STADSNIEUWS
HAARLEM'S DACBLAD
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 Cl», per regel.
Voor den Politierechter.
Dc kastelein was groot en zeer <!ik, staande
In het beklaagdenbankje, dat niet berekend
is op zooveel welgedaanheid, deed hij den
ken aan een Jonge koekoek in een vinke-
nest. Rustig stond hij daar. nu en dan glim
lachend en hij liet alles, wat een meter van
hem af, de spraakzame Juffrouw over hem
uitstortte, langs zich heen glijden. En waar
lijk, het was niet weinig, wat ze te vertellen
had. Ze had een duw van den dikken kaste
lein gekregen, waardoor zij gevallen was; dit
werd meer terloops, schoon behoorlijk aan
gedikt. vermeld, en daarvoor had ze den
kastelein voor de rechter?tafel weten te krij
gen, maar 't waren eigenlijk gansch andere
dingen, waarover zij haar hart kwam luch
ten. dingen, die ae echtelijke trouw of liever
ontrouw betroffen en onder meer betrekking
hadden op haar eigen echtgenoot, den vader
van haar elf kinderen, benevens een juf
frouw. die zij in het toeschouwersruim wist.
Dit was de reden, dat zij nu en dan. als het
speciaal die Juffrouw betrof, het woord tot
de publieke tribune richtte en een ongewoon
debat dreigde, toen de tribune het antwoord
niet schuldig bleef, 't Was voor den rechter
onbegonnen werk te trachten den woorden
vloed te stuiten en daarom Het hij dien maar
stroomen. tot het reservoir leeg was. waar
op werd overwogen of de kastelein al dan
niet opzettelijk had mishandeld. Een agent,
die toevallig had gezien, dat de juffrouw ter
aarde stortte, dank zij een afwerende bewe
ging van den reus, had ook gezien, dat de
juffrouw ln haar Ijver om hem de waarheid
te zeggen, zich tegen hem had opgedrongen
en zijn horlogeketting had .stuk getrokken en
de kastelein verklaarde, dat hij er niets voor
had gevoeld, zijn blozend gelaat ontsierd te
zien met nagelkrassen. waardoor het op een
landkaart zou gaan gelijken en daarom had
hij op afdoende wijze den afstand tusschen
zich en de juffrouw vergroot Gezien den
physieken toestand van partijen geloofde de
rechter wel, dat de duw niet bepaald een
duwtje was geweest, maar zoowel de officier
als de rechter meenden, dat er geen be
paald opzet om te mishandelen was geweest,
zoodat de kastelein vrijuit ging.
Dc juffrouw zal even tevreden zijn vertrok
ken, want zij had nu eens kunnen zeggen,
wat haar op de tong brandde en hoe 't in
Zaandam met dc huwelijkstrouw gesteld was.
DE GESTOLEN ROEIBOOT.
Als je eens voor diefstal veroordeeld bent
zou verwacht mogen worden, gezien de op
voedende kracht welke van gevangenisstraf
heet uit te gaan, dat je minder dan een an
der tot diefstal zal neigen, vooral als geen
nijpend gebrek je als t ware dwingt wat weg
te nemen. Het doet daarom eigenaardig aan,
als men van de justitie, die toch in de aller
eerste plaats in die opvoedende kracht moet
gelooven, een oude straf als een verzwarende
omstandigheid hoort aanvoeren en het leek
me toe, dat, als een der beide lieden, die een
roeiboot gestolen heetten te hebben, vroeger
geen vonnis had gehad, de kans op een ver
oordeeling gerirug was geweest.
De twee mannen gingen hengelen te üuca
tering en ergens een bootje zien liggen, stap
ten zij er in en roeiden weg. Een zoontje van
den eigenaar zag ze in 't bootpe en vroeg
hoe ze er aan kwamen, waarop ze zeiden het
te hebben gehuurd. Het jongetje ging naai
den rijksveldwachter, zei, dat er twee met
hun bootje vandoor waren en de veldwach
ter toog op onderzoek. Nu kan 'k me best
voorstellen, dat, als Je in verboden water
vlschfc of in een andermans bootje zit en er
komt een veldwachter aan, dat je dan niet
bij voorkeur in diens richting roeit, vooral
niet als je tijdens de vaart een haak en een
riem hebt gebroken.
