Zijn de kleinhandelsprijzen te hoog? Aalsmeer en de rozencultuur. Het Ideale Ruilmiddel. DINSDAG 15 DECEMBER 1931 Het antwoord van Mr. Trip. Hij meent dat de ondernemerswinst gestegen is. In Haarlem's Dagblad van 7 November j.l. sehreef ik over Mr. Trip's uitlating te Genève aan dagbladcorrespondenten over de z.i. hooge winsten van den tusschenhandel en daarop gevolgde bespreking in een vergade ring der Amsterdamsche Kamer van Koop- kandel. Het gevolg van een en ander was een brief van 18 November j.l. van Mr. Trip aan den heer E. Heldring, voorzitter dezer Kamer. Deze brief luidt: Inderdaad heb ik in een persgesprek te Genève in September 1931. dus vóórdat ik tot mijn tegenwoordige functie geroepen werd, de door U weergegeven uitlating gedaan. Ik vermoed, dat de bijzondere belangstelling, waarin die uitlating zich heeft mogen ver heugen, in hoofdzaak is toe te schrijven aan mijn. sedert gevolgde, benoeming bij de Ne- derlandsche Bank. Voorop sta, dat ik geenszins bedoeld heb een blaam te werpen op den tusschenhandel. Ik acht het volkomen'verklaarbaar, dat zij die aan dezen handel deelnemen, hunne prijzen niet verlagen zoolang het publiek in staat en bereid is de oude prijzen te betalen. De thans in gang zijnde ontwikkeling, die ovigetwijleld zal doorzetten, toont aan. dat zulks niet lan ger het geval is, zoodat ik niet betwijfel of de betere aanpassing, die ik als één der meest belangrijke factoren voor een verbetering van de situatie beschouw, zal thans in een vlugger tempo verkregen worden, In de tweede plaat--; vestig ik er Uw aan dacht op, dat mijn uitspraak een algemeen karakter droeg en niet fcecogde als mijn mee ning kenbaar te maken, dat alle tusschen- handelaren of alle groepen van tusschen - handelarcn aanzienlijke winsten zouden ma ken. Ik sprak van den tusschenhandel in het algemeen en niet in het bijzonder van den kleinhandel. Wat nu de juistheid van de uitspraak zelve betreft, ik erken, dat het mathematisch be wijs van die juistheid voor mij niet te leveren valt. Hiertoe zou een uitgebreid onderzoek naar de individueele winsten, in den tus schenhandel gemaakt, noodig zijn. Een der gelijk onderzoek heb ik uit den aard der zaak niet Ingesteld. Mijn meening was gegrond op de ontwikkeling van de indexcijfers en op de uiterlijke teekenen van welvaart, die ik waarnam van de zijde van onderscheidene leden der groepen, die aan den tusschen handel deelnemen. U zult het met mij eens zijn. dat d^ze laat ste grond zich niet leent vcor een gedetail leerde bewijsvoering, zoodat ik mij daarvan moet onthouden. Wat nu de indexcijfers betreft, laat ik hieronder volgen een staatje van de ontwik keling dier cijfers voor den kleinhandel c-n den groothandel gedurende het tijdvak van Maart 1928 tot September 1931. Indexcijfers der klein- en groothandels- prijzen van voedingsmiddelen. ("Centraal Bureau voor de Statistiek). Klemhand. Groothand. Verschil 1911/T2 100 1913 100 Maart 1928 166.4 101 5,4 Juni 1928 169.4 163 6.4 Sept. 1928 165,8 151 14,8 Dec. 1928 164.1 155 9,1 Maart 1929 163,1 156 7.1 Juni 1929 165.3 148 17,3 Sept. 1929 159.5 147 12,5 Dec 1929 161.6 140 21,6 Maart 1930 152.0 121 31,0 Juni 1930 151.6 119 32.6 Sept. 1930 152,5 115 37.5 Dec. 1930 144.8 111 33,8 Maart 1931 139,9 105 34.9 Juni 1931 140.6 103 37.6 Sept. 1931 136,9 95 41,9 Hoewel uit den aard der zaak niet verwacht kan worden, dat procentsgewijze de klein handelsprijzen een even groote daling zullen aanwijzen als de groothandelsprijzen, moet toch naar mijn meening, uit de hierboven weergegeven cijfers, in het bijzonder uit een beschouwing van die cijfers der laatste kolom, de slotsom getrokken worden, dat de onder nemerswinst gestegen is. Dat de bedrijfs- onkosten in het bedoelde tijdvak