DORLAS STADSNIEUWS HAARLEM'S DACBLAD VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1931 ARROND. RECHTBANK. DE BRAND AAN DEN „VIER SPRONG" TE BENNEBROEK. TWEE JAAR TEGEN VERDACHTE GEëlSCHT. Gisterenmiddag te half drie werd de be handeling van de zaak tegen edn gérant van het voor hotelbedrijf ingerichte villa „Vredenhof" te Bennebroek, verdacht van brandstichting, voortgezet. Allereerst wordt gehoord de echtgenoote van den huurder van het thans verbrande perceel. Deze getuige deelt mede, dat haar echt genoot, die ook een zaak heeft in Den Haag reeds lang had uitgezien naar een geschikte gelegenheid om een hotel te vestigen. De broer van verdachte heeft hem toen attent gemaakt op villa „Vredenhof", dat dan ook inderdaad gehuurd werd en wel op naam van getuige. Op een desbetreffende vraag van den pre sldent, mr. G. Sluys, antwoordt getuige, dat de in het gebouw aanwezige meubelen een bedrag van f 12000 vertegenwoordigden. Alle meubelen waren echter nog ni'et geplaatst. Op den inboedel was een verzekering van f 30.000 gesloten, alsmede een bedrijfsver zekering van f 200 in de maand. De huurder van de villa, die daarna gehoord wordt, zegt, dat de broer van verdachte, die meubelfabrikant is, de meubelen voor de nieuwe zaak zou leveren en daarvoor een aandeel in de winst zou krijgen. Buiten ver dachte had hij nog geen ander personeel aangesteld, omdat het hotel pas over twee weken .geopend zou worden. Deze getuige ver klaart verder op den bewusten nacht tele fonisch door verdachte's broer te zijn ge waarschuwd. Verdachte heeft aan hem ver klaard, dat de brand ontslaan was door het vallen van een vonk van zijn sigaret in een kist houtwol. Verdachte's broer, daarna ondervraagd, bevestigt, dat hij de meubelen voor het hotel zou leveren. President: „Voor hoeveel hebt u er meube len ingebracht?" Getuige: „Voor ongeveer 9000 gulden". De kussens en de deken, die de tuinjongen moest begraven, waren .van getuige's auto afkomstig. Hij was des avonds naar Benne broek gekomen en had met verdachte gezeten in café „De Oude Geleerde Man". Volgens •getuige waren de kussens en de deken, die in den tuin werden gevonden niet nat van de benzine, maar alleen maar vochtig doordat ze den geheelcn nacht in den tuin hadden gelegen. Vervolgens wordt verdachte door den pre sident ondervraagd. Verdachte deelt mede met ingang van 1 Mei als gérant van het nieuwe hotel te zijn aangenomen. Zijn loon werd door zijn broer die als directeur zou optreden, uitbetaald. Gevraagd naar den reden, waarom het kussen en de deken begraven moesten worden antwoordt verdachte, dat dit geschiedde om brandgevaar te voorkomen. Op den vooravond van den brand had ver dachte met zijn broer, die uit Rotterdam overgekomen was, een biertje in het café aan den overkant gedronken. Daarna was de broer naar Rotterdam teruggekeerd. Hijzelf is in de villa weer aan het werk gegaan. In de kamer, waar hij bezig was met uitpakken wilde hij een sigaret aansteken. „Het eerste lucifertje, dat ik gebruiken wilde, vloog mij uit de handen", aldus verdachte, „en terwijl ik een tweede wilde aanstrijken, zag ik plot seling een groote vlam uit de kist met hout wol naast mij opstijgen". Verdachte is toen, volgens zijn zeggen, in allerijl naar de keuken igeloopen om een emmer met water te halen Toen hij terugkwam sloegen de vlammen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Koffie Thee reeds de kamerdeur uit en do gang in. Hij schrok zoo hevig, dat hij de emmer uit zijn handen liet vallen en de straat opvluchtte met het doel den burgemeester te halen, Verdachte