Scholtens' Bakkerij Scholtens' Bakkerij MATRASSEN yyjjj Oude Genever Royal HAARL. WIJNHANDEL „ROYAL" S SHEES&CÏ ZWARTSER'S Waar gaan wij kijken? INGEN. BUREAU M.E.T.H.A. Lichtweekreclame L Co 11 IK !K 10 pCt korting Kruisweg 15 b.h. Station Telef. 11416 M. DOUWMA ZOON GEN. CRONJESTR. 42—44 30 65 7.75 55 Schrijfmachine-Lampen J. M. GERDING INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Wilt U gedurende de lichtweek goede AVOND-OPNAMEN maken Koopt dan een Dr. Nagel Vollenda Camera 6X9 Anast. 6X3 f28 Magazijn van Foto-artikelen Cr. Houtstraat 3a bij de Cr. Markt Telefoon 10735 ontbrak zij geheel en het is eerst in de zeven tiende eeuw, dat de rijk geworden koopsteden zich gaan beveiligen tegen rooverij en in braak door het invoeren van een straat verlichting. In Amsterdam is daarmee de naam van Jan van der Heijden dezelfde, die het brandspuitwezen verbeterde, verbonden. Het bleef echter bij de grootste steden, van een verlichting der landwegen was na tuurlijk in de verste verte geen sprake. Een bewijs hoe slecht het in de 17de eeuw nog met de straatverlichting gesteld was vinden wij in de verordening van de stad Parijs, dat des middags om vier uur de voorstellingen van de theaters moesten zijn afgeloopen, wegens de mogelijkheid', dat de burgers an ders bij 't naar huis gaan geplunderd zouden worden. De abt Tervasson weet het verval der fraaie letteren aan het invoeren van lan tarens, omdat naar hij zeide, vóór dat tijd stip iedereen vroeg naar huis ging uit vrees vermoord te worden, zoodat men meer tijd voor studie had. Wie zich toch 's avonds op straat waagde huurde iemand om hem bij te lichten. Wan neer de Amsterdamsche kooplieden in' den avond uitgingen namen zij him knecht mee. om de lantaren te dragen. De abt Laudati in Parijs riep zelfs een geheele onderneming in het leven, die lantarendragers verhuurde. Hij verkreeg daarvoor patentbrieven van den jongen koning Lodewijk den Veertienden, die hem het monopolie verleende. Het was een vorm van Nachtveiligheidsdienst. De lantarendragers werden verdeeld over standplaatsen, die honderd vadem van elkaar verwijderd waren, men betaalde een stuiver voor den afstand van den eene post tot den ander. Om zich in een koets te doen bijlich ten betaalde men aan de lantarendragers 5 stuivers per kwartier, te voet gaf men slechts drie stuivers. Het goede resultaat van deze onderneming was aanleiding tot de invoering van de straatverlichting in Parijs. De verordening verscheen den 2den September 1667. Dat is dus het tijdstip waarop Parijs „ville lumlère" werd. De dankbaarheid der burgers was zoo groot dat zij een gedenkpenning lieten slaan. Er kwam een lantaren te staan aan het einde en in het midden van elke straat. In straten van groote lengte werd het aantal vermeerderd. De lantarens werden aanvan kelijk voorzien van vetkaarsen van vier in het pond. Deze kaarsen moesten echter ge snoten worden en daar dit ieder uur nood zakelijk was, begrijpt men, welk een last deze openbare verlichting meebracht. Zoo ging men over tot de olielantaarns. Er werd een belooning uitgeloofd voor een doel matige verlichting en het resultaat was de constructie van een olielantaarn met meta len reflector, de réverbère. Zij werd in 1765 geconstrueerd door Bourgeois de Canteau- blanc. die echter geen profijt van de vinding trok, omdat een financier haar exploiteerde en hij slechts met groote moeite een jaargeld wist los te krijgen, dat niet eens trouw be taald werd. Met de invoering van de straatverlichting Is een figuur in het straatbeeld gekomen, die er even vertrouwd mee zou worden en er even typisch in zou zijn als de klepperman en de aanspreker, nl. de lantarenopsteker. Meer dan een eeuw zou hij de dankbare die naar der burgers zijn. Hij was zich zijn waarde wel bewust, want telkens bij het begin van het jaar wendde hij zich met een berijmden nieuwjaarswensch tot de burgerij, die haax dankbaarheid in klinkende munt uittelde. Een oud-Romeinsche olielamp. De groote