gestegen zouden zijn, kan bezwaarlijk worden aange nomen, terwijl de bekende en verklaarbare neiging om voorraden zoo klein mogelijk te houden, moet leiden tot de conclusie, dat de liquidatie van tegen hoogere prijzen ingesla gen voorraden in dezen geen rol van beleeko- ni„ gespeeld heeft. Het valt. dunkt mij. niet te ontkennen, dat voor een belangrijk aantal artikelen de marge tusschen de prijzen in den groothandel en die in den kleinhandel in de laatste jaren niet onbelangrijk is gestegen. Daar zulks, gelijk gezegd is. wel niet kan te wijten zijn aan de toeneming van het min of meer vaste be standdeel dier marge (bedrijfsonkoster) acht ik ook uit dezen hoofde een vergrooting van de ondernemerswinst alleszins aannemelijk. Alles tezamen genomen meen ik te mogen zeggen, dat. hoewel mijn uitlating op een goudschaaltje gewogen, wellicht een te alge meen en te positief karakter droeg hetgeen by een persgesprek niet onverklaarbaar is de strekking van die uitlating niet als on;; :- grond kan worden aangemerkt en geen re den tot verstoordheid kan opleveren. Het gebruik, dat U van dezen brief wenscht te maken, laat ik gaarne aan Uw beoordee ling over. Het kan niet de bedoeling zijn in een der- gelijken brief als muggezifter op te treden; al zijn er mi. verscheidene passages, waar over wel iets op te merken valt. Van meer belang acht ik een korte bespreking van een tweetal opmerkingen: 1. de ontwikkeling van de indexcijfers en 2. de niet gestegen be drijfskosten. De statistieken van groot- en kleinhandels prijzen, welke ons Centraal Bureau der Sta tistiek te 's-Gravenhage verzamelt geven bij onderlinge vergelijking geen basis voor een beoordeeling of de eene. dan wel de andere te hoog zijn. Dit instituut heeft de beschikking over de kleinhandelsprijzen van een aantal voedlngs- en genotmiddelen In tien groote gemeenten van ons land. Het gaat daarbij om 43 artikelen, verdeeld ln 5 groepen t.w. ->od en beschuit, meelspijzen en -Tutterswarm, melk kaas en eieren, vleesch. oliën en vetten, kruidenierswaren en genotmiddelen. Tien let- Je evenwel op cn bedenke, dat daaronder bijv. niet voorkomen: kleeding, schoeisel, huisvesting enz.; nog daargelaten dat de prijsdaling van een veel gebruikt artikel voor den gebruiker van veel meer beteekenis is dan die van een artikel, dat men weinig ge bruikt. Nu blijkt, dat de kleinhandelsprijs der 46 artikelen tezamen over 1929 20% lager is dan dien over September 1931. Maar men kan zich. teneinde eenige meerdere zeker heid te verschaffen, ook richten tot de ge gevens van de Statistische Bureaux der ge meenten Amsterdam en 's-Gravenhage, be treffende de kosten van levensonderhoud, waarin men alle uitgaven verdisconteert, welke voor het levensonderhoud worden ge daan. Ter voorziening van het levensonder houd in Juni 1929 werd te Amsterdam per gezinseenheid uitgegeven 10.53, voor dezelf de uitgaven in September 1931 9.43 1/2 of ruim 10% minder. En ten slotte veroorloof ik mij. naar aanlei ding van dit onderdeel, te wijzen op een in November van dit jaar verschenen artikel van de hand van Dr. A. van Raalte, Directeur van den Keuringsdienst te Amsterdam, alzoo een volkomen objectief beoordeelaar, die woordelijk in het Herfstnummer \an het Ne- derlandsch Weekblad voor Kruidenierswaren schreef: „De detail-prijzen van de levens middelen zijn dan ook in den laatsten tijd zeer sterk gedaald; ze zijn in het algemeen oo het niveau van vóór den oorlog gekomen. Slechts bij de levensmiddelen bij welker be reiding en verpakking de loonen een belang rijken invloed hebben op den prijs is het peil van vóór 1914 niet bereikt". Thans nog enkele opmerkingen over de niet gestegen bedrijfsonkosten. Wanneer men de kosten van levensonderhoud gaat