BEUK
LETTEREN
EN KUNST
FRANKEN'S
BROODFABRIEKEN
VOOR DE KINDEREN.
ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Wat kikker Karei en Tuimelt je beleefden.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 17 NOVEMBER 1931
Een nieuw Leermiddel.
TENTOONSTELLING VAN
DIORAMA'S.
Cemeentelijke H. B. S. - B
Als kind ik durf het in dezen tijd van
steeds groeiend pacifisme nauwelijks bekennen
was ik dol op tinnen soldaatjes. In mijn ro
mantische jongens-verbeelding werden zij tot
hecle legers, die ik als een tweede Napoleon
altijd weer ter overwinning voerde. Tinnen
soldaatjes zijn in ons land tegenwoordig in den
ban in het buitenland, helaas! nog niet
en de firma Heinrichsen uit Neurenberg stuurt
ze nog geregeld in 10.000 zegge en schrijve
tienduizend verschillende soorten van Cae
sar's legioenen tot Hitler's stormcolonnes toe
de wereld in maar het is niet over dit mi
litaristische speelgoed, dat ik het in dit artikel
zal hebben. Het is over de minstens even in
teressante tinnen burgers, dat ik wil schrij
ven, wezentjes, die ons een beeld geven van de
cultuurgeschiedenis van de oudste tijden tot
heden toe.
Wat dit tinnen „speelgoed'' als men het
nog speelgoed kan noemen voor het onder
wijs waard kan zijn, kunnen wij zien op een
tentoonstelling van diorama's in de Gemeen
telijke H. B. S., B. Deze tentoonstelling zal
voor velen ongetwijfeld een openbaring zijn,
niet alleen om de ongewone fijnheid, de plas
tiek, het expressieve en de zeldzame artj&tieke
afwerking van deze gekleurde tinrWn fi
guurtjes maar evenzeer om de milieus, waarin
deze poppetjes zijn geplaatst en daardoor tot
leven worden gebracht.
De heer Dr. W. G. L. Wieringa, leeraar in
de.wiskunde aan de H. B. S van Dr. Van
den Hoek heeft met zuiver begrip Ingezien van
welke groote waarde de tinnen figuurtjes
voor het aanschouwelijk onderwijs in geschie
denis. aardrijkskunde, kunstgeschiedenis, cos-
tuumkunde, enz. kunnen zijn, wanneer rpen
ze in de entourage plaatst, die zij behoeven.
Men denke hierbij vooral niet aan het smake
loos speelgoed, zooals het uit Duitschland bij
ons in massa's wordt geïmporteerd. Van dit
speelgoed staan de met zulk een raffiment en
kunstzin vervaardigde tinnen figuren van
Heinrichsen gelukkig zeer ver af. Weinigen zul
len zeker, voordat zij deze tentoonstelling van
„bevolkte" diorama's van den heer Wieringa
hebben bezocht, er eenig begrip van hebben
tot welk een waarlijk artistieke hoogte de fa
bricage van tinnen poppetjes in Neurenberg is
gestegen. Deze tinnen wezentjes zijn van een
werkelijk frappante levendigheid en wat
voor het onderwijs van het meeste belang is
historisch volmaakt zuiver. Het zijn kunste
naars, die deze poppetjes hebben ontworpen
en geschilderd en de figuurtjes tot leven heb
ben gebracht! Men zie het priestertje op het
kerkplein. Welk een devotie is er in dat fi
guurtje. Men lette eens op de ongemeene gra
tie en charme der buigende markiezinnetjes in
een salon van den Duitschen vorst in het mid
den der 18de eeuw en op dat fijne geestige fi
guurtje van den eveneens buigenden, maar ons
den rug toekeerenden edelman met de poeder
pruik in hetzelfde milieu! En welk een schil
derachtige van leven tintelende volksfiguren
zien wij op het marktplein in de middeleeuwen
on op hot marktplein uit den Biedermaier-tijd.
Zijn die tweeWanderburschen uit 18-10 niet kos
telijk met veel gevoel voor humor geziene pop
petjes. juweeltjes in hun soort?
