75 millioen te kort op de Rijksbegrooting.
géén gele
Dames en kinderkleedinq
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931
Binnenland
De benzinebelasting van 3 cent per Liter komt.
Officiëele verklaringen van minister De Geer.
De minister begrijpt het ongeduld niet
Het Nederlandsch Correspondentiebureau
Voor Dagbladen heeft zich tot den minister
van financiën gewend met de vraag, of om
trent de juistheid van de berichten over de
begrooting eenige mededeelingen zou kun
nen worden gedaan.
(De minister antwoordde met zekere
verwondering van die berichten te hebben
kennis genomen.
Het is alsof een schoonmaakster in zijn
prul Iemand gesnuffeld heeft. Zij zijn groo-
tendeels onjuist of onvolledig, of voor zoover
ze juist zijn, verwarrend door de wijze, waar
op zij aan elkaar zijn gevoegd. Ook het te
kort van f 50 millioen is onjuist, het is groo-
ter. Er bestaat geen bezwaar, u het bedrag
thans te noemen. Uitsluitend rekening hou
dende met de daling van de rijksmiddelen en
van de opbrengt van de Gemeentefondsbe
lasting ook deze laatste daling komt ten
laste van het rijk dus zonder in aanmer
king te nemen het normaal accres van de
uitgaven, vertoonde de begrooting voor 1932
een tekort van f 75 millioen.
JHR. MR, D. J. DE GEER.
De maatregelen waardoor dit tekort
overbrugd zal worden, konden ten deele
reeds in de begrootingscijfers verwerkt wor
den en zullen voor de rest worden aange
kondigd in de millioenennota. Dientenge
volge is er tijdens d-e indiening van de be
grooting op papier een tekort van f 49 mil
lioen. Maar dit cijfer is slechts toevallig en
het resultaat van de omstandigheid, dat
sommige maatregelen terstond uitdrukking
konden vinden in de cijfers en ten aanzien
van andere om technische redenen met een
aankondiging moest worden volstaan. Alle
maatregelen treden echter in werking op 1
Januari 1932. En onder die, welke reeds in
de begrootingscijfers verwerkt zijn, bevin
den er zich eenige, die in de bladen ge
noemd zijn als bestemd om het „tekort van
50 millioen" te dekken.
Is het juist, zoo vroeg de interviewer ver
der, dat in het tarief van invoerrechten het
percentage van 8 op 12 zal worden ge
bracht?
Dit is zelfs geen oogenblik overwogen, was
het antwoord. Is het niettemin juist, dat een
wijziging van het tarief van invoerrechten
en een nieuwe benzinebelasting, zooals een
der bladen meldde, te zamen f 35 millioen
zullen opbrengen?
U vergeet, zeide de minister, dat dit de
laatste dagen in een ander blad reeds f 50
millioen geworden. Het is te betreuren dat
de 15de September al dichtbij is. Anders werd
het allicht nog hooger. Zoowel de 50 als de 35
millioen z-n fantasie. De opbrengst van de
gezamenlijke nieuwe heffingen blijft daar
ver onder.
Kan omtrent deze heffingen en omtrent
de verdere dekkingsmaatregelen reeds iets
worden medegedeeld? Mij dunkt, dit kan
nog even wachten; de millioenennota ver
schijnt Dinsdag. Het bevreemdt mij overi
gens, dat juist dit jaar enkele bladen zoo
ongeduldig geweest zijn. De derde Dinsdag
in September valt thans op den vroegsten
datum, waarop hij vallen kan. Gewoonlijk
moet men langer wachten. Waarom dan juist
nu die jacht op onvolledig en onrijp nieuws?
Onschuldig, zoo ging de minister voort, is
dit alles niet. Alvorens van de maatregelen
in hun ju is ten vorm en in onderling ver
band en behoorlijk toegelicht kennis te ne
men, vangt men klanken op, die sommige
groepen onaangenaam treffen en op die
wijze kan een- vooroordeel ontstaan, dat ook
later bij juistere en breede voorlichting
blijft nawerken.
Heel sterk in dit opzicht, zoo vervolgde Z.
Exe., is wat ik de laatste dagen gelezen heb
over de benzinebelasting.
