FEM'NA
ABR. MEIJER
Het Moeilijke Jaar.
Haarl
em s
Da g b I a d
Dond
eraag
24 Dec. 1931
Een aardig sportief ensemble
Voor dit leuke. Jeugdige ensemble is de
mantel bij vaorkeur gedacht van die popu
laire eenlgszins ruwe. grove, wollige stof. die
zooveel voor wintermantels wordt toegepast
op het oogenblik en dan liefst in het gara-
niumrood. De mantel is gegarneerd met een
drievoudig stiksel dat van de schouders naar
beneden loopt en zoo om den zak heen. De
mantel bij voorkeur gedacht van die popu-
en steekt er buiten uit. De mouw is verder
met een opgestikteljp met knoop, die men
ook weer op den zak terug vindt. Geheel
overeenkomstig de mode heeft deze mantel
natuurlijk /eer brcede revers. De ceintuur
is van dezelfde stof. met een metalen gesp
en metalen oogjes voor de rlemgaatjes. Aan
2 50 M. stof van 1.40 M. breed heeft men
voor den mantel patroon no. 3212) genoeg.
De japon is van iets minder grove stof en
een tintje lichter dan de mantel. Het lijfje
is van voren met een ingezet rechthoekig
pandje, waaraan de twee lippen (met
knoop) zijn aangeknipt. Dit pandje zet zich
beneden de taille in den rok voort, waar er
aan weerskanten een stolpplooi langs valt.
Het kraagje is van crêpe de chlne en wordt
gedrapeerd met de uiteinden onder de met
een knoop gesloten lippen van het voor
pand. Voor deze japon is 2 M. stof van 1 40
M. breed genoeg, (patroon no. 3213).
Een belangrijk onderdeel van onze „uit
rusting" vormen de handtaschjes. Opmerke
lijk is het groote aantal zwarte en grijze
tasschen, waarbij men veel glimmend leer,
lakleer, enz. aantreft,'doch waarbij ook zeer
veel reptielenhuiden zijn verwerkt. Was
enkele jaren geleden het slangenleer bijna
uitsluitend de groote mode voor schoenen
thans worden allerlei soorten slangenhuid,
hagedis en krokodil gebruikt voor de ver
vaardiging en garncerlng van damestas-
schen, kleine koffers, enz.
Van den mantel, zoowel als de japon, zijn
patronen verkrijgbaar a 75 cent elk. Post
wissel zenden aan: De Beurs. Amstellaan 66.
Amsterdam (Z.). Op het strookje nauwkeurig
vermelden: Naam en adres van afzender,
nummer van liet gewcnschte patroon en
maat. Levering binnen een weck. De maten
van 40 tot 52 zijn verkrijgbaar).
.rn.nf
Tja, en daar helpt geen lieve vadertje of
moedertje aan. Je mag dan beginnen met je
neus op te trekken voor alles wat er lichtzin
nig en oppervlakkig op deze aarde is, met
Maurice Chevalier boven aan, je mag ein
digen met mekaar verontwaardigd te vertel
len. dat hij in Londen een honorarium heeft
gekregen voor oen paar avonden liedjes te
zingen, dat zoo fabelachtig is. dat je allang
niet meer weet, of er drie of vier of zeven
of acht nullen achter stonden, omdat je nu
eenmaal op zulke getallen niet Ingesteld bent,
maar ondertusséhen - - Maurice stoort er
zich niet aan, en hij grinnikt zijn vergenoegd
grinnikje eens, steekt zijn onderlip-als-een-
centebak vooruit, slingert nonchalant met
zijn zeemansbeenen. en daar ga je!
