DORLAS
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1931
ARROND. RECHTBANK.
DE BRAND AAN DEN „VIER
SPRONG" TE BENNEBROEK.
TWEE JAAR TEGEN VERDACHTE
GEëlSCHT.
Gisterenmiddag te half drie werd de be
handeling van de zaak tegen edn gérant
van het voor hotelbedrijf ingerichte villa
„Vredenhof" te Bennebroek, verdacht van
brandstichting, voortgezet.
Allereerst wordt gehoord de echtgenoote
van den huurder van het thans verbrande
perceel.
Deze getuige deelt mede, dat haar echt
genoot, die ook een zaak heeft in Den Haag
reeds lang had uitgezien naar een geschikte
gelegenheid om een hotel te vestigen. De
broer van verdachte heeft hem toen attent
gemaakt op villa „Vredenhof", dat dan ook
inderdaad gehuurd werd en wel op naam van
getuige.
Op een desbetreffende vraag van den pre
sldent, mr. G. Sluys, antwoordt getuige, dat
de in het gebouw aanwezige meubelen een
bedrag van f 12000 vertegenwoordigden. Alle
meubelen waren echter nog ni'et geplaatst.
Op den inboedel was een verzekering van
f 30.000 gesloten, alsmede een bedrijfsver
zekering van f 200 in de maand.
De huurder van de villa, die daarna gehoord
wordt, zegt, dat de broer van verdachte, die
meubelfabrikant is, de meubelen voor de
nieuwe zaak zou leveren en daarvoor een
aandeel in de winst zou krijgen. Buiten ver
dachte had hij nog geen ander personeel
aangesteld, omdat het hotel pas over twee
weken .geopend zou worden. Deze getuige ver
klaart verder op den bewusten nacht tele
fonisch door verdachte's broer te zijn ge
waarschuwd. Verdachte heeft aan hem ver
klaard, dat de brand ontslaan was door het
vallen van een vonk van zijn sigaret in een
kist houtwol.
Verdachte's broer, daarna ondervraagd,
bevestigt, dat hij de meubelen voor het hotel
zou leveren.
President: „Voor hoeveel hebt u er meube
len ingebracht?"
Getuige: „Voor ongeveer 9000 gulden".
De kussens en de deken, die de tuinjongen
moest begraven, waren .van getuige's auto
afkomstig. Hij was des avonds naar Benne
broek gekomen en had met verdachte gezeten
in café „De Oude Geleerde Man". Volgens
•getuige waren de kussens en de deken, die in
den tuin werden gevonden niet nat van de
benzine, maar alleen maar vochtig doordat
ze den geheelcn nacht in den tuin hadden
gelegen.
Vervolgens wordt verdachte door den pre
sident ondervraagd.
Verdachte deelt mede met ingang van 1
Mei als gérant van het nieuwe hotel te zijn
aangenomen. Zijn loon werd door zijn broer
die als directeur zou optreden, uitbetaald.
Gevraagd naar den reden, waarom het
kussen en de deken begraven moesten worden
antwoordt verdachte, dat dit geschiedde om
brandgevaar te voorkomen.
Op den vooravond van den brand had ver
dachte met zijn broer, die uit Rotterdam
overgekomen was, een biertje in het café
aan den overkant gedronken. Daarna was de
broer naar Rotterdam teruggekeerd. Hijzelf
is in de villa weer aan het werk gegaan. In
de kamer, waar hij bezig was met uitpakken
wilde hij een sigaret aansteken. „Het eerste
lucifertje, dat ik gebruiken wilde, vloog mij
uit de handen", aldus verdachte, „en terwijl
ik een tweede wilde aanstrijken, zag ik plot
seling een groote vlam uit de kist met hout
wol naast mij opstijgen". Verdachte is toen,
volgens zijn zeggen, in allerijl naar de keuken
igeloopen om een emmer met water te halen
Toen hij terugkwam sloegen de vlammen
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Koffie
Thee
reeds de kamerdeur uit en do gang in. Hij
schrok zoo hevig, dat hij de emmer uit zijn
handen liet vallen en de straat opvluchtte
met het doel den burgemeester te halen,
Verdachte ontkent ten stelligste dat er
ramen en deuren zouden hebben openge
staan.
President: „Hoe verklaart u die explosie?"
