FEM1NA ABR. MEIJER Haarlem's Dagblad Donderdag 19 Nov. 1931 EEN AARDIG ENSEMBLE. Deze week geven wij een eenvoudig, doch 'elegant ensemble, dat, wat den mantel be treft, in dikke wollen georgette is uitgevoerd, terwijl de japon van een fijnere wollen geor gette gemaakt is. Zoowel mantel als japon vertoonen de diagonale, dwarse, smalle pandjes, die bij de japon naar beneden toe uitloopen in een wijder uitloopend, rondge- sneden pand, de z.g. godets. Natuurlijk krijgt de rok daardoor aan een kant veel ruimte. Deze onregelmatigheid is een kenmerk van de mode op het oogenblik. Men ziet immers heel veel onregelmatige garneering, volanne- tjes aan één kant van de japon, terwijl de andere kant heel strak is, of een groep plooien opzij aan één kant, hetzij van voren, hetzij van achteren, of ook wel een schuin weggesneden, ruim aangezette en dus in ronde plooien vallende volant aan één kant van de rok, enz. enz. Kraagje en manchetjes van deze japon (patroon nr. 3165) van groene georgette, zijn van witte crêpe de chine, terwijl de ceintuur met een fantasie- gesp gesloten wordt. Er is 2.50 M. stof van 1.40 M. breed voor noodig. De mantel is ge garneerd met kastanjebruin bont, bijv. cara cul, een bontsoort die zeer veel op het oogen blik voor garneering gebruikt wordt. Aan 2.80 M. stof van 1.40 M. breed heeft men vol doende voor dezen mantel (patroon nr. 3164). Een andere bontsoort, welke buitengewoon veel gebruikt wordt, omdat de gladheid er van zich goed aanpast bij de nogal nauw sluitende modelijnen, is het z.g. „seal" of op zijn Hollandsch zeehond. Vooral de donker der tinten bont worden veel toegepast. Een ander modenieuwigheidje is, dat weka toenen kousen gaan dragen! Een jaar gele den zouden we dat nog ongeloofelijk gevon den hebben. En toch is het zoo. De mode der nieuwe zachte, dikwijls nogal ruige wollen stoffen voor onze garderobe heeft deze ka toenen kousenmode in het leven geroepen. Wat het patroon aangaat, lijken deze kou sen veel op de zijden kousen, die in den afgeloopen zomer zoo populair waren, doch er zit geen draadje wol of zijde in, het is zui ver katoen. Ze zijn heel dun en heel zacht, als men ze aanpakt. De meest gevraagde kleuren zijn de donkerder tinten grijs en bruin. En ze hebben het voordeel, goedkoop te zijn, goedkooper in ieder geval dan we ,voor zijden kousen gewend zijn te betalen. Van deze japon en mantel zijn knippatro nen verkrijgbaar a 75 ct. per stuk. Postwis sel zenden aan: De Beurs, Amstellaan 86, Amsterdam Z. Levering binnen l week. Op het strookje nauwkeurig vermelden: naam en adres van afzender, nummer van het ge- wenschte patroon en maat. (De maten van 40 tot 52 kunnen geleverd worden). DE HISTORIE VAN JAN DE GROOT. En dan zeggen ze nog, dat wij Hollanders eén best en een braaf volk zijn, maar dat het ons een beetje mankeert aan originali teit en gevoel voor humor I Daar leefde eens in den tijd van koning James IV van Schotland en of de historie waar gebeurd is, of dat de één of andere ver- haler hem uit zijn vruchtbaren duim zoog, weet niemand te vertellen op één van de noordelijkste punten van Schotland een Hol lander, Jan de Groot genaamd. Hoe Jan de Groot daar terecht kwam in het Noorden van Schotland, wat hij er zocht, wat hij er deed, hoe hij er leefde en hoe hij er stierf, weet niemand. Men weet wel, dat Jan de Groot getrouwd was, en dat zijn vrouw hem in den loop der jaren zes kinderen schonk. Ik kan me precies voorstellen, hoe de zaak verder zoowat gegaan moet zijn. De kinderen verschillen waarschijnlijk nogal in leeftijd, en misschien ook in karakter, en hun vader was een Hollander, die lang niet mak was en van hun moeder, een struische Holland- sche, hadden ze de gewoonte geërfd om