Wat dit alles nu met het onderwijs te ma
ken heeft, zal men misschien vragen. Wie
de tentoonstelling bezoekt van de 16 drama's,
waarin deze tinnen wezentjes zijn geplaatst,
zal daarop onmiddellijk het antwoord krij
gen. De heer Wieringa heeft er de passende
decors voor gemaakt en wij krijgen nu de
Egyptenaren in al hun verscheidenheid
van prinsessen tot slaven toe in actie
voor een Egyptische tempel met pilonen
met als achtergrond de Nijl en het Egypti
sche landschap. Zelfs de ooievaar en de fla
mingo ontbreken hier iniet. Van Egypte gaan
wij naar een Phoenicischen haven met zijn
dammen en kaden, waaraan een oud Phoe-
nicisch schip is gemeerd, een zeer gelukkig,
zonnig decor, fel van kleur en met veel pers
pectief. Voortreffelijk „doen" de gebronsde
figuren der Phoeniclër.s het in deze omge
ving, er is leven en actie in het geheel
men lette eens op den lastdrager en het
diorama ls aan ook van suggestieve werking,
veel meer dan een twee-dlmenslonale ge
wone wandplaat het ooit kan zijn. Het is
zooals de heer Wieringa het zelf in zijn ar
tikel „een onbekend illustratie-middel" zoo
aardig uitdrukt als of al die menschjes
ln miniatuur gelijk in een sprookje door een
tooverstaf zijn aangeraakt en plotseling,
midden in hun actie of rust, verstijfd zijn,
voor altijd, in tin.
Ik zou lust gevoelen u langs al deze dio
rama's te voeren en telkens stil te staan,
voor de Meer-amiats van 1000 jaar vóór Chr.
cn hun paalwoningen aan den oever van het
meer. - hoe mooi doet daarin die jongen met
den tammen wolf voor de door de gouden
zon boschenen open plek in het oer-woud,
waar de oude Germanen rechtspreken, voor
het gladiatoren-gevecht in hel stampvolle
amphitheater, voor de Via Appia. den Ro-
moinschen hcirweg met zijn ruimte cn
licht, voor het tournooi. vol actie, kleur en
beweging, het marktplein met al die aardige
huisjes met luifels en de open smidse, maar
dit artikel zou te lang worden. Het was mij.
of ik rondging op een theatertentoonstel-
lltig, waar een knap regisseur en tooneel-
bouwer zijn maquettes had geëxposeerd cn
wij ontwerpen zagen van historische open
luchtspelen.
„Ik ben geen historicus en geen schilder,
alleen maar „liefhebber" schrijft de heer
Wieringa in zijn artikel over dit nieuw
illustratlemiddel voor dc scholen. Ik meen.
dat de heer Wieringa hier te bescheiden is.
want in de decors herkennen w'u evenals
in deze tinnen wezentjes de artistieke hand.
Waar de heer Wieringa dan. ook schrijft, dat
„daltoniscerende" leeraren met hun leer
lingen gezamenlijk even goed zulke diorama's
in elkaar kunnen zetten, komt twijfel bij mij
boven. Daarvoor is nog iets anders noodig
dan wetenschap en handigheid, iets. dat dc
heer Wieringa blijkbaar in hooge mate be
zit: artisticiteit. Deze decors getuigen van
oen gevoel voor perspectief, ruimte, kleur en
ja, laat ik dat woord hier mogen zeg
gen voor „tooneel". Is dat salon in het palcis
van een Duitsch vorst in 1720 niet een voor
treffelijk geslaagde maquette van een too-
neeldeeor vol stijl? Welk een mooien ach
tergrond van die buitenplaats aan den
Amstel in 1730. waar het Hollandsche land-
schap in al zijn klare wijdheid voor ons
open logt! Dat i§ geen „liefhebberswerk"
meer.
Wie deze tentoonstelling bezoekt, zal on
middellijk overtuigd zijn van do groote
waarde van dit nieuwe „illustratie-middel"
piel alleen voor dc gewone maar ook en
hier spreekt even de theatercriticus voor
de tooneelschool Ik hoop zeer, dat de heer
Wieringa ook een uitnoodiging zendt aan
den directeur van de tooneelschool, en dat
deze met zijn elèves deze merkwaardige
expositie zal bezoeken. Want met zijn
nieuwe illustratie van de cultuurgeschiede
nis uit alle tijden heeft de heer Wieringa het
bewijs gegeven van een opmerkelijken kijk
op het tooneel. Zijn diorama's zijn alle op
zich zelf zeer geslaagde decors, waarin wij
een stuk historie in actie zien. Gelukkige
kinderen die op zoo'n manier onderwijs m
geschiedenis zullen krijgen!
