PU ROL m 'ftuind-on frujwenden- Snellere Luchtpost naar Indië. Uit de Natuur. Het plan Asjes-Schouw. Een Duinwandeling. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAC 10 DECEMBER 1931 Elke gedachte, gewijd aan een verbetering Van de luchtpostverbinding tusschen Neder land en Nederlandsch Indië. hét belang van onze groot-Nederlandsche Luchtvaart, moet worden toegejuicht en verdient de volle aandacht. De verbetering, die wc op het oog hebben, bestaat nog slechts in plannen en is nog slechts in voorbereiding, doch gezien het feit, dat hierover reeds publicaties werden gedaan, meenden wij, nu de ondernemers dit goed vinden, van die plannen ook een en an der te kunnen vermelden, Dc gedachte aan een snellere verbinding Is reeds 6 jaren geleden naar voren ge bracht door wijlen Ir. Grasé, den bekwa men ingenieur-vlieger van de Fokker-fabrie ken. Dergelijke vruchtbare gedachten gaan gelukkig niet verloren en de ideale lucht- postverbinding, welke werd beoogd, zette zich ook in het brein vast van den heer Slot, den constructeur der Panderfabrieken. Deze ontmoette op zijn Aviatischen levensweg den jongen, energieken reserve-officiervlieger van dc Luchtvaartafdeeling D. L. Asjes, eveneens met gedachten in die richting. Het verband was gelegd en zoo gingen in deze combinatie belden leder op zijn gebied aan het werk en in de voorbereiding maakten binden vorderingen. F.r is toe te juichen dat men, ondanks de moeilijke tijden, belangstelling vond voor het plan; dc besprekingen met vooraanstaande belanghebbende lichamen en personen had den reeds tot resultaat, dat op financieel ge bied toezeggingen weiden gedaan. De voor bereidingen van de vlucht: routegegevens, meteorologische data, navigatieproblemen werden verzameld en berekend eenerzijds; de ontwerpen en berekeningen voor het vliegtuig gemaakt, anderzijds. De taak van den constructeur is niet ge ring: van de bemanning ook niet, doch deze komt eerst in tweede instantie. De berekeningen hebben geleid tot het ontwerpen van een eendekker met lagen vleugel, met 3 luchtgekoelde motoren: één in den neus en twee onder den vleugel. De afmetingen zijn bepaald: breedte 18 M.; lengte 11.25 M.; hoogte 3.75 M.. vleugel oppervlak 40 M2. Het gewicht is gerekend op 2700 K.G. leeg. Hierbij zou dan komen: 2 personen 100 K.G.; post en vracht 340 K.G,; bedrljfsstoffcn voor 14 uur 2800 K.G., zoodat het totaal zou komen op 6000 K.G. De be lasting per vierkanten meter vleugelopper- vlak komt 200 op 150 K.G. bij volle last, hetgeen een hooge waarde moet wor den genoemd. Het gevolg is: groote aanloop lengte, groote landingssnelheid en uitloop, welke weder door reminrichUngen zullen moeten worden beperkt. Het ..snelle plan'' is gebaseerd op groote kruissnelheid wil men althans de rechte lijn kunnen vliegen, d.w.z. groote trajecten non- stop kunnen afleggen. Voor het ontworpen vliegtuig is gerekend op 300 K.M. per uur. Deze eveneens hooge eisch vordert een bijzonder goeden aerodynamischen vorm van het geheel; de frontweerstand moet tot een minimum worden beperkt, waardoor vanzelf moet worden gezocht naar een intrekbaar landingsgestel, op zichzelf, bij een dergelijk zwaar vliegtuig, een moeilijke opgave. Teneinde bij onverhoopt optredend defect aan een der motoren doorvliegen mogelijk te maken, is bedacht een deel der benzine te kunnen doen wegvloeien, zoodat het to taal gewicht evenredig verminderd wordt. De verdere uitwerking van het project is In handen van de Panderfabriek en Aviolanda. De mogelijkheden welke zich voordoen bij het welslagen van den bouw van het vlieg tuig zijn enorm: de reisduur heen wordt