DORLAS
De Erdal -Sinterklaas
verzoekt* U
STADSNIEUWS
ERD ALF ABRIEK
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAG 6 NOVEMBER 1931
Veteranen uit de Haarlemsche
Arbeidersbeweging.
L. MODO.
III.
Bij den heer L. Modoo.
Ons derde bezoek
gold den heer L.
Modoo, die het al
lereerste begin van
de arbeidersbewe
ging in Haarlem
heeft. medege
maakt, gedurende
vele jaren de func
ties van raadslid
en wethouder heeft
vervuld en thans,
op 70-jarigen leef
tijd, nog niet rust
maar werkzaam is
als lid van de Com
missie van Bestuur
van het Provin
ciaal Ziekenhuis
nabij Santpoort en als voorzitter van de
Woningstichting „Ons Huis".
De heer Modoo weet heel wat uit den ouden
|tijd te vertellen.
„Als jongen van 18 jaar kwam ik eigenlijk
ml in de beweging", zoo zeide hij ons. „De
eenige organisaties van arbeiders, die vroeger
bestonden ik spreek van 1876 waren de
zoogenaamde „Ziekenpotten", een soort van
ziekenfondsen. De tegenwoordig nog be
staande Timmerliedenvereeniging ..Eensge
zindheid" is oorspronkelijk zulk een „ziekon-
pot" geweest. Van een politieke arbeiders
beweging was toen nog geen sprake.
Maar spoedig zou hierin een begin van ver
andering komen. Ik herinner mij nog heel
goed, hoe ik er diep van onder den indruk
kwam, dat ik het was in 1879 voor de
ramen van een boekwinkel het eerste num
mer van „Recht voor Allen" zag hangen, met
het motto: „Alleen wie de Vrijheid van ande
ren liefheeft is zelf de vrijheid waard". D&t
sloeg in bij mij, jong en vurig als ik was. Do-
mela Nieuwenliuis was toen nog predikant.
Ik heb ook altijd nog het laatste nummer van
„Recht voor Allen", van 1900, bewaard.
Ja, Haaiiem stond toen beleend als een
'dood, stijf stadje en dat was het ook, maar
zooals ik zei, omstreeks 1879 en '80 begon er
toch iets te „roeren" onder de arbeiders. Er
woonde hier toen een typograaf uit België,
een zekere Mason (hoe hij zijn naam precies
schreef weet ik eigenlijk niet). Deze Mason
kwam dikwijls in een bierhuis van een oud-
typograaf, Bruins, wiens gezondheid hem niet
toeliet verder zijn vak uit te oefenen. Bruins
werd begunstigd door andere typografen en
zoo kwamen in dat bierhuis in de Franke-
straat tegenover de Peuzelaarsteeg geregeld
eenige Haarlemsche arbeiders ik was daar
spoedig ook bij samen om onder leiding
van Mason te „boomen" over het Socialisme.
Uit dit gezelschap ontstond de „Socialistische
Vriendenkring Recht voor Allen", die op 7
Maart 1880 werd opgericht in een kamer ach
ter het café van Burgers, op den hoek van de
Zijlstraat en de Ged. Oudegracht, waar nu
een sigarenwinkel is.
De Sociaal-Democratische Bond bestond
toen nog niet, wel was er een Socialistschc
Vereeniging in Xfristerdam (met H. Gerhard,
den vader van het tegenwoordige lid van
Ged. Staten, als voorzitter) en een in Den
Ifaag. Maar toen de Bond werd opgericht,
sloot de Haarlemsche Socialistische Vrien
denkring zich als afdeeling Haarlem daar
bij aan. Er s heel wat afgepraat in die kamer
bij Burgers. lederen Maandagavond kwamen
wij bij elkaar. Om de 14 dagen bespraken wij
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Koffie
Thee
FEUILLETON
„Laat u mij even de zaak uiteenzetten"
sprak Dr. van Buren, „ik zal u vertellen
wat ik weet. Mijn naam is als u misschien
even wilt noteeren? Willem van Buren,
53 jaar. doctor in de Oosterschc letteren,
adres: Bczuidenhout 260. Ik was tot voor
kort docent in de Oostersche talen aan de
Leidsche Universiteit. Mijn vriend daar
„Jan Mensing" vulde de ander afgebeten
aan „gepensionneerd luitenant-kolonel van
het Indisch leger, 56 jaar, adres Mauritskade
48."
