dame in zit. die Maarten bij ons heeft gebracht." ..Ik had zoo graag met Knipper dolletje mee willen gaan „Dat weet ik, kind." „Hoe weet U dat?" „Dat heeft Mies me met Paschen al verteld. En ik had jullie beiden best samen willen hebben." „Waarom mocht dat dan niet?" „Omdat jij in de stad zooveel leeren kunt, waar hier geen gelegenheid voor is, Je bent gezond en nog jong, kind. We hebben elkaar nu gevonden en we zullen elkaar niet meer verlie zen, hè?" „Wie weet hoe een deftige stads dame je nog wordt, dan trek je voor ons buitenlui den neus op." „Vrouw Veris!" 't Klonk heusch boos. ,,'t Was maar een grapje, Maart. Als je weer vacantie krijgt en tante Greet vindt het goed, kom je maar weer hier naar toe." „Wij krijgen maar ééns in het jaar vacantie," zuchtte Maartje. „Dan kom ik wel eens in Amster dam. En ik neem Knipperdolletje mee." „Doet u 't heusch? Wat zou dat heerlijk zijn!" „Ik beloof 't je, kind. Zei je niet tegen Mies, dat je 30 September 15 jaar werd?" „Ja." „Dan hoop ik jezelf te komen feli- citeeren." „Als je jarig bent, mag je den hee- len dag jit," riep Maartje blij. „Dan gaan wij met Knipperdolletje pierewaaien!" vervolgde vrouw Ve ris en ze maakte nu al vast ten aan- schouwe van de koeien een ronde dansje in de wel. HOOFDSTUK XVII Een kerstavond, die net een sprookje was. Hoewel er veel werkloosheid was, had Dijkstra nog steeds werk kunnen vinden. Vooral ook door den heer Vermeer, den vader van Mies. „Wat die Vermeertjes al niet voor ons gedaan hebben," zei Dijkstra on langs nog tegen zijn vrouw, toen hij vernomen had, dat meneer Vermeer bij zijn baas was geweest en een goed woordje gedaan had om hem voor ontslag te bewaren. Vrouw Dijkstra had wat naaiwerk gekregen voor een atelier. Dick was nu een stevig kereltje, dat 's mid dags zoet zat te spelen, terwijl zijn moeder de naaimachine liet snorren. Van 't sommetje geld was de naai machine gekocht, 't Armzaligste meu bilair was ook door ander vervangen en een gloednieuwe kachel vertelde, dat die ook voor 't eerst gebruikt zou worden. De Dijkstraatjes hadden geen klagen. (Wordt vervolgd.) Waardoor worden de bladeren in den herfst geel? Volgens de laat ste onderzoekingen is de gele en roodiyiiine kleur der boomen in den herfst een gevolg van de wer king van alcohol. In de cellen der bladeren zit zetmeel, en dit onder gaat in den herfst een gistingspro ces, waardoor alcohol gevormd wordt. Onder den invloed van dezen alcohol wordt de groene kleurstof der bladeren allengs veranderd in rood en geel. Iets over thermometers. De glasblazer Fahrenheit, die in 1736 te Amsterdam gestorven is, was de eerste, die een schaalverdeeling voor den thermometer maakte. Oorspronkelijk had hij bij het vries punt 8 en bij het kookpunt 53 staan, maar omdat hem die getallen te klein voorkwamen, vermenigvuldig de hij ze met 4 zoodat het vriespunt 32 en het kookpunt 212 werd. 15 jaar na hem maakte Réaumur een andere verdeeling. Deze zette bij het vriespunt 0 en bij het kookpunt 30. De Zweed Celsius gaf in 1742 nog een andere verdeeling. Deze zette evenals Reaumur bij het vriespunt 0. maar bij het kookpunt 100. Voor wetenschappelijke doeleinden wordt bijna overal van deze laatste ver deeling gebruik gemaakt, terwijl we voor huiselijk gebruik in ons land bijna algemeen de eerste verdeeling gebruiken. Hooge kanaalrechten. Voor het groote Singapore-dok, dat het vo rige Jaar door Hollandsche sleep- booten naar Indië gesleept werd. moest voor het Suez-kanaal 80.0 O ruiden kanaalrechten betaald wor den. BIJVOEGSEL VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1931 No. 244 AAN ALLEN! Heerlijk hè, dat Augustus ons ln zomersche schoonheid verlaten heeft En we hopen er natuurlijk op, dat September ons alle zon zal geven, die Augustus ons onthouden heeft. Toch is het licht en de warmte van September zoo heel anders. Aan 't korten der avonden bemerken we het reeds, dat de herfst in aantocht 13. Er is alom in de natuur iets eigen aardigs waar te nemen. De zonne stralen schijnen minder warm te zijn maar niet minder schoon. Een zons ondergang in September is iets on vergelijkelijk prachtigs. De wolken zijn dan doortinteld van een fijn doorsprenkeld zonnepoeder, zooals de mooiste schilderij niet weer kan ge ven. Sta 's morgens eens een half uurtje vroeger op en kijk eens naar de weilanden, 't Is of je een wazig meer voor je hebt. Adem dan eens heel diep. Heb je ooit zoo'n heerlijke