J. B. SGHTJIL.
KUNSTZAAL RE.EKER.
Roelof Gcrbr.vids
C. L. Ruysch van Dugteren.
Twee schilders van wel zeer verschillende
geaardheid doch beiden van fijne qualiteiten
in hun gelukkigste uitingen. In Gerbrands
overheerscht de sierkunstenaar, de teekenaar
die zich hoofdzakelijk zijn werk denkt als be'-
hoorend bij een wand, een meubel, een voor
werp. Hij geeft zich het liefst en het best
in decoratieve paneelen die hij soms wel
wat overlaadt met détails, zonder het geheel
rijker te maken, doch waarbij immer de toe
wijding en de ernst van een nobele vakbe
oefening klaar te voorschijn treden. Wan
neer hij nu en dan zich tot een schilderijtje
zet ik zag nog nimmer zoo veel van hem
bij elkaar blijft zijn visie op landschap van
dezelfde kalme degelijkheid, die verfijndheid
niet bulten sluit, en vóór alles beheerscht
wil zijn. Men kan in Gerbrands' werk zijn
bewondering voor mannen als Nieuwenhuis
en Dijsselhof gemakkelijk terug vinden. Voor
al de eerste was hem een invloedrijk mentor,
al heeft G. dezen gelukkig niet slaafs nage
volgd. Doch zijn aard brengt mede dat de
bijna Oostersche weelderigheid van een Lion
Cachet der dritte im Bunde geen vat op
hem kreeg. Van de beide anderen heeft Ger
brands die haast nuchtere verfijning, die
strakke zelfbeheersching die evenzeer als de
uitbundigheid van een Cachet tot dingen van
schoonheid voert. Zoo zijn de typisch-decora
tieve paneelen met seringen, campanula's
etc. wel echte stalen van Gerbrands kunst en
gaf hij zich geheel aan composities met fai-
santen en ander pluimvee in omgeving van
takken en bladeren, Eenvoudig-mooi is die
Falsant met Eikenblaren (no. 13) waar een
weinig kleur de teekening steunt en de vul
ling niet te overladen is. Een bloemstille-
ventje als de Anemonen (39) ls een beschaafd
schilderijtje dat in zijn eenvoud voor het
beste niet behoeft uit den weg te gaan. Een
paar Bollenveldjes bij avond (5 en 24) heb
ben wel zeer goed die fijne stemming van
den voorbijen voorjaarsdag en dat bereikt
met de sobere middelen dier acuut registree-
rende schilderwijze waarin Dijsselhof meester
was. Zeer interessant zijn een paar straat ge
zichten in het voorjaar waarin Gerbrands op
bijzondere wijze het dichterlijke met de mo
derne zakelijkheid vereenigt. En zoo is er nog
veel waaraan wij nu maar terloops de aan
dacht kunnen geven (een Duif, tuintjes in
sneeuw, panoramatische gezichten op Haar
lem van het Kopje af, etc.) waaraan het
étiket „kleine kunstwerken" met recht gege
ven mag worden, en die juist in deze maand
do aandacht waard zijn. Laat men toch voor
al thans de artisten niet de illusie ontnemen
dat er nog feestdagen zijn!
L. A. Ruysch van Dugteren, wiens werk in
Haarlem niet geheel onbekend kan zijn, blijkt
de laatste paar jaar niet noemenswaard ver
anderd te wezen. Hij ls een schilder vol ge
voeligheden voor kleur, atmosfeer en mo
ment. Hij heeft alles wtit derhalve des schil
ders is en wanneer hij vooral in de groot
opgezette werken teleurstelt, dan is dat
waarschijnlijk "net gevolg van een zich tevre
den stellen met een „a peu-près", waarvan
hij niet los komt. De gevoelsinhoud is over
al in dit werk te constateeren doch is in de
groote doeken buiten verhouding tot diens
omvang. Daarom zijn mij het kleiner opge
zette werk. de aquarellen en teekeningen als
belangrijker in de herinnering gebleven.