„Dank u, mijne heeren, gaat u verder dr.
Van.... van Buren".
„Vanmiddag speelden overste Mensing, Mr.
Frans Veraart, wiens kantoor dit is. en ik ons
dagelijksch partijtje bridge in dc Witte. Na
verloop van tijd werd Mr. Veraart door zijn
bediende weggeroepen naai' hij ons mede
deelde zat er op zijn kantoor iemand op hem
te wachten."
„Wie is die bediende?"
„Tja. dat weet ik waarachtig niet, maar
d'r zal hier toch ergenswacht". Naast
de schrijfmachine lag een notitieboekje. „Ik
geloof dat ik hier iets hebI-Ienk Over
steeg, Casuarisstraat 83:: dat zal 'm wel
zijn."
„Agent" zei de commissaris. Dc agent na
derde, dc commissaris gaf fluisterend een
kort bevel. „Gaat u verder. Dr. van Buren."
„Zooals ik u zei, werd Mr. Veraart weg
actueele zaken en op de andere Maandagen
lichtten wij elkander voor en arbeidden zoo
aan onze socialistische ontwkkeling. Heel wat
jaren hebben wij ook vergaderd bij den siga
renmaker Bremer in de Hagestraat, Later
ging de Socialistische Bond aftakelen en toen
ben ik er uit gegaan.
„Dat er beweging" onder het volk kwam
bleek wel uit de oprichting van verschillende
vereenigïngen. Behalve de Soc. Dem. Bond
was er bij voorbeeld de afzonderlijke „Bond
voor Algemeen Kies- en Stemrecht". En dan
de beweging voor Landnationalisatie van
Stoffel, uit Deventer, die jaren lang het tijd
schrift: „De grond aan allen" redigeerde.
Te Haarlem werd de „Volkskiesvereeniging"
gesticht. Dit was eigenlijk een verkapte so
ciaal-democratische kiesvereeniging. want
wij, sociaal-democraten, vormden er de eigen
lijke stuwkracht in. Maar in dien tijd zou,een
sociaal-democratische kiesvereeniging nog
niet het minste succes hebben gehad. Je kon.
als socialist, je baantje kwijt raken of een
pak slaag krijgen. Je werd beschouwd als een
oproerkraaier of een „roover". Wij vormden
maar een klein groepje. Er werd ons we! eens
gevraagd: „Met z'n hoevelen zijn jullie nu
eigenlijk?" en heel goed herinner ik mij. dat
een van ons. Kruyf. dan altijd antwoordde:
„Wij zijn allen één!" Er kon in die dagen
niets gebeuren of wij socialisten, kregen er
de schuld van. Wij zongen op onze vergade
ringen dan ook vaak een spotliedje, met het
refrein: „Dat hebben die socialisten gedaan"!
Met sociaal-democratische leuzen kon de
Volkskiesvereeniging dus niet voor den dag
komen. Daarom gooiden wij het over een an
dere boeg. Er was in dien tijd een verterings
belasting te Haarlem ingevoerd en de actie
tegen deze belasting werd toen voor de pro
paganda aangegrepen. Een verkiezingscou
rant („De Volksstem") hoorde er natuurlijk
ook bij: die stond hoofdzakelijk onder redac
tie van den onderwijzer Vallentgoed, die hier
in functie, maar uit Spaarndam afkomstig
was. En wij hadden de voldoening dat in 1899
vier van onze candidaten in den Raad kwa
men: Schram, Hofland, Groot en ik.
