STADSNIEUWS HAARLEM'S DACBLAD ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931 INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 Cl», per regel. Voor den Politierechter. Dc kastelein was groot en zeer <!ik, staande In het beklaagdenbankje, dat niet berekend is op zooveel welgedaanheid, deed hij den ken aan een Jonge koekoek in een vinke- nest. Rustig stond hij daar. nu en dan glim lachend en hij liet alles, wat een meter van hem af, de spraakzame Juffrouw over hem uitstortte, langs zich heen glijden. En waar lijk, het was niet weinig, wat ze te vertellen had. Ze had een duw van den dikken kaste lein gekregen, waardoor zij gevallen was; dit werd meer terloops, schoon behoorlijk aan gedikt. vermeld, en daarvoor had ze den kastelein voor de rechter?tafel weten te krij gen, maar 't waren eigenlijk gansch andere dingen, waarover zij haar hart kwam luch ten. dingen, die ae echtelijke trouw of liever ontrouw betroffen en onder meer betrekking hadden op haar eigen echtgenoot, den vader van haar elf kinderen, benevens een juf frouw. die zij in het toeschouwersruim wist. Dit was de reden, dat zij nu en dan. als het speciaal die Juffrouw betrof, het woord tot de publieke tribune richtte en een ongewoon debat dreigde, toen de tribune het antwoord niet schuldig bleef, 't Was voor den rechter onbegonnen werk te trachten den woorden vloed te stuiten en daarom Het hij dien maar stroomen. tot het reservoir leeg was. waar op werd overwogen of de kastelein al dan niet opzettelijk had mishandeld. Een agent, die toevallig had gezien, dat de juffrouw ter aarde stortte, dank zij een afwerende bewe ging van den reus, had ook gezien, dat de juffrouw ln haar Ijver om hem de waarheid te zeggen, zich tegen hem had opgedrongen en zijn horlogeketting had .stuk getrokken en de kastelein verklaarde, dat hij er niets voor had gevoeld, zijn blozend gelaat ontsierd te zien met nagelkrassen. waardoor het op een landkaart zou gaan gelijken en daarom had hij op afdoende wijze den afstand tusschen zich en de juffrouw vergroot Gezien den physieken toestand van partijen geloofde de rechter wel, dat de duw niet bepaald een duwtje was geweest, maar zoowel de officier als de rechter meenden, dat er geen be paald opzet om te mishandelen was geweest, zoodat de kastelein vrijuit ging. Dc juffrouw zal even tevreden zijn vertrok ken, want zij had nu eens kunnen zeggen, wat haar op de tong brandde en hoe 't in Zaandam met dc huwelijkstrouw gesteld was. DE GESTOLEN ROEIBOOT. Als je eens voor diefstal veroordeeld bent zou verwacht mogen worden, gezien de op voedende kracht welke van gevangenisstraf heet uit te gaan, dat je minder dan een an der tot diefstal zal neigen, vooral als geen nijpend gebrek je als t ware dwingt wat weg te nemen. Het doet daarom eigenaardig aan, als men van de justitie, die toch in de aller eerste plaats in die opvoedende kracht moet gelooven, een oude straf als een verzwarende omstandigheid hoort aanvoeren en het leek me toe, dat, als een der beide lieden, die een roeiboot gestolen heetten te hebben, vroeger geen vonnis had gehad, de kans op een ver oordeeling gerirug was geweest. De twee mannen gingen hengelen te üuca tering en ergens een bootje zien liggen, stap ten zij er in en roeiden weg. Een zoontje van den eigenaar zag ze in 't bootpe en vroeg hoe ze er aan kwamen, waarop ze zeiden het te hebben gehuurd. Het jongetje ging naai den rijksveldwachter, zei, dat