Verdachte: „Ik heb geen explosie gehoord"
Hierna wordt als getuige a décharge ge
hoord een meubelmaker, die den geheelen
dag aan een buffet in de villa gewerkt had
Toen hij om half acht naar huis ging, waren
alle deuren en vensters gesloten.
Als tweede getuige a décharge wordt nog
gehoord de vrouw van verdachte's broer. Deze
getuige werd ondervraagd, in verband met-
het feit dat haar man bij het bezoek aan
Bennebroek een pakje aan verdachte had
gegeven, waarin zich misschien brandbare
stoffen of iets van dien aard konden be
vinden. Getuige, die het paketje ingepakt
had, noemt de artikelen, welke zich erin
bevonden. Het waren voorwerpen van huis-
houdelijken aard. De opgave klopte met die
welke door haar echtgenoot- reeds eerder was
gedaan.
Eisch 2 jaar gevangenisstraf.
De officier van justitie, mr. W. M. Paartie-
kooper Overman, krijgt daarna gelegenheid
tot het nemen van zijn requisitoir. Spreker
zegt, dat de brand ontstaan is door een
expioisie, die op verren afstand te hooren
was. De getuige-deskundige is tot de conclusie
gekomen, dat de explosie haar oorzaak in
brand moet hebben gevonden.
Verschillende factoren, zooals het feit, dat-
deuren en ramen openstonden, die anders
dicht waren, wijzen op een opzettelijke
brandstichting. Daarbij komt nog de volgens
spreker te hooge verzekering en de verdachte-
handelingen van den gérant en zijn broer.
De broer acht spreker nog het meest schuldig.
Hij had het meest belang bij een brand. En
toen hij op den bewusten avond een bezoek
aan verdachte had gebracht, heeft hij na
afloop daarvan alle middelen te baat geno
men om zoo spoedg mogelijk in Rotterdam
terug te komen. Dit komt spreker verdacht
voor.
De verklaringen ijvan verdachte vindt spre
ker twijfelachig. Deze heeft tegen den eene
gezegd: Ik denk, en tegen den andere ik
heb een lucifertje in de houtwol laten val
len.
Vroeger heeft verdachte verklaard, dat hij
door een explosie tegen den muur werd ge
gooid en op de zitting ontkent hij een ont
ploffing gehoord te hebben. i
De Officier acht brandstichting bewezen
en eischt tegen verdachte een gevangenis
straf van twee jaar. Mochten de rechters
daar niet mede accoord gaan, dan ver-
eischt hij veroordeeling wegens veroorzaken
van brand door schuld, tot drie maanden
gevangenisstraf.
Daarna hield de verdediger, mr. J. A. P. C.
ten Bokkel zijn pleidooi. Spreker stelt voorop
dat het brengen van vuur in een kamer, waar
licht ontbrandbare stoffen aanwezig zijn,
geen strafbaar feit is.
Wat de eigenlijke feiten betreft, kan ge
zegd worden, dat er niets gevonden is, wat
op brandstichting wijst. Het is alles raden
geweest. Pleiter is er van overtuigd, dat er
inderdaad een gasontploffing heeft plaats
gehad, maar het is zeer wel mogelijk, dat
verdachte er niets van gehooid heeft door
de hevige gemoedsbeweging, waarin hij ver
keerde. De ontploffing pleit daarbij tegen
brandstichting, aldus verdediger. Iemand,
-die werkelijk het plan heeft om brandstich
ting te plegen, zal ongetwijfeld zijn werk in
alle stilte verrichten. Wat de open ramen
en deuren betreft, dit is feitelijk alleen maar
geconstateerd door een buitengewoon veld
wachter. En pleiter meent aan diens verkla
ringen weinig geloof te moeten hechten, aan
gezien deze man tegenstrijdige rapporten
heeft uitgebracht. De politie-agent, die het
eerst bij den brand was. heeft om het ge-
heele huis geloopen en niets van open ramen
en deuren gezien. Het begraven van het kus
sen geschiedde, naar pleiter mededeelt, naar
aanleiding van een verzoek van den reini
gingsdienst. Pleiter voert verder aan, dat
verdachte bij een brand niet het minste be
lang had. Uit de talrijke voorbereidingen, die
verdachte heeft genomen, blijkt dat deze in
derdaad het plan had een hotelbedrijf te be
ginnen.
