BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
.Worden aan Mevrouw BLOMBERG
2EEMAN, Marnixstraat 20.
LACHEBEKJE. Je bent welkom
en mag dezen schuilnaam houden.
Ik hoop ook. dat je heel lang een
Rubriekertje van me blijft, 't Is ge
zellig voor je, dat 't heele gezin nu
meeraadselt.
DE KLEINE VIOLIST. Een
Fluitspeler en een Violist hooren
nog wel zoo'n beetje bij elkaar. Maar
op 't gebied van raadsels samen
stellen gaan jullie een gansch an
deren weg op. Vind je ook niet?
Jouw ingezonden raadsels zijn goed.
Zooals je zult bemerken, heb ik je
voorraad al aangesproken.
REINAARD. Natuurlijk vind ik
het goed, dat je meedoet. Zoo'n slim
me Rein kunnen we er nog wel bij
gebruiken. Wat heb je snoezig post
papier. Is dat Hillegomsch? Die fa
bel van Relnaert de Vos is leuk hè?
Reintje komt er lang niet altijd even
goed af.
W. v. d. L. Was jij dien Dins
dagavond ook in de kerk, of heb je
het verslag uit de krant? 't Was
een heel mooie avond. Wie heeft dat
eardig liedje gemaakt: Na het
kamp'' Is er ook een melodie op?
SNOEPSTFRTJE. Je moogt de-
Zen naam hebben, maar ik hoop toch
niet. dat je van dingen snoept, waar
Je niet aan mag komen. Leuk, dat
jullie nu samen gaan werken. Ik
hoop. dat je ook met zijn beidjes aan
den Sint-Nicolaaswedstrijd mee zult
doen
BLOE.VTBOLLENKWEFTKER. Ik
heb een keuze uit het zestal gedaan
En ik geloof zeker, dat je dit boek
prachtig zult vinden, 't Is een echt
fijn, spannend jongensboek. Een
bloombollenkwccker heeft nu wel
zoo'n beetje den tijd om te lezen. Is
't niet?
ZONNESCHIJN. ÏS de prijs
naar je zin? Ben Je dadelijk aan 't
verven gegaan? Je teekent zeker
graag. Ik had ook opgetoekend, dat
je 10 jaar was. Op je diploma staat
't dus verkeerd. Verander het maar.
Hoe gaat 't met Rlc? Schrijf je me
dat eens ln een volgend briefje?
BALLENBREISTERTJE. Dat is
nog eens een leuke verrassing, als
tante onverwachts komt. Wat kra
nig, dat jij alleen de 10 geboden
kende, 't Is nog niet zoo gemakke
lijk om ze op te zeggen. Zijn er bij
jullie nog bramen te vinden? Heb
ben de vriendinnen er veel gekre
gen? En heeft Gijs een goeden voor
raad eike s meegebracht voor zijn
bok? Worden er weer ballen ge
breid voor den Sint-Nicolaaswed
strijd''
DOORNROOSJE. in de v a can tie
Schiet er soms nog minder tijd over
voor de Rubriek, dan wanneer Je
midden in 't werk zit. Ik begrijp dat
best. 't Was vast wel een gezellige
tijd met al die logé's. Maar die
Ziekte-periode was minder prettig.
Zijn alle patiënten weer genezen.
Lees nu eens goed. wat ik over den
St. Nlcolaaswedstrijd schrijf. Ik
geloof, dat je Je vragen dan beant
woord ziet
GRASPIEPER. Niets erg. als Je
tens een keertje overslaat met
Schrijven. Een volgende keer weet Je
jflan des te meer te vertellen.
GOUDVISCH. Al had je deze
Week weinig raadsels, je geluk is
toch groot geweest. Kom Woensdag
je raadsel prijs maar halen. Ik zal
een mooi meisjesboek voor Je uit-
fcoeken.