O nee. niet ik alleen! U ook. Ik weet van
een oude dame. o ja. een verschrikkelijk in
getogen oude dame. die het bestond om een
halve gramofoonplaat lang haar mond in
de preut.sehe plooi te houden, waarin ze hem
gebracht had, toon niettegenstaande haar
protesten de plaat van ..die afschuwelijke
Maurice Chevalier" toch door haar klein
dochters werd opgezet, die de andere helft
een wanhopige strijd voerde tegen de lach
rimpeltjes. die aan alle kanten uit haar ge
zicht. dreigden te barsten, en die. toen het
eindelijk afgeloopen was. een ongelooflijk
diepe zucht slaakte, en zei: „Zet hem nog
eens op". Ze wist het natuurlijk niet. maar
als u mij vraagt, dan had ze zoowat haar
hecle leven op Maurice gewacht. En als u
mij dan nog eens vraagt, dan hebben we
allemaal ons hecle of ons halve leven op
Maurice gewacht, want anders zou hij niet
zoo populair geworden zijn.
Maurice Chevalier, de lieveling van het pu
bliek. de lieveling der goden, de lieveling van
For tuna, de afgod van Parijs eerst, toen die
van Hollvwood, nu die van de heele wereld!
En waaraan heeft hij het te danken? Er zijn
er eenigen, die het onbehoorlijke woord ..sex
appeal" noemen. Hm. Ik geloof er niets van.
Ik ken mannen bij het dozijn, die even groote
bewonderaars en aanbidders van Chevalier
zijn als hun vrouwen, zusters, en verloofden.
'Zijn goddelijke stem? Kom nu. Een jaar of
zes geleden, lang voor zijn grooten roem, heb
ik hem in Parijs hooren zingen, en toen zou
je al tegen hem gezegd hebben, als hij het
over zijn stem had: „Breng hem eens mee".
Het beetje stem, dat Maurice Chevalier ooit
gehad heeft, ls al lang kapot, al moet ge
zegd worden, dat hij met de mankementen
van dat stemgeluid beter woekert dan Ri
chard Tauber het doet met zijn fluweelige
dieptefi en hemelsche hoogten Maar wat
dan? Zijn acteeren? Onmogelijk, want al is
Maurice een ras-acteur van zijn hoofd tot
zijn voeten, en al verliest hij nooit dat jolige
plezier in zijn eigen spel. dat elke scène van
hem tot een verrukkelijk tooneeltje maakt,
zijn gramofoonplatcn, waarop hij niets tot
zijn beschikking heeft dan die verschrikkelijk
te kort schietende stem, zijn even populair
als zijn films.
Maar wat dan? waarom, waarom, vraag ik
u, is Maurice Chevalier, de Parijsche straat
jongen, die door Mistinguett „ontdekt" werd
en die van het Casino de Paris uit zonder
slag of stoot de wereld veroverde, dat alles
geworden: lieveling der dames, maar der
meneeren ook, lieveling van de heele we
reld? Zal ik het u zeggen? Omdat Maurice
plezier in zijn leven heeft, en er rond voor
uit komt ook. Ik weet, dat het verhaal van
hem de ronde doet, dat hij in gewonen doen
een norsche nurks is, zooals dat de ronde
doet van alle komieken. Melancholiek en zoo.
Somber en in zich zelf gekeerd. En tja, ik
weet niet, wat ik er van gelooven moet. maar
veel is het niet. En daar heb ik in allen ge
valle niets mee te maken. Ik kan me best
begrijpen, dat Maurice boos is, als mevrouw
Chevalier zijn kousen niet op tijd 'gestopt
heeft. Dat zou ik ook zijn. En als ik mevrouw
Chevalier was. dan zou ik die kousen vast op
tijd stoppen. Maar ik ben mevrouw Chevalier
niet. en ik ken haar man alleen, zooals de
meesten hem kennen, en dat is als een
men vergeve me het woord lollige vlotte
vent met een rappe lach en plezierige beenen.
Een mensch zooals er te weinig zijn. Een
mensch. die lacht, als er te lachen valt, en
die oo klacht, als ieder ander zou huilen. Eén
die in plaats van wat wij allemaai doen, elke
zwaarwichtige situatie net zoolang uitspin
nen tot wc onzen zin en er'een heele trage
die uit gedistilleerd hebben, eens grinnikt,
een mop tapt, één van zijn lange beenen uit
steekt en er overheen stapt.
Gezondheid, Maurice! En tot in lengte van
dagen!