ontleden, dan zal de bovenaangehaalde 10% velen bit ter teleurstellen De onderstaande vergelij kende cijfers geven daarvan grootendeels een verklaring:' Huishuur 1.58 12 tin Juni 19291 1.64 1/2 (!n Sept. 1931>; Gas en electriciteit: 36 (in Juni 929) 34 1/2 (in Sept. 1931); Fondsgelden 58 1/2 (in Juni 1929) 581/2 (in Sept. 1931): Contributie 'periodieken)451/2 (in Juni 1929> 45 12 'in Sept. 19311; Ontspanning 18 (in Juni 1929) 18 «in Sept. 19311; Spoor. tram. 15 1 '2 (in Juni 1929 15 1 2 (in Juni 1931); Di versen: 62 (in Juni 1929) 60 1/2 (in Sept. 1931). Het totaal voor Juni 1929 bedraagt: 3 97. voor Sept. 1931: 3.97 Uit deze gegevens blijkt duidelijk, dat deze kosten, waarop de klein handelaar vrijwel geen invloed kan uitoefe nen. bijeen genomen gestegen zijn. Schakelt men deze kosten uit en neemt men dl, waar op de kleinhandel wel invloed kan uitoefe nen. dan blijken de cijfers te zijn: 6.59 voor Juni 1929 en 5.46 12 voor September 1931 Een daling van 17%. Natuurlijk heeft de kleinhandelaar de plicht mede te werken zijn prijzen vooral in dezen tijd zoo laag mogelijk te stellen, maar de critlsche beoordeelaar heeft rekening te houden met het verschil tusschen den prijs van het artikel en de door den detailhande laar gemaakte winst. MOLLERUS. LANGS DE STRAAT. Het varken. Het Is alweer eenige dagen geleden, dat het mij geviel, dat ik des morgens vrij vroeg fiet sende door de Elswoutslaan, aangehouden werd door een als heer vermomd persoon. Ik had geen haast, en hij zag er verhit, en geheel en al als iemand, die behoefte heeft aan de steun en troost- van een medemcnsch. uit. en ik steeg af. De heer bracht met een vermoeid gebaar een hand, waarin een bloemkoolstronk, aan zijn voorhoofd, stopte haastig een naar aardappelschillen, die als een paar sierlijke pijpe krullen uit zijn rechter jaszak naar bui ten hingen, naar binnen, en zei beleefd, maar met een Ietwat klanklooze stem tegen mij: „Neemt u mij niet kwalijk, maar hebt u soms een varken gezien?" „Een vzei ik onhutst. „Een varken", beaamde hij vermoeid. „Nee", zei ik spijtig. ..het spijt me erg. maar ik heb geen varken gezien". .O.zei hij zwak. „Dank u wel." En hij maakte een moedeloos gebaar, en uit zijn lin kerzak vloeide een klein stroompje eikels naar buiten. Hij stopte het haastig, groett v en stapte er zijde. „Tot uw dienst", zei ik. en reed door. Dienzeifden middag kwam ik toevalliger wijze het leven hangt aan elkaar van veel meer toevallen, dan wij gelooven jangs den Koudenhorn. waar ik anders nooit kom. en ontmoette daar een heer van. naar mij voor kwam, zeer verdacht voorkomen, met een nog veel verdachter opgerold stuk touw in zijn handen. Hij bloosde, toen ik hem lnquisitief aankeek, en moffelde schichtig het touw weg. En daar ik het zaakje geheel en al niet ver trouwde, reed ik een blokje om. en kwam dientengevolge den verdachten heer weer te gen. Ditmaal stond hij stil op den hoek van een zijstraat, en was met merkbare inspan ning bezig het touw in te palmen. dat blijk baar een lasso was ceweest. Uit het straatje kwamen wat onderdrukte geluiden van ver ontwaardiging. die snel naderbij kwamen, en ten slotte kwam als een hulpeloos verstrikt konijn een dikke rolronde hond verbaasd het hoekje omgeslagen. De meneer pakte hem beet, en bekeek hem licht teleurgesteld. Toen sloeg hij zijn oogen naar mij op, en vroeg ver wilderd: „Neemt, u mij niet. kwalijk, maar dit Is toch een hond, nietwaar?" „Ja", zei ik op den killen toon der heilige verontwaardiging. ..dit is inderdaad een hond." De meneer lichte verstrooid zijn hoed. „Dank u", zei hij beleefd, en ontstrikte den hond. die overstelpt door de gebeurtenissen van de laatste paar minuten zwijgend aan zijn voeten lag. En rolde het touw op en ging