KONIJNTJE. En ik vind het
Zoo .'euk. dat je er weer bent. Nu
moet je me de volgende week toch
allerlei schrijven over den grootcn
Én kleinen Ulbo en over je zus. Gaat
het met vader en moeder ook goed?
HENNY G. Jullie waren nu
best op tijd. Iloe kunnen Jullie ook
ic laat komen, met een klok op je
postpapier. En dat meisje kUkt er
aHÜd maar naar. Leuk. dat het
fdiooiportret zoo goed is uitgevallen.
Sc raadsel is goed.
WIM. Je raadsels zijn goed. Je
BchrIJft keurig. Ik kon wel merken,
dat je juist een nieuwe pen had ge
had Natuurlijk deed je ook je best
in welke klas zit je op school?
VADERS JONGEN Je raadsels
Zijn goed. Als er p'aats is. zal ik
jouw opstel ook eensin de Rubriek
zetten Nu kun Je den St. Nicolaas-
Wedstrijd lessen. Ik hoop. dat Jullie
jfcr ook aan mee zult werken.
NITA. Je bent hartelijk welkom.
Natuurlijk mag Nanna ook met af-
deeling I meedoen. En ik hoop dat
jullie beiden voor den St. Nicolaas-
wedstrijd zullen werken. Je mag een
keus doen uit beide schuilnamen.
Wat prettig, dat je zooveel broers
hebt. Een beetje plagen kan geen
kwaad.
ZANGERESJE. Ik dacht: als
die uitgezongen is, komt ze wel weer
terug. Wanneer is de uitvoering?
Ben jc ook als Paddenstoel- ge
kleed? Op wei ken avond ga je naar
zang?
NANNA. Wat gezellig voor je,
dat Nita nu ook meedoet. Je kunt
gerust de raadsels van Afdeeling I
maken. En Nita mag Je met alles
helpen. Doe je graag gymnastiek?
DE LOOZE VOS. 't Spreekt
vanzelf, dat je in een hoogerc klas
ook meer huiswerk hebt. Hoe lang
werk je 's avonds? Wat een bof. dat
Je oude vriend weer je klasgenoot is
geworden. Je raadsels zijn goed.
W. L. Ja. 'k vond je opstel heel
aardig. A's je 't alleen af kunt ln
O. B.. moet je geen hulp nemen De
beste hulp is altijd de inan-zelf. Je
nieuwe plannen juich ik zeer toe.
Hoe beviel je de vioolles? En heb je
genoten van H. O. V.?
SCIIRIKKELKLNDJE. Wat ge
wichtig, dat jullie voor de radio
moeten zingen. Wel jammer, dat
Bcp het dan niet hooren kan. Ik
denk, dat de schildpad nu een win
terslaap] e doet, vooral nu moeder
een nestje voor hem gegraven heeft.
Stuur die raadsels maar. Je inge
zonden raadsel is goed.
BEP. Je gezelligen brief zal ik
meteen maai' beantwoorden, 't Is
eigenlijk wel goed, dat er niet meer
dan 8 tegelijk les hebben. Want
ieders werk moet toch weer af
zonderlijk bekeken worden. Wat zul
len ze thuis met Sint nuttige dingen
van Je krijgen. Ik weet niet. welk
meisje bij jullie geweest is. Als jc 't
hier goed hebt. zou ik nog maar niet
veranderen. Je weet wel. wat Je
hebt, maar niet, wat je krijgt.
ZWARTKIJKERTJE. Nog heel
hartelijk gefeliciteerd met je ver
jaardag. Domme meid, om wel een
briefje te schrijven maar het niet
te verzenden. Ook nog wel gefeli
citeerd met den verjaardag van oom
Jc hebt keurig postpapier. Hoe was
't op het handwerkclubje?
