HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. bÉLHirar** .Uit den Strijd teËeii I I VREEMDE SCHRIFTUREN. r- A&ïï'yb LUCHTVAARTNIEUWS Hoe het eens was. Hoe het geworden A "V. ill if.;, ff X m t\tu< jljHI '"P 1 [(ld Hoe de Croote Houtstraat er vroeger uitzag op den hoek van het Venoulft, gezien naar den kant van de Anegang. door A. HEEROMA, Oud-Commississaris van Politie te Amsterdam. Als het kindje nog heel klein is en begint ëerügszins gearticuleerde klanken uit te slooten, komt moeder met een verheugd gezicht zeggen, dat het ..mamma" heeft ge zegd, terwijl vader beweert dat het „pappa" was. Grootmoeder komt erbij, maakt won derlijke geluiden en trekt vreemde gezich ten met het doel het kind lot meerder spre ken op le wekken, teneinde te beslissen wie gelijk heeft, maar het schaap gaat huilen en daardoor blijft het onuitgemaakt, wat de zuigeling heeft geuit. Vader en moeder plukken als 't ware elk geluidje, dat op een woord gelijkt, zorgvuldig af. om dit als een schat aan verwanten en vrienden te toonen, wier geveinsde belang stelling hen uitermate verheugt. Hoe de tijden alles veranderen. Als je wat oud bent geworden, gebeurt het na tuurlijk dat je in een familiekring groote jongens en meisjes aantreft, die je de eerste klanken hebt hooren stamelen en dan hoor je niet zonder verbazing vader of moeder zeggen: „Wil jij je grooten, brutalen mond eens houden!" of: „Zwijg toch met je eeuwi ge geratel; een mensch kan er geen woord tusschen krijgen!" en dan weer: „Als je nu nog een woord spreekt, dan zal ikDe waardeering, die de woordkunst genoot, toen ze om zoo te zeggen nog in de knop was, is verkeerd in weerzin, nu die kunst ten volle is ontloken. Ik weet niet of dit een kenmerk is van de kunst in 't algemeen, maar ten opzichte van de schrijf kunst is er een zekere ana logie. Als het eerste schoolonderricht vruchten gaat afwerpen en Ot en Sien in den kring van goede vrienden zijn opgenomen, dan raakt menige moeder in verrukking, wan neer zij ziet, hoe haar spruit heele zinnetjes op het papier weet te iooveren en buur vrouw, die op de koffie komt, zegt, dat zij zelf het niet zou verbeteren. Nu. dat kan, want ik weet, dat mijn vader van zoo'n buurvrouw eens een briefje kreeg met het volgende verzoek: „Meester, of Jabie verblaasd mag. want ik heb wederom drie bieten in zijn hemd gefon- den". „Wil jij je grooten, brutalen jnond wel eens houden?!' Hoezeer ik in do kracht en almacht van mijn vader geloofde, tot een prestatie als gevraagd werd achtte ik zijn longen niet in staat. Moeder, dus door buurvrouws verklaring gesterkt in haar gelool aan Mientjcs kun nen, meent, dat deze tot iets groots in staat is en, als Opoe een jaar bij haar vele jaren gaat voegen, moot het kind de vreugde der familie op papier uitdrukken, zoodat onder moeders redactie een brief ontstaat, aan vangende: „Ltefe Opoe, ik vilieseteer Uw met U verjaardag en ik wens Uw nog veele Jaaren", wat moeder tot tranen ontroert, maar Jan. die al in de vijfde zit en over de tafel leunt, als zusje met de tong uit den mond de pen hanteert, gooit roet in 't eten door te zeggen: „Hu, ze schrijft vilieseteer met een v!" wat den betweter een draai om de ooren bezorgt, waarop hij den aftocht blaast, doch niet zonder bij de deur nog eens te roepen: „ze ken het niet eens". Nu is die betweterij van Jan misplaatst, want waar we er oen spelling van De Vries en Te Winkel op na houden benevens een KoilewUnsche en een Terpstra'sche. terwijl onze groote schrijver Frederik