HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. De Inzichten van een Groot Architect. Hoe het eens was Hoe het geworden is. B er eider straat en Doelmolen nabij de Raampoort Hoe men nu in de Sophiastraat (vroeger Ber eider straat) het Wilsonsplein ziet. cialcn verbindingsweg te gaan denken. De ondernomingen brachten den afstand terug tot 25 K.M-; dessawegen konden worden ge bruikt tot er nog 13 K.m. over was, maar 't resteerende gedeelte werd begroot op honderd en veertigduizend gulden, die eerst in drie jaar beschikbaar zouden worden gesteld, maar thans door de malaise niet te vinden zijn. Toen besloot de regentschapsraad van Loe- madjang een voorloopigen weg aan te leggen, dwars over de oud Smeroelahar. die weliswaar voorloopig bij bandjirs niet bruikbaar zal zijn, maar die met ccnige verbeteringen toch in negen-en-negentlg procent van de gevallen den rit om de Zuid mogelijk maken. Den volgenden dag reden wij den ouden weg over Pasoeroean naar Malang terug, dat is m samen net vijfhonderd kilometer voor één spreekbeurt. Voor de aardigheid reden wij nog een eindje om over Bondowoso en de Arak- Arakpas, weer een schitterende bergweg en daarna een aardige rit langs de koraal- en mangroverijke kust. Besoeki, Pro'oolingo, Pasoeroean. dat is allemaal weer suiker en nog eens suiker, allemaal asfalt, allemaal mooie, rechte, door tamarindeboomen over schaduwde wegen Autoreizen in Indië is een genot, dank zij den prachtigen wegenaanleg door Gouverne ment, ondernemingen en Regentschappen, die in samenwerking bereiken, wat door nie mand mogelijk werd geacht. Troes sadja! Steeds voorwaarts! VAN DER SLEEN. Le Corbusier aan het woord. „Tk geloof aan een principe van ordening". Tn de' Rue de Sèvres te Parijs, niet ver van do ..Bonmarché". staat, geperst tusschen de huizenrij een oud kloostergebouw uit de ze ventiende eeuw. De vertrekken zijn door kooplieden in bezit genomen en alleen in de gewelfde kruisgangen en den vroege'ren kloostertuin leeft nog iets voort van den be spiegelenden geest der vrome bewoners. Wij zijn maar weinig verwonderd, op een van de deuren dezer wijdloopige ruimten het op schrift te vinden: „Le Corbusier et Pierre Jeanneret, architectes". Een zaal ontvangt ons, waarin licht en stilte heerschen en waai de teekentafcls der architecten, door lichte tusschcnwanden van elkaar gescheiden, met plannen en grafieken aan den wand, de «enige stoffccrlng vormen. Een nog jonge man van het type van den "West-Zwitser begroet ons, kort, zakelijk naar onze wen se hen vragend Het is Le Corbusier zelf. Onze vraag naar het Zwitsersche huis m de Cité Universitaire wil hij nog niet in bij zonderheden beantwoorden, om zich niet aan incorrectheid schuldig te maken; de plannen moeten nog door het desbetreffende comité worden goedgekeurd. „U wilt weten, of ik mij door den Engel- schen universiteitsstijl, waarin de stichting Dcutsch de la Meurthe in de Cité Universi taire wordt uitgevoerd, heb laten inspiree- ren? Wat heeft, deze nabootsing met onzen tijd te maken? U kunt u voorstellen, dat ik mij door haar niet gebonden voelde Of heeft men misschien een Zwitsersch chalet, van mij verwacht? Mijn taak was, uit. de materialen en de nieuwe bouwmogelijkheden van onzen tijd op een voorgeschreven oppervlakte en in een aan financlecle grenzen gebonden omvang een maximum aan bewoonbare lo kaliteiten te scheppen". „De voorgevel? Welke bedoelt u? Mijn ge bouw heelt zes voorgevels! Bezit een sculp tuur, die vrij in de ruimte staat, een voorge vel?" Hier grijpt Le Corbusier. die er van houdt zich steeds abstract uit te drukken, twee glazen pre- e-papiers. die op zijn schrijf tafel liggen. „Ik laat het