MIJN HERBARIUM
We zullen deze rubriek voor dit
Jaar beëindigen met nog enkele com-
positen.
Iïerfstlccuvventand (Leóntodon
autumnalis) Zie fig. 1.
De plant komt algemeen voor langs
wegen, dijken en in weilanden. Ze
wordt ook wel eens paardebloem ge
noemd, omdat de bloem er wel wat
op gelijkt; ze is echter van geheel
anderen bouw. De stengel is vertakt
en 2 of meer hoofdig. Er zitten dus
meerdere bloemen aan een stengel.
De bloemhoofdjes staan steeds recht
op, terwijl de stelen der hoofdjes vlak
er onder langzaam verdikt en be-
schubd zijn. De stengel is bladloos;
de bladeren staan rond den wortel en
zijn bochtig getand. De bloempjes
hebben denzelfden bouw als de paar
debloem, doch de randbloemen heb
ben aan de onderzijde een rood- of
bruinachtige streep. Bloeitijd" Juli
October,
Kleine klis of klit (Lappa minor)
Zie fig. 2.
Op dijken, langs wegen en vooral
op onbewoonde plaatsen als opslag
plaatsen komt deze plant vrij alge
meen voor. De meeste jongens zullen
deze plant wel kennen; de klitjes blij
ven zoo fijn aan je kleeren hangen,
't Zijn krachtige, rechtopstaande
planten met een vertakten stengel.
Ze hebben groote, eironde of hart
vormige bladeren. De omwindsel
blaadjes der bloemhoofdjes zijn
haakvormig omgebogen, terwijl de
bloemen purperkleurig zijn. Bloeitijd
Juli—September.
Melkdistel (Sónchus oleróceus) Zie
fig. 3. Eveneens een algemeen voor
komende plant op bouwland, in moes
tuinen en langs wegen. De melkdis-
tels zijn niet zoo kwaadaardig als de
gewone distels. De bladeren zijn wel
stekelig getand, doch deze stekels zijn
zacht, 't Zijn kruiden met veel melk
sap en een rechtopstaande, vertakten
stengel. De bladeren hebben een pljl-
vormigen voet en zijn van onderen
blauwachtig groen. De bloemkroon is
lichtgeel. Bloeitijd JuniHerfst.
BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG-
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
W. v. d. L. De familie op de Hoe
ve verstaat wel de kunst van feest
vieren Wie was die neef uit Rotter
dam? Wat een bof dat het zulk mooi
weer was. Heb je ook nog een ridder
orde gekregen? De heer D. toch ze
ker wel.
BALLENBREISTERTJE. Heel
hartelijk bedankt voor jullie mooie
kiek. Wat staan jullie er goed op. En
wat hebben jullie reusachtig fijn
feest gevierd. Aardig van je, dat Je
dat telraampje voor den St. Nico-
laaswedstrijd bewaart. En van Gijs
vind in het ook lief. dat hij den ram
melaar geeft. Als jullie weer uitgaan,
moet je altijd maar je oom meene
men. Die bracht dus zoo wat een hal
ven banketwinkel mee naar huis. De
zwempakjes kunnen nu zoo langza
merhand wel opgeborgen worden.
Voor pootje baden is het geen weer
meer.
PRESIDENT KRUGER. Stond
het briefje van de Ruyter soms aan
de achterzijde? Kun jij niet een beet
je netter schrijven? Ik geloof het ze
ker. De raadsels vallen de eene week
wel eens gemakkelijker uit dan de
andere week. Maar een Kruger zocht
net zoolang naar een oplossing tot
hij er een gevonden had, Je ingezon
den raadsels zijn goed.
W. L. 'k Zal je reisbeschrijving
plaatsen, 't Was niet te groot en niet
te klein. Wat begint het goed met O.
B. Als Je het alleen niet af kan. is er
misschien een Rubriekertje te vinden,
dat je assisteeren wil- Als alles is. zoo
als je het wenscht, kom ik eens kij
ken. Heb je nog een ander orkest ge
vonden? Ik hoop, dat Je dezen win
ter veel van goede muziek zult genie
ten.
