BRIEVENBUS Brie. en aan de Redactie van de Kinder-Af deeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Marnixstraat ÏO. VADERS JONGEN. Prettig, dat jij ook meedoet met den St. Nico- laa-swedstrijd. Wat aardig, dat zus 7 jaar geleden als kleine baby die sokjes van de Rubriekertjes kreeg. Is ze na dien tijd gezond gebleven? Nu begrijp ik best, dat jij dubbel- graag mee wilt doen. Ik hoop, dat je k'aar komt met den poppen- sportwagen. WIM. Kun je een paardenleidsel punneken op een klos of een kurk? Of kun je misschien speelgoed van je zelf opknappen? Of aardige pla ten inlijsten? Ik vind het niet zoo erg, dat je deze klas nog eens moet overdoen. Misschien komt het ook door de verandering. NEVADA en UITLOOPER. Dus Jullie hebben den Sint-Nicolaaswed- strijd oo kmet blijdschap begroet. Misschien kan Johan een heel pop penhuis bevolken met die eikelpop petjes. Heeft Johan nog een prijsje voor het kleuren gekregen? Jullie waren er deze week prettig vroeg bij. DE KLEINE VIOLIST. Al is het dan wintertijd wat het verzetten der klokken aangaat, October heeft zich heerlijk zomersch ingezet, 't Gaat zoo'n beetje op de omgekeerde we reld lijken. Ik begrijp best, dat van werken voor de ziekenhuizen van Jullie kant niet veel komen kan. Maar ik weet bij ervaring, dat de gebroeders mij toch niet in den steek zullen laten. KNIPPERDOLLETJE. 'k Vond het prettig weer wat van Je te hoo- ren. Dat vele huiswerk is wel eens vervelend hè. Heb je nu ook een boek uit O. B.? 't Is altijd maar 't verstandigst Je dag in te declen. dan schiet er ook nog wel tijd over voor ontspanning. Bevfc.lt het anders goed in de 5de klas? Die Moor is een echte grappenmaker. Leeft hij in vree met de kippenfamilie? GOUDVISCH. Laat ik er toch om denken, dat je een Jongen bent. De prijs wordt dus een Jongensboek. Wat doe je overdag? En wat voor lessen volg je op de Nijverheid- school? Zet je nieuwen schuilnaam de volgende week maar onder Je 5verk, BERTHA W. Er is al een moe ders hulp. Dus denk eens over een anderen naam. Nu mag je best me-„ Snoepstertje de raadsels oplossen. Is dit de hoogste klas? Ga Je net volgend jaar naar de Mulo? Je hebt nog tijd genoeg om er over na te denken, wat je worden wilt. EEN NAAMLOOZE, die juist op zoo'n heel mooi velletje schrijft, vraagt me of ik niet naar de fouten wil kijken, omdat ze nog zoo klein is en of ik wat ruilen wil. Ook heeft ze al dingen gemaakt voor den St.Nico- laaswedstrijd. Ja, die mag Je bij mij brengen. Maar eerst en voor alles .wil ik je naam weten. W. L. Nu maar weer moedig de Octobermaand ingegaan, Wat heb Je geboft met die boekenkast. En wat aardig, dat de Leestafel nu ook gekomen is. Weet je dat Jong-Ne- derland samensmelt met Zonne schijn? Misschien is het voor Jezelf rustiger, als je den ruiltijd verlengt. Bij iedere Bibliotheek moet men ex tra betalen, als men het boek lan ger dan 'n bepaalde termijn, houdt Studeer je nu dagelijks viool? Vol houden dan maar. SNOEPSTERTJE. Wat word je nu gauw jarig. Tel je de daagjes al? Wat aardig, dat Llda een poppen- wagentje wil geven. Weet je al, wat JIJ gaat maken? Nu de volgende week maar eens probeeren, wat je van de raadsels terecht brengt. KONIJNTJE. Nog heel hartelijk bedankt voor je mooie bloemen. Ze zijn nog prachtig. Ik hoop voor je allen, dat moeder gezond blijft en