bovengedeelte van mijn gebouw boven het onderste uitsteken en zet het op palen, zoodat een ruim. over dekt plein ontstaat. Daar is in een studen tenhuis iets mede te beginnen!" Wij denken aan de peripathetici. die hun filosofische discussies ambulando voerden of aan de middeleeuwsche disputen van de scholastici in de nauwe straatjes om de Sor- bonne. Maar Le Corbusier heeft dezen aca- demlschen inval eenvoudig ontleend aan een principe, dat in zijn „Ville radieuse" een groote rol speelt: het moderne hooge huis rust doorgaans op pijlers, om den grond ge heel vrij te laten voor de voetgangers en de voertuigen van leveranciers in de gelegenheid te stellen, do gemeenschappelijke dienstver trekken, do keuken, provisiekamer, wassche- rij te bereiken. Ook in het studentenhuis be vinden deze' vertrekken alsmede het ontbijt- vertrek ('n etezaal is niet ontworpen) zich op den begancn grond in het massieve achter gebouw. De vijftig kamers, die tenslotte door het Zwitsersche comité werden ingewilligd, zijn over vier verdiepingen verdeeld en zien alle uit op den zonkant. De heliothermische as, die de architect bij zijn bouwwerken vaststelt, werd in de Cité Universitaire voor- deelig gekozen. Een binnenplaats is natuur lijk onmogelijk. Dat zich een tuin en een zonnebad op het terrasvormige dak bevindt, behoeven wij nauwelijks te vermelden. Men kan toch intellectueele werkers niet uren lang in een studeerkamer opsluiten, die met boeken gevuld is en des nachts bovendien als slaapvertrek moet dienst doen. Men weet. dat Le Corbusier een vriend van licht en lucht is. maar gelijk wij in den loop van ons gesprek zouden ervaren niet minder een verdediger van stilte, dezen in het tijd perk van radiowoede zoo actueelen eisch van hygiëne. Er zijn voorzorgsmaatregelen geno men, dat de verschillende studentenkamers door geluiddempend materiaal en luchtka- nalen (gelijk zij blijkens de nieuwste werken van Gustave Lyon een oplossing bieden) ge- isoleerd zij ngelijk celle nvan anachoreten. ..Zal uw studentenhuis plastische versie ring. een fries, een beeld krijgen?" Waartoe?" valt de architect mij verwon derd in de rede. Ik heb altijd voor de beel dende kunsten ecu, te groot resect gehad, VI. Hel Wilsonsplein en omgeving. Aan het Stadsbeeld in de omgeving van het Wilsonsplein is ook heel wat gewijzigd. Onze teekeningen illustreeren dit heel duide lijk. Voor hetgeen weggebroken is werd wel is waar een plein met plantsoen in de plaats gesteld, maar het oude had toch veel meer bekoring dan het nieuwe. De Raam- en Voldersgracht liep indertijd waar nu de Gedempte Raam- en Volders gracht gevonden wordt. Het was een smal grachtje, dat schilderachtige puntjes had. Dit zullen wij met eenige andere teekeningen in de komende weken nog wel bij vernieu wing aantoonen. Op de teekeningen die wij nu geven staat de Doelmolen, die het aardige stadsbeeld van lage huisjes met trapgeveltjes beheerschte. Vroeger stonden er in de stad verscheidene molens, alleen de Adriaan is nu overgeble ven. De Raamgracht herinnert aan den bloei tijd van de lakenindustrie (aan het einde der 15e en het begin der 16e eeuw), toen er hier ter stede op niet minder dan 1200 laken- getouwen gewerkt werd. Het Raamhuis (staande op den hoek van den Raamsingel en het Geldelooze Pad) diende om het laken onder toeziffht van een deskundige te laten drogen. Iedere fabrikant had zijn eigen Raam en om zich van de echtheid en de vastheid van de kleur (vooral die van het blauwe la ken) te verzekeren, was een gild opgericht, dat over de lakenweverij toezicht uitoefende. In de 17e eeuw verliep de Haarlemsche la kenindustrie doordat in Engeland lakenwe verijen werden