BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden .Worden aan Mevrouw BLOMBERG 2EEMAN, Marnixstraat 20. LACHEBEKJE. Je bent welkom en mag dezen schuilnaam houden. Ik hoop ook. dat je heel lang een Rubriekertje van me blijft, 't Is ge zellig voor je, dat 't heele gezin nu meeraadselt. DE KLEINE VIOLIST. Een Fluitspeler en een Violist hooren nog wel zoo'n beetje bij elkaar. Maar op 't gebied van raadsels samen stellen gaan jullie een gansch an deren weg op. Vind je ook niet? Jouw ingezonden raadsels zijn goed. Zooals je zult bemerken, heb ik je voorraad al aangesproken. REINAARD. Natuurlijk vind ik het goed, dat je meedoet. Zoo'n slim me Rein kunnen we er nog wel bij gebruiken. Wat heb je snoezig post papier. Is dat Hillegomsch? Die fa bel van Relnaert de Vos is leuk hè? Reintje komt er lang niet altijd even goed af. W. v. d. L. Was jij dien Dins dagavond ook in de kerk, of heb je het verslag uit de krant? 't Was een heel mooie avond. Wie heeft dat eardig liedje gemaakt: Na het kamp'' Is er ook een melodie op? SNOEPSTFRTJE. Je moogt de- Zen naam hebben, maar ik hoop toch niet. dat je van dingen snoept, waar Je niet aan mag komen. Leuk, dat jullie nu samen gaan werken. Ik hoop. dat je ook met zijn beidjes aan den Sint-Nicolaaswedstrijd mee zult doen BLOE.VTBOLLENKWEFTKER. Ik heb een keuze uit het zestal gedaan En ik geloof zeker, dat je dit boek prachtig zult vinden, 't Is een echt fijn, spannend jongensboek. Een bloombollenkwccker heeft nu wel zoo'n beetje den tijd om te lezen. Is 't niet? ZONNESCHIJN. ÏS de prijs naar je zin? Ben Je dadelijk aan 't verven gegaan? Je teekent zeker graag. Ik had ook opgetoekend, dat je 10 jaar was. Op je diploma staat 't dus verkeerd. Verander het maar. Hoe gaat 't met Rlc? Schrijf je me dat eens ln een volgend briefje? BALLENBREISTERTJE. Dat is nog eens een leuke verrassing, als tante onverwachts komt. Wat kra nig, dat jij alleen de 10 geboden kende, 't Is nog niet zoo gemakke lijk om ze op te zeggen. Zijn er bij jullie nog bramen te vinden? Heb ben de vriendinnen er veel gekre gen? En heeft Gijs een goeden voor raad eike s meegebracht voor zijn bok? Worden er weer ballen ge breid voor den Sint-Nicolaaswed strijd'' DOORNROOSJE. in de v a can tie Schiet er soms nog minder tijd over voor de Rubriek, dan wanneer Je midden in 't werk zit. Ik begrijp dat best. 't Was vast wel een gezellige tijd met al die logé's. Maar die Ziekte-periode was minder prettig. Zijn alle patiënten weer genezen. Lees nu eens goed. wat ik over den St. Nlcolaaswedstrijd schrijf. Ik geloof, dat je Je vragen dan beant woord ziet GRASPIEPER. Niets erg. als Je tens een keertje overslaat met Schrijven. Een volgende keer weet Je jflan des te meer te vertellen. GOUDVISCH. Al had je deze Week weinig raadsels, je geluk is toch groot geweest. Kom Woensdag je raadsel prijs maar halen. Ik zal een mooi meisjesboek voor Je uit- fcoeken. KONIJNTJE. En ik vind het Zoo .'euk. dat je er weer bent. Nu moet je me de volgende week toch allerlei schrijven over den grootcn Én kleinen Ulbo en over je zus. Gaat het met vader en moeder ook goed? HENNY G. Jullie waren nu best op tijd. Iloe kunnen Jullie ook ic laat komen, met een klok op je postpapier. En dat meisje kUkt er aHÜd maar naar. Leuk. dat het fdiooiportret zoo goed is uitgevallen. Sc raadsel is goed. WIM. Je raadsels zijn goed. Je BchrIJft keurig. Ik kon wel merken, dat je juist een nieuwe pen had ge had Natuurlijk deed je ook je best in welke