VINGERHOEDSKRUID. Kom
Jij ook weer opdagen? Gezellig. Ik
kan me best begrijpen, dat er in
den vacantietijd niets kwam van
brievenschrijven. Komen do raad
sels de volgende week? Zooals Je
ziet, is de Sint-Nicolaaswedstrijd er
weer. Ik vind je cadeautje vast heel
mooi. Wat is de hel prachtig in 't
Gooi. Was Jc er voor 't eerst?
WIPNEUSJE. Is 't jurkje gauw
klaar? Wat zal die nieuwe school er
straks keurig uitzien, 't Zal een
vreugd zijn om er te koken en te
strijken. Nu er maar voor zorgen,
dat alles netjes b'ljft.
BREEROO. Wat vond ik het
aardig Je weer eens te zien en te
spreken. Je was deze vacantlc wel
in mijn buurt. Er zijn in Montjoie
van die mooie, oude gebouwen, hè?
Ondanks het slechte weer hebben
jullie het dus ook best naar je zin
gehad.
PRINSES ZONNEGLANS. Ik
geloof, dat zus de naamloozc was.
want de brief zonder ondertcekcnlng
zat bij jouw brief in de enveloppe.
EEN NAAMLOO&E. Prettig
voor je. dut Je pyjama zoo flink op
schiet. Wat aardig, dat het jurkje
zusje zoo lief staat. Wanneer kan
ze ltet dragen? Nu klaag je zeker
niet meer over het triestige weer,
maar ik k aag over dien brief en die
raadsels zonder naam.
PRESIDENT KRUGKR. -- Paljas
is een prachtig boek, hè. maar wel
heel treurig. Vraag straks maar
aan de Ruyter of jc zijn prijs ook
mag lezen, 't Doet me plezier, dat
Moeder zoo van Knipperdolletje ge
niet.
BOKSTERTJE. 'k Ben blij dat
Je zoo'n zin hebt in den Sint-Nico
laaswedstrijd. Begin er nu maar
gauw aan. Heb je al beukenootjes
gezocht? Prettig, dat je zoo'n suc
ces had met je Ruil-aanvraag- We
kunnen nu niet k agen over den
herfst, want September ls prachtig
geëindigd.
PRINSES MARIA. Jullie boffen
maar. dat Je in October weer va-
enntie krijgt. Als 't dan mooi weer
ls. kunnen jullie fijn genieten. Ik
denk, dat er veel kastanjes, eikels
n beukenootjes te vinden zijn.
KERSTROOSJE. Je kunt alle
dagen je inzendingen komen halen.
Je moogt ze ook afstaan voor den
St. Nicolaaswedstrijd. Net zoo als je
wilt. Als je voor grootmoeder den
boekomslag bestemd had, moet je
het natuurlijk geven. Ben je nu
weer heelemaal beter?
LOURENS COSTER. Wat jam
mer, dat het cartonnen huisje mis
lukt is. Zijn jullie weer aan een an
der begonnen? Dat is maar heerlijk
dat jullie iedere week van school
naar 't badhuis mogen. Welk bi
bliotheekboek heb je deze keer mee
gekregen?
NEVADA en UÏTLOOPER. Wat
voor cijfer kreeg je voor je opstel?
En gaat Johan weer met plezier
naar school? Die poesjes zullen het
wel heel goed bij jullie hebben. Ik
kan me begrijpen, dat moeder de
kleintjes weggeeft. Heeft Johan nu
geen enkel slecht kic-sje meer?
KAKELAARTJE. 't Is te begrij
pen, dat grootmoeder heel bedroefd
is. Als je samen oud bent geworden
kun je elkaar zo slecht missen. Ka
kel jij maar en laat je moeder het
werk doen? Als ik je moeder was.
BORDUURSTERTJE. Zoo, ben
je nu elf Jaar? Heb je den mooien
mantel al aan gehad? En zijn de
gymschoentjes ook al ingewijd0 Wat
treurig, dat 't met grootvader steeds
achteruitgaat. Jullie zijn zeker heel
lief voor grootmoeder.