vader meer werk, krijgt. Wat pret tig, dat Ulbo geslaagd is voor zijn boekhoud-examen. Is Annie nog in Leiderdorp gelogeerd? Ik hoop, dat de heele familie weer evenals vorige Jaren mee wil helpen aan den Sint- Ni co la as wedstrijd. Hoe heet 't kleine poesje? DRAAITOL. Zooals je bemerken zult, heb ik nu de kwestie in Onze Jeugd uiteengezet. Ik ben blij, dat Je me dit hebt meegedeeld. Alba zal natuurlijk ln de wolken zijn. Daar heb JU hem weer naar toe getold, jg raadsel is goed. WATERROTJE. Dus het gaat naar je zin in 't orkest. Aardig van je, dat Je al bezig was te werxen voor den St. Nic. wedstrijd. Een boek omslag is altijd gewenscht. Moet Je veel werken voor Fransch? MOEDERS BESTE. Dezen schuilnaam mag je houden. Wat je nog niet weet, van de raadsels enz. vraag je maar aan je zus. Die mag je met alles wel op weg helpen. KLAPR006JE. Bewaar alles wat je voor den St. Nicolaaswed- strijd maakt maar in een doos. Hoe gaat 't met de orgelles? Vast harte lijk gefeliciteerd met den verjaar dag van zus. Ik vind het prettig, dat je zooveel geven en maken wilt voor de zieke kindertjes. VLIEGENIERTJEZoo, ben jij ook blij, dat de St. Nicolaaswedstrijd er weer is. En wat heb jij voor plan nen? Ga je soms een vliegmachine bouwen met een vliegenier erin? JUFFERTJE LEESGRAAG. Het doet me plezier in zooveel briefjes te lezen, dat de St. Nicolaaswedstrijd met vreugde begroet wordt. Dat geeft blijde verwachtingen. En wat heerlijk, dat jullie dadelijk aan 't werk zijn gegaan. Heb je veel werk voor Fransch? SCHRIKKELKINDJE. 'k Kan me begrijpen, dat je graag nog eens een keertje naar Artis wilt. Hoe is 't nu met den schildpad? Kreeg hij door 't mooie weer den zomer in 't hoofd? Je raadsels zijn goed. Groe ten voor Beb. VIOOLTJE. 't Deed me genoe gen weer eens wat van mijn oude vriendinnen te hooren. Gaat het naar je zin in de nieuwe klas? Vond je Blaricum geen mooi dorpje? Wat kun je er prachtige wandelingen maken, hè? LATHYRUS. Neen, ik begreep best, dat Je nog niet den moed kon vinden om weer gewoon te schrij ven. Ik had de advertentie niet in de krant gelezen, later vernam ik van jullie groot verlies. Ik kan me zoo begrijpen, welk een moeilijken tijd jullie hebben doorgemaakt. Wat gelukkig, dat jij moeders plaats zoo veel mogelijk kunt innemen. Dat is voor vader ook een heele rust. Houd je schrijfwerk, als 't kan dagelijks bij. Heerlijk voor je, dat je werk wordt aangenomen. Natuurlijk mag je me blijven schrijven, al ben je dan ook den kinderschoenen ontwassen. KERSTROOSJE. Arme Kerst roosje, ga jij nu ziek worden? Wat scheelde er aan, of is het leed al weer geleden? 'k Hoop het van gan- scher harte. Vader heeft het zaakje maar keurig voor je opgeknapt. Je hebt maar een knappen secretaris. ZOMERBLOEMPJE. Ja, de zo- merbloempjes verdwijnen u't onze tuinen. Gelukkig maar, dat Jij weer tot onze Rubriek bent teruggekeerd. Nu de avonden lang worden schiet er zeker ook wel wat tijd over voor den St. Nicolaaswedstrijd. BLOEMBOLLENKWEEKER. 