van Eeden er een op zijn eigen houtje heeft, is het niet zoo gemakkelijk uit dien orthografischen doolhof wijs te worden en ik vind het van de kleine Mina zeer verdienstelijk, dat ze al die vier spellingen in toepassing brengt met nog een van haar zelf. Wie verbaast zich over al die spellingen in een land, waar jc tegenwoordig in ieder boerendorp vier ïcrschillcnde scholen vindt en de tijd lijkt. we niet verre meer, dat die vier scholen behalve in godsdienstige of politieke rich ting ook in spelling zullen verschillen, wat een groot voordeel zal opleveren, want dan zulen de menschen mekaar nog minder be grijpen dan ze nu al doen, ja de mogelijk heid is niet buitengesloten, dat men al meer gaat vereenvoudigen naar gelang men meer vooruitstrevend is, zoodat de verst vooruil- strevenden heelemaal geen spelling meer zullen hebben, wat wellicht geen nadeel be- Leekent. .zich op haar gemak neerzet. Maar laat ik tot den verjaarbrief van Mientje terugkeeren; die is inmiddels klaar gekomen en in een envelop gestoken, waar na moeder haar tong zoover mogelijk uit strekt om den gomrand en den postzegel te bevochtigen, om dan met Mientje ter busse te trekken, waar deze den brief zelf in de gleuf mag steken en Moeder blijft er nog even in gepeins voor staan, als ver wachtte ze, dat er iets bijzonders zou ge beuren. Voor alle zekerheid steekt ze de hand in de gleuf om te constateeren. dat de brief daar niet ergens in de ruimte zweeft en als ze dan weggaat, kijkt ze nog eens om. Maar die groote ronde ijzeren bus blijft onbewogen, of er uitingen van liefde dan wel van haat in zijn maag gestopt worden en even onbewogen verschijnt de postman, grist den boel in een zak, zorg en blijd schap, liefde en haat en brengt alles naar het postkantoor. Maar toch blijft dat alles niet dooreenge- mengd en zoodoende verschijnt den volgen den dag een postman aan Opoe's deur, ver buiten Amsterdam en 't oudje is zenuwach tig als de man vraagt: „weduwe Bakker?" Ja, meheer, een brief van me dochter ze ker: ja, ziet u. ik ben jarig en dan Nou. 'k feliciteer u hoor, lacht de man cn schrijdt verder met zijn tasch; hij heeft niet veel tijd voor conversatie. De brief van Mientje wordt meegenomen naar de kamer, waar Opoe zich op haar ge mak neerzet: ze wrijft de brilleglazen af cn vangt aan te lezen, waarbij de lippen cle woorden prevelen cn er glijden tranen onder de brilleglazen uit, die droppelen op den brief en ronde, blauwige vlekken maken als ze den inkt uit de letters trekken. t Is niet erg Mientje, dat je schriftuur, al is 't niet vrij van taalfouten, zulke tra nen doen wellen; 't is te hopen, dat er nooit andere tranen om je geschrijf gestort zullen worden. De kleine Mientjes worden grooter als de kleine babbelaars en wellicht zullen zij latei- meer brieven schrijven, brieven zonder spel fouten, brieven in goeden of minder goeden stijl en het is niet onmogelijk, dat dan de verzuchting wordt geslaakt: „Had ze maar nooit schrijven geleerd", want brieven heb ben al heel wat narigheid veroorzaakt, wel ke narigheid dikwijls voor de schrijvers zelf het grootst is. tin een volgend artikel hierover meer). NOG EENS DE HOUTSTRAAT BIJ HET VERWULFT De vorige week gaven wij vergelijkende teekeningen van den hoek Groote Hout straatVerwulft, gezien naar den kant van de Doelstraat. Nu volgen twee teekeningen van denzelfden hoek, maar nu naar den kant van de Anegang gezien. Deze teekeningen behoeven geen nadere toelichting. Heinrich von Kleist. HEINRICH VON KLEIST. 