NACHTEGAALTJE. 't Is heel
wat waard hè, zoo'n goede vrien
din. Als je den droogbloeier uit den
grond haalt als 't gaat vriezen, zou
't dan niet te laat wezen? Vraag het
eens aan vader. Wordt het blad dan
afgesneden? De gladiolen bloeien
nog. Er zijn rose, roode en witte
bloemen aan.
SNEEUWWITJE. Nog hartelijk ge
feliciteerd met je verjaardag. Wat
heb je veel gekregen. De mooie lak
schoenen zijn zeker alleen voor een
feestje. Moet de pop nog aange
kleed? Heb je al een echt horloge
gekregen. Dat is geen kleinigheid.
RIE N. 's Morgens voor twaal
ven kun Je me altijd thuis vinden.
Kom dan maar eens aanloopen. Ik
ben heel benieuwd een en ander
van je studie en toekomstplannen
te hooren.
VERGEET MIJ NIETJE. Wat
heeft eraan gescheeld? Voel je je nu
weer heelemaal goed? Ben je Wocns
dag prettig bij oma geweest? Wat
was 't fijn weertje hè? Begin je ook
gauw aan de Sint-Nicolaaswed
strijd?
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20.
Haarlem, 2 October 1931,
ZOEKPLAATJE.
U-D
Hout hakken is verboden ln de
meeste bosschen van Nederland en
dat is maar goed ook. Hoeveel
prachtige boomen zouden er anders
niet verloren gaan onder het mes
van die menschen, die zonder on
derscheid maar wat raak kapten en
velden. Nu heeft deze man wel geen
bijl bij zich en zooals Je ziet sprok
kelt hij maar wat droge takjes bU
elkaar, maar de boschwachter
houdt hem toch goed in liet oog.
Zonder dat de man hem ziet. volgt
de boschwachter hem den geheelen
tijd op zijn toch door het bosch- Wie
van jullie kan den boschwachter
vinden?
DE SINT-NICOLAAS<
WEDSTRIJD.
ïn gedachten zie ik mijn oudjes
gnuiven. Ha, de Sint-Nicolaaswed
strijd is er weer. Nu de handen uit
de mouwen. Er waren immers al
lang plannen gemaakt om dit of dat
te maken. Ja, ik weet, dat er oude
klantjes zijn, die al weer weken aaii
't werk zijn om straks met iets goeds
voor den dag te komen. Wat ik nu
allemaal zeggen wil over dezen wed
strijd is bekende kost voor de oude
getrouwen. Zonder opwekking zou
den zij toch wel aan 't werk gaan.
Dit praatje is dus bestemd vooij
hen, die niet goed of heelemaal niet
weten, wat de Sint-Nicolaaswed
strijd beteekent.
Sint-Nicolaas! Begint je hart al
niet, te kloppen van blijdschap als jl
den naam van den goeden bisschop
hoort? Je ziet ze voor je de helder
verlichte winkels, drukke straten,
vroolijke gezichten. En dat is nog
maar de voorpret. De groote dag is
5 December. Pakjesdag, grabbel-
avond, leuke surprises. Is de huiska
mer ooit zoo gezellig als op Sint-Ni-
colaasavond? Al werd je op nog
zoo'n heerlijk feest gevraagd, je ging
er niet heèn, want nergens kan het
op 5 December zoo heerlijk zijn als
thuis.
Weet je wel, dat er toch veel kin
deren niet thuis zijn op Sint-Nico-
laasavond? Denk maar eens aan da
kinderen, die op een ziekenzaal lig
gen, of de kinderen van de Licht
hoeve, die geen thuis meer hebben.
Voor die kinderen, die geen echt,
geen door en door gelukkig Sint-Ni-
colaasfeest kunnen vieren, willen wij
iets doen. Wij willen hun vreugde
geven. Hoe wij dat kunnen? Op
verschillende manieren.