ALBA. *k Weet niet meer. waar
dat in zat, dat je één raadsel fout
had. In ieder geval mag je de vol
gende week meeloten om een raadsel
prijs. Je was bijna No. 1 geweest bij
den woordenwedstrijd, maar Draaitol
is je voorbij gedraald. Die meisjes zijn
ook zulke geweldige concurrenten.
PRINSES MARIA. 'k Vond het
prettig weer eens wat van jullie te
hooren. Ik heb van Koninginnedag
niet veel gezien. Maar natuurlijk be
hoort een prinses daarbij.
BOKS TER T JE. Prettig voor Je,
dat Je nu nog de Avondschool kunt
volgen. Is Je jurk nu af? Een prettige
gedachte hè, dat Je hem zelf gemaakt
hebt. Je gaat er zeker 4 keer 's weeks
naar toe.
BALLENBREISTERTJE. Ja hoor,
dien brief heb ik wel ontvangen. En
ik was wat blij met de mooie foto.
Ik weet niet precies meer op welken
dag ik hem kreeg. Wat zullen Jullie
fijn spelen op die mooie speelplaats.
ZONNESCHIJN. Tusscheri «e
buitjes door zien we gelukkig toch
nog wel eens zonneschijn, 't Is nu
tijd voor de bladeren om af te vallen.
Brandt de kachel al thuis? Heb jij
Buldog hakken? En heb je den man
met de medaille gezien? Ik kan je
Ruil-aanvraag niet plaatsen, omdat
je geen adres opgaf. Je raadsel is
goed.
VADERS JONGEN. 't Is zeker
gezellig zoo samen aan de Rubriek te
werken. Als vader toezicht houdt, zal
alles wel in de puntjes wezen. Ik merk
wel, dat jij steeds minder fouten gaat
maken.
WIM. Als je zooveel van mooie
verhalen houdt, moetje maar goed je
best doen, dan verdien je wel eens
een prijs. MLisschien kun Je van een
ander Rubriekertje nog wel eens het
begin van Knipperdolletje lezen.
DE KLEINE VIOLIST. Dat raad
sel was ook vrij moeilijk. Toch heb
ik er geen fout in kunnen ontdekken
Jouw rijmpje vond ik zoo leuk, dat ik
het maar goed heb gerekend, 't Is
met spreuken vaak zoo: de theorie is
heel mooi, maar de practijk is soms
zoo moeilijk.
KERSTROOSJE. Jij kunt al
groote fietstochten maken. 1-Iet was
een meevallertje, dat je daar nog
zulke mooie bramen vondt. Hoe is het
met de verkoudheid van vader? Die
tijd krijgen we nu ook weer.
GOUDVISCH. Je opstel was niet
onaardig, maar er waren er betere.
Het beste zal ik in Onze Jeugd laten
zetten. De zomer heeft ons niet ge
geven, wat we ervan verwachtten.
Laten we nu maar hopen, dat de
herfst lang en mooi zal zijn
SCHRIKKELKINDJE, Wat
schrijf jij keurig. En wat leuk, dat
jullie een schildpad hebben. Als hij
nu nog buiten loopt ,is dat een bewijs,
dat we nog geen koude krijgen. An
ders kruipen ze wel in den grond.
Moeder vindt het zeker wel prettig,
dat Moortje zoo'n goede muizenvan
ger Is. Wanneer moet Je naar zang?
Hoeveel kinderen zingen die cantate?
DUIKSTERTJEMoeder kan
straks goedkoop en lekker kool eten.
Heb je er al eens van mee naar huis
genomen? Fijn, dat je straks bij
Stoop gaat zwemmen, 't Is te hopen,
dat we mooi weer hebben in de licht-
week. Gezellig, dat oom en tante dan
ook komen. Dan mag Je zeker wel een
avondje met ze de stad ln.
WILLEM I. Je moet toch den
weg door je eigen stad leeren kennen
Dat kan je zoo dikwijls te pas komen.
Ben je al met moeder naar de Krui-
deniersbeurs geweest? Was er veel
moois te zien? Waarom heb je de
voctbalplaatjes niet bewaard, tot de
serie compleet was? Dan kon je er
toch e enalbum voor krijgen.