er twee met hun bootje vandoor waren en de veldwach ter toog op onderzoek. Nu kan 'k me best voorstellen, dat, als Je in verboden water vlschfc of in een andermans bootje zit en er komt een veldwachter aan, dat je dan niet bij voorkeur in diens richting roeit, vooral niet als je tijdens de vaart een haak en een riem hebt gebroken. Hieruit direct te concludeeren dat de man nen, die ln Rotterdam thuis behoorden met het bootje naar de Maasstad zouden trekken, is wel erg kwaad van de menschen denken. Als jongens met een auto wegrijden, worden ze gemeenlijk niet voor diefstal van den auto maar alleen van de benzine veroordeeld. De man, die nog nooit veroordeeld was en een betrekking bij 't spoor had, nam zijn 2 maanden voorwaardelijk maar; do man met het vonnis zei. dat hij van de 14 dagen on voorwaardelijk ln liooger beroep zou gaan; 'k ben wel benieuwd hoe dat zal afloopen. LEEUWENOPPASSER AANGEVALLEN. In het circus Sarrasani is in Den Haag een oppasser door een leeuw gewond. Na verbon den te zijn kon hij zijn dienst hervatten. FEUILLETON Zij verlieten het vertrek. De commissaris sloot de deur zorgvuldig achter zich. Bene den werd een agent gejusteerd, dan roden zij in den snellen politiewagen naar het Hoofdbureau. Henk Oversteeg, de klerk, door een agent gewaarschuwd, zat al te wachten. Onmiddellijk werd het verhoor afgenomen. De verklaringen klopten. Oversteeg had naar de Witte opgebeld, dat er iemand voor me neer was. Toen meneer op kantoor kwam had deze hem gezegd, dat hU nu maar gaan moest. „Ziet u, meneer" legde de zenuwachtige klerk uit, terwijl zijn oogen verschrikt staar den van den commissaris naar Dr. van Bu ren naar Overste Mensing, „ziet u meneer, ik zit voor Mercurlus Engelsch en dan blijf ik nog al eens ..Jawelviel de commissaris in de rede. dat doet niet ter zake Hoe laat kwam er be zoek voor Mr. Veraart?" - „Nou dat zalwacht esmeneer was al een tijdje wegdat zal om om meneer ging of half vijf weg. dat weet ik secuur, want even later kwam Annie.... dat is do typiste van Metten Co., ook een zaak in het zelfde gebouw, meneer de com missaris. „Jawel, schiet maar op". ENGLISH ASSOCIATION. SHAW EN HET NIEUWE DRAMA. Over dit onderwerp heeft dr. J. Bouten Vrijdagavond gesproken voor dé leden van de afdeeling Haarlem der English Association. Spreker gaf allereerst een uiteenzetting van het peil, waarop het Engelsche drama stond, kort voordat Shaw zijn eerste too- neelstukken schreef. De onderwerpen waren conventioneel en hoofdzakelijk ingesteld op een smaak van het publiek. Het was vooral tegen het onware karakter van deze drama's, waartegen Shaw en zijn tijdgenooten verzet aanteekenden. Tegenover de hypocrisie van het ..Victorian" drama stelde Shaw zijn rea liteit. Kan de eerste periode van zijn optreden als destructief worden aangemerkt, langza merhand ontwikkelde zijn literaire arbeid zich ift meer opbouwenden zin. In de ver schillende tooneelstukken. die van zijn hand verschenen, als „Widower's Houses", ..Back to Methusalah" en „Candida" behandelde hij tal van belangrijke sociale en psychologische kwesties Hierbij memoreerde spreker den invloed, die van buiten af op Shaw's werk uitgeoefend werd. zooals bijv. Henrik Ibsen met zijn „Poppenhuis", Het Engelsche drama trad nu een tijdperk van bloei in, als het sinds Shakespeare niet meer gekend had. Uitvoerig behandelde spreker de gege vens van enkele der meest karakteristieke