FEM1NA
ABR. MEIJER
Haarlem's
Dagblad
Donderdag
19 Nov. 1931
EEN AARDIG ENSEMBLE.
Deze week geven wij een eenvoudig, doch
'elegant ensemble, dat, wat den mantel be
treft, in dikke wollen georgette is uitgevoerd,
terwijl de japon van een fijnere wollen geor
gette gemaakt is. Zoowel mantel als japon
vertoonen de diagonale, dwarse, smalle
pandjes, die bij de japon naar beneden toe
uitloopen in een wijder uitloopend, rondge-
sneden pand, de z.g. godets. Natuurlijk krijgt
de rok daardoor aan een kant veel ruimte.
Deze onregelmatigheid is een kenmerk van
de mode op het oogenblik. Men ziet immers
heel veel onregelmatige garneering, volanne-
tjes aan één kant van de japon, terwijl de
andere kant heel strak is, of een groep
plooien opzij aan één kant, hetzij van voren,
hetzij van achteren, of ook wel een schuin
weggesneden, ruim aangezette en dus in
ronde plooien vallende volant aan één kant
van de rok, enz. enz. Kraagje en manchetjes
van deze japon (patroon nr. 3165) van
groene georgette, zijn van witte crêpe de
chine, terwijl de ceintuur met een fantasie-
gesp gesloten wordt. Er is 2.50 M. stof van
1.40 M. breed voor noodig. De mantel is ge
garneerd met kastanjebruin bont, bijv. cara
cul, een bontsoort die zeer veel op het oogen
blik voor garneering gebruikt wordt. Aan
2.80 M. stof van 1.40 M. breed heeft men vol
doende voor dezen mantel (patroon nr. 3164).
Een andere bontsoort, welke buitengewoon
veel gebruikt wordt, omdat de gladheid er
van zich goed aanpast bij de nogal nauw
sluitende modelijnen, is het z.g. „seal" of op
zijn Hollandsch zeehond. Vooral de donker
der tinten bont worden veel toegepast. Een
ander modenieuwigheidje is, dat weka
toenen kousen gaan dragen! Een jaar gele
den zouden we dat nog ongeloofelijk gevon
den hebben. En toch is het zoo. De mode der
nieuwe zachte, dikwijls nogal ruige wollen
stoffen voor onze garderobe heeft deze ka
toenen kousenmode in het leven geroepen.
Wat het patroon aangaat, lijken deze kou
sen veel op de zijden kousen, die in den
afgeloopen zomer zoo populair waren, doch
er zit geen draadje wol of zijde in, het is zui
ver katoen. Ze zijn heel dun en heel zacht,
als men ze aanpakt. De meest gevraagde
kleuren zijn de donkerder tinten grijs en
bruin. En ze hebben het voordeel, goedkoop
te zijn, goedkooper in ieder geval dan we
,voor zijden kousen gewend zijn te betalen.
Van deze japon en mantel zijn knippatro
nen verkrijgbaar a 75 ct. per stuk. Postwis
sel zenden aan: De Beurs, Amstellaan 86,
Amsterdam Z. Levering binnen l week. Op
het strookje nauwkeurig vermelden: naam
en adres van afzender, nummer van het ge-
wenschte patroon en maat. (De maten van
40 tot 52 kunnen geleverd worden).
DE HISTORIE VAN
JAN DE GROOT.
En dan zeggen ze nog, dat wij Hollanders
eén best en een braaf volk zijn, maar dat
het ons een beetje mankeert aan originali
teit en gevoel voor humor I
Daar leefde eens in den tijd van koning
James IV van Schotland en of de historie
waar gebeurd is, of dat de één of andere ver-
haler hem uit zijn vruchtbaren duim zoog,
weet niemand te vertellen op één van de
noordelijkste punten van Schotland een Hol
lander, Jan de Groot genaamd. Hoe Jan de
Groot daar terecht kwam in het Noorden van
Schotland, wat hij er zocht, wat hij er deed,
hoe hij er leefde en hoe hij er stierf, weet
niemand. Men weet wel, dat Jan de Groot
getrouwd was, en dat zijn vrouw hem in den
loop der jaren zes kinderen schonk.