PRINSES ZONNEGLANS. Jij
hebt een gezellig week-end geljad in
Amsterdam De nichtjes vonden het
natuurlijk heerlijk, dat er een prinses
Je bij ze logeerde. Nu moet dat prin
sesje toch ook eens mooier gaan
schrijven.
GOUDHAARTJE. Laten we nu
nog maar niet klagen over de kou. 't
Is echt herfstweer. En als de zon
schijnt is 't ook mooi herfstweer
Prettig hè, dat je ook mee mocht
naar Amsterdam. Vindt zusje het ple
zierig op de nieuwe school?
ADMIRAAL DE RUYTER. Had
jij de vorige week wel een naam on
der je briefje gezet? Je ruil-aanvraag
kan ik niet plaatsen, want Je geeft
geen adres op. Dus die meneer van 't
Weltevredenplein kan nu bij jou de
plaatjes niet komen halen. Misschien
kun je ze er nu heenbrengen.
PRESIDENT KRUGER. Je mag
best op een schriftvelletje schrijven.
Vind je mijn raadsels zoo moeilijk?
Dat moeilijke rijmpje was anders niet
van mij. Ja, jongen, ik zou ook wel
heel graag willen, dat ik iets kon
doen om de werkloosheid te doen
verminderen. Willen werken en niet
kunnen dat is wel heel treurig. Wat
heb je mooie boeken gelezen. De
zwarte wolf ken Ik niet. Wie ls de
schrijver?
BORDUURSTERTJE. Nog heel
hartelijk gefeliciteerd met je verjaar
dag. Wat aardig van opa om je een
gelukstelegram te sturen. En wat heb
je voor cadeautjes gekregen? Hoe
oud ben je nu?
KAKELAART JETreurig, dat
grootvader steeds achteruit gaat.
Heeft hij nog pijn? Je denkt zeker
nog dikwijls terug aan het prettige
reisje naar den Haag. En wat is
moeder goed op je om Jouw werk af
te maken.
NACHTEGAALTJE. Dat ls zielig
afgeloopen met je poesje, 't Is gezellig
voor jé. 'dat Borduurstertje zoo dlchl
bij je woont. It Jean me begrijpen.
dat er nog wel eens een buurpraatje
gemaakt wordt. Mijn droogbloeier
staat ook nog in den tuin. Hij doet
ook net aan een palm denken. Wan
neer brengen jullie hem naar bin
nen?
MARIANNETJE. Gezellig, dat je
weer mee gaat doen. Je keek moeder
zeker blij aan toen Haarlem's Dag
blad weer in huis verscheen. Je moet
broer den eersten tijd maar wat hel
pen. Zijn schuilnaam mag hij hou
den. Maar 't is geen mooie.
DE LOOZE VOS. Dat ls een.
reuze-avond voor je geweest, toen je
met oom mee mocht naar 't circus.
En nog wel zoo deftig in een taxi. Ik
kan me begrijpen, dat Je er nog vol
van bent. Daar is een looze vos niets
bij, hè?
NANNA. Hartelijk gefeliciteerd
met Kootjes verjaardag. Was hij niet
dolblij met de huisjesbouwdoos? Heeft
hij zijn nieuwe verjaarspakje aan. Jij
vindt Gym zeker 't fijnste vak? Van
wien heb je 't? Nita mag toch wei
meedoen.
GRASPIEPER. Vier raadsels ls
altijd voldoende om mee te mogen
loten.
JOHANNA DE W- Wat zit je in
een bekend kringetje. Er wordt zeker
wel eens over de raadsels gepraat.
Leuk, dat je ook alle briefjes bewaart
Hoeveel heb je er al in je schrift ge
plakt?
KONIJNTJE. Welnee, Ik ben hee-
lemaal niet boos op je. Konijntjes zit
ten 's zomers natuurlijk graag in de
duinen. Dan hebben ze geen tijd voor
briefje of raadsels. Ik reken er op,
dat je nu weer iedere week aan komt
springen.
