BRIEVENBUS
Brie. en aan de Redactie van de
Kinder-Af deeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnixstraat ÏO.
VADERS JONGEN. Prettig, dat
jij ook meedoet met den St. Nico-
laa-swedstrijd. Wat aardig, dat zus
7 jaar geleden als kleine baby die
sokjes van de Rubriekertjes kreeg.
Is ze na dien tijd gezond gebleven?
Nu begrijp ik best, dat jij dubbel-
graag mee wilt doen. Ik hoop, dat
je k'aar komt met den poppen-
sportwagen.
WIM. Kun je een paardenleidsel
punneken op een klos of een kurk?
Of kun je misschien speelgoed van
je zelf opknappen? Of aardige pla
ten inlijsten? Ik vind het niet zoo
erg, dat je deze klas nog eens moet
overdoen. Misschien komt het ook
door de verandering.
NEVADA en UITLOOPER. Dus
Jullie hebben den Sint-Nicolaaswed-
strijd oo kmet blijdschap begroet.
Misschien kan Johan een heel pop
penhuis bevolken met die eikelpop
petjes. Heeft Johan nog een prijsje
voor het kleuren gekregen? Jullie
waren er deze week prettig vroeg bij.
DE KLEINE VIOLIST. Al is het
dan wintertijd wat het verzetten der
klokken aangaat, October heeft zich
heerlijk zomersch ingezet, 't Gaat
zoo'n beetje op de omgekeerde we
reld lijken. Ik begrijp best, dat van
werken voor de ziekenhuizen van
Jullie kant niet veel komen kan.
Maar ik weet bij ervaring, dat de
gebroeders mij toch niet in den
steek zullen laten.
KNIPPERDOLLETJE. 'k Vond
het prettig weer wat van Je te hoo-
ren. Dat vele huiswerk is wel eens
vervelend hè. Heb je nu ook een
boek uit O. B.? 't Is altijd maar 't
verstandigst Je dag in te declen. dan
schiet er ook nog wel tijd over voor
ontspanning. Bevfc.lt het anders
goed in de 5de klas? Die Moor is een
echte grappenmaker. Leeft hij in
vree met de kippenfamilie?
GOUDVISCH. Laat ik er toch
om denken, dat je een Jongen bent.
De prijs wordt dus een Jongensboek.
Wat doe je overdag? En wat voor
lessen volg je op de Nijverheid-
school? Zet je nieuwen schuilnaam
de volgende week maar onder Je
5verk,
BERTHA W. Er is al een moe
ders hulp. Dus denk eens over een
anderen naam. Nu mag je best me-„
Snoepstertje de raadsels oplossen.
Is dit de hoogste klas? Ga Je net
volgend jaar naar de Mulo? Je hebt
nog tijd genoeg om er over na te
denken, wat je worden wilt.
EEN NAAMLOOZE, die juist op
zoo'n heel mooi velletje schrijft,
vraagt me of ik niet naar de fouten
wil kijken, omdat ze nog zoo klein is
en of ik wat ruilen wil. Ook heeft ze
al dingen gemaakt voor den St.Nico-
laaswedstrijd. Ja, die mag Je bij mij
brengen. Maar eerst en voor alles
.wil ik je naam weten.
W. L. Nu maar weer moedig de
Octobermaand ingegaan, Wat heb
Je geboft met die boekenkast. En
wat aardig, dat de Leestafel nu ook
gekomen is. Weet je dat Jong-Ne-
derland samensmelt met Zonne
schijn? Misschien is het voor Jezelf
rustiger, als je den ruiltijd verlengt.
Bij iedere Bibliotheek moet men ex
tra betalen, als men het boek lan
ger dan 'n bepaalde termijn, houdt
Studeer je nu dagelijks viool? Vol
houden dan maar.
SNOEPSTERTJE. Wat word je
nu gauw jarig. Tel je de daagjes al?
Wat aardig, dat Llda een poppen-
wagentje wil geven. Weet je al, wat
JIJ gaat maken? Nu de volgende week
maar eens probeeren, wat je van de
raadsels terecht brengt.