WILLY VAN DER TAK.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Nu is het echt winterweer. Draagt
zorg voor uw lichaam!
Een goede warme wollen kous en
daarover een wollen slobkous be-
schermt uw beenen voldoende en geeft
u een behagelijk gevoel.
Voor Heeren raden wij aan stevige
wollen sokken. Juist nu in den uitver
koop kunt u voor xoeinig geld iets heel
goeds koopen.
EEN HAAS IN DE POT.
Met de feestdagen. Kerstdagen of Oud en
Nieuw, is het in talrijke gezinnen de ge
woonte van den maaltijd een min of meer
feestelijke gelegenheid te maken. Zelfs daar.
waar men anders er niet aan zou denken om
„wild" of „gevogelte" op tafel te zetten, maakt
men voor deze feestelijkheid, dat er een
„haas" of een ander beestje in den pot is.
Nu, wat de voedingswaarde aangaat, deze is
van wild niet minder dan van het vieesch,
dat wij gewoonlijk gebruiken. Het wild
heeft nu eenmaal de z.g. „wildsmaak", een
eigenaardig aroma, dat toe te schrijven is aan
het groote gehalte aan extractiestoffen. Het
werkelijke wild is mager, doch de daarvan
afgeleide tamme soorten (tam konijn, ge
meste gans) zijn veel rijker aan vet. Om nu
het magere wild toch vetter te maken, gaat
men dikwijls over tot lardeeren. d.w.z. doorrij
gen me dunne reepjes spek of omwikkelen
met een plakje spek. Daardoor wordt voor
komen. dat het magere wild al te droog zou
zijn. Het wild wordt meestal gebraden, om
dat men, evenals bij het gewone vleecsh, dan
de meeste kans heeft, at zoowol wild als jus
heel smakelijk worden. Natuurlijk vraagt 'iet
braden veel toezicht, omdat men hier met een
veel grootere hitte werkt. Het stoven, dat ook
een goede methode ls en heele lekkere resul
taten kan opleveren, eischt veel minder toe
zicht. Stoven past men vooral toe bij het be
reiden van de z.g. hazepcpcr. waarbij de haas
(of andere stukken of restjes van gebraden
vlecsch) in kleine stukkon worden oijeengc-
voegd en gestoofd, met kruiden en azijn. De
smaak van al de toegevoegde bestanddeelen
deelt zich tijdens het stoven veel vollediger
aan het vieesch mede, dan bij braden het ge
val zou zijn, terwijl door dit stoven in oen
toegedekte pan het. vieesch veel minder uit
droogt dan bij het braden van een heel beest
'Om een haas dan naar alle regelen van de
kunst te braden, ga men als volgt te werk:
men begint met de haas met 11/2 ons lardeer
spek te lardeeren. Met behulp van een lar-
deernaald rijgt men het in dunne reepjes ge
sneden spek in lange rijen door het wild. Ver
volgens wascht men do haas overgiet hem
met kokend water wrljtt hem in met eon af
gestreken eetlepel zout waarna men hem in
de braadslede legt, waarin men 2 ons boter
lichtbruin gebraden heeft. Do overblijvende
spekresten doet men er ook bij. De aJctus ge
reed gemaakte braadslede zet men in een hee
ten oven. waarna we de haas op do gewone
wijze, zooals bij groot vieesch gebruikelijk is.
gaar braden. Dit bradon duurt ongeveer 11/2
uur. d.w.z. zoo lang, dat t vieesch van den rug
gemakkelijk met een lepel kan worden los
gemaakt, Den bovenkant moet men dikwijls
met de jus bedruipen, zoodat het vieesch niet
uitdroogt Tenslotte maakt men de Jus af door
er een scheutje melk of room bij te voegen
en er daarna 2 kopjes bouillon door te roeren,
die men gemaakt heeft van 1 maggi bouillon
blokje op 2 kopjes water.
KERSTBOOMEN.