WILLEM VAN ORANJE. Dat was
eens een echte gezellige brief. Prettig
jongen, dat er ook dagen van 1 uur
huiswerk voor je zijn. De meesten
vinden Meetkunde moeilijker dan Al
gebra. Zoodra je 'tniet begrijpt, moet
je 't maar dadelijk zeggen. De Duit-
sche grammatica valt niet mee, hè?
Dan is Fransch gemakkelijker. Wat
prettig, dat Jullie 4 keer in de week
Gymnastiek hebben. Ik kan me voor
stellen, dat je na Gym het meeste
van Nat. Historie houdt. De leeraar
heeft zoo fijn over planten ver
teld, hè?
NACHTUILTJE. Is Je boek nu
uit? Krijg Je van school ook een bi
bliotheekboek? Hoe gaat 't met het
orgelspelen? 't Is nog niet zoo gemak
kelijk hè met al die registers?
LOURENS COSTER. Je groote
naamgenoot hield ook veel van lezen,
't Speet je zeker, dat er deze week
geen club was. Wat voor huisje
maak je? Gaan jullie van school
iedere week naar 't badhuis? Fijn
BLOEMENFEE. 't Doet me ple
zier, dat je zoo'n mooi boek uit O. B.
leest. Vast hartelijk gefeliniteerd met
vaders verjaardag. Wat gezellig, da
er zooveel familie komt. Je houdt er
heel wat tantes op na. Hoe is 't mei,
je jurkje? Wordt 't voor een klein
kindje? Verlang je naar 1 October?
Wordt er dan ook feest gevierd? En
dan weer plezier maken op 7 Octob"
Dat wordt voor jou weer een prettige
tijd.
NEVADA. Heb je je opstel al te
ruggekregen? Had je een goed cijfer1
Hoe is 't met Johan? Is 't hoesten al
over? Mag hij al weer eens naar bui
ten? Dat is een grappige schooltand-
arts hè? Heeft Johan pijn gehad?
Gelukkig maar, dat hij zooveel van
lezen houdt. Hoe gaat het met de
Jonge poesjes? Houden, jullie die
twee? Een aardig gezicht hè dat ge
speel. En wat zorgt zoo'n poesenmoe
dertje lief voor haar kroost.
HEIDEPRINSESJE. Jullie maken
zeker, dat 30 September een ware
feestdag voor opa wordt. 85 jaar dat
is geen kleinigheid. Wat aardig, dat
alle ooms en tantes dan komen Dat
zal opa echt goed doen. Prettig, dat
hij nog zoo kras ls. In je spreekwoord
zit één foutje, 't Is niet: al doend
leert men maar al doende leert men.
Ik zal probceren het te veranderen.
ROODKAPJE Je raadsels zijn
goed. Ik feliciteer je nog wel met Je
overgang en met je verjaardag. Heb
je vtel moois gekregen? En mocht je
ook tracteeren op school?
POESENMOEDERTJE. Je pop
ziet er nu zeker keurig uit. Is het een
negerkindje? Wat zal dat rood en
wit dan mooi staan. Heb je de slof
jes gehaakt? Hoe gaat het met Je
poesen?
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 2b.
Haarlem, 25 September 1931.
BIJVOEGSEL'
ZATERDAG 76 SEPTEMBER 1931
No. 247)
AAN ALLEN!
Ik ga nu een briefje beantwoorden
van een meisje, wier broertje zoo
graag boeken leest over Noordpool-
en Zuidpoolreizigers. Haar vraag, die
meteen uitroep is, luidt: ,,'k Vind het
wel zielig, dat die menschen dikwijls
verongelukken, maar waarom wagen
ze hun leven voor zoo'n stukje land,
waar niemand iets aan heeft?"
Nu kan haar broer haar natuurlijk
binnen 5 minuten verslaan, dat zal
hij misschien ook al gedaan hebben.
Omdat ik me kan voorstellen, dat er
meer meisjes en misschien ook wel
jongens zoo denken, wil ik jullie over
tuigen, dat we heel veel aan die on
derzoekingsreizigers te danken heb
ben.
Indertijd is er door de redactie van
een Fransch tijdschrift een vraag ge
richt tot verschillende geleerden om
hun oordeel te weten te komen over
het nut van Poolvluchten.