te ruggebracht tot twee-en-een halven dag, de terugreis op anderhalven dag. Binnen een week is dus antwoord op brieven van Hol land naar Indië mogelijk. Het is wel niet noodig om op dit enorme economische be lang verder in te gaan. Het is o.i. onjuist om sceptisch tegenover een dergelijk plan te staan; met volle er kenning van de niet geringe moeilijkheden, welke bij de uitvoering van het ontwerp om een oplossing vragen, is het onjuist, het plan als een onmogelijkheid te verwerpen. Het enorme belang reeds dat wordt gediend door de gedachte, rechtvaardigt reeds ten volle de belangstelling op moreel en finan cieel gebied. Een belangstelling welke onge twijfeld noodig is, wil aan het plan begin van uitvoering kunnen worden gegeven. Het is daarom verblijdend dat die belang stelling reeds is betoond en wij hopen door deze uiteenzetting die nog te hebben aange wakkerd. De bemanning is voor haar taak berekend: een goed physiek en een krachtige wil, naast ervaring en goed vliegerschap zullen de vlucht tot een goed einde brengen, daar twijfelen wij niet aan. V. d. ABEELEN. iDe afgeloopen zomer heeft evenals dc vorige, zooveel regen gebracht, dat het grond water in do duinen vrij hoog staat. Daar komt bij dat in droge zomers meer duinwater gebruikt wordt dan gewoon voor straat- en tuin besproeiing, zoodat een matte zomer dubbel voordcel geeft aan den plantengroei van de enkele lage stukjes duin, waar de moeras-flora nog niet geheel verdrongen is. Het i-s ook niet, altijd uitsluitend de daling van don waterstand door de waterleiding, die de moeras flora in de duinen doet ver dwijnen. Want het du in terrain is nooit geheel vast. Hier en daar zijn stuifplekken. Liggen deze op een hoog punt. dan stuift zeer langzaam maar zeker Biet zand naar lagere plekken, die ten Noord-Oosten er van liggen, want de overheerschendc wind is Zuid-West. Ligt zoo'n stuif plek op een laag niveau, dan heb ben we kans dat zoo'n plek nog dieper uit- stulft tot het grondwater, en we krijgen weer vochtige plekken. 't Zou dus zaak zijn de hooger gelegen sthifplektoen vast te leggen en de lager ge legene hun gang te laten gaan. Onbegrijpelijk genoeg zien we in de Overveensche duinen juist het omgekeerde geschieden met het ge volg dat er ook plekken verdrogen door op- Jvoeging door stuifzand, iets waar de water leiding niets aan doen kan. Een-tweede kwaad vormen de konijnen. Sommige planten van hot vochtige duin, zooals de Muggen-ordhis, verschenen in 1929. toen door een strengen winter bijna allo konijnen gedood waren, op verschillende plekken, ondanks den drogen zomer en lagen waterstand. Nu. na twee jaar extra regen en hoogen waterstand en tege lijk veel konijnen, heb ik nog geen Mug gen-orchis in het Overveensche duin kimmen ontdekken. Nu Is er een plant van de voch tige duinpannen, die door geen konijnen aan gevreten wordt-, en toch alleen in vochtige zomers verschijnt. Dit is de Bittere Gentiaan (Gentiana Amarella). zooals de na aan aan geeft. te bitter om bij de konijnen in den smaak te vallen. De aanwezigheid van deze plant is dus met enkele verwante soorten als het Duizend guldenkruid, dat ook al bitter is. een goede maatstaf om te bcoordceien of de regenval on hoogerc waterst and direct den plantengroei in gunstigen zin beïnvloeden. Is deze er weer. maar ontbroken andere, zooals de Muggen- orchis. dan kunnen we zeggen da: het voordeel van den regenrijken zomer al direct weer voor een groot deel teniet gedaan wordt door de door konijnen aangerichte schade. 