Ruysch' beste qualiteiten zijn mijns inziens
in een zeestukje „Branding", in een gekleur
de teekening ..Sneeuwge'zicht" en een met
wat kleur verlevendigde krijtteekening „Ver
droogde Zonnebloemen" waar te nemen. Zijn
fijnste gevoeligheid komt uit ln een paar
aquarellen met „Sneeuwbesjes" en „Wol
gras" (35 en 27) en een grooter werk
„Sneeuwgezicht uit het atelier".
Er is een stilleventje met.Kastanjes" waar
in Ruysch een gooi doet naar een pittiger
peinture. Ik zeg niet dat het reeds geheel ge
lukte. maar constateer alweer hierin een
mogelijkheid tot forscher plastiek.
Zoo is het met de beide Maaslandschappen
(10 en 18) ook gesteld. De waarlijk artistieke
eigenschappen van dezen schilder zijn er
merkbaar in. en toch laboreeren ze aan een
zekere leegte. Ruysch van Dugteren is de
man van heel fijne aanduidingen, echt-ar-
tistieke indicaties maar die vaak vergeet dat
oen „schilderij" niet alleen daarvan bestaan
kan. Heel logisch dan ook dat in de kleinste
werken hij zich het gaafst kan uiten.
J. H. DE BOES.
15 Nov. '31.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Het fijne melkbrood van
Franken. Het kost nu maar
één dubbeltje.
Haarlem - Heemstede - Bloemendaa
STADSNIEUWS
VOLKSTUINEN.
Men schrijft ons:
Door het Alg. Ver-bond van Volkatuinders
in Nederland, werd dezer dagen een vergade
ring belegd, met ais doel het stichten van
een afdeeling in Haarlem-Noord, in de zaal
van den Ned. Prot. Bond in de Berkens braat.
Echter was de opkomst van a_s. Volkstuin-
ders beneden de verwachting, terwijl ook vele
genoodigden niet aanwezig waren.
De heer E. Vogel, voorzitter van „Eigen
Tuin", opende de vergadering en gaf het
woord aan den heer Vroegop, Bondsvoorzit
ter, die op overzichtelijke wijze schetste het
volkstuinwezen van vroeger en thans, wat
met lantaarn platen werd verduidelijkt, waar
bij hij ook uiteenzette, hoe te komen tot een
vaste volkstuinengroep, zooals die in en om
Amsterdam en vele andere plaatsen in bin
nen en buitenland tot stand zijn gebracht,
met het mooie resultaat: volksverheffing,
gezondheid, levenskracht niet alleen voor
den man maar ook voor vrouw en kinderen.
Een voorloopige commissie is gevormd.
Voor deelname geve men zich op aan den
secretaris van „Eigen Tuin".
AUTOBUSDIENSTEN
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
afwijzend beschikt op het verzoek van W.
Prins, te Den Helder, om vergunning tot het
in werking brengen van een autobusdienst
van Den Helder over Alkmaar en Haarlem
naar Amsterdam en. terug.
Uitslag van den H-wedstrijd
Het totale aantal-inzendingen bedroeg 449.
Op de teekening stonden 71 voorwerpen, die
met een H begonnen. Dit aantal is door nie
mand gevonden. Wel waren er inzenders
met meer dan 80 woorden, maar dat waren
slechte lezers. Onder de teekening stond
zeer duidelijk „als heer genoemd is, tellen
niet meer mee: heerenjas, heerenschoen,
enz." Toch waren er tal van inzenders en
inzendsters, die er een heele heerengarde
robe van gemaakt hebben. Die hebben het
me bij het nazien noodeloos moeilijk ge
maakt. Dan waren er tal van inzendingen
waarop hetzelfde woord een keer of wat
voorkwam b.v. hals van een heer, van de
dame en van de kan. Dat de haard in de
kist gestopt was, hadden maar zeer weini
gen gezien.
De uitslag is als volgt:
le prijs, zilveren Horloge: Coba Bleeker,
met 68 goede woorden.
De tien troostprijzen vallen ten deel aan:
Hannic Bierboom (66)
Peggie (63)
Beppie v. Groningen (63)
Garard v. d. Colk (63)
F. J. de Jong (63)
Meidoorntje (62)
Draaitol (62)
Pauwstaartje (62)
Marie VaJkema Blouw (61)
Poppenmoedertje (60)
Er waren zeven inzendingen met 60 goede
woorden. Bij loting is Poppenmoedertje de
gelukkige geweest. Jammer, dat Timoreesje
maar 56 goede woorden had. Om het aar
dige verhaal, dat zij ervan gemaakt heeft
verdient die een eervolle vermelding.