verbeteringen van de olielamp kwam met de invoering van de Argandbran- der en het larapeglas. In 1783 reeds had Leger te Parijs de platte lampekous uitgevonden, welke een verbete ring was boven den gedraaiden pit. Eenige jaren later perfectionneerde de Zwitsersche natuurkundige Argand de pit opnieuw door hem rond te maken. De vlam werd door de platte pit van groote oppervlakte beter aan de lucht blootgesteld, de dikte der vlam verminderd, zoodat geen harer deelen aan de werking der zuurstof uit de dampkring zou zijn onttrokken. De tweede groote verbetering was het lam peglas. Argand was van de gedachte uit gegaan, dat door op de vlam een soort schoorsteen te plaatsen de luchttrekking en dus ook de kwaliteit van de vlam zou ver beteren. Aanvankelijk maakte hij een meta len schoorsteen, die op eenigen afstand bo ven de vlam geplaatst werd om het licht niet weg te nemen. Het stelsel was tot volkomen heid gebracht toen Argand er in slaagde een glazen schoorsteen t.e maken, die door de hitte niet sprong. Het lampeglas is sedert bij de olielampen in gebruik gebleven. De lamp met dubbele luchttrekking bracht een geheele omwenteling in de verlichtingsmid delen. In Parijs werd de nieuwe vinding niet als straatverlichting toegepast alleen door de eigenzinnigheid van den prefect van politie, die er niet voor betalen wilde. Aan cien olietoevoer der lampen werden la- Jcr nog ul van verbeteringen aangebracht. Al deze pompen, uurwerken blaasbalgen, en andere persinrichtingen werden door de petroleumlamp in hoofdzaak overbodig ge maakt. Petroleum was reeds in de middeleeuwen in het Oosten bekend. Zij was als genees middel in den handel tegen huidziekten van schapen en kamee.len. En in het Westen ge bruikten insectenverzamelaars haar om door besprenkeling de opgeprikte beesten te con- serveeren. Dat was een dure liefhebberij, want een apothekersfleschje gezuiverde oleum petrae kostte een gulden. De eerste petroleumlamp moet gecon strueerd zijn in 1855 door den Amerikaan Silliman, nog vóór er van een eigenlijke pe troleumindustrie in de Vereemigde Staten kon gesproken worden, want eerst in 1859 werd aan de petroleumbronnen eenigermate aandacht gewijd. In den beginnen wist men nog geen partij te trekken van de eigenschap der petroleum om door de dunne vloeibaarheid in de pit op te trekken, doch na 1870 zijn tal van lam pen geconstrueerd, waarbij meer en meer van het karakter der petroleum gebruik is gemaakt. De olielamp zal in vele gezinnen nog wel niet verdwenen zijn en aan boord komt zij, hoewel ook voor een groot deel ver drongen door de acetyleenlamp of carbidlamp nog als een trouwe gediende voor. In de huizen kreeg de petroleum echter een gevaarlijke mededinger in het gas. In den lijd van kaars en houtvuur. TJit Cats Houwelyck uitg. 1685. Naar het gas waren reeds in de geheele achttiende eeuw onderzoekingen gedaan. Men had het geprobeerd uit hout te stoken en ook was dr. Clayton in Engeland, die eenige bronnen in Lancashire onderzocht had in 1739 op het denkbeeld gekomen, dat er gas ontsnapte uit steenkolen. Een proef met destillatie van steenkolen gelukte. Men dacht er echter niet aan, de gassen voor nuttige doeleinden aan te wenden. Daarmee begon nen eerst twee ingenieurs, Philip de Bon. (Frankrijk) en William Murdoch, (Engeland) in 1790. Murdoch verving zijn lantaren door een varkensblaas gevuld met gas, en in 1792 gelukte het hem, zijn woonhuis er mee te ver lichten. In aanraking gekomen met den be roemden James Watt voorzag hij in 1803 het terrein van diens fabriek van gasverlichting en vestigde daarmee voor goed den naam van het gas. In 1808 richtte zekere Windsor uit Moravië te Londen een gasmaatschappij op. Zijn pogingen om te Londen een lichtgas installatie te vestigen mislukten aanvanke lijk, doch om de deugdelijkheid van zijn sys teem te bewijzen liet hij op Pall Mali eenige lampen branden ter demonstratie, de eerste straatverlichting met gas! Eerst in 1810 ge lukte het de gasmaatschappij de op vrees