't Was een stille, zachte middag dat ik het duin introk, op zoek naar Gentianen. Want vroeger bloeide de Bittere Gentiaan tot laat in 't Jaar. tot in het begin van December. Dat was dan als na een droog voorjaar in Juli veel regen kwam en de planten laat be gonnen te bloeien en' dus den laten herfst er bij moesten nemen. Nu was de regenval al vroeger in 't jaar voldoende geweest voor het kiemen van dc zaden, want deze Gentiaan is een één-Jarige, maar dan hoopte ik de uitgebloeide planten toch te zien. Het was levendig in het duin door de vogels. Groote troepen kraaien vlogen op uit do aardappelveldjes waar ze zochten naar het „kriel", dat bij hot rooien achtergelaten was. Spreeuwen zaten er ook in den opvliegenden troop, die zijn niet origineel in hot vinden van hun voedsel maar kijken eerst .waai- ecu ander Lwat zoekt. 't Was absoluut stil in het duin, De bonken stonden met hun prachtige witte stammen hun laatste gele bladeren af te stooten, het mos zag al kopergroen, zooals dat overal groeiende duinmos (Bar-bula rurali formis) kan doen. De duinrozen waren bevroren en bruin maar uit de verte toch bijna even brons kleurig als anders. De geheimzin,nige aardsterren, die padde stoelen met wolkjes bruine sporen als je er tegen stoot,, waren hier en diaar te zien, in hoofdzaak Geaster triplex en fimbria lus, en als Dritte im Bunde de zeldzame gestoelde stuifbal. Tulostoma mammosum, wat let terlijk vertaald ,,de van tepel voorziene buit- mond" beteckent, wat wel juist is maar niet poëtisch klinkt. Op een Noord-helling vinden we uitgebloei de Herminium, een groen orchideetje, dat nat of droog groeit, maar op de droge plekken alleen in regenrijke jaren en aangezien de natte plekken al jaren droog zijn kunnen we in de Overveensche en Castricumsche duinen niet ieder jaar op Herminium rekenen. Dat is op Voorne anders, om het Kwakjeswater. Een groote roofvogel zoekt het terrein af. Hij is bruin met lichtgrijs en heeft op lederen onderkant van den vleugel een zwarte vlek, een prachtige groote vogel die statig „zeil- vliegt" in sierlijke bochten, zonder veel vleu gelslag. 's Avonds zou „Hoe heet die vogel?" van Jan Strijbos pas uitkomst brengen wat het was het vliegbeeld van bladz. 44 liet geen twijfel over het was de zeldzame Ruigpoot buizerd, die bij ons nooit broedt maar wel in Noord-Oost-Europa en dan op de trek in ons land waargenomen wordt en soms als „arend" in krantenberichten verschijnt, zoo als Thijsse opgeeft in het Vogelboekje. De geplukte fasant. die we even t.e voren gevonden hadden, zal dus wel een slachtoffer zijn van dezen wintergast en als de jagers nu denken dat hij schadelijk is voor de jacht dan wil ik er alleen op wijzen dat het bij de wet verboden is om op den Ruigpootbuizerd te schieten Nog één richel over en we waren In de val lei van de Gentianen. We moesten tusschen wat aardappelveldjes door. waar nu bloem bollen geplant waren, goed gedekt tegen ver stuiven en vorst en kwamen toen in het lage. goed met laag gras en kruipwilg begroeide pannetje, waar ze vroeger stonden. Onze tocht was niet vergeefsch geweest, een 10-tal planten hadden er gebloeid en strooiden hun zaad. maar van zoo'n laten bloei als vroeger wel eens voorKwam, was niets te bekennen Op een braak-liggend aardappelveldje nam ik eens polshoogte hoe het stond met het grondwater. Mijn stok ging een 2530 c.M. gemakkelijk naar beneden. Dat ls de bouw- voor, die ieder jaar gespit wordt. Daarna ging het zwaarder en zat ik ook dicht bij het water want de zanddeeltles, die ik met mijn stok ophaalde waren kletsnat. Wat zouden deze veldjes, als men ze eens liet verstuiven tot het grond water, een prachtig duinmoeras geven in enkele jaren. Er stonden al overal