KONIJNTJE. Nog heel hartelijk
bedankt voor je mooie bloemen. Ze
zijn nog prachtig. Ik hoop voor je
allen, dat moeder gezond blijft en
vader meer werk, krijgt. Wat pret
tig, dat Ulbo geslaagd is voor zijn
boekhoud-examen. Is Annie nog in
Leiderdorp gelogeerd? Ik hoop, dat
de heele familie weer evenals vorige
Jaren mee wil helpen aan den Sint-
Ni co la as wedstrijd. Hoe heet 't kleine
poesje?
DRAAITOL. Zooals je bemerken
zult, heb ik nu de kwestie in Onze
Jeugd uiteengezet. Ik ben blij, dat
Je me dit hebt meegedeeld. Alba zal
natuurlijk ln de wolken zijn. Daar
heb JU hem weer naar toe getold,
jg raadsel is goed.
WATERROTJE. Dus het gaat
naar je zin in 't orkest. Aardig van
je, dat Je al bezig was te werxen
voor den St. Nic. wedstrijd. Een boek
omslag is altijd gewenscht. Moet Je
veel werken voor Fransch?
MOEDERS BESTE. Dezen
schuilnaam mag je houden. Wat je
nog niet weet, van de raadsels enz.
vraag je maar aan je zus. Die mag
je met alles wel op weg helpen.
KLAPR006JE. Bewaar alles
wat je voor den St. Nicolaaswed-
strijd maakt maar in een doos. Hoe
gaat 't met de orgelles? Vast harte
lijk gefeliciteerd met den verjaar
dag van zus. Ik vind het prettig, dat
je zooveel geven en maken wilt voor
de zieke kindertjes.
VLIEGENIERTJEZoo, ben jij
ook blij, dat de St. Nicolaaswedstrijd
er weer is. En wat heb jij voor plan
nen? Ga je soms een vliegmachine
bouwen met een vliegenier erin?
JUFFERTJE LEESGRAAG. Het
doet me plezier in zooveel briefjes
te lezen, dat de St. Nicolaaswedstrijd
met vreugde begroet wordt. Dat
geeft blijde verwachtingen. En wat
heerlijk, dat jullie dadelijk aan 't
werk zijn gegaan. Heb je veel werk
voor Fransch?
SCHRIKKELKINDJE. 'k Kan
me begrijpen, dat je graag nog eens
een keertje naar Artis wilt. Hoe is 't
nu met den schildpad? Kreeg hij
door 't mooie weer den zomer in 't
hoofd? Je raadsels zijn goed. Groe
ten voor Beb.
VIOOLTJE. 't Deed me genoe
gen weer eens wat van mijn oude
vriendinnen te hooren. Gaat het
naar je zin in de nieuwe klas? Vond
je Blaricum geen mooi dorpje? Wat
kun je er prachtige wandelingen
maken, hè?
LATHYRUS. Neen, ik begreep
best, dat Je nog niet den moed kon
vinden om weer gewoon te schrij
ven. Ik had de advertentie niet in
de krant gelezen, later vernam ik
van jullie groot verlies. Ik kan me
zoo begrijpen, welk een moeilijken
tijd jullie hebben doorgemaakt. Wat
gelukkig, dat jij moeders plaats zoo
veel mogelijk kunt innemen. Dat is
voor vader ook een heele rust. Houd
je schrijfwerk, als 't kan dagelijks
bij. Heerlijk voor je, dat je werk
wordt aangenomen. Natuurlijk mag
je me blijven schrijven, al ben je dan
ook den kinderschoenen ontwassen.
KERSTROOSJE. Arme Kerst
roosje, ga jij nu ziek worden? Wat
scheelde er aan, of is het leed al
weer geleden? 'k Hoop het van gan-
scher harte. Vader heeft het zaakje
maar keurig voor je opgeknapt. Je
hebt maar een knappen secretaris.
ZOMERBLOEMPJE. Ja, de zo-
merbloempjes verdwijnen u't onze
tuinen. Gelukkig maar, dat Jij weer
tot onze Rubriek bent teruggekeerd.
Nu de avonden lang worden schiet
er zeker ook wel wat tijd over voor
den St. Nicolaaswedstrijd.
BLOEMBOLLENKWEEKER. 't
Doet me genoegen, dat het boek naar
je zin was. Die Kruimeltje heeft nog
eens wat beleefd. Als je geen triplex
ontvangt, vraag dan eens. of me
neer Stolp je eraan kan helpen.