1776—1811. In Duitschland heeft men het feit, dat Heinrich von Kleist dezer dagen honderd twintig jaar geleden stierf, niet geheel on opgemerkt gelaten en zoo is er eenige aan leiding om wat naders te zeggen over dezen dichter, die uit de Duitsche romantische school een der laatste was. Stefan Zweig heeft over Heinrich von Kleist een prachtige, liefderijk verdiepte, psychologische beschouwing geschreven, een fijnzinnige ontleding van een aan zich zelf ten onder geganè ziel. Heinrich von Kleist ontvlucht den demon in zich zelf, zonder dat het hem ooit gelukt, het is de verklaring van zijn reizen in en buiten Duitschland. volstrekt doelloos, die hem rust noch voordeel brachten. Kleist's geest is gecontrueerd in superlatieven, in maxima, iedere karaktertrek is tot het exta tische overdreven, alle gevoelens buitensporig verdiept. Zijn eerzucht en zijn zinnelijkheid en zijn idealisme hebben geen grenzen, maar daarentegen kennen zijn zelftucht, zijn mo raliteit en zijn dogmatiek evenmin beper kingen, zoodat het conflict tusschen eigen schappen en ziel een conflict wordt van evenredige, buitensporige afmetingen. Noen het geluk van de uitbundigheid, noch dat van de zielsoverwinning kan hij aldus deel achtig worden en een gruwelijke strijd ver sombert en vereenzelvigt een eenzame ziel, zoodanig, dat hij maatschappelijk hoe lan ger hoe onverdraaglijker wordt. Fen blijde bevrediging wordt tenslotte gevonden in de idee van een bevrijdingsnood. weldra weder om geworden tot een extatisch verheerlijkte idee. die in een roes van opperste blijdschap tot verwezenlijking komt. Kleist wordt in zijn jeugd geschetst, als een levenslustige jongeman, hoewel Zweig aan toont, dat hij zoo goed als een levensplan een plan maakte, dat den dood tegemoet treedt. Hij, zoon van een majoor in het regi ment van den hertog van Brunswijk, werd tot officier opgeleid in Frankfort aan den Oder, de stad. waar hij 10 October 1776 ge boren was. Hij werd met een neef samen opgevoed. deze pleegde later zelfmoord. Kleist beschouwde het toen als laf. Toen hij e'.f jaar was «ring hij naar Berlijn, waar hij verder opgevoed werd bij een predikant. Tot het jaar 1795 ontbreken lan alle berich ten over hem. Het ligt in de lijn, dat de militaire tucht, de praal en de conventies den romanticus Kleist niet zouden bevredigen, hij verliet het leger en ging, 23 iaar oud, studeeren. De phi losophic van Kant is hem noodlottig ge worden, Kant's theorie van het subjectieve onzer kennis ontneemt hem den strever naar het bereiken van uitersten alle zelf vertrouwen en de levensbasis. Zijn leven is doelloos geworden en doelloos is het reizen, dan dan een aanvang neemt. Wij vinden hem weer terug in krijgsdienst, zelfs in Franschen dienst tegen de Engelschen. we derom een extatische poging om een grooten en bevredigenden dood tegemoet te treden. Vrienden weerhouden hem te elfder ure, om in Boulogne scheep te gaan. Hij moest 'daar na eenige maanden doodziek in Mainz ver pleegd worden. Dan ijlt hij weer, dwars dooi de Fransche regimenten naar Berlijn en Dresden en Praag en wordt als vermeende spion geïnterneerd. Zijn eenige legitimatie zijn een paar patriottische gedichten, die hij in zijn zak heeft. .Dikwijls verdwijnt hij maandenlang en duikt mijlen verder weer op, men had hem reeds dood gewaand. Zijn kleine vermogen is verbruikt, tenslotte in Frankfurt terug, neemt zijn familie hem zelfs niet meer in haar kringen op, de trouwe zuster, de geliefde vriendin Ulrike heeft zich van hem