Ik kan me precies voorstellen, hoe de zaak
verder zoowat gegaan moet zijn. De kinderen
verschillen waarschijnlijk nogal in leeftijd,
en misschien ook in karakter, en hun vader
was een Hollander, die lang niet mak was
en van hun moeder, een struische Holland-
sche, hadden ze de gewoonte geërfd om al
tijd op hun stuk te blijven staan, en daar
had je het lieve leven aan den gang
Op een avond kwam vader Jan terug van
zijn werk want al vermeldt de historie
het niet, werk had hij natuurlijk, omdat hij
een stevige Hollander was en hij bovendien
zes altijd hangerige kinderen had en van
uit de verte hoorde hij al. dat het weer mis
was. Een lawaai en een geschreeuw, dat het
wel leek of alle .grouse" van de Schotsche
hooglanden losgebroken waren en zich ver
zameld hadden in Jan de Groot's kleine huis
je daar aan de kust! En Jan de Groot smeet
zijn spa of zijn hooivork of zijn visschersnet-
ten, of wat hij dan was. met een nijdig ge-
zich in den hoek van het schuurtje, donderde
het plaatsje over naar de kamer, waar al het
lawaai vandaan kwam, zwaaide de deur open
en zei barsch:
„En wat mot dat hier nou weer, hè?"
„Blij toe. dat je d'r bent, Jan!" zei zijn
vrouw half huilend van ergernis en radeloos
heid. en ze gaf kleine Klaas, die ze net stie
kem zijn ouder broert je een venijnig kneepje
zag geven zoo'n stiekemerd als die Klaas
toch werd! een draai om zijn ooren, en
zei:
„Ik had nog net één appel over van de
appelmoes, en daar bennen ze natuurlijk
weer over aan het kibbelen gegaan. Wimpie
wou 'm hebben, omdal-ie de oudste was, en
Klaas, omdal-ie d'r het eerste bij geweest
was, en Dirrekie zei, dat-ïe de meeste honger
van allemaal had
„Waar is die appel?" zei Jan de Groot woe
dend.
„Hier", zei zijn vrouw.
En Jan de Groot zette met smaak zijn tan
den in de appel en toen hü dat klaar had,
en hij met den rug van zijn hand het sap
had afgeveegd, dat hem langs zijn kin droop,
zei hij met een knik: „Ziezoo". Die twist
appel was tenminste uit den weg geruimd.
Vervolgens zei hij dreigend tegen het drei
nende Klaassie: „Als je niet ophoudt met
dat gegrien, zal ik je es effe wat geven om
te grienen!" en tegen zijn vrouw: „Vrouw, ik
heb honger!" en ae familie ging aan tafel.
En aan tafel kregen Kees en Dirrekie ruzie
over een aardappel, die Kees voor Dirrekie
zijn neus wegpikte, en kleine Jan werd door
groote Jan van tafel gestuurd, omdat hij
Jansje, die een plaats verder aan tafel zat,
belette van iets mee te eten. En na tafel
zette Jan de Groot zich met een nijdig ge
zicht bij het vuur, plantte één van zijn ste-
bige vuisten onder zijn kin en dacht na. Hij
vond, dat de toestand in huis langzamerhand
onhoudbaar was geworden, en zon op een
middel om aan al dat gekibbel een einde te
maken, en zijn kinderen te doen voelen, dat
de één geen haartje beter was dan de ander,
en dat ze allemaal gelijke rechten hadden.
En Jan de Groot, die een doortastende en
eerlijke Hollander was, vond het middel en
voerde het uit ook.
Ergens op één van de Noordelijkste punten
van Schotland heeft jaren en eeuwen lang
een huis gestaan, dat zuiver achthoekig was.
In het midden van het huis stond een acht
hoekige tafel, en in de muren van het huis
waren acht deuren.
Jan de Groot, de eerste Hollander, die in
zijn huis de beginselen van het communisme
uitvoerde, is al lang dood. Zijn huis is ver
dwenen. Maar de .enkele vreemdeling, die er
komt, kan er nog steeds zijn hart op halen
aan de historie van den Hollandschen huis
vader Jan de Groot en het dorpje, waar hij
woonde, heet nog altijd John o' Groats!
WILLY VAN DER TAK.
ALLERHANDE
Door Annie Blomsma en Ida Meyer.
Uitg. Noordhoff.
De titel doet wat ouderwetsch aan, zooiets
van koekjes in een dorpswinkeltje met een
klingelend belletje, maar het boekje is lang
niet ouderwetsch. Het geeft een serie han-
denarbeid-modellen met duidelijke, korte be
schrijving en alleraardigste teekeningetjes
van de onzen lezers ook welbekende teeke-
nares Mies Blomsma.