Hieruit direct te concludeeren dat de man
nen, die ln Rotterdam thuis behoorden met
het bootje naar de Maasstad zouden trekken,
is wel erg kwaad van de menschen denken.
Als jongens met een auto wegrijden, worden
ze gemeenlijk niet voor diefstal van den auto
maar alleen van de benzine veroordeeld.
De man, die nog nooit veroordeeld was en
een betrekking bij 't spoor had, nam zijn 2
maanden voorwaardelijk maar; do man met
het vonnis zei. dat hij van de 14 dagen on
voorwaardelijk ln liooger beroep zou gaan; 'k
ben wel benieuwd hoe dat zal afloopen.
LEEUWENOPPASSER AANGEVALLEN.
In het circus Sarrasani is in Den Haag een
oppasser door een leeuw gewond. Na verbon
den te zijn kon hij zijn dienst hervatten.
FEUILLETON
Zij verlieten het vertrek. De commissaris
sloot de deur zorgvuldig achter zich. Bene
den werd een agent gejusteerd, dan roden
zij in den snellen politiewagen naar het
Hoofdbureau.
Henk Oversteeg, de klerk, door een agent
gewaarschuwd, zat al te wachten.
Onmiddellijk werd het verhoor afgenomen.
De verklaringen klopten. Oversteeg had naar
de Witte opgebeld, dat er iemand voor me
neer was. Toen meneer op kantoor kwam
had deze hem gezegd, dat hU nu maar gaan
moest.
„Ziet u, meneer" legde de zenuwachtige
klerk uit, terwijl zijn oogen verschrikt staar
den van den commissaris naar Dr. van Bu
ren naar Overste Mensing, „ziet u meneer, ik
zit voor Mercurlus Engelsch en dan blijf ik
nog al eens
..Jawelviel de commissaris in de rede.
dat doet niet ter zake Hoe laat kwam er be
zoek voor Mr. Veraart?"
- „Nou dat zalwacht esmeneer
was al een tijdje wegdat zal om om
meneer ging of half vijf weg. dat weet
ik secuur, want even later kwam Annie....
dat is do typiste van Metten Co., ook een
zaak in het zelfde gebouw, meneer de com
missaris.
„Jawel, schiet maar op".
ENGLISH ASSOCIATION.
SHAW EN HET NIEUWE DRAMA.
Over dit onderwerp heeft dr. J. Bouten
Vrijdagavond gesproken voor dé leden van de
afdeeling Haarlem der English Association.
Spreker gaf allereerst een uiteenzetting
van het peil, waarop het Engelsche drama
stond, kort voordat Shaw zijn eerste too-
neelstukken schreef. De onderwerpen waren
conventioneel en hoofdzakelijk ingesteld op
een smaak van het publiek. Het was vooral
tegen het onware karakter van deze drama's,
waartegen Shaw en zijn tijdgenooten verzet
aanteekenden. Tegenover de hypocrisie van
het ..Victorian" drama stelde Shaw zijn rea
liteit.
Kan de eerste periode van zijn optreden
als destructief worden aangemerkt, langza
merhand ontwikkelde zijn literaire arbeid
zich ift meer opbouwenden zin. In de ver
schillende tooneelstukken. die van zijn hand
verschenen, als „Widower's Houses", ..Back
to Methusalah" en „Candida" behandelde hij
tal van belangrijke sociale en psychologische
kwesties Hierbij memoreerde spreker den
invloed, die van buiten af op Shaw's werk
uitgeoefend werd. zooals bijv. Henrik Ibsen
met zijn „Poppenhuis",
Het Engelsche drama trad nu een tijdperk
van bloei in, als het sinds Shakespeare niet
meer gekend had.
Uitvoerig behandelde spreker de gege
vens van enkele der meest karakteristieke
werken van Shaw en de strekking, die er aan
ten grondslag ligt. In hel bijzonder vroeg
spreker de aandacht voor „Man and Super
Man".
Het tweede gedeelte van zijn lezing be
steedde dr. Bouten voornamelijk aan de hou
ding van Shaw tegenover de Godheid en dsn
mensch. Wat dit laatste betreft, zij opge
merkt. dat Shaw den mensch, die eenmaal tot
het eigenlijke bewustzijn gekomen is, tot de
grootste daden in staat acht.
