CêTZ BINNENLAND bliek vindt dat niet eerdijk. Twee tegen een. Hij pakt ook aan, aan de zijde van den raa troos en de jongens kijken toe. Dan komt de agent. De lange, magere agent in uniform. .Doorloopen!" zegt hij eenvoudig. De matroos raapt zijn pet en de burger zijn hoed op. Kees zoekt vergeefs naar zijn horloge. De man, die het gevecht van twee tegen een niet eerlijk vond, is verdwenen. Langzaam schuifelen de menschen uit el kaar TON RUYGROK. NEDERLANDSCHE KUNST NAAR JOEGO- SLAVIë. Naar wij vernemen is door het comité ter verbreiding van de kennis der Nederlandsche Beeldende Kunst in Joego-Slavië, een veer tigtal schilderijen bijeengebracht, w.o. wer ken van Lizzy Ansingh, Bakels, Bauer, Suze Bisschop Robertson, G. H. Breitner, A. Col- not, Leo Gestel, A. M. Gorter, P. v. d. Hem, A. G. Hulshoff Pol, Isaac Israels, J. H. Jur- res, Toon Kelder, Willem van Konijnenburg, Simon Maris, Marie van Regteren Altena, Jan Sluyters. W. B. Tholen, J. H. Toorop, mevr Westendorp-Osieck, Piet Wiegman, H. J. Wolter. De Zwart. Met deze collectie zal in het „Musee d'Art Contemporain" te Belgrado een Hollandsche zaal worden ingericht. De aanbieding zal begin October te Bel grado geschieden. VERLENGING VAN HET R.D.V. BIJ DE SPOORWEGEN? Op een door den personeelraad tot de directie der Ned. Spoorwegen gerichte vraag welk standpunt zij inneemt, ten aanzien van de herziening van het reglement; D;en si voor waarden. die met 1 Januari 1932 haar beslag zou moeten krijgen, deelt de directie mede dat van een verbetering van de geldende regeling, onder de tegenwoordige omstan digheden natuurlijk niets kan komen. Op dit oogenblik oordcelende, zou het haar niet ongewenscht voorkomen de wer king van het bestaande Reglement Dienst- voorwaarden van 1 Januari 1932 af voor één jaar te verlengen, waarmede naar haar meening het belang van het personeel zou zijn gebaat. ANNIE VERHULST Naar het Volk meldt zal mevrouw Annie Verhulst, als gast optreden bij het Schouw- toonee! in „Jaro's geluk", welk stuk onder regie van Jan Musch, die er de titelrol in vervult, op het oogenb'ik in studie is; de pre mière zal binnenkort te Amsterdam gaan. KRONIEK DER MOLENS De Roo's windkorenmolen in den Veentje polder te Siddeburen (gem. Slochteren, Gron.) wordt afgebroken. <N. R. C.) ONDERZOEK NAAR DE WERKGELEGEN HEID TE AMSTERDAM. De van gemeentewege te Amsterdam in gestelde commissie tot bestudeering van de bevordering van de ontwikkeling der plaat selijke Industrie, onder voorzitterschap van prof. Th. Limperg Jr., is een enquête begon nen onder de hoofdstedelijke industrieelen naar de aanwezige werkgelegenheid, waartoe 5500 vragenlijsten zijn rondgezonden. EXAMENS POLITIEBOND. De examens voor het politiediploma van den Algemeenen Nederlandschen Politie Bond ie Amsterdam gehouden, zijn geëindigd. Van den cursus te Haarlem (leider de heer G. A. Draijer) hebben 12 leerlingen het diploma behaald. FEUILLETON. Het Huis op het Eiland Naar het Engelsch van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk verboden.) „George Greenfield", sprak hij langzaam, „je hebt mij van kind af aan gewantrouwd. De dag zal komen waarop het je duidelijk zal worden dat ik, bij alles wat ik deed, altijd voor je bestwil heb gehandeld. Maar er zal nog eenigc tijd overheen moeten gaan eer je dat zult beseffen en je kunt niets zeggen of doen om dat tijdstip te verhaasten. Alles wat je nu zou kunnen bereiken door mij te dwars- boomen, is dat je de ellende en de moeilijk heden van die lieve vrouw daar vergroot. Als je dien man vragen gaat stellen en hij deze beantwoordt maar hij zal je niet