't Doet me genoegen, dat het boek naar je zin was. Die Kruimeltje heeft nog eens wat beleefd. Als je geen triplex ontvangt, vraag dan eens. of me neer Stolp je eraan kan helpen. GOUDEN REGEN. Heb je alle dagen zooveel huiswerk? Wat pret tig, dat Je dadelijk aan den St. Ni colaaswedstrijd begonnen bent Je maakt me wel erg nieuwsgierig, maar ik zal geduld moeten hebben tot December. Vind jij het prettig, dat de tijd zoo snel gaat? Ik zou hem juist wel eens vast willen hou den. BALSEMIENTJE. Waar ben je in betrekking? Moet je dikwijls re- peteeren voor de operette? Moet je ook alleen zingen? Je verlangt ze ker erg naar 18 en 19 October. Hoe heet de operette? FRANCIS VERE. Voor die lote rij voel ik niet veel. De meeste kin deren hebben geen tijd om voor twee dingen te werken en nu moeten we alle zeilen bijzetten om den Sint- Nlcolaaswedstrijd te doen slagen. Er zijn honderden kinderen in de ver- JschiTende zoekcnhulzen. Je Ruil- aanvraag kan ik helaas niet plaat sen, omdat je geen adres opgaf. Doe dit nu de volgende week. ROOSJE. Dat was zeker wel ge zellig hè zoo met Nanna samen de raadsels op te lassen. Je zult wel merken, dat Viooltje er ook al weer is. Nu moet je Nanna ook maar eens "eeren om tegen plagen te kunnen. Zonder een duwtje worden we niet groot. NANNA. Ja dat valt nog niet mee in Afdeeling I. De gemakke lijkste raadsels zoek ik altijd uit voor Afdeeling n. Komen jullie om beurten bij elkaar? Je krijgt voor gym zeker altijd een mooi cijfer. Die kleine zus is voorlijk, dat ze al de heele kamer door kan loopen. Je raadsel is goed DIRECTEURTJE. Je raadsels zijn goed. Is de prijs naar je zin? Ben je dadelijk aan 't lezen gegaan? Ik hoop niet, dat 't een teleurstel ling voor je is, dat er geen Indianen of roovers in 't verhaal voorkomen. Prettig, dat je Rull-aanvraag zoo veel succes had. GOUDSBLOEM. Wat prettig, dat jij ook zoo in je schik bent met den Sint-Nicolaaswedstrijd. En wat eenig, dat de heele familie aan 't werk is getogen. Als je groote broer ook meehelpt, zal er zeker iets moois voor den dag komen. Houd jij het maar geheim voor me. Ik zal er toch wel achter komen. KOEKOEK. Jij zult ook wel den prijs van Roodborstje mogen lezen. Laat jij den moed maar niet zakken. Wie weet. hoe spoedig 't Jouw beurt wordt. Wat ga je keurig schrijven! ROODBORSTJE. Je raadsel is goed. Is het boek naar je zin? Je bent wel een geluksvogel. Ik hoop, dat broer nu ook eens gauw aan de beurt komt. Aardig van vader, dat je boeken een plaatsje in zijn boe kenkast krijgen. PRESIDENT KRUGER. Wie is de schrijver van Henk en Bert? Vond jej 't mooi? Ik dacht wel, dat je den prijs van Admiraal de P.uy- ter mocht lezen. Misschien verdien jij ook spoedig een prijs. NACHTUILTJE. Waar heb je het toch zoo druk mee gehad? Is je boek nu uit? Maak je met de orgel les goede vorderingen? 't Spijt je zeker, dat de tuintjes spoedig ge sloten worden. LOURENS COSTER. Is er nu weer club geweest? Fijn, dat Je ook wat maaktk voor den Sint Nicolaas wedstrijd. Wat is het? Hoe vond Je den Dierenfilm? Heb je de Canne- heuveltjes al uit? Nu moet Je de vervolgen ook lezen, 't Zijn prach tige verhalen. TAMBOER. Kom Jij daar ook weer aan roffelen? Flink zoo, als je maar een vredeslied je speelt: Nu niet meer zoo vergeetachtig fcljn. Wat heb je nu aan een tamboer, die vergeet op zijn trommel te roffelen? Dus tot de volgende week. VINGERHOEDSKRUID. Je denkt zeker nog vaak terug aan Je mooie Gooische tochtje. Je kunt ook nog genieten van de herinnering. Die hel blijft nog weken mooi. Ik weet, dat baby-sokjes heel welkom zijn. Begin er dus maar gerust aan. Deze raadsels zijn heusch niet