Aan het einde van deze voordracht bracht
de voorzitter, de heer C. B. A. Proper den
spreker ln een hartelijke speech dank voor
zijn interessante uiteenzetting.
DE JEUGDHERBERGEN EN DE FILM.
Men schrijft ons:
Er is tegenwoordig bijna geen industrie,
die voor haar reclame geen gebruik maakt
van de film, geen beweging op maatschappe
lijk of ethisch gebied, die niet tracht door
middel van de film haar ideeën ingang te
doen vinden.
Het is dus alleszins begrijpelijk, dat de
Jeugdherbe>rgbeweging ook dit middel heeft
te baat genomen, om aan haar streven meer
bekendheid te geven.
Wie de twee films heeft gezien, die op
Maandagavond a.s. door de Kennemer Ver-
eeniging voor Jeugdherbergen vertoond zul
len worden, zal niet meer behoeven te vra
gen, wat een Jeugdherberg is. De Duitsche
film; „Wann wlr schrelten Seit an Seit" is
bijna een kreet: „Jongeren, ontvlucht, wan
neer het maar ecnigszins mogelijk is, de be
nauwende atmosfeer van de groote stad. Buit
je vrijen tijd uit in de goddelijke natuur, de
oenige bron, waaraan de vermoeide mensch-
heid zich nog zal kunnen laven. „Dit is het
hoofd-thema van de geheele film: de tegen
stelling tusschen het sloopendc, afmattende
leven van eiken dag en het sterkende, rijker
makende leven in de natuur. En het behoeft
geen betoog, dat er bij zoo'n opgave volop
gelegenheid is voor den cineast, om zijn kun
nen te tooncn. Hetgeen de vervaardiger van
de film, Hubert Schonger, niet heeft nage
laten te doen. Wanneer men deze film ver
gelijkt met vroegere Wanderfilme" valt het
dadelijk op, hoeveel meer de cineast nu van
zijn gegeven heeft weten te maken, dan voor
een aantal Jaren.
Het eerste deel toont ons, hoe de massa in
de groote stad leeft. Natuurlijk heeft men
daarbij het oog op de groote Duitsche ste
den. waar de behuizing van de arbeiders
over het algemeen veel slechter is dan bij
ons. In het tweede deel zien wij de jeugd, die
er genoeg van heeft, haar weinige vrije da
gen ln deze benauwende atmosfeer door te
brengen. Zij trekt er op uit! Dit gedeelte voor
al gaf natuurlijk aanleiding tot tal van
prachtige natuuropnamen. Hoe de jeugd er
vooral in groepen, in het verband van haar
organisaties op uit trekt, zien we in het derde
deel. terwijl de beelden van de mooiste Jeugd
herbergen ln het laatste deel worden ge
toond.
De Nederlandsche film ..De Paden op!", die
reeds na de persvoorstelling in dit blad be-
„Het zal zoowat een uur of vijf geweest
zijn."
„Klopt dat. mijne heeren?" wendde de
commissaris zich tot dr. Van Buren en over
ste Mensing.
„Ja. wij waren misschien een half uur in
de Witte."
„Prachtig! Om vijf uur kwam er dus be
zoek. Denk nu eens goed naHoe zag die
bezoeker er uit? Lang? Kort? Oud? Jong?"
„Lang was 'ie niet, maar klein toch ook
nietzoowat als u. meneer de com
missaris. En 'ie had 'n klein zwart snorretje,
een lichte regenjas en een slappe, grijze
hoed".
„Mooi, dat kloptWat sprak hij?"
.JHollandsch, maar hij had wel een vreemd
accent".
„Wat voor accent?"
„Dat weet ik niet".
„Hij vroeg om Mr. Veraart?"