antwoor den, nu lk hem een en ander in het oor heb gefluisterd zal hij je misfeiden, omdat hij zichzelf ook misleid heeft. HIJ kan Je niets vertellen om de eenvoudige reden dat hij niets weet. Ik ben de eenlge man ter wereld, die volkomen op de hoogte Is van wat je ter zijner tijd zult vernemen. Eén vrouw weet er ook van, en dat is je moeder. Maar zij heeft onder eede beloofd niets te zullen openbaren en je ken: haar goed genoeg om te wéten, dat zij nooit haar eed zal breken zelfs niet ter wille van jeu. Nog één ding wil ik je zeg gen, dan ben ik uitgepraat en zul Je uit den weg dienen te gaan om dezen man gelegen heid te geven zich te verwijderen. Je kunt er zeker van zijn dat hij zich hier in de buurt niet weer vertoonen zal. Je zei daar even dat ik op eeh bijzonder gelegen moment was gekomen, en je besefte zelf niet, hoe juist je woorden waren. Je moeder sprak de waarheid toen zij beweerde, dat deze man haar echtgenoot was. Maar ik kom je zeggen, wat niemand anders, ook niet de man zelf, je had kunnen vertellen: hij is niet je va der". Deze lange uiteenzetting, waarvan elk woord met den diepsten ernst was uitgespro ken geworden, droeg geheel den stempel der waarheid. George zei niets, maar verliet aar zelend, onwillig haast, zijn plaats bij de deur. Het was wel het welsprekendste antwoord, dat hij op Richards' betoog had kunnen ge ven. De man, die gedurende al dien tijd zwij gend en onder een hoedje te vangen had ge luisterd, sloop zonder op te zien de kamer en het huis uit, om zich er, zooals Richards te recht voorspeld had, nooit weer te vertoo nen. De nacht verliep verder in angstige zorg. Mevrouw Greenfield, wien lichaam en geestkracht geheel gebroken was onder den looden last van den bestendigen angst, wel ke haar sinds maanden, nacht noch dag met rust had gelaten, bleef voortdurend bewus teloos en naar de omstanders meenden, wa ren haar uren geteld. Niets vermocht haar uit haar diepe verdooving op te wekken en na een heele poos, toen al haar pogingen vruchteloos bleken, ging George een dokter halen, terwijl Peggy en haar vader bij de zieke die inmiddels naar bed was gebracht, bleven waken. De dokter kwam en bleef tot den vroegen morgen ln de ziekenkamer. Toen kwam hij beneden en voegde zich bij George, die be neden in angstige spanning wachtte. „Ik ga nu een paar uur naar huis", zei de geneesheer. ..Direct na het ontbijt kom ik te rug, als vóór dien tijd verandering in den toestand mocht komen, wat ik overigens niet geloof, vindt u mij thuis". „Is de toestand ernstig?" vroeg George on gerust. „Hoogst ernstig", antwoordde de dokter, die een vertrouwde vriend van de familie was. „Peggy heeft mij verteld, dat zij maan den lang onder den druk van een vreeselij- ken angsttoestand heeft geleefd en ten slotte een ontzettende schok heeft gehad. Ik zal natuurlijk geen bijzonderheden vragen, maar als dat angstgevoel niet weg gaat of wan neer ze een nieuwen hevigen schok zou krij gen, vrees ik het ergste". .Daar bestaat geen gevaar meer voor", verklaarde George. Na de inmenging van Ri chards meende hij dit gerust te kunnen zeg gen. ,Dan is er hoop dat wij haar in het leven kunnen houden", oordeelde de dokter, „maar u mag in geen geval nu al optimistisch zijn er is op dit oogenblik nog ernstig levens gevaar. Ze heeft een ontzettende knauw ge had" De dag verliep in angstige spanning. De zieke dommelde of lag stil met gesloten oogen achterover in de kussens en scheen niets te merken van hetgeen er om haar heen gebeurde. Tegen den avond kwam een kleine ople ving. Ze opende de oogen en herkende Geor ge en Peggy. Hoe goed deze zich ook poogde te houden, de zieke las de wanhopige droef heid van hun gezicht. „Ik weet het, kinderen, ik weet het", zei zij zacht, maar dui :eiyk verstaanbaar spre kend. „Ik ga van jullie weg". Even zweeg zn den jongeman en het meisje met een blik voi onuitsprekelijke teederheid en liefde aan ziende en vervolgde toen: „Wij hebber, het goed samen gehad, niet waar? Ik geloof niet. dat veel moeders zoo veel liefde en hartelijkheid van haar kinde LANGS DE STRAAT. 