opgericht, die door de Engel- sche regeering krachtig gesteund werden, zoodat de Haarlemmers niet meer konden concurreeren. Bovendien kwam er ook felle concurrentie uit Frankrijk. In het midden der 19de eeuw was van de eens zoo bloeien de lakenindustrie te Haarlem niets meer overgebleven. Nu herinneren ook alleen en kele straatnamen aan den glorietijd van dezen tak van industrie. Wij noemen o.a. de Lakenstraat en de Wolstraat. De Doelenmolen werd in 1870 in een pu blieke veiling voor sloop verkocht voor f 600. De molen stond op een hoogte (de Molen- werf) en voor den nieuwen aanleg van de straten in de omgeving was het noodig, dat de molen werd afgebroken Er werd toen een voor dien tijd flinke weg aangelegd, die het Groote Houthek met het Raamhek verbond. De Groote Houtpoort en de Raampoort wa ren tevoren reeds afgebroken en door hek ken vervangen. Toen de Raamgracht gedempt werd, was het noodig om voor de waterverversching een nieuwe verbinding te graven tusschen den Raamsingel en de Leidsche vaart. De heer Wilson stond voor die verbetering en den aanleg van het plein terreinen af, wat voor den gemeenteraad aanleiding was zijn naam daaraan te verbinden. De naam Bereiderstraat werd in den loop der jaren vervangen door Sophiastraat. dan dat ik ze tot hulpdiensten zou kunnen vernederen. Mijn gebouw moet voor zichzelf spreken wanneer ik u een geheime bezorgd heid mag bekennen, dan is het de^e aaffwëi meemmde schenkel-s ^n^r&êltihouwtte beer of een pratfïGb^öi!^3l!ee'ngroep in mijn zui lenhof willen plaatsen!" Met de uitvoering van het architectonische werk acht de kunstenaar zijn opdracht ge ëindigd. Dat hij het Zwitsersche huis met het beschikbare bedrag heeft kunnen ver wezenlijken op de wijze, zooals hij het zich had voorgesteld, is te danken aan de om standigheden. aan de crisis. De aanbiedingen van bouwmaterialen en ondernemers zijn gunstiger uitgevallen, dan men een jaar ge leden had durven hopen. Wat de binnenaf werking van de vertrekken betreft, de gede genheid en originaliteit daarvan hangt af van de nog bij te dragen sommen. Verschei dene kantons van Zwitserland hebben een studentenkamer voor hun rekening geno men. waarin zij iets van hun karakter tot uitdrukking kunnen brengen. Zwitserland, waarvan de eigenaardigheid ligt opgesloten in de veelzijdigheid, behoeft in dit opzicht geen cliché te Volgen Wij hebben de gelegenheid niet ongebruikt gelalen, naar de overige projecten van den Zwitser te informeeren. Het Volkenbondsge bouw. waarvan men de architectonische we derwaardigheden kent. is Le Corbusier ont nomen. Hij koestert jegens de verantwoorde lijke lichamen de gevoelens van een vader die uit zijn rechten is ontzet. „U wilt weten, hoe ik over het nieuwe pro ject denk? Een plagiaat, niet anders! Onze firma kan dat niet zonder protest laten voor bijgaan. hoe machteloos wij ook zijn tegen over de Olympische goden, die te Genève de beslissingen nemen. Het ging, zooals het moest gaan; het gekozen project was een academische praestatie. op aethetiseh effect berekend, maar practisch onbruikbaar. Toen men er toe over wilde gaan, het in ijzer en steen uit te voeren, moest men tot een archi tectonisch organisme terugkeeren en die hadden onze beide plannen van 1927 en 1929 geleverd .Achter zuilen hoe majesteitelijk zij ook aandoen, kan men geen werkvertrekken aanbrengen. Het paleis van Lodewijk XIV te Versailles was voor de parade bestemd tegenwoordig gaat het om andere dingen. Na drie jaar tijdverlies zijn de architecten zoover, dat zij zich van ons oorspronkelijk in strument bedienen, met dit verschil, dat het plan thans tweemaal zooveel kost. Hoe het geheel er thans zal