GOUDEN REGEN. Heb je alle
dagen zooveel huiswerk? Wat pret
tig, dat Je dadelijk aan den St. Ni
colaaswedstrijd begonnen bent Je
maakt me wel erg nieuwsgierig,
maar ik zal geduld moeten hebben
tot December. Vind jij het prettig,
dat de tijd zoo snel gaat? Ik zou
hem juist wel eens vast willen hou
den.
BALSEMIENTJE. Waar ben je
in betrekking? Moet je dikwijls re-
peteeren voor de operette? Moet je
ook alleen zingen? Je verlangt ze
ker erg naar 18 en 19 October. Hoe
heet de operette?
FRANCIS VERE. Voor die lote
rij voel ik niet veel. De meeste kin
deren hebben geen tijd om voor
twee dingen te werken en nu moeten
we alle zeilen bijzetten om den Sint-
Nlcolaaswedstrijd te doen slagen. Er
zijn honderden kinderen in de ver-
JschiTende zoekcnhulzen. Je Ruil-
aanvraag kan ik helaas niet plaat
sen, omdat je geen adres opgaf. Doe
dit nu de volgende week.
ROOSJE. Dat was zeker wel ge
zellig hè zoo met Nanna samen de
raadsels op te lassen. Je zult wel
merken, dat Viooltje er ook al weer
is. Nu moet je Nanna ook maar eens
"eeren om tegen plagen te kunnen.
Zonder een duwtje worden we niet
groot.
NANNA. Ja dat valt nog niet
mee in Afdeeling I. De gemakke
lijkste raadsels zoek ik altijd uit
voor Afdeeling n. Komen jullie om
beurten bij elkaar? Je krijgt voor
gym zeker altijd een mooi cijfer. Die
kleine zus is voorlijk, dat ze al de
heele kamer door kan loopen. Je
raadsel is goed
DIRECTEURTJE. Je raadsels
zijn goed. Is de prijs naar je zin?
Ben je dadelijk aan 't lezen gegaan?
Ik hoop niet, dat 't een teleurstel
ling voor je is, dat er geen Indianen
of roovers in 't verhaal voorkomen.
Prettig, dat je Rull-aanvraag zoo
veel succes had.
GOUDSBLOEM. Wat prettig,
dat jij ook zoo in je schik bent met
den Sint-Nicolaaswedstrijd. En wat
eenig, dat de heele familie aan 't
werk is getogen. Als je groote broer
ook meehelpt, zal er zeker iets moois
voor den dag komen. Houd jij het
maar geheim voor me. Ik zal er toch
wel achter komen.
KOEKOEK. Jij zult ook wel den
prijs van Roodborstje mogen lezen.
Laat jij den moed maar niet zakken.
Wie weet. hoe spoedig 't Jouw beurt
wordt. Wat ga je keurig schrijven!
ROODBORSTJE. Je raadsel is
goed. Is het boek naar je zin? Je
bent wel een geluksvogel. Ik hoop,
dat broer nu ook eens gauw aan de
beurt komt. Aardig van vader, dat
je boeken een plaatsje in zijn boe
kenkast krijgen.
PRESIDENT KRUGER. Wie is
de schrijver van Henk en Bert?
Vond jej 't mooi? Ik dacht wel, dat
je den prijs van Admiraal de P.uy-
ter mocht lezen. Misschien verdien
jij ook spoedig een prijs.
NACHTUILTJE. Waar heb je
het toch zoo druk mee gehad? Is je
boek nu uit? Maak je met de orgel
les goede vorderingen? 't Spijt je
zeker, dat de tuintjes spoedig ge
sloten worden.
LOURENS COSTER. Is er nu
weer club geweest? Fijn, dat Je ook
wat maaktk voor den Sint Nicolaas
wedstrijd. Wat is het? Hoe vond Je
den Dierenfilm? Heb je de Canne-
heuveltjes al uit? Nu moet Je de
vervolgen ook lezen, 't Zijn prach
tige verhalen.
TAMBOER. Kom Jij daar ook
weer aan roffelen? Flink zoo, als je
maar een vredeslied je speelt: Nu
niet meer zoo vergeetachtig fcljn.