Wat het tweede ten lastegelegde, veroorza
ken van brand door schuld, betreft, zegt
pleiter, dat de handeling door verdachte ver
richt, iets is, wat in het gewone leven dage
lijks voorkomt. Bovendien heeft verdachte,
toen de brand ontstond, nog getracht het
vuur uit te slaan en te trappen.
Pleiter verzoekt ten aanzien van het pri
mair ten laste gelegde, n.l. brandstichting,
vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging
en wat het tweede tenlaste gelegde betreft,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Heerlijk opgefrischt...!
Natuurlijk Wright's gebruikt. Een
bescherming tegen infectie dank zij
de sterke antiseptische werking.
OVERAL a 35 CT. VERKRIJGBAAR.
WRIGHT'S c8St ZEEP
het veroorzaken van brand door schuld vrij
spraak, of anders het betrachten van de
uiterste clementie.
De uitspraak is op Donderdag 1 October
te kwart vóór tien voormiddags.
Inbraak in een consumptietent.
De Rechtbank heeft uitspraak gedaan in de
zaak tegen twee jongens, die in den nacht
van 4 op 5 Augustus in een .consumptietent
aan den Zeeweg hadden ingebroken en daar
kaas en sigaretten hadden ontvreemd. Tegen
elk der verdachten was 6 maanden gevange
nisstraf geëischt. Zij werden veroordeeld tot
4 maanden gevangenisstraf met aftrek van
preventief.
Oneerlijke commensaal,
De oneerlijke commensaal, die terecht had
gestaan wegens verduistering van 7.50 ten
nadeele van zijn hospita, is veroordeeld
tot 4 maanden gevangenisstraf met aftrek
van preventief.
De eisch luidde 6 maanden gevangenis
straf. Bovendien had hij nog een voorwaarde
lijke straf van vier maanden tegoed.
ROODE KRUIS TRANSPORT
COLONNE.
DE WEDSTRIJDEN BIJ HET 20-JARIG
BESTAAN.
De deelnemende groepen zijn: Alblasser-
dam E.H.B.O.. Alkmaar Roode Kruis, Amster
dam E.H.B.O., Amsterdam Roode Kruis,
Apeldoorn Roode Kruis. Bussum Roode Kruis,
Dames, Bussum Roode Kruis Heeren, Bussum
Politie. Bloemend. Reddingsbrigade. Delft
E.H.B.O., Dordrecht E.H.B.O., Dordrecht
Roode Kruis, Goude Roode Kruis. 's-Graven-
hage E.H.B.O., Groningen Roode Kruis, Haar
lem, E.H.B.O., Helder Marine, Rotterdam Lin
ker Maasoever, Rotterdam Oud-Charlois, Rot
terdam Roode Kruis, Santpoort E.H.B.O.,
Schiedam E.H.B.O., Schiedam Roode Kruis,
Soest E.H.B.O., Utrecht E.H.B.O., Utrecht Po
litie, Utrecht Roode Kruis, Utrecht Reddings
brigade, IJmuiden Roode Kruis, IJmuiden
E.H.B.O., Zeist Roode Kruis, Zwolle Roode
Kluis, Vlaardingen E.H.B.O.
De volgende medailles en kunstvoorwerpen
zijn geschonken:
Hoofdbestuur Nederlandsch Roode Kruis
een zilveren medaille, Nederlandsche Vereeni-
ging E.H.B.O., een verguld zilveren medaille,
Gemeente Haarlem een verguld zilveren me
daille, Roode Kruis Bussum, 1 verguld zilve
ren medaille, Damesleden Roode Kruis Haar
lem 1 zilveren medaille met 5 draagmedailles,
Heerenleden Roode Kruis Haarlem een zil
veren medaille met 5 draagmedailles, Red
dingsbrigade Haarlem een zilveren medaille,
Roode Kruis Schiedam een verguld zilveren
medaille, Haarlem's Dagblad een plaquette,
St-ads Editie een verguld zilveren medaille,
Nieuwe Haaremsche Courant een zilveren
medaille, Personeel Firma Mathot een ver
guld zilveren medaille, Sierkan Elaarlem, een
zilveren medaille, N. N„ twee vergulde me
dailles, Viergever, een verzilverde medaille,
Personeel firma Enschedé een verzilverde me
daille. Van Kampen Jr. en Sr., een zilveren
medaille. Ongevallen Dienst Haarlem, l zil
veren aschbak, Commissaris van Politie een
zilveren Eversharp potlood, Fabel een zilve
ren medaille, T. Dorrepaal 2 Faience pullen,
Ziekeninrichting St. Joannes de Deo 1 ver
guld zilveren medaille met vijf draagmedail
les, Mariastichting een zilveren lauwerkrans,
Brandweercollege een zilveren lauwertak,
E.K.B.O. Santpoort 1 verzilverde medaille,
Roode Kruis Haarlem een zilveren sierspeld.
MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL TE
HAARLEM.
Op de M.T.S. te Haarlem zijn voor den
cursus 19311932 ingeschreven 469 leerlin
gen, waarvan 120 voor Bouwkunde en Weg
en Waterbouwkkunde, 233 voor Werktuig
bouwkunde en electrotechniek, 17 v-oor
Scheepsbouwkunde en 99 in het practische
leerjaar. Een record-cijfer ondanks de ma
laise!
bij Arch". Staal, Amsterdam; C. B. Oorthuis,
als teekenaar bij Publieke Werken te Am
sterdam, afdeeling Havenwerken; P. van
Oostveen, als assistent-uitvoerder bij de fir
ma Hidde Nijland te Amsterdam en J. Silvis
als teekenaar bij Openbare Werken te
Heemstede.
Afdeeling Weg- en Waterbouwkunde: de
heeren: P. Hagtingius, als teekenaar bij den
Provicialen Waterstaat van N. H.) D. H. Lan-
genbach, als buitengewoon opzichter bij den
Rijkswaterstaat afdeeling Zeearmen
Groote rivieren; F. van Rossum als o-pzichter
bij den Prov. Waterstaat van NH.; C. W.
Sohaling, als teekenaar bij Publieke Werken,
Amsterdam, afdeeling Rioleering.
Afdeeling Scheepsbouwkunde: de heeren:
A. D. Visser, als keteimonteur bij Gebr. Stork
Co., en C. Griitwis, als monteur bij Gebr.
Stork Co. te Hengelo (O.).
DE STICHTINGEN VOOR
TOEVALLIJDERS.
HET GESCHENK VAN HET NEDER
LANDSCHE VOLK.
PERSONALIA.
De volgende gediplomeerden der M. T. S.
te Haarlem, zijn geplaatst in de navolgende
betrekkingen:
Afdeeling Bouwkunde; de heeren; J. J.
Brugman als opzichter-teekenaar bij Arch.
Langius, Toorn; L. van Halm, als teekenaar
Men schrijft ons:
Dezer dagen wordt een krachtige actie
gevoerd, die helaas niet terwille van den
huidigen economischen nood kan worden
uitgesteld, om het geschenk, dat namens
het Nederlandsche Volk zal worden aange
boden, op 25 Januari a.s. bij gelegenheid van
het 50-jarig bestaan der Stichtingen voor
Toevallijders te Haarlem en Heemstede, aan
het bestuur dier stichtingen, zoo volkomen
mogelijk te doen zijn.
De bedoeling is, behalve de in den loop
dier vijftig jaren reeds verrezen tien gebou
wen, vormende met de bijgebouwen twee in
richtingen, die in ons vaderland allerwege
een goeden naam hebben, en waar nu 450
patiënten van alle gezindten en uit alle elf
provinciën van ons vaderland een doelma
tige en liefderijke verpleging vinden, nog
een geheel nieuw Kinder-Jongenshuis of
Ziekenhuis ten geschenke te geven, als dank
van ons volk in al zijn geledingen, voor alles
en dat is niet weinig, wat in die halve eeuw
door bestuur en zusters en broeders voor
deze ongelukkigen is gedaan en werd be
reikt.
Reeds werd hiertoe in vele plaatsen van
ons vaderland gewerkt, maar in deze maand
wordt een laatste en krachtige -poging ge
daan om allen te bereiken, van wie men mag
verwachten dat zij voor dit liefdewerk wel
iets gevoelen en daarom ook willen offeren.
Het geschenk moet waardig zijn en net
bestuur niet voor nieuwe zorgen plaatsen.