klas zit je op school? VADERS JONGEN Je raadsels Zijn goed. Als er p'aats is. zal ik jouw opstel ook eensin de Rubriek zetten Nu kun Je den St. Nicolaas- Wedstrijd lessen. Ik hoop. dat Jullie jfcr ook aan mee zult werken. NITA. Je bent hartelijk welkom. Natuurlijk mag Nanna ook met af- deeling I meedoen. En ik hoop dat jullie beiden voor den St. Nicolaas- wedstrijd zullen werken. Je mag een keus doen uit beide schuilnamen. Wat prettig, dat je zooveel broers hebt. Een beetje plagen kan geen kwaad. ZANGERESJE. Ik dacht: als die uitgezongen is, komt ze wel weer terug. Wanneer is de uitvoering? Ben jc ook als Paddenstoel- ge kleed? Op wei ken avond ga je naar zang? NANNA. Wat gezellig voor je, dat Nita nu ook meedoet. Je kunt gerust de raadsels van Afdeeling I maken. En Nita mag Je met alles helpen. Doe je graag gymnastiek? DE LOOZE VOS. 't Spreekt vanzelf, dat je in een hoogerc klas ook meer huiswerk hebt. Hoe lang werk je 's avonds? Wat een bof. dat Je oude vriend weer je klasgenoot is geworden. Je raadsels zijn goed. W. L. Ja. 'k vond je opstel heel aardig. A's je 't alleen af kunt ln O. B.. moet je geen hulp nemen De beste hulp is altijd de inan-zelf. Je nieuwe plannen juich ik zeer toe. Hoe beviel je de vioolles? En heb je genoten van H. O. V.? SCIIRIKKELKLNDJE. Wat ge wichtig, dat jullie voor de radio moeten zingen. Wel jammer, dat Bcp het dan niet hooren kan. Ik denk, dat de schildpad nu een win terslaap] e doet, vooral nu moeder een nestje voor hem gegraven heeft. Stuur die raadsels maar. Je inge zonden raadsel is goed. BEP. Je gezelligen brief zal ik meteen maai' beantwoorden, 't Is eigenlijk wel goed, dat er niet meer dan 8 tegelijk les hebben. Want ieders werk moet toch weer af zonderlijk bekeken worden. Wat zul len ze thuis met Sint nuttige dingen van Je krijgen. Ik weet niet. welk meisje bij jullie geweest is. Als jc 't hier goed hebt. zou ik nog maar niet veranderen. Je weet wel. wat Je hebt, maar niet, wat je krijgt. ZWARTKIJKERTJE. Nog heel hartelijk gefeliciteerd met je ver jaardag. Domme meid, om wel een briefje te schrijven maar het niet te verzenden. Ook nog wel gefeli citeerd met den verjaardag van oom Jc hebt keurig postpapier. Hoe was 't op het handwerkclubje? VINGERHOEDSKRUID. Kom Jij ook weer opdagen? Gezellig. Ik kan me best begrijpen, dat er in den vacantietijd niets kwam van brievenschrijven. Komen do raad sels de volgende week? Zooals Je ziet, is de Sint-Nicolaaswedstrijd er weer. Ik vind je cadeautje vast heel mooi. Wat is de hel prachtig in 't Gooi. Was Jc er voor 't eerst? WIPNEUSJE. Is 't jurkje gauw klaar? Wat zal die nieuwe school er straks keurig uitzien, 't Zal een vreugd zijn om er te koken en te strijken. Nu er maar voor zorgen, dat alles netjes b'ljft. BREEROO. Wat vond ik het aardig Je weer eens te zien en te spreken. Je was deze vacantlc wel in mijn buurt. Er zijn in Montjoie van die mooie, oude gebouwen, hè? Ondanks het slechte weer hebben jullie het dus ook best naar je zin gehad. PRINSES ZONNEGLANS. Ik geloof, dat zus de naamloozc was. want de brief zonder ondertcekcnlng zat bij jouw brief in de enveloppe. EEN NAAMLOO&E. Prettig voor je. dut Je pyjama zoo flink op schiet. Wat aardig, dat het jurkje zusje zoo lief staat. Wanneer kan ze ltet dragen? Nu klaag je zeker niet meer over het triestige weer, maar ik k aag over dien brief en die raadsels zonder naam. PRESIDENT KRUGKR. -- Paljas is een prachtig boek, hè. maar wel heel treurig. Vraag straks maar aan de Ruyter of jc zijn prijs ook mag lezen, 't Doet me plezier, dat Moeder zoo van Knipperdolletje ge niet. BOKSTERTJE. 