Wat heb je nu aan een tamboer, die
vergeet op zijn trommel te roffelen?
Dus tot de volgende week.
VINGERHOEDSKRUID. Je
denkt zeker nog vaak terug aan Je
mooie Gooische tochtje. Je kunt ook
nog genieten van de herinnering.
Die hel blijft nog weken mooi. Ik
weet, dat baby-sokjes heel welkom
zijn. Begin er dus maar gerust aan.
Deze raadsels zijn heusch niet moei-,
lijk.
NACHTEGAALTJE. Is de vriend
schap nog heel hecht? Ik zal mijn
droogbloeier zoo langzamerhand
maar binnen halen. Je raadsels zijn
goed. Je gaat heusch wat mooier
schrijven. Nu zoo door blijven gaan.
ALBA. Ben Je niet b'lj met dat
extra berichtje voor jou? Kom nu
Woensdag je prijs maar gauw halen
Wat grappig, dat die salamander
weer voor den dag is gekomen. De
pad zal wel gesprongen zijn. In den
Otter is een reuze-fijn jongensboek.
Heb je het uit de bibliotheek?
JUFFERTJE WEETGRAAG.
Wat heb je lang in 't Ziekenhuis ge
legen? Ik denk, dat je er toch pret
tige herinneringen van mee naar
huis hebt genomen. Wat een mee
valler, dat je toch verhoogd bent.
Broertje speelt zeker lederen dag
met zijn locomotief. Kan hij al over
weg met de Trix-doozen? Is de lift
weer ln elkaar gekomen? Misschien
weet moeder wel iets te bedenken
voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Ik
begrijp best, dat Je er niet veel tijd
aan kunt besteden. Gaat het naar
je zin m et de pianoles?
GLADIOOLTJEHeb jij het ook
al zoo druk? En als ik 't niet druk
had, zou ik medelijden met Je heb
ben. Jij hebt nog maar heerlijk van
je flets geprofiteerd met 't mooie
weer. Ik zou zeker lid worden van
O. B. Je treft daar Rubriekertjes aan
en kunt altijd een mooi boek hebben
voor de lange avonden.
SNEEUWKLOKJE. Dank voor
je aanbod, ik heb het in de Sint-
Nico'aas-Rubriek geplaatst. Gaat 't
goed? En vind je het nog even pret
tig op school? Je bent zeker al een
heele steun voor moeder.
DE LOOZE VOS. Een blokken
doos is altijd een zeer welkom ge
schenk. Een poppenledikantje met
inhoud is ook al even prettig. Wat
lief van tante, dat zij het bedde-
goed wil naaien. Ik begrijp best. dat
jej alleen in je snipperuurtjes kunt
timmeren. Nu heeft Je geschenk des
te grooter waarde.
ZWARTKIJKERTJE. Je raad-
se's zijn goed. Ik beloof je, dat ze
spoedig aan de beurt komee.
GOUDHAARTJE. Zijn de mouw
tjes klaar? Nog hartelijk gefelici
teerd met je verjaardag. Je ringetje
draag je zeker eiken dag. Zit er ook
al wat in 't portemonnaietje? Je
bent niet vergeten door de familie.
Wat leuk, dat er straks een operette
van jouw naam wordt opgevoerd.
Welke rol heb jij daarin?
DOORNROOSJE. Fiets je nog
alle dagen? Je hebt al reuzetochten
gemaakt. Gezeillg, dat Je vriendin
ook zoo goed fietsen kan. Hoeveel
leden zijn er nu op gym? Is het een
keer per week?
PRINSES ZONNEGLANS. Wat
prettig, dat jij ook meedoet met de
operette. Ik kan Je verzoek niet in
de Ruil-Rubriek zetten, want je gaf
geen adres op. Droom Je niet van de
naderende pret?
ZANGERESJE. Dus Jij bent een
zingende paddestoel. Dat is iets heel
bijzonders. De meeste Rubriekertjes
hebben alle raadsels gevonden, daar
om kan ik niet begrijpen, dat ze zoo
moeilijk waren. Ja. stuur ook maar
eens een paar raadsels. Als je des
Maandags je briefje bezorgt, komt
het zeker altijd op tijd.