moei-, lijk. NACHTEGAALTJE. Is de vriend schap nog heel hecht? Ik zal mijn droogbloeier zoo langzamerhand maar binnen halen. Je raadsels zijn goed. Je gaat heusch wat mooier schrijven. Nu zoo door blijven gaan. ALBA. Ben Je niet b'lj met dat extra berichtje voor jou? Kom nu Woensdag je prijs maar gauw halen Wat grappig, dat die salamander weer voor den dag is gekomen. De pad zal wel gesprongen zijn. In den Otter is een reuze-fijn jongensboek. Heb je het uit de bibliotheek? JUFFERTJE WEETGRAAG. Wat heb je lang in 't Ziekenhuis ge legen? Ik denk, dat je er toch pret tige herinneringen van mee naar huis hebt genomen. Wat een mee valler, dat je toch verhoogd bent. Broertje speelt zeker lederen dag met zijn locomotief. Kan hij al over weg met de Trix-doozen? Is de lift weer ln elkaar gekomen? Misschien weet moeder wel iets te bedenken voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Ik begrijp best, dat Je er niet veel tijd aan kunt besteden. Gaat het naar je zin m et de pianoles? GLADIOOLTJEHeb jij het ook al zoo druk? En als ik 't niet druk had, zou ik medelijden met Je heb ben. Jij hebt nog maar heerlijk van je flets geprofiteerd met 't mooie weer. Ik zou zeker lid worden van O. B. Je treft daar Rubriekertjes aan en kunt altijd een mooi boek hebben voor de lange avonden. SNEEUWKLOKJE. Dank voor je aanbod, ik heb het in de Sint- Nico'aas-Rubriek geplaatst. Gaat 't goed? En vind je het nog even pret tig op school? Je bent zeker al een heele steun voor moeder. DE LOOZE VOS. Een blokken doos is altijd een zeer welkom ge schenk. Een poppenledikantje met inhoud is ook al even prettig. Wat lief van tante, dat zij het bedde- goed wil naaien. Ik begrijp best. dat jej alleen in je snipperuurtjes kunt timmeren. Nu heeft Je geschenk des te grooter waarde. ZWARTKIJKERTJE. Je raad- se's zijn goed. Ik beloof je, dat ze spoedig aan de beurt komee. GOUDHAARTJE. Zijn de mouw tjes klaar? Nog hartelijk gefelici teerd met je verjaardag. Je ringetje draag je zeker eiken dag. Zit er ook al wat in 't portemonnaietje? Je bent niet vergeten door de familie. Wat leuk, dat er straks een operette van jouw naam wordt opgevoerd. Welke rol heb jij daarin? DOORNROOSJE. Fiets je nog alle dagen? Je hebt al reuzetochten gemaakt. Gezeillg, dat Je vriendin ook zoo goed fietsen kan. Hoeveel leden zijn er nu op gym? Is het een keer per week? PRINSES ZONNEGLANS. Wat prettig, dat jij ook meedoet met de operette. Ik kan Je verzoek niet in de Ruil-Rubriek zetten, want je gaf geen adres op. Droom Je niet van de naderende pret? ZANGERESJE. Dus Jij bent een zingende paddestoel. Dat is iets heel bijzonders. De meeste Rubriekertjes hebben alle raadsels gevonden, daar om kan ik niet begrijpen, dat ze zoo moeilijk waren. Ja. stuur ook maar eens een paar raadsels. Als je des Maandags je briefje bezorgt, komt het zeker altijd op tijd. IRIS. Hartelijk gefeliciteerd met moeders verjaardag. Ik kon me best begrijpen, dat je niet veel schrijven kan met al die visite. Je raddsell was goed. Heeft moeder een heerlij ken feestdag gehad? Veel groeten voor Jacob. W. v. d, L. Ik kon me indenken, dat het je moeite kostte me opge wekt te schrijven. Dat was zeker een droeve tijding. Gelukkig als er ander werk te vinden is, al is dat werk dan ook niet juist het ge- wenschte. Ben je al eens bij Wim