'k Ben blij dat Je zoo'n zin hebt in den Sint-Nico laaswedstrijd. Begin er nu maar gauw aan. Heb je al beukenootjes gezocht? Prettig, dat je zoo'n suc ces had met je Ruil-aanvraag- We kunnen nu niet k agen over den herfst, want September ls prachtig geëindigd. PRINSES MARIA. Jullie boffen maar. dat Je in October weer va- enntie krijgt. Als 't dan mooi weer ls. kunnen jullie fijn genieten. Ik denk, dat er veel kastanjes, eikels n beukenootjes te vinden zijn. KERSTROOSJE. Je kunt alle dagen je inzendingen komen halen. Je moogt ze ook afstaan voor den St. Nicolaaswedstrijd. Net zoo als je wilt. Als je voor grootmoeder den boekomslag bestemd had, moet je het natuurlijk geven. Ben je nu weer heelemaal beter? LOURENS COSTER. Wat jam mer, dat het cartonnen huisje mis lukt is. Zijn jullie weer aan een an der begonnen? Dat is maar heerlijk dat jullie iedere week van school naar 't badhuis mogen. Welk bi bliotheekboek heb je deze keer mee gekregen? NEVADA en UÏTLOOPER. Wat voor cijfer kreeg je voor je opstel? En gaat Johan weer met plezier naar school? Die poesjes zullen het wel heel goed bij jullie hebben. Ik kan me begrijpen, dat moeder de kleintjes weggeeft. Heeft Johan nu geen enkel slecht kic-sje meer? KAKELAARTJE. 't Is te begrij pen, dat grootmoeder heel bedroefd is. Als je samen oud bent geworden kun je elkaar zo slecht missen. Ka kel jij maar en laat je moeder het werk doen? Als ik je moeder was. BORDUURSTERTJE. Zoo, ben je nu elf Jaar? Heb je den mooien mantel al aan gehad? En zijn de gymschoentjes ook al ingewijd0 Wat treurig, dat 't met grootvader steeds achteruitgaat. Jullie zijn zeker heel lief voor grootmoeder. NACHTEGAALTJE. 't Is heel wat waard hè, zoo'n goede vrien din. Als je den droogbloeier uit den grond haalt als 't gaat vriezen, zou 't dan niet te laat wezen? Vraag het eens aan vader. Wordt het blad dan afgesneden? De gladiolen bloeien nog. Er zijn rose, roode en witte bloemen aan. SNEEUWWITJE. Nog hartelijk ge feliciteerd met je verjaardag. Wat heb je veel gekregen. De mooie lak schoenen zijn zeker alleen voor een feestje. Moet de pop nog aange kleed? Heb je al een echt horloge gekregen. Dat is geen kleinigheid. RIE N. 's Morgens voor twaal ven kun Je me altijd thuis vinden. Kom dan maar eens aanloopen. Ik ben heel benieuwd een en ander van je studie en toekomstplannen te hooren. VERGEET MIJ NIETJE. Wat heeft eraan gescheeld? Voel je je nu weer heelemaal goed? Ben je Wocns dag prettig bij oma geweest? Wat was 't fijn weertje hè? Begin je ook gauw aan de Sint-Nicolaaswed strijd? W. BLOMBERG—ZEEMAN Marnixstraat 20. Haarlem, 2 October 1931, ZOEKPLAATJE. U-D Hout hakken is verboden ln de meeste bosschen van Nederland en dat is maar goed ook. Hoeveel prachtige boomen zouden er anders niet verloren gaan onder het mes van die menschen, die zonder on derscheid maar wat raak kapten en velden. Nu heeft deze man wel geen bijl bij zich en zooals Je ziet sprok kelt hij maar wat droge takjes bU elkaar, maar de boschwachter houdt hem toch goed in liet oog. Zonder dat de man hem ziet. volgt de boschwachter hem den geheelen tijd op zijn toch door het bosch- Wie van jullie kan den boschwachter vinden? DE SINT-NICOLAAS< WEDSTRIJD. ïn gedachten zie ik mijn oudjes gnuiven. Ha, de Sint-Nicolaaswed strijd is er weer. Nu de handen uit de mouwen. Er waren immers al lang plannen