IRIS. Hartelijk gefeliciteerd met
moeders verjaardag. Ik kon me best
begrijpen, dat je niet veel schrijven
kan met al die visite. Je raddsell
was goed. Heeft moeder een heerlij
ken feestdag gehad? Veel groeten
voor Jacob.
W. v. d, L. Ik kon me indenken,
dat het je moeite kostte me opge
wekt te schrijven. Dat was zeker
een droeve tijding. Gelukkig als er
ander werk te vinden is, al is dat
werk dan ook niet juist het ge-
wenschte. Ben je al eens bij Wim
L. in Onze Bibliotheek geweest?
THEA EN TINY H. Jullie zijn
beiden welkom. Je hebt gelijk, dat
je nu de raadsels maar trouw gaat
inzenden. Die Thea schrijft maar
keurig. Daar krijg je zeker wel een
8 voor op school. Hoe oud is
broertje? Wat een t-visite is dat!
REIN AARD. Wat houd jij er
prachtig postpapier op na. Je doet
al zoo flink mee. alsof je reeds jaren
Rubriekertje was. Hebben jul'ie ook
Fransch buiten de gewone school
uren? Krijg ik de volgende week
weer zoo'n gezelllgen brief?
MIEP M. en TO S. Jullie zijn
beiden hartelijk welkom. Als je
raadsels-oplossen zoo'n gezellig
werkje vindt, worden Jullie vast
trouwe Rubriekertjes. Turnstertje is
er nog niet. Zwemstertje wel. Dus
één van beiden moet een anderen
naam kiezen. Wat gezellig, dat de
vriendinnen zoo dicht bij elkaar
wonen. Gaan jullie ook op dezelfde
school?
BALLENBREISTERTJE. Dacht
ik het niet, dat ik van jou weer een
mooie collectie ballen zou krijgen?
Wat prettig, dat je ook nog een
poppenkamer aan 't maken bene.
Kranig, dat Je de mat zelf gevloch
ten hebt. Als moeder meehelpt, zal
er wel wat moois voor derf dag ko
men. Kleed je dan ook nog een pop
aan? Er komt van Jou alleen een
heele winkel binnen. We kunnen veel
gebruiken, want we moeten ook veel
weggeven. Koninginnetje is een heel
mooi boek. Heb je 't al uit? Is 't
nieuwe fietsenrek al klaar?
MICKEY MOUSE. Je moogt de-
zij naam houden. Je nichtje doet al
heel wat jaartjes mee. Komen jullie
dikwijls bij elkaar? Heb je nog meer
broertjes en zusjes?
ZONNESCHIJN, 'k Ben blij, dat
je zoo in je schik bent met Je verf
doos. Wat heb Je er al mee geverfd?
Je teekenlng kun je a'le dagen bij
mij komen halen. Gelukkig, dat Rie
weer beter is. 't Zal nu niet zoo ver
moeiend voor haar zijn, nu ze in
Amsterdam woont. Komt ze het
week-end thuis?
W. BLOMBERGZEEMAN
Marnixstraat 26.
Haarlem, 9 October 1931.
ST. NICOLAAS-RUBRIEK
Wie kan HENDRIK VAN ELTKEN
Wilgenstraat 100, Haarlem-Noord,
helpen aan een paar wieltjes, liefst
met gummi bandjes, niet kleiner dan
c.M. en niet grooter dan 20 c.M,
zoo mogelijk met een as erbij Gaar
ne tot wederdienst bereid..
B IJ V O E C S E L
ZATERDAG 10 OCTOBER 1931
No. 249
AAN ALLEN!
Wat is October mooi begonnen!
Merk je wel op, hoe veel planten
weer opnieuw gaan bloeien. Viooltjes
margrieten, geraniums enz. doen
a-'sof 't voorjaar is. '3 Morgens vroeg
wikkelt de dag zich uit de nevel
sluiers los en let er dan eens op, hoe
zeldzaam mooi de gekleurde wolken
zijn, als de zon hoogcr klimt. En dan
die kleurenpracht der bladeren. De
b'oedroode wingerdblaren zijn nu op
hun mooist.
