CêTZ
BINNENLAND
bliek vindt dat niet eerdijk. Twee tegen een.
Hij pakt ook aan, aan de zijde van den raa
troos en de jongens kijken toe.
Dan komt de agent. De lange, magere
agent in uniform.
.Doorloopen!" zegt hij eenvoudig.
De matroos raapt zijn pet en de burger
zijn hoed op. Kees zoekt vergeefs naar zijn
horloge. De man, die het gevecht van twee
tegen een niet eerlijk vond, is verdwenen.
Langzaam schuifelen de menschen uit el
kaar
TON RUYGROK.
NEDERLANDSCHE KUNST NAAR JOEGO-
SLAVIë.
Naar wij vernemen is door het comité ter
verbreiding van de kennis der Nederlandsche
Beeldende Kunst in Joego-Slavië, een veer
tigtal schilderijen bijeengebracht, w.o. wer
ken van Lizzy Ansingh, Bakels, Bauer, Suze
Bisschop Robertson, G. H. Breitner, A. Col-
not, Leo Gestel, A. M. Gorter, P. v. d. Hem,
A. G. Hulshoff Pol, Isaac Israels, J. H. Jur-
res, Toon Kelder, Willem van Konijnenburg,
Simon Maris, Marie van Regteren Altena,
Jan Sluyters. W. B. Tholen, J. H. Toorop,
mevr Westendorp-Osieck, Piet Wiegman, H.
J. Wolter. De Zwart.
Met deze collectie zal in het „Musee d'Art
Contemporain" te Belgrado een Hollandsche
zaal worden ingericht.
De aanbieding zal begin October te Bel
grado geschieden.
VERLENGING VAN HET R.D.V. BIJ DE
SPOORWEGEN?
Op een door den personeelraad tot de
directie der Ned. Spoorwegen gerichte vraag
welk standpunt zij inneemt, ten aanzien van
de herziening van het reglement; D;en si voor
waarden. die met 1 Januari 1932 haar beslag
zou moeten krijgen, deelt de directie mede
dat van een verbetering van de geldende
regeling, onder de tegenwoordige omstan
digheden natuurlijk niets kan komen.
Op dit oogenblik oordcelende, zou het
haar niet ongewenscht voorkomen de wer
king van het bestaande Reglement Dienst-
voorwaarden van 1 Januari 1932 af voor
één jaar te verlengen, waarmede naar haar
meening het belang van het personeel zou
zijn gebaat.
ANNIE VERHULST
Naar het Volk meldt zal mevrouw Annie
Verhulst, als gast optreden bij het Schouw-
toonee! in „Jaro's geluk", welk stuk onder
regie van Jan Musch, die er de titelrol in
vervult, op het oogenb'ik in studie is; de pre
mière zal binnenkort te Amsterdam gaan.
KRONIEK DER MOLENS
De Roo's windkorenmolen in den Veentje
polder te Siddeburen (gem. Slochteren,
Gron.) wordt afgebroken.
<N. R. C.)
ONDERZOEK NAAR DE WERKGELEGEN
HEID TE AMSTERDAM.
De van gemeentewege te Amsterdam in
gestelde commissie tot bestudeering van de
bevordering van de ontwikkeling der plaat
selijke Industrie, onder voorzitterschap van
prof. Th. Limperg Jr., is een enquête begon
nen onder de hoofdstedelijke industrieelen
naar de aanwezige werkgelegenheid, waartoe
5500 vragenlijsten zijn rondgezonden.
EXAMENS POLITIEBOND.
De examens voor het politiediploma van
den Algemeenen Nederlandschen Politie Bond
ie Amsterdam gehouden, zijn geëindigd. Van
den cursus te Haarlem (leider de heer G.
A. Draijer) hebben 12 leerlingen het diploma
behaald.
FEUILLETON.
Het Huis op het Eiland
Naar het Engelsch van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden.)