al tijd op hun stuk te blijven staan, en daar had je het lieve leven aan den gang Op een avond kwam vader Jan terug van zijn werk want al vermeldt de historie het niet, werk had hij natuurlijk, omdat hij een stevige Hollander was en hij bovendien zes altijd hangerige kinderen had en van uit de verte hoorde hij al. dat het weer mis was. Een lawaai en een geschreeuw, dat het wel leek of alle .grouse" van de Schotsche hooglanden losgebroken waren en zich ver zameld hadden in Jan de Groot's kleine huis je daar aan de kust! En Jan de Groot smeet zijn spa of zijn hooivork of zijn visschersnet- ten, of wat hij dan was. met een nijdig ge- zich in den hoek van het schuurtje, donderde het plaatsje over naar de kamer, waar al het lawaai vandaan kwam, zwaaide de deur open en zei barsch: „En wat mot dat hier nou weer, hè?" „Blij toe. dat je d'r bent, Jan!" zei zijn vrouw half huilend van ergernis en radeloos heid. en ze gaf kleine Klaas, die ze net stie kem zijn ouder broert je een venijnig kneepje zag geven zoo'n stiekemerd als die Klaas toch werd! een draai om zijn ooren, en zei: „Ik had nog net één appel over van de appelmoes, en daar bennen ze natuurlijk weer over aan het kibbelen gegaan. Wimpie wou 'm hebben, omdal-ie de oudste was, en Klaas, omdal-ie d'r het eerste bij geweest was, en Dirrekie zei, dat-ïe de meeste honger van allemaal had „Waar is die appel?" zei Jan de Groot woe dend. „Hier", zei zijn vrouw. En Jan de Groot zette met smaak zijn tan den in de appel en toen hü dat klaar had, en hij met den rug van zijn hand het sap had afgeveegd, dat hem langs zijn kin droop, zei hij met een knik: „Ziezoo". Die twist appel was tenminste uit den weg geruimd. Vervolgens zei hij dreigend tegen het drei nende Klaassie: „Als je niet ophoudt met dat gegrien, zal ik je es effe wat geven om te grienen!" en tegen zijn vrouw: „Vrouw, ik heb honger!" en ae familie ging aan tafel. En aan tafel kregen Kees en Dirrekie ruzie over een aardappel, die Kees voor Dirrekie zijn neus wegpikte, en kleine Jan werd door groote Jan van tafel gestuurd, omdat hij Jansje, die een plaats verder aan tafel zat, belette van iets mee te eten. En na tafel zette Jan de Groot zich met een nijdig ge zicht bij het vuur, plantte één van zijn ste- bige vuisten onder zijn kin en dacht na. Hij vond, dat de toestand in huis langzamerhand onhoudbaar was geworden, en zon op een middel om aan al dat gekibbel een einde te maken, en zijn kinderen te doen voelen, dat de één geen haartje beter was dan de ander, en dat ze allemaal gelijke rechten hadden. En Jan de Groot, die een doortastende en eerlijke Hollander was, vond het middel en voerde het uit ook. Ergens op één van de Noordelijkste punten van Schotland heeft jaren en eeuwen lang een huis gestaan, dat zuiver achthoekig was. In het midden van het huis stond een acht hoekige tafel, en in de muren van het huis waren acht deuren. Jan de Groot, de eerste Hollander, die in zijn huis de beginselen van het communisme uitvoerde, is al lang dood. Zijn huis is ver dwenen. Maar de .enkele vreemdeling, die er komt, kan er nog steeds zijn hart op halen aan de historie van den Hollandschen huis vader Jan de Groot en het dorpje, waar hij woonde, heet nog altijd John o' Groats! WILLY VAN DER TAK. ALLERHANDE Door Annie Blomsma en Ida Meyer. Uitg. Noordhoff. De titel doet wat ouderwetsch aan, zooiets van koekjes in een dorpswinkeltje met een klingelend belletje, maar het boekje is lang niet ouderwetsch. Het geeft een serie han- denarbeid-modellen met duidelijke, korte be schrijving en alleraardigste teekeningetjes van de onzen lezers ook welbekende teeke- nares Mies Blomsma. Mejuffrouw S. E. Verrijn Stuart, leerares in handenarbeid, schrijft