Een eigenlijke afdeeling van de S.D.A.P.
werd te Haarlem opgericht in 1895 of 1896.
Dat gebeurde ten huize van Jan Muijs, in de
Frankestx-aat. Tot de oprichters behoorden
met mij: D. Lind, Jan Meuijs, Bakker, W. en
J. A. Nieman en W. Grootes. Merkwaardig en
kentschetsend voor den tijd was het, dat ver
schillende gegoeden wel sympathie voor onze
denkbeelden hadden en ons ook wel met geld
steunden, maarin stilte. Zij konden in
die dagen nog onmogelijk met het oog op
hun maatschappelijke positie, openlijk voor
hun sympathie met onze ideeën uitkomen!
Even merkwaardig is het volgende: toen ik
in de Vereeniging „Volksbelang" tot candi-
daat voor den Raad was gekozen (er was een
sterke ax-beidersgi-oep in die vereeniging)
trachtten vei-schillende pei*sonen uit meer
gegoede kringen, die overigens veel voor ver
betering der maatschappelijke toestanden
gevoelden, mij over te halen, voor die candi-
datuur te bedanken. Zij vonden dat d 11 toch
te ver ging: een arbeider in den gemeente
raad! Maar natuurlijk liet ik mij niet bepra
ten. Ik zei: ik ben nu eenmaal gekozen en
mijn candidatuur blijft dus gehandhaafd! En
later heb ik (zooals ik zeide: van 1899 af deel
van den Raad uitgemaakt.
Heel wat heb ik in mijn jonge jaren aan
het verkoopen van couranten en geschriften
op straat gedaan. Recht voor Allen" moest
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
,4*Aovarifi)
aanvankelijk in hoofdzaak drijven op den
straatverkoop. Jan Muijs liep met een groot
rood bord in de Groote Houtstraat, waarop
stond: „Koopt Recht voor Allen!" En ik
prees onze kranten met luider stem aan! Nu,
aan succes ontbrak het ons niet! Het is ons
wel eens gelukt, den verkoop op te voeren tot
1100 exemplaren op één avond! Wij mochten
één cent provisie per krant in rekening bren
gen; wij hebben dat geld altijd gebruikt om
er boeken voor te koopen voor onze socialis
tische bibliotheek.
Gemolesteerd ben ik nooit. Ik was gelukkig
niet erg bang uitgevallen en als elementen,
die wel eens graag een „relletje" zouden ma
ken, dat bemerken, laten ze je meestal met
rust!
DE ZIJLSTRAATVEREENIGING.
DE TREKKING DER WELDADIGHEIDS
VERLOTING.
Zooals bekend heeft de Zijlstraatvereeniging
gedurende de geheele maand October een
weldadigheidsverloting gehouden (ten bate
van de Vereeniging tot Bestrijding der tuber
culose.
Donderdagmiddag had in het gebouw St.
Bavo in de Smedestraat de trekking van deze
verloting platas. Heel wat lotenbezitters wa
ren opgekomen: de groote bovenzaal was
stampvol toen de voorzitter van de Zijlstraat
vereeniging, de heer Pielage, een woord van
welkom sprak en de aandacht vestigde op het
groote succes van de verloting, die ruim
f 1500 heeft opgebracht. Spr. zeide, dat het
voor de winkeliers in de Zijlstraat een mooie
October maand was geweest. Het was prettig
zaken doen: vóórdat de menschen in de
winkels waren, lachten ze al. Deze prettige
stemming werd ook veroorzaakt door het feit
dat de Vereeniging tot Bestrijding der tuber
culose den Haarlemmers zoo bijzonder sym
pathiek is. In 't bijzonder bracht de heer
Pielage dank aan den heer G. van Waard,
den administrateur van laatst genoemde ver
eeniging, die zich voor deze verloting veel
administratief werk heeft gedaan en voorts
aan de heeren O. Th. Dantuma. Th. Wanders
W. Kuipers en J. Wezenaar, die tezamen de
verlotingscommissie vormden.