L. in Onze Bibliotheek geweest? THEA EN TINY H. Jullie zijn beiden welkom. Je hebt gelijk, dat je nu de raadsels maar trouw gaat inzenden. Die Thea schrijft maar keurig. Daar krijg je zeker wel een 8 voor op school. Hoe oud is broertje? Wat een t-visite is dat! REIN AARD. Wat houd jij er prachtig postpapier op na. Je doet al zoo flink mee. alsof je reeds jaren Rubriekertje was. Hebben jul'ie ook Fransch buiten de gewone school uren? Krijg ik de volgende week weer zoo'n gezelllgen brief? MIEP M. en TO S. Jullie zijn beiden hartelijk welkom. Als je raadsels-oplossen zoo'n gezellig werkje vindt, worden Jullie vast trouwe Rubriekertjes. Turnstertje is er nog niet. Zwemstertje wel. Dus één van beiden moet een anderen naam kiezen. Wat gezellig, dat de vriendinnen zoo dicht bij elkaar wonen. Gaan jullie ook op dezelfde school? BALLENBREISTERTJE. Dacht ik het niet, dat ik van jou weer een mooie collectie ballen zou krijgen? Wat prettig, dat je ook nog een poppenkamer aan 't maken bene. Kranig, dat Je de mat zelf gevloch ten hebt. Als moeder meehelpt, zal er wel wat moois voor derf dag ko men. Kleed je dan ook nog een pop aan? Er komt van Jou alleen een heele winkel binnen. We kunnen veel gebruiken, want we moeten ook veel weggeven. Koninginnetje is een heel mooi boek. Heb je 't al uit? Is 't nieuwe fietsenrek al klaar? MICKEY MOUSE. Je moogt de- zij naam houden. Je nichtje doet al heel wat jaartjes mee. Komen jullie dikwijls bij elkaar? Heb je nog meer broertjes en zusjes? ZONNESCHIJN, 'k Ben blij, dat je zoo in je schik bent met Je verf doos. Wat heb Je er al mee geverfd? Je teekenlng kun je a'le dagen bij mij komen halen. Gelukkig, dat Rie weer beter is. 't Zal nu niet zoo ver moeiend voor haar zijn, nu ze in Amsterdam woont. Komt ze het week-end thuis? W. BLOMBERGZEEMAN Marnixstraat 26. Haarlem, 9 October 1931. ST. NICOLAAS-RUBRIEK Wie kan HENDRIK VAN ELTKEN Wilgenstraat 100, Haarlem-Noord, helpen aan een paar wieltjes, liefst met gummi bandjes, niet kleiner dan c.M. en niet grooter dan 20 c.M, zoo mogelijk met een as erbij Gaar ne tot wederdienst bereid.. B IJ V O E C S E L ZATERDAG 10 OCTOBER 1931 No. 249 AAN ALLEN! Wat is October mooi begonnen! Merk je wel op, hoe veel planten weer opnieuw gaan bloeien. Viooltjes margrieten, geraniums enz. doen a-'sof 't voorjaar is. '3 Morgens vroeg wikkelt de dag zich uit de nevel sluiers los en let er dan eens op, hoe zeldzaam mooi de gekleurde wolken zijn, als de zon hoogcr klimt. En dan die kleurenpracht der bladeren. De b'oedroode wingerdblaren zijn nu op hun mooist. October, tenminste deze zonnige, zomersche October gelijkt op de maand Mei. Toch is er groot verschil Tusschen bloeiende bloemen zien we de vruchten. Boomen met ont bladerde takken, waarin hoofdzake lijk musschen huizen. In het lucht ruim klinkt af en toe een afscheids kreet van een wegtrekkende vogel troep. De eerste bonte kraaien zijn al gezien, de paddenstoelen bloeien op schaduwrijke plekken. De warme heldere zon kleurt de zwammenwe- reld sprookjesachtig mooi: rood en wit, oranje en geel, grijs en bruin. Diezelfde kleurenweelde vind je nu bij de vruchten. Heb je de kardi naalshoedjes al gezien? of de kam- perfoeli-besjes, of de lijsterbes, de duindoorn? Natuurlijk heb je al eikels en kastanjes geraapt. De dierenwereld van den