voor gevaar gegronde tegenkanting te over winnen. Het gas werd nu telkens geperfectionneerd. Murdoch's leerling Sam Clegg voerde de gas- zuivering door middel van kalkmelk in, ver beterde gastoestellen en vond de gasmeter uit, in 1815. In 1827 kreeg Parijs gasverlich ting, daarna volgden Berlijn en Hannover. In Holland was het Jan Pieter Minckeiers uit Maastricht, die de erkenning van de uit vinding van het lichtgas voor zich opeischte. Een groote vooruitgang in de gasverlich ting was de uitvinding van het gloeikousje. Tot dat jaar had men regeneratief-gasbran- ders gebruikt, welke o.a. door Friederich von Siemens, den broeder van de beroemden elec- tro-technicus Werner von Siemens, waren verbeterd. Het was de Oostenrijker Auer von Wels- bacht, die het krachtig lichtgevend vermo gen der „Zeldzame metalen" ontdekte. Daar van gebruikte hij het thorium voor de ver vaardiging van een voorwerp, dat in de vlam gebracht evenzeer zou gaan gloeien als de kooldeeltjes van de vlam,, het gloeikousje. Men heeft wel eens beweerd dat de hoeveel heid thorium op aarde veel te gering zou zijn om te voorzien in de behoeften van het gasgloeilicht, doch daarvan is niets geble ken, misschien ook doordat de electrische lamp zooveel kousjes vervangen heeft. De prijs van het thorium is steeds gedaald. Niet alleen gaven de gloeikousjes meer licht, maar zij gaven ook een belangrijke be sparing aan gas. Wederom was een groote schrede vooruit- gedaan op den weg "naar meer licht, dus meer levensgeluk, welke weg nu zou leiden naai- de gloeilamp. Zeszijdige lantaarn (Midden der 18c eeuw). Voortzetting in het nummer van morgen). Natuurlijk bij Schagchelstraat 19c met z'n Zij die gedurende de lichtweek een RADIO TOESTELHAARD of GASFORNUIS koopen krijgen een Electrisch Strijkijzer CADEAU fabriceeren i* onze SPECIALITEIT sedert 1833. Het gebruik van uitsluitend de beste grondstoffen en de vakkundige be werking geven aan onze matrassen een zeer lange levensduur. Hierdoor zijn zij in het gebruik veel voordeeliger dan de oogenschijnlijk „goedkoope" matrassen. BARTELJORISSTR. 39—41 TEL. 10250 SPAARNWOUDERSTRAAT 53. Telefoon 12406. Telefoon 12406 Sch'cnk gechiremïe He LICHTWEEK even uwe aandacht aan de etalage van enkomt U daarna nog eens rustig kijken ?j p. L. p.e. Thans. .250 200 Thans .300 260 Thans .250 200 Thans .250 200 Thans .270 210 Volgens prijscourant Tijdens de Lichtweek p. L. p. fl. Oranje Bitter 290 225 Oranje Bitter 350 295 Citroen Jenever300 230 Zoete Voorburg 300 230 Voorburg (Bitter) 320 240 Thans Samos per flesch 90 cent, thans 65 cent S&mos Super 120 thans 90 Prima zoete Spaansche wijn 120, thans 95 ct en van al onze andere port en wijnsoorten per L. 3.00, halve L. 1.50 een zacht en pittig glaasje NU in dezen tijd van bezuiniging een kleedingstuk 1 a 2 jaar langer ge dragen wordt, is het goed niet alleen op de prijs te letten, maar vooral Op kwaliteit en afwerking. Koopt niet blindelings Uw kleeding, maar koopt een degelijk stuk KLEERMAKERSWERK bij WINTERJASSEN EN DEMI SAISONS VAN REGENJASSEN VAN otJDEa oa cunE Onze kleeding zit beter in elkaar, omdat het vakkundig gemaakt is. H. 81C. complet {150.- HI^EL EUROPA IN UW HUISKAMER! Één draai aan den knop van het H. C. complet (radio-toestel met Ingebouwden luidspreker) en U hoort Hilversum, Londen of Berlijn. Nog één draai en Rome zingt U toe. Én zoo vervolgens pl.m. 40 stations. Prijs slechts f 150.- voor dit prachttoesteL Goedkooper don distributie uit een radio» centrale en daarmee Uw eigen baas over wat U hooren wilt. Gemakkelijke betaling. Ook drielamps wisselstroom. Krachtig, vo| geluid. Selectief. - Prijs slechts f 98.50 Vraagt Catalogus No. Fabr. van Muziekinstrumenten. DELFT. Zoo juist ontvangen een collectie practlsche in diverse modellen en soorten. BEZOEKT ONZE TOONKAMER. Vraagt geïllustreerde prijscourant bij: NIEUWE GRACHT 35, Tel. 12455, Haarlem Steeds voorradig Stalen Meubelen, Hollandsch Fabrikaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 12