Spr. zeide nog. dat de winkeliers in de
Zijlstraat bijzonder tevreden zijn en uitte
den wensch dat het publiek, dat in die maand
veel in de Zijlstraat „gewinkeld" heeft, in de
toekomst de winkeliers in die straat zal blij
ven begunstigen.
De trekkingslijsten zijn van heden. Vrij
dag, af verkrijgbaar bij de heer O. Th.
Dantuma en J .J. Wensing.
Hierna werd overgegaan tot de eigenlijke
trekking, waarnaar de belanghebbenden, van
wie velen met potlood en notitieboekje ge
wapend waren, met merkbare spanning uit
zagen.
Drie groepen van vier belastten zich achter
eenvolgens met het „trekken" en spoedig was
de geheele lijst van zes series elk met een
twintigtal prijzen in opgewekte stemming
afgewerkt.
Tijdens de trekking kwam Jhr. F. Teding
van Berkhout Jr. ter vergadering, bestuurs
lid der Vereen, tot Bestrijding der t. b. c
Deze betuigde namens die vereeniging harte
lijk dank aan de winkeliers van de Zijlstraat,
die een belangrijk liefdadig doel hebben be
vorderd en door de verloting in vele gezinnen
veel goeds 'hebben gedaan.
UIT DE HAARLEMSCHE
RECHTSZAAL.
GEHEELONTHOUDING.
Voel je er wat voor om, als je Zaterdags
middags met je centen je fabriek hebt ver
laten, daar dan een uurtje later voor je
plezier weer in te gaan? Voelde je er als
jongen wat voor, als je je misselijk had ge
rookt, om een nieuwe sigaar op te steken?
Wat bewoog de goede lieden dan, toen zij
het café hadden verlaten met een overmatige
hoeveelheid bier in de maag, om met alle
geweld weer in 't café te willen gaan. En
toch hadden ze dat gedaan, ja ze hadder.
zelfs de deur ingetrapt en de kastelein had
ze niet uit kunnen krijgen. En daaiwoor
moesten ze zich verantwoorden en nu
waren ze gansch nuchter en weerlegden met
den rechter wat men verstaat onder veei
bier, daarbij de Einsteinsche theorie verkon
digend, dat alles betrekkelijk was.
Nu waren 't geen slechte menschen en de
rechter wilde hen terugbrengen op het pad,
waarvan ze even waren afgedwaald.
Wil je je aansluiten bij de geheelonthou
ders? werd hun gevraagd.
Bij de geheel-onthouders mijnheer? vroeg
Jan; mag ik dan heelemaal geen botje bier
meer drinken?
Neen, dat mag niet.
Jan dacht na; dat was een zware eiscJh.
Neen, mijnheer, dat kan ik niet aannemen.
Zoo, zei de rechter, dan krijg je veertien
dagen.
En Piet? Wil jij je aansluiten?
Piet was een goochemerd, die overwoog de
kansen: Ja mijnheer, graag.
Dan zal ik het met jou nog eens pro-
beeren.
Ho, zei Jan, ik wil me ook aansluiten.
Maar dat ging niet, hij had z'n veertien
dagen al en met zeer verschillende gevoelens
gingen beiden heen.
Stommerd, zei Piet, je kan toch altijd zeg
gen, dat je geheelonthouder wilt worden;
je kan ook zeggen dat je directeur van de
fabriek wilt worden, daarom ben je 't nog
niet. Schiet je nou wat op met je veertien
dagen?
DE „CHRISTIAN SCIENCE SOCIETY,
HAARLEM, HOLLAND".