ontkent ten stelligste dat er ramen en deuren zouden hebben openge staan. President: „Hoe verklaart u die explosie?" Verdachte: „Ik heb geen explosie gehoord" Hierna wordt als getuige a décharge ge hoord een meubelmaker, die den geheelen dag aan een buffet in de villa gewerkt had Toen hij om half acht naar huis ging, waren alle deuren en vensters gesloten. Als tweede getuige a décharge wordt nog gehoord de vrouw van verdachte's broer. Deze getuige werd ondervraagd, in verband met- het feit dat haar man bij het bezoek aan Bennebroek een pakje aan verdachte had gegeven, waarin zich misschien brandbare stoffen of iets van dien aard konden be vinden. Getuige, die het paketje ingepakt had, noemt de artikelen, welke zich erin bevonden. Het waren voorwerpen van huis- houdelijken aard. De opgave klopte met die welke door haar echtgenoot- reeds eerder was gedaan. Eisch 2 jaar gevangenisstraf. De officier van justitie, mr. W. M. Paartie- kooper Overman, krijgt daarna gelegenheid tot het nemen van zijn requisitoir. Spreker zegt, dat de brand ontstaan is door een expioisie, die op verren afstand te hooren was. De getuige-deskundige is tot de conclusie gekomen, dat de explosie haar oorzaak in brand moet hebben gevonden. Verschillende factoren, zooals het feit, dat- deuren en ramen openstonden, die anders dicht waren, wijzen op een opzettelijke brandstichting. Daarbij komt nog de volgens spreker te hooge verzekering en de verdachte- handelingen van den gérant en zijn broer. De broer acht spreker nog het meest schuldig. Hij had het meest belang bij een brand. En toen hij op den bewusten avond een bezoek aan verdachte had gebracht, heeft hij na afloop daarvan alle middelen te baat geno men om zoo spoedg mogelijk in Rotterdam terug te komen. Dit komt spreker verdacht voor. De verklaringen ijvan verdachte vindt spre ker twijfelachig. Deze heeft tegen den eene gezegd: Ik denk, en tegen den andere ik heb een lucifertje in de houtwol laten val len. Vroeger heeft verdachte verklaard, dat hij door een explosie tegen den muur werd ge gooid en op de zitting ontkent hij een ont ploffing gehoord te hebben. i De Officier acht brandstichting bewezen en eischt tegen verdachte een gevangenis straf van twee jaar. Mochten de rechters daar niet mede accoord gaan, dan ver- eischt hij veroordeeling wegens veroorzaken van brand door schuld, tot drie maanden gevangenisstraf. Daarna hield de verdediger, mr. J. A. P. C. ten Bokkel zijn pleidooi. Spreker stelt voorop dat het brengen van vuur in een kamer, waar licht ontbrandbare stoffen aanwezig zijn, geen strafbaar feit is. Wat de eigenlijke feiten betreft, kan ge zegd worden, dat er niets gevonden is, wat op brandstichting wijst. Het is alles raden geweest. Pleiter is er van overtuigd, dat er inderdaad een gasontploffing heeft plaats gehad, maar het is zeer wel mogelijk, dat verdachte er niets van gehooid heeft door de hevige gemoedsbeweging, waarin hij ver keerde. De ontploffing pleit daarbij tegen brandstichting, aldus verdediger. Iemand, -die werkelijk het plan heeft om brandstich ting te plegen, zal ongetwijfeld zijn werk in alle stilte verrichten. Wat de open ramen en deuren betreft, dit is feitelijk alleen maar geconstateerd door een buitengewoon veld wachter. En pleiter meent aan diens verkla ringen weinig geloof te moeten hechten, aan gezien deze man tegenstrijdige rapporten heeft uitgebracht. De politie-agent, die het eerst bij den brand was. heeft om het ge- heele huis geloopen en niets van open ramen en deuren gezien. Het begraven van het kus sen geschiedde, naar pleiter