„George Greenfield", sprak hij langzaam,
„je hebt mij van kind af aan gewantrouwd.
De dag zal komen waarop het je duidelijk zal
worden dat ik, bij alles wat ik deed, altijd
voor je bestwil heb gehandeld. Maar er zal
nog eenigc tijd overheen moeten gaan eer je
dat zult beseffen en je kunt niets zeggen of
doen om dat tijdstip te verhaasten. Alles wat
je nu zou kunnen bereiken door mij te dwars-
boomen, is dat je de ellende en de moeilijk
heden van die lieve vrouw daar vergroot. Als
je dien man vragen gaat stellen en hij deze
beantwoordt maar hij zal je niet antwoor
den, nu lk hem een en ander in het oor heb
gefluisterd zal hij je misfeiden, omdat hij
zichzelf ook misleid heeft. HIJ kan Je niets
vertellen om de eenvoudige reden dat hij
niets weet. Ik ben de eenlge man ter wereld,
die volkomen op de hoogte Is van wat je ter
zijner tijd zult vernemen. Eén vrouw weet er
ook van, en dat is je moeder. Maar zij heeft
onder eede beloofd niets te zullen openbaren
en je ken: haar goed genoeg om te wéten,
dat zij nooit haar eed zal breken zelfs niet
ter wille van jeu. Nog één ding wil ik je zeg
gen, dan ben ik uitgepraat en zul Je uit den
weg dienen te gaan om dezen man gelegen
heid te geven zich te verwijderen. Je kunt
er zeker van zijn dat hij zich hier in de
buurt niet weer vertoonen zal. Je zei daar
even dat ik op eeh bijzonder gelegen moment
was gekomen, en je besefte zelf niet, hoe
juist je woorden waren. Je moeder sprak de
waarheid toen zij beweerde, dat deze man
haar echtgenoot was. Maar ik kom je zeggen,
wat niemand anders, ook niet de man zelf,
je had kunnen vertellen: hij is niet je va
der".
Deze lange uiteenzetting, waarvan elk
woord met den diepsten ernst was uitgespro
ken geworden, droeg geheel den stempel der
waarheid. George zei niets, maar verliet aar
zelend, onwillig haast, zijn plaats bij de deur.
Het was wel het welsprekendste antwoord,
dat hij op Richards' betoog had kunnen ge
ven.
De man, die gedurende al dien tijd zwij
gend en onder een hoedje te vangen had ge
luisterd, sloop zonder op te zien de kamer en
het huis uit, om zich er, zooals Richards te
recht voorspeld had, nooit weer te vertoo
nen.
De nacht verliep verder in angstige zorg.
Mevrouw Greenfield, wien lichaam en
geestkracht geheel gebroken was onder den
looden last van den bestendigen angst, wel
ke haar sinds maanden, nacht noch dag met
rust had gelaten, bleef voortdurend bewus
teloos en naar de omstanders meenden, wa
ren haar uren geteld. Niets vermocht haar
uit haar diepe verdooving op te wekken en
na een heele poos, toen al haar pogingen
vruchteloos bleken, ging George een dokter
halen, terwijl Peggy en haar vader bij de
zieke die inmiddels naar bed was gebracht,
bleven waken.
De dokter kwam en bleef tot den vroegen
morgen ln de ziekenkamer. Toen kwam hij
beneden en voegde zich bij George, die be
neden in angstige spanning wachtte.
„Ik ga nu een paar uur naar huis", zei de
geneesheer. ..Direct na het ontbijt kom ik te
rug, als vóór dien tijd verandering in den
toestand mocht komen, wat ik overigens niet
geloof, vindt u mij thuis".
„Is de toestand ernstig?" vroeg George on
gerust.