Blijkens de als bijvoegsel van de Staats
courant verzonden statuten is de Koninklijke
goedkeuring verleend op de Christian Science
Society,, Haarlem, Holland, gevestigd te
Haarlem.
De vereeniging is een tak van de First
Church of Christian Scientist, Boston, Mass.,
U. S. A.
Zij heeft tot doel het verspreiden en ver
kondigen van de waarheir, als geopenbaard
in den Bijbel en verklaard in het leei'boek
„Science and Health with Key to the Scrip
tures (Wetenschap en. Gezondheid, met sleu
tel tot de Heilige Schrift), van Mary Baker
Eddy, de ontdekster en grondlegster van de
Christian Science (Christelijke Wetenschap).
Zij tracht dit doel te bei-eiken door het
houden van kerkdiensten en door andere
middelen in strikte overeenstemming met
The Church Manual or the First Church of
Christ, Scientist, in Boston, Mass. U.S.A.,
by Mary Baker Eddy, het Hanboek der
Christelijke wetenschap.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel.
St. Nicolaas-geschenten aart te vragerr voor 20 November
a.s.; tijdige toezending kan alleen don worden gegarandeerd.
Geschenken te kiezen uit de thans geldende lijst No. 4; vorige
lijsten zijn vervallen, andere geschenken zijn niet verkrijgbaar.
2endt Pelikaanmun-
ten en bons dus tijdig
in. Ze zijn verpakt bij
Erdal/Peli,Ridder,Duc.
Geschenkenlijsten
bij Uw winkelier of
op aanvraag aan de
AFD. GESCHENKEN AMSTERDAM
DE INTERNATIONALE
VROUWENBOND.
ZIJN ACTIE VOOR GENèVE.
De afdeeling Haarlem van den Internatio
nalen Vrouwenbond verzoekt ons nog eens
de adressen te willen vermelden, waar de
lijsten voor de internationale ontwapenings
actie van deze instelling ter teekening liggen.
Die adressen volger hier:
Boekhandel Erven Loosjes Gr. Houtstr. 100.
J. M. Stap, Gr. Houtstraat 63.
H. N. Mul, Kruisstraat 25.
P. van Cittert. Spekstraat 14.
Vemhout, Zijlstx'aat 98.
B. de Graaf. Santpoorterstr. 49
Wed. de Kleijn,
Gen. Cronjéstraat 25.
„Westerhoutpark.
Wagenweg 114.
Hupkens, Zandvoortschelaan
165
„Lectura" Bl'daalscheweg 123.
ARROND. RECHTBANK.
EEN ERNSTIGE AANRIJDING BIJ
DE JAN GIJZENVAART IN
HAARLEM-NOORD.
DE OFFICIER EISCHT 1 MAAND
GEVANGENISSTRAF TEGEN 20-JAR1G
IJMUIDFNAAR.
Donderdag stond voor de rechtbank të
Haarlem terecht een 20-jarige vischhande-
laar uit IJmuiden, die er van verdacht werd
in den nacht van 9 op 10 Mei van dit jaar
te ongeveer 1 uur met een auto een wande
laar te hebben aangereden op den Rijks
straatweg van Haarlem naar Santpoort.
De aangeredene liep in de richting Sant
poort aan de rechtex-zijde van den weg op het
klinkerpad naast het asfalt, toen hij even
voor de Jan Gïjze'nvaart een hevigen schok
voelde aan zijn linkerzijde. Toen hij weer bij
kwam, bevond hij zich in de Mariastichting.
De dokter, die hem behandeld heeft, ver
klaarde dat zijn patient een lichte hersen
schudding had, een nierkneuzing, schaaf
wonden, en een bekkenfractuur. De patient
heeft 3 weken in het ziekenhuis doorge
bracht en heeft nog een 8-tal weken niet
kunnen werken. De deskundige zeide dat de
fractuur enz. door een aaxxrijding zou kun
nen ontstaan zijn en uit de fractuur leidde
hij af, dat de snelheid van de auto nogal
groot moet geweest zijn. Direct levensgevaar
was niet aanwezig.