Ik wilde u vertellen van een kerstboom,
die ik dezer dagen zag, en die, hoewel het
veel te vroeg en nog lang geen Kerstmis was,
stond te schitteren en te flonkeren, zoo
schoon, als ik in geen jaren een Kerstboom
zien zal, denk ik, hoewel ik er al een vrij
groot aantal zag en er meer hoop te zien
nogWant Kerstboomen, die kan men
nooit genoeg zién.... kerstboomen hebben
stemming, en ze brengen een beetje vreugde
en een beetje geluk en een beetje goede ge
dachten mee. en die kunnen we allemaal nog
wel een beetje meer gebruiken in deze wereld
van onvolmaaktheden en tekortkomingen
De Kerstboom, die ik zag, was er geen, die
met tientallen kaarsen stond te stralen in
een kamer, waar het rook naar dennetakken
en gebrande dennenaalden, waar geen ander
licht was dan het goudige, warme schijnsel
van de flakkerende kaarsen, waar een heer
lijk koesterende warmte hing van veel bran
dende kaarsenpitten en veel smeltend kaars
vet. Het was er ook geen, zooals ik hem
laatst aangeprezen zag in 'n brochure van
weet-ik-wat voor electrisch bedrijf, dat het
waagde te beweren, dat electrisch verlichte
kerstboomen verre en nog eens verre te
verkiezen waren, boven onze lieve, goede oude
kerstboomen-met-kaarsjes. die onhygiënisch
en onpractlsch en van alles nog meer wa
ren; uitgever en brochure-schrijver mogen
het mij vergeven, maar zoo lang ik leef, zal
ik een strijd op leven en dood blijven voeren
met electrisch verlichte kerstboomen; en al
bleven er voor de kerstboom met kaarsen
niets anders den zwaarwichtige, importante
en welluidende en nog beter inslaande be-
zwarn over, dan zou hij het bij mij nog win
nen. omdat hij nu eenmaal de kerstboom is,
zooals hij moet zijn
De kerstboomen dien ik zag, was er ook geen
moeizaam getorst door een klein jongetje
met een verrukt snuit en een roode neus, die
hem misschien wel stiekem van zijn laatste
centen had gekocht, en hem nu glorieus naar
huis droeg. Het was ook geen berijpte boom
in een witte, witte wereld, en ook niet die
kerstboom bij uitnemendheid, die het nog
weer wint van den ouden kerstboom met
kaarsjes: een besneeuwde, donkergroene den
met ruige takken als baarden van statige
oude kabouters, waarop de winter ondeu
gend een machtige, bolle laag glinsterende
sneeuw heeft gelegd, zoodat al dat zwaar be
laden groen zwijgend naar beneden gaat, zij
gen. en de boom eruit ziet, of hij zich eer
biedig buigt voor iets, dat wij niet zien
En de bekoring van het nieuwe.
Nog een weekje, en dan is het jaar 1931 al
weer aan zijn laatsten dag gekomen. Voor
velen zal het een niet aangename herinne
ring achterlaten een herinnering van weinig
werk of heelemaal geen, van zakelijke moei
lijkheden, van groote verliezen, van gesloten
afzetgebieden, van scherpe concurrentie -
in een woord van veel onaangenaams en van
weinig vreugde.
En voor de anderen, wien het lot geen
zware slagen heeft toegebracht, zijn alle
moeilijkheden zeker ook niet onopgemerkt
voorbijgegaan. Wie zou er met zijn hand op
zijn hart kunnen beweren, dat hij niets, maar
dan ook heelemaal niets van de economische
malaise bemerkt in zijn eigen zaken of zijn
werk!
Niemand immers.
Niet alleen de man heeft met de moeilijk
heden te kampen, en de vrouw voor zoover
zij in zaken is, maar ook natuurlijk de huis
vrouw, wier taak het is, naast de organisatie
en de gang van het huishouden en de hulp
bij de opvoeding der kinderen, het grootste
gedeelte van het inkomen van den man te be-
heeren en op verstandige wijze te gebruiken.
En dat is vaak, in een gezin waar school
gaande kinderen zijn, en waar een oaperkt
inkomen wordt ingebracht, een heel kunst
stuk.
