FEMINA Wat Zetten Wij Op? ABR. MEIJER fzÊF> dat zoo aoed vei merti^vulai^on kon. Als een rozeblaadje Haar! em s Dagblad Donderdag 18 Febr. 1932. SIERADEN. O, wat wordt cr maar „raak' gedra gen op dit gebied en de vrouwtjes, die mcencn zich ermee te verfraaien, doen dikwijls zichzelf .schromelijk te kort. door iets te dragen wat in het geheel niet bij haar per soontje past. Een sieraad moet niet als een „toe- valligheidje" wor den gedragen, maar het moet dienen om de charme van de vrouw te verhoogen, haar persoonlijk heid onderstrepen cachet geven, flat- teeren, kortom ge heel haar wezen ae- centueeren, zóó. alsof slechts deze enkele vrouw dit sieraad zou kunnen dragen. En de kunst om dit geheim te ont dekken Is niet aan te leeren, dat is louter een psycho logische kwestie en de Oostcrsche vrouwen bezitten dat geheimzinnige. Bedenk maar eens even welk een groo- t.e rol de sieraden in het leven eener Oosiersche vrouw spelen, een stellig meer belangrijke rol dan de klee ding. die onderge schikt er aan is en moer als achter grond dient, waar tegen do versierse len op z'n aller mooist. uitkomen. Wie fijn-gevoelig is en een goeden smaak heeft., zal zich nooit kunnen ver zoenen met kleeding, die afbreuk aan haar uiterlijk doet. Over hoe weinig middelen zij ook beschik ken zal en hoe eenvoudig ook het materiaal moge zijn, 'n vrouw van goeden smaak, ver mag altijd distinctie te geven aan haar toilet; zoo ook Is liet met de sieraden. Draag liever geen enkel sieraad, dan een dat tegen den goeden smaak indruischt. Liever één be scheiden dun kettinkje dat een fijnen indruk maakt, dan een kostbaar sieraad, dat niet bij u hoort. Vraag eens aan een vrouw waarom ze een sieraad draagt en waarom ze juist dat sie raad draagt, ge zult zien, dat ge een dezer antwoorden krijgt: ..Het is een eadeautje. een souvenir, een erfstuk" of het is mode en ik heb mezelf dit gekocht". Maar het redelijke, begrijpelijke antwoord; „Dit sieraad hóórt bij mij" blijft Uit. z Dat Is ook het geval met de moderne sie raden. Deze bestaan vaak uit half-edel- stccncn, bergkristal, zgn. „strass" of na maak-parelen. De imitaties zijn soms zeer gelukkig. Onze afbeelding" geeft u diverse sieraden in „imitatie-parelen", tezamen ver werkt met „strass", en zeer modern gemon teerd. Doch ook hier geldt, dat lang niet Iedere vrouw dergelijke sieraden kan dragen, zoo dat. men verstandiger doet enkele simpele sieraden te dragen, dan er zoovele of zoo slecht geïmiteerde te dragen, dat het cachet van smaak wegvalt. TWEE VOORJAARSTAILLEURTJES. Er zullen in het nieuwe seizoen veel ja ponnen gedragen worden met. lijfjes, die aan de japon, die toch uit êcn stuk is. het aanzien geven alsof er op den rok een klein jasje ge dragen werd. Hot. lijkt wel, of deze japonnen don indruk willen wekken van voorjaarstail- lcurtjcs te zijn, die kwieke, vlotte voorjaars pakjes, die dit seizoen bijzonder veel gedra gen beloven to worden en waarvan het man teltje heel kort is. vrij sterk getailleerd en mot een flinken ceintuur ter hoogte van de taille. Dikwijls zJjn dc voorpanden van deze jasjes vrij scherp naar achteren weggesne den. hoewel cr ook gewone rechte jasjes zijn met een of twee knoopen. Dc teekening geeft een tweetal van deze leuke nieuwe modellen weer. Links een tailleur van roode stof. Het manteltje heeft een groote kraag, die feitelijk over do schouders een cape-je vormt. Van onder dit cape-Je loopen links en rechts drie dikke stiksels ter garneering. De rok is met ronde, ingezette panden. Aan 3.10 M. stof van 1.40 M. breed heeft men voor dit model (pa troon nr. 12 276 voldoende. Rechts hebben we een tailleurtje van oen grijze fantasiestof, met een ouderwetsch getailleerd jasje en schuine, ingeslikte zakken. Het manteltje wordt met een dubbele rij stoffen knoopen gesloten. De rok heeft van voren cn van ach teren alsook opzij stolpplooien. De revers van het jasje vallen van onderen recht. Voor dit model (12.277) Is 3 M. stof van 1.40 M. breed toereikend. Wat ons kapsel betreft, met de komst van een zoelcr jaargetijde, waarin we onwille keurig meer in de open lucht zijn. doen de kappers een hardnekkige poging om ons op nieuw tot slachtoffers van de korte haren mode te maken. Volgens de toonaangevende Parljschc kappers is het rijtje min of meer slordige krullen of het stijve rolletje in den nek aan 't verdwijnen en voorspellen ze zelfs een terugkeer van de „coupe gargon", de jon genskop! Zooals de zaken op het oogenblik echter staan, mag men gerust zeggen, dat elke haardracht toegestaan Ls, die ons goed staat. Sommige modekappers zijn voorstan ders van een glad, zuiver profiel aan den linkerkant van