October, tenminste deze zonnige,
zomersche October gelijkt op de
maand Mei. Toch is er groot verschil
Tusschen bloeiende bloemen zien
we de vruchten. Boomen met ont
bladerde takken, waarin hoofdzake
lijk musschen huizen. In het lucht
ruim klinkt af en toe een afscheids
kreet van een wegtrekkende vogel
troep. De eerste bonte kraaien zijn
al gezien, de paddenstoelen bloeien
op schaduwrijke plekken. De warme
heldere zon kleurt de zwammenwe-
reld sprookjesachtig mooi: rood en
wit, oranje en geel, grijs en bruin.
Diezelfde kleurenweelde vind je nu
bij de vruchten. Heb je de kardi
naalshoedjes al gezien? of de kam-
perfoeli-besjes, of de lijsterbes, de
duindoorn? Natuurlijk heb je al
eikels en kastanjes geraapt.
De dierenwereld van den beganen
grond heeft 't drukker dan ooit. Bij
instinct voelen ze, dat al die zonne
schijn en die zoele luchten straks
verdwijnen. Dan staat de gure, barre
winter voor de deur. De boschmuizen
eekhoorns, ratten, gaaien, boom
klevers en in Zuid-Limburg de ham
sters zijn aan 't garen en sparen,
opdat er een goed gevulde provisie
kast mag komen.
October kan mooi en stil en zon
nig zijn als de veelgeprezen maand
Mei, maar ze kan bulderen en loeien
als de grillige maand Maart. In een
enkelen nacht kunnen de boomen
dan hun bladertooi verliezen. Dan
kun Je de bonte kraal zielig zien
zitten op de kale takken.
Maar nu is 't zoo rustig, dat fijn
ste splnnewebben, ragfijn als kant
werk, onverstoord blijven hangen
tusschen de struiken. De trekvogels
snoepen op hun vaart van de glin
sterende bessen. Ze willen zich niet
haasten, 't is hier nog zoo mooi en
zoo goed.
De meezen piepen in de dennen,
de hazen stoeien in de duinen, de
konijntjes zie je krijgertje spelen
voor hun holen. De natuur gaat nog
niet slapen, dus ook zij whlen nog
zoo lang mogelijk genieten.
Heb Je wel gemerkt, wanneer Je
broodkruimels strooide voor de
muschjes, dat de lijsters ook mee
willen deelen. En misschien zag je
ook spreeuwen komen aanvliegen
uit de uitgedunde populieren. En de
muggen dansen als een doorzichtig
wolkje boven het tuinpad. Is 't zo
mer, of is 't geen zomer? De bloelen
de zomerplanten zeggen van Ja. het
bloeiende mos van neen, Er is een
wondere tegenstelling in de natuur:
iets van worden en vergaan. Maar
wij genieten ervan, als van een ex
traatje.
W. B.—Z.
Spaar de vogels. De nakomeling
schap van een paar insecten kan in
1 Jaar bedragen 560.970.489 000 000.000
Eén zwaluw verslindt per dag min
stens 900 insecten.
Buiten, op het vlakke veld was het
nog licht. De zon was wel reeds ten
einder gedoken, maar haar licht
weerkaatste tegen den effen blau
wen hemel en viel terug over de
wijde prairie.
Het zal niet lang duren, of de
nacht zal zijn gevallen, bromde de
eenzame ruiter, die stapvoets door
het lange prairie-gras reed. In het
cederbosch daar ginds, zal het al
zoo donker, zijn, dat men er nau
welijks meer zien kan. Hij bracht de
rechterhand vlak boven zijn oogen
en tuurde naar den boschrand.
Een kwartiertje in galop, of een
halfuurtje stapvoets en ik zal het
bosch hebben bereikt, mompelde hij.
Onder de eerste boomen zal ik
mijn nachtverblijf opslaan.