rozetten van Duizend-gulden kruid, maar die worden ïn Maart weer ondergespit voor dé aardappelen, "t Land brengt heel weinig op, maar toch iets en de wilde planten zijn maar onkruid. De wet zorgt prachtig voor de be scherming van de vogels maar de wonder mooie tnoerasduinflora gaat langzaam maar zeker achteruit terwijl eer. kleine hulp van den mensch in een terrein wonderen kan doen. We gingen terug; het begon te schemeren. Een ploeg werkvolk ging ook naar huis; zij verwisselden in een' boschje de glimmende spaden voor roestige fietsen, wenschten el kaar goeienavond en fietsten naar den Zee weg en naar huis, Onze fietsen lagen ook ergens, twee richels verder, door een dal waar de berken als in een heksenkring om een open vlak staan en in een vlak waar vijftien jaar geleden de dotterbloemen en gele Irissen nog in de natte greppels stonden. Dat heeft de waterleiding op haar geweten. En we hebben in het Overveensche duin met de nadeelen van de waterleiding niet de voordeelen van het overheidsbezit zooals bij den Haag. Voge lenzang, Castricum en Schoorl, voordeelen die soms wel opwegen tegen de nadeelen. Ik denk aan goede verzorging van het terrein, bebosschingcn op groote schaal, vrije wande ling voor kaarthouders en geen kans op villa- bouw. Maar nu dc malaise in den eersten tijd vlllabouw langs den Zeeweg tegenhoudt, ge loof ik dat de inzichten omtrent natuurbe houd dan weer zooveel gevorderd zullen zijn, dat men zal inzien dat men niet bouwen mag in het meest grootsche en ongerepte duin landschap van Kennemerland C. SIPKES. HAARLEMSCH KINDER- TOONEEL. EEN AARDIGE KINDER-OPERETTE VOOR EEN GOED DOEL. Op 19 en 20 December a.s. zal in de Stads schouwburg een matinée worden gegeven door het Baarlemseh Kindertooneel. Opge voerd zal worden een kinderoperetite ..Een St. Nicolaasnacht in Vlaanderen", vrij naar een sprookje van Felix Timmermans, door Mevr. S. van Bommelvan Heusde, schrijf ster van „Een oude jaarsavondfeest te VoLen- dam", dat verleden jaar gegeven is. Het is „een vroolïjk spel met zang en dans, voor oud en jong", onder regie van Theo Bouwmeester; de muzikale leiding is in •handen van Mevr. Rie van Eden: voor de dansen, die ingestudeerd zijn door Mevr. Tilly Silon, heeft de heer Adam de muziek gecomponeerd. Ieder, die deze namen kent vindt daarin een waarborg, dat hier iets geboden wordt, dat hot vol fantasie en verrassende wendin- verzorgd cn af. Het feit, dat de jeugdige acteurs en actri ces zonder uitzondering dilettanten zijn, ver hoogt fti dit geval de aantrekkelijkheid, niet alleen voor de in spanning meelevende ouders, maar ook voor de andere toeschou wers, want onder deze leiding kan men er zeker van zijn, dat de stunteligheid van. het dilettantisme wegvalt en de charme van het ZUivére kinderlijke blijft. Natuurlijk willen wij niet de clou van het veihaal verklappen, niaar slechts verzekeren, dat he tvol fantasie en verrassende wendin gen is. Er valt heel wat te. zien cn te (hooren en de gezellige wijsjes zijn niet van de lucht. Mevrouw van Bommel, die als schrijfster van opercttcn haar sporen verdiend heeft, weet zoo alleraardigst den kindartoon te ia-ef fen en aan de actueele dingen in hot kinder- leven een plaats te geven. De opvoering heeft ten doel het verkrijgen van de noodige fondsen voor een op te rich ten crèche in Haarlem-Noord, waar d,ringend behoefte aan is en voor die ins tand houding van een bestaande kinderbewaarplaate in de Asterstraat. Verleden jaar heeft het Haarlemsch Kin- dertooneel met de opvoering van „Ben oude jaarsavond te Volendam" tot driemaal toe een uitverkochte zaal gehad. In de pauze