„Hoogst ernstig", antwoordde de dokter,
die een vertrouwde vriend van de familie
was. „Peggy heeft mij verteld, dat zij maan
den lang onder den druk van een vreeselij-
ken angsttoestand heeft geleefd en ten slotte
een ontzettende schok heeft gehad. Ik zal
natuurlijk geen bijzonderheden vragen, maar
als dat angstgevoel niet weg gaat of wan
neer ze een nieuwen hevigen schok zou krij
gen, vrees ik het ergste".
.Daar bestaat geen gevaar meer voor",
verklaarde George. Na de inmenging van Ri
chards meende hij dit gerust te kunnen zeg
gen.
,Dan is er hoop dat wij haar in het leven
kunnen houden", oordeelde de dokter, „maar
u mag in geen geval nu al optimistisch zijn
er is op dit oogenblik nog ernstig levens
gevaar. Ze heeft een ontzettende knauw ge
had"
De dag verliep in angstige spanning. De
zieke dommelde of lag stil met gesloten
oogen achterover in de kussens en scheen
niets te merken van hetgeen er om haar
heen gebeurde.
Tegen den avond kwam een kleine ople
ving. Ze opende de oogen en herkende Geor
ge en Peggy. Hoe goed deze zich ook poogde
te houden, de zieke las de wanhopige droef
heid van hun gezicht.
„Ik weet het, kinderen, ik weet het", zei
zij zacht, maar dui :eiyk verstaanbaar spre
kend. „Ik ga van jullie weg". Even zweeg zn
den jongeman en het meisje met een blik voi
onuitsprekelijke teederheid en liefde aan
ziende en vervolgde toen:
„Wij hebber, het goed samen gehad, niet
waar? Ik geloof niet. dat veel moeders zoo
veel liefde en hartelijkheid van haar kinde
LANGS DE STRAAT.
'n Opstootje.
Een ruzietje op het marktterrein. Een jon
geheer van zeven en een jongeman van acht
jaar, die tegen elkaar staan te schreeuwen.
„Hij hét drie cente van me gegapt", expli
ceert de een.
„Mot je zoo'n leugenaar hooren!" zegt de
ander.
De wederzijdsche liefdesbetuigingen ko
men los.
Opschepper! Je heb geen lef! Raak me 's
an!
En het gebeurde, datgene, wat in razende
vaart een stoet van onheilen achter zich aan
zal sleepen het grootere jongetje raakte het
kleinere aan.
In steeds dichter drommen drongen de
menschen toe, om te kunnen zien en mede
te genieten. „Kwajongens", zegt iemand.
„Tegenwoordige jeugd", zucht de ander
„Schuld van sprekende films", verzekert
een derde. Een vierde zwijgt en schudt het
hoofd: er valt niets meer te zeggen.
Een oude Juffrouw kan door het gedrang
niet vooraan komen.
„Wat ls er eigenlijk aan de hand?" vraagt
ze.
Niemand luistert naar haar. Een ieder wil
zélf zien. Het oudje trekt een langen kerel
aan zijn mouw.
„Wat is er gebeurd?"
„Niks bijzonders, mensch!" zegt hij, zon
der zich om te wenden, ,,'n Groote kerel
heeft een kindje z'n vingertjes afgebeten".
„Nou houdt u me voor den mal", begrijpt
het vrouwtje, maar ze blijft wachten, want
ze moet er méér van zien.
De eerste klap, die nog altijd één gulden
vijftig waard is, is gevallen. Strikt genomen
is het geen klap geweest Het eene joch
heeft het ander een kopstoot gegeven. Ook
een daalder waard.
„Daar, daar daar", stompt hij verder.
„Pak an, stumperd", dient de ander van
repliek.
Het publiek schijnt het schande te vin
oen, dat er geen politie is.
„Als een agent een dienstmeisje bekeuren
kan laat hij het niet, maar met zooiets zie je
er niet éen"
De vechtpartij duurt voort, met afwisse
lend geluk voor beide zijden.
De een bijt den ander in zijn oor, de ander
trekt den een aan zijn haren.