mededeelt, naar aanleiding van een verzoek van den reini gingsdienst. Pleiter voert verder aan, dat verdachte bij een brand niet het minste be lang had. Uit de talrijke voorbereidingen, die verdachte heeft genomen, blijkt dat deze in derdaad het plan had een hotelbedrijf te be ginnen. Wat het tweede ten lastegelegde, veroorza ken van brand door schuld, betreft, zegt pleiter, dat de handeling door verdachte ver richt, iets is, wat in het gewone leven dage lijks voorkomt. Bovendien heeft verdachte, toen de brand ontstond, nog getracht het vuur uit te slaan en te trappen. Pleiter verzoekt ten aanzien van het pri mair ten laste gelegde, n.l. brandstichting, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging en wat het tweede tenlaste gelegde betreft, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Heerlijk opgefrischt...! Natuurlijk Wright's gebruikt. Een bescherming tegen infectie dank zij de sterke antiseptische werking. OVERAL a 35 CT. VERKRIJGBAAR. WRIGHT'S c8St ZEEP het veroorzaken van brand door schuld vrij spraak, of anders het betrachten van de uiterste clementie. De uitspraak is op Donderdag 1 October te kwart vóór tien voormiddags. Inbraak in een consumptietent. De Rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen twee jongens, die in den nacht van 4 op 5 Augustus in een .consumptietent aan den Zeeweg hadden ingebroken en daar kaas en sigaretten hadden ontvreemd. Tegen elk der verdachten was 6 maanden gevange nisstraf geëischt. Zij werden veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. Oneerlijke commensaal, De oneerlijke commensaal, die terecht had gestaan wegens verduistering van 7.50 ten nadeele van zijn hospita, is veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. De eisch luidde 6 maanden gevangenis straf. Bovendien had hij nog een voorwaarde lijke straf van vier maanden tegoed. ROODE KRUIS TRANSPORT COLONNE. DE WEDSTRIJDEN BIJ HET 20-JARIG BESTAAN. De deelnemende groepen zijn: Alblasser- dam E.H.B.O.. Alkmaar Roode Kruis, Amster dam E.H.B.O., Amsterdam Roode Kruis, Apeldoorn Roode Kruis. Bussum Roode Kruis, Dames, Bussum Roode Kruis Heeren, Bussum Politie. Bloemend. Reddingsbrigade. Delft E.H.B.O., Dordrecht E.H.B.O., Dordrecht Roode Kruis, Goude Roode Kruis. 's-Graven- hage E.H.B.O., Groningen Roode Kruis, Haar lem, E.H.B.O., Helder Marine, Rotterdam Lin ker Maasoever, Rotterdam Oud-Charlois, Rot terdam Roode Kruis, Santpoort E.H.B.O., Schiedam E.H.B.O., Schiedam Roode Kruis, Soest E.H.B.O., Utrecht E.H.B.O., Utrecht Po litie, Utrecht Roode Kruis, Utrecht Reddings brigade, IJmuiden Roode Kruis, IJmuiden E.H.B.O., Zeist Roode Kruis, Zwolle Roode Kluis, Vlaardingen E.H.B.O. De volgende medailles en kunstvoorwerpen zijn geschonken: Hoofdbestuur Nederlandsch Roode Kruis een zilveren medaille, Nederlandsche Vereeni- ging E.H.B.O., een verguld zilveren medaille, Gemeente Haarlem een verguld zilveren me daille, Roode Kruis Bussum, 1 verguld zilve ren medaille, Damesleden Roode Kruis Haar lem 1 zilveren medaille met 5 draagmedailles, Heerenleden Roode Kruis Haarlem een zil veren medaille met 5 draagmedailles, Red dingsbrigade Haarlem een zilveren medaille, Roode Kruis Schiedam een verguld zilveren medaille, Haarlem's Dagblad een plaquette, St-ads Editie een verguld zilveren medaille, Nieuwe Haaremsche Courant een zilveren medaille, Personeel Firma Mathot een ver guld zilveren medaille, Sierkan Elaarlem, een zilveren medaille, N. N„ twee vergulde me dailles, Viergever, een verzilverde medaille, Personeel firma Enschedé een verzilverde me daille. Van Kampen Jr. en Sr., een