gemaakt om dit of dat te maken. Ja, ik weet, dat er oude klantjes zijn, die al weer weken aaii 't werk zijn om straks met iets goeds voor den dag te komen. Wat ik nu allemaal zeggen wil over dezen wed strijd is bekende kost voor de oude getrouwen. Zonder opwekking zou den zij toch wel aan 't werk gaan. Dit praatje is dus bestemd vooij hen, die niet goed of heelemaal niet weten, wat de Sint-Nicolaaswed strijd beteekent. Sint-Nicolaas! Begint je hart al niet, te kloppen van blijdschap als jl den naam van den goeden bisschop hoort? Je ziet ze voor je de helder verlichte winkels, drukke straten, vroolijke gezichten. En dat is nog maar de voorpret. De groote dag is 5 December. Pakjesdag, grabbel- avond, leuke surprises. Is de huiska mer ooit zoo gezellig als op Sint-Ni- colaasavond? Al werd je op nog zoo'n heerlijk feest gevraagd, je ging er niet heèn, want nergens kan het op 5 December zoo heerlijk zijn als thuis. Weet je wel, dat er toch veel kin deren niet thuis zijn op Sint-Nico- laasavond? Denk maar eens aan da kinderen, die op een ziekenzaal lig gen, of de kinderen van de Licht hoeve, die geen thuis meer hebben. Voor die kinderen, die geen echt, geen door en door gelukkig Sint-Ni- colaasfeest kunnen vieren, willen wij iets doen. Wij willen hun vreugde geven. Hoe wij dat kunnen? Op verschillende manieren. Ten eerste kunnen we onze speel goedkast eens nazien. We kunnen een keuze doen uit het mooie en uit 't minder mooie speelgoed. Maar we moeten er voor zorgen, dat 't min- der mooie speelgoed weer mooi wordt. Het pruiklooze popje moet voorzien worden van een haardos, het paard met drie pooten moet op 4 beenen kunnen gaan, de niet meel? complete bouwdoos moet van nieuwe blokjes voorzien worden. Wat we geven, moet er uitzien, als kwam het zoo uit den winkel. Ten tweede kunnen we zelf iets maken. De jongens kunnen van kis ten poppekamers, pakhuizen, win kels enz. timmeren. Ze kunnen van houtzaagwerk ook meubeltjes ma ken, of een brug, of een diergaarde. Meisjes kunnen kleertjes naaien, breien of haken. Kleertjes voor groote en kleine kinderen, of voor de pop. Alles is noodig. In de zie kenzalen van 't Elisabeths-Gasthuis Mariastichting, Diaconessenhuis, Brederode-Duin, enz. enz. liggen groote kinderen en baby's jongens zoowel als meisjes. Voor hen allen willen we zorgen. We willen ook de kinderen van de Kinderbewaarplaats erbij betrekken, omdat er zoovelen van die kindertjes zijn. waarvan va der geen werk heeft en waar nu mis schien geen Sint-Nicolaasfeest ge vierd kan worden. We hebben al zooveel jaren voor die allen gezorgd al is er nu malaise, 't moet nu ook kunnen. Wie geven wil. kan altijd wel iets geven. In Onze Jeugd zal een hoekje worden afgestaan voor de Sint-Nicolaas-Rubriek. Daarin kunnen jullie vragen, wat je noodig hebt: 't zij handwerkmateriaal, of hout, of iets anders. Mijn ervaring is. dat we altijd zoo veel goede feeën in Haarlem en om geving hebben, dat er immer weer komt. wat noodig is. Ik ontving zelf een prachtige collectie doozen. Wie er wal van hebben wil. kan zich des avonds tusschen 6 en 7 of op Woens dagmiddag bij mij aanmelden. Wie voor een bepaalde inrichting werken wil. kan dat natuurlijk doen maar dan moet 't bij de inzending extra vermeld worden. 