Beiden schreeuwen.
En nu eindelijk meent een burger,
dat het tijd is, zijn plicht te doen. Niet erg
vriendelijk, met een beslist gebaar, trekt hij
de jongens van elkaar en geeft ze ieder nog
een paar stompen toe. De jongelui gillen, ze
gillen, zooals 'n varken wel gilt wanneer in
een onbewaakt oogenblik een onnadenkend
iemand aan zijn staartje rukt, ze gillen zoo
als het dienstmeisje van om den hoek wel
gilt, als de bakkersknecht een stuntelige po
ging waagt, om haar een zoen te geven, ze
gillen, de jongelui zoo, dat het, kortom,
pijnlijk is voor gevoelige oor en.
Ze sluiten wapenstilstand en ze richten
zich gemeenschappelijk tot hun beider
vijand, dien zij om beurten, aanzien voor
een stuk vergif, en een moordenaar. Vooral
dit laatste schijnt hun het juiste woord en
om de beurt gillen ze: móóóórdenaar.
De burger, die zijn plicht gedaan heeft wil
zijns weegs gaan. Hij kan niet uit het ge
drang komen.
„Beul!" roept de jeugd en het publiek be
gint den man tegen te houden.
Wat een vent! Wat een kinderbeul, om
de jongetjes zoo te slaan! Mag dat nou
maar? wordt er gezegd en gevraagd.
'n Dikke vrouw gaat voor den man staan:
,Dat moet je mijn lappen! De arme scha
pen hadden je toch niks gedaan!"
"n Matroos dringt naar voren. „Ga nou
mee, Bertus", probeerde het meisje aan z'n
arm hem tegen te houden. „Je hebt er toch
niks mee te maken."
„Niks mee te maken?" snauwt Janmaat.
„Als daar een kerel twee kinderen afbeult?"
Met een zwaai schud hij zijn liefje van hem
af. En nu staat hij vlak voor den kinder
moordenaar.
„Kom maar op", noodigt hij grimmig.
„Vooruit, begin nóu!"
„De jongens zijn begonnen", verdedigt zich
de man, opnieuw een vergeefsche poging
wagend, zich van den hem steeds nauwer
omringende menigte los te maken.
Het publiek scheldt. De woorden zijn niet
geschikt om hier af te drukken. De situatie
wordt dreigend. De jongens vatten moed.
Daarna gooit er een. gevat, zijn hoed af. Het
publiek lacht. Woedend geeft de man den
jongen weer een stomp. Hij krijgt er een
terug van den matroos. Het publiek betuigt
bijval. Dan, ten einde raad pakt de man
den matroos aan.
Met meisje van den matroos roept Bertus
terug, maar een vriendin van het matro-
zenmeisje zegt, dat ze 'm z'n gang moeten la
ten gaan.
,Dat gaat jou niks an!" zegt ze en geeft
haar een stoot, om haar opeij te dringen. Ze
krijgt een stoot terug. Het publiek juicht.
De burger, die zïjh plicht deed, krijgt
hulp. Hij ziet een kennis van een kennis en
roept:
„Kees, pak 's mee an!"
Kees doet het, maar een man uit het pu-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Voor een goed middagmaal
(verkrijgbaar van 5—8 uur)
a f 1.25 naar
w
Waar „men" eet
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 2 OCTOBER 1931
DE RAAD VAN STATE VIER.
HONDERD JAAR.
ONDERSCHEIDINGEN TOEGEKEND.
Donderdag is in een buitengewone zitting
van den Raad van State herdacht, dat 400
jaar geleden Karei V den Raad als bestuurs
orgaan instelde voor de Nederlandsche ge
westen.
Voor deze vergadering, welke bijgewoond
werd door Prins Hendrik en Prins Juliana,
waren, volgens het Vad., uitgenoodigd de
voorzitters van de belde Kamers der Staten-
Generale, de ministers, het oud-lid van den
Raad van State, minister van Staat mr. Th.