Moeilijker wordt het echter nog. vinneer
het inkomen gedaald is, en wanneer *r das
bezuinigd moet worden, omdat anders schul
den maken er het beangstigend gevolg van is.
Voor iemand met een klein inkomen is zulk
een salarisvermindering natuurlijk het ergste:
Wanneer men al, zoo zuinig mogelijk levend,
moeite heeft om rond te komen, kan een sa
larisvermindering rondweg een onoverkome
lijke moeilijkheid beteekenen. Erger worde dat
natuurlijk nog, wanneer het werk plus de
inkomsten geheel ophouden, dat is niet alleen
financieel, maar ook geestelijk een ramp voor
een gezin, welke men vooral niet moet onder
schatten.
Maar ook voor hen. die een goed inkomen
genoten, en die nu daarin belangrijk geknot
worden, zijn de moeilijkheden plotseling legio.
Een mensch is o zoo spoedig gewend aan
luxe, waarbij ik dan niet de onnoodige over
dadigheid op het oog heb, maar de tamelijk
eenvoudige weelde-genoegens, die het leven
veraangenamen. 2tooals daar zijn: een nkele
keer uitgaan, nieuwe meubels aanschaffen
voor het huis, in een woord, alle niet direct
noodige dingen om het bestaan te verleven
digen.
Menschen met een goed inkomen voelen
dit echter allemaal niet meer als weelde, het
is zoo'n onverbreekbaar deel van hun bestip
geworden, dat het tot een noodzakclijkhtü
is uitgegroeid.
En nu moeten zij daarvan opeens afstanj
doen.
Is dat nu zoo erg, zal menigeen misschim
zeggen, daar kun je toch wel buiten.
Neen, zoo erg is het niet, maar omdat
betrokkenen het niet meer als weelde voelc^
denken zij er niet aan, dat hierin een bezuip,
ging zou kunnen liggen. En daarom veten 2j;
meestal geen raad, waar zij de vernunderlnj
van het inkomen in kunnen uitsparen. j
Menige huisvrouw, die een royaal leven op
bescheiden schaal gewend was. heeft zich lp
het afgeloopen jaar in wanhoop afgevraagd,
waarop zij ter wereld zou moeten bezuinigen.
Dan speelde de theorie: goedkoop is duur-
koop. haar door het hoofd, dus zij mocht nietj
goedkoops nemen, dat bracht haar nog meer
achterop.
Totdat zij tot de slotsom moest komen, dat
in sommige gevallen „goedkoop" een uitkoms;
kan zijn, en dat het ook juist niet minder-
waardig behoeft te zijn, omdat het niet vee!
geld kost. Waarbij zij dan ook begon in te
zien, welke we'eldegewoonten het gezin eigen-
lijk wel zou kunnen missen, en die niemand
vroeger als luxe had gevoeld.
Zoo is er in het afgeloopen jaar heel wat
geploeterd en heel wat gezwoegd door de huis
vrouwen, om de beide eindjes, welke steeds
van elkaar wilden losschieten, bijeen te
houden.
En menigeen onder haar heeft het voor-
uitzicht, dat in 1932 dit nog wel voorloopi»
zoo blijven zal.
Toch is dit geen reden, om met enkel som-
bere gevoelens het nieuwe jaar in te gaan.
Het is tenslotte toch een nieuw begin: wel
zelden zal een oud jaar met zoo weinig leed
wezen. uitgesproken of niet, achtergelaten
zijn als dit jaar 1931. Het nieuwe staat daar
voor de deur en het heeft die ondefinieerbare
bekoring welke er van alle nieuwe dingen
uitgaat.
Alles wat nieuw is, brengt een illussie me;
zich mee, ook het nieuwe jaar. en met die
illusie in het hart behooren wij het dan ook
te beginnen.
Denk eraan zelfs in dezen tijd zijn illusies
schatten waard; wie in tijden van tegenspoed
geen enkele illusie meer weet te behouden,
zal, wanneer de kans keert, en de voorspoed
weer binnenkomt verleerd hebben om zich
illussies te scheppen.