Wanneer men bedenkt met hoeveel zor
gen en tegenstand dit werk van het begin
heeft te kampen gehad en hoe moedig die
zorgen zijn gedragen en die tegenstand ge
heel werd overwonnen; wanneer men ziet,
dat nu niet meer als voorheen epilepsie als
ongeneeslijk behoeft te worden beschouwd,
en b.v. in deze stichtingen het aantal toe
vallen per lOO.OOi) verpleegdagen sedert 1918
is gedaald van 29692 tot 5598, dan zal ieder
moeten erkennen, dat zulk liefdelijk werk
krachtig moet worden gesteund.
Weet men hierbij nog, dat de kosten voor
dit werk jaarlijks niet minder dan 380.000
bedragen, welke sommen, zonder eenige
Staatshulp, moeten worden bijeengebracht
door particulieren en instellingen van wel
dadigheid, dan zal ook zelfs in dezen tijd
van grooten economischen nood toch ieder,
die daartoe maar eenigszins in de gelegen
heid is, diep in den zak tasten en met een
flinke bijdrage dit schoone werk steunen,
zoodat het mooie doel op het a.s. gouden
feest loffelijk bereikt is.
Daartoe wekken wij hier dan ook gaarne
ieder met allen ernst op!
Postgiro: J. A. Hoekendijk-Heemstede, no.
34781.
In een circulaire, die gestuurd is „aan
allen, die in ons vaderland het werk onder
en voor de lijders aan vallende ziekte waar-
deeren en liefhebben", lezen we nog het vol
gende:
„Wat zal nu het Nederlandsche Volk doen
wanneer dit werk op 26 Januari 1932 zijn
50-jarig bestaan gedenkt? Ongetwijfeld zal
er algemeen behoefte bestaan van dankbare
waardeering te doen blijken, niet alleen voor
die mannen en vrouwen, die in 1882 den
moed hadden dit werk aan te vatten, maar
ook voor het Bestuur, dat sedert zóó ener
giek voortging en voortgaat dit werk te
leiden. Welnu, aan die uiting van waardee-
ring en dank zouden ondergeteelcenden, die
nende Zusters en Broeders der Stichtingen,
zoo gaarne leiding geven en den weg wijzen.
Er bestaat groote behoefte aan een geheel
nieuw en naar de eischen des t-ijds ingericht
kinder- en jongenshuis, waarvoor een som
van vijftig duizend gulden nog niet toerei
kend zal zijn. Het comité zou gaarne in den
tijd, die ons van den jubileumsdatum
scheidt, het hiertoe noodige bedrag bijeen
brengen en op den feestdag aan het bestuur
overhandigen als een dankoffer van het
Nederlandsche volk, voor alles wat in die
vijftig jaren- aan en voor deze ongelukkigen
is gedaan. Het comité heeft laten vervaar
digen boekjes met coupons ter inwisseling of
verkoop,
Het comité heeft de vaste overtuiging, dat
het mogelijk is op deze wijze met de hulp
van velen een bedrag bijeen te brengen, dat
op waardige wijze uiting geeft aan den dank
en de waardeering van heel Nederland voor
hetgeen reeds is gedaan door het Bestuur
der Stichtingen.
Deze jubileum-inzameling staat onder be
scherming van de Koningin-Moeder en
wordt met het oog op het heerlijke doel. zoo
wel als om den vorm waarin die geschiedt,
krachtig en ernstig aanbevolen door het ge
vormde eere-comite.
BINNENLAND
ERNSTIGE GASVERGIFTIGING
TE ROTTERDAM.
Blauwzuurgas uit een ontsmet
huis ontsnapt.
EEN MAN OVERLEDEN.
Bij het ontsmetten van een blok huizen
aan den Katendrechtschen Lagedijk te Rot
terdam heeft zich Donderdagmiddag een
ernstig geval van gasverstikking voorgedaan.
Een drietal personen is bewusteloos ge
raakt en door den Geneeskundigen Dienst
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ge
bracht.
Een van hen is overleden.
Het ongeluk vindt er zijn oorzaak In dat de
gemeente een naastgelegen woning aan de
Klaverstraat aan het ontsmetten is geweest.