sloffend verder. En tegen den avond van dienzelfden dag. zoo tusschen schemer en duister, moest ik. wat mij zelden overkomt, een boodschao doen in de buurt van de Zomervaart. De laatste stralen van de zon zetten de wereld ln een wonderlijken, kouden. violetten schijn, en ik was zoo vervuld van die paarse rouwkleur. waarin de aarde zich gehuld had. dat ik bijna een man overreed, die dwars over den smallen weg lag. Ik stapte noodzakélijkerwyze van mijn fiets, cn de man keek even op. lel zijn vinger op zijn mond, en zei: „Ssssst!" Ik was onmiddellijk stil, en ik werd nog stiller, toen uit een droge sloot, een klein eindje van mij af, een zacht geknor naar mij opsteeg. Aan mijn voeten knorde de man. die op mijn weg lag. zachtjes en zeer natuurlijk ten antwoord, en heesch zich op zijn elle bogen een Meter in de richting van de sloot. Een minuut lang heerschte er stilte, toen een zacht geritsel In de sloot, gevolgd door een klagend geknor. Do meneer, die nu halver wege de weg lag. wiero mij over ziin schouder een woest triomfanteliiken blik toe, knorde lokkend, en schoof tegelijkertijd een paar Me ter verder. In de sloot knorde het. en ritselde het. Het arme dier scheen geen kans te zien om tegen den wal op te komen. De meneer knorde weer met een zeer geruststellende In tonatie ten antwoord, en bereikte met een laatste hiisch den rand van de sloot, waarin het plotseling hevig ritselde en knorde. De meneer boog het hoofd voorover om te zien. en strekte ziin hand alreeds uitOp het zelfde oogenblik dook een ander hoofd uit de sloot omhoog, en keek het eerste hoofd aan. Ik was gelukkig te ver om te hooren, wat zij zeiden. Maar toen zij elkaar zwijgend op de been hadden geholpen, en mekaar zoo goed en zoo kwaad als het ging hadden afgeklopt, voegden ze zich bij me. en haalden beiden een uitgeknipte advertentie uit hun zak. Ongekende uitbreiding. Achteruitgang van de kwaliteit te vreezen? Naast de moeilijkheden, die onze kweekers van groenten en fruit ondervinden, als gevolg der in het buitenland getroffen handelspoli tieke maatregelen, zijn er andere tuinbou wers, wier bedrijven hoe langer hoe meer Sn de knel komen. Als van zelf richt men bij die gedachte het oog naar Aalsmeer en do teelt van tal van tuinbouwproducten, die Aalsmeer een wereldberoemdheid hebben doen verwer ven. Onder die producten neemt de roos een belangrijke plaats in. De cultuuruitbreiding, in "t bijzonder van deze bloemsoort, is de laatste jaren angstwekkend geweest. De laatst-aar.- komenden hebben het op dit oogenblik we', buitengewoon moeilijk, omdat de economische omstandigheden van dien aard zijn. dat de afzet, van bloemen voor velen nog altijd een zekere luxe vertegenwoordigend sterk heeft geleden. Toen omstreeks het jaar 1900 in het Ooste lijk gedeelte van Aalsmeer de rozenteelt be gon en de aardbeien- en daarna boonen- en augurkenteelt als hoofdmiddel van bestaan verdreef, heeft zeker niemand kunnen ver moeden dat ongeveer dertig jaren later geen handen genoeg te vinden waren om rozen- kassen te bouwen. Aanvankelijk werd deze rozencultuur op het open land uitgeoefend. Thans Is het niet meer loonend de roos die buiten in bloei komt af te snijden. Onder de kweekers die in Aalsmeer de rozencultuur zijn begonnen waren er die in het voorjaar, door middel van glasbedek- dekking probeerden de aardbeien vroeger tot rijpheid te brengen. Deze glasramen waren in de herfstmaanden feitelijk onproductief waar na vooruitziende kweekers op de gedachte kwamen om deze te bezigen om de rozeknop- pen der buitenrozen eenigermate tegen het slechte weer te beschermen. Vla deze primi tieve ramenstellingen kwam men tot de lage kasconstructie, voorzien van een plat dak. hetwelk het regenwater grootendeels