Ten eerste kunnen we onze speel
goedkast eens nazien. We kunnen
een keuze doen uit het mooie en uit
't minder mooie speelgoed. Maar we
moeten er voor zorgen, dat 't min-
der mooie speelgoed weer mooi
wordt. Het pruiklooze popje moet
voorzien worden van een haardos,
het paard met drie pooten moet op
4 beenen kunnen gaan, de niet meel?
complete bouwdoos moet van
nieuwe blokjes voorzien worden.
Wat we geven, moet er uitzien, als
kwam het zoo uit den winkel.
Ten tweede kunnen we zelf iets
maken. De jongens kunnen van kis
ten poppekamers, pakhuizen, win
kels enz. timmeren. Ze kunnen van
houtzaagwerk ook meubeltjes ma
ken, of een brug, of een diergaarde.
Meisjes kunnen kleertjes naaien,
breien of haken. Kleertjes voor
groote en kleine kinderen, of voor
de pop. Alles is noodig. In de zie
kenzalen van 't Elisabeths-Gasthuis
Mariastichting, Diaconessenhuis,
Brederode-Duin, enz. enz. liggen
groote kinderen en baby's jongens
zoowel als meisjes. Voor hen allen
willen we zorgen. We willen ook de
kinderen van de Kinderbewaarplaats
erbij betrekken, omdat er zoovelen
van die kindertjes zijn. waarvan va
der geen werk heeft en waar nu mis
schien geen Sint-Nicolaasfeest ge
vierd kan worden. We hebben al
zooveel jaren voor die allen gezorgd
al is er nu malaise, 't moet nu ook
kunnen. Wie geven wil. kan altijd
wel iets geven. In Onze Jeugd zal
een hoekje worden afgestaan voor
de Sint-Nicolaas-Rubriek. Daarin
kunnen jullie vragen, wat je noodig
hebt: 't zij handwerkmateriaal, of
hout, of iets anders.
Mijn ervaring is. dat we altijd zoo
veel goede feeën in Haarlem en om
geving hebben, dat er immer weer
komt. wat noodig is. Ik ontving zelf
een prachtige collectie doozen. Wie
er wal van hebben wil. kan zich des
avonds tusschen 6 en 7 of op Woens
dagmiddag bij mij aanmelden.
Wie voor een bepaalde inrichting
werken wil. kan dat natuurlijk doen
maar dan moet 't bij de inzending
extra vermeld worden.
1 December moet alles klaar zijn.
Alvorens het naar de Ziekenhuizen
gaat, stellen we het ten toon. Ik
hoop dat het zoo veel zal zijn. dat
zelfs de Tijdlngzaal van Haarlem's
Dagblad het ternauwernood kan
bergen.
W- B. Z.
BIJVOEGSEL'
VRIJDAG 2 OCTOBER 1931
No. 248
AAN ALLEN!
Weet je welk uitstapje eigenlijk
nooit verveelt? Een uitstapje naar
Artis. Daar is altijd weer wat nieuws
en altijd weer wat interessants te
zien. De verzuchting wordt wel eens
geslaakt: je moest net als in een
museum vrij entree hebben in Artis.
Dat kan niet, omdat een bezit als
Artis niet alleen heel veel kost aan
onderhoud enz. maar omdat de die
ren, die aangeschaft worden vaak
duizenden guldens kosten.
Natuurlijk zijn er ook dieren, voor
al apen en papegaaien, die een ge
schenk zijn. Maar dat aantal is be
trekkelijk klein. Er zijn handelaren
in wilde dieren, b.v. in Londen, Li
verpool, Hamburg en Hannover. Een
van de meest bekende is de menage
rie van Carl Hagenbeek. In zijn prijs
courant staan de volgende prijzen
voor een Indische olifant 2550 gul
den, een zebra met twee jongen 6
duizend gulden, een kameel 480 gul
den. Twee tijgers 7200 gulden, een
leeuw 900 gulden, hyena 198. een wolf
120, een baviaan 72, een struisvogel
420. De struis is wel de duurste vo
gel. Een arend kostte 36 gulden en
een kakatoe maar 12 gulden.