afgewend, een ambt kan hij niet meer krijgen. De idee van den bevrijdingsdood neemt schoone vormen aan, maar het moet een dood zijn. met iemand tesamen ingegaan. Hij zoekt lang. zijn beste vrienden vraagt hij dringend met hem den dood in te treden, eindelijk vindt hü een vrouw, die ouder wordt, en schoonheid verliest, die ongenees lijk ziek is aan kanker, en dweepziek zijn extase deelt. In Wannsee doodt hij haar en zich zelf met een pistool, in zulk een roes van vreugde, dat de herbergier, bij wiens woning het geschiedt allerlei verhalen in omloop brengt. Henriette Vogel nam hij mede met zich in den dood. Wilhelmina von Zenge. de gene- raalsdochter met wie hij verloofd was. had hij van zich gestooten door den strengheid zijner moreele eischen. waaraan hij zelf niet kon beantwoorden zijn zuster van zich ver vreemd en haar vermogen verbruikt, zijn vriendin Marie von Kleist vereenzaamd achtergelaten. Eerzucht en onbeheerschtheid beide stel den hem den eisch. dat zijn tragedie „Guis- kard" de machtigste van alle tijden zou zijn, dat hij Sophocles en Shakesoeare zou over treffen. zelfcritiek en onwrikbaarheid waren oorzaak, dat het werk niet uitgegeven, maar verbrand werd. Voor zijn „Prinz von Homburg" en zijn „Hermannsslacht" kon hij geen uitgever en geen waardeering vinden. Zijn tooneelstuk „Kathe von Heilbronn" is later opgevoerd, er bestaat een Nederland- sche vertaling van van Nico van Suchtelen Als echte .Jtomantiker" heeft Kleist novel len en vertellingen geschreven. In Parijs schreef hij een drama „Die Familie Schrof- fenstein". Al zijn drama's, b.v. „Penthesilea". zijn gekenmerkt door de overdrevenheid der ksrakters. gelijk hij zelf was. van een groot- sche consequentie, maar te onevenwichtig om op den duur geapprecieerd te worden. yoor het cliché zie 2e kolom. Hetzelfde punt zooals wij het nu kennen. Luchtvaart in Canada. Canada is. door de geografische ligging en bodemgesteldheid een sprekend voorbeeld hoe het vliegtuig als verkeersmiddel vóór kan zijn op andere middelen van vervoer. Aanleg van spoorwegen, van automobiel wegen, vraagt hooge geldelijke offers en zoo zou dit een speculatieve onderneming kun nen worden. Intusschen was het voor het exploiteeren van den rijkdom aan mineralen in het land noodig om over een beter vervoer middel te beschikken dan de hondenslee in den winter en de cano in den zomer; het aangewezen middel werd het vliegtuig. Door het groot, aantal meren in het Noordelijk ge bied, werden de kosten van de exploitatie van luchtroutes tot een minimum beperkt. 's>Zo- mers konden de vliegtuigen als drijvertoestel worden ingericht en in de winterperiode werd het landen op de bevroren meren moge lijk door de landingsgestellen te voorzien van ski's. Zoo gaf het luchtverkeersmiddel de mo gelijkheid om met zeer weinig kosten en na genoeg zonder risico het uitgestrekte mijnge- bied te prospecteeren en met de exploitatie van de rijkdommen aan te vangen. Zijn de exploratiewerkzaamheden voldoende voortge schreden, dan kan de oeconomische expansie van het land den aanleg van goede wegen, later van spoorwegen noodig maken. We zien hier dus het vliegtuig als pionier voor de wel vaart van een zeer uitgestrekt gebied. Het ertsgebied strekt zich uit van de N.W hoek van het N.W. territorium tot in den Z.O. hoek van de provincie Quebec en men vindt daar goud-, zilver- en kopermijnen. Spoor wegen zijn slechts een klein gedeelte van dit uitgestrekte mijngebied aangelegd, zoodat toen begin 1928 door de leidende Mijnbouw