Heemskerk, de voorzitter van de Algemeene
Rekenkamer, de directeur van het Kabinet
der Koningin, de Staatsraden in buitenge
wonen dienst en de oud-ambtenaren mr. dr.
A. L. Scholtens, prof. mr. C. W. de Vries,
mr. C. Bake en mr. 7E. Baron Mackay.
Op een enkele uitzondering na, hebben
deze allen aan de uitnoodiging gevolg ge
geven.
Nadat de vice-president Z. K. H. Prins
Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana had
begroet, en een woord van welkom had ge
richt tot de uitgenoodigde gasten, gaf graaf
van Lynden van Sandenburg een historisch
overzicht van het ontstaan, de beteekenis
en de ontwikkeling van den Raad van State
sedert 1531.
Na afloop van de vergadering begaf de
Raad van State zich met zijn gasten naar
de woning van den vice-president, waar
graaf en gravin Van Lynden van Sanden
burg een thee hebben aangeboden.
De volgende onderscheidingen zijn toe
gekend:
Mr. dr. F. A. C. graaf Van Lynden van
Sandenburg, vice-president van den Raad
van State, is bevorderd tot Commandeur in
de Orde van den Nederlandschen Leeuw,
tot officier in de Orde van Oranje Nassau
is benoemd dr. J. M. Nap, referendaris, en
tot ridder in de Orde van Oranje Nassau de
heer J. F. Nuyens. hoofdcommies te secre
tarie. terwijl de gouden eere-medaille dezer
Orde ls toegekend aan den concierge-kamer-
bewaarder P. de Boer.
BESCHULDIGINGEN VAN DEN
HEER HEYNE NIET BEWEZEN?
DR. A. G. KRÖLLER EN DE PORTUGEESCHE
BANKBILJETTEN.
Het Corr. Bureau verneemt van bevoegde
zijn, dat de mededeellng, als zou na een
justitieel onderzoek van een vervolging van
den accountant Heyne, den schrijver van
enkele brochures tegen de firma Wm Müller
en Co., om redenen van algemeen belang"
zijn afgezien, geheel onjuist is. Er is slechts
een dezer dagen beëindigd administratief
onderzoek ingesteld naar aantijgingen, die
in de schrifturen met betrekking tot de
rechterlijke macht werden geuit in 't bij
zonder wat betreft de aangelegenheid der
Portugeesche bankbiljetten welk onder
zoek de volkomen ongeerondheid dier aan
tijgingen heeft doen blijken.
SLACHTOFFER VAN EEN VECHTPARTIJ
NOG IN LEVEN.
Het bericht, dat v. W. die bij een vecht
partij te Cabauw bij Schoonhoven met een
mes eenige steken heeft opgeloopen, aan de
gevolgen zou zijn overleden is volgens de
Msb. gelukkig onjuist. Hoewel de verwon
dingen zeer ernstig zijn, maakt het slacht
offer het goed.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Koffie
Thee
NIEUW RADIOPEILSTATION
OP SCHIPHOL.
SPOEDIG IN GEBRUIK NEMING
Het Hbld. verneemt, dat het radiopeil-
station bij Schiphol spoedig gereed zal zijn.
Van dit station uit zal radioverbinding
worden onderhouden met vliegtuigen in de
lucht; de gewone weerberichten radio-dienst
blijft op Schiphol.
Het nieuwe station, dat over een paar
weken in gebruik zal komen, is zoo betrekke
lijk ver van het vliegveld verwijderd lo. om
te voorkomen, dat de vliegtuigen last hebben
van de antenne-masten en 2o. opdat de
zendgolf van dit station (900 M.) die van het
weerberichten-zendstation op Schiphol niet
hinde»*
COMMISSIE VOOR RADIOSTORINGEN.