1 December moet alles klaar zijn. Alvorens het naar de Ziekenhuizen gaat, stellen we het ten toon. Ik hoop dat het zoo veel zal zijn. dat zelfs de Tijdlngzaal van Haarlem's Dagblad het ternauwernood kan bergen. W- B. Z. BIJVOEGSEL' VRIJDAG 2 OCTOBER 1931 No. 248 AAN ALLEN! Weet je welk uitstapje eigenlijk nooit verveelt? Een uitstapje naar Artis. Daar is altijd weer wat nieuws en altijd weer wat interessants te zien. De verzuchting wordt wel eens geslaakt: je moest net als in een museum vrij entree hebben in Artis. Dat kan niet, omdat een bezit als Artis niet alleen heel veel kost aan onderhoud enz. maar omdat de die ren, die aangeschaft worden vaak duizenden guldens kosten. Natuurlijk zijn er ook dieren, voor al apen en papegaaien, die een ge schenk zijn. Maar dat aantal is be trekkelijk klein. Er zijn handelaren in wilde dieren, b.v. in Londen, Li verpool, Hamburg en Hannover. Een van de meest bekende is de menage rie van Carl Hagenbeek. In zijn prijs courant staan de volgende prijzen voor een Indische olifant 2550 gul den, een zebra met twee jongen 6 duizend gulden, een kameel 480 gul den. Twee tijgers 7200 gulden, een leeuw 900 gulden, hyena 198. een wolf 120, een baviaan 72, een struisvogel 420. De struis is wel de duurste vo gel. Een arend kostte 36 gulden en een kakatoe maar 12 gulden. Mej. Christine Hagenbeek, de zus ter van den grooten handelaar, heeft zingende, sprekende en kunstjesma- kende vogels. Ze dresseert ze zelf- Hoe deze handelaren aan die die ren komen? Ze hebben een groote schaar bedienden, die de gansche wereld doorreizen. Ze trachten vriendschap te sluiten met de inboor lingen en vernemen zoo de vang- methode. 't Spreekt vanzelf, dat dit vaak met levensgevaar gepaard gaat. Het gebeurt ook vaak, dat de beesten van de Inlanders gekocht worden Niet voor geld gekocht, maar voor ruilmiddelen. Zoo werd een Libe- riaansch paard eens ingeruild voor: 20 el witte katoen, 12 groote zakdoe ken, l paar gouden oorbellen. 1 mes. 3 vaten buskruit, 4 geweren, 6 pond tabak, en l vat jenever. Leeuwen en tijgers worden in een kuil gelokt, waarover takken zijn gelegd met graszoden bedekt. Een geitje wordt aan de takken als lok middel vastgebonden. Kameelen worden eenvoudig aan den lasso mee geleid. Olifanten worden in kud den meegedreven. Het vervoer brengt groote kosten mee. De vracht ls vooral voor groote roofdieren heel hoog, daar ze in een bijzonderen wagen de reis mee moeten maken. Een goed transport- hok moet langs de zijden met ma trassen bekleed zijn, opdat ze zich niet kunnen verwonden. Er moet bovendien een vernuftig samenstel van knippen en schuiven wezen- Meestentijds zijn ze vergezeld van een oppasser, die de dieren gedu rende de reis moet verzorgen, On der politie-geleide mogen de groote roofdieren slechts van station of haven naar de Diergaarde gebracht worden, 't Spreekt vanzelf, dat dit overbrengen een gevaarlijk werkje is. Meestal zijn de dieren versuft door de reis, maar als de natuur ontwaakt W. B.—Z. Goedkooper dan te Haarlem. Te Clarksburg een stad in de Amerikaan Bche staat West-Virginia betaalt men voor 127 M3. gas maar één dubbeltje. DE PORTEFEUILLE. (Slot.) Heb je hem opengemaakt? vroeg hij toen achterdochtig. Ja, zei Kees, die een kleur kreeg, er zat geen geld in, enkel maar wat papieren. Zoo, zei de politieman kort en hij keek nog achterdochtiger. Kom maar een mee! Kees volgde hem een paar lange nauwe gangen door tot bij een deur, waar de agent klopte. Binnen! riep een vroolijke en aardige mannenstem. De agent trad binnen en salueerde. Kees kwam vlak achter hem aan. Toen de politieagent verteld had wat Kees kwam doen, reikte hij den inspecteur het gevonden voorwerp