En dan is het lever. geer. leven meer, maar
een dood bestaan.
E. E. J.-P
De kerstboom die ik zag en u moet nu
vooral niet gaan denken, dat het iets bij
zonders was was, schrikt u niet, een ge
wone. kale. een beetje spichtige, een beetje
uit zijn krachten gegroeide iep. Hij stond
langs een weg, ergens hier bij mij in dc
buurt, en 's zomers zag hij er eigenlijk wei
luit. met zijn nikken bladerdos en met de
spreeuwen en merels; die tusschen al dat
groen verstoppertje speelden als kleine kin
deren in oen geweldig bosch, als een flinke,
forsche boom., als een jong iepje wel, maal
ais een jong iepje toch, dat cr wezen mocht.
Maar 's winters, dan komt hij. ontdaan van
al dat flatteuze groen pas in zijn ware ge
daante te voorschijn, spichtig, sprieterig, hul
peloos naakt en armelijk.
En toch en toch, heb ik een paar ochten
den geleden stil gestaan bij dat iepje. dat
zich ter eere van den komenden Kerstmis ge
tooid had, zoo mooi, zoo fijntjes, zoo geraffi
neerd simpel en kostbaar, dat 't opeens geen
armzalig iepje meer was, maar een jonge,
schoone, kostelijk opgesierd en flonkerend
voor haar eerste bal. Het had dien ochtend
een beetje gehageld, en een beetje geregend,
en toon weer een beetje, gesneeuwd, en toen
had de zon het noodig geoordeeld om te laten
zien, dat zij er ook nog was, en zc had de
heele wereld gezet in een glans Hier en daar
lag nog een plukje wit. en hier en daar was
een plas, die stilletjes lag te blikken in dat
zonnelicht onder dien ijlen, ragfijnén herfst
hemel, en te midden van dat alles stond dat
iepje van.me, volgehangen met juweelen!
Het schitterde en flonkerde van dc fel blauw
witte diamanten, kouder en brutaler glanzend
en stralen schietend dan de mooiste echte;
de teerlila en donkerpaarse amethysten wa
ren erbij dozijnen In te tellen bleekc en diep
bruine topazen hadden zich gehecht aan
iedere tak, aan ieder takje; en een paar
bloedroode robijnen hingen te boven en te
vonken aan een paar pas beginnende blad
knoppen, dat het leek of dc heele wereld er
een warmer gloed van kreeg! Een auto kwam
langs gedreund, en van het uiterste eind van
een wintersch In mekaar gedoken knop kwam
na een paar weifelende trillingen een warme
rondo roode robijn naar beneden getuimeld!
Mijn hand schoot uit, en ik ving hem op
en erin lag. nog zachtjes naderend, en de
heele wereld weerspiegelend in zijn bol op
pervlak, een kristalheldere doorschijnende
waterdruppel
Daar moet je weer de natuur voor zijn om
uit een oude iep. wat waterdruppels en oen
paar straaltjes herfstzon en mooiste kerst
boom te tooveren. die een mensch in al de
lange jaren van zijn leven tegen komt.
Het zal lang duren voor ik dat iepje daar
vergeet, prilletjes, spichtigjes met zijn kale.
iele takgewirwar tegen den fijnblauwon
herfsthemel, en dc zon. die het opsierde tot
oen blinkend sprankelend sprookjesboompje,
vol licht, dat weerkaatste op edclsteenen van
het zuiverste water! Ach. die natuur. Wie
kan daartegen op. als die eenmaal aan een
gang gaat, als die het in haar hoofd haalt
om in haar eentje langs een eenzamer, weg,
wol een week te vroeg. Kerstmis te gaan vie
ren? Toch niemand?
En zoo doet het er ook al weer niet toe. of t
wij menschen een beetje kibbelen over de I
voors en tegens van kerstboomen met en I
kerstboomen zonder kaarsjes en over de I
Ha/epeper maken we van 1 haas., 1 afge
gestreken eetlepel zout, wat peper, 1 /2 ons
tarwebloem, 1 ons boter, 8 gewone theekopjes
bouillon, bereid van 3 maggi bouillonbolkjes
met 8 kopjes water, 1 gewoon theekopje azijn.