doorliet, een onontbeerlijk iets voor den groei dor ro zen. Het- gebruikte glas was z.g. schuifglas. hetwelk 's zomers, werd weggenomen, omdat men voor te hooge temperaturen vreesde. Dank zij deze kassen slaagde men er in de rozen in het najaar langer producief te doen zijn en in het voorjaar Iets vroeger te doen bloeien. Daarna trad een nieuwe verbetering in het kweek-proces ln. Door middel van ka chels werd getracht de temperatuur op een dusdanig peil te brengen en te houden, dat de rozenstruiken bleven doorgroeien. Inder daad werd in dat opzicht Sets bereikt, maar de eenvoudige kassenconstructie was oorzaak lat weldra verscliillende ziekten optraden. Toen was men genoodzaakt daartegen maat regelen te treffen, die gevonden werden in een doelmatiger bouw der kassen en in een beter systeem van verwarming. Geleidelijk aan ont wikkelde zich de thans bekende Aalsmeersche kasrozencultuur. Gedurende de oorlogsjaren stond de uitbreiding vrijwel stop; maar zoo dra stelde Duitschland zijn grenzen in 1924 voor dit product open of de uitbreiding nam zeer groote afmetingen aan. Maar niet alleen heeft de openstelling der Duitsche grenzen daartoe medegewerkt, ook het feit. dat in Duitschland zelf een groote achterstand was ontstaan in de rozenkweekerijen liet niet na invloed uit te oefenen. Een Duit-scher zou evenwel geen Dultscher zijn. indien hij dien achterstand niet trachtte ln tc halen. Zoo ver- Zij luidde als volgt: Verloren een varken, pl.m. 80 K.G.. ged. iet vervoer langs Elswoutslaan. K. Zijlweg, Zijl- weg, Kinderh.vest, N. Gracht, Koudenhorn, Papent.vest, Amsterdamstr.. Zomervaart. Tegen bel. v. f 10 terug te bezorgen Spek- straat 166. Gedrieën zijn wij naar Spckstraat 166 ge gaan, en hebben daar een marsepeinen var ken afgegeven. De juffrouw zei, dat het het veertiende was dien dag. W. T. De „Wara' In 1891 verscheen het boek „Nervus Rerum" van den Zwitserschen econoom Silvio Gcsell. Gesel 1 had groote verwachtingen van zijn opvatting van het ideale ruilmiddel, als hoe danig hij noch metaal, noch bankpapier kon beschouwen. Hij zag in het ruilmiddel geld, de v.n. ooi-zaak van de economische crisis sen, die voordurend de samenleving teister den en die volgens hem te voorkomen waren door zich van een ruilmiddel te bedienen dat niet tegelijk ruil-middel en koopwaar kon zijn. zooals het geval is met de edele metalen die onbeperkt lang opgestapeld kunnen lig gen zonder te bederven, of uit de mode te geraken, waaraan alle andere koopwaar on derhevig is. Het- kan daardoor gemakkelijk en in enorme hoeveelheden aan zijn be stemming als ruilmiddel onttrokken worden cn daardoor kan een crisis te voorschijn wor den geroepen. Helaas waren in het eind der vorige eeuw de tijden nog niet rijp voor deze ideeën! De nood was nog niet zoo merkbaar als thans. Door zijn taaie volharding en het rotsvaste geloof in de waarheid van zijn inzichten ge lukte het hem eindelijk toch een kleinen kring van overtuigde medewerkers om zich te scharen, die onvermoeide pogingen in het werk stelden om door middel van officieele lichamen toepassing van deze ideeën te verkrijgen. Onder die medewerkers moeten vooral genoemd worden: Dr. Th. Christen. Ernst Frankfurt, Georg Blumenthal en Gustav Simons. De wereldbrand van 1914, maakte ook aan hun pogingen een eind en eerst jaren na den oorlog kon er van een hernieuwde propa ganda sprake zijn. De mentaliteit was intusschen een geheel andere geworden dan vóór 1914. Hoe langer hoe meer begon men alleen heil in de daad te zien en hieruit is dan ook wel de groote instemming te verklaren waarmede het voor stel van Hans Timm en Richard Batz, om niet langer te dralen met de invoering van het ideale ruilmiddel, werd ontvangen Toon aangevende monschen te