in een voorwoord, dat het boekje speciaal bedoeld is voor leid sters van kinderclubs, voor kindertehuizen en vacantiekolonies, om den kinderen prettige, eenvoudige dingen te laten maken, die wei nig tijd en zeer weinig geld kosten. Het komt mij echter voor dat er ook wel degelijk modelletjes in staan, die moeder haar spruiten kan aan doen op een regen- achtigen middag als er niets van buiten spelen kan komen, en de kinderen met hun speelgoed niet op dreef kunnen komen. Het boekje is van handig formaat en zeer overzichtelijk. DE MODERNE PYAMA. De gestreepte flanellen pyama's met „bran- denborgs", hebben wij uit onze linnenkast verbannen en dit soort speciaal aan de hee- ren der schepping toegedacht. Nu de vrouw steeds meer „vrouwelijk" wordt en dit in al haar kleeren te zien is, vinden wij dit natuurlijk ook terug bij het nachttoilet, De pijpen van de pyamabroek zijn zóó wijd, dat zij als een rok neervallen en bij het loopen sierlijk heen en weer gol ven. Het jasje kan op de meest fantastische wijze worden gemaakt, hoe vreemder, hoe meer in de mode. Onze teekening laat u een dergelijke nieu- werwetsche pyama zien van zacht groen crêpe de chine. Voor een kleinere beurs kan dit heel goed van batist of effen flanel wor den gemaakt. De punten en de cirkels van diverse kleu ren worden apart op het jasje en de pijpen bevestigd. Een ceintuurtje, eindigende in een strik, dient als sluiting van het jasje. Denkt u er vooral om, dat bij zoo'n beel dige pyama geen warme „kameelharen pan toffels" gedragen kunnen worden. Hierbij hooren de mooie muiltjes, die op het oogen blik zeer in trek zijn en waarvan ik u den volgenden keer ecnige modellen zal laten zien. .yw „Ik heb een leelijk trekje Ontdekt in 't kleine hart Van ons aanvallig bekje Dat baart mij groote smart." Zoo dichtte de Génestet een kleine tachtig jaar geleden. De uitdrukking „aanvallig bekje" is verouderd, wij zullen een kind nu nooit meer zoo noemen. Maar de „leelijke trekjes in het kleine hart" zijn helaas niet verouderd en de smart bij de ontdekking zal voor ouders van nu even groot zijn als voor die van tachtig jaar geleden. Zoolang een kind nog heel klein is, is het alleen maar schattig en lief. Het is wel eens lastig, huilt als het zijn zin niet krijgt, kan soms driftig en ongezeggelijk zijn. Maar iets leelljks zal baby niet doen. Als hij soms den kat aan zijn staart trekt of een rups onder zijn voetje fijn trappelt, danweet hij niet heter. Wij zijn er langzamerhand aan gewend geraakt baby als iets reins en zonnigs in onze omgeving te voelen. Aan het leelijke, het slechte van de a wereld, dat wij grooten kennen, heeft baby part noch deel. Maar danO, we blijven lang zeggen, dat hij niet beter weet. Als hij iets vertelt wat niet waar is, dan fantaseert hij- Als hij zijn vriendje schopt en slaat weet hij niet. dat het pijn doet. Maar 3ls hij ondertus- schen ouder en ouder wordt kunnen wij het ten slotte niet meer goed praten. En dan moeten we toegeven: hij heeft gejokt, hij heeft de poes geplaagd, hij heeft moedwil lig zusje's pop gehavend. En na de eerste ontzetting over die wan daden vragen we ons af hoe we hot kind die leelijke dingen af kunnen leeren. Misschien beginnen we dan pas voor het eerst ernstig over „opvoeden" te denken. De meeste kinderen zijn wel voor rede vat baar. Ze leeren heel gauw wat „mag" en wat .