Deze belasting komt inderdaad. Indien
eenige heffing in dezen tijd in dit land' ge
motiveerd is, dan is het wel deze. Toen de
heer Van Citters hierop in het afgeloopen
voorjaar aandrong in de Eerste Kamer, was
het wetsontwerp dan ook reeds in voorberei
ding. Wie op dit oogenblik met een auto
naar Dult9chlanid rijdt, neemt bij de laatste
pomp vóór de grens volop benzine in. die hij
voor 8 cent of minder! per liter krijgt, ter
wijl hij in Duitschland 24 cent moet betalen.
In Zwitserland' betaalt hij 20 cent. In Oos
tenrijk, België en Frankrijk 17 a 20 cent.
Een jaar geleden betaalde hij ook in Ne
derland nog 18 cent. Indien nu tengevolge
van de malaise een buitengewone middelen-
versterking noodig is em de fiscus zegt: van
deze groote malaise winst zullen wij, zoolang
zij duurt, althans 3 cent per liter aan de
algemeene middelen ten goede doen komen
de heffing zal gedurende drie jaren gel
den en zal bij een eventueel vroeger prijsher
stel kunnen worden ingetrokken dan zou
men ten hoogste kunnen meenen, dat door
sommigen zou worden opgemerkt: „gij komt
daarmee wel wat laat". Maar het tegendeel
geschiedt. Reeds vóór de indiening ver
schijnt een noodkreet onder het opschrift:
„Gaat men de kip met de gouden eieren
slachten?" de kip, die den vorigen zomer,
toen de liter op 18 cent stond', vroolijk het
leven behield.
In dien noodkreet worden particuliere en
publieke organen opgeroepen om een groo
te reeks van belangen te redden, die bij het
autoverkeer betrokken zijn, alsof die belan
gen bedreigd zouden geweest zijn, indien
sedert den vorigen zomer de prijs 3 cent
minder gedaald ware dan tot de 6 a 8 cent,
waarop hij zich nu bevindt.
Het is beschamend.', aldus besloot de mi
nister, dat zelfs tegen dezen maatregel waar
schijnlijk den minst aanvechtbaren van alle,
thans reeds op deze wijze geageerd wordt.
Er zijn landen, waar dit anders gaat. De mi
nister hield zich overtuigd, dat deze actie
bij weinigen bijval zal vinden en waar
schijnlijk ook door hen, die haar voorbarig
voerden, spoedig zal worden betreurd.
DE OPVOLGSTER VAN DEN
HEER A. H. GERHARD.
MEJ. ALIDA DE JONG IN DE TWEEDE
KAMER.
De voorzitter van het Centraal Stembureau
heeft in de vacature, ontstaan door het be
danken van den heer A. H. Gerhard (s.d.) als
lid van de Tweede Kamer, benoemd ver
klaard tot lid dier Kamer, mej. A. de Jong,
te Amsterdam.
AUTO-BANDIETEN.
Op den Arnhemschen weg werd een mo
torrijder uit Nijmegen door een hem achter
op rijdenden auto, die een anderen wagen in
snelle vaart in een bocht van den weg wilde
passeeren, aangereden met het gevolg, dat de
motorrijder over zijn stuur vloog en bewus
teloos aan den kant van den weg bleef
liggen, lezen wij in de Msb.
De auto, die de aanrijding veroorzaakte,
reed door. Het motorrijwiel werd beschadigd.
Het slachtoffer kon, na verbonden te zijn,
zijn weg vervolgen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
TIEN JAAR ONDERWIJSFONDS VOOR DE
SCHEEPVAART.
Zaterdag is het 10-jarig bestaan van het
Onderwijsfonds voor de Scheepvaart feestelijk
gevierd. Tevens is het instructievaartuig
„Prinses Juliana" in dienst gesteld.
.Heerlijk, <#a? overvtoe^ïg. dörreig
schuimëniyan.'Dobbe!mannsJ3oïco-
CQrSO^CocQsrozenzeep)
f Geer» ander? (zeep, die Zoó 3erfc
j. schurmtl.'Daarbifzookrachtigreinjgt,
I j zoolfriscbienigeurig^is I
Cö-^ö'fróPslSVdèïdbnzrgtscbuTrn^nde
jZeep wacht CJilKoopt.eenstn.stuk bij
Uyviwinkeliert
AA/AMA/A/V
DE K N.A.C TEGEN DE
BENZINEBELASTING.