Mejuffrouw S. E. Verrijn Stuart, leerares
in handenarbeid, schrijft in een voorwoord,
dat het boekje speciaal bedoeld is voor leid
sters van kinderclubs, voor kindertehuizen en
vacantiekolonies, om den kinderen prettige,
eenvoudige dingen te laten maken, die wei
nig tijd en zeer weinig geld kosten.
Het komt mij echter voor dat er ook wel
degelijk modelletjes in staan, die moeder
haar spruiten kan aan doen op een regen-
achtigen middag als er niets van buiten
spelen kan komen, en de kinderen met hun
speelgoed niet op dreef kunnen komen.
Het boekje is van handig formaat en zeer
overzichtelijk.
DE MODERNE PYAMA.
De gestreepte flanellen pyama's met „bran-
denborgs", hebben wij uit onze linnenkast
verbannen en dit soort speciaal aan de hee-
ren der schepping toegedacht.
Nu de vrouw steeds meer „vrouwelijk"
wordt en dit in al haar kleeren te zien is,
vinden wij dit natuurlijk ook terug bij het
nachttoilet, De pijpen van de pyamabroek
zijn zóó wijd, dat zij als een rok neervallen
en bij het loopen sierlijk heen en weer gol
ven. Het jasje kan op de meest fantastische
wijze worden gemaakt, hoe vreemder, hoe
meer in de mode.
Onze teekening laat u een dergelijke nieu-
werwetsche pyama zien van zacht groen
crêpe de chine. Voor een kleinere beurs kan
dit heel goed van batist of effen flanel wor
den gemaakt.
De punten en de cirkels van diverse kleu
ren worden apart op het jasje en de pijpen
bevestigd. Een ceintuurtje, eindigende in een
strik, dient als sluiting van het jasje.
Denkt u er vooral om, dat bij zoo'n beel
dige pyama geen warme „kameelharen pan
toffels" gedragen kunnen worden. Hierbij
hooren de mooie muiltjes, die op het oogen
blik zeer in trek zijn en waarvan ik u den
volgenden keer ecnige modellen zal laten
zien.
.yw
„Ik heb een leelijk trekje
Ontdekt in 't kleine hart
Van ons aanvallig bekje
Dat baart mij groote smart."
Zoo dichtte de Génestet een kleine tachtig
jaar geleden. De uitdrukking „aanvallig
bekje" is verouderd, wij zullen een kind nu
nooit meer zoo noemen. Maar de „leelijke
trekjes in het kleine hart" zijn helaas niet
verouderd en de smart bij de ontdekking
zal voor ouders van nu even groot zijn als
voor die van tachtig jaar geleden.
Zoolang een kind nog heel klein is, is het
alleen maar schattig en lief. Het is wel eens
lastig, huilt als het zijn zin niet krijgt, kan
soms driftig en ongezeggelijk zijn. Maar iets
leelljks zal baby niet doen. Als hij soms den
kat aan zijn staart trekt of een rups onder
zijn voetje fijn trappelt, danweet hij
niet heter.
Wij zijn er langzamerhand aan gewend
geraakt baby als iets reins en zonnigs in
onze omgeving te voelen. Aan het leelijke,
het slechte van de a wereld, dat wij grooten
kennen, heeft baby part noch deel.
Maar danO, we blijven lang zeggen,
dat hij niet beter weet. Als hij iets vertelt
wat niet waar is, dan fantaseert hij- Als hij
zijn vriendje schopt en slaat weet hij niet.
dat het pijn doet. Maar 3ls hij ondertus-
schen ouder en ouder wordt kunnen wij het
ten slotte niet meer goed praten. En dan
moeten we toegeven: hij heeft gejokt, hij
heeft de poes geplaagd, hij heeft moedwil
lig zusje's pop gehavend.
En na de eerste ontzetting over die wan
daden vragen we ons af hoe we hot kind die
leelijke dingen af kunnen leeren. Misschien
beginnen we dan pas voor het eerst ernstig
over „opvoeden" te denken.
De meeste kinderen zijn wel voor rede vat
baar. Ze leeren heel gauw wat „mag" en wat
.«liet mag". Het is ook dikwijls uit eigen be
ling dat ze niet meer zondigen. Ook wel
eexis uit gehoorzaamheid en soms omdat
ze verkelijk veranderen.
Maar in ieder geval: met baby's feilloos
heid is het gedaan. Baby heeft iets verlo
ren en wij met hem.