Een zekere Dr. Charcot, zelf pool-
onderzoeker, zei dat 't zijn innige
overtuiging was, dat er vooral van de
Zuidpool veel te verwachten is. Daar
ligt vasteland, dat eventjes een op
pervlakte heeft als Europa en Austra
lië te zamen. En bovendien weet men
reeds uit aanboringen, dat de bodem
veel goud bevat. Ook zijn er planten
ontdekt, die groote geneeskundige
waarde hebben. De walvisschen zijn
er zeer talrijk, zoodat de vangst winst
kan afwerpen.
Een aardrijkskundige geleerde,
Grandidier, verwacht van de pool-
onderzoekingen groote voordeelen
voor de luchtvaart. De kortste weg
van Engeland naar Japan zou dan
rechtstreeks over de Noordpool voe
ren en niet meer, zooals nu over
Europa. Als er in de Noordpoolstreken
landingsplaatsen waren met voedsel
voorziening, dan zouden Londen en
Tokio in cenige dagen zijn te berei
ken. Natuurlijk zou dit aan den han
del zeer ten goede komen.
Een natuurkundige geleerde. Ber-
get, is ook met belangwekkende be
schouwingen voor den dag gekomen.
Hij gelooft wel, dat van de Zuid
pool meer verwacht kan worden dan
van de Noordpool, omdat er op de
Noordpool steeds beweeglijke ijsmas
sa s gevonden worden. Maar in de
Poolstreken ligt, volgens hem, de
sleutel voor de wetenschap van kli
maat en weersgesteldheid. Daar be
vinden zich de laatste oorzaken van
wind- en weerstroomingen. Een stu
die omtrent de juiste verhoudingen
zou vooral scheepvaart, visscherij,
landbouw, groenteteelt enz. van groot
voordeel kunnen zijn. Al deze tak
ken van handel en bedrijf hangen
voor een groot deel af van de weers
gesteldheid.
Uit dit alles blijkt dus, dat een
Pooltocht volstrekt geen waaghalzerij
is. 't Is wel degelijk een poging van
moedige mannen om de menschheid
vooruit te brengen. Op hun beurt zijn
't zeker helden Wanneer er eerzucht
in 't spel is, is dat toch een eerzucht,
die iets goeds in zich heeft. Als Je
leest van menschen als Amundsen en
Byrd, dan moet een gevoel van eer
bied je doordringen. Hun leven van
ontberingen mag niet beschouwd wor
den als een romantisch iets, maar
als een daad, die groot voordcel aan
de gansche maatschappij kan bren
gen. Dus nooit meer spreken van
dwaze Pooltochten, maar ontzag
hebben voor menschen, die hun leven
wagen voor ons allen. W. B.—Z.
DE PORTEFEUILLE.
Vroolijk scheen de zon over het
land en de bijen en vlinders waren
druk in de weer in weiden en het
lange gras langs den slootkant. Langs
den langen breeden weg stonden hoo-
ge boomen en wierpen hun schaduw
over het fietspad, waar Kees Vermeer
een lustig liedje neuriënd, over fiets
te. Wat was het toch heerlijk vacan-
tie te hebben op een mooien dag als
deze, dacht Kees. Hij wLst niet eens
meer hoeveel kilometers hij wel ge
reden had. Er was geen zuchtje in
de lucht en de trappers van zijn lich
te jongensfiets gingen bijna als van
zelf op en neer In zijn boekentasch.
die tusschen het stuur hing, had hij
de noodige boterhammen gepakt en
achter op zijn bagagedrager zat de
hangmat, waarin hij straks een paar
heerlijke uren zou doorbrengen. Als
hij maar eenmaal die langen weg af
was, dan kwam hij langs een zijpad
ln het uitgestrekte dennebosch en
daar zou een mooi plekje worden uit
gezocht
Eigenlijk toch wel gek. dacht
Kees, dat ik hier zoo heelemaal al
leen rij en dat ik mij toch niet ver
veel.