werken van Shaw en de strekking, die er aan ten grondslag ligt. In hel bijzonder vroeg spreker de aandacht voor „Man and Super Man". Het tweede gedeelte van zijn lezing be steedde dr. Bouten voornamelijk aan de hou ding van Shaw tegenover de Godheid en dsn mensch. Wat dit laatste betreft, zij opge merkt. dat Shaw den mensch, die eenmaal tot het eigenlijke bewustzijn gekomen is, tot de grootste daden in staat acht. Aan het einde van deze voordracht bracht de voorzitter, de heer C. B. A. Proper den spreker ln een hartelijke speech dank voor zijn interessante uiteenzetting. DE JEUGDHERBERGEN EN DE FILM. Men schrijft ons: Er is tegenwoordig bijna geen industrie, die voor haar reclame geen gebruik maakt van de film, geen beweging op maatschappe lijk of ethisch gebied, die niet tracht door middel van de film haar ideeën ingang te doen vinden. Het is dus alleszins begrijpelijk, dat de Jeugdherbe>rgbeweging ook dit middel heeft te baat genomen, om aan haar streven meer bekendheid te geven. Wie de twee films heeft gezien, die op Maandagavond a.s. door de Kennemer Ver- eeniging voor Jeugdherbergen vertoond zul len worden, zal niet meer behoeven te vra gen, wat een Jeugdherberg is. De Duitsche film; „Wann wlr schrelten Seit an Seit" is bijna een kreet: „Jongeren, ontvlucht, wan neer het maar ecnigszins mogelijk is, de be nauwende atmosfeer van de groote stad. Buit je vrijen tijd uit in de goddelijke natuur, de oenige bron, waaraan de vermoeide mensch- heid zich nog zal kunnen laven. „Dit is het hoofd-thema van de geheele film: de tegen stelling tusschen het sloopendc, afmattende leven van eiken dag en het sterkende, rijker makende leven in de natuur. En het behoeft geen betoog, dat er bij zoo'n opgave volop gelegenheid is voor den cineast, om zijn kun nen te tooncn. Hetgeen de vervaardiger van de film, Hubert Schonger, niet heeft nage laten te doen. Wanneer men deze film ver gelijkt met vroegere Wanderfilme" valt het dadelijk op, hoeveel meer de cineast nu van zijn gegeven heeft weten te maken, dan voor een aantal Jaren. Het eerste deel toont ons, hoe de massa in de groote stad leeft. Natuurlijk heeft men daarbij het oog op de groote Duitsche ste den. waar de behuizing van de arbeiders over het algemeen veel slechter is dan bij ons. In het tweede deel zien wij de jeugd, die er genoeg van heeft, haar weinige vrije da gen ln deze benauwende atmosfeer door te brengen. Zij trekt er op uit! Dit gedeelte voor al gaf natuurlijk aanleiding tot tal van prachtige natuuropnamen. Hoe de jeugd er vooral in groepen, in het verband van haar organisaties op uit trekt, zien we in het derde deel. terwijl de beelden van de mooiste Jeugd herbergen ln het laatste deel worden ge toond. De Nederlandsche film ..De Paden op!", die reeds na de persvoorstelling in dit blad be- „Het zal zoowat een uur of vijf geweest zijn." „Klopt dat. mijne heeren?" wendde de commissaris zich tot dr. Van Buren en over ste Mensing. „Ja. wij waren misschien een half uur in de Witte." „Prachtig! Om vijf uur kwam er dus be zoek. Denk nu eens goed naHoe zag die bezoeker er uit? Lang? Kort? Oud? Jong?" „Lang was 'ie niet, maar klein toch ook nietzoowat als u. meneer de com missaris. En 'ie had 'n klein zwart snorretje, een lichte regenjas en een slappe, grijze hoed". „Mooi, dat kloptWat sprak hij?" .JHollandsch, maar hij had wel een vreemd accent". „Wat voor accent?" „Dat weet ik niet". „Hij vroeg