kruidachtige geur opgesnoven? De wingerd gaat al kleuren, maar tal van bloemen bloeien nog. De zonne bloem, de goudsbloem, de balsemien de herfstsering, de flox, de begonia, ja. zelfs de roos schijnen weer op nieuw te beginnen. De vorige week hadden we het over de stoppclgron- den. Nu is de zwarte grond weer om geploegd en het groen van de na- vrucht begint zichtbaar te worden. De hei bloeit op haar allermooist, de lijsterbessen vertoonen haar warmste oranjekleuren. In de vogel wereld schijnt zelfs meer vertier te komen. Zeker, er klinken reeds af scheidsliederen, want onze echte zan gers hebben al reisplannen. Maar nog even willen ze zich te goed doen aan de vruchten van lijsterbes, vlier, geldersche roos, meidoorn en zoovele andere. Let maar eens op, hoeveel bezoek de vlier in deze dagen wel krijgt. Daar zijn de grasmusschen, de nach tegalen, de fitissen. Niet alleen vele bloemen bloeien nu op haar mooist, maar de kleur van verschillende vruchten geeft zelfs aan een stadstuintje zooveel fleur. Ken je de sleedoorn met zijn blauwe bessen, het kardinaalshoedje met haar rose- achtige vruchtjes, waar spoedig het oranje door heen gluurt en dat dan ook wel den naam van verborgen oranjeklantje draagt? Nu kun je ook de meeste soorten paddenstoelen waarnemen. Ik heb al spierwitte gezien. Daar is ook een schaduwzijde aan al dien plantenrijkdom. dien de na tuur thans om zich verspreidt. De wespen, de vliegen, de muggen en bijen willen er ook op uit met het mooie weer. Ze worden van zelf naar de vele rijkbloeiende bloemen ge lokt en ze fladderen en vliegen en zoemen, dat 't een lust is. Voor ons menschen is 't minder aangenaam, dat ze wel eens binnenshuis komen uitrusten en dan en passant mee smuilen van de jam, de melk, het vleesch en ander lekkers, ja zelfs voor de verandering het bloed zuigen uit arm of been. Alles heeft zoo zijn keerzijde. Maar wie oogen en ooren openzet en naar buiten gaat. zal ge nieten van September met haar geu ren en kleuren en vooral schoone lich tschakeeringen. W. B.—Z, Het spel Is er om de kinderen te vermaken en niet om hen met geva ren te omringen. Vooral de oudere jongens en meisjes vergeten dit wei eens en zij zijn vaak in de keuze van hun spellen zoo roekeloos en verma ken zich daarbij op zulk een ruwe en ondoordachte wijze, dat werkelijk de gevaren zich om hen opstapelen. Ook Wim Velders en zijn zuster Dientje waren met deze ondeugd be hept. Zij bezaten een massa speel goed, want hun ouders en ooms en tantes waren nimmer karig geweest met het geven van geschenken, maar toch speelden zij slechts zelden met de mooie dingen, welke zij in een kast, achter slot en grendel hadden liggen. Bijna altijd verzonnen zij zelf een spel, dikwijls heel aardig maar ook dikwijls zeer roekeloos en ge vaarlijk, Talloos waren de keeren, dat Wim een bal maakte van papier en samen met zijn zusje aan het schoppen ging jn de gang en de keuken van hun huis. Elk oogenblik scheen het dan alsof de bal een vaas om zou werpen of door een ruitje zou vliegen en slechts het voortdurend verbieden van moeder had tot dusver zulke onge lukken kunnen voorkomen. Nu echter hadden zij weer een nieuw vermaak gevonden. In de keuken van het huis werd de vloer opgebroken omdat er eenige werkzaamheden verricht moesten worden aan de waterleiding. De werk lieden waren den eersten dag niet klaar gekomen en daarom hadden zij alles laten liggen om den volgenden dag terug te komen en met het werk voort te gaan. Nauwelijks echter wa ren zij vertrokken of Wim en Dien tje slopen de keuken binnen om den chaos eens van dichtbij te bekijken. Kijk eens wat een plank, zeg! juichte Wim, fijn voor een wip! O. ja, danste Dientje, laten wij hem in de gang op de trapleuning leggen. Weet je wat. zus. stelde Wim voor. ik ben zwaarder dan jij. Laat mij maar op het korte stukje boven den trap wippen en klim jij er dan aan den anderen kant op. dan is het zaakje misschien net goed in even wicht. Zoo gezegd, zoo gedaan Wim greep den plank aan het einde boven den trap stevig beet, terwijl zijn zusje op het andere einde zou klimmen. Maar o, wee. Zij nam zulk een woes- ten aanloop en sprong met zooveel kracht op het hout, dat Wim het ge wicht niet houden kon. De plank schoot uit zijn handen en smakte hem zelf tegen den leuning Dientje plofte omlaag en liet zou nog goed afgeloopen zijn aLs de plank maar niet op het gladde marmer van de gang was weggegleden