ZIJ KOST DEN GEMIDDELDEN
AUTOMOBILIST ƒ120.— PER JAAR.
Het bestuur van de Koninklijke Nederland-
sche automobielclub zendt ons een uitvoerig
betoog, waarin geprotesteerd wordt tegen het
steeds hooger belasten van automobilisten,
in het bijzonder tegen de komende benzine-
belasting. Het noemt deze' moreel niet ver
antwoord, als zijnde een nieuwe belasting op
het vervoer en rechtstreeks indruischende
tegen het maatschappelijk welzijn van ons
volk. Het spreekt zelfs van „het slachten van
de kip, welke de gouden eieren legde".
Het berekent, wat een eigenaar van een
automobiel uit de gemiddelde prijsklasse aan
den fiscus heeft te betalen en neemt daar
toe als voorbeeld een auto van f 4000: en een
gewicht van 1500 K.G., van een automobilist
te Amsterdam.
Daarvoor moet betaald worden:'
aan invoerrechten 12 pet. f 430.
aan personeele belasting f 336.
aan wegenbelasting f 90.
Totaal f 856.
Stelt men het gemiddelde verbruik van
een auto aan benzine op 1 liter op de 5 KM.
en neemt men aan, dat een automobilist per
jaar gemiddeld 20.000 K.M. aflegt, dan komt
dat neer op een verbruik van 4000 Liter. Bij
een benzinebelasting van 1 cent per liter
beteekent zulks dus een belasting van f 40
per jaar. Bij de voorgestelde belasting is dit
dus f 120 per jaar, hetgeen een totaal aan
den fiscus maakt van f 976.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Eerst
kijken
AMSTERDAM
Nieuwendijk 225-229
UTRECHT
Oude Gracht 151
DE BAANWACHTERES UIT
GRUBBENVORST VOOR
HET HOF.
Twee niet accurate menschen
als baanwachters
BIJ WIE DE SCHULD VAN HET ONGELUK?
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft
Maandag in hooger beroep de zaak behan
deld tegen de baanwachteres te Blerick, die
terzake van het spoorwegongeluk te Grub-
benvorst waarbij vijf personen het leven
hebben verloren en eenige zwaar gewond
werden door de rechtbank te Roermond was
veroordeeld tot een maand hechtenis. Verd.
zoowel als het O.M. hadden geappeleerd.
Verd. verklaarde, dat zij meende geen
schuld te hebben. Zij had het kloksein niet
gehoord, alhoewel zij bij den wachtpost in
afwachting zat. Verd. werd duizelig, zoodat
zij van de ramp niets heeft waargenomen.
Zij heeft ook geen telefoon aan den wacht
post en weet daarom ook geen raad als er
mist of ander gevaar dreigt.
H. van Berkel, ingenieur van weg en
werken, uit Nijmegen, beschreef volgens het
verslag in de N.R.C., de taak van de baan
wachteressen. Indien de chauffeur Wiefering,
bestuurder van den autobus had opgelet, dan
zou hij volgens getuige, van dichtbij den
trein hebben zien aankomen.
Verd. is al meer nalatig geweest, doch er
wordt met dergelijke beambten nogal consi
deratie gebruikt, omdat er anders geen be
ambten zouden te vinden zijn om dergelijk
werk te doen. Bij klachten verontschuldigde
zij zich steeds, dat de seinklok niet in orde
of iets anders niet in den haak was. De
vrouw en haar man waren beiden niet accu
raat. Op den dag van het ongeluk man
keerde er aan de klok niets. De verdediger
las een briefje van den dokter, waarin over
plaatsing van de vrouw in een lichteren
dienst werd gevraagd op grond, dat zij op
het punt stond moeder te worden van haar
vijftiende kind.
De chauffeur J. A. Wiefering verklaarde,
dat er in zijn autobus 22 personen zaten, wat
den president deed opmerken, dat ook ge
tuige schuld had, omdat hij maar 19 per
sonen mocht vervoeren en er twee naast hem
zaten.
Getuige ontkende alle schuld. De per
sonen naast hem hinderden hem niet. Las
tig was echter, dat de ruiten van den bus
beslagen waren.