2 afgestreken eetlepels suiker, een stukje
Spaansche peper, 2 flinke uien. 4 kruidnage
len cn 2 laurierbladen. Dc in stukken verdeel
de haas wordt gewasschen cn daarna met
peper en zout ingewreven. Dan braadt men
ze in een ijzeren potje met de boter rondom
bruin (ongeveer 1/2 uur). Daarna neemt
men de stukken uit dc pan en laat de over
blijvende boter, de bloem en de fijn gesnip
perde uien bruin worden; dan roert men er
den bouillon door en blijft dit roeren, tot het
eenlgszins gebonden is. Nu doet men de ge
braden stukken haas in de saus en voegt er
den azijn bij, de suiker en de verschillende
kruiden. De pan dekt men dicht en laat alles
zachtjes doorstoven (minstens uur), tot
dat de haas door en door gaar is. Op een ver
warmden schotel brengt, men de tukk-n
over; zeef dan dc saus en giet ze over den
haas.
VRLCHTENCAKE.
Nu wij zooveel feestdagen te wachten zijn
is het aardig bij alles wat de banketbakker
ons brengt, ook zelf eens iets te maken. Hier
onder volgt het recept van een vruchten-
cake.
Benooödgdheden hiervoor zijn:
175 gram suiker
175 gram bloem
125 gram boter
4 eieren
een kwart geraspte schil van een citroen
12 ons Blrgareaux Fruits assortls.
Bereiding
De suiker, dc eieren en de geraspte citroen
schil moeten flink geslagen worden, zoodat de
massa wit is. De boter wordt gesmolten en
er heel voorzichtig doorheen gewerkt.
Nu voegt men de bloem en dc vruchten
bij de massa en werkt dit heol luchtig door
elkaar. Het beslag wordit nu in een beboterd
en met bloem bestoven bakblik gedaan en
drie kwartier in een matig verwarmde over
gebakken.
Als men wil zien of de cake gaar is, dan
duwt men heel even zijn vinger zacht op de
cake. Gaat het deukje weer dadelijk omhoog,
zoodat de cake sponsachtig is, dan is hij
gaar.
Botersaus: Bij gekookte visch of aard
appelen maakt men van 1 2 L. water 2 maggi
bouillonblokjes, 40 gr. tarwebloem en 80 gr.
boter een fijne botersaus. In het kokende
water laat men de bouillonblokjes oplossen.
De helft van de boter verwarmt men roe
rende met de bloem tot een gelijk papje;
daar giet men, steeds roerende, den bouillon
bij en laat dan dc saus een oogenblik door
koken, Dan neemt men de pan van het vuur
en maakt de saus af, door er de in kleine
klontjes verdeelde overgehouden boter mee
te vermengen. Voor een magere of vegeta
rische saus laat men bouillonblokjes weg,
maar roert er bij het afmaken van 1 thee
lepel maggi aroma door cn voegt bij het
water 1 volle theelepel zout.
KAARSVETVLEKKEN.
Kaarsvetvlekkcn verwijdert met het beste,
door eerst zoo veel mogelijk het kaarsvet af
te breken of met een mesje voorzichtig af te
krabben.. Wat er dan nog over blijft, strijkt
men er uit met een heet strijkijzer, nadat
men eerst onder en boven op het goed een
stuk grauw papier heeft gelegd met den ru
wen kant tegen het goed aan. Natuurlijk moet
men telkens nieuw papier nemen, tot de vlek
op deze manier heelemaal weggestreken is.
Blijft er dan nog een „moet" over, dan kan
men die waarschijnlijk met een watje met
benzine weg wrijven, doch denk om het
brandgevaar.
voordeelen en nadeelen van kerstboomen met
en kerstboomen zonder electrische verlich
ting. Moeder Natuur met haar onvergelijke
lijke handigheid en ingenieusheid. toovert
robijnen en diamanten uit waterdroppels en
wint het toch altijd weer!
WILLY VAN DER TAK.