beganen grond heeft 't drukker dan ooit. Bij instinct voelen ze, dat al die zonne schijn en die zoele luchten straks verdwijnen. Dan staat de gure, barre winter voor de deur. De boschmuizen eekhoorns, ratten, gaaien, boom klevers en in Zuid-Limburg de ham sters zijn aan 't garen en sparen, opdat er een goed gevulde provisie kast mag komen. October kan mooi en stil en zon nig zijn als de veelgeprezen maand Mei, maar ze kan bulderen en loeien als de grillige maand Maart. In een enkelen nacht kunnen de boomen dan hun bladertooi verliezen. Dan kun Je de bonte kraal zielig zien zitten op de kale takken. Maar nu is 't zoo rustig, dat fijn ste splnnewebben, ragfijn als kant werk, onverstoord blijven hangen tusschen de struiken. De trekvogels snoepen op hun vaart van de glin sterende bessen. Ze willen zich niet haasten, 't is hier nog zoo mooi en zoo goed. De meezen piepen in de dennen, de hazen stoeien in de duinen, de konijntjes zie je krijgertje spelen voor hun holen. De natuur gaat nog niet slapen, dus ook zij whlen nog zoo lang mogelijk genieten. Heb Je wel gemerkt, wanneer Je broodkruimels strooide voor de muschjes, dat de lijsters ook mee willen deelen. En misschien zag je ook spreeuwen komen aanvliegen uit de uitgedunde populieren. En de muggen dansen als een doorzichtig wolkje boven het tuinpad. Is 't zo mer, of is 't geen zomer? De bloelen de zomerplanten zeggen van Ja. het bloeiende mos van neen, Er is een wondere tegenstelling in de natuur: iets van worden en vergaan. Maar wij genieten ervan, als van een ex traatje. W. B.—Z. Spaar de vogels. De nakomeling schap van een paar insecten kan in 1 Jaar bedragen 560.970.489 000 000.000 Eén zwaluw verslindt per dag min stens 900 insecten. Buiten, op het vlakke veld was het nog licht. De zon was wel reeds ten einder gedoken, maar haar licht weerkaatste tegen den effen blau wen hemel en viel terug over de wijde prairie. Het zal niet lang duren, of de nacht zal zijn gevallen, bromde de eenzame ruiter, die stapvoets door het lange prairie-gras reed. In het cederbosch daar ginds, zal het al zoo donker, zijn, dat men er nau welijks meer zien kan. Hij bracht de rechterhand vlak boven zijn oogen en tuurde naar den boschrand. Een kwartiertje in galop, of een halfuurtje stapvoets en ik zal het bosch hebben bereikt, mompelde hij. Onder de eerste boomen zal ik mijn nachtverblijf opslaan. De spreker was een groote zwaar gebouwde grijsaard. Zijn prachtige volle sneeuwwitte baard viel gol vend over zijn leeren hemd tot over de tweede knoop, die ongeveer op de maagkuil is aangebracht. Hij was gekleed ln het costuum van de trap pers van Noord-Amerlka. Een breed gerande hoed viel over zijn knap ge rimpeld gezicht en onder den hoed- rand staken de grijze krullen van zijn lange hoofdhaar. In den bree- den, Amerlkaanschen gordel staken twee moderne revolvers en dwars over den rug droeg hij een zwaar caliber Jachtgeweer Zijn rijpaard was een van de mooiste, welke de prairie ooit voortbracht. Het was een groote vos, slank en sierlijk van bouw, waarvan een paardenkennei echter onmiddellijk ook de kracht en het uithoudingsvermogen zou hebben vastgesteld. Dat deze een zame ruiter een langen tocht achter den rug had, was en hem en zijn rijdier aan te zien. Tot ver buiten het zadel, toonden de donkere plek ken op