overtuiven en voor hun overtuiging te hooren uitkomen was toch. in den loop van al die jaren, wel illusie gebleken. Dus. zich zelf verlossen, zelf de hand aan den ploeg geslagen en stoutmoedig het begin gemaakt door de stichting van dc Algemeene Wara Tauschgesellschaft, waar van dc leden onderling, zich bereid verklaar den. van het nieuwe ruil-middel gebruik te maken en het overal te propageeren in eigen en algemeen belang. Dit was in 1926 en reeds in 1929 was men in staat, den aankoop van het kolenbergwerk in Schwanenkirchen, met het nieuwe ruil-middel, de f/ara. te financie ren. De Wara-vrienden, die niet alleen in Duitschland wonen, maar reeds over de ge- heele wereld verspreid zijn 'ik noem slechts Oostenrijk. Zwitserland. Tsj echo-Slovak ij e, Amerika. Engeland, Denemarken, Noorwegen, Australië) vormen overal kernen waarom heen zich anderen scharen die eveneens van het Wara-ruilmiddel wenschen gebruik te maken om daardoor mede to werken tot verwezenlijking van het doel der „Tausch- Gesellschaft" dat volgens art. 1 der Statuten aldus is omschreven: De T.G. is een verecnl- ging die ten doel heeft omzet-belemmeringcn en werkloosheid te bestrijden, door invoering onder de leden, van een ruil-middel. dat niets dan dat wil zijn en door zijn aard ongeschikt is gemaakt om andere functiën te vervullen. De zetel van het Hopfd-kantoor van de Wara-Tauschgesellsehaft is gevestigd te Berlin. S. O.. Lausitzerstrasse 32. Zij heeft filialen in alle plaatsen waar een ..kern" is gevestigd en breidt zich voortdurend uit, want Wara is een wereld-ruilmiddel en kan overal gebruikt, waar maar een aantal men- schen bijeen wonen die met elkaar zijn over eengekomen „Wara" als ruilmiddel te ge- b aken. Met tienduizenden worden de Tauschge- sellschaft-leden reeds geteld ende ge- heele organisatie funktioneert voortreffelijk. Alle gebruiksvoorwerpen kan men reeds in Duitschland met Wara ruilen, en ook klei nere fabrieken doen reeds mede. De prac- tijk van de 5 jaar, die achter den rug zijn, heeft geen enkel ernstig bezwaar doen rijzen. En nu enkele woorden over het ideale- ruilmiddel, de geniale vondst, van Gesell. Om ervoor te zorgen dat het ruil-middel nle' wordt oogesoaard en aan do circulatie onttrokken, heef hij bepaald dat de Wara elke maand 1 pCt. van zijn ruilwaarde in boet. daardoor dus gelijk wordt aan elke koopwaar die aan bederf cn verslijten onder hevig is. Wit men de Wara volwaardig hou den. dan moet er eiken 15den van de maand een klein zegeltje, gelijk aan dat 1 pCt. op geplakt worden, elke Wiira heeft dus 12 vak jes waarop zoo'n zegeltje kan worden ge plakt. De eenigszlns fel gekleurde biljetten hebben geen langer leven dan één jaar. Voor 15 Januari van elk jaar kunnen er nieuwe biljetten voor worden Ingeruild. Zijn de biljetten niet van voldoende aanvullings zegels voorzien dan zijn ze zooveel pCt min der waard als er zegels op ontbreken. Het spreekt dus van zelf dat leder die ln zijn bezit komende Wara's zoo spoedig mogelijk, in elk geval vóór den cerstvolgcnden 15den (plakdatum) óf ruilt tegen iets wat hij noo dig heeft of.... naar dc Wiira-spaarbank brengt die men het beste vergelijkt met onze Giro. Ieder lid heeft daar een hoofd en kan daarop zijn Wara's storten die op zijn te goed worden geschreven. De spaarkas zorgt dan ervoor dat de binnengekomen Wara's hun rol als ruil-middel weer verder gaan voortzetten. Door middel van die Wiira- Spaarbank kan men ook zijn schulden door overschrijvingen, in binnen- en buitenland doen betalen. Deze Inlagen werpen evenmin als onze Giro-stortingen eenige rente af. het is al mooi genoeg dat wij daardoor van het verlies van 1 pCt. p. maand afzijn. Oppotten van Wara's zooals. tot groot nadeel van de gehcele