om Mr. Veraart?" „Ja. D'r werd op de deur geklopt. Ik deed open en toon zei hij: „Ik moet Mr. Veraart spreken." Toen zei ik tegen 'm: „Meneer is er niet" En toen zei 'ie: „Weet je waar me neer is? Het is heel dringend". Nou, ik dacht es bij m'n eigen, je kan nooit weten wat het is. zoo druk was de practljk niet en Iedere zaak is er één niet waar?Nou ik zeg toen tegen 'm: „Gaat u even zitten, meneer, ik zal zien of ik meneer bereiken kan". En fin. zitten wou 'ie niet. als u 't mij vraagt deca ie nog al zenuwachtig en ik heb toen de Witte opgebeld, omdat ok wist dat meneer daar altijd was. Even later kwam meneer en toen zei ie tegen mij dat ik maar weg moest gaandat is alles. „Ga maar naar huis, Henk" zei hij. ..Ik zal wel sluiten als ik weg ga, het gesprek met dezen heer zal wel niet lang duren". De vreemdeling zei toen met een buiging: „Hei gaat maar om enkele mi nuten". Hij ging Mr. Veraart voor, het privé- kantcor in". „Heb je nog Iets van het gesprek kunnen hooren?" ..Neen, meneer, meneer deed de deur dicht". „En toen ben je dadelijk heengegaan?" „Ja, meneer. Ik keek nog even of er iets sproken werd en die Maandagavond jl. te Amsterdam in tegenwoordigheid van Prinses Juliana en talrijke autoriteiten voor het eerst in het openbaar werd vertoond, heeft ook als thema de tegenstelling tusschen het stadsleven en het verblijf in de natuur. Toch is deze film in geen enkel opzicht een copie van de Duitsche; integendeel, zij is door en door Hollandsch. En vele Hollandsche „trek kers", die dezen zomer in de Jeugdherbergen verblijf hielden, zullen het aardig vinden „hun" J. H. op het witte doek te zien. Ook deze film is een staaltje van mooie film kunst. LEZING VOOR HET NEDERLANDSCH- ZWITSERSCHE COIYHTe. In de Waalsche Kerk, waar de Nederland sche en de Zwitsersche vlag waren neerge hangen, heeft voor het Comité voor Hol landschZwitsersche vriendschapsbetrek kingen Vrijdagavond de heer Charly Clerc, letterkundige, gesproken over „l'Esprit de la Suisse Romande". In een korte introductie weerlegde ds. F. Ch. Krafft de meening, die, naar hij gezien had, had post gevat, dat de Zwitsersche cul tuurgeschiedenis eerst een eeuw geleden be gint. In zijn lezing schetste daarna de heer Clerc, hoe in Romaansch-Zwitserland klimaat en omgeving de sfeer van het land bepaald heb ben. Het ligt besloten tusschen een keten van bergen en dientengevolge vormde er zich ook een wat geïsoleerder sfeer dan aan de lan den en zeekusten, waar de groote bescha vingscentra eerder ontstonden. Het is een land zonder paleizen, maar met een eigen ka rakter van nederige huizen en nationale kleederdrachten. Uit de literatuur van dit land in de negen tiende eeuw noemde spreker vier namen, Toepffer, Juste Olivier. Amiel en Vlnet. In Toepffer is de ietwat burgerlijke en lo cale sfeer van het land weergegeven. Hij geeft de gemoedelijke schildering van plaatselijke omstandigheden. Juste Olivier is de dichter, de beminnelijke optimist en Amiel de schrij ver met een unlverseeler geest, „die het raam opende, dat uitzicht gaf op de wereld en op viel op te ruimen en liep toen de deur uit." „Heb je daar zoo noodig getuigen voor?" „O. ja, meneer. Annie stond beneden te wachten. Ik ging direct met haar naar huis, we zijn goed bevriend, ziet u?" „Nog meer getuigen?" „Ik was vijf minuten later thuis bij moeder en vader en een vriend van vaderwat die allemaal schrokken toen de agent me kwam halen als