«liet mag". Het is ook dikwijls uit eigen be ling dat ze niet meer zondigen. Ook wel eexis uit gehoorzaamheid en soms omdat ze verkelijk veranderen. Maar in ieder geval: met baby's feilloos heid is het gedaan. Baby heeft iets verlo ren en wij met hem. Het meest verontrust ons, dat kinderen zoo wreed kunnen zijn. Niet dikwijls tegen over dieren, dat is een uitzondering. Meer al gemeen is de wreedheid tegenover men- schen en kinderen. Kinderen kunnen sar ren en treiteren, ze kunnen het leven van een schoolmakkertje tot een hel maken, de carrière van een onderwijzer breken. Ze ma ken zoo erg graag pret ten koste van anderen. We herinneren ons dat uit eigen kinder jaren. we weten nog hoe we plaagden en ge plaagd werden, hoe grif we riepen tegen een „vervelend kind": „jij mag niet mee doen!" en hoe diep ongelukkig we ons voelden als ons zelf dat veto trof. Wc weten hoe we lachten om „malle kleeren" van klassegenootjes en hoe we huilden om de plagerijen over eigen kleedingstukken. Wraak was zoet in dien tijd. De plagerij van de eene partij lokte een plagerij van de an dere uit. Het was heerlijk om na de aange vallene weer de aanvallende te zijn. Mede lijden en het „wat gij niet wilt dat u ge schiedt" kenden we niet. En met schaamte denken we terug aan leeraren en leeraressen, die we tot zenuwpatiënten moeten hebben gemaakt. Alleen om pret te hebben, om te toonen, dat wij de baas waren. De jeugd, dat is wel werkelijk 1' age sans pitic. Wij kunnen ons die wreedheid uit onze kinderjaren niet meer indenken. O. ja, we zijn later nog wel eens wreed geweest, we hebben wel geplaagd, uitgelachenmaar zóó zonder cenig mededoogen, zoo zonder een gedachte aan de tegenpartij? Nee, we verwonderen er ons over, dat we ooit zoo ge weest zijn. Enzoo zullen ook de kinderen van nu zich later verwonderen over hun wreedheid. Ze zullen veranderen zooals wij veranderen. We moeten niet denken dat een wreed kind op moet groeien tot een wreed mensch. Het kan natuurlijk en even natuurlijk is het. dat we die wreedheid te gen moeten gaan. Maar zoo heel ongerust hoeven we ons in de meeste gevallen toch niet te maken. Want het uitjouwen, het plagen en het „klein krijgen" van anderen schijnt de kin deren in het bloed te zitten. Later gaat dat wel over, later als ze grooter zün. Want zouden ze niet juist den baas willen spelen omdat ze zoo klein zijn en zich ook zoo klein voelen? BEP OTTEN. EEN AARDIG LAMPJE. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Ik heb ondervonden dat het goed is om een of twee maal per week des avonds het gelaat een paar minuten met Purol te masseeren, waar na ik de gewoonte heb de niet in de huid ge drongen Purol met een zacht doekje af te vegen. Deze eenvoudige behandeling geeft op den duur aan de huid een bijzonder zachte en mooie teint. Had U dit wel eens gehoord? De makkelijkste manier om een kachel aan te maken is natuurlijk om de z.g. vuurma kers te gebruiken, wat in hars gedrenkte houtkrullen zijn. Maar de zuinige huisvrouw, die niets weggooit, dat nog even bruikbaar is. zal in een oude doos allerlei andere vuurma kers bewaren, zooals: leege lucifersdoosjes, oude kurken, dennenappels, proppen papier, houtkrullen, enz. Kook nooit zure spijzen in gewone ijzeren pannen. Want dan smaakt het eten naar ijzer en het ziet er bovendien leelijk uit van kleur. Spijzen, welke met eieren bereid zijn. moet men liever niet in een aluminium pan berei den. Want ze gaan er dan niet mooi uitzien. Dit verkleuren van de spijzen kan hceiemaal geen kwaad, doch het is geen smakelijk ge zicht. Neem liever een emaille pan. ®0D Wat zegt u, om cnaar dadelijk van wal te steken, van dit aardige lampje? Iets, om na te maken is het niet? Vooruit dan maar. we zullen er geen gras over laten groeien. Met een figuurzaag zagen wij eerst drie houten schijfjes; de een met een middel lijn van 14 cM„ de ander met een middellijn van 11 cM. en de laatste met een middel lijn van 8 cM. In het midden van elk plankje boren wij een gaatje en als wij de randjes van de plankjes met grof schuurlinnen mooi glad geschuurd