de paardenhuid, dat het dier hevig getranspireerd had. Deze krachtige figuur was Bill Bowers, een bekend trapper uit het Noor den. Zijn vrienden kenden hem als een goedhartig en soms zelfs zacht mensch. Zijn vijanden wisten echter niet anders van hem te vertel en, dan dat zij liever een paar mijl zou den omrijden, dan Bill Bowers te gen te komen. Met vele Indiaansche stammen was hij goede vrienden. Ongestoord betrad hij hun kampen en men ontving hem graag bij de groote vuren der raadsvergaderin gen, waar veel aan zijn wijzen raad gehecht werd. Bill Bowers leefde alleen en een zaam met zijn paard. Dan eens in zijn massieve blokhut ln het Noor den en dan weer in een lichte tent ln het warmere Zuiden. Hij was een eenzelvig man en nooit had iemand hem hooren lachen.Men vertelde van hem dat hij een oud en groot ver driet met zich ronddroeg, maar nie mand wist er het rechte van. Blijkbaar voelde Bill niets voor spoed dien avond, want hij liet zijn paard kalm voortstappen, ln de rich ting van den woudrand. Bij het laatste zonlicht bracht Bi l, die ondertusschen de eerste ce ders van het bosch bereikt had, wat oude gedroogde takken bij elkaar, om er een kampvuur van te maken. Zijn paard had hij het zadel en de verdere bagage, waaronder zijn lichte tent van geschrapte bison - huid, van den rug genomen en het edele dier liep nu kalm te grazen, terwijl het zich zoo nu en dan eens omwendde, om te zien, of het zich niet al te ver van zijn meester ver wijderde. Bill graaide naar zijn ton deldoos en zijn vuurslag ln een van zijn diepe zakken van zijn leeren rij broek en bukte zich om vuur te ma ken Door deze beweging gebeurde het, dat hij op ongeveer een halven meter hoogte door de struiken vlak voor hem kon zien. Verbaasd kroop hij naar de dichte struiken toe en boog ze uit elkander. Ver en diep het bosch in, meende hij het schijn sel te ontwaren van een vuur. Vreemd, mompelde Bill, om dezen tijd van het Jaar is deze streek altijd verlaten. Wie zouden het zijn? En waarom zoo diep het bosch in? Hij glimlachte eens bij zichzclven. Zeker de een of andere Greenhorn. Greenhorn Is de scheldnaam, die men aan de nieuwelingen gaf. nieu welingen, die pas naar Amerika ver huisd waren en die niet op de hoog te waren van het land en de ge wóón ten en zeden. Wat hot ergste echter was, deze Greenhorns waren vooral niet op de hoogte met de ge varen van het land. Een ervaren woudlooper of trapper, zou nooit zijn nachtleger midden in een bosch hebben gemaakt. Het overnachten aan den rand van een woud, was reeds een waagstuk, dat alleen de meest ervaren en oudsten zich dor sten veroorlooven. Bi 1 floot zachtjes zijn paard en bond het dier met een lang stevig touw aan een der boo men teneinde te voorkomen, dat het trouwe dier hem volgen zou. Toen ging hij op weg naar de plaats waar hij meende, dat het licht vandaan kwam. Het spreekt vanzelf, dat BUI zich niet vergiste. Daarvoor was hij te goed met de Amerikaansche wouden op de hoogte. Snel maar geluidloos s.oop hij nader en kwam zoo aan een hoog-opbrandend vuur, bij een kleine tent. Weer lachte de groote Bill. Hij herkende de tent n.i. ais een Westersch maaksel. Daarmede be doelde hij, een tent, die uit Europa was ingevoerd. Zooals ik dacht, zei hij grinnekend in zich zeiven, 'n Greenhorn en een ras-echte. Om de