ik daar aan denk.... wat zullen ze in angst zitten." .Jawel, jawel." De commissaris legde iets op z'n bureau. „Ken je dit mes?" Verbaasd keek de klerk naar het bronzen voorwerp: ..Jawel" klonk het daarop ver bouwereerd, „dat lag altijd op meneer's bu reau." ..Had je dien bezoeker al eens eerder ge zien?" „Nooit." „Dus Mr. Veraart had nog geen drukke praktijk?" „O. hemel nee, meneer, d'r was niet veel te doenAlleen dat ecne proces, dat hij pas gekregen had, gaf nogal wat werk." „Welk proces?" ,Dat proces Meesma.' „Die inbraak?" „Ja, meneer." „Zoo. Nadenkend zat de commissaris een tijdje voor zich uit te kijken. Adembeklemmend hing de stilte in het vertrek. Dan, zich wen dend tot de anderen, zei hij: „ik geloof eigen lijk. mijn£Lheeren, dat ik u niets meer te vra gen heb Of wacht, misschien dit....? Weet u ook of Mr. Veraart in moeilijkheden verkeerde? Hy was toch uw vriend, niet waar?" Oversteeg de klerk, haalde z'n schouders op: .Daar heb ik nooit iets van gemerkt." Maar van Buren en Mensing dachten plotseling aan datgene wat in hen reeds zoo lang aks een vermoeden had geleefd, waarover zij dienzelfden middag nog mot Frans Veraart hadden gesproken. „Ik geloofbegon dc overste met een voor hem ongewoon-aarzclende slem, „ik de ziel". En Vinet ten slotte is de christelijke, de streng orthodoxe schrijver, die echter daarenboven een groote ruimheid van blik heeft en belang stelt in alle dingen der we reld. De geest van Romaansch-Zwitserland is Protestantseh, dit erkennen zelfs de voor aanstaande katholieke schrijvers in het land. Ds. Krafft heeft met dank aan den spreker voor zijn heldere causerie de bijeenkomst ge sloten met het doen zingen van twee cou pletten van het Zwitsersche volkslied. Bij de opening was een vers gezongen van het Wil helmus ln de door J. W. Enschedé gepubli ceerde oud-Fransche vertaling. VEILIGHEIDSCONGRES TE UTRECHT. Te Utrecht is een tweedaagsch veiligheids congres begonnen, onder leiding van dr. N. M. Josephus Jitta uit Den Haag. De heer C. J. Ph. Zaalberg, directeur-gene raal van den Arbeid, heeft de openingsrede gehouden. Dr. P. A van Luyt hield daarna een inlei ding over uitlaatgassen. De heer J. H. Crombosch, garagechef te Am sterdam verdedigde een aantal conclusies over doelmatige garages. De heer J. A. Kasberg. technisch ambte naar bij de Arbeidsinspectie te 's Gravenhage, gaf een inleiding over electrische toestellen. Hij schetste het gevaar van kortsluiting en brand bij de huidige electrische uitrusting der automobielen. Bij het wasschen moet de installatie spanningsloos gemaakt kunnen worden. DE STEEKPARTIJ IN AMSTERDAMS LUNAPARK. De Rechtbank te Amsterdam heeft den 21-jarigen Surinamer, die werkzaam was in het Lunapark te Diemen en zijn werkgever aldaar bij een woordenwisseling met een mes gestoken heeft, veroordeeld tot zes maan den gevangenisstraf, waaronder vier voor waardelijk. met een proeftijd van drie jaar en aftrek der voorloopige hechtenis. De man werd dientengevolge onmiddellijk in vrijheid gesteld. geloof, dat „Het is beter om alles te zeggen", ging kalm Van Buren verder. „Ja, meneer de com missaris. zoowel overste Mensing als ik gelooven dat er iets was dat Veraart hin derde en zelfs dezen middag hebben wij nog daarover met 'm gesproken .Hij was den laat- sten tijd somber en verstrooid". „Van welken aard waren deze moeilijkhe den?" „Wisten wij dat maar! Daar liet hij zich niet over uit. Hij was