wordt voor verschillende at tracties gezorgd: een Kerstboom, Zwarte Piet met. een grabbelton, voorts de verloting van Bruintje Beer, en een koffergramofoon. VEREENT GING „OOST EN WEST". Op Woensdag 16 Doe. wordt door de afd. Haarlem van deze vereeniging een avond aan Indië's schoonheid gewijd in woord en beeld in den schouwburg Jansweg. Mevr. Mies C. Zwierzina. voordrachtskunstenares uit Den Haag en de heer Johan Koning, journalist en letterkundige te Voorburg zullen hier aan hun medewerking verleenen. DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE. De vrouwengroepen in de Liberale Staats partij ..De Vrijheidsbond" der afdeelingen Haarlem. Bloemendaal en Heemstede verga deren Maandagmiddag 14 December 1931 in ,Do Nijverheid". Mejuffrouw L. C. A. van Eeghen. presid. van het hoofdbestuur van de Vrouwengroep, zal spreken over „De Ontwape- ningscon f erentie". INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet veranticoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt dc kopij den inzender niet teruggegeven. DE KERSTPOTTEN VAN HET LEGER DES HEILS. „Al weer vragen" zucht misschien menigeen bij het zien van de Kerstpotten. maar „al weer geven" zal toch niemand verzuimen, die het hart op de rechte plaats heeft. Onnoodig nog maals te wijzen op de alom heerschende el lende! Onncodig ook om to vertellen van al het goede, dat het ..Leger" doet. lederen dag opnieuw. Hoe ook de Haarlemmers het goede werk waardeeren, bleek wel bij de onlangs ge houden Inzameling van kleeren, dekens, enz. Het doel van mijn schrijven is alleen, u te herinneren aan de woorden van den Grootsten Weldoener. „Het is zaliger to geven dan te ontvangen!" Wees dan nu eens egoïst en geef u zelf de vreugde, riie er ligt in geven! Geef met een blij en dankbaar hart en bedenk hoe veel voorrecht gij bezit, allereerst wel, dat gij nog kunt geven, in plaats van „gaven" noodig te hebben. Als wij allen eerlijk geven, wat we kunnen missen, zal er toch eenig „licht" zijn voor velen, in den donkeren Kerstmistijd van 1931. Met dank voor de opneming. EEN NIET-HEILSOLDATE. VROUWENRECHT EN WERKLOOSHEID. Mijnheer de Redacteur, In uw blad, evenals in andere bladen, kun nen we, vooral de laatste weken, weer eens ingezonden stukken lezen, die onder de titels „Werkloosheidsbestrijding" -r „Moeders die geld verdienen" „De vrouw cn de Crisis" „De Moeder-Ambtenares" „Dc gehuwde Ambtenaressen" etc. min of meer felle en eenzijdige aanvallen doen op dc positie der gehuwde en ongehuwde vrouw in het maat schappelijk leven. Mag ik ook in Uw blad nog eens een ander geluid laten hooren? Vele menschen achten dc gehuwde en ongehuwde vrouwen op kantoren, fabrieken en derg. in stellingen een groot gevaar voor onze samen leving, vooral in deze crisistijden en daarom Willen zij deze vrouwen en meisjes mot „één pennestreek" of in zeer korte tijdsperioden ontslaan, uitsluitend omdat men meent dat hierdoor de werkloosheid der mannen voor 't grootste deel verholpen kan worden en er zoodoende minder steun aan de behoeftigen zal behoeven te worden verleend. Deze bewering gaat ten eerste niet geheel op en ten tweede zouden op die manier op weerzinwekkende wijze de bestaansrechten der vrouw worden aangetast. Dacht men lieusch dat bedoelde vrouwen een meisjes voor genoegen naar kantoor etc. gaan, of alleen maar om zich overbodige luxe te verschaffen? Dan heeft men toch geen ruimen kijk op de omstandigheden waarin dezulken verkeeren. Afgezien dan nog van het feit. dat den laatsten tijd herhaaldelijk wordt betoogd, dat wie ruim geld uitgeeft het economisch leven op gang houdt, en de uitzonderingen