Coba Bleeker mag haar prijs gaan halen
op het kantoor van Haarlem's Dagblad, Gr.
Houtstraat 93. Het is van 's ochtends 8 uur
tot 's avonds 5 uur geopend.
Dc troostprijzen zijn boeken. De winnaars
en winnaressen moeten maar even aan mij
Marnixstraat 20 schrijven, welk soort boek
zij het liefst hebben. Daarna wordt hun de
prijs zoo spoedig mogelijk gestuurd.
W. B.-AZ.
FEESTAVOND NED. VEREEN. VAN SPOOR- y
EN TRAMPERSONEEL.
Zaterdagavond werd in de groote zaal van
het Concertgebouw een feestelijke bijeen
komst gehouden van de spoor- cn tram
mannen georganiseerd in de Ned. Vereen,
van Spoor- en Tramwegpersoneel. De zaal
was geheel gevuld met de talrijke leden met
hunne dames, toen de voorzitter de bijeen
komst opende. De Bondsvoorzitter, de heer
P. Moltmaker. sprak een korte rede uit.
Spr. zeide, dat het van groote beteekenis is
ook aan de vrouwen der leden eens precies te
zeggen hoe de moderne arbeidersbewegin;
haar strijd voert tegen de reactie, die weer
overal opkomt, teneinde het peil van arbeids
voorwaarden te behouden.
In het bijzonder wordt het overheidsperso
neel belaagd en dit was dan ook de reden
waarom spreker eerder is teruggekeerd uit
Indië dan de heeren Kupers en Danz teneinde
de 'besprekingen, waarbij een poging ge
daan zou worden om ook het spoorwegper
soneel te treffen, mede te kunnen maken.
En hoewel de eerste aanval is afgewezen, is
het noodzakelijk paraat te zijn en te blijven
en de organisatie krachtig te versterken.
Tenslotte behandelde spreker nog het ver
handelde in de Tweede Kamer, zoowel bij
de interpellatie van den heer v. d. Tempel
als bij het nieuwe wetsvoorstel waarbij de
autonomie der gemeenten wordt aangetast
met geen ander doel dan om te bezuinigen
door loonsverlaging. Door het N.V.V. wordt,
in samenwerking met de S.D.A.P. een krach
tige aotie ontwikkeld tegen de aangekondig
de verslechteringen en om te komen tot een
betere werkloosheidszorg, waarvoor reeds aar.
alle plaatsen in het land instructies zijn toe
gezonden. I>eze acties zullen moeten slagen
waarvoor spreker dan ook een opwekking tot
steun en medewerking deed hoor en.
Na de rede van den heer Moltmaker, welke
rede met een luid applaus werd beloond werd
aan de artisten gelegenheid gegeven ten
tooneele te verschijnen. Behalve de danseres
had het duo Busch een groot succes; hier-
vvoor behoefde Willy Creveld niet onder te
doen wat wel bleek uit het dringende verzoek
om een toegift. Groote bewondering had een
ieder voor de prestatie van Mr. Harold met
zijn muzikale honden.
Met een gezellig bal werd deze goed ge
slaagde feestavond geëindigd.
IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Verschenen is het jaarverslag van den Ijs
bond „Hollands Noorderkwartier" over het
dienstjaar 1930'31. De eerste secretaris, de
heer C. L. F. Sarlet, wijdt vriendelijke woor
den aan den heer S. Th. Minnema, die dezen
bond heeft opgericht en die 35 jaar aan het
hoofd gestaan, maar die gemeend heeft,
thans als voorzitter te moeten bedanken. Het
verslag bevat verder de gewone verslagen van
de voorzitters der verschillende afdeelingen,
die uit den aard der zaak niet veel te vertel
len hadden, omdat er.... geen ijs was. Deze
bond houdt op Zaterdag 28 November te Am
sterdam zijn 47ste algemeene vergadering.
GETUIGEN GEVRAAGD.