hebben, lijmen wij de schijf jes op elkaar, maar zoodanig, dat de gaat jes precies boven eikander komen. Op deze stellage lijnen wij een torentje van vier leege garenklosjes, die ook weer met de openingen boven elkander komen. Op het laatste klosje lijmen wij een houten schijfje, dat een middellijn heeft van 20 cM. en dat we met de figuurzaag hebben uitge zaagd. Het geheel geven wij met lak een vroolijk kleurtje, bijvoorbeeld rood of donkergroen. Is het lak droog, dan gaan wij met ons lampje naar een iampenwinkel. waar wij een fitting en eer. snoer met stekker koopen. De winkelbediende zal u dan wel even zeggen hoe u de fitting moet bevestigen. Nu is ons lampje zoover klaar. Het kapje is ook heel eenvoudig. U koopt een ijzeren geraamte, dat klaar is en een vel doorschij nend perkamentpapier. Dit wordt op de vereisohten maat geknipt, zooals op de teekening is te zien .De schuine kanten kunt u aan elkaar lijmen of met een draadje raffia aan elkaar verbinden. Daarvoor moet u eerst op gelijke afstanden gaatjes in het perkament boren zoodat het er netjes uit ziet. Heel aardig is het om ook langs onder en bovenkant een draadje raffia om het Üzerdraad en het perkament te winden, daardoor wordt tevens het geraamte mei 'net perkament verbonden. Vindt u het mooi dan kunt u het kapje verder zoo laten en anders is het ok mogelijk het te beschilde ren, daarvoor kunt u een speciaal soort verf koopen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel WEEKNIEUWS CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Weet U dat we zoo'n groote keuze in ziekenjasjes hebben. U kent ze toch wel, die warme lichte wollen jasjes, die zoopractlsch zijn, wanneer U in bed moet blijven cn eens even op mag zitten. Ze beschutten U zoo voor al te groote afkoeling. Wij bieden U ook een pracht assor timent ratine peignoirs en Japanschc kimono's in gewatteerde zijde. En over de prijzen zult U verbaasd staan. De zuinige huisvrouw vertelf: ETEN KOKEN LN KRANTEN! Wanneer wo heel goedkoop koken willen, dan is de goedkoopste manier, die wc maar bedenken kunnen, de spijzen in kranten te koken. Natuurlijk zullen er onder U zijn, die bij het lezen hiervan hun schouders ophalen en zeggen, dat is onzin. Hoe kun je nu in kranten koken? En toch is het zoo. Alleen moet men er den tijd voor hebben, doch daartegenover staat, dat de spijzen ook niet aanbranden of overkoken kunnen. Tenslotte is het feitelijk hetzelfde principe als het gaarmaken van spijzen in de hooikist, die we ons allen nog wol herinneren uit de veelbewogen oorlogs dagen. toen het er op aankwam met zoo nnn mogelijk kosten het niet al te overdadige da- gelijksche hapje gaar te krijgen. Net. als bij de hooikist moeten we. als we het eten in kranten gaan gaar koken, het eten vóór ko ken. gedurende ongeveer 1 6 van den norma len kooktijd. Terwijl het eten zoo staat voor te koken, maken we het krantenfornuis in orde. Daartoe legt men minstens een stuk of zes of acht dikke kranten kruisgewijs over el kaar. Dan neemt men nog een krant, waar van men een losse prop maakt, ter grootte van den bodem van de pan en legt die in het middelpunt van de verzamelde kranten. Heeft het eten nu gedurende den julstcn tijd vóór gekookt, dan zet men de pan snel op de p' papier en vouwt de kranten stuk voor stuk om de pan heen naar boven, zoodat de uitein den van de vorige kranten telkens weer op nieuw onder de volgende weggestopt worden. Tenslotte vouwt men de punten van de laat ste krant naar onderen om, opdat het pakket goed gesloten zal zijn. Het ligt voor de hand, dat men gedurende dit koken in de krinten, er niet in mag gaan kijken of de boel al gaar is, want dan zou de met zooveel zorg bewaarde warmte verloren gaan en de koke rij min of meer mislukken. De pan moet minstens 3 keer den gewonen kooktijd in de kranten blijven. RECEPT. Gestoofd konijn met tomatenpuree maakt men van 1 konijn. 