zilveren medaille. Ongevallen Dienst Haarlem, l zil veren aschbak, Commissaris van Politie een zilveren Eversharp potlood, Fabel een zilve ren medaille, T. Dorrepaal 2 Faience pullen, Ziekeninrichting St. Joannes de Deo 1 ver guld zilveren medaille met vijf draagmedail les, Mariastichting een zilveren lauwerkrans, Brandweercollege een zilveren lauwertak, E.K.B.O. Santpoort 1 verzilverde medaille, Roode Kruis Haarlem een zilveren sierspeld. MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL TE HAARLEM. Op de M.T.S. te Haarlem zijn voor den cursus 19311932 ingeschreven 469 leerlin gen, waarvan 120 voor Bouwkunde en Weg en Waterbouwkkunde, 233 voor Werktuig bouwkunde en electrotechniek, 17 v-oor Scheepsbouwkunde en 99 in het practische leerjaar. Een record-cijfer ondanks de ma laise! bij Arch". Staal, Amsterdam; C. B. Oorthuis, als teekenaar bij Publieke Werken te Am sterdam, afdeeling Havenwerken; P. van Oostveen, als assistent-uitvoerder bij de fir ma Hidde Nijland te Amsterdam en J. Silvis als teekenaar bij Openbare Werken te Heemstede. Afdeeling Weg- en Waterbouwkunde: de heeren: P. Hagtingius, als teekenaar bij den Provicialen Waterstaat van N. H.) D. H. Lan- genbach, als buitengewoon opzichter bij den Rijkswaterstaat afdeeling Zeearmen Groote rivieren; F. van Rossum als o-pzichter bij den Prov. Waterstaat van NH.; C. W. Sohaling, als teekenaar bij Publieke Werken, Amsterdam, afdeeling Rioleering. Afdeeling Scheepsbouwkunde: de heeren: A. D. Visser, als keteimonteur bij Gebr. Stork Co., en C. Griitwis, als monteur bij Gebr. Stork Co. te Hengelo (O.). DE STICHTINGEN VOOR TOEVALLIJDERS. HET GESCHENK VAN HET NEDER LANDSCHE VOLK. PERSONALIA. De volgende gediplomeerden der M. T. S. te Haarlem, zijn geplaatst in de navolgende betrekkingen: Afdeeling Bouwkunde; de heeren; J. J. Brugman als opzichter-teekenaar bij Arch. Langius, Toorn; L. van Halm, als teekenaar Men schrijft ons: Dezer dagen wordt een krachtige actie gevoerd, die helaas niet terwille van den huidigen economischen nood kan worden uitgesteld, om het geschenk, dat namens het Nederlandsche Volk zal worden aange boden, op 25 Januari a.s. bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Stichtingen voor Toevallijders te Haarlem en Heemstede, aan het bestuur dier stichtingen, zoo volkomen mogelijk te doen zijn. De bedoeling is, behalve de in den loop dier vijftig jaren reeds verrezen tien gebou wen, vormende met de bijgebouwen twee in richtingen, die in ons vaderland allerwege een goeden naam hebben, en waar nu 450 patiënten van alle gezindten en uit alle elf provinciën van ons vaderland een doelma tige en liefderijke verpleging vinden, nog een geheel nieuw Kinder-Jongenshuis of Ziekenhuis ten geschenke te geven, als dank van ons volk in al zijn geledingen, voor alles en dat is niet weinig, wat in die halve eeuw door bestuur en zusters en broeders voor deze ongelukkigen is gedaan en werd be reikt. Reeds werd hiertoe in vele plaatsen van ons vaderland gewerkt, maar in deze maand wordt een laatste en krachtige -poging ge daan om allen te bereiken, van wie men mag verwachten dat zij voor dit liefdewerk wel iets gevoelen en daarom ook willen offeren. Het geschenk moet waardig zijn en net bestuur niet voor nieuwe zorgen plaatsen. Wanneer men bedenkt met hoeveel zor gen en tegenstand dit werk van het begin heeft te kampen gehad en hoe moedig die zorgen zijn gedragen en die tegenstand ge heel werd overwonnen; wanneer men ziet, dat nu niet meer als voorheen epilepsie als ongeneeslijk behoeft te worden beschouwd, en b.v. in deze stichtingen