In het hoofdgebouw der P. T. T. te 's Gra
venhage heeft de directeur-generaal een
commissie geïnstel'eerd voor het overwegen
van maatregelen tegen storing in de raxïio-
omroe pontvangst.
DE BEURS VAN DONDERDAG.
Donderdag was de Amsterdamsche beurs
veel beter, zoowel voor obligaties als voor
aandeelen.
De belangrijkste fondsen waren aanvan
kelijk flauw, doch later beter.
NIEUWE VERKEERSBRUG BÏJ
WILLEMSTAD?
VOLGENS HET COMITé DE AANGEWEZEN
PLAATS.
Het gewestelijk comité tot behartiging van
verkeers- en andere belangen voor Zuid-
Westelijk Nederland heeft een adres aan
den ministerraad gezonden, waarin wordt
uiteengezet, dat de overbrugging van het
Hollandsch Diep bij den Moerdijk in hooge
mate te betreuren zou zijn. Geadviseerd
wordt een overbrugging, zooveel mogelijk
Westelijk op Brabants vasteland, dat ls bij
Willemstad en vla deze plaats dan ook de
Westelijke hoofdverbinding Noord-Zuid, te
vens de kortste verbinding vormend tusschen
centraal Holland (met Zuid-Hollandsche
eilanden) eenerzijds en centraal België en
Frankrijk (met Westelijk Noord-Brabant)
anderzijds.
Alsdan wordt tevens nog bevorderd een be
tere verdeeling van de vaste rivierovergan
gen over de geheele breedte van het land:
Grave, Nijmegen. Arnhem, 's-Hertogenbosch,
Zalt-Bommel, Keizersveer, Gorinchem, Wil
lemstad, Numansdorp.
DE VERMOEDE DIEFSTAL UIT EEN
RIJWIELSTALLING.
AMSTERDAM, 1 Oct. (V. D.) Het Gerechts
hof zou heden uitspraak dóen in de zaak van
twee rijwielherstellers, die in hooger beroep
terecht stonden wegens diefstal en verduiste
ring van f 13000. die in de rijwielstalling van
één der verdachten uit de tasch van een 15-
jarigen loopjongen waren verdwenen. De
Rechtbank had één der verdachten veroor
deeld tot 2 jaar gevangenisstraf en een der
verdachten vrijgesproken.
Het Hof heeft thans het onderzoek bij de
behandeling, 14 dagen geleden onvolledig
geacht en een nieuw verhoor van enkele ge
tuigen gelast op 15 October.
AMSTERDAM'S TRAMVOORDRACHT IN
DEN RAAD.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft .in
zijn zitting van Woensdag behandeld de
voordracht van B. en W. om eenlge tramlij
nen op te heffen, een aantal eenmanswagens
af te schaffen en het tarief per rit te bren
gen op elf cent.
De heer Ter Haar (c.-h.) bepleitte afschaf
fing van het overstapsysteem. De heer Ca-
rels (v.b.) gaf in overweging een tarief van
12 1/2 cent voor het overstappen in te voe
ren De heer Ketelaar (v.-d.) noemde het zeer
bedenkelijk, als B. en W. gemachtigd worden
om bij wijze van proef veranderingen in het
tramnet te mogen aanbrengen. De heer
Boissevain (v.-b.) kwam op tegen de hooge
loonen voor het trampersoneel. Spr. verklaar
de tegen de voordracht fce zullen stemmen.
De beraadslagingen zijn vervolgens tot he
den geschorst.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
geeft geur en smaak a
on uw glaasje.
CATZ ZOOM VAM PEKELA, I
G nONINO BN. I
VIVISECTIEBESTRIJDING IN
HET BELANG DER WERELD
ORDE.
BELANGSTELLING VAN PRINS HENDRIK.
Te 's-Gravenhage heeft voor den Anti
vivisectiebond prof dr. Max Herzog zu
Sachsen een voordracht gehouden over anti
vivisectie. Er bestond voor deze vergadering
groote belangstelling, aldus lezen wij in Het
dHbld. Prins Hendrik woonde haar bij.