De Commissaris van 'politie te Haarlem
verzoekt hen, die getuige zijn geweest van
een aanrijding op Dinsdag 10 November des
namiddags omstreeks 5 uur in de Koning
straat, zich aan zijn bureau te willen mel
den (kamer hoofdagenten).
Bij die gelegenheid werd de 21-jarige juf
frouw S. op het trottoir bij den winkel van
Gerzon aangereden door een driewieligen
melkwagen.
HAARLEMS KINDERKOOR „INTER NOS".
Dit koor. onder den dirigent Jan Booda, zal
Maandag 23 November a.s. zijn eerste concert
geven van dit seizoen.
O.m. zal worden uitgevoerd op veler verzoek
ten derde male de „Michiel Adriaansz. de
Ruyter cantate" van A. Lijsen.
Medewerking verleenen Mevr. D. Stap—
Daudey, mezzosopraan ,de heeren Jac. Lagas,
bariton en Johan de Nobel cello.
De begeleiding is in handen van mej.
Emmy van Eden.
SOEFI-BEWEGING.
De heer J. H. Kerbert, Amersfoort zal Vrij
dag 20 November voor de Soefi-beweging
spreken in het Remonstrantenhuis, Wilhel-
minastraat over de Geestelijke Boodschap
van dezen tijd.
JUBILEUM BOUTELLIER
Bij de oud-patiënten en patiënten der Lig-
hallen is spontaan het idee opgekomen om
den heer Boutelier bij zijn a.s. jubileum een
huldeblijk aan te bieden. Er heeft .zich daar
toe een Comité gevormd, waarvan de heer
Van Waard, Administrateur der Ver. tot be
strijding der tuberculose, het penningmeester
schap op zich heeft genomen.
Door het Comité is aan de het Comité be
kende oud-patiënten een circulaire gezonden
om hun medewerking aan dit huldeblijk. Het
is echter niet mogelijk allen te bereiken,
vooral degenen, die vroeger jaren in de
Lighal 'kuurden, zijn niet bekend aan het
Comité.
Personen, die geen circulaire ontvingen en
toch aan deze huldiging willen deelnemen,
kunnen hun bijdrage zenden aan den heer
Van Waard, penningmeester van het Comité.
KINDERVOEDÏNG
De vereeniging „Kindervoeding" reikte ln
de afgeloopen week uit in hare afdeelingen:
Zoetestraat: Maandag 186 porties, Dinsdag
185 porties. Woensdag 183 porties. Donder-1
dag 200 porties, Vrijdag 198 porties, Zaterdag
192 porties.
Gen. Cronjéstraat: Maandag 163. Dinsdag
166, Woensdag 157, Donderdag 162, Vrijdag
178 en Zaterdag 149 porties.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
DE GEHUWDE AMBTENA
RESSEN EN DE
WERKLOOSHEID.
Geachte redactie.
Deze week heb ik het stukje gelezen dat
was getiteld .Een belangstellend lezer", en
nu hedenavond het stukje van A. W. Troll. Ik
vereenig mij geheel en al met de woorden
van eerstgenoemde, behalve dan dat ik geer.
blaam wensch te werpen op de capacitei
ten van de ambtenaressen waar ik natuur
lijk niet over mag oordeelen Enkel het
huwen mag geen reden van ontslag zijn vol
gens de woordvoerders van dc linkerzijde in
's Gravenhage, doch, ik vind het wel een
reden tot ontslag daar er vooral nu in dezen
tijd van malaise en werkloosheid misschien
honderden mannen rondloopen die net zoo
veel, ja misschien nog een beetje meer. ken
nis en capaciteiten bezitten en die dan die
dames zouden kunnen vervangen, wier man
nen toch reeds een inkomen hebben. Ten
minste in de meeste gevallen. Dat zou dan
een heel bedrag besparen aan Rijk of ge
meenten, daar anders die menschen zonder
betrekking toch gesteund moeten worden,
hoe dan ook.
Ik bedoel niet alleen de gehuwde ambte
naressen maar ook al het vrouwelijk perso
neel dat in fabrieken, werkplaatsen, café's
restaurants, schouwburgen of bioscopen
wordt aangetroffen want dat is de onder
gang voor zoovele huisvaders en ook vrij
gezellen.
Met dank voor de plaatsing.
Uw abonné J. S.
Haarlem 14 November.