„Ja. D'r werd op de deur geklopt. Ik deed
open en toon zei hij: „Ik moet Mr. Veraart
spreken." Toen zei ik tegen 'm: „Meneer is
er niet" En toen zei 'ie: „Weet je waar me
neer is? Het is heel dringend". Nou, ik dacht
es bij m'n eigen, je kan nooit weten wat het
is. zoo druk was de practljk niet en Iedere
zaak is er één niet waar?Nou ik zeg
toen tegen 'm: „Gaat u even zitten, meneer,
ik zal zien of ik meneer bereiken kan". En
fin. zitten wou 'ie niet. als u 't mij vraagt
deca ie nog al zenuwachtig en ik heb toen de
Witte opgebeld, omdat ok wist dat meneer
daar altijd was. Even later kwam meneer en
toen zei ie tegen mij dat ik maar weg moest
gaandat is alles. „Ga maar naar huis,
Henk" zei hij. ..Ik zal wel sluiten als ik weg
ga, het gesprek met dezen heer zal wel niet
lang duren". De vreemdeling zei toen met
een buiging: „Hei gaat maar om enkele mi
nuten". Hij ging Mr. Veraart voor, het privé-
kantcor in".
„Heb je nog Iets van het gesprek kunnen
hooren?"
..Neen, meneer, meneer deed de deur
dicht".
„En toen ben je dadelijk heengegaan?"
„Ja, meneer. Ik keek nog even of er iets
sproken werd en die Maandagavond jl. te
Amsterdam in tegenwoordigheid van Prinses
Juliana en talrijke autoriteiten voor het
eerst in het openbaar werd vertoond, heeft
ook als thema de tegenstelling tusschen het
stadsleven en het verblijf in de natuur. Toch
is deze film in geen enkel opzicht een copie
van de Duitsche; integendeel, zij is door en
door Hollandsch. En vele Hollandsche „trek
kers", die dezen zomer in de Jeugdherbergen
verblijf hielden, zullen het aardig vinden
„hun" J. H. op het witte doek te zien. Ook
deze film is een staaltje van mooie film
kunst.
LEZING VOOR HET NEDERLANDSCH-
ZWITSERSCHE COIYHTe.
In de Waalsche Kerk, waar de Nederland
sche en de Zwitsersche vlag waren neerge
hangen, heeft voor het Comité voor Hol
landschZwitsersche vriendschapsbetrek
kingen Vrijdagavond de heer Charly Clerc,
letterkundige, gesproken over „l'Esprit de la
Suisse Romande".
In een korte introductie weerlegde ds. F.
Ch. Krafft de meening, die, naar hij gezien
had, had post gevat, dat de Zwitsersche cul
tuurgeschiedenis eerst een eeuw geleden be
gint.
In zijn lezing schetste daarna de heer Clerc,
hoe in Romaansch-Zwitserland klimaat en
omgeving de sfeer van het land bepaald heb
ben. Het ligt besloten tusschen een keten van
bergen en dientengevolge vormde er zich ook
een wat geïsoleerder sfeer dan aan de lan
den en zeekusten, waar de groote bescha
vingscentra eerder ontstonden. Het is een
land zonder paleizen, maar met een eigen ka
rakter van nederige huizen en nationale
kleederdrachten.
Uit de literatuur van dit land in de negen
tiende eeuw noemde spreker vier namen,
Toepffer, Juste Olivier. Amiel en Vlnet.
In Toepffer is de ietwat burgerlijke en lo
cale sfeer van het land weergegeven. Hij geeft
de gemoedelijke schildering van plaatselijke
omstandigheden. Juste Olivier is de dichter,
de beminnelijke optimist en Amiel de schrij
ver met een unlverseeler geest, „die het raam
opende, dat uitzicht gaf op de wereld en op
viel op te ruimen en liep toen de deur uit."
„Heb je daar zoo noodig getuigen voor?"
„O. ja, meneer. Annie stond beneden te
wachten. Ik ging direct met haar naar huis,
we zijn goed bevriend, ziet u?"
„Nog meer getuigen?"
„Ik was vijf minuten later thuis bij moeder
en vader en een vriend van vaderwat
die allemaal schrokken toen de agent me
kwam halen als ik daar aan denk....
wat zullen ze in angst zitten."
.Jawel, jawel." De commissaris legde iets
op z'n bureau. „Ken je dit mes?"
Verbaasd keek de klerk naar het bronzen
voorwerp: ..Jawel" klonk het daarop ver
bouwereerd, „dat lag altijd op meneer's bu
reau."