„Temidden van de duisternis is een licht
opgegaan."
Ik denk, dat deze woorden in menige Kerst
rede in menige preek tot onderwerp worden
gekozen. Dat gebeurt andere jaren ook wel,
maar zelden lag het zoo voor dc hand als nu.
Duisternis, crisis, malaise. Ze zijn er, het
zou dwaas zijn het te ontkennen. Als er nog
iets te verbeteren is, dan kan dat alleen
gebeuren door de feiten onder de oogen te
zien. Te zeggen, da het zoo erg niet is, dat
de hecle malaise op suggestie berust en dat
er in vroegere tijden ook wel eens een crisis is
geweest die zich zelf oploste het klinkt ze
ker optimistisch, maar de gronden voor een
dergelijk optimisme ontbreken.
Maar de feiten onder de oogen zien., bctec-
kent daarom nog niet: tot uitzichtloos pes
simisme vervallen. We weten geen oplossing,
maar er zal er toch een moeten komen, hoe
dan ook. Een oplossing, die van ons zelf uit
gaat.
Het Is hier de kwestie van dc kip en het
el. Wat was er eerder dc economische crisis
of de geestelijke crisis? Voelen wij ons zoo
onrustig en onzeker, omdat het in de wereld
zoo slecht gaat. of gaat het in de wereld zoo
slecht, omdat het met den mensch niet in
orde is?
Ik geloof het laatste. De mcnschen maken
de gebeurtenissen de gebeurtenissen niet de
menschen. Wij allemaal hebben door onze
manier van denken, van voelen, van hande
len min of meer schuld aan wat er op het
oogenblik in de wereld gebeurt.
De schuld hoeft ons niet te ontmoedigen,
integendeel! Wie schuld heeft, kan veel goed
maken. Bekijken we de wereldcrisis zóo van
buiten af, dan staan we machteloos.Wat kun
nen wij daar tegen beginnen! Maar tegenover
onze eigen geestelijke malaise staan we an
ders; daar is tegen te vcehten, die is te over
winnen!
Er is eits wat veranderen moet in ons.
En als het dan weer Kerstmis wordt, het
feest van Vrede en Liefde, ran voelen we iets
van warmte in deze grimmige kou, dan zien
we een lichtje opgaan in de duisternis.
Ik kan u natuurlijk niet vertellen, wat er
precies in ons veranderen moet; we zullen
dat allen voor ons zelf moeten vinden. Maar
dat er veel vrede en vooral heel veel liefde bij
te pas komt, dat is zeker.
Daaromlaat Kerstmis dit jaar niet en-
gemerkt voorbij gaan. „Het is geen tijd voor
feesten", wordt er beweerd. Maar voor Kerst
feest is het steeds tijd! Het hoeft immers zoo
weinig te kosten! Als een boom te iuv ls.
dan brengen hulst en wat rood papieren
klokken al stemming in dc kamer. Gasten
hoeven er niet gevraagd, kostbare diner's zijn
overbodig en cadeautjes geven hoorde meer
bij de Sinter Klaas thuis.
Wees niet nuchter en zeg: wat helpen hulst
takjes cn papieren versiering, ze brengen
geen vrede of verbroederingMet die moderne
„intellectueele" nuchterheid komen vc niet
verder, zinken we steeds dieper weg in de
duisternis van intellect cn techniek.
Kerstversiering in de kamer spreekt tot ons
van het Kerstfeest. En als we het Kerstfeest
ln ons voelen dan weten we ook, dat niet
alles verloren is. Dan voelen we ons weer ster
ker. niet verloren in de chaos, die de wereld
is. We vieren allen Kerstmis, dat is mooi. daar
is saamhoorigheid in. Saamhoorigheid. liefde,
vrede, de redding! De redding, die uit, naoet
gaan van elk menschenhart!
Laten wc ons over geven aan het Kerstfeest
Misschien dat het ons iets leert, wat wijzer
maakt.
n Mooie tijd om Kerstfeest te vieren!"
Ja zeker, een prachtige tUd!
BEP OTrEJI.