Geachte Redactie.
Beleefd verzoek ik u om opneming van
het volgende. Hedenavond werd door eenige
kinderen bij mij aangebeld en mijn aan
dacht gevraagd voor een jong poesje, dat in
de snerpende avondkoude in een plas water
voor mijn huis lag te sterven. Men had zich
van het diertje door verdrinking willen ont
doen en de kinderen hadden het uit de
Brouwersgracht gehaald. Getroffen door zulk
een lijden heb ik het hoopje misère in huis
genomen en ik mocht het genoegen smaken,
door juiste hulp het dier nog in leven te
houden. Het bleek dat het poesje eenige
huidontstekingen had, wat wel de reden ge
weest zal zijn, waarom men het stumpertje
heeft willen verdrinken. Ik zou hierdoor nog
eens de aandacht van menschen, die zoo
iets willen doen, willen vestigen op de
kennels, waar men dieren pijnloos kan laten
afmaken. Laat ieder die zich van een huis
dier wil ontdoen, toch hiervan gebruik maken
en niet zulke wreede mishandelingen plegen
hetgeen nog maar al teveel gebeurt. Kosten
zijn er nic t aan verbonden.
Met dank voor de opneming, teeken Ik
Hoogachtend,
Haarlem, 14 November 1931,
EEN ABONNé.
GEHUWDE AMBTENARESSEN.
Geachte Redactie.
Verzoeke beleefd onderstaande in uw ge-
eerd blad te willen opnemen, bij voorbaat
mijn dank. Dat inzender die onderteekence
met. „een belangstellend lezer", niet de be
doeling heeft gehad, om de gehuwde ambte
naressen te kwetsen meent een ieder wel uit
zijn ingezonden stuk te kunnen op maken.
Ik voor mij ben er wel van overtuigd dat het
de bedoeling van inzender is geweest, er op
te wijzen dat er te veel ambtenaressen zijn
waarvan de man ook een behoorlijk inkomen
heeft..
Dit behoort in dezen tijd van werkloos
heid te worden bestreden. Ook hier in Haar
lem doen zich gevallen voor dat de man
onderwijzer cn de vrouw onderwijzeres is en
dit in een tijd dat er zooveel jonge onder
wijzers op een betrekking wachten.
Deze gevallen doen zich op vele instellin
gen o.a. kantoren, banken, ja zelfs gemeen
tehuizen voor.
Daarom bon ik het ook geheel eens met
den inzender dat de gehuwde vrouw behoort
thuis te zijn indien haar man een behoor
lijk inkomen heeft, zoo komen er weer be
trekkingen vrij, voor de jonge mannen, die
misschien ook op trouwen wachten.
Ik kan hierin geen onridderlijkheid zien,
het gaat toch alleen maar om den inhoud
van het stuk, en niet om den inzender.
Hoogachtend.
GREVELD.
„Nu zal ik den inbreker krijgen," bromde Tuimeltjc bij zich
zelf. Hij ging heel alleen dc kamers in, maakte de kasten
open cn waarachtig, toen hij de linnenkast opende, zag hij «lat
dc inbreker a! dc planken overhoop had gegooid cn zelf rechtop
in de kast stond. Tuimeltjc riep direct om den inbreker tc
kofliicn arrcstccrcn en hem in dc donkerste cel, met dc groote
ijzeren sloten, te brengen.
Niemand kende 'den inbreker. Hij had een groote geruite pet
op en wilde niet zeggen, waar hij vandaan kwam. Tuimelt je vond
het raadzaam zijn handen tc boeien cn zijn gereedschap af tc
ticnicn cn in optocht brachten ze hem naar dc gevangenis. Toen
dc donkere cel zag. haalde dc inbreker driemaal zijn groote
neus op cn stapte tocq het hok binnen zonder iets tc zeggen.
In 'de deur van de gevangenis zat een gat, dat juist groot
genoog was om een hoofd door te steken cn daar het zoo donker
cn muf in de cel was, stak de inbreker cr zijn hoofd door eh ook
zi.it: heide handen, want hij moest op zijn tccncn staan om lucht
tc kunnen happen. Spoedig had dc boet berouw cn smeekte om
jenade, maar hij moest ecu goede les hebben cn dc kikkers deden
net of ze cr geen woord yan c.tonden.