Mej. Christine Hagenbeek, de zus
ter van den grooten handelaar, heeft
zingende, sprekende en kunstjesma-
kende vogels. Ze dresseert ze zelf-
Hoe deze handelaren aan die die
ren komen? Ze hebben een groote
schaar bedienden, die de gansche
wereld doorreizen. Ze trachten
vriendschap te sluiten met de inboor
lingen en vernemen zoo de vang-
methode.
't Spreekt vanzelf, dat dit vaak
met levensgevaar gepaard gaat. Het
gebeurt ook vaak, dat de beesten
van de Inlanders gekocht worden
Niet voor geld gekocht, maar voor
ruilmiddelen. Zoo werd een Libe-
riaansch paard eens ingeruild voor:
20 el witte katoen, 12 groote zakdoe
ken, l paar gouden oorbellen. 1 mes.
3 vaten buskruit, 4 geweren, 6 pond
tabak, en l vat jenever.
Leeuwen en tijgers worden in een
kuil gelokt, waarover takken zijn
gelegd met graszoden bedekt. Een
geitje wordt aan de takken als lok
middel vastgebonden. Kameelen
worden eenvoudig aan den lasso mee
geleid. Olifanten worden in kud
den meegedreven.
Het vervoer brengt groote kosten
mee. De vracht ls vooral voor groote
roofdieren heel hoog, daar ze in een
bijzonderen wagen de reis mee
moeten maken. Een goed transport-
hok moet langs de zijden met ma
trassen bekleed zijn, opdat ze zich
niet kunnen verwonden. Er moet
bovendien een vernuftig samenstel
van knippen en schuiven wezen-
Meestentijds zijn ze vergezeld van
een oppasser, die de dieren gedu
rende de reis moet verzorgen, On
der politie-geleide mogen de groote
roofdieren slechts van station of
haven naar de Diergaarde gebracht
worden, 't Spreekt vanzelf, dat dit
overbrengen een gevaarlijk werkje
is. Meestal zijn de dieren versuft
door de reis, maar als de natuur
ontwaakt
W. B.—Z.
Goedkooper dan te Haarlem. Te
Clarksburg een stad in de Amerikaan
Bche staat West-Virginia betaalt men
voor 127 M3. gas maar één dubbeltje.
DE PORTEFEUILLE.
(Slot.)
Heb je hem opengemaakt? vroeg
hij toen achterdochtig. Ja, zei
Kees, die een kleur kreeg, er zat geen
geld in, enkel maar wat papieren.
Zoo, zei de politieman kort en
hij keek nog achterdochtiger. Kom
maar een mee! Kees volgde hem een
paar lange nauwe gangen door tot bij
een deur, waar de agent klopte.
Binnen! riep een vroolijke en
aardige mannenstem.
De agent trad binnen en salueerde.
Kees kwam vlak achter hem aan.
Toen de politieagent verteld had
wat Kees kwam doen, reikte hij den
inspecteur het gevonden voorwerp
over.
Nauwelijks had de Inspecteur een
blik over de eerste regels van een der
brieven gedaan, of hij sprong gejaagd
op en verliet de kamer door een zij
deur, waarop „Hoofd-commlssarLs"
geschilderd stond. Verbaasd keek de
agent hem na en keek toen eens met
verwondering naar Kees, die hij van
het hoofd tot do voeten opnam.
De inspecteur kwam terug, nog
geen 2 minuten later, in gezelschap
van den Hoofd-commissarls. Die ver
zocht Kees hem alles nauwkeurig te
willen vertellen. Toen Kees aan het
eind van zijn verhaal gekomen was,
vroeg de Inspecteur snel: Zou Je
die heeren nog herkennen, als je ze
zag?