uitzien, weet op het oogenblik nog niemand". „Wat zoudt u doen, wanneer de Fransche regeering u morgen als een nieuwe Hauss- mann de reorganisatie van Parijs opdroeg? Wat. zou dan uw programma zijn? Zoudt u uit oud Parijs groote stukken scheuren, waar van men u verdenkt?" „Allerminst, ik zou alles laten staan, dat werkelijk historische waarde heeft en tot het aesthetische stadsbeeld van Parijs behoort. De Cité i.s op mijn plan ongerept, de Champs Elysées behouden hun heerlijk perspectief, de Place de la Concorde red ik van verstik king door het automobielverkeer". „En de Place des Vosges?" „Ik respecteer haar nobele symmetrie, al leen zou ik het oude, geplaveide plein her stellen. gelijk het in de zeventiende eeuw bestond en aan de huizen met poorten ka rakter verleende. Ik heb voor parkaanleg andere terreinen. Met de Place du Caroussel en haar Romeinsche zégepoort zou ik op ge lijke wijze werken". „U zoudt ook het Palais-Royal redden en er geen beurs var. maken?" „Zonder twijfel, alleen zx>u men van mij niet mogen verlangen, dat ik de naburige hallen, die schreeuwend anachronisme in een mil joenenstad als Parijs, die niet eens een kocl- inrichtlng kennen, oen oogenblik langer zou dulden. Evenmin zij'i de station^ die hun Raamgracht op den hoek van de Lange Raamstraat, met den Doelmolen op deri achtergrond. Naar een teekening van 1809. oals die nu is. Kijkje op het Wilsonsplein van de Lange Raamstraat uit. plaats aan het topografisch toeval té dan ken hebben, in overeenstemming met de eischen van een rationeel bebouwingsplan. Waar hebben wij in de toekomst reusachtige monumentale hallen voor noodig, terwijl een spoortrein niet meer dan drie meter hoogte eischt en de electrificatie geen rook meer veroorzaakt!" Maar het zijn niet deze bijzonderheden, die den urbanist in de eerste plaats interessee ren. Hem liggen nieuwe woonwijken, ver- breede straten, de noodzakelijke aanpassing aan de tegenwoordige verkeerssnelheden na der aan het hart. „De groote vraag, waar tegenwoordig zoo heftig over wordt gediscussieerd, is het pro bleem: tuinstad of hoogbouwstad. De tuin stad buiten de zakenwijken is een ideale op lossing voor steden van 300.000 inwoners, maar niet voor hoofdsteden van vier of vijf miliioen menschen. Wil men die veroordee- len, dagelijks urenlang van den trein en an dere verkeersmiddelen gebruik te maken in de tegenwoordige omstandigheden? Mijn plan geeft den wereldstedeling zon, licht, rust, tijdwinst, zonder dat hij naar buiten behoeft te vluchten" Wij wagen het echter, eenige bedenkingen te opperen, of de Fransche individualist wiens streven het eigen huis is, waar geen buurman hem lastig valt. zich zoo gemak kelijk zal schikken in het samenwonen in reusachtige kazernes. New-York is geen aan moediging. Maar Le Corbusier antwoordt, dat het zaak is! de fouten van de Ameri kanen te vermijden en den ratione'elen wol kenkrabber le gratte-ciel cartésien, gelijk het klare Fransche genie hem schept te bouwen. „Ik weet het, men heeft mij verweten, dat mijn geometrische lijn een buitenlandsch product zou zijn en de ware Fransche stijl schuilt in de kromme en in de traditioneele afmetingen Ik breng mijn critici bij Notre Dame en vraag hen of de horizontale lijn zoo on-Fransch aandoet. Ik heb in mijn toe komststad alleen de maatstaven (échelle) veranderd, gelijk de moderne behoeften het eischen. Is het niet logisch, dat wij in een tienvoudig bewoonde stad de ruimte nemen waar zij is en in de hoogte bouwen? De fi nanciers geven mij met de voortdurende stij ging van de stedelijke grondprijzen al ge lijk". Deze denkbeelden moeten de moderne be volking van de groote steden niet alleen smakelijk