Een wielrijder die dien avond van Sant
poort kwam, zag een auto van Haarlem ko
men waarbij hem opviel, dat zij geen lichten
op had en van links naar rechts over den
weg slingerde in snelle vaart. Toen hem de
auto juist gepasseerd was hoorde hij een
doffe klap, hij keek om en zag dat een ge
heel rechts loopend wandelaar aangereden
was en dwars over den klinkerweg viel.
De auto-eigenaar, die den wagen verhuurd
had dien avond van 9 Mei aan verdachte,
heeft den volgenden morgen de auto terug
gezien met een deuk in het rechter voorspat
bord, die er den vorigen avond absoluut niet
ingezeten had.
De auto is den volgenden dag in be'slag ge
nomen door de politie en getoond aan de
getuigen. Zij herkenden in haar een auto
van hetzelfde hooge type als de bewuste auto
des nachts.
De auto maakte nogal geluid, een oud ge
luid, zooals een getuige zei. „Een geluid type-
'26" merkte de president op.
Verdachte verklaarde uit Amsterdam ge
reden te zijn omstreeks middernacht. Hij
heeft steeds zelf gestuurd eix had eeh snel
heid van ongeveer 40 K.M. Zijn vriend naast
hem was in slaap gevallen. Bij de Jan Gij-
zenbrug heeft hij een klap gehoord en een
schok gevoeld en kreeg den indruk, dat hij
tegen iets was aangereden. Als hij tijd gehad
had, en het niet zoo laat geweest was, zou
hij uitgestapt zijn. Althans, zoo heeft hij het
voor de politie verklaard. Óp de zitting her
innerde hij zich daar echter niets mee'r van.
Een man heeft hij niet op den weg gezien,
terwijl zijn lichten volgens hem wel brand
den. Hoe de deuk in het spatbord ontstaan is,
weet hij niet, misschien in Amsterdam.
De Officier achtte het ten laste gelegde
door roekeloos en onvoorzichtig rijden zwaar
lichamelijk letsel te hebben toegebracht uit
de verklaringen bewezen. Een bezwarend
feit noemde hij het gebi'uiken door verdach
te van 4 biertjes in den avond, daar hierdoor
de snelheid van waarnemen en reageeren
vermindert. Hij eisohte een gevangenisstraf
van 1 maand.
De verdediger, mr L. G. van Dam vroeg
vrijspraak op de redactie der dagvaarding en
mocht de rechtbank zich hiermede niet kun
nen vereenigen, dan een voorwaardelijke
straf.
Uitspraak over 14 dagen.
geroepen. Hij veronderstelde echter dat hij
wel binnen een kwartier terug zou zijn. Toen
hij meer dan een half uur weg was, begon
het ons te ver-velen en wie weet, misschien
werden wij wel wat ongerust.
„Ongerust?" onderbrak de commissaris,
was daar eenige reden voor? Mr. Veraart
zou toch niet in zeven sloten tegelijk loo-
pen?"
„Er was voor ongerustheid geen enkele
reden, commissaris! maar Mr, Veraart be
loofde ons spoedig terug te komen en hij is
'n man die z'n belofte houdt, ziet u".
„Misschien wilt u zich aan de feiten hou
den. Dr. van Buren?"
„Met genoegenMensing en ik beslo
ten naar Veraart's kantoor te gaan om hem
te halen. De deur beneden stond open cn..„
wij vinden wat u zoo juist gezien hebt."
„Precies zoo?"
natuurlijk", antwoordde overste Mensing,
„wij hebben, niets aangeraakt en onmid
dellijk u gewaarschuwd."
„Ik ben u ten zeerste verplicht, mijne
heerenHa. Prachtig dokter, ben u daar...
wilt u mij even volgèn?"