Zeker mijnheer, zei Kees met
overtuiging, bovendien weet ik toe
vallig het nummer van de auto ook.
Het was DA 23472.
Dat is ferm! riep de Commissa
ris verrast uit. Er is geen twijfel
mogelijk, zij zijn het. Ik zal dadelijk
de grensstations opbellen. U weet wel
wat U te doen staat, spraak de com
missaris gejaagd en verdween snel
door de deur naar zijn eigen kantoor
Nu wendde de Inspecteur zich weer
tot Kees.
Ben Je vanmiddag vr(j? vroeg
hij We moeten dadelijk op stap en
anders zal ik Je ouders even een
boodschap moeten sturen.
Misschien is het wel prettig als
U dat toch doet mijnheer, zei Kees.
Overigens kan ik vandaag net doen
waar ik lust in heb, ik mijn twaalf
uurtje ook op mijn fiets zitten.
Prachtig, zei de Inspecteur.
Daarop gaf hij een agent order. Kees'
ouders over het gebeurde in te lich
ten.
Wacht hier even op me. zei de
Inspecteur van politie, ik kom Je zoo
dadelijk wel weer halen. Kees knik
te ert begon over allels eens goed na
te denken. Het moesten wel heel ge
wichtige brieven en papieren zijn, die
hU gevonden had Waarom zouden zc
er anders zooveel drukte om maken.
Misschien
Toen kwam de Inspecteur weer te
rug.
Ga Je mee? vroeg hij vriendelijk
Vertel me eens. heb je wel eens
op een motorfiets gezeten? Ik bedoel
van achteren op de duo?
O Ja, mijnheer, zei Kees. mUn
oom ln Arnhem heeft ook een motor
fiets en daar heb ik dikwijls hecle
tochten mee meegemaakt.
Het loopt werkelijk allemaal ge
smeerd, glimlachte de Inspecteur en
hij gaf Kees een vriendschappelijk
klapje op zijn schouder.
Op de plaats van het bureau stond
een groote zware motorfiets zachtjes
puffend op zijn standaard. Een agent
had hem al aan het loopen gebracht
en wachtte de komst van zijn meer
dere en diens passagier blijkbaar af,
want toen die naar den motorfiets
toeliepen, trok de politieagent zich
weer terug in het wachtlokaal.
Zit Je? vroeg de Inspecteur met
luide stem, om boven het roffelend
geraas van den motor uit gehoord te
kunnen worden.
Ja mijnheer, schreeuwde Kees
terug. Toen ging het er vandoor. In
de drukke straten van de stad ging
het al met een aardig tempo, maar
toen zij eenmaal de buitenweg be
reikt hadden, vloog de zware motor
over den weg. Kees hoorde de wind
in zijn oor en suizen. Kwartier na
kwartier verliep, mijlpaal 11a mijlpaal
schoot aa hen voorbij. Heuvels op en
af, bosschen in en door, over brug
genaltijd maar raasde de motor
met ontembaar regelmatige roffel.
Een groote donkerblauwe auto
kwam hen achterop en toeterde dat
het een aard had. De Inspecteur min
derde vaart, 0111 een hoek te nemen
en op dat oogenblik schoot de groote
automobiel voorbij. Kees kon een
kreet van verrassing niet onderdruk
ken. Daar, daar! schreeuwde hij
den Inspecteur in het oor, dat zijn
ze! Ik weet het zeker! No. D.A. 23472.
Inhalen mijnheer! Snel!
De Inspecteur moest even om zijn
enthousiasme lachen.
Maar rijd dan toch, mijnheer!
brulde Kees. O, waarom haalde de
Inspecteur die blauwe wagen toch
niet in. Hij kon het gemakkelijk.