samenleving, met dc edelmetalen ge beurt. waardoor het gehccle ruilaoparaat reddeloos in de war komt. kan met Wara niet plaats hebben, omdat dit veel geld zou kosten. Wiira is niet anders dan ruilmiddel en moet dit blijven. Dc hoeveelheid ruil middel, die in omloop is. is bij den Wara- huishouding. steeds bekend en kan in even redigheid gehouden worden met de behoef ten: niet tc veel. maar vooral niet te weinig van het ruilmiddel zal voortbrenging en ver bruik in het noodzakelijke evenwicht houden. De edel-metalen kunnen dan weer voor lepels en vorken, voor sieraden en médailles gebruikt worden waarvoor ze veel beter kun nen dienen dan voor ruil-middel. In het Wara-systeem ls geen plaats voor een ruilmiddel dat zelf handelswaarde heeft en dato! Ironie, de allergrootste oor zaak ls van dc ruilmiddel-misère waarin wij zitten, terwijl ieder meent dat, juist dit goud en zilver het ideale ruilmiddel is! Maar juist, dóór zijn koopwaarde is het 't meest ongeschikte ruilmiddel dat men zich denken kan: want bij de run-om-den-dollar" ver dwijnt het zco absoluut noodige ruil-middel uit de circulatie! De gevolgen van den dek kingswaanzin voelen wij aan den lijve! Moge het inzicht niet te laat komen' Ir. D. DE CLERCQ. Bentveld, N.-H. schenen hier vele kljklustlgen van die zijde, met hel gevolg, dat thans menige Duitsche rozenkweekerij op Aalsmeersche leest ge schoeid is. Men schiep concurrentie, die aan vankelijk niet sterk tot uiting kwam, in hoofd zaak als gevolg van tegenslagen Dc doorsnee- prijzen van de Hollandsche rozen bleven in dien tijd vrijwel stationair. De vraag ls alleen gewettigd of deze geen stijgende tendenz had den behooren te vertoonen, als gevolg van de groote kapitalen, welke ln de verschillende be drijven werden gestoken. In de laatste jaren is daarin verandering gekomen. De cijfers der Centrale Aalsmeersche Veiling toonen dit aan; zooals blijkt uit on derstaande gegevens: Doorsneeprijs Aantal aange voerde stuks 1920 4.57 2.761.624 1921 3 99 4.313 149 1924 4.51 8 808.717 1926 4 64 12.567.859 1928 4.34 22 628.015 1929 4 05 26 502.260 1930 3.07 30.066.251 In tien jaren vertienvoudigde de aanvoer op deze veiling, terwijl men gevoegelijk kan aan nemen, dat op de veiling Bloemenlust te Aals meer oen dergelijk resultaat is vast tc stellen. Dank zij de toegepaste centrale verwarming Ls de doorsneeprijs niet meer gedaald dan deze statistiek aanwijst. Intusschen ls het tijdstip daar. dat aan de uitbreiding der rozenkweeke rijen paal en perk ls gesteld. Langzamerhand was dc opbrengst in een onjuiste verhouding komen te staan tot de productiekosten. Wat staat thans te doen? en hoe zal de toe komst zijn? Men vreest dat het stopzeten van den nieuwbouw de kwaliteit, van het product ongunstig zal beïnvloeden. Immers, juist de nieuwste kassen leverden in de laatste Jaren steeds de kwaliteit, waarmede de Hollandsche tuinbouwer zooveel succes oogstte. Daaruit kwam het beste van het beste Maar een der gelijk productievermogen behoudt een rozen- kas niet lang: de eerste vijf jaren zijn ge woonlijk de beste. De nadecltgc gevolgen van het ontbreken van nieuwe kassen zullen dus vermoedelijk tegelegenertijd niet. uitblijven. Er. al zijn er nu ook hulpmiddelen toegepast om het achteruitgaan der vijfjarige kassen zoo veel mogelijk tegen te gaan. afdoende zijn deze niet gebleken. Kwaliteitsvermindering van het product is dus we! bijna als zeker aan te ne men. Hoe gelukkig evenwel, dat men dat alles nu al kan voorspellen, dat men dus niet over vijf jaren eerst tot deze ontdekking zou zijn ge komen. Dan was het te laat geweest. Nu kan men zinnen op middelen om het komende tc keeren. Want dc export stelt hooge clschcn, maar eveneens het publiek. De mode veran dert ook bij deze