en van de leuning viel. Dientje smakte van haar hooge zitplaats neer op het harde marmer. Zij voelde slechts even hoe haar hoofdje op den grond botste, toen bleef zij stil liggen Wim stond als aan den grond ge nageld. Het was alles zoo vlug en stil gegaan, dat niemand in huis er Iets van gemerkt had- De arme jongen wist dan ook geen raad en het duurde een poosje eer hij den moed vond de kamer in te loopen en moeder. Da delijk daarna holde hij den tuin ln en wierp zich luid snikkend in het gras. Zoo had het gebeurde hem aange grepen. Moeder holde hevig verschrikt de gang in en tilde haar kleine meisje op. Zij voegde haar allerlei lieve naampjes toe, nog uit den tijd dat zus een kleine baby was. maar het meisje hoorde niets. Haar wit ge zichtje met gesloten oogen en blauwe 'ippen lag stil tegen moeder's schou der en haar armen hingen slap langs haar lichaam Moeder barstte in tranen uit, want ook zij wist niet wat te doen. Het leek wel of zusje dood was. zoo stil en wit was zij. Maar gelukkig ging juist op dat oogenblik de huisdeur open en stapte vaoer naar binnen. Wei. lachte hij hartelijk, is zus je zoo klein, dat zij op moeder s ar men Hij voleindigde den zin echter niet, want opeens zag hij dat er iets ern stlgs gebeurd moest zijn. Nog juist bijtijds stak hij de handen uit om moeder te ondersteunen, want de ar me vrouw was zoo overstuur, dat zij zich nauwelijks staande kon houden. Vader was een man van weinig woor den. Hij nam Dientje dadelijk van moeder over en bracht haar naar bo ven naar bed. Angstig luisterde hij even of hij nog teekenen van leven hoorde. To enhij op dit punt echter gerustgesteld was, greep hij een bad spons en bette zusjes gezicht met ijs koud water voorzichtig. Ook haar polsen maakte hij nat, maar het duurde een geruimen tijd eer haar lippen de blauwe kleur verloren en weer langzaam rooder werden Opeens sloeg zus de oogen op en keek haar vader verwilderd in het gezichteven maar, dan sloot zij ze weer! Een zucht van verlichting ontsnap te aan vader. Stil opende hij de deur van het kamertje en riep langs den trap zachtjes naar beneden: Ze is bijgekomen Deze woorden gaven moeder haar bezinning terug. De arme vrouw was een flauwte nabij in de gang blijven staan, slap tegen den muur geieund. De schok had haar te zeer aangegre pen en zij had niet naar boven durven gaan om naar Dientje te kijken Maar nu keerde zij weer tot haar volle be wustzijn terug. Met een kreet van vreugde vloog zij de treden van den trap op. om even later hijgend naast het bed van haar dochtertje te knie len Bevend nam zij de nog slappe handjes in de hare en fluisterde zacht een paar geruststellende woordjes. Op zusjes gelaat verscheen een flauwe glimlach en men kon zien dat zij probeerde de oogen te openen. Het ging echter niet en daarom trok vader even aan moeder's arm om haar te beduiden het kind alleen te laten, daar het even tot rust moest komen. - Ik ga den dokter roepen, fluis terde hij Moeder knikte en spoedde zich naar beneden om Wim te zoeken. Zij begreep niet waar de jongen opeens gebleven was, maar toen zij bij de tuindeur kwam hoorde zij hem luid snikken en weldra vond zij hem nog op dezelfde plaats in het gras liggen. Kom jongen, sta op. sprak moe der, zoo erg is het gelukkig niet! Va der is even een dokter gaan roepen en die zal Dientje wel weer gauw be ter maken Langzaam richtte Wi mhet hoofd op. Hij wendde den blik naar zijn moeder en vroeg fluisterend: - Is het heusch niet zoo erg. moe der? Zus bewoog toch niet meer? Ze is bewusteloos geweest, maar nu is zij weer bijgekomen. Laten we nu maar even afwachten wat straks de dokter zeggen zal. Nog maar half gerustgesteld liet Wim zich door moeder mede naar binnen voeren. Daar zaten zij een poosje stil naast elkaar totdat de voordeur weer piepend openging en vader met den dokter binnentrad. Dadelijk gingen zij naar boven. Zus hoofdje bleek erg gewend te zijn. Zij moest vier weken te bed blij ven en al dien tijd mocht in de ka mer het gordijn niet op en moest moeder haar telkens natte comprcs- sen op het hoofd leggen. Maar. zoo had cic dokter gezegd, het was niet gevaarlijk en zij zou ook wel weer heelemaal beter worden. Achteraf bezien, liep het dus nog goed voor de beide kinderen af. Maar Wim nam zich toch voor om voor- I taan nimmer meer zulke gewaagde I toeren uit te voeren. Het was te ge- vauriijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15