daarge laten, kunnen we gerust aannemen, dat de vrouwen en meisjes door vaak bittere nood zakelijkheid gedwongen worden om arbeid als hierboven bedoeld te verrichten. En dat terwijl haar natuurlijke verlangens uitgaan naar de vervulling van haar primaire, vrou welijke plichten. Vaak ook naar arbeid die meer in de lijn ligt van deze verlangens. Want niet iedere vrouw is voor het huwe lijk bestemd, al zou dit alleen reeds veroor zaakt worden door het aanwezige surplus aan huwbare vrouwen. Bovendien, wie zal er tellen degenen onder hen, die behalve voor zichzelf, óók nog in het onderhoud van een of meer hulpbehoevende familieleden moeten voorzien? Dat is nu eenmaal zoo. En nu wil men deze vrouwen en meisjes zóómaar ontslaan, wég doen uit de mannen maatschappij, wègdoen van de plaats die door een man ingenomen zou kunnen worden. Behalve de groote onrechtvaardigheid van dit ontslag van vaak trouw- en hardwerken de vrouwenden meisjes, die vechten om een redelijk bestaan, zit er deze groote economi sche fout in, dat daarmee de werkloosheid niet wordt verminderd, maar eenvoudig naar een andere sexe verschoven, zoodat de ge meenschap met haar hulpvaardigheid naar deze nieuwe stakkerds zal moeten gaan om zien. Of meent men, dat Iedere ontslagen, onge huwde vrouw wel op een andere eerbare manier de kost voor zichzelf en de van haar afhankelijken kan verdienen? Acht men Iedere vrouw tot het werk van een werkvrouw, dienstbode of verpleegster etc. in staat en is men er zoo zeker van dat de onbrengst daarvan voldoende is om te kun nen blijven bestaan? Natuurlijk houdt een en ander verband met de z.g. „bultenlandsche" meisjes (wat denken we allemaal toch internationaal vindt U niet!), doch dit moet men de op kan toor en fabriek werkende vrouwen en meisjes niet alléén verwijten. Hebben mannelijke arbeiders, die nu in nood zitten, niet zelve in den loop der jaren hun meisjes naar de fabrieken gestuurd om dat daar meer te verdienen was en hebben zij zelve er de profijten niet van getrokken? En natuurlijk zijn de maatschappelijke ver houdingen verkeerd als het loon van vader niet toereikend was (en ls) voor de gezinsbe hoeften. Maar ondanks dit alles is toch de ontwikke ling voortgegaan en heeft de vrouw, óók de arbeidersvrouw, respect voor zichzelve en haar bestaansrechten afgedwongen. En dat speciaal de zelfbewuste, ongehuwde vrouw in haar bestaan onafhankelijk wil zijn ls haar goed recht, dat onaangetast blijven moet. Maar wat wil men dan nu met al die aange prezen, vliegende maatregelen bereiken? Moeten we soms weer terug naar de tijden waarin de vrouw bij den man werd ten ach ter gesteld? Moet het soms weer zóó worden, dat de man heeft te beslissen wat er met de vrouw moet gebeuren, dat de man het recht heeft haar bestaansrecht te besnoeien, het recht heeft haar te verdringen en haar te beschou wen als een wezen, tot vrijwel niets anders bekwaam dan tot huishoudelijk werk. liefde, en voortplanting en om zoo mogelijk haar gezin wat kunstgenot te verschaffen? Weet men dan niet meer hoe de vrouwen geleden hebben, hoe vooral de ongehuwden geschreeuwd hebben om recht en om gelijk- rechtige behandeling als de man0 Weet men dan niets van het innerlijk leed der duizenden vrouwen, die. geroepen tot ook-door-mannen-te-verrichten-arbeid. die zij als haar secondaire plichten aanvoelen en beschouwen), diep in haar zielen hunkeren naar de vervulling van haar natuurlijke ver langens. naar de verwezenlijking van haar hoogste ideaal: de meest volkomen vervulling van de primaire plichten der echtgenoote en moeder? Weet men dan niets van dat stilgezwegen, stilgedragen