Hij had oorspronkelijk met zijn
neef Bart afgesproken, dat zij dien
ochtend een langen fietstocht zou
den maken, maar Bart was op het
laatste oogenblik komen afzeggen,
omdat hij met Oom Victor, Bart's Va
der naar Amsterdam zou gaan. Het
was een groote tegenvaller geweest
voor Kees, die natuurlijk vast op een
gezellig uitstapje gerekend had. Bo
vendien was het zoo'n schitterende
morgen, dat het zonde zou zijn. den
dag niet buitenshuis door te bren
gen.
Weet Je wat Je doet, jongen, had
Kees' Moeder gezegd, trek er dan al
leen op uit. Ik zal je je twaalf-uurtje
inpakken, je neemt je hangmat cn
een mooi boek mee en dan kun je
heerlijk in het bosch, tusschen de
boomen Je tenten opslaan.
In het begin was Kees niet erg
geestdriftig, maar de Zon deed niet
anders dan vroolijkheid en blijheid
in zijn hart schenken, telkens maar
meer en tenslotte leek hem het plan
van zijn Moeder toch heel aanlokke
lijk. Nu was hij op weg en hij was
dankbaar, dat hij haar raad had op
gevolgd.
Om een kromming van een weg rij
dend. zag hij in de verte een auto aan
den kant van den weg staan, waar
bij twee heeren bedrijvig heen cn
weer liepen. De motorkap was opge
slagen en zij hadden hun jassen uit
getrokken en stonden in hun over
hemd, waarvan de mouwen ver opge
slagen waren aan het inwendige van
den wagen te werken. Naderbij fiet
sende, minderde Kees langzamerhand
vaart en sprong eindelijk vlak bij de
auto van zijn rijwiel. Nieuwsgierig
kwam hij nog wat dichterbij om de
mooie auto ln oogenschouw te ne
men. Het was een groote diep-donker-
blauwe wagen; „Horch" las Kees op
het fabrieksschlldje. De twee werken
de heeren spraken een taal die hij
niet verstond, maar aan de enkele
woorden die hij begreep, wist hij dat
het Duitsch moest zijn. Zij schenen
nogal gehaast te zijn en ieder oogen
blik keek een van hen den langen weg
af, of er misschien iets naderde.
Zouden ze ergens op wachten?
dacht Kees, wat doen ze gehaast en
ongeduldig! De automobilisten keken
hem een oogenblikje aan, maar na
men overigens niet de minste verdere
notitie van hem. Kees bleef nog wat
om hun heen slaan draaien en merk
te op, dat de twee Duitsche heeren
sprpaken over Aken, dat blijkbaar
het doel van hun tocht was. Dat ze
bereisd waren, bleek ook wel uit de
tallooze etiketten, die overal over hun
koffers en tasschen geplakt waren.
Door de geslepen ruiten van de luxe
auto kon Kees ze zien liggen. Twee
zwaar-iederen koffers met riemen cn
koperen gespen en een paar kleinere
handtassehen. met nikkelen sluiting.
Achter om den wagen heenloopend.
zag hij het nummerbordje. D. A. 23472
stond er op. Vast niet van Holiand-
schen oorsprong, dacht Kees. Als ik
nu een detective was. zou ik dit
vreemde nummer notecren en in een
plotselinge ingeving begon hij het
vreemde nummer uit zijn hoofd te
leeren. Hij moest er even om lachen,
't Was je reinste tijdverspilling toch
eigenlijk. Daar stond hij nu, op een
prachtigen zomerschen dag. bij een
auto die een panne gehad had toe te
zien, alsof hij nog nooit het inwen
dige van een automobiel bekeken had.
Half lachend om zijn dwaasheid,
sprong Kees weer met een zetje op
zijn rijwiel en liet de twee prutsende
en repareerende heeren ver achter
zich. Ik moet toch eens opletten, of
ik ze nog zie, zei hij bij zich zeiven.
O ja, wat was het nummer ook
weer?