Een groot aantal argumenten tegen vivi
sectie voerde spr. aan. Het is zeide spr.
geen sentimentaliteit alleen, die ons drijft.
Ook op wetenschappelijke, sociale en reli
gieuze gronden bestreed hij de vivisectie. De
roep om vrede staat thans in het centrum
aller belangstelling, maar deze vrede moet
alle schepselen der sociale orde omvatten.
Ook de dieren behooren daartoe. Het is uit
gesloten de vredesgedachte volmaakt te doen
zegevieren, zonder ook hen er in betrekken.
Al zouden uit de vivisectie wel eens enkele
voordeelen geput zijn, wat beteekenen deze
tegenover de groote. onzegbarenadeelen
welke toegebracht worden aan de zedelijke
wereldorde?
Het is een christenplicht besloot spr.
den oorlog te bestrijden, den oorlog in alle
vormen, ook den oorlog tegen het dierenrijk.
Na de pauze gaf de voorzitter van den
bond, dr. Pijl. in het Nederlandsche een
overzicht van de rede.
DE WIJZIGING VAN HET R.K. HOOFD
ORGAAN.
In „De Tijd" is een mededeeling van de
directie gepubliceerd, waarin gezegd wordt,
dat de bedoeling van de nieuwe leiding is
om aan het dagblad ,De Tijd" zijn oude
plaats in het katholieke openbare leven van
Nederland te waarborgen. Voor twee groote
katholieke handelsbladen is in Nederlana
geen plaats. Maar er is wel plaats voor een
leidend katholiek orgaan, dat de roemrijke
traditie van ,De Tijd" voortzet en dat het
journal d'oplnion is van de vele vooraan
staande Katholieken in Nederland.
DE BANKCATASTROPHE TN
OVERIJSEL.
OOK DE ZWARTSLUIZER DIRECTEUR
MELDT ZICH BIJ DE JUSTITIE.
Door het faillissement van de Kamper-
Bank lijdt de Zwartsluizer Bank t,e Zwart
sluis een groot verlies, aangezien deze bank
ongeveer f 400.000 bij de Kamperbank had
belegd, 't Gevolg van een en ander is. volgens
het Hbld.. dat de directeur der Zwartsluizer
Bank zich Donderdagmorgen bij de justitie
te Zwolle heeft aangemeld.
DE KUNSTSUBSIDIES
AMSTERDAM.
TE
8000.— VOOR EEN HISTORISCHEN
TOONEELCYCLUS.
Bij B- en W. van Amsterdam zijn, naar de
Tel. verneemt in overweging subsidies aan
de N.V. Het Schouwtooneel, dir. A. v. d. Horst
van f 15.000; het Ensemble-Bouber f 15.000;
N.V. Het Concertgebouw f 142-000; aan de
vereeniging het Kamerorkest van het Con
certgebouw-Sextet ten hoogste f 1000; aan
dc Maatschappij „Caeciliae" ten hoegste
f 2000; aan de N.V. Wagnervereeniging ten
hoogste f 6000; voor het geven van populaire
opera-uitvoeringen aan de N.V. Italiaansche
Opera ten hoogste f 9200 en aan den Amstcr
damschen Kunstkring „Voor Allen" ten
hoogste f 12.000.
Verder zijn B. en W. voornemens machti
ging te vragen om voor het organiseeren van
een historischen tooneelcyclus ten hoogste
f 8000 te besteden.