over. Nauwelijks had de Inspecteur een blik over de eerste regels van een der brieven gedaan, of hij sprong gejaagd op en verliet de kamer door een zij deur, waarop „Hoofd-commlssarLs" geschilderd stond. Verbaasd keek de agent hem na en keek toen eens met verwondering naar Kees, die hij van het hoofd tot do voeten opnam. De inspecteur kwam terug, nog geen 2 minuten later, in gezelschap van den Hoofd-commissarls. Die ver zocht Kees hem alles nauwkeurig te willen vertellen. Toen Kees aan het eind van zijn verhaal gekomen was, vroeg de Inspecteur snel: Zou Je die heeren nog herkennen, als je ze zag? Zeker mijnheer, zei Kees met overtuiging, bovendien weet ik toe vallig het nummer van de auto ook. Het was DA 23472. Dat is ferm! riep de Commissa ris verrast uit. Er is geen twijfel mogelijk, zij zijn het. Ik zal dadelijk de grensstations opbellen. U weet wel wat U te doen staat, spraak de com missaris gejaagd en verdween snel door de deur naar zijn eigen kantoor Nu wendde de Inspecteur zich weer tot Kees. Ben Je vanmiddag vr(j? vroeg hij We moeten dadelijk op stap en anders zal ik Je ouders even een boodschap moeten sturen. Misschien is het wel prettig als U dat toch doet mijnheer, zei Kees. Overigens kan ik vandaag net doen waar ik lust in heb, ik mijn twaalf uurtje ook op mijn fiets zitten. Prachtig, zei de Inspecteur. Daarop gaf hij een agent order. Kees' ouders over het gebeurde in te lich ten. Wacht hier even op me. zei de Inspecteur van politie, ik kom Je zoo dadelijk wel weer halen. Kees knik te ert begon over allels eens goed na te denken. Het moesten wel heel ge wichtige brieven en papieren zijn, die hU gevonden had Waarom zouden zc er anders zooveel drukte om maken. Misschien Toen kwam de Inspecteur weer te rug. Ga Je mee? vroeg hij vriendelijk Vertel me eens. heb je wel eens op een motorfiets gezeten? Ik bedoel van achteren op de duo? O Ja, mijnheer, zei Kees. mUn oom ln Arnhem heeft ook een motor fiets en daar heb ik dikwijls hecle tochten mee meegemaakt. Het loopt werkelijk allemaal ge smeerd, glimlachte de Inspecteur en hij gaf Kees een vriendschappelijk klapje op zijn schouder. Op de plaats van het bureau stond een groote zware motorfiets zachtjes puffend op zijn standaard. Een agent had hem al aan het loopen gebracht en wachtte de komst van zijn meer dere en diens passagier blijkbaar af, want toen die naar den motorfiets toeliepen, trok de politieagent zich weer terug in het wachtlokaal. Zit Je? vroeg de Inspecteur met luide stem, om boven het roffelend geraas van den motor uit gehoord te kunnen worden. Ja mijnheer, schreeuwde Kees terug. Toen ging het er vandoor. In de drukke straten van de stad ging het al met een aardig tempo, maar toen zij eenmaal de buitenweg be reikt hadden, vloog de zware motor over den weg. Kees hoorde de wind in zijn oor en suizen. Kwartier na kwartier verliep, mijlpaal 11a mijlpaal schoot aa hen voorbij. Heuvels op en af, bosschen in en door, over brug genaltijd maar raasde de motor met ontembaar regelmatige roffel. Een groote donkerblauwe auto kwam hen achterop en toeterde dat het een aard had. De Inspecteur min derde vaart, 0111 een hoek te nemen en op dat oogenblik schoot de groote automobiel voorbij. Kees kon een kreet van verrassing niet onderdruk ken. Daar, daar! schreeuwde hij den Inspecteur in het oor, dat zijn ze! Ik weet het zeker! No. D.A. 23472. Inhalen mijnheer! Snel! De Inspecteur moest even om zijn enthousiasme lachen. Maar rijd dan