Het meest verontrust ons, dat kinderen
zoo wreed kunnen zijn. Niet dikwijls tegen
over dieren, dat is een uitzondering. Meer al
gemeen is de wreedheid tegenover men-
schen en kinderen. Kinderen kunnen sar
ren en treiteren, ze kunnen het leven van
een schoolmakkertje tot een hel maken, de
carrière van een onderwijzer breken. Ze ma
ken zoo erg graag pret ten koste van
anderen.
We herinneren ons dat uit eigen kinder
jaren. we weten nog hoe we plaagden en ge
plaagd werden, hoe grif we riepen tegen
een „vervelend kind": „jij mag niet mee
doen!" en hoe diep ongelukkig we ons
voelden als ons zelf dat veto trof. Wc weten
hoe we lachten om „malle kleeren" van
klassegenootjes en hoe we huilden om de
plagerijen over eigen kleedingstukken.
Wraak was zoet in dien tijd. De plagerij van
de eene partij lokte een plagerij van de an
dere uit. Het was heerlijk om na de aange
vallene weer de aanvallende te zijn. Mede
lijden en het „wat gij niet wilt dat u ge
schiedt" kenden we niet. En met schaamte
denken we terug aan leeraren en leeraressen,
die we tot zenuwpatiënten moeten hebben
gemaakt. Alleen om pret te hebben, om te
toonen, dat wij de baas waren. De jeugd,
dat is wel werkelijk 1' age sans pitic.
Wij kunnen ons die wreedheid uit onze
kinderjaren niet meer indenken. O. ja, we
zijn later nog wel eens wreed geweest, we
hebben wel geplaagd, uitgelachenmaar
zóó zonder cenig mededoogen, zoo zonder
een gedachte aan de tegenpartij? Nee, we
verwonderen er ons over, dat we ooit zoo ge
weest zijn. Enzoo zullen ook de kinderen
van nu zich later verwonderen over hun
wreedheid. Ze zullen veranderen zooals wij
veranderen. We moeten niet denken dat
een wreed kind op moet groeien tot een
wreed mensch. Het kan natuurlijk en even
natuurlijk is het. dat we die wreedheid te
gen moeten gaan.
Maar zoo heel ongerust hoeven we ons
in de meeste gevallen toch niet te maken.
Want het uitjouwen, het plagen en het
„klein krijgen" van anderen schijnt de kin
deren in het bloed te zitten. Later gaat dat
wel over, later als ze grooter zün. Want
zouden ze niet juist den baas willen spelen
omdat ze zoo klein zijn en zich ook zoo klein
voelen?
BEP OTTEN.
EEN AARDIG LAMPJE.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Ik heb ondervonden dat het goed is om een
of twee maal per week des avonds het gelaat
een paar minuten met Purol te masseeren, waar
na ik de gewoonte heb de niet in de huid ge
drongen Purol met een zacht doekje af te vegen.
Deze eenvoudige behandeling geeft op den duur
aan de huid een bijzonder zachte en mooie teint.
Had U dit wel eens gehoord?
De makkelijkste manier om een kachel aan
te maken is natuurlijk om de z.g. vuurma
kers te gebruiken, wat in hars gedrenkte
houtkrullen zijn. Maar de zuinige huisvrouw,
die niets weggooit, dat nog even bruikbaar is.
zal in een oude doos allerlei andere vuurma
kers bewaren, zooals: leege lucifersdoosjes,
oude kurken, dennenappels, proppen papier,
houtkrullen, enz.
Kook nooit zure spijzen in gewone ijzeren
pannen. Want dan smaakt het eten naar
ijzer en het ziet er bovendien leelijk uit van
kleur.
Spijzen, welke met eieren bereid zijn. moet
men liever niet in een aluminium pan berei
den. Want ze gaan er dan niet mooi uitzien.
Dit verkleuren van de spijzen kan hceiemaal
geen kwaad, doch het is geen smakelijk ge
zicht. Neem liever een emaille pan.
®0D
Wat zegt u, om cnaar dadelijk van wal te
steken, van dit aardige lampje? Iets, om
na te maken is het niet? Vooruit dan maar.
we zullen er geen gras over laten groeien.
Met een figuurzaag zagen wij eerst drie
houten schijfjes; de een met een middel
lijn van 14 cM„ de ander met een middellijn
van 11 cM. en de laatste met een middel
lijn van 8 cM. In het midden van elk plankje
boren wij een gaatje en als wij de randjes
van de plankjes met grof schuurlinnen mooi
glad geschuurd hebben, lijmen wij de schijf
jes op elkaar, maar zoodanig, dat de gaat
jes precies boven eikander komen.