De caféhoudster, Engels Janssen, te Grub-
benvorst woont 100 meter van den wacht
post en heeft alles goed gezien.
Getuige Engels Janssen zegt, dat verdachte
uit haar huisje kwam en haar kinderen op
merkten: zij komt te laat.
De wegopzichter A. Klein, te Grubbenvorst
verklaarde, dat het seinhuisje en de klok
in orde waren. De vrouw had z.i. den dienst
vaak slecht verricht en straf gekregen. Zij
klaagde den laatsten tijd over de gevolgen
van haar leeftijd. Get. had daarover niet ge
rapporteerd, daar de vrouw daarvoor naar
den dokter moest gaan.
De wegwerker J. Linaers te Grubbenvorst
heeft op tijd het sein gehoord. Toen het
ongeluk gebeurde, kwam getuige aanloopen.
De vrouw stond buiten en was erg van
streek. Haar man had hem gezegd, dat de
vrouw naar buiten liep toen de trein kwam.
Onmiddellijk daarna gebeurde het ongeluk.
Nimmer heeft getuige gehoord, dat de
vrouw tijdens het gebeurde al buiten stond
Get. A. Jansen, arts te Venlo, had wel eens
klachten gehad over ongesteldheid
van de vrouw, doclrzij was geschikt voor den
dienst.
Dr. Meuleman, uit Heerlen, getuige a dé
charge, die de vrouw had onderzocht, had
stoornissen geconstateerd bij de vrouw, die
door de geboorten van zooveel kinderen niet
de kracht had zoo'n zwaar werk te doen als
van haar gevergd werd. Getuige acht het
onverantwoordelijk de vrouw met dat werk
te belasten.
Verd. zeide, dat de dokter haar wel eens
gezegd heeft, dat zij met de beenen op een
kussen moest gaan zitten en de kinderen dan
de boomen wel konden sluiten.
Het getuigenverhoor was daarna afgeloo
pen. De zitting is vervolgens geschorst.
VOOR HET BEHOUD VAN
WAALENBURG.
Wij vernemen, dat de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten in Neder
land te Amsterdam, die een actie voert voor
'het behoud van de vogelbroedplaats in Waa
lenburg op Texel, waarvoor een bedrag van
ongeveer f 30.000 noodig is, tot dusverre toe
zegging heeft gekregen voor giften ten be
drage van ongeveer f 10.000. De vereeniging
hoopt dat haar vele vrienden, in het bijzon
der zij, die Texel en Waalenburg kennen,
het ontbrekende bedrag vóór 1 October a.s.
zullen toezeggen. Uostrekening der Vereeni
ging is: 32391.
NIEUWE POSTZEGELS ALS
WINSTOBJECT.
OMKEEREN VAN DE VERZAMEL-
LIEFHEBBERIJ.
Het 'bestuur van de Nedexlandsche Vereeni
ging van Postzegelhandelaren verzoekt ons
te melden:
Zooals bekend mag worden verondersteld,
heeft de „Do X" ook onze kolonie Suriname
aangedaan, om vervolgens van Paramaribo
naar de Vereenigde Staten te vliegen.
Buiten voorkennis van den Gouverneur
van deze kolonie die dien tijd afwezig was,
hebben enkele belanghebbenden gedaan weten
te krijgen, dat een speciale luchtpost-serie
werd uitgegeven.
Het 'betreffen hier de Surinaamsche vlieg»
zegels, welke voorzien werden van den over
druk Vlucht D.O. X 1931, eveneens een serie
van 7 waarden, met een nominale waarde
van f 3.95 af.
De oplaag bedraagt 5000 stellen, terwijl
slechts een klein gedeelte werd gebruikt voor
frankeering.
Teneinde te pogen paal en perk te stellen
aan de uitgifte van deze onnoodige nieuwtje^
welke steeds een aanslag beteekenen op de
beurzen van de verzamelaars (n.b. de heereu
die de zegels in handen Olsten te krijgen of
te houden, bieden ze thans den handel aaia
voor f 25 per serie) heeft de Nederlandscfcp
Vereeniging van Postzegelhandelaren besloten,
deze uitgifte zijnde halfofficieel en nietreëel
te boycotten.