leed, dat vaak de donkere onder grond van dien secondalren arbeid is? Och, we weten het bijna allemaal wel, maar we leven er over heen, vóóral als het, zooals nu, te pas komt. Maar indien we er. juist in dezen tijd eens wat meer over nadenken, zullen we gevoelen en beseffen, de redelijkheid ervan erkennen, dat de vrouw het recht heeft, desnoods met een bloedend hart. iedere plaats in onze sa menleving in te nemen. Een hoog-mcnschelijk recht, dat niet van mannelijke willekeur, welwillendheid of ge nade afhankelijk is. Gelukkig zijn er ook on telbare mannen en vrouwen die vooral de ongehuwde vrouw in haar bestaansstrjjd even onafhankelijk achten als den man. Weet ge. in hoeverre de rechten en plich ten van den man ten opzichte van de vrouw in deze omstandigheden zich uitstrekken? In INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. zooverre, dat hij met zijn ingeboren, ridder lijke en beschermende gevoelens voor de vrouw haar heeft te helpen in haar vaak moeilijken strijd, heeft op te komen voor haar volkomen aan den man gelijke rechten van bestaan en bestaansmogelijkheid. Al doet hij dit alleen maar met de simpele pas sieve daad haar niet in den weg te staan. Nu, wat speciaal de gehuwde vrouw betreft. Natuurlijk is het een gezonde opvatting] dat, waar haar primaire plichten haar bij haar gezin en kinderen roepen, zij, indien dit niet noodzakelijk is, geen arbeid buitenshuis moet verrichten, temeer daar de dubbele bron van inkomsten een onbillijkheid ten opzichte van de werklooze is. Er doen zich evenwel heel dikwijls omstan digheden voor, waardoor zij genoodzaakt wordt door-onverschillig-welken-arbeid-bu!- tenshuls, geheel of gedeeltelijk in de behoef ten van haar gezin te voorzien. Dit is een zeer ongcwenschte toestand, maar drijft bit tere noodzakelijkheid een vrouw hiertoe, dan heeft ze ook het recht overal aan te kloppen. Bovendien dient er toch rekening mee ge houden. dat, waar mogelijk en indien zij het wenscht, de vrouw in de gelegenheid moet zijn om naast haar gezinstaak ook gemeen- schapswerk waar te nemen, ongeacht of dit geld oplevert of niet. Over dit eventueel „geld bij verdienen'' moeten we de „vrouw" niet lastig vallen waar er toch bij groot en klein voorbeelden voor 't grijpen zijn dat bij took vaak ongehuwde) mannen het mes van twee kanten snijdt. Nu zal menigeen direct zeggen: „Maar dit is verkeerd Goed, neem dan stelling tegen die wanver houding in zijn geheel cn zorg ervoor dat die „bijverdienste" overbodig wordt. Maar in den bestaansstrijd in deze maatschappij, za! toch ieder weldenkend mensch ook de vrouw gelijke rechten willen toekennen om in de behoeften van het gezin te voorzien? De dwaze raad. die ik dezer dagen in de rubriek „Ingezonden" las, om de vrouwen, die niet als huisvrouw, naaister, werkvrouw, dienstbode etc. aan het werk gezet kunnen worden eenvoudig (op gemeenschapskosten natuurlijk! Zeer economisch!» naar een ar menhuis te transporteeren, zou niet serieus te nemen zijn, indien deze niet in het open baar gegeven was. Ik begrijp niet, dat de vrouw, die zooiets schreef, niet inziet, dat ze daarmee zichzelve disqualificeert en belee- digt, niet om het werk, waar zij 't over heeft, maar om de manier waarop zij de vrouw wil behandeld zien. U. mijnheer de Redacteur, dankende voor bet verleenen'van zoo groote plaatsruimte, teeken ik. Hoogachtend, W. A. VAN SONSBEEK. Haarlem, 9 December 1931. GEMEENTELIJKE BEZUINIGING. Geachte redactie, Nooit is het ons nog te beurt gevallen, dat wij van onze goede gemeente een surprise mochten ontvangen voor St. Nicolaas. Dit jaar werden wij