..Had je dien bezoeker al eens eerder ge
zien?"
„Nooit."
„Dus Mr. Veraart had nog geen drukke
praktijk?"
„O. hemel nee, meneer, d'r was niet veel
te doenAlleen dat ecne proces, dat hij
pas gekregen had, gaf nogal wat werk."
„Welk proces?"
,Dat proces Meesma.'
„Die inbraak?"
„Ja, meneer."
„Zoo.
Nadenkend zat de commissaris een tijdje
voor zich uit te kijken. Adembeklemmend
hing de stilte in het vertrek. Dan, zich wen
dend tot de anderen, zei hij: „ik geloof eigen
lijk. mijn£Lheeren, dat ik u niets meer te vra
gen heb
Of wacht, misschien dit....? Weet u ook of
Mr. Veraart in moeilijkheden verkeerde? Hy
was toch uw vriend, niet waar?"
Oversteeg de klerk, haalde z'n schouders
op: .Daar heb ik nooit iets van gemerkt."
Maar van Buren en Mensing dachten
plotseling aan datgene wat in hen reeds
zoo lang aks een vermoeden had geleefd,
waarover zij dienzelfden middag nog mot
Frans Veraart hadden gesproken.
„Ik geloofbegon dc overste met een
voor hem ongewoon-aarzclende slem, „ik
de ziel". En Vinet ten slotte is de christelijke,
de streng orthodoxe schrijver, die echter
daarenboven een groote ruimheid van blik
heeft en belang stelt in alle dingen der we
reld.
De geest van Romaansch-Zwitserland is
Protestantseh, dit erkennen zelfs de voor
aanstaande katholieke schrijvers in het land.
Ds. Krafft heeft met dank aan den spreker
voor zijn heldere causerie de bijeenkomst ge
sloten met het doen zingen van twee cou
pletten van het Zwitsersche volkslied. Bij de
opening was een vers gezongen van het Wil
helmus ln de door J. W. Enschedé gepubli
ceerde oud-Fransche vertaling.
VEILIGHEIDSCONGRES TE UTRECHT.
Te Utrecht is een tweedaagsch veiligheids
congres begonnen, onder leiding van dr. N.
M. Josephus Jitta uit Den Haag.
De heer C. J. Ph. Zaalberg, directeur-gene
raal van den Arbeid, heeft de openingsrede
gehouden.
Dr. P. A van Luyt hield daarna een inlei
ding over uitlaatgassen.
De heer J. H. Crombosch, garagechef te Am
sterdam verdedigde een aantal conclusies
over doelmatige garages.
De heer J. A. Kasberg. technisch ambte
naar bij de Arbeidsinspectie te 's Gravenhage,
gaf een inleiding over electrische toestellen.
Hij schetste het gevaar van kortsluiting en
brand bij de huidige electrische uitrusting
der automobielen. Bij het wasschen moet de
installatie spanningsloos gemaakt kunnen
worden.
DE STEEKPARTIJ IN AMSTERDAMS
LUNAPARK.
De Rechtbank te Amsterdam heeft den
21-jarigen Surinamer, die werkzaam was in
het Lunapark te Diemen en zijn werkgever
aldaar bij een woordenwisseling met een mes
gestoken heeft, veroordeeld tot zes maan
den gevangenisstraf, waaronder vier voor
waardelijk. met een proeftijd van drie jaar
en aftrek der voorloopige hechtenis. De man
werd dientengevolge onmiddellijk in vrijheid
gesteld.
geloof, dat
„Het is beter om alles te zeggen", ging
kalm Van Buren verder. „Ja, meneer de com
missaris. zoowel overste Mensing als ik
gelooven dat er iets was dat Veraart hin
derde en zelfs dezen middag hebben wij nog
daarover met 'm gesproken .Hij was den laat-
sten tijd somber en verstrooid".
„Van welken aard waren deze moeilijkhe
den?"
„Wisten wij dat maar! Daar liet hij zich
niet over uit. Hij was zoo gesloten als een
boek, maar ik veronderstel dat het wei een
hefdeshistorietje geweest zal zijn. Dat heb
ben jonge menschen altijd.
„Nonsens" flapte overste Mensing er uit.