De commissaris en de dokter verdwenen
in het privé-vei-trek, even later volgde de
fotogi-aafer flitste bliksemlicht.... Dan
kwamen zij terug.
„Commissaris", Overste Mensing kon zich
niet langer bedwingen, „wat denkt u er
van?"
„Wat moet ik er van denken? De zaak lijkt
op het eerste gezicht volkomen duidelijk
Weet een van de heeren waar Mr. Veraart
kan zijn?" Beiden maakten een ontkennend
gebaar. „Op de Witte is hij nietik heb
zooeven nog getelefoneerd...." begon >de
overste.
„En hij had beloofd daar terug te ko
men?"
„Pertinent."
„Dus?" e
„TjaWe hebben hem niet meer ge
zien
„Precies, mijne heeren, hoogstwaarschijn
lijk is Mr. Veraart verdwenen."
„Ik verzoek u, commissaris, niet te tasi-
nueeren", bulderde de oud-militair, zijn ge
zicht vertrokken van woede, met de gebalde
vuist op tafel slaande.
„Wind u zich niet op", zei de ander, „daar
is geen reden voor. Ikinsinueer niet, overste
begrijpt u? Ik constateer en wat ik consta
teer is erg genoeg. Op Mr. Veraart's kantoor
ligt een vermoord man. Mr. Veraart is niet
teruggekomen op de Witte, terwijl hij aniders
toch stipt was, of niet?"
„Ja, ja-zeker, heel stipt."
„Wist Mr. Veraart niets van deze historie
af. dan zou er geen enkele reden zijn om
zich niet aan zijn afspraak te houden. Het
vermoeden is dusgewettigd dat Mr. Veraart
wel degelijk hiermee in verband staat. Trou
wens ik heb gronden ora zulks niet in twij
fel te trekken
„En die zijn?"
Een agent kwam het gesprek stoi-cn. Hij
fluisterde den commissaris iets in het oor.
Deze glimlachte en zei:
„Breng het lijk naar het bureau. De foto
moet dadelijk ontwikkeld wordenMijne
heeren", wendde hij zich tot dr. Van Buren
een overste Mensiixg, „u kunt mij wellicht Mr.
Veraart beschrijven?"
„Beschrijven?"
„Wilt u een signalement?"
„Natuurlijk wil ik een signalement!"
Van Buren en Mensing voldeden aan het
verzoek. Hun gesprek werd afgebroken. Men
droeg den vermoorde door de kamer heen
naar benedenZwaar viel plotseling de
stilte, toen het in een wit laken gehulde stof
felijk overschot langs hen ging
Overste Mensing stond stram-militair
overeind en ook Dr. van Buren was van zijn
stoel verrezen. ,Arme bliksem" mompelde
overste Mensing schor, om plotseling daarna
den commissaris bruusk te vragen:
3n die gronden?
„Ten eerste: dat beiden vrij uitgaat."
„Haal je de weerga," mopperde overste
Mensing.
„U behoeft niet zoo heftig te worden" was
het kalm gegeven antwoord. „Wij politie
ambtenaren moeten elke mogeiyklieid onsier
de oogen zien. U zou dezen moord even goed
gepleegd kunnen hebben. De dokter heeft
echter geconstateerd, dat de man ruim een
uur geleden gestorven moet zijn. Op dat
oogenblik zat u beiden nog rustig op de
Witte. De agent, die mij zooeven onderbrak,
heeft daarnaar geïnformeerd". Voldaan
lachend keek de commissaris rond.
„Mooi, u gaat niet over één nacht ijs, com
missaris" complimenteerde Dr. Van Buren,
„maar misschien wilt u uw verhaal vervol
gen? U begrijpt met welk een spanning wij
luisteren."
„Ten tweede: wordt het hoe langer hoe
waarschijnlijker, dat Mr. Veraart weg is.