'n Opstootje. Een ruzietje op het marktterrein. Een jon geheer van zeven en een jongeman van acht jaar, die tegen elkaar staan te schreeuwen. „Hij hét drie cente van me gegapt", expli ceert de een. „Mot je zoo'n leugenaar hooren!" zegt de ander. De wederzijdsche liefdesbetuigingen ko men los. Opschepper! Je heb geen lef! Raak me 's an! En het gebeurde, datgene, wat in razende vaart een stoet van onheilen achter zich aan zal sleepen het grootere jongetje raakte het kleinere aan. In steeds dichter drommen drongen de menschen toe, om te kunnen zien en mede te genieten. „Kwajongens", zegt iemand. „Tegenwoordige jeugd", zucht de ander „Schuld van sprekende films", verzekert een derde. Een vierde zwijgt en schudt het hoofd: er valt niets meer te zeggen. Een oude Juffrouw kan door het gedrang niet vooraan komen. „Wat ls er eigenlijk aan de hand?" vraagt ze. Niemand luistert naar haar. Een ieder wil zélf zien. Het oudje trekt een langen kerel aan zijn mouw. „Wat is er gebeurd?" „Niks bijzonders, mensch!" zegt hij, zon der zich om te wenden, ,,'n Groote kerel heeft een kindje z'n vingertjes afgebeten". „Nou houdt u me voor den mal", begrijpt het vrouwtje, maar ze blijft wachten, want ze moet er méér van zien. De eerste klap, die nog altijd één gulden vijftig waard is, is gevallen. Strikt genomen is het geen klap geweest Het eene joch heeft het ander een kopstoot gegeven. Ook een daalder waard. „Daar, daar daar", stompt hij verder. „Pak an, stumperd", dient de ander van repliek. Het publiek schijnt het schande te vin oen, dat er geen politie is. „Als een agent een dienstmeisje bekeuren kan laat hij het niet, maar met zooiets zie je er niet éen" De vechtpartij duurt voort, met afwisse lend geluk voor beide zijden. De een bijt den ander in zijn oor, de ander trekt den een aan zijn haren. Beiden schreeuwen. En nu eindelijk meent een burger, dat het tijd is, zijn plicht te doen. Niet erg vriendelijk, met een beslist gebaar, trekt hij de jongens van elkaar en geeft ze ieder nog een paar stompen toe. De jongelui gillen, ze gillen, zooals 'n varken wel gilt wanneer in een onbewaakt oogenblik een onnadenkend iemand aan zijn staartje rukt, ze gillen zoo als het dienstmeisje van om den hoek wel gilt, als de bakkersknecht een stuntelige po ging waagt, om haar een zoen te geven, ze gillen, de jongelui zoo, dat het, kortom, pijnlijk is voor gevoelige oor en. Ze sluiten wapenstilstand en ze richten zich gemeenschappelijk tot hun beider vijand, dien zij om beurten, aanzien voor een stuk vergif, en een moordenaar. Vooral dit laatste schijnt hun het juiste woord en om de beurt gillen ze: móóóórdenaar. De burger, die zijn plicht gedaan heeft wil zijns weegs gaan. Hij kan niet uit het ge drang komen. „Beul!" roept de jeugd en het publiek be gint den man tegen te houden. Wat een vent! Wat een kinderbeul, om de jongetjes zoo te slaan! Mag dat nou maar? wordt er gezegd en gevraagd. 