gemaakt worden, maar opgedron gen. omdat hun eigen welzijn er van afhangt. Le Corbusier verlangt een doelbewuste staats autoriteit, die de scheppers van de nieuwe collectieve bouwvormen van het urbanisme voor onverstand en intrige beschermt. Te veel van onze parlementaire gebieders heb ben zich nooit de moeite gegeven, over het morgen na te denken, zien in repareeren en niet in construeeren de laatste wijsheid van de bestuurskunst. Een patriarchale autori teit, gelijk Frankrijk in de glanstijdperken van zijn architectuurgeschiedenis bezat, zou Parijs thans in moeilijkheden brengen, meent Le Corbusier. „En Europa?" „Ik geloof aan een principe van ordening. De volken moeten zich organiseeren, zooals ieder onzer zich in zijn eigen huishouding organiseert-. Ons continent mist de noodzake lijke aanpassing aan de internationtle eco nomische factoren. Verder is er geen spiri tualisme noodig, om de Volkenbondsgedachte te begrijpen". Dr. M. H. (Nadruk verboden.); Hoe Rob. Hichens werkt. En hoe Rossini het doet. Het is bekend, dat iedereen zijn eigen ma nier van werken er op na houdt. De bekende Engelsche romancier Robert Hichens, die o.a. De Tuin van Allah heeft geschreven, kan. niet buiten werken. Hij acht de afleidingen^ die hij buitenshuis ondergaat onverdraaglijk en sluit z-ich voor zijn arbeid liever op in een kleine kamer, die niet te sterk verlicht is. Hij schrijft regelmatig, iederen dag wat, en begint onmiddellijk na zijn vroeg ontbijt. Soms gaat hij daarmee tot het etensuur door. Notities maakt hij niet, maar hij werkt rus tig en langzaam door om herziening te ver mijden. Doch als dat noodig is. dan doet hij dat ook meedoogenloos. Uit. zijn roman „In the Wilderness" bijvoorbeeld, schrapte hij liefst 60.000 woorden! De beroemde opera-componist Rossini (17921868 van hem zijn o.a. Willem Teil en De Barbier van Sevilla kon overal en op alle tijden van den dag werken. Eens zat hij in een restaurant. Plotseling grijpt hij een blad papier en schrijft een melodie neer. Onder nog vreemdere omstandigheden schiep hij de ouverture van Othello". Hij had zich verbonden deze op een in het contract be paalden tijd te leveren, doch hij had het vol komen vergeten. Totdat zijn opdrachtgever niet langer wachten wilde. Hij liet hem opsluiten en met water en macaroni als voedsel schreef Ros sini in zeer korten tijd de vereischte ouver ture! 50.000 BEELDJES PER SECONDE. Wanneer een film heel vlug wordt opge nomen en in normaal tempo afgedraaid, krijgt men het effect van vertraging dn alle bewegingen. Het is vaak te zien in de bioscoop in het Journal, bij zwem-deanonstraties onder ïmderen. Ook past men dit langzaam werkend apparaat wel bij tennls-wedstrijden toe. Het omgekeerde resultaat wordt verkregen door de opnemingen zeer langzaam te doen en op normale snelheid af te draaien. Neem bijv. elke zes uur een foto van een bloem en bij de vertooning van die aaneengesloten rij beelden, zal die bloem in enkele minuten groeien en uitkomen. Knoppen worden bloe sems, en bloesems worden vruchten in kor ten tijd. Het langzaam werkend apparaat zal binnen zeer afzienbaren tijd tot nog grootere mo gelijkheden leiden. Want de nieuw uitge vonden camera zal 50.000 beeldjes per seconde kunnen verwerken. De film gaat hierbij met een snelheid van ruim 3000 K.M. per uur langs de lens, dat is dus 30 maal zoo snel als de vlugste sneltrein. Dit toestel is geconstrueerd voor de bestu- deering van vliegtuig-problemen. Wij weten nog niet precies wat gebeurt met- de vleugel als een vliegtuig zich door de lucht beweegt En de nieuwe camera zal dit hopelijk kun nen registreeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 18