allen verblijd met de mededeeling dat er een nadeelig saldo op de begrooting is van f 717.000 en dat de opcenten worden verhoogd tot 80. Werkelijk een prachtig cadeau! Misschien was dit cadeau met meer ge noegen aanvaard, als ieder inwoner zoo'n epistel thuis gestuurd had gekregen, op de manier als wij vroeger een schoolplaat moch ten ontvangen met een rood lintje er om en een St. Nicolaas afbeelding er op. Ik geloof dat het meer had ingeslagen. Doch alle gekheid opzij in dezen droeven tijd. Waar ik het meeste bang voor ben is, dat' ons gemeentebestuur, door maar stee'ds meer opcenten te berekenen, de inwoners naar el ders doet verhuizen. Is het geen wonder dat vele gegoede ingezetenen absoluut niet meer in Haarlem willen wonen? De groote belas tingbetalers gaan heen en 'de schuldenlast moet door de minder goed gesitueerden be taald worden. Kranig hebben de drie hoofdambtenaren gewerkt om tot een bezuiniging te komen van f 127.000. Gaarne gee'f ik hun de pluim die hun toekomt. Maar mijns inziens had men nu eens niet drie hoofdambtenaren in deze com missie moeten benoemen, maar drie of meer accountants. Deze hoofdambtenaren hoe flink ze ook ge werkt hebben, kunnen niet het mes er in zet ten waar het noodig is. En het is toch zeker hoog noodig dat het mes eens flink gebruikt wordt. Het mes zou ik het eerst zetten in de pen sioenen van de wethouders. Deze menschen die een flink salaris en vele faciliteiten ge nieten wanneer zij in functie zijn, behoeven niet na hun diensttijd nogmaals te genieten van een prachtig inkomen, dat men „pen sioen" noemt. Het zou eenigszlns grond hebben indien deze menschen zich in dienst van de gemeente af gesloofd hadden en geen verderen arbeid meer konden verrichten maar er zijn jonge en krachtige menschen onder hen. die zelfs hooge posities bekleeden. Daarom vind ik dit pen sioengeld uit den booze. Dan zijn er nog vele ambtenaren, zelfs die afdeelings-chef zijn, welke bij hun salaris ook pensioen ontvangen voor vroegere leger-dienst Jaren. Een overbodige luxe zijn ook de vele boden in 't Stadhuis. Het is toch zeker niet noodig dat voor iederen hoofdambtenaar zoo'n man disponibel is? Op alle afdeelingen van het gemeentelijke huis kan bezuinigd worden cn flink ook, maar men durft niet. Men kijkt elkander naar de oogen en het schijnt of alle afdeelingen aan elkander hangen. Het ls toch zeker wel tot stand te brengen dat diverse administraties bijeen gevoegd wor den. zoodat niet over twee personen een chef aangesteld behoeft te worden. Wanneer de arbeid bij de gemeente produc tief verdeeld wordt is er zeker heel wat te be zuinigen. In crisistijden als deze moest e'.ke gemeente een man aan 't hoofd hebben, welke vrij staat van eenig politiek partij gedoe. Die alles naar zijn eigen inzicht regelde en die den moed had te bezuinigen waar het moet. Politiek of richting behoort bij bezuiniging geheel opzij gezet te worden. Nu is het een politiek belang, doch het moet zijn een ge meentebelang. Dit wordt maar al te dikwijls vergeten. Richting A en richting B zitten te kibbelen in den raad. maar het gemeentebelang, dus ons aller belang, wordt uit het oog verloren. Als richting A of B maar wint, dat is al vol doende. Het is reeds vóór mij gezegd: Mannen cn vrouwen van Haarlem, bedenkt u voor gij we der eens ter stembus gaat. Stemt liever blanco dan op hun die op uw vergaderingen alles be loven en in den raad hun stem nooit laten hooren. Partijbelang opzij! Gemeentebelang voor aan! Dan kan er bezuinigd worden. Met dank voor de plaatsing. EEN BELASTINGBETALER, l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10