Verzamelaars zullen goed doen hun geid
in den zak te houden, daar de prijs in geen
verhouding staat tot het belang van deai»
serie.
DE FILMLAGA AMSTERDAM ONTBONDEN.
Naar wij vernemen is Zaterdag in een te
Amsterdam gehouden vergadering de af»
deeling Amsterdam der Nederlandsche Film
liga ontbonden, daar na eenige discussie
de statutair vereischte meerderheid
van drie kwart der aanwezige leden zich
voor dit, eenparig door het bestuur der af-
deeling gedane voorstel, verklaarde.
Mededeeling werd voorts gedaan van het
financieel overzicht, dat sloot met baten
noch schulden en voorts dat het Theater
„De Uitkijk" hoe sympathiek de afdeeling
daar ook tegenover staat, niet kan worden
beschouwd als te zijn de voortzetting der
Filmliga Amsterdam.
ONTVLUCHTE PSYCHOPAATH 'MET EEN]
AUTO ER OP UIT.
De politie te Leeuwarden zoekt een ont
vluchten psychopaath uit het gesticht tè
Leiden die in 'de Friesche hoofdstad een auto
gehuurd heeft en er niet meer teruggekeerd
AUTOMATISCHE VERKOOP NA WINKEL
SLUITING.
De waarnemend kantonrechter mr. N. J. C.
Kappeyne van de Copello te Amsterdam heeft
den sigarenhandelaar, die sigaretten verkocht
had door middel van een automaat, na slui
tingstijd. veroordeeld tot 50 cent boete of.l
dag hechtenis, op grond van overtreding
van de vei'odening op de winkelsluiting te
Amsterdam.
De sigarenhandelaar zal waarschijnlijk in
hooger beroep gaan.
BEZUINIGINGEN BI.T AMSTERDAM'S
TRAMNET.
Verschenen is thans het rapport van de be
zuinigingsinspecteur H. C. King te Amster
dam over de openbare middelen van vervoer.
De conclusies van het trapport, (dat gedeel
telijk in Germanismen gesteld is), hebben wij
reeds eerder vermeld.
De bezuinigingsinspecteur meent, dat er te
veel tramlijnen zijn en dat de dienst minder
frequent doch met grootere eenheden dient
uitgevoerd te worden. Het vervoer dient met
alle middelen versneld te worden o.a. door
vergrooting van de afstanden tusschen de
haltes.
Bij verlenging van lijnen of het instellen
van nieuwe lijnen zal het aanbeveling ver-
dieen de exploitatie aanvankelijk met auto
bussen te doen geschieden.
Bijzondere snelverbindingen zijn niet doel
matig.
VAN VLISSINGEN EN CO'S
KATOENF ABRIEKEN
Het jaarverslag van Van Vlissingen en
Co's Katoenfabrieken te Helmand vermeldt
een verlies van f 472.588 (v. j. winst f 280.606).
Voorgesteld wordt op de cum. pref. aand. 6
pCt. (onv.) dividend uit te keeren. Voor de
gewone aandeelen is het dividend nihil (v.
j. 7 pCt.).
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden.)
13)'
„Het lijkt me daar in één woord schitte
rend", zei ze. toen hij klaar was „En dan te
denken dat Sir Roderick daar al die jaren
als een kluizenaar heeft geleefd en niemand
er van heeft laten mee genieten, omdat hij
zich den dood van zijn vrouw zoo heeft aan
getrokken. De meisjes bij Madame Guérin
zeiden dat ze het 't aandoenlijkste vonden
dat ze ooit hadden gehoord, maar ik geloof
niet dat ik het daar heelemaal mee eens
ben.Het was toch eigenlijk beter en mooier ge
wecst. als hij een of ander goed werk had
verricht. Daarmee had hij haar nagedach
tenis nog meer geëerd, vind ik".
„Hij heeft ook heusch niet stilgezeten en
alleen maar getreurd", bracht Guy in het
midden. „Hij heeft zich die lange jaren be
zig gehouden met het schrijven van een
groot boek.Er liggen stapels en stapels vellen
papier, die hij volgeschreven heeft. Ik weet
niet of iiet zijn bedoeling was dat zijn werk
ooit uitgegeven zou worden; ik zal over de
waarde ervan het oordeel vragen van
iemand die van zulke dingen meer verstand
heeft dan ikGeorge bijvoorbeeld, dat is
een écht' studie-mensch
George begon te lachen en maakte een af
werend handgebaar.