Daarbij is gebruik gemaakt van blauwzuur-
gas. Door tot nog toe onbekende oorzaak is
dit gevaarlijke gas door een luchtkoker in de
W.C. van het café gestroomd met het beken
de noodlottige gevolg.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
Te half 12 ongeveer bevonden zich een
drietal mannen in het café van G. op den
hoek van den Katendrechtsche Lagedijk en
de Klaverstraat. Het waren de 54-jarige C. v.
d. S. uit Ridderkerk, de 33-jarige gemeente
werkman A. P. de B. uit de Gerststraat en de
65-jarige los-werkman B. H. uit de 2e Carnïs-
sestraat.
v. d. S. had zich naar de W.C. begeven en
toen hij geruimen tijd wegbleef maakten zijn
beide kameraden zich ongerust en besloten
eens poolshoogte te gaan nemen, aldus de
Msb. Tot hun grooten schrik vonden zij v. d.
bewusteloos in de W.C. liggen. Zij probeer
den hem op te helpen, doch toen zij daarmee
bezig waren werden ook zij door een plotse
linge duizeligheid overvallen. Zij zakten in
elkaar en ongetwijfeld zou de omvang van
dat ernstig ongeluk nog grooter zijn geweest,
als niet een tweetal mannen, de 57-jarige J.
de B. uit de Klaverstraat en de 30-jarige W.
v. d. L. uit de le Carnissestraat bijtijds te
hulp waren geschoten. Deze laatsten wisten
het drietal in de frissche lucht te brengen,
waar de B. en H. al spoedig bijkwamen, v. d.
S. bleef echer bewusteloos.
Inmiddels waren de Geneeskundige Dienst
en dr. van Rossen op de plaats van het on
geluk verschenen, v. d. S. werd onmiddellijk
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ge
bracht, waar hij kort na aankomst is over
leden.
De beide andere slachtoffers konden naar
huis gaan. H. is echter op advies van zijn
huisdokter naderhand ook naar het zieken
huis aan den Coolsingel gebracht.
ROEIBOOT GEZONKEN, MAN
VERDRONKEN.
ALPHEN a. d. RIJn,, 17 September. Tn
den afgeloopen nacht is in den Ouden Rijn
onder deze gemeente een ernstig ongeluk
gebeurd, dat aan den ongeveer 50-jarigen
C. van Ginhoven, wonende te Koudekerk,
het leven heeft gekost.
Deze bracht met een kennis de 28-jarige
A. -de Lange, een roeiboot geladen -met turf,
van Alphen naar Koudekerk. Teneinde vlug
ger op de plaats van bestemming te zijn,
werd de roeiboot vastgemaakt aan een motor
boot. Tegen 1 uur passeerde deze boot echter
een ander schip, dat zooveel deining veroor
zaakte, dat de roeiboot begon te zinken.
Van G. en de L. hebben toen getracht aan'
boord van de motorboot te springen, hetgeen
aan De Lange met behulp van den schipper
inderdaad gelukte. Van Ginhoven kwam
echter in het water terecht.
Onmiddellijk werd de politie gewaarschuwd,
die na eden geheelen nacht gedregd te heb
ben, hedenmorgen te half zes, het lijk van
het slachtoffer heeft opgehaald.
ERKENDE INSTALLATEURS TE AMSTER
DAM.
De gemeenteraad v-an Amsterdam heeft
aangenomen de voordracht van B. en W. tot
invoering van het instituut van erkende
eleetrotechnische installateurs.
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden.)
16)
„Dus meneer Martin is voorloopig weer
door dc aarde verzwolgen", klonk het spijtig.
„Verder nog nieuwe gezichtspunten?"
.Dat wel. maar ik vrees dat we er niet veel
aan zullen hebben. Maar merkwaardig is het
in ieder geval. We hebben uitgevonden waar
Lady Bertram is gestorven. Het was in Fo-
ligno een plaats ongeveer tien mijl van As-
sisi, op den weg naar Rome. En de datum is
dezelfde als dien ik in de „Times" heb ont
dekt. Het reisgezelschap van Sir Roderick
verliet Assisi den 13den Maart: den volgen
den dag werd Lady Bertram plotseling onge
steld. ze werd naar een hotel in Foligno ge
bracht en stierf daar in het kraambed".
„Hebben ze daar ook haar graf gevon
den?"
„Neen, zé is niet in Foligno begraven. Het
lichaam werd gekist en twee dagen later ver
voerd. De weg, dien ze verder zijn gegaan,
kon nog niet worden vastgesteld, maar dat
zal nu onget-ijfeld ook weldra aan 't licht ko
men".
„Het maakt den indruk, of het Sir Rode
rick bedoeling is geweest het lijk mee te ne
men naar Engeland".