cultuur. Daarmede dient re kening gehouden te worden. Het beste van het beste ls nog niet goed genoeg. Aan middelmatig product ls geen behoefte. De economische omstandigheden vragen om ver mindering van bedrijfsonkosten. Even goed als de fabriek of het winkelbedrijf moet in krimpen op zijn kosten, moet de rozen „fa briek" dat doen. De gebruikelijke rationalisa tie die 't fabriekmatige bedrijf ondergaat, is ln de rozen „fabriek" niet ter plaatse. Het vervangen van den handenarbeid Ls daar on mogelijk. Maar die vereenvoudiging in de be drijfsvoering mag tenslotte de kwaliteit van het product geen afbreuk doen. Met aller hande omstandigheden moet rekening gehou den worden. Het kiezen der rozensoorton, de meest doelmatige bestrijding van ziekten, de aard der verwarming, de gesteldheid van den bodem, het ziin alle factoren, die een rol spe len en die alleen door den vakman tot op lossing te brengen zijn. Uit-gerationallseerd Ls ook dit bedrijf nog niet cn met name op het gebied der verwar ming bewijzen dc verschillende daarbij gevolg de methoden, dat hot summum op dit gebied nog niet gevonden is. Vergelijkende proeven zullen daarbij geleidelijk tot het gewenschte resultaat moeten voeren. De voor- en nadec- len der stoom verwarming, naast de warmwa terverwarming en dc andere systemen zullen dan naar voren treden. En op dezelfde wijze zal ook op het gebied der ziekte-be.strljding gewerkt moeten worden. De deskundige voor lichting wordt nog niet overal op de JuLsto waarde geschat en veel geld wordt zeer zeker nog vermorst aan ondeugdelijke middelen. Zoo ziet men. dat de uiterlijke moeilijkhe den ln den vorm var. allerhande handelspoli tieke maatregelen niet de eenige hlndernLs zijn. waarmede de kweeker te kampen heeft. Er zijn tal van Interne besognes, die overwon nen moeten worden, voordat dc roos onze landsgrens heeft gepasseerd. MOLLERUS. Wara, spreek uit ,.,Wecra". GEMEENTERAAD Er worden vergaderingen van den Raad der gemeente Haarlem gehouden op: Donderdag 17 December a.m. 11 2-5 1 2 uur en 's avonds 8—11 uur; Vrijdag 18 December n.m. 11/2 5 1/2 uur en 's avonds 8 11 uur; Dinsdag 22 December n.m. 1 1/2—5 1/2 uur on 's avonds 8—11 uur; en voorts zoo noodig Woensdag 23 December n.m. 1 1/2—5 l 2 uur cn 's avonds 811 uur; Donderdag 24 December n.m. 11/2 5 1/2 uur In de Statenzaal (Prinsenhof). Aan de orde zal worden gesteld: 1. Ontwerp-begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente, dienst 1932. Te behandelen bij de algemeene beschou wingen der begroot ing: Wijziging verordening heffing opcenten gemeentefondsbelas ting. Toepassing korting op salarissen cn loonen gemeentepersoneel met schrijven Wethouder W. J. B v. Licmt. Voorstel -Joosten e.a. Inzake salarlcerlng hoofden van takken van dienst. Voorstel-Miezerus inzak? salarlcerlng ge meente-ontvanger. Verozekschrift onderwijzend personeel Mid delbare school voor meisjes met 5-j. cursus met praeadvles Burgemeester en Wethouders en adressen afd. Haarlem en Omstreken van de Ned. Ver. voor Vrouwenbelangen en gelijk Staatsburgerschap en Ver. van Leeraren en 'eeraressen aan gom. Inrichtingen voor gymnasiaal en Middelbaar OnderwlLs. Te behandelen bij hoofdstuk VIII der oe- grootlng: Voorstel Mevrouw Maarschall—Komln e.a. inzake bouw school voor Voorbereidend Lager Onderwijs bij de te stichten school voor Open baar Lager Onderwijs aan de IJsselstraat. Motie-Wolzak betreffende wijziging sub sidie-regeling bijzondere scholen voor Voor bereidend Lager Onderwijs met prae-advies Burgemeester en Wethouder-, Verzoekschrift van het Bestuur van het Christelijk Lyceum aan de Emmakade om financleelcn steun met prae-advies van Bur gemeester cn Wethouders.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13