4 afgestreken eetlepels boter (of margarine). 6 afgestreken eetlepels bloem, l flinke ui, klein blikje tomatenpuree en 1(2 L. water met 2 maggi bouillonblokjes. Het schoongemaakte konijn hakt men in on geveer 12 gelijke stukken, n.l. de 4 poolen, den in tweeën gespleten kop en 6 dei Urn van den rug. Men wascht ze en wrijft ze in niet wat peper en zout en laat ze in de bruinge- maakte boter in een geëmailleerd ijzeren potje rondom mooi bruin kleuren Even neemt men de stukken uit de pan; dan laat men in de boter de gesnipperde ui en de bloem lichtbruin bakken. Nu Yoegt men cr de puree bij en verdunt dan lanezampr'nand de saus met water, waarin de bouillonblokjes zijn opgelost- De stukken konijn brenet men over in de s»us en dekt de pan goed dicht. Dit gerecht laat men nu nog ongeveer een uur zachtjes stoven, tot het vleesch door en door gaar is en gemakkelijk van het been los laat. Zoo nu en dan keert men de stukken eens om cn roert de saus van den bodem los. Terwijl het konijn stooft, zorgt men voor het koken van een flinke schaal aardappelen en het be reiden van een portie gestoofde uien. Men dient ze tegelijk met het konijn op. dat met zijn smakelijk tomatensausje in staat is do aardappelen van „jus" te voorzien. RUSSISCHE TOESPIJS maakt men van 4 eiwitten, m potje abriko zenjam. wat poedersuiker, 1 2 L. melk. pakje vanillesaus en suiker. De eiwitten klopt men zeer stijf cn voegt er voorzichtig de jam of marmelade bij. Dit doet men in een vuurvast schaaltje in den vorm van een bergje (vor men met een vochtig mes). Dan bestrooit men het goed met poedersuiker cn laat het in den oven even lichtbruin worden. Warme vanillesaus presenteert men erbij, die men van het vanillepoeder met de melk en suiker bereidt. Als U er op gesteld is, dat de gootsteen niet verstopt raakt, moet U nooit gebruikte thee bladen erdoor willen spoelen. Gooi liever af en toe een ketel kokend water door den goot steen, nadat U eerst een flinke Klont soda op het rooster heeft gelegd. Een modern schrijfbureau. Een timmerwerkje voor de oudere jongens laten we hier volgen, wat uitstekend als Sint Nioolaas-cadeau gemaakt kan worden. Er is voor noodig: een bodem, groot 5,8 x 6x25 1,4 inches (één lqph is 2 12 c.M.), dan vier op standen, resp. 5 8x6x7 12 inches, 10 14 in ches, 12 3,4 inches en 13 3, 8 inches. Dan nog de achterwand: 5/8x6x 12 inches, twee planken, ieder 5 8x6x6 inches, twee latjes 14x1,'4x4 inches, een latje van 1 4x1 1 2x 12 inches, twee latjes voor den inktpot 1'4 x 1x6 inches en één voor het pennenbakje van 1/4 x 3.4 x 6 inches. Begin met de verschillende onderdcelen in de vercischte grootte te zagen cn te voor zien van ploegen, waar de verschillende schotten moeten komen. De onderkant der schotten wordt voorzien van een geschaafd deel dat juist in de daarvoor bestemde ploeg past. Het in elkaar zetten is heel eenvoudig. Gebruik cr echter alleen een uitstekende soort houtiijm %-cor. die voldoende warm is. Veeg direct de overtollige lijm weg voor deze hard Ls geworden. De teekening geeft dit precies aan. Is het dan met lichte of donkere wasbljts, wat u ook maar 't mooiste vindt, gebljtst, laat het dan ongeveer één dag drogen. Daarna moet het bureautje met een harden borstel wor den ultgeboend, waardoor een hooge glans wordt verkregen. Als ge lak-verf mooier vindt dan bijts, dan kunt u dat ook gebrui, ken b v. het geheel rood lakken, cn alle zicht bare kanten met een zwarte bies afzetten. Met wat zorg is hier een mooi geheel van te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13