De spreker was een groote zwaar
gebouwde grijsaard. Zijn prachtige
volle sneeuwwitte baard viel gol
vend over zijn leeren hemd tot over
de tweede knoop, die ongeveer op
de maagkuil is aangebracht. Hij was
gekleed ln het costuum van de trap
pers van Noord-Amerlka. Een breed
gerande hoed viel over zijn knap ge
rimpeld gezicht en onder den hoed-
rand staken de grijze krullen van
zijn lange hoofdhaar. In den bree-
den, Amerlkaanschen gordel staken
twee moderne revolvers en dwars
over den rug droeg hij een zwaar
caliber Jachtgeweer Zijn rijpaard
was een van de mooiste, welke de
prairie ooit voortbracht. Het was een
groote vos, slank en sierlijk van
bouw, waarvan een paardenkennei
echter onmiddellijk ook de kracht
en het uithoudingsvermogen zou
hebben vastgesteld. Dat deze een
zame ruiter een langen tocht achter
den rug had, was en hem en zijn
rijdier aan te zien. Tot ver buiten
het zadel, toonden de donkere plek
ken op de paardenhuid, dat het dier
hevig getranspireerd had. Deze
krachtige figuur was Bill Bowers,
een bekend trapper uit het Noor
den. Zijn vrienden kenden hem als
een goedhartig en soms zelfs zacht
mensch. Zijn vijanden wisten echter
niet anders van hem te vertel en,
dan dat zij liever een paar mijl zou
den omrijden, dan Bill Bowers te
gen te komen. Met vele Indiaansche
stammen was hij goede vrienden.
Ongestoord betrad hij hun kampen
en men ontving hem graag bij de
groote vuren der raadsvergaderin
gen, waar veel aan zijn wijzen raad
gehecht werd.
Bill Bowers leefde alleen en een
zaam met zijn paard. Dan eens in
zijn massieve blokhut ln het Noor
den en dan weer in een lichte tent
ln het warmere Zuiden. Hij was een
eenzelvig man en nooit had iemand
hem hooren lachen.Men vertelde van
hem dat hij een oud en groot ver
driet met zich ronddroeg, maar nie
mand wist er het rechte van.
Blijkbaar voelde Bill niets voor
spoed dien avond, want hij liet zijn
paard kalm voortstappen, ln de rich
ting van den woudrand.
Bij het laatste zonlicht bracht
Bi l, die ondertusschen de eerste ce
ders van het bosch bereikt had, wat
oude gedroogde takken bij elkaar,
om er een kampvuur van te maken.
Zijn paard had hij het zadel en de
verdere bagage, waaronder zijn
lichte tent van geschrapte bison -
huid, van den rug genomen en het
edele dier liep nu kalm te grazen,
terwijl het zich zoo nu en dan eens
omwendde, om te zien, of het zich
niet al te ver van zijn meester ver
wijderde. Bill graaide naar zijn ton
deldoos en zijn vuurslag ln een van
zijn diepe zakken van zijn leeren rij
broek en bukte zich om vuur te ma
ken Door deze beweging gebeurde
het, dat hij op ongeveer een halven
meter hoogte door de struiken vlak
voor hem kon zien. Verbaasd kroop
hij naar de dichte struiken toe en
boog ze uit elkander. Ver en diep
het bosch in, meende hij het schijn
sel te ontwaren van een vuur.
Vreemd, mompelde Bill, om
dezen tijd van het Jaar is deze streek
altijd verlaten. Wie zouden het zijn?
En waarom zoo diep het bosch in?
Hij glimlachte eens bij zichzclven.
Zeker de een of andere Greenhorn.
Greenhorn Is de scheldnaam, die
men aan de nieuwelingen gaf. nieu
welingen, die pas naar Amerika ver
huisd waren en die niet op de hoog
te waren van het land en de ge
wóón ten en zeden. Wat hot ergste
echter was, deze Greenhorns waren
vooral niet op de hoogte met de ge
varen van het land. Een ervaren
woudlooper of trapper, zou nooit
zijn nachtleger midden in een bosch
hebben gemaakt. Het overnachten
aan den rand van een woud, was
reeds een waagstuk, dat alleen de
meest ervaren en oudsten zich dor
sten veroorlooven. Bi 1 floot zachtjes
zijn paard en bond het dier met een
lang stevig touw aan een der boo
men teneinde te voorkomen, dat het
trouwe dier hem volgen zou. Toen
ging hij op weg naar de plaats waar
hij meende, dat het licht vandaan
kwam.