„Hij is altijd veel te bescheiden" merkte
Peggy op met een vriendelijk lachje naar
tiaar ouden kameraad. En toen zich weer tot
Guy richtend, vroeg ze opeens:
„Was u niet razend toen u merkte dat al
de juweelen verdwenen waren?"
„Och", antwoordde Guy schouderopha
lend, „ik raak er langzamerhand overheen.
Maar het is wel een hatelijk idee, eerst te
denken, dat je heel rijk bent, om dan plot
seling tot de conclusie te komen, dat het
maar een luchtspiegeling was. Ik doe mijn
best de zaak filosofisch op te nemen ten
slotte ben ik er toch belangrijk beter aan
tóe, dan vóór Sir Roderick stierf. Ik laat
een aardig landhuisje neerzetten in Sur
rey."
„Ergens in de buurt van Leith Hill, niet
waar?" vroeg Peggy. „Dat meen ik tenminste
gehoord te hebben. Ik ben er eens met
George geweest; het is er erg mooi."
„Ja, dat hebt u goed gehoord; het is in
de buurt van Leith Hill. Ik heb daar een al
leraardigst terrein ontdekt, aan den rand
van een stuk bosch met een prachtig uit
zicht naar alle kanten."
En daarop gaf hij een gedetailleerde be
schrijving van de ruime jonggezellenwoning,
die hij 'zelf ontworpen had; met beneden een
groote hall een behagelijke studeerkamer
en een bescheiden plek om te eten en boven
zes slaapkamers, dat het hem niet aan ruim
te zou ontbreken om zijn vrienden te gast te
hebben. Een vroolijke tuin vol bloemen
moest het geheel completeeren.
De conversatie was zóó onderhoudend,
Peggy en Guy konden zóó goed met elkaar
opschieten, dat ze weer thuis waren eer het
tot ze doordrong, dat ze een heelen afstand
hadden afgelegd. Toen ze het villa'tje van
mevrouw Greenfield bereikte, hield Guy
het hek open om Peggy te laten passeeren.
Maar nauwelijks had hot meisje een paar
passen op het tuinpad gedaan, of ze draaide
zich met een ruk om.
„O, George, daar is vader!" riep ze ver
schrikt en legde haar hand op zijn arm.
Door het open venster van de voorkamer,
konden ze mevrouw Greenfield zien zitten,
in gesprek met een heer, die met een norseh
gezicht naar hen keek.
„Ga jij eerst naar binnen, George", fluis
terde het meisje.
„Ik geloof dat ik nu maar heen ga", zei
Guy discreet. „Ik moet vanmiddag uit eten
en het is niet zoo vroeg meer".
George maakte geen valsche complimen
ten om zijn vriend te weerhouden, hij zag
heel goed in, dat de tegenwoordigheid van
een vreemde thans niet bepaald wensche-
lijk was.
„Tot ziens dan Guy. Ik vond het verbazend
gezellig dat je er geweest bent", zei hij
hartelijk en met een stevigen handdruk nam
hij afscheid van Bertram.
„Tot ziens hoor", antwoordde deze. „Ik
ben blij dat je moeder zooveel beter was;
vergeet vooral niet haar mijn groeten te
doen". En daarop nam hij Peggy's hand.
„Dag juffrouw Richards; ik hoop dat het
nu niet wéér zoo lang duurt dat we elkaar
ontmoeten!"
Hij hield de kleine hand iets langer vast
dan absoluut noodzakelijk was en het meisje
kreeg een gewaarwording dat die handdruk
haar op een of andere mystérieuze manier
kracht gaf tegen den stórm, die in aantocht
was.
Het hek viel achter Guy dicht en Peggy en
George gingen het huis binnen.
Richards keek heel zwart toen ze de kamer
inkwamen, maar die donkere blik scheen
meer voor George bedoeld dan voor zijn
dochter. Hij gal' Peggy een vluchtige kus en
voor George scheen er, ondanks alles, toch
nog een hand op over te schieten. Voorloopig
gatf hij geen uiting aan zijn kennelijke ont
stemming.