het aantal toe vallen per lOO.OOi) verpleegdagen sedert 1918 is gedaald van 29692 tot 5598, dan zal ieder moeten erkennen, dat zulk liefdelijk werk krachtig moet worden gesteund. Weet men hierbij nog, dat de kosten voor dit werk jaarlijks niet minder dan 380.000 bedragen, welke sommen, zonder eenige Staatshulp, moeten worden bijeengebracht door particulieren en instellingen van wel dadigheid, dan zal ook zelfs in dezen tijd van grooten economischen nood toch ieder, die daartoe maar eenigszins in de gelegen heid is, diep in den zak tasten en met een flinke bijdrage dit schoone werk steunen, zoodat het mooie doel op het a.s. gouden feest loffelijk bereikt is. Daartoe wekken wij hier dan ook gaarne ieder met allen ernst op! Postgiro: J. A. Hoekendijk-Heemstede, no. 34781. In een circulaire, die gestuurd is „aan allen, die in ons vaderland het werk onder en voor de lijders aan vallende ziekte waar- deeren en liefhebben", lezen we nog het vol gende: „Wat zal nu het Nederlandsche Volk doen wanneer dit werk op 26 Januari 1932 zijn 50-jarig bestaan gedenkt? Ongetwijfeld zal er algemeen behoefte bestaan van dankbare waardeering te doen blijken, niet alleen voor die mannen en vrouwen, die in 1882 den moed hadden dit werk aan te vatten, maar ook voor het Bestuur, dat sedert zóó ener giek voortging en voortgaat dit werk te leiden. Welnu, aan die uiting van waardee- ring en dank zouden ondergeteelcenden, die nende Zusters en Broeders der Stichtingen, zoo gaarne leiding geven en den weg wijzen. Er bestaat groote behoefte aan een geheel nieuw en naar de eischen des t-ijds ingericht kinder- en jongenshuis, waarvoor een som van vijftig duizend gulden nog niet toerei kend zal zijn. Het comité zou gaarne in den tijd, die ons van den jubileumsdatum scheidt, het hiertoe noodige bedrag bijeen brengen en op den feestdag aan het bestuur overhandigen als een dankoffer van het Nederlandsche volk, voor alles wat in die vijftig jaren- aan en voor deze ongelukkigen is gedaan. Het comité heeft laten vervaar digen boekjes met coupons ter inwisseling of verkoop, Het comité heeft de vaste overtuiging, dat het mogelijk is op deze wijze met de hulp van velen een bedrag bijeen te brengen, dat op waardige wijze uiting geeft aan den dank en de waardeering van heel Nederland voor hetgeen reeds is gedaan door het Bestuur der Stichtingen. Deze jubileum-inzameling staat onder be scherming van de Koningin-Moeder en wordt met het oog op het heerlijke doel. zoo wel als om den vorm waarin die geschiedt, krachtig en ernstig aanbevolen door het ge vormde eere-comite. BINNENLAND ERNSTIGE GASVERGIFTIGING TE ROTTERDAM. Blauwzuurgas uit een ontsmet huis ontsnapt. EEN MAN OVERLEDEN. Bij het ontsmetten van een blok huizen aan den Katendrechtschen Lagedijk te Rot terdam heeft zich Donderdagmiddag een ernstig geval van gasverstikking voorgedaan. Een drietal personen is bewusteloos ge raakt en door den Geneeskundigen Dienst naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ge bracht. Een van hen is overleden. Het ongeluk vindt er zijn oorzaak In dat de gemeente een naastgelegen woning aan de Klaverstraat aan het ontsmetten is geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van blauwzuur- gas. Door tot nog toe onbekende oorzaak is dit gevaarlijke gas door een luchtkoker in de W.C. van het café gestroomd met het beken de noodlottige gevolg. De politie heeft de zaak in onderzoek. Te half 12 ongeveer bevonden zich een drietal mannen in het café van G. op den hoek van den Katendrechtsche Lagedijk en de Klaverstraat. Het waren de 54-jarige