Het spreekt vanzelf, dat BUI zich
niet vergiste. Daarvoor was hij te
goed met de Amerikaansche wouden
op de hoogte. Snel maar geluidloos
s.oop hij nader en kwam zoo aan
een hoog-opbrandend vuur, bij een
kleine tent. Weer lachte de groote
Bill. Hij herkende de tent n.i. ais een
Westersch maaksel. Daarmede be
doelde hij, een tent, die uit Europa
was ingevoerd. Zooals ik dacht,
zei hij grinnekend in zich zeiven,
'n Greenhorn en een ras-echte.
Om de aandacht te trekken van
hem, die binnen den tont moest zijn
raapte Bill een kleinen steen van
den bodem en wierp dien met vasten
hand tegen een der tent-stokken
aan. Geen geluld drong echter tot
hem door. Nadat hij deze steenworp
door een tweede en derde had laten
volgen, werd hij zoo nieuwsgierig,
dat hij voorzichtig en ditmaal met
alle voorzorgsmaatregelen, de tent
van de achterzijde trachtte te na
deren. Toen hij, door het dichto
struikgewas en dekking zoekend ach
ter de zware boomen, de tent op en
kele meters had kunnen naderen,
vernam hij een onderdrukt en wan
hopig snikken. Nooit was Bill zoo
verbaasd geweest. Snel liep hij om
de tent heen en tilde de voorhang
op. Binnen lag op een dichte die-
renvacht een klein jongetje van on
geveer drie of vier jaren, met zijn
hoofd in zijn armen voorover en
snikte erbarmelijk. Een oogenblik
stond Bill doodstil. Voor het eerst
sedert langen, langen tijd, wist hij
niet wat hij doen moest. Ging hij
naar het kleine kereltje toe, dan
zou de jongen zich ongetwijfeld
doodschrikken. Hij besloot dus, op
een andere manier de aandacht van
het ventje te trekken. Ik zal te
gen hem spreken, dacht Bill, zonder
dat hij mij zien kan, want kleine
jongens vinden groote mannen met
lange grijze baarden en pistolen ln.
den gordel altijd een beetje griezelig
Hij liet zich dus buiten den tent
op zijn knieën vallen en bracht zijn
gezicht op ongeveer gelijke hoogte
als dat van het kleine kereltje aan
den anderen kant van het tentdoek.
Waarom huil Je zoo, kleine jon
gen? vroeg Bill. Je hoeft niet
bang te zijn, ik ben een goed en
groot vriend van a'le kleine Jonge
tjes die ik ontmoet. Als Je verdriet
hebt, of als je hulp noodig hebt,
kun Je altijd bij me terecht.
Een oogenblikje was het doodstil
in de tent en Bill begreep, dat de
kleine kerel eerst eens van zijn ver
bazing moest bekomen.
Toen vroeg een klein beverig stem
metje: Ben Je een kabouter?
Nu proestte Bill het haast uit,
maar hij wist zich toch gelukkig
nog ln te houden.
Neen, een kabouter ben ik niet,
zei hij, wel draag ik een groote witte
kabouter-baard. Ik ben een groote
man, 'nen Bill zocht zenuw
achtig naar een goed woord. Toen.
klaarde zijn gezicht verlucht op, hij
had het gevonden! Ik ben een.
grootvader, zei hij. De grootvader
van alle kleine Jongens, die verdriet
hebben of die hulp noodig hebben.
Zal ik bij Je in de tent komen? Dan
kunnen we misschien beter met el
kaar praten en eens kennis maken.
Ja, dat is goedeh....
Grootvader, zei het heesche kinder
stemmetje aan den anderen kant.
Hoe het kwarn wist Bill zelf niet,
maar een gelukzalig gevoel door
stroomde hem, toen hij dat stem
metje ..Grootvader" hoorde zeggen.
HU tilde den voorhang op en buk
te zich ln de tent. Een oogenb ikja
was het stil. Bill zag in een betraand
Jongensgezichtje, dat met goudb'on-
de krullen omlijst werd. Twee grooto
behuilde kinderoogen zagen hem
verbaasd en ook smeekend aan, als
of ze wat vragen wilden.
Het jongetje zag een groote grijzo
man, met een somber gezicht en een
langen witten baard. Eerst bi-greep
het kereltje zelf niet, waarom hij het
niet op een schreeuwen zette, bij
het zien van zoo'n reusachtigen man
die van onderen tot boven onder da
wapens zat. Maar er was iets vrien
delijks, bUna iets liefs ln het go-