Op deze stellage lijnen wij een torentje
van vier leege garenklosjes, die ook weer
met de openingen boven elkander komen. Op
het laatste klosje lijmen wij een houten
schijfje, dat een middellijn heeft van 20 cM.
en dat we met de figuurzaag hebben uitge
zaagd.
Het geheel geven wij met lak een vroolijk
kleurtje, bijvoorbeeld rood of donkergroen.
Is het lak droog, dan gaan wij met ons
lampje naar een iampenwinkel. waar wij een
fitting en eer. snoer met stekker koopen. De
winkelbediende zal u dan wel even zeggen
hoe u de fitting moet bevestigen.
Nu is ons lampje zoover klaar. Het kapje
is ook heel eenvoudig. U koopt een ijzeren
geraamte, dat klaar is en een vel doorschij
nend perkamentpapier. Dit wordt op de
vereisohten maat geknipt, zooals op de
teekening is te zien .De schuine kanten kunt
u aan elkaar lijmen of met een draadje
raffia aan elkaar verbinden. Daarvoor moet
u eerst op gelijke afstanden gaatjes in het
perkament boren zoodat het er netjes uit
ziet. Heel aardig is het om ook langs onder
en bovenkant een draadje raffia om het
Üzerdraad en het perkament te winden,
daardoor wordt tevens het geraamte mei
'net perkament verbonden. Vindt u het mooi
dan kunt u het kapje verder zoo laten en
anders is het ok mogelijk het te beschilde
ren, daarvoor kunt u een speciaal soort verf
koopen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Weet U dat we zoo'n groote keuze in
ziekenjasjes hebben. U kent ze toch
wel, die warme lichte wollen jasjes, die
zoopractlsch zijn, wanneer U in bed
moet blijven cn eens even op mag
zitten. Ze beschutten U zoo voor al te
groote afkoeling.
Wij bieden U ook een pracht assor
timent ratine peignoirs en Japanschc
kimono's in gewatteerde zijde.
En over de prijzen zult U verbaasd
staan.
De zuinige huisvrouw vertelf:
ETEN KOKEN LN KRANTEN!
Wanneer wo heel goedkoop koken willen,
dan is de goedkoopste manier, die wc maar
bedenken kunnen, de spijzen in kranten te
koken. Natuurlijk zullen er onder U zijn, die
bij het lezen hiervan hun schouders ophalen
en zeggen, dat is onzin. Hoe kun je nu in
kranten koken?
En toch is het zoo. Alleen moet men er
den tijd voor hebben, doch daartegenover
staat, dat de spijzen ook niet aanbranden of
overkoken kunnen. Tenslotte is het feitelijk
hetzelfde principe als het gaarmaken van
spijzen in de hooikist, die we ons allen nog
wol herinneren uit de veelbewogen oorlogs
dagen. toen het er op aankwam met zoo nnn
mogelijk kosten het niet al te overdadige da-
gelijksche hapje gaar te krijgen. Net. als bij
de hooikist moeten we. als we het eten in
kranten gaan gaar koken, het eten vóór ko
ken. gedurende ongeveer 1 6 van den norma
len kooktijd. Terwijl het eten zoo staat voor
te koken, maken we het krantenfornuis in
orde. Daartoe legt men minstens een stuk of
zes of acht dikke kranten kruisgewijs over el
kaar. Dan neemt men nog een krant, waar
van men een losse prop maakt, ter grootte
van den bodem van de pan en legt die in het
middelpunt van de verzamelde kranten. Heeft
het eten nu gedurende den julstcn tijd vóór
gekookt, dan zet men de pan snel op de p'
papier en vouwt de kranten stuk voor stuk
om de pan heen naar boven, zoodat de uitein
den van de vorige kranten telkens weer op
nieuw onder de volgende weggestopt worden.
Tenslotte vouwt men de punten van de laat
ste krant naar onderen om, opdat het pakket
goed gesloten zal zijn. Het ligt voor de hand,
dat men gedurende dit koken in de krinten,
er niet in mag gaan kijken of de boel al
gaar is, want dan zou de met zooveel zorg
bewaarde warmte verloren gaan en de koke
rij min of meer mislukken. De pan moet
minstens 3 keer den gewonen kooktijd in de
kranten blijven.