aandacht te trekken van hem, die binnen den tont moest zijn raapte Bill een kleinen steen van den bodem en wierp dien met vasten hand tegen een der tent-stokken aan. Geen geluld drong echter tot hem door. Nadat hij deze steenworp door een tweede en derde had laten volgen, werd hij zoo nieuwsgierig, dat hij voorzichtig en ditmaal met alle voorzorgsmaatregelen, de tent van de achterzijde trachtte te na deren. Toen hij, door het dichto struikgewas en dekking zoekend ach ter de zware boomen, de tent op en kele meters had kunnen naderen, vernam hij een onderdrukt en wan hopig snikken. Nooit was Bill zoo verbaasd geweest. Snel liep hij om de tent heen en tilde de voorhang op. Binnen lag op een dichte die- renvacht een klein jongetje van on geveer drie of vier jaren, met zijn hoofd in zijn armen voorover en snikte erbarmelijk. Een oogenblik stond Bill doodstil. Voor het eerst sedert langen, langen tijd, wist hij niet wat hij doen moest. Ging hij naar het kleine kereltje toe, dan zou de jongen zich ongetwijfeld doodschrikken. Hij besloot dus, op een andere manier de aandacht van het ventje te trekken. Ik zal te gen hem spreken, dacht Bill, zonder dat hij mij zien kan, want kleine jongens vinden groote mannen met lange grijze baarden en pistolen ln. den gordel altijd een beetje griezelig Hij liet zich dus buiten den tent op zijn knieën vallen en bracht zijn gezicht op ongeveer gelijke hoogte als dat van het kleine kereltje aan den anderen kant van het tentdoek. Waarom huil Je zoo, kleine jon gen? vroeg Bill. Je hoeft niet bang te zijn, ik ben een goed en groot vriend van a'le kleine Jonge tjes die ik ontmoet. Als Je verdriet hebt, of als je hulp noodig hebt, kun Je altijd bij me terecht. Een oogenblikje was het doodstil in de tent en Bill begreep, dat de kleine kerel eerst eens van zijn ver bazing moest bekomen. Toen vroeg een klein beverig stem metje: Ben Je een kabouter? Nu proestte Bill het haast uit, maar hij wist zich toch gelukkig nog ln te houden. Neen, een kabouter ben ik niet, zei hij, wel draag ik een groote witte kabouter-baard. Ik ben een groote man, 'nen Bill zocht zenuw achtig naar een goed woord. Toen. klaarde zijn gezicht verlucht op, hij had het gevonden! Ik ben een. grootvader, zei hij. De grootvader van alle kleine Jongens, die verdriet hebben of die hulp noodig hebben. Zal ik bij Je in de tent komen? Dan kunnen we misschien beter met el kaar praten en eens kennis maken. Ja, dat is goedeh.... Grootvader, zei het heesche kinder stemmetje aan den anderen kant. Hoe het kwarn wist Bill zelf niet, maar een gelukzalig gevoel door stroomde hem, toen hij dat stem metje ..Grootvader" hoorde zeggen. HU tilde den voorhang op en buk te zich ln de tent. Een oogenb ikja was het stil. Bill zag in een betraand Jongensgezichtje, dat met goudb'on- de krullen omlijst werd. Twee grooto behuilde kinderoogen zagen hem verbaasd en ook smeekend aan, als of ze wat vragen wilden. Het jongetje zag een groote grijzo man, met een somber gezicht en een langen witten baard. Eerst bi-greep het kereltje zelf niet, waarom hij het niet op een schreeuwen zette, bij het zien van zoo'n reusachtigen man die van onderen tot boven onder da wapens zat. Maar er was iets vrien delijks, bUna iets liefs ln het go-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 23