zoo gesloten als een boek, maar ik veronderstel dat het wei een hefdeshistorietje geweest zal zijn. Dat heb ben jonge menschen altijd. „Nonsens" flapte overste Mensing er uit. „nonsens, het was natuurlijkPlotseling zweeg hij- ..Gaat u verder, overste", verzocht de com missaris. ..Overste Mensing bedoelt", vervolgde Dr. van Buren onverstoorbaar, „dat het wel fi nancieel'- moeilijkheden geweest zullen zijn." „Ah zoo! Waarom denkt u dat, Overste Mensing?" „Ik denk niks" mopperde deze. „Dan weet ik genoeg" ging de commissaris verder. „Ik dank de heeren zeer voor hun in lichtingen. U wilt misschien deze resumé's wel even onderteekenen?het zijn uw getuigenissendank u! Wij zullen de op sporing en aanhouding van Mr. Veraart ver zoeken, verdacht van moord op een onbeken den man. Goeden avond, mijne heeren". Maar toen gebeurde er iets onverwachts. In eens stond Henk Oversteeg recht overeind. „Wat" schreeuwde hij, „verdacht van moord? Mijn mr. Veraart? Is u gek geworden?" „Jongeman zou je op je woorden willen passen.0" snauwde de commissaris. Oversteeg begon zenuwachtig te lachen: „Maar. ha. ha. ha. dat is toch al te dol? Me neer! Ovzrste! Maar hoor dan tochzeg dan toch iets.Dat is toch onmogelijk!" De beide heeren zaten bleek en zwijgend. „Onmogelijk! onmogelijk!" herhaalde de klerk. De commissaris belde. „Laat dc heeren uit", beval hij 4en agent, DE VRIEND UIT INDIë EN HET MEISJE. HET JONGSTE GOEDGELOOVIGHEIDS- DRAMA. Midden Juli kwam bij een familie te Kat wijk een oud vriend van den oudsten zoon logeeren. Door zijn optreden imponeerde hij de famiiie dermate, dat het verblijf onbe paald werd verlengd. Ook de 18-jarige doch- des huizes werd geïmponeerd en dit zette zich zelfs voort in een verloving, die bin- nnen twee weken tot stand kwam. De man, die zich opzichter eener plantage noemde, beschikte plotseling over veel geld en deed zeer rijk. Hij trok daarmee niet alleen de aandacht van allen, die iets van hem meen den te mogen krijgen, maar ook van de poiltie. Deze stelde een onderzoek in. met het gevolg, dat de familie gewaarschuwd werd. want de logé was niets dan een varens gezel bij de groote vaart. De onaangenaamheden begonnen, toen het meisje het land aan den jongen begon te krijgen en zij hem de bons gaf. zij wer den erger, toen de vader ziek werd en in Leiden geopereerd moest worden en zij waren op haar ergst, toen hij bij zijn terugkomst ontdekte dat de kas. geborgen in een kistje in een chiffonnière in de huiskamer, op was. Elf honderd gulden was verdwenen. De politie stelde opnieuw een onderzoek in en vond den logé te Alkmaar, nu als kost ganger bij het Burgerlijk Armbestuur. Het geld was op. De logé is nu weer ergens anders in de kost. en zijn hospes is de directeur van het Huis van Bewaring in Den Haag. Deze is minder geïmponeerd, even gastvrij, doen niet zoo goedgeloovig. WEINIG RATIONEELE WERKING VAN DE TARWEWET. Het orgaan van het Kon. Ned. Landbouw Comité heeft berekend, dat het publiek per 100 K.G. inlandsche tarwe f 2 45 onkosten en f 10 40 steun betaalt, tei'wijl de boer aan marktprijs en steun samen slechts f 12,50 krijgt! DRIE HUIZEN IN BRAND. Te Burgersbrug gemeente Zijpe is in den) nacht van Donderdag op Vrijdag een café iri vlammen opgegaan. De bewoners konden zich slechts in nachtgewaad redden. Eeru timmermanswerkplaats en houtloods zijn eveneens verbrand. Een smederij met win kel, waarvan het rieten dak ook aangetast: werd, bleef