Een oogenblik later begreep Kees,
waarom de ervaren politieman het
niet gedaan had. Enkele kilometers
verder was een tolhek en daar zou
den de automobilisten toch moeten
stoppen. Voordat de tolbaas uit zijn
woning had kunnnen komen, was de
Inspecteur tot vlak langs de auto ge
red enen stopte voor de huisdeur van
het tolhuis, In een oogwenk was
Kees van zijn zitplaats af. Wat had
hij een stijve beenen! Veel tijd om
daarover na te denken echter had hij
niet, want nu zou er iets heel ge
wichtigs moeten gaan gebeuren, dat
voelde hij.
De Inspecteur hield een kort ge
sprek met den tolbaas en daarop
trad hij naar de groote blauwe auto
toe. waarvan hij de twee Inzittenden
in het Dultsch aansprak. De twee
heeren stapten uit en volgden den
Inspecteur naar het tolhuis, waar de
tolbaas Juist een telefoongesprek ge
houden had. want bij hun binnentre
den hing hij juist den hoorn weer op.
Nieuwsgierig stond Kees toe te zien.
Plotseling kreeg een der twee heeren
hem in liet oog en zijn booze blik
voorspelde niet veel goeds. Het eene
kwartier na het andere verliep, waar
bij de twee heeren zich heel erg sche
nen op te winden. De Inspecteur bleef
echter koel en bedaard en schudde
op al hun woorden alleen zoo nu en
dan maar eens van „neen". Daar
klonk ineens het getoeter van een
auto buiten. Even later kwam de
commissaris binnenstappen, gevolgd
door twee groote agenten. Daarop
werd de terugrit ondernomen, waarbij
een der agenten de groote blauwe
auto bestuurde, terwijl dc twee „ge
vangenen" want dat waren het nu,
blnn enln plaats namen met den com
mlssaris en den anderen politieagent
Kees steeg weer op de duo-zitting bij
dcu Inspecteur en zoo reed men naar
het politiebureau terug. Den volgen
den dag stond Kees heel vreemd te
kijken, toen hij van zijn v ader hoor
de, dat hij getuige was geweest van
het gevangennemen van twee ..die
ven", die geheime documenten had
den laten copiceren, om die in Aken
te gaan verkoopen. Het waren
Maar dat is weer een ander verhaal.
KLEIN MOEDERTJE.
Moeder is niet, thuis Broer,
Nu ben ik Je Maatje,
Kijk ik neem dit stoeltje mee
En maak met Jou 'n praatje.
Weet je wat ik aan het doen ben?.
Breien heet dat, vqnt-
Dat zul Je later ook wel leeren.
Als Je groot en knapper bent.
Zal ik je een versje zeggen?
Een verhaaltje of een lied?
Zeg maar wat je hooren wilt
Al versta Je het nog niet.
Zal ik voor je zingen
Van Toosje en haar hond?
Of van Rlngelrele Rosenkrans?
En dansen in het rond?
Luister verder, weer een liedjé
O, daar is moeder weer
Je bent zoet geweest hoor broer
Neen, ik zing niet meer.
Een eigenaardige proef. Om to
onderzoeken hoe de verschillendo
gekleurde stoffen zich ten opzichte
der warmte gedragen heeft men on
langs de volgende Interessante proef
genomen. Men nam 4 lappen van
een zelfde stof. maar verschillend go
kleurd en wel wit, geel. rood. zwart.
Men legde de lappen op een plaat ijs
en stelde ze aan dc zon bloot. Na
eenigen tijd zoo gelegen te hebben,
bleek het ijs, door de witte doek be
dekt, niet noemenswaard gesmolten
te zijn, dat onder de gele doek was
een weinig ineer gesmolten, dat on
der de roode doek vertoonde een vrij
diepe uitholling, maar dat onder do
zwarte doek had een bijna tweemaal
zoo diepe uitholling. Hier bleek dus
wel duidelijk dat wit de zonnestralen
terugkaatst, maar zwart ze absor
beert.