Maatschappijen tot een intensieve en uitge breide exploratie werd besloten moest men naar andere middelen van vervoer uitzien. Hierbij kwam nog dat ln een jaar slechts 4 maanden geschikt zijn voor mijnontginning, zoodat ook uit dien hoofde de hondenslee of cano te weinig rendement opleverde. Een sterke luchtvloot werd door twee der voor naamste mijnbouwmaatschappijen aange kocht en in bedrijf gesteld. Bij de exploitatie had men met groote moeilijkheden ie kam pen; door öe zoo zeer van het normale lucht- verkeersbedrijf verschillende omstandigheden moest men het bedrijf op andere leest, schoeien. Het materiaal moest vrijwel het ge- heele jaar buiten blijven; reparaties en revi sies moesten worden uitgevoerd bij zeer lage temperaturen en door de moeilijke routes,, moest de gronddienst zeer nauwgezet worden uitgevoerd. Den vliegers wachtte een moeilijke taak: groote afstanden over vrijwel onbewoond land moesten dagelijks worden gevlogen; kaartenmateriaal was gebrekkig, magnetische kompassen waren vrijwel onbruikbaar. Met tien vliegtuigen werd in de zomer periode de transportdienst geopend; op ver schillende plaatsen werden depots van be- drijfsstoffen en kleine reparatie-bedrijven in gericht, zoodat gaandeweg vluchten over. grootere afstanden konden worden onder nomen. In 1929 werd een aanvang gemaakt met de ontginning van koper aan de „Coppermine River", daarbij gebaseerd op „Baker Lake". Bij een der eerste expedities verdwaalden enkele vliegtuigen die door het slechte weer genoodzaakt waren in dc nabijheid van Vic- torialand te landen. Niet minder dan 40 vliegtuigen werden uitgezonden om de 8 ver miste leden van de expeditie op te zoeken; een kostbare geschiedenis, wanneer men be denkt dat voor die hulpexpeditie een bedrag van 50.000 noodig was. Men vond de acht leden in den besten welstand in een Eskimo dorp. Ondanks de financieele depressie in 1930 werd de arbeid voortgezet. De „Dominion Explovers Ltd."' had 'de ontdekking gedaan dat aan de Oostkust van ..Great Bear Lake" (ongeveer 12 mijl ten Zuiden van den Pool cirkel) radium houdend erts (uranite) was gevonden. Hoewel men hier sceptisch tegen over stond was exploratie toch dc moeite waard, omdat ïn dezelfde streken rijke zil veraders werden ontdekt. Deze vliegdienst eischt wel bijzondere types. Het meermotorige vliegtuig is hier niet. op zijn plaats, de behandeling is te ingewikkeld. De voorverwarming van den motor eischt reeds twee uren en dat is te meer bezwaarlijk omdat de vliegdagen zoo kort zijn. Noodi» zijn gemakkelijk te vliegen vrachtvliegtuigen l met kleine landingssnelheid, een actie ratfinj I van rond 600 mijlen en een betalenden la.;-. I van 18 K G. per P.K., dus voor een skilan- I dingsgestel 1500 K.G- en voorzien van drijvers I 1100 K.G. Een kruissnelheid van 100 mijl I moet verder kunnen worden bereikt. Tot dusverre zijn in gebruik Fokker XJni- I versal, Junkers en Fairchild alle voorzien van luchtgekoelde motoren van 400 P.K. De uitrusting van de bemanning vraagt ooi I speciale aandacht. Elk toestel moet voorzien I zijn van nooduitrusting en een gereedschap*- I kist. De eerste bestaat uit 2 geweren met I munitie, voedsel voor een maand, sneeuw- I schoenen; de gereedschapskist heeft diverse I onderdeelen om zelf kleine reparaties te kpn- nen verrichten en een pomp met 20 M. slang voor het bijvullen uit de benzinevaten, wan- I neer bij een dep^t wordt geland. Indien repa- I ratie niet mogelijk is hebben de vlieger en I mecanicien het prettige vooruitzicht