C. v. d. S. uit Ridderkerk, de 33-jarige gemeente werkman A. P. de B. uit de Gerststraat en de 65-jarige los-werkman B. H. uit de 2e Carnïs- sestraat. v. d. S. had zich naar de W.C. begeven en toen hij geruimen tijd wegbleef maakten zijn beide kameraden zich ongerust en besloten eens poolshoogte te gaan nemen, aldus de Msb. Tot hun grooten schrik vonden zij v. d. bewusteloos in de W.C. liggen. Zij probeer den hem op te helpen, doch toen zij daarmee bezig waren werden ook zij door een plotse linge duizeligheid overvallen. Zij zakten in elkaar en ongetwijfeld zou de omvang van dat ernstig ongeluk nog grooter zijn geweest, als niet een tweetal mannen, de 57-jarige J. de B. uit de Klaverstraat en de 30-jarige W. v. d. L. uit de le Carnissestraat bijtijds te hulp waren geschoten. Deze laatsten wisten het drietal in de frissche lucht te brengen, waar de B. en H. al spoedig bijkwamen, v. d. S. bleef echer bewusteloos. Inmiddels waren de Geneeskundige Dienst en dr. van Rossen op de plaats van het on geluk verschenen, v. d. S. werd onmiddellijk naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ge bracht, waar hij kort na aankomst is over leden. De beide andere slachtoffers konden naar huis gaan. H. is echter op advies van zijn huisdokter naderhand ook naar het zieken huis aan den Coolsingel gebracht. ROEIBOOT GEZONKEN, MAN VERDRONKEN. ALPHEN a. d. RIJn,, 17 September. Tn den afgeloopen nacht is in den Ouden Rijn onder deze gemeente een ernstig ongeluk gebeurd, dat aan den ongeveer 50-jarigen C. van Ginhoven, wonende te Koudekerk, het leven heeft gekost. Deze bracht met een kennis de 28-jarige A. -de Lange, een roeiboot geladen -met turf, van Alphen naar Koudekerk. Teneinde vlug ger op de plaats van bestemming te zijn, werd de roeiboot vastgemaakt aan een motor boot. Tegen 1 uur passeerde deze boot echter een ander schip, dat zooveel deining veroor zaakte, dat de roeiboot begon te zinken. Van G. en de L. hebben toen getracht aan' boord van de motorboot te springen, hetgeen aan De Lange met behulp van den schipper inderdaad gelukte. Van Ginhoven kwam echter in het water terecht. Onmiddellijk werd de politie gewaarschuwd, die na eden geheelen nacht gedregd te heb ben, hedenmorgen te half zes, het lijk van het slachtoffer heeft opgehaald. ERKENDE INSTALLATEURS TE AMSTER DAM. De gemeenteraad v-an Amsterdam heeft aangenomen de voordracht van B. en W. tot invoering van het instituut van erkende eleetrotechnische installateurs. FEUILLETON. Het Huis op het Eiland Naar het Engelsch van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk verboden.) 16) „Dus meneer Martin is voorloopig weer door dc aarde verzwolgen", klonk het spijtig. „Verder nog nieuwe gezichtspunten?" .Dat wel. maar ik vrees dat we er niet veel aan zullen hebben. Maar merkwaardig is het in ieder geval. We hebben uitgevonden waar Lady Bertram is gestorven. Het was in Fo- ligno een plaats ongeveer tien mijl van As- sisi, op den weg naar Rome. En de datum is dezelfde als dien ik in de „Times" heb ont dekt. Het reisgezelschap van Sir Roderick verliet Assisi den 13den Maart: den volgen den dag werd Lady Bertram plotseling onge steld. ze werd naar een hotel in Foligno ge bracht en stierf daar in het kraambed". „Hebben ze daar ook haar graf gevon den?" „Neen, zé is niet in Foligno begraven. Het lichaam werd gekist en twee dagen later ver voerd. De weg, dien ze verder zijn gegaan, kon nog niet worden vastgesteld, maar dat zal nu onget-ijfeld ook weldra aan 't licht ko men". „Het maakt den indruk, of het Sir Rode rick bedoeling is geweest het lijk mee te ne