op het dak na behouden. De oorzaak is onbekend. Dit was in vietf weken de vierde brand. TEGEN VOLTOOIÏNG VAN DEN AFSLUIT DIJK. De Vereeniging van belanghebbenden bij de nevenbedrijven der visscherij, welke scha de lijden bij de afsluiting en gedeeltelijkei droogmaking der Zuiderzee, gevestigd te Am sterdam, heeft zich tot den minister van Wa terstaat gericht met een adres, waarin zij nogmaals aandringt op het niet voltooien van den afsluitdijk ten behoeve van de Zui- derzeevisscherij CONTINGENT VOOR VEE BEREIKT IN FRANKRIJK. Blijkens het „Journal Official" is thans het slotkwartaals contingent vastgesteld voor den invoer van stieren, vaarzen en varkens in Frankrijk, meldt de Tel. uit Parijs. WAT MEN DOEN MOET TER VERNIEUWING VAN HET RIJBEWIJS. Wij herinneren er aan, dat de geldigheids duur van een groot aantal rijbewijzen in de zen tijd afloopt. Nieuwe rijbewijzen kunnen tien dagen voor den vervaldatum aan heb Provinciaal gouvernement worden aange vraagd, waarna zij tijdig worden toegezon den. Voor deze aaivrage zijn formulieren ver krijgbaar gesteld aan de gemeentehuizen. De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst, zoodat op spoediger behande ling dan gewoonlijk om welke reden dan ook, of bij daartoe gedaan verzoek, niet kan worden gerekend, ook niet. indien het exa men is agelegd bij den Rijksdeskundige. in, plaats van bij een der adviseurs van het Cen traal Bureau en evenmin bij persoonlijk be zoek aan de griffie. De aandacht zij er vooral op gevestigd, dat formulieren duidelijk en volledig dienen te zijn ingevuld, daar anders vertraging ontstaat. Rijbewijzen aan tijdelijk hier verblijf hou dende buitenlanders en aan verlofgangers uit Indië worden uitsluitend verstrekt aan het ministerie van Waterstaat. Ze stonden op straat. Dr. van Buren zwij gend en somber; overste Mensing driftig. Zoo was elk in zijn eigen gedachten verdiept, dat zij geen van beiden opmerkten dat Over steeg met hen opliep. Na een paar schreden kon de kort-aange- bonden overste zich toch niet meer inhou den: „Waarom vertelde je aan den com missaris van die financieele moeilijkheden? Snap je dan niet. dat daarmee Veraart's kan sen minder worden?" „Natuurlijk begrijp ik dat" klonk van Bu- ren's zachte stem. „maar het leek me tot voor kort beter alles aan de politie te ver tellen enje weet dat :k nooit in die fi nancieele moeilijkheden geloofd heb." „Daarom juist had je je mond moetcH houden". Van Buren glimlachte: „Je bent wat op gewonden. m'n waarde, anders zou je derge lijke dingen niet zeggen. Luister es, Men sing „Goeïen avond heeren.". Oversteeg lichtte zijn hoed en wilde verdwijnen, rechts de Ja- vastraat in. „Nee" zei dr. Van Buren, „heb je nog even tijd. Oversteeg?" „Ja zeker, meneer" was het verwonderde antwoord. „Wat wil jebegon Overste Mensing. „Hou nop even je gemak, vuurvreter" sprak dr. van Buren „en iaat mij nou 'es begaan. Ik heb een voorstel." „Het zal me wat moois zijn." „Je bent in een onuitstaanbaar humeur, maar er zijn verzachtende omstandigheden. Heb je geen honger, Mensing?" „Honger? Wie denkt er nu aan honger? Ik heb wel voor heeter vuren met een leege maag gestaan Toen ik, in 1806 „Precies, da's 'n mooi verhaal voor een an deren keer. Nu neem ik het bevel over Wé gaan naar je kamers en eten er wat. De soep is natuurlijk koud. da's minder, en dan zal Js je 's wat vertellen." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6