van een I wandeling van een paar honderd mijl om hulp te vinden. Ondanks de moeilijkheden zijn de vervoer-1 cijfers gunstig en heeft het transportbedrijf I zich gunstig ontwikkeld. In 1931 werden I 160.000 mijl afgelegd zonder een ernstig acci- dent en werd 200 ton dan betaleriden last vervoerd. „Gevlogen" zwaluwen. De Deutsche Luft Hansa publiceerde kor telings het verslag van den piloot Baur, die eenigen tijd geleden een vloot van Noorc- Europeesche zwaluwen op den trek naar het Zuiden behulpzaam was, toen de plotselinge koude deze nijvere trekvogels belette de Beiersche Alpen over te vliegen. Zooals wij weten hadden verschillende dierenvrienden de tusschenkomst van de Vereeniging voo: Dierenbescherming ingeroepen om door mid del van de Pers en van den Radio omroep de bevolking op te wekken om vermoeide zwalu wen op te vangen en deze te transporteeren naar het vliegveld bij Mür.chen vanwaar een vliegtuig der D.L.II. de diertjes naar Milaan zou overbrengen. Inderdaad hebben velen aan dien oproep gehoor gegeven zoodat er in totaal 1500 zwa luwen werden overgebracht. Bij het vertrek was het weer al beter 7 graden warmte) en de vogels werden al levendiger. Dit bleef zoo tot een hoogte van 4000 M. werd bereikt; on danks een temperatuur van plus 20 graden in de cabine werden dc dieren rustig, waar schijnlijk door gebrek aan zuurstof. Van dit waardevolle middel konden evenwel geen vogelporties worden verstrekt. Gedurende de daling kwamen zij weer bij en tjilpten naar hartelust, zoodat zij bij aankomst in het warme Milaan weer geheel fit waren, en ook, zoo gauw de kooien werden geopend, aan stonds op eigen wieken het luchtruim kozen. Als bij den aankomst van „prominente" luchtreizigers te doen gebruikelijk, werden ook deze zwaluwen door vele Italiaansche' soortgenooten begroet, die hen een alleszins passende lunch aanboden. De maaltijd smaakte buitengewoon, gezien het feit dat zij meerdere dagen hadden moeten vasten. Het verhaal vermeldt nog dat bi.i aankomst van de douane het grootste gedeelte van de passagiers bereids gevlogen was. Het vliegtuig in dienst van de kolonisatie. Voor dit doel wercl op verzoek van een Ar- gentijnsche Maatschappij het vliegtuig kort geleden toegepast in het grensgebied tus schen Argentinië en Bolivia. Dit grensgebied is vrijwel geheel bedekt met ontoegankelijk oerwoud en behalve de rivier de Pilcomayo is het ook zeer arm aan water. Tot dusverre werd alleen het land langs de rivier bebouwd en op groote schaal voor veeteelt gebruikt. Teneinde de ontginning uit te breiden was het van belang, wetenschap te verkrijgen om trent de aanwezigheid van water. Daartoe werd een vliegtuig van de Boliviaansche luchtverkeersmaatschappij gecharterd om ae verkenning uit de lucht uit te voeren. De bemanning van een Junkers machine ont dekte op verschillende plaatsen kudden van afgedwaald vee. dat zich een weg had weten te banen door het oerbosch naar plaatsen waar zij water vonden, plaatsen, welke aan de maatschappij niet bekend waren. Het mes sneed zoo van twee kanten, want men vond niet alleen water, waardoor dus het arbeids veld van dc kolonisatie maatschappij kon worden uitgebreid, doch bovendien was het mogelijk de afgedwaalde kudden weder op te vangen. V. d. ABEELEN. Het stoomschip Scydlitzvan de Horddcuische Lloyd zal als een drijvend jaarbeursgebouw ccn reis om de wereld maken mei het doel propaganda té maken voor. de Duitsch industrieproducten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 18