men naar Engeland". „Ja, maar we weten dat hij dat niet deed, tenminste niet naar Wetstones. En waar zou zo anders begraven zijn? Je herinnert je wat juffrouw Cheetham vertelde hoe hij alleen met Martin terug kwam cn door het huls rondliep alsof er niets gebeurd was! En Mar tin verklaarde later dat Lady Bertram in Italië begraven was". „Ja, in Assisi". „Ik begrijp wat je zeggen wilt: zijn leugen kan evengoed betrekking hebben gehad op het heele land als op die ééne stad. Maar hoe dan ook. we zullen dit spoor verder volgen. Het bericht in de „Times" wijst er op, al staat het er niet met zooveel woorden, dat het. kind stierf op denzelfden dag als de moe der. Maar dat is niet zoo! Het was in leven en blijkbaar kern gezond, toen ze twee dagen na Lady Bertram's dood. uit Foligno weggin gen. Dat hebben we ook kunnen vaststellen". „Leid je daar nog Iets bijzonder van af?" „Och neen. Het bericht werd pas een dag of veertien later in de „Times" geplaatst en het kind zal dus wel hier of daar on derweg gestorven zijn". „Of niet gestorven! Bij dit warnet van raadsels en leugens kun je van alles verwach ten Vandaag of morgen komt een pretendent opduiken naar hetgeen Martin wel zoo vrien delijk is geweest voor mij over te laten". „Dat lijkt me niet bijster waarschijnlijk. Zulke dingen gebeuren alleen in boeken!" „Je zoudt ook geneigd zijn te zeggen dat alleen in een boek iemand zich vijf-en-twin- tig jaar in zijn huis opsluit, een vermogen in edelsteenen omzet en dat zijn lijk met die edelsteenen op een mysterieuze manier ver dwijnt!" „Daar zit iets in", moest Calthorp toege ven. „maar toch geloof ik niet dat je je on gerust hoeft te maken. Het kind is in ieder geval gestorven en we zullen hoop ik, gauw genoeg er achter komen waar. En nu, waarde heer en cliënt, roepen mijn plichten mij el ders". „Toe. ga nog niet weg. Laten we samen hier of daar gaan eten". „Dat zal tot mijn spijt niet gaan. Ik heb al een afspraak met George Greenfield. We zullen samen de zaak nog eens van alle kan ten bekijken en het scherpe verstand van deze rijzende ster aan den hemel van het recht, zal misschien 'n beetje licht laten schijnen op wat tot nu toe in duisternis is gehuld. Greenfield interesseert zich buiten gewoon voor alles wat met Sir Roderick en Martin in verband staat, denkelijk uit oude vriendschap voor jou. Den volgenden morgen richtte Guy zijn schreden naar het huis van Lord Caradoc op Berkeley Square en vroeg naar juffrouw Caradoc. Hij werd in een vroolijke ontvang kamer gelaten, waar Cicely zich bevond in gezelschap van een oudere dame, die aan een schrijftafel bij het raam bezig was een kas boek bij te werken. Mevrouw Herbert, zoo heette de dame, nam sedert het overlijden van Lord Caradoc's echtgenoote, welbeschouwd de leidende plaats in in diens gezin Oorspronkelijk was ze in zijn huis gekomen om voor Cecily te zorgen; ze behoorde tot de familie Condor, evenals Caradocs overleden vrouw. Maar langzamerhand was ze alles gaan bedisselen voor den edelman, die niet graag werd afge leid door wereldsche beslommeringen. Ze was een knappe vrouw van middelba ren leeftijd: een paar vriendelijke oogen glinsterden achter brilleglazen, de ferme lij nen om haar mond getuigden van vasten wil en haar heele wezen gaf een indruk van stiptheid en zin voor orde. Cicely zag er wat bleek en vermoeid uit, ze scheen de Londensche zomerhitte niet te kunnen verdragen Maar een week buiten lucht zou ongetwijfeld weer kleur op haar wangen tooveren en toen ze' hem tegemoet kwam om hem te begroeten, keek Guy met bewondering naar het lieve meisjesgezichtje