Inderdaad reed de groote donker
blauwe auto hem een klein kwartier
tje later achterop. In een razend
tempo suisde zij langs hem heen. Zoo
snel was de wagen echter niet voorbij
kunnen gaan, of Kees had gezien,
hoe er op de treeplank een klein
pakje lag. Zeker een gereedschaps-
tasch, die ze sergeten hadden op te
bergen, dacht hij en luid roepend
trachtte hij er de twee automobilisten
op attent te maken. Maar de wagen
was zoo sr.el voorbij geschoten, dat
zijn schreeuwen en wenken nutteloos
bleek. Een halve kilometer vetxler wa
een vrij scherpe bocht In den weg en
zoo was de auto spoedig aan zijn oog
onttrokken.
Wat een dommerds, zei Kees bij
zichzelven. Ze zullen wel vreemd
opkijken als ze in Aken aankomen en
daar dan hun gereedschapstasch
missen.
Langzamerhand was hij ook de
scherpe bocht in den weg genaderd.
Plotseling zag hij op den rijweg het
pakje liggen, dat de heeren uit de
auto al verloren moesten hebben,
Zoo zie je dat het nooit kwaad
kan een nummer van een auto uit
je hoofd te leeren, als je toch niets
anders te doen hebt, dacht hij. Nu
kan ik ze het pakje tenminste nastu
ren. Hij sprong op den weg en bukta
zich om het verloren pakje op te ra
pen. Hij zag nu pas. dat het ln heb
geheel geen werktuigentasehje was.
Het was een groote en dikke porte
feuille van slangenleer, welke hij van
den grond opnam. Het spreekt van
zelf dat Kees dadelijk aan een heele-
boel geld dacht, dat in de portefeuille
zitten moest. Het maakte hem een
beetje zenuwachtig en hij draalde de
dikke tasch om cn om, zonder goed
te weten, wat hij er eigenlijk mee
doen moest. Natuurlijk naar de poli
tie brengen. Snel borg hij zijn vondst
weg en reed terug naar huis. Onder
weg voelde hij aanhoudend de dikke
bobbel van den tasch tegen zijn bor.st
zitten. Het maakte hem verschrikke
lijk nieuwsgierig. Zou hij er eens in
kijken? Hoe zouden die bankbiljetten
van duizend gulden er eigenlijk wel
uitzien? Ach nee, wat dom, er zou
natuurlijk Duitsch geld inzitten. Hoe
veel wel? Kees kon het niet langer
uithouden, llij remde en stapte af.
Achterdochtig keek hij links en
rechts den weg af, of Iemand hem
misschien zou bespieden. Toen, ach
ter een dikken boom, maakte hij het
Laschje open. Iloe verbaasd en teleur
gesteld was hij, toen hij bemerkte,
dat de portefeuille heelemaal geen
geld bevatte. Ze zat vol met papieren,
waarop heel veel stempels stonden
afgedrukt. Wat er op geschreven
stond kon hij niet lezen. In de eerste
plaats, omdat het Duitsch was cn ln
de tweede plaats, omdat het hand
schrift geschreven was in de Duitsche
schrijf letter. Wel tien tot twaalf brie
ven. teekenlngen en met de schrijf
machine beschreven vellen papier
zaten er ln.
Weg was zijn nieuwsgierige belang
stelling. Wat was hij een uil geweest,
om niet eerst eens even in de porte
feuille te neuzen, voordat hij den te
rugtocht weer aanvaardde. Nu was
hij al weer over de helft op den te
rugweg. Was het eigenlijk wol de
moeite waard voor die portefeuille
zijn mooien vrijen dag zoo te bekor
ten? Maar aan den anderen kant was
hij nu nog maar een klein kwartiertje
van het politiebureau verwijderd. Hij
kon misschien toch beter zijn vond >t
even agna afleveren, dan was hij
van de verantwoording af. Dus zat hij
weer heel gauw ln het zadel en ped
delde verder
Wacht hier maar een oogenbllk-
Je, zei de groote agent van Politie,
die hem te woord stond. Ik zal je
dadelijk bij den Inspecteur brengen.
Heb Je wat gevonden zeg Je? Een por
tefeuille? Laat eens zien? De agent
nam de tasch in zijn handen en be
keek haar eens. Sjonge, zei hij
toen. dat is een mooie tasch Echt
slangenleer. En hij rook er eens aan,
(Slot volgt.).