„Ja, maar we weten dat hij dat niet deed,
tenminste niet naar Wetstones. En waar zou
zo anders begraven zijn? Je herinnert je wat
juffrouw Cheetham vertelde hoe hij alleen
met Martin terug kwam cn door het huls
rondliep alsof er niets gebeurd was! En Mar
tin verklaarde later dat Lady Bertram in
Italië begraven was".
„Ja, in Assisi".
„Ik begrijp wat je zeggen wilt: zijn leugen
kan evengoed betrekking hebben gehad op
het heele land als op die ééne stad. Maar hoe
dan ook. we zullen dit spoor verder volgen.
Het bericht in de „Times" wijst er op, al
staat het er niet met zooveel woorden, dat
het. kind stierf op denzelfden dag als de moe
der. Maar dat is niet zoo! Het was in leven
en blijkbaar kern gezond, toen ze twee dagen
na Lady Bertram's dood. uit Foligno weggin
gen. Dat hebben we ook kunnen vaststellen".
„Leid je daar nog Iets bijzonder van af?"
„Och neen. Het bericht werd pas een dag
of veertien later in de „Times" geplaatst
en het kind zal dus wel hier of daar on
derweg gestorven zijn".
„Of niet gestorven! Bij dit warnet van
raadsels en leugens kun je van alles verwach
ten Vandaag of morgen komt een pretendent
opduiken naar hetgeen Martin wel zoo vrien
delijk is geweest voor mij over te laten".
„Dat lijkt me niet bijster waarschijnlijk.
Zulke dingen gebeuren alleen in boeken!"
„Je zoudt ook geneigd zijn te zeggen dat
alleen in een boek iemand zich vijf-en-twin-
tig jaar in zijn huis opsluit, een vermogen
in edelsteenen omzet en dat zijn lijk met die
edelsteenen op een mysterieuze manier ver
dwijnt!"
„Daar zit iets in", moest Calthorp toege
ven. „maar toch geloof ik niet dat je je on
gerust hoeft te maken. Het kind is in ieder
geval gestorven en we zullen hoop ik, gauw
genoeg er achter komen waar. En nu, waarde
heer en cliënt, roepen mijn plichten mij el
ders".
„Toe. ga nog niet weg. Laten we samen
hier of daar gaan eten".
„Dat zal tot mijn spijt niet gaan. Ik heb
al een afspraak met George Greenfield. We
zullen samen de zaak nog eens van alle kan
ten bekijken en het scherpe verstand van
deze rijzende ster aan den hemel van het
recht, zal misschien 'n beetje licht laten
schijnen op wat tot nu toe in duisternis is
gehuld. Greenfield interesseert zich buiten
gewoon voor alles wat met Sir Roderick en
Martin in verband staat, denkelijk uit oude
vriendschap voor jou.
Den volgenden morgen richtte Guy zijn
schreden naar het huis van Lord Caradoc
op Berkeley Square en vroeg naar juffrouw
Caradoc. Hij werd in een vroolijke ontvang
kamer gelaten, waar Cicely zich bevond in
gezelschap van een oudere dame, die aan een
schrijftafel bij het raam bezig was een kas
boek bij te werken.
Mevrouw Herbert, zoo heette de dame, nam
sedert het overlijden van Lord Caradoc's
echtgenoote, welbeschouwd de leidende
plaats in in diens gezin Oorspronkelijk was
ze in zijn huis gekomen om voor Cecily te
zorgen; ze behoorde tot de familie Condor,
evenals Caradocs overleden vrouw. Maar
langzamerhand was ze alles gaan bedisselen
voor den edelman, die niet graag werd afge
leid door wereldsche beslommeringen.
Ze was een knappe vrouw van middelba
ren leeftijd: een paar vriendelijke oogen
glinsterden achter brilleglazen, de ferme lij
nen om haar mond getuigden van vasten wil
en haar heele wezen gaf een indruk van
stiptheid en zin voor orde.
Cicely zag er wat bleek en vermoeid uit,
ze scheen de Londensche zomerhitte niet te
kunnen verdragen Maar een week buiten
lucht zou ongetwijfeld weer kleur op haar
wangen tooveren en toen ze' hem tegemoet
kwam om hem te begroeten, keek Guy met
bewondering naar het lieve meisjesgezichtje
en het fijne, tengere figuurtje in de eenvou
dige japon.