toch, mijnheer! brulde Kees. O, waarom haalde de Inspecteur die blauwe wagen toch niet in. Hij kon het gemakkelijk. Een oogenblik later begreep Kees, waarom de ervaren politieman het niet gedaan had. Enkele kilometers verder was een tolhek en daar zou den de automobilisten toch moeten stoppen. Voordat de tolbaas uit zijn woning had kunnnen komen, was de Inspecteur tot vlak langs de auto ge red enen stopte voor de huisdeur van het tolhuis, In een oogwenk was Kees van zijn zitplaats af. Wat had hij een stijve beenen! Veel tijd om daarover na te denken echter had hij niet, want nu zou er iets heel ge wichtigs moeten gaan gebeuren, dat voelde hij. De Inspecteur hield een kort ge sprek met den tolbaas en daarop trad hij naar de groote blauwe auto toe. waarvan hij de twee Inzittenden in het Dultsch aansprak. De twee heeren stapten uit en volgden den Inspecteur naar het tolhuis, waar de tolbaas Juist een telefoongesprek ge houden had. want bij hun binnentre den hing hij juist den hoorn weer op. Nieuwsgierig stond Kees toe te zien. Plotseling kreeg een der twee heeren hem in liet oog en zijn booze blik voorspelde niet veel goeds. Het eene kwartier na het andere verliep, waar bij de twee heeren zich heel erg sche nen op te winden. De Inspecteur bleef echter koel en bedaard en schudde op al hun woorden alleen zoo nu en dan maar eens van „neen". Daar klonk ineens het getoeter van een auto buiten. Even later kwam de commissaris binnenstappen, gevolgd door twee groote agenten. Daarop werd de terugrit ondernomen, waarbij een der agenten de groote blauwe auto bestuurde, terwijl dc twee „ge vangenen" want dat waren het nu, blnn enln plaats namen met den com mlssaris en den anderen politieagent Kees steeg weer op de duo-zitting bij dcu Inspecteur en zoo reed men naar het politiebureau terug. Den volgen den dag stond Kees heel vreemd te kijken, toen hij van zijn v ader hoor de, dat hij getuige was geweest van het gevangennemen van twee ..die ven", die geheime documenten had den laten copiceren, om die in Aken te gaan verkoopen. Het waren Maar dat is weer een ander verhaal. KLEIN MOEDERTJE. Moeder is niet, thuis Broer, Nu ben ik Je Maatje, Kijk ik neem dit stoeltje mee En maak met Jou 'n praatje. Weet je wat ik aan het doen ben?. Breien heet dat, vqnt- Dat zul Je later ook wel leeren. Als Je groot en knapper bent. Zal ik je een versje zeggen? Een verhaaltje of een lied? Zeg maar wat je hooren wilt Al versta Je het nog niet. Zal ik voor je zingen Van Toosje en haar hond? Of van Rlngelrele Rosenkrans? En dansen in het rond? Luister verder, weer een liedjé O, daar is moeder weer Je bent zoet geweest hoor broer Neen, ik zing niet meer. Een eigenaardige proef. Om to onderzoeken hoe de verschillendo gekleurde stoffen zich ten opzichte der warmte gedragen heeft men on langs de volgende Interessante proef genomen. Men nam 4 lappen van een zelfde stof. maar verschillend go kleurd en wel wit, geel. rood. zwart. Men legde de lappen op een plaat ijs en stelde ze aan dc zon bloot. Na eenigen tijd zoo gelegen te hebben, bleek het ijs, door de witte doek be dekt, niet noemenswaard gesmolten te zijn, dat onder de gele doek was een weinig ineer gesmolten, dat on der de roode doek vertoonde een vrij diepe uitholling, maar dat onder do zwarte doek had een bijna tweemaal zoo diepe uitholling. Hier bleek dus wel duidelijk dat wit de zonnestralen terugkaatst, maar zwart ze absor beert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 19