„nonsens, het was natuurlijkPlotseling
zweeg hij-
..Gaat u verder, overste", verzocht de com
missaris.
..Overste Mensing bedoelt", vervolgde Dr.
van Buren onverstoorbaar, „dat het wel fi
nancieel'- moeilijkheden geweest zullen zijn."
„Ah zoo! Waarom denkt u dat, Overste
Mensing?"
„Ik denk niks" mopperde deze.
„Dan weet ik genoeg" ging de commissaris
verder. „Ik dank de heeren zeer voor hun in
lichtingen. U wilt misschien deze resumé's
wel even onderteekenen?het zijn uw
getuigenissendank u! Wij zullen de op
sporing en aanhouding van Mr. Veraart ver
zoeken, verdacht van moord op een onbeken
den man. Goeden avond, mijne heeren".
Maar toen gebeurde er iets onverwachts. In
eens stond Henk Oversteeg recht overeind.
„Wat" schreeuwde hij, „verdacht van moord?
Mijn mr. Veraart? Is u gek geworden?"
„Jongeman zou je op je woorden willen
passen.0" snauwde de commissaris.
Oversteeg begon zenuwachtig te lachen:
„Maar. ha. ha. ha. dat is toch al te dol? Me
neer! Ovzrste! Maar hoor dan tochzeg
dan toch iets.Dat is toch onmogelijk!"
De beide heeren zaten bleek en zwijgend.
„Onmogelijk! onmogelijk!" herhaalde de
klerk.
De commissaris belde. „Laat dc heeren uit",
beval hij 4en agent,
DE VRIEND UIT INDIë EN HET
MEISJE.
HET JONGSTE GOEDGELOOVIGHEIDS-
DRAMA.
Midden Juli kwam bij een familie te Kat
wijk een oud vriend van den oudsten zoon
logeeren. Door zijn optreden imponeerde hij
de famiiie dermate, dat het verblijf onbe
paald werd verlengd. Ook de 18-jarige doch-
des huizes werd geïmponeerd en dit zette
zich zelfs voort in een verloving, die bin-
nnen twee weken tot stand kwam. De man,
die zich opzichter eener plantage noemde,
beschikte plotseling over veel geld en deed
zeer rijk. Hij trok daarmee niet alleen de
aandacht van allen, die iets van hem meen
den te mogen krijgen, maar ook van de
poiltie. Deze stelde een onderzoek in. met
het gevolg, dat de familie gewaarschuwd
werd. want de logé was niets dan een varens
gezel bij de groote vaart.
De onaangenaamheden begonnen, toen
het meisje het land aan den jongen begon
te krijgen en zij hem de bons gaf. zij wer
den erger, toen de vader ziek werd en in
Leiden geopereerd moest worden en zij waren
op haar ergst, toen hij bij zijn terugkomst
ontdekte dat de kas. geborgen in een kistje
in een chiffonnière in de huiskamer, op was.
Elf honderd gulden was verdwenen.
De politie stelde opnieuw een onderzoek
in en vond den logé te Alkmaar, nu als kost
ganger bij het Burgerlijk Armbestuur. Het
geld was op.
De logé is nu weer ergens anders in de
kost. en zijn hospes is de directeur van het
Huis van Bewaring in Den Haag. Deze is
minder geïmponeerd, even gastvrij, doen
niet zoo goedgeloovig.
WEINIG RATIONEELE WERKING VAN DE
TARWEWET.
Het orgaan van het Kon. Ned. Landbouw
Comité heeft berekend, dat het publiek per
100 K.G. inlandsche tarwe f 2 45 onkosten en
f 10 40 steun betaalt, tei'wijl de boer aan
marktprijs en steun samen slechts f 12,50
krijgt!
DRIE HUIZEN IN BRAND.
Te Burgersbrug gemeente Zijpe is in den)
nacht van Donderdag op Vrijdag een café iri
vlammen opgegaan. De bewoners konden
zich slechts in nachtgewaad redden. Eeru
timmermanswerkplaats en houtloods zijn
eveneens verbrand. Een smederij met win
kel, waarvan het rieten dak ook aangetast:
werd, bleef op het dak na behouden.
De oorzaak is onbekend. Dit was in vietf
weken de vierde brand.