Ik heb telefonisch laten informeeren: hij is
niet op de Witte, niet thuis en noch bij een
van u beiden. U ziet: ik ga zoi-gvuldig tc
werk. Ten derde: zou het niet zoo vreemd
zijn dat de jeugdige advocaat spurlos ver-
senkt is, want...."
„Want, commissaris?"
„Er zijn sterke vermoedens tegen hem.
Kent u dit mes, mijne heeren?" De commis
saris legde het bronzen, scherpe mes voor
zich op tafel.
„Ja, natuurlijk, daarmee is de kerel ver-
mooi'd", begon overste Mensing..
„Weet u dat zeker? Weet u zeker dat het
dit mes was?"
„Natuurlijk.".
„Weet u aan wien dit mes hoort?"
„Ik heb het," klonk dr. Van Buren's be
dachtzame stem, „aan Veraart gegeven na
een van mijn Indische reizen. Het lag
altijd op zijn bureau, hij gebruikte het als
vouwbeen, meen ik".
„Precies, dat vermoedde ik reeds
Welnu mijne heeren, het ongelukkige slacht
offer is gedood door een krachtigen stee\
van dit mes, een steek, die het hart heeft
geraakt: dat heeft onze medicus geconsta
teerd. Dit mes behoorde aan Mr. Veraart, Mr.
Veraart is verdwenen eneven zweeg
de commissaris, als om de spanning te vcr-
hoogen, „en, mijneheercn, wat nog een aan
wijzing te meer is: Mr. Veraart is niet al
leen verdwenen, ook zijn boeken en papieren
zijn weg". Er heersche even een pijnlijke
stilte in het vertrek.
„Ja, maar", begon dr. Van Buren, „com
missaris kijk eens, dat alles is toch nog geen
bewijs?"
„Bewijs niet, maar u zult mij toch moeten
toegeven dat de schijn in ieder geval tegen
Mr. Veraart is."
„Veraart was een flinke vent", viel overste
Mensing eensklaps uit.
„En waarom", klonk minzaam de stem
van den politie-ambtenaar, „en waarom,
als hij zoo'n flinke vent is, geeft hij zich dan
niet aan? Het kan haast niet anders of hij
moet van de zaak afweten. Een kantoor
bediende belt hem op en verzoekt hem le
komen. Hij gaat heen en zegt met een
kwartier terug te keeren. Hij komt niet terug,
maar laat een doode achter. Ais hij een
doode gevonden had en de klerk had den
moord begaan, dan had hij ons bij aankomst
in zijn kantoor onmiddellijk gewaarschuwd.
Als 'de klerk den moord beging, nadat Mr.
Veraart vertrok, zou de advocaat weer bij n
gekomen zijn. Ik zal niet dadelijk beweren
dat hij den moord beging, maar ik vraag u
alleenwaarom vei'toont hij zich niet als
er niets bijzonders met hem aan het handje
is? Ik moet u eerlijk zeggen, dat ik er het
mijne van denk
„Er. u denkt?
„Ik denk. mijne heeren, dat deze moord
gepleegd is door Mr. Veraart."
„Maar waarom? Waarom?"
„Dat geheim zult u waai-schijnlijk kunnen
vinden in de verdwenen boeken,"
„Commissaris" vroeg, nadat het even stil
was geweest, dr. van Buren, „commissai-is,
wie is de vermoorde?"
„Onbekend, er zijn geen papiei'en op hem
gevonden. Sterker zelfs: alle zakken van
den man waren leeg. Voorloopig staan wij
hier nog voor een raadsel. Misschien dat de
klerk wat dit betreft eenige opheldering kan
geven. Wellicht mag ik intusschen de heeren
verzoeken mij naar het bureau Alexander -
veld te volgen. Vermoedelijk zult u mij nog
van dienst kunnen zijn. Ik geloof niet, dat
wij hier nog iets kunnen uitrichten.
(Wordt vervolgd.). J