Mevrouw Herbert, zakelijke vrouw als ze
was, viel terstond met de deur in huis en
vroeg den bezoeker honderd uit over alles
wat de huishouding en het personeel op
Wetstones betrof.
„Het huis schijnt uitstekend van alles voor
zien te zijn", luidde haar conclusie, nadat
ze Guy een soort kruisverhoor had doen on
dergaan. „Dat zal de verhuizing erg verge
makkelijken. Ik heb hier een inventarislijst,
maar u neemt een en ander mee, niet waar
Sir Guy?"
„Ik heb een lijst gemaakt van meubels,
schilderijen en andere dingen, die ik graag
gebruiken zou voor het huis dat ik laat bou
wen De advocaten van Lord Caradoc hebben
zich er mee vereenigd, dat ik die meeneem.
Trouwens Wetstones is zoo propvol met alles
en nog wat, dat u nauwelijks zult merken,
dat ik er wat uitgehaald heb".
„O, dat is uitstekend, Sir Guy. Als u nog
zoo vriendelijk wilt zijn mij den naam van
de huishoudster op te geven, kan ik haar
verschillende instructies geven. Het grootste
deel van het personeel stuur ik Vrijdag naar
het landgoed; Lord Caradoc wil er graag Za
terdag al heengaan".
Mevrouw Herbert noteerde juffrouw
Cheetham's naam en vervolgde:
„Cecily, wil jij Sir Guy verder bezighouden
tot lunchtijd? Ik heb nog een heeleboel in-
huis te doen".
Ze zamelde haar papieren bijeen en met
haar groote sleutelmand aan den arm, verliet
ze met resolute passen het vertrek.
De conservatie tusschen Guy en het aar
dige jonge meisje vlotte uitmuntend en vóór
ze er erg in hadden, ging de gong voor de
lunch.
Aan tafel kostte het Lord Caradoc, die te
voorschijn kwam uit zijn studeerkamer, waar
hij den ganschen mogren had doorgebracht
tusschen zijn -boeken en schrifturen, door het
vooruitzicht opgewekt weldra in de Ffoulkes-
bibiliotheek te kunnen grasduinen, minder
moeite dan gewoonlijk om aan een gesprek
over practische dingen deel te nemen. Hij
vroeg van allerlei over Wetstones, over het
huis en het park, maar Guy kreeg dezen
indruk dat de -beroemde boeken-collectie alle
andere gedachten omtrent zijn nieuwe wo
ning bij den edelman op den achtergrond
drong en dat de gebeurtenissen, die het land
goed den laatsten tijd in het middelpunt der
publieke belangstelling hadden geplaatst,
waren weggevaagd uit zijn herinnering, zoo
zij tenminste ooit tot- zijn geleerd brein wa
ren doorgedrongen.
„Zou het u schikken. Sir Guy', vroeg Lord
Caradoc tegen het einde van den maaltijd",
om Zaterdag met ons mee te reizen en ons
'n beetje wegwijs te maken?"
Guy was lichtelijk van z'n stuk gebracht
door deze onverwachte invitatie.
„Het zou heel prettig zijn, als het u schik
te", voegde Cicely verlegen aan het verzoek
van haar vader toe.
Guy overdacht snel de situatie. Hij had
meer dan genoeg van de Londensche „sea
son" waar de eerste frisehheid al weer van
af was; bovendien had de schoonheid van
zijn landgoed zulk een diepen indruk op hem
gemaakt, dat het denkbeeld er weer naar
toe te gaan, hem eigenlijk sterk aantrok.
Toch zou hij, als hij enkele dagen geleden,
dat onaangename onderhoud met Richards
niet had gehad, niet zoo spoedig geneigd
zijn geweest op het oogenblik uit Londen weg
te gaan!
„Het is heel vriendelijk van u', antwoordde
hij, „om mij zoo spoedig uit te noodigen,
maar ik ben bang, dat ik niet vlug genoeg
x-eisklaar kan zijn, om aanstaanden Zaterdag
al met u mee te gaan. Maar als u uw in
vitatie tot dien tijd zoudt kunnen handha
ven, zal het mij bijzonder aangenaam zijn er
aan het eind van de volgende week 'n paar
dagen gebruik van te maken.
.(Wordt vervolgd.).