Ten slotte vragen zij een crediet van ten
hoogste f 8000, om daaruit bij buitengewone
gebeurtenissen op kunstgebied een subsidie
te kunnen toestaan. Al deze uitgaven ko
men ten laste der begrootingen van 1931 en
1932.
ren heeft ondervonden. Want jullie bent al
lebei mijn kinderen, is het niet?" Nogmaals
zweeg ze, nu langer dan zooeven en hernam:
„Peggy zoowel als George en jullie zult altijd
broer en zuster voor elkaar zijn niet waar,
in welke moeilijke omstandigheden je ook
moogt komen. Maar al die moeilijkheden
zullen langzamerhand wel verdwijnen zooals
de mijne ook uit den weg geruimd zijn".
„Is je vader hier?" wendde ze zich tot Peg
gy. „Ik zou hem graag een paar minuten al
leen spreken. Het is in het belang van jullie
alleboi. En als hij weg is. moeten jullie da
delijk, allebei, weer bij mij komen".
Richards, die beneden wachtte op bericht
uit de ziekelcamer, verscheen onmiddellijk.
Zijn strak gezicht kreeg een zachtere uit
drukking toen hij bij het bed stond en zich
over de stervende vrouw heenboog.
„Je bent je belofte trouw nagekomen", zei
hij. „Het spijt mij dat je mij over die an
dere moeilijkheid niet eerder in vertrouwen
hebt genomen; ik had je al die ellende kun
nen besparen".
„Je bent dadelijk gekomen, toen ik het je
gevraagd heb", antwoordde ze „dus laten wij
er verder niet over praten; het is nu toch
te laat. Maar, niet waar, het zal niet lang
meer duren?"
„Je kent het tijdstip", zei hij ernstig, ,4k
kan dat niet verhaasten".
„Ik zal het niet meer beleven", zuchtte ze.
„Maar het is zeker beter zóó. Ik zal niet in
opstand komen. Maar laten wij dit laten
rusten, er is zoo weinig tijd meer. En ik wil
de zoo graag iets over hot lieve meiske zeg
gen. mijn meiske haast c'-en goed als het
ouwe. Je heb; bet baar heel zwaar gemaakt
Ik heb je wenschen steeds geëerbiedigd, maar
nu zou ik graag zien dat je mijn verlangen
eerbiedige vóór ik heenga. Geef haar den
man terug dien zij lief heeft".
Richards bewaarde het stilzwijgen. De uit
drukking van zijn gezicht verried inwendi-
gen strijd.
„Beloof mij, dat je het doen zult en laat
mij in vrede sterven", drong zij aan. „Er
blijft mij nog maar zoo weinig tijd meer over,
en ik wilde mijn kinderen zoo graag no«r
even bij mij hebben".
Nog zweeg hij.
„Ter wille van het verleden en van de waar
achtige liefde van die twee jonge menschen",
klonk het in haast smeekende fluistering.
„Dadelijk kan het niet; maar over een poos
zal ik doen wat je van mij verlangt, als hij
zich haar waardig toont", beloofde hij.
„Neem dan nu maar afscheid van mij en
roep de kinderen", verzocht ze.
Hij boog zich over haar en nam haar door
zichtige hand. „Vaarwel", zei hij krachtig.
„Je zult het loon voor je tranen oogsten", en
daarop verliet hij langzaam het vertrek.
Kort nadat- Richards was weggegaan, ver
loor ze het bewustzijn, maar er waren korte
tusschenpoozer. van helderheid, waarin ze
zich volkomen bewust was van George's en
Peggy's aanwezigheid in de kamer.
Tegen negen uur, nadat zij ruim een half
uur onbeweeglijk stil had geleeen, opende zij
de oogen en er trok een glimlach over haar
ingevallen vermoeid gezicht. George boog
zich over haar, hunkerend naar een laatste
woord van herkenning, want hij begreep vol
komen dat dit het einde was. Met een laat
ste inspanning van haar kracht, stak zij de
armen naar hem uit.
..George, mijn zoon, mijn zoon voor al
tijd!" hllcde zij. Teen vielen haar armen
omlaag, de glimlach v.rvaagde en maakte
plaats voor een uitdrukking van bovcnaard-
sche rust
(Wordt vervolgd.)