„Je moest ons eerst maar even alleen
laten, Peggy", zei hij, „Jou spreek ik straks
wel".
Toen het meisje de kamer verlaten had,
wendde de bezoeker zich tot George.
„Wat doet dat jongemensch hier?" vroeg
hij plompverloren.
George gaf den spreker een vijandigen blik.
„Welk recht hebt u om dat te vragen?"
klonk het scherp.
Een oogenblik scheen Richards uit het
veld geslagen. Toen maakte hij een gebaar,
als iemand die een hindernis terzijde schuift.
„Je herinnert je, wat ik je zes jaar geleden
gezegd heb", hernam hij. „Dat je in connec
tie zou komen met een stel leegloopers. Die
jongeman heeft nog nooit in zijn leven iets
behoorlijks uitgevoerd, dat weet iedereen.
Waarom geef je je met zoo iemand af?"
„Ik vraag u nogmaals", herhaalde George
gepxdkkeld, „met welk recht u deze vraag
stelt? Waaraan ontleent u de vrijheid mij
en mijn vrienden te critiseeren. Wat gaat
het u aan met wien ik vriendschap wensen
te sluiten?'
„Ik ben een oud vriend van je moeder en
ik mag in alle bescheidenheid zeggen, een
goed vriend. En ik heb mijn dochter aan
haar zorgen toevertrouwd.
„Maar dat geeft u toch geen recht ons
voor te schrijven, wie wij hier in huis mogen
ontvangen en wie niet!"
„Ik heb het recht mijn dochter hier weg
te halen, als ik bedenkingen tegen de
menschen heb, die hier aan huis komen."
„Moeten we dat als een dreigement opvat
ten?" informeerde George.
„Je kunt het opvatten zooals je wilt", ver
klaarde Richards bruusk. „Ik ben niet van
plan te dulden dat die man hier aan huis
komt, zoo lang mijn dochter bij jelui is. Je
moet maar kiezen tusschen hem en haar!"
„Lieve George", mengde Mevroxxw Green-
field. die met zichbaren angst naar de woor
denwisseling had geluisterd, zich op schuch
tere» toon in het gesprek, „ik hem Meneer
Richards uitgelegd, hoe het kwam, dat Sic
Guy hier was. Ik heb hem gezegd dat je had
toegestemd hem niet te vx-agen, en dat je
nog getracht had zijn komst vandaag te ver
hinderen".
„Als u dat wat weet, meneer" keerde
George zich woedend tot Richards, „waarom
slaat u dan een dergelijke» toon tegen mij
aan? Wilt u me er misschien toe drijven,
dat ik weiger met u verder één woord over
deze zaak te spreken, ofschoon ik mijn
moeder de gevraagde belofte heb gegeven,
omdat ik haar geen verdriet wilde doen".
„Ik verlang zekerheid dat die man niet
weer komt", hield Richards koppig en barsch
vol.
„Dan gebruikt u een redicaal verkeerde
manier om uw doel te bereiken!" verklaarde
George heftig. „Ik ben geen kleine jongen,
dat ik me laat commandeeren en dan nog
wel door iemand wiens recht daartoe ik in
geen enkel opzicht erken".
Wéér kwam mevrouw Greenfield tusschen-
beide.
Meneer Richards zegt dat hij Peggy bij
ons wil laten, als je belooft dat Sir Guy
Bertram hier niet meer te zullen ontvangen".
„Wanneerf Meneer Richards een dergelijke
belofte verlangt, dan moet hij beseffen dat
hij iets heel ernstigs van mij eischt en het
mij op den man-af. maar niet probeeren mij
bevelen te geven!"
„Kijk eens hier, George", zei Richards
bruusk, maar niet onvriendelijk, „je schijnt
met alle geweld op voet van oorlog met mij
te willen leven".
„Volstrekt niet", was het antwoord, „ter-
wille van Peggy en terwille van mijn moeder,
wil ik, wanneer dat mogelijk is vriendschap
pelijk met u omgaan. Maar dat niet mo
gelijk, wanneer u een toon tegen mij aan
slaat, zooals daarnet".
(Wordt vervolgd.)'