RECEPT.
Gestoofd konijn met tomatenpuree maakt
men van 1 konijn. 4 afgestreken eetlepels
boter (of margarine). 6 afgestreken eetlepels
bloem, l flinke ui, klein blikje tomatenpuree
en 1(2 L. water met 2 maggi bouillonblokjes.
Het schoongemaakte konijn hakt men in on
geveer 12 gelijke stukken, n.l. de 4 poolen,
den in tweeën gespleten kop en 6 dei Urn van
den rug. Men wascht ze en wrijft ze in niet
wat peper en zout en laat ze in de bruinge-
maakte boter in een geëmailleerd ijzeren
potje rondom mooi bruin kleuren Even
neemt men de stukken uit de pan; dan laat
men in de boter de gesnipperde ui en de
bloem lichtbruin bakken. Nu Yoegt men cr
de puree bij en verdunt dan lanezampr'nand
de saus met water, waarin de bouillonblokjes
zijn opgelost-
De stukken konijn brenet men over in de
s»us en dekt de pan goed dicht. Dit gerecht
laat men nu nog ongeveer een uur zachtjes
stoven, tot het vleesch door en door gaar is
en gemakkelijk van het been los laat. Zoo nu
en dan keert men de stukken eens om cn
roert de saus van den bodem los. Terwijl het
konijn stooft, zorgt men voor het koken van
een flinke schaal aardappelen en het be
reiden van een portie gestoofde uien. Men
dient ze tegelijk met het konijn op. dat met
zijn smakelijk tomatensausje in staat is do
aardappelen van „jus" te voorzien.
RUSSISCHE TOESPIJS
maakt men van 4 eiwitten, m potje abriko
zenjam. wat poedersuiker, 1 2 L. melk. pakje
vanillesaus en suiker. De eiwitten klopt men
zeer stijf cn voegt er voorzichtig de jam of
marmelade bij. Dit doet men in een vuurvast
schaaltje in den vorm van een bergje (vor
men met een vochtig mes). Dan bestrooit
men het goed met poedersuiker cn laat het
in den oven even lichtbruin worden. Warme
vanillesaus presenteert men erbij, die men
van het vanillepoeder met de melk en suiker
bereidt.
Als U er op gesteld is, dat de gootsteen niet
verstopt raakt, moet U nooit gebruikte thee
bladen erdoor willen spoelen. Gooi liever af
en toe een ketel kokend water door den goot
steen, nadat U eerst een flinke Klont soda op
het rooster heeft gelegd.
Een modern schrijfbureau.
Een timmerwerkje voor de oudere jongens
laten we hier volgen, wat uitstekend als Sint
Nioolaas-cadeau gemaakt kan worden. Er is
voor noodig: een bodem, groot 5,8 x 6x25 1,4
inches (één lqph is 2 12 c.M.), dan vier op
standen, resp. 5 8x6x7 12 inches, 10 14 in
ches, 12 3,4 inches en 13 3, 8 inches. Dan nog
de achterwand: 5/8x6x 12 inches, twee
planken, ieder 5 8x6x6 inches, twee latjes
14x1,'4x4 inches, een latje van 1 4x1 1 2x
12 inches, twee latjes voor den inktpot 1'4 x
1x6 inches en één voor het pennenbakje
van 1/4 x 3.4 x 6 inches.
Begin met de verschillende onderdcelen in
de vercischte grootte te zagen cn te voor
zien van ploegen, waar de verschillende
schotten moeten komen. De onderkant der
schotten wordt voorzien van een geschaafd
deel dat juist in de daarvoor bestemde ploeg
past. Het in elkaar zetten is heel eenvoudig.
Gebruik cr echter alleen een uitstekende
soort houtiijm %-cor. die voldoende warm is.
Veeg direct de overtollige lijm weg voor deze
hard Ls geworden.
De teekening geeft dit precies aan. Is het
dan met lichte of donkere wasbljts, wat u
ook maar 't mooiste vindt, gebljtst, laat het
dan ongeveer één dag drogen. Daarna moet
het bureautje met een harden borstel wor
den ultgeboend, waardoor een hooge glans
wordt verkregen. Als ge lak-verf mooier
vindt dan bijts, dan kunt u dat ook gebrui,
ken b v. het geheel rood lakken, cn alle zicht
bare kanten met een zwarte bies afzetten.
Met wat zorg is hier een mooi geheel van te
maken.