en het fijne, tengere figuurtje in de eenvou dige japon. Mevrouw Herbert, zakelijke vrouw als ze was, viel terstond met de deur in huis en vroeg den bezoeker honderd uit over alles wat de huishouding en het personeel op Wetstones betrof. „Het huis schijnt uitstekend van alles voor zien te zijn", luidde haar conclusie, nadat ze Guy een soort kruisverhoor had doen on dergaan. „Dat zal de verhuizing erg verge makkelijken. Ik heb hier een inventarislijst, maar u neemt een en ander mee, niet waar Sir Guy?" „Ik heb een lijst gemaakt van meubels, schilderijen en andere dingen, die ik graag gebruiken zou voor het huis dat ik laat bou wen De advocaten van Lord Caradoc hebben zich er mee vereenigd, dat ik die meeneem. Trouwens Wetstones is zoo propvol met alles en nog wat, dat u nauwelijks zult merken, dat ik er wat uitgehaald heb". „O, dat is uitstekend, Sir Guy. Als u nog zoo vriendelijk wilt zijn mij den naam van de huishoudster op te geven, kan ik haar verschillende instructies geven. Het grootste deel van het personeel stuur ik Vrijdag naar het landgoed; Lord Caradoc wil er graag Za terdag al heengaan". Mevrouw Herbert noteerde juffrouw Cheetham's naam en vervolgde: „Cecily, wil jij Sir Guy verder bezighouden tot lunchtijd? Ik heb nog een heeleboel in- huis te doen". Ze zamelde haar papieren bijeen en met haar groote sleutelmand aan den arm, verliet ze met resolute passen het vertrek. De conservatie tusschen Guy en het aar dige jonge meisje vlotte uitmuntend en vóór ze er erg in hadden, ging de gong voor de lunch. Aan tafel kostte het Lord Caradoc, die te voorschijn kwam uit zijn studeerkamer, waar hij den ganschen mogren had doorgebracht tusschen zijn -boeken en schrifturen, door het vooruitzicht opgewekt weldra in de Ffoulkes- bibiliotheek te kunnen grasduinen, minder moeite dan gewoonlijk om aan een gesprek over practische dingen deel te nemen. Hij vroeg van allerlei over Wetstones, over het huis en het park, maar Guy kreeg dezen indruk dat de -beroemde boeken-collectie alle andere gedachten omtrent zijn nieuwe wo ning bij den edelman op den achtergrond drong en dat de gebeurtenissen, die het land goed den laatsten tijd in het middelpunt der publieke belangstelling hadden geplaatst, waren weggevaagd uit zijn herinnering, zoo zij tenminste ooit tot- zijn geleerd brein wa ren doorgedrongen. „Zou het u schikken. Sir Guy', vroeg Lord Caradoc tegen het einde van den maaltijd", om Zaterdag met ons mee te reizen en ons 'n beetje wegwijs te maken?" Guy was lichtelijk van z'n stuk gebracht door deze onverwachte invitatie. „Het zou heel prettig zijn, als het u schik te", voegde Cicely verlegen aan het verzoek van haar vader toe. Guy overdacht snel de situatie. Hij had meer dan genoeg van de Londensche „sea son" waar de eerste frisehheid al weer van af was; bovendien had de schoonheid van zijn landgoed zulk een diepen indruk op hem gemaakt, dat het denkbeeld er weer naar toe te gaan, hem eigenlijk sterk aantrok. Toch zou hij, als hij enkele dagen geleden, dat onaangename onderhoud met Richards niet had gehad, niet zoo spoedig geneigd zijn geweest op het oogenblik uit Londen weg te gaan! „Het is heel vriendelijk van u', antwoordde hij, „om mij zoo spoedig uit te noodigen, maar ik ben bang, dat ik niet vlug genoeg x-eisklaar kan zijn, om aanstaanden Zaterdag al met u mee te gaan. Maar als u uw in vitatie tot dien tijd zoudt kunnen handha ven, zal het mij bijzonder aangenaam zijn er aan het eind van de volgende week 'n paar dagen gebruik van te maken. .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6