TEGEN VOLTOOIÏNG VAN DEN AFSLUIT
DIJK.
De Vereeniging van belanghebbenden bij
de nevenbedrijven der visscherij, welke scha
de lijden bij de afsluiting en gedeeltelijkei
droogmaking der Zuiderzee, gevestigd te Am
sterdam, heeft zich tot den minister van Wa
terstaat gericht met een adres, waarin zij
nogmaals aandringt op het niet voltooien
van den afsluitdijk ten behoeve van de Zui-
derzeevisscherij
CONTINGENT VOOR VEE BEREIKT IN
FRANKRIJK.
Blijkens het „Journal Official" is thans
het slotkwartaals contingent vastgesteld
voor den invoer van stieren, vaarzen en
varkens in Frankrijk, meldt de Tel. uit Parijs.
WAT MEN DOEN MOET TER VERNIEUWING
VAN HET RIJBEWIJS.
Wij herinneren er aan, dat de geldigheids
duur van een groot aantal rijbewijzen in de
zen tijd afloopt. Nieuwe rijbewijzen kunnen
tien dagen voor den vervaldatum aan heb
Provinciaal gouvernement worden aange
vraagd, waarna zij tijdig worden toegezon
den. Voor deze aaivrage zijn formulieren ver
krijgbaar gesteld aan de gemeentehuizen. De
aanvragen worden behandeld in volgorde
van ontvangst, zoodat op spoediger behande
ling dan gewoonlijk om welke reden dan ook,
of bij daartoe gedaan verzoek, niet kan
worden gerekend, ook niet. indien het exa
men is agelegd bij den Rijksdeskundige. in,
plaats van bij een der adviseurs van het Cen
traal Bureau en evenmin bij persoonlijk be
zoek aan de griffie. De aandacht zij er vooral
op gevestigd, dat formulieren duidelijk en
volledig dienen te zijn ingevuld, daar anders
vertraging ontstaat.
Rijbewijzen aan tijdelijk hier verblijf hou
dende buitenlanders en aan verlofgangers uit
Indië worden uitsluitend verstrekt aan het
ministerie van Waterstaat.
Ze stonden op straat. Dr. van Buren zwij
gend en somber; overste Mensing driftig. Zoo
was elk in zijn eigen gedachten verdiept, dat
zij geen van beiden opmerkten dat Over
steeg met hen opliep.
Na een paar schreden kon de kort-aange-
bonden overste zich toch niet meer inhou
den: „Waarom vertelde je aan den com
missaris van die financieele moeilijkheden?
Snap je dan niet. dat daarmee Veraart's kan
sen minder worden?"
„Natuurlijk begrijp ik dat" klonk van Bu-
ren's zachte stem. „maar het leek me tot
voor kort beter alles aan de politie te ver
tellen enje weet dat :k nooit in die fi
nancieele moeilijkheden geloofd heb."
„Daarom juist had je je mond moetcH
houden".
Van Buren glimlachte: „Je bent wat op
gewonden. m'n waarde, anders zou je derge
lijke dingen niet zeggen. Luister es, Men
sing
„Goeïen avond heeren.". Oversteeg lichtte
zijn hoed en wilde verdwijnen, rechts de Ja-
vastraat in.
„Nee" zei dr. Van Buren, „heb je nog even
tijd. Oversteeg?"
„Ja zeker, meneer" was het verwonderde
antwoord.
„Wat wil jebegon Overste Mensing.
„Hou nop even je gemak, vuurvreter" sprak
dr. van Buren „en iaat mij nou 'es begaan.
Ik heb een voorstel."
„Het zal me wat moois zijn."
„Je bent in een onuitstaanbaar humeur,
maar er zijn verzachtende omstandigheden.
Heb je geen honger, Mensing?"
„Honger? Wie denkt er nu aan honger?
Ik heb wel voor heeter vuren met een leege
maag gestaan Toen ik, in 1806
„Precies, da's 'n mooi verhaal voor een an
deren keer. Nu neem ik het bevel over Wé
gaan naar je kamers en eten er wat. De soep
is natuurlijk koud. da's minder, en dan zal Js
je 's wat vertellen."
(Wordt vervolgd).