'n Dikke vrouw gaat voor den man staan: ,Dat moet je mijn lappen! De arme scha pen hadden je toch niks gedaan!" "n Matroos dringt naar voren. „Ga nou mee, Bertus", probeerde het meisje aan z'n arm hem tegen te houden. „Je hebt er toch niks mee te maken." „Niks mee te maken?" snauwt Janmaat. „Als daar een kerel twee kinderen afbeult?" Met een zwaai schud hij zijn liefje van hem af. En nu staat hij vlak voor den kinder moordenaar. „Kom maar op", noodigt hij grimmig. „Vooruit, begin nóu!" „De jongens zijn begonnen", verdedigt zich de man, opnieuw een vergeefsche poging wagend, zich van den hem steeds nauwer omringende menigte los te maken. Het publiek scheldt. De woorden zijn niet geschikt om hier af te drukken. De situatie wordt dreigend. De jongens vatten moed. Daarna gooit er een. gevat, zijn hoed af. Het publiek lacht. Woedend geeft de man den jongen weer een stomp. Hij krijgt er een terug van den matroos. Het publiek betuigt bijval. Dan, ten einde raad pakt de man den matroos aan. Met meisje van den matroos roept Bertus terug, maar een vriendin van het matro- zenmeisje zegt, dat ze 'm z'n gang moeten la ten gaan. ,Dat gaat jou niks an!" zegt ze en geeft haar een stoot, om haar opeij te dringen. Ze krijgt een stoot terug. Het publiek juicht. De burger, die zïjh plicht deed, krijgt hulp. Hij ziet een kennis van een kennis en roept: „Kees, pak 's mee an!" Kees doet het, maar een man uit het pu- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Voor een goed middagmaal (verkrijgbaar van 5—8 uur) a f 1.25 naar w Waar „men" eet HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 2 OCTOBER 1931 DE RAAD VAN STATE VIER. HONDERD JAAR. ONDERSCHEIDINGEN TOEGEKEND. Donderdag is in een buitengewone zitting van den Raad van State herdacht, dat 400 jaar geleden Karei V den Raad als bestuurs orgaan instelde voor de Nederlandsche ge westen. Voor deze vergadering, welke bijgewoond werd door Prins Hendrik en Prins Juliana, waren, volgens het Vad., uitgenoodigd de voorzitters van de belde Kamers der Staten- Generale, de ministers, het oud-lid van den Raad van State, minister van Staat mr. Th. Heemskerk, de voorzitter van de Algemeene Rekenkamer, de directeur van het Kabinet der Koningin, de Staatsraden in buitenge wonen dienst en de oud-ambtenaren mr. dr. A. L. Scholtens, prof. mr. C. W. de Vries, mr. C. Bake en mr. 7E. Baron Mackay. Op een enkele uitzondering na, hebben deze allen aan de uitnoodiging gevolg ge geven. Nadat de vice-president Z. K. H. Prins Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana had begroet, en een woord van welkom had ge richt tot de uitgenoodigde gasten, gaf graaf van Lynden van Sandenburg een historisch overzicht van het ontstaan, de beteekenis en de ontwikkeling van den Raad van State sedert 1531. Na afloop van de vergadering begaf de Raad van State zich met zijn gasten naar de woning van den vice-president, waar graaf en gravin Van Lynden van Sanden burg een thee hebben aangeboden. De volgende onderscheidingen zijn toe gekend: Mr. dr. F. A. C. graaf Van Lynden van Sandenburg, vice-president van den Raad van State, is bevorderd tot Commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, tot officier in de Orde van Oranje Nassau is benoemd dr. J. M. Nap, referendaris, en tot ridder in de Orde van Oranje Nassau de heer J. F. Nuyens. hoofdcommies te secre tarie. terwijl de gouden eere-medaille dezer Orde ls toegekend aan den concierge-kamer- bewaarder P. de Boer. BESCHULDIGINGEN VAN DEN HEER HEYNE NIET BEWEZEN? DR. A. G. KRÖLLER EN DE PORTUGEESCHE BANKBILJETTEN. Het Corr. Bureau verneemt van bevoegde zijn, dat de mededeellng, als zou na een justitieel onderzoek van een vervolging van den accountant Heyne, den schrijver van enkele brochures tegen de firma Wm Müller en Co., om redenen van algemeen belang" zijn afgezien, geheel onjuist is. Er is slechts een dezer dagen beëindigd administratief onderzoek ingesteld naar aantijgingen, die in de schrifturen met betrekking tot de rechterlijke macht werden geuit in 't bij zonder wat betreft de aangelegenheid der Portugeesche bankbiljetten welk onder zoek de volkomen ongeerondheid dier aan tijgingen heeft doen blijken. SLACHTOFFER VAN EEN VECHTPARTIJ NOG IN LEVEN. Het bericht, dat v. W. die bij een vecht partij te Cabauw bij Schoonhoven met een mes eenige steken heeft opgeloopen, aan de gevolgen zou zijn overleden is volgens de Msb. gelukkig onjuist. Hoewel de verwon dingen zeer ernstig zijn, maakt het slacht offer het goed. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Koffie Thee NIEUW RADIOPEILSTATION OP SCHIPHOL. SPOEDIG IN GEBRUIK NEMING Het Hbld. verneemt, dat het radiopeil- station bij Schiphol spoedig gereed zal zijn. Van dit station uit zal radioverbinding worden onderhouden met vliegtuigen in de lucht; de gewone weerberichten radio-dienst blijft op Schiphol. Het nieuwe station, dat over een paar weken in gebruik zal komen, is zoo betrekke lijk ver van het vliegveld verwijderd lo. om te voorkomen, dat de vliegtuigen last hebben van de antenne-masten en 2o. opdat de zendgolf van dit station (900 M.) die van het weerberichten-zendstation op Schiphol niet hinde»* COMMISSIE VOOR RADIOSTORINGEN. In het hoofdgebouw der P. T. T. te 's Gra venhage heeft de directeur-generaal een commissie geïnstel'eerd voor het overwegen van maatregelen tegen storing in de raxïio- omroe pontvangst. DE BEURS VAN DONDERDAG. Donderdag was de Amsterdamsche beurs veel beter, zoowel voor obligaties als voor aandeelen. De belangrijkste fondsen waren aanvan kelijk flauw, doch later beter. NIEUWE VERKEERSBRUG BÏJ WILLEMSTAD? VOLGENS HET COMITé DE AANGEWEZEN PLAATS. Het gewestelijk comité tot behartiging van verkeers- en andere belangen voor Zuid- Westelijk Nederland heeft een adres aan den ministerraad gezonden, waarin wordt uiteengezet, dat de overbrugging van het Hollandsch Diep bij den Moerdijk in hooge mate te betreuren zou zijn. Geadviseerd wordt een overbrugging, zooveel mogelijk Westelijk op Brabants vasteland, dat ls bij Willemstad en vla deze plaats dan ook de Westelijke hoofdverbinding Noord-Zuid, te vens de kortste verbinding vormend tusschen centraal Holland (met Zuid-Hollandsche eilanden) eenerzijds en centraal België en Frankrijk (met Westelijk Noord-Brabant) anderzijds. Alsdan wordt tevens nog bevorderd een be tere verdeeling van de vaste rivierovergan gen over de geheele breedte van het land: Grave, Nijmegen. Arnhem, 's-Hertogenbosch, Zalt-Bommel, Keizersveer, Gorinchem, Wil lemstad, Numansdorp. DE VERMOEDE DIEFSTAL UIT EEN RIJWIELSTALLING. AMSTERDAM, 1 Oct. (V. D.) Het Gerechts hof zou heden uitspraak dóen in de zaak van twee rijwielherstellers, die in hooger beroep terecht stonden wegens diefstal en verduiste ring van f 13000. die in de rijwielstalling van één der verdachten uit de tasch van een 15- jarigen loopjongen waren verdwenen. De Rechtbank had één der verdachten veroor deeld tot 2 jaar gevangenisstraf en een der verdachten vrijgesproken. Het Hof heeft thans het onderzoek bij de behandeling, 14 dagen geleden onvolledig geacht en een nieuw verhoor van enkele ge tuigen gelast op 15 October. AMSTERDAM'S TRAMVOORDRACHT IN DEN RAAD. De gemeenteraad van Amsterdam heeft .in zijn zitting van Woensdag behandeld de voordracht van B. en W. om eenlge tramlij nen op te heffen, een aantal eenmanswagens af te schaffen en het tarief per rit te bren gen op elf cent. De heer Ter Haar (c.-h.) bepleitte afschaf fing van het overstapsysteem. De heer Ca- rels (v.b.) gaf in overweging een tarief van 12 1/2 cent voor het overstappen in te voe ren De heer Ketelaar (v.-d.) noemde het zeer bedenkelijk, als B. en W. gemachtigd worden om bij wijze van proef veranderingen in het tramnet te mogen aanbrengen. De heer Boissevain (v.-b.) kwam op tegen de hooge loonen voor het trampersoneel. Spr. verklaar de tegen de voordracht fce zullen stemmen. De beraadslagingen zijn vervolgens tot he den geschorst. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel geeft geur en smaak a on uw glaasje. CATZ ZOOM VAM PEKELA, I G nONINO BN. I VIVISECTIEBESTRIJDING IN HET BELANG DER WERELD ORDE. BELANGSTELLING VAN PRINS HENDRIK. Te 's-Gravenhage heeft voor den Anti vivisectiebond prof dr. Max Herzog zu Sachsen een voordracht gehouden over anti vivisectie. Er bestond voor deze vergadering groote belangstelling, aldus lezen wij in Het dHbld. Prins Hendrik woonde haar bij. Een groot aantal argumenten tegen vivi sectie voerde spr. aan. Het is zeide spr. geen sentimentaliteit alleen, die ons drijft. Ook op wetenschappelijke, sociale en reli gieuze gronden bestreed hij de vivisectie. De roep om vrede staat thans in het centrum aller belangstelling, maar deze vrede moet alle schepselen der sociale orde omvatten. Ook de dieren behooren daartoe. Het is uit gesloten de vredesgedachte volmaakt te doen zegevieren, zonder ook hen er in betrekken. Al zouden uit de vivisectie wel eens enkele voordeelen geput zijn, wat beteekenen deze tegenover de groote. onzegbarenadeelen welke toegebracht worden aan de zedelijke wereldorde? Het is een christenplicht besloot spr. den oorlog te bestrijden, den oorlog in alle vormen, ook den oorlog tegen het dierenrijk. Na de pauze gaf de voorzitter van den bond, dr. Pijl. in het Nederlandsche een overzicht van de rede. DE WIJZIGING VAN HET R.K. HOOFD ORGAAN. In „De Tijd" is een mededeeling van de directie gepubliceerd, waarin gezegd wordt, dat de bedoeling van de nieuwe leiding is om aan het dagblad ,De Tijd" zijn oude plaats in het katholieke openbare leven van Nederland te waarborgen. Voor twee groote katholieke handelsbladen is in Nederlana geen plaats. Maar er is wel plaats voor een leidend katholiek orgaan, dat de roemrijke traditie van ,De Tijd" voortzet en dat het journal d'oplnion is van de vele vooraan staande Katholieken in Nederland. DE BANKCATASTROPHE TN OVERIJSEL. OOK DE ZWARTSLUIZER DIRECTEUR MELDT ZICH BIJ DE JUSTITIE. Door het faillissement van de Kamper- Bank lijdt de Zwartsluizer Bank t,e Zwart sluis een groot verlies, aangezien deze bank ongeveer f 400.000 bij de Kamperbank had belegd, 't Gevolg van een en ander is. volgens het Hbld.. dat de directeur der Zwartsluizer Bank zich Donderdagmorgen bij de justitie te Zwolle heeft aangemeld. DE KUNSTSUBSIDIES AMSTERDAM. TE 8000.— VOOR EEN HISTORISCHEN TOONEELCYCLUS. Bij B- en W. van Amsterdam zijn, naar de Tel. verneemt in overweging subsidies aan de N.V. Het Schouwtooneel, dir. A. v. d. Horst van f 15.000; het Ensemble-Bouber f 15.000; N.V. Het Concertgebouw f 142-000; aan de vereeniging het Kamerorkest van het Con certgebouw-Sextet ten hoogste f 1000; aan dc Maatschappij „Caeciliae" ten hoegste f 2000; aan de N.V. Wagnervereeniging ten hoogste f 6000; voor het geven van populaire opera-uitvoeringen aan de N.V. Italiaansche Opera ten hoogste f 9200 en aan den Amstcr damschen Kunstkring „Voor Allen" ten hoogste f 12.000. Verder zijn B. en W. voornemens machti ging te vragen om voor het organiseeren van een historischen tooneelcyclus ten hoogste f 8000 te besteden. Ten slotte vragen zij een crediet van ten hoogste f 8000, om daaruit bij buitengewone gebeurtenissen op kunstgebied een subsidie te kunnen toestaan. Al deze uitgaven ko men ten laste der begrootingen van 1931 en 1932. ren heeft ondervonden. Want jullie bent al lebei mijn kinderen, is het niet?" Nogmaals zweeg ze, nu langer dan zooeven en hernam: „Peggy zoowel als George en jullie zult altijd broer en zuster voor elkaar zijn niet waar, in welke moeilijke omstandigheden je ook moogt komen. Maar al die moeilijkheden zullen langzamerhand wel verdwijnen zooals de mijne ook uit den weg geruimd zijn". „Is je vader hier?" wendde ze zich tot Peg gy. „Ik zou hem graag een paar minuten al leen spreken. Het is in het belang van jullie alleboi. En als hij weg is. moeten jullie da delijk, allebei, weer bij mij komen". Richards, die beneden wachtte op bericht uit de ziekelcamer, verscheen onmiddellijk. Zijn strak gezicht kreeg een zachtere uit drukking toen hij bij het bed stond en zich over de stervende vrouw heenboog. „Je bent je belofte trouw nagekomen", zei hij. „Het spijt mij dat je mij over die an dere moeilijkheid niet eerder in vertrouwen hebt genomen; ik had je al die ellende kun nen besparen". „Je bent dadelijk gekomen, toen ik het je gevraagd heb", antwoordde ze „dus laten wij er verder niet over praten; het is nu toch te laat. Maar, niet waar, het zal niet lang meer duren?" „Je kent het tijdstip", zei hij ernstig, ,4k kan dat niet verhaasten". „Ik zal het niet meer beleven", zuchtte ze. „Maar het is zeker beter zóó. Ik zal niet in opstand komen. Maar laten wij dit laten rusten, er is zoo weinig tijd meer. En ik wil de zoo graag iets over hot lieve meiske zeg gen. mijn meiske haast c'-en goed als het ouwe. Je heb; bet baar heel zwaar gemaakt Ik heb je wenschen steeds geëerbiedigd, maar nu zou ik graag zien dat je mijn verlangen eerbiedige vóór ik heenga. Geef haar den man terug dien zij lief heeft". Richards bewaarde het stilzwijgen. De uit drukking van zijn gezicht verried inwendi- gen strijd. „Beloof mij, dat je het doen zult en laat mij in vrede sterven", drong zij aan. „Er blijft mij nog maar zoo weinig tijd meer over, en ik wilde mijn kinderen zoo graag no«r even bij mij hebben". Nog zweeg hij. „Ter wille van het verleden en van de waar achtige liefde van die twee jonge menschen", klonk het in haast smeekende fluistering. „Dadelijk kan het niet; maar over een poos zal ik doen wat je van mij verlangt, als hij zich haar waardig toont", beloofde hij. „Neem dan nu maar afscheid van mij en roep de kinderen", verzocht ze. Hij boog zich over haar en nam haar door zichtige hand. „Vaarwel", zei hij krachtig. „Je zult het loon voor je tranen oogsten", en daarop verliet hij langzaam het vertrek. Kort nadat- Richards was weggegaan, ver loor ze het bewustzijn, maar er waren korte tusschenpoozer. van helderheid, waarin ze zich volkomen bewust was van George's en Peggy's aanwezigheid in de kamer. Tegen negen uur, nadat zij ruim een half uur onbeweeglijk stil had geleeen, opende zij de oogen en er trok een glimlach over haar ingevallen vermoeid gezicht. George boog zich over haar, hunkerend naar een laatste woord van herkenning, want hij begreep vol komen dat dit het einde was. Met een laat ste inspanning van haar kracht, stak zij de armen naar hem uit. ..George, mijn zoon, mijn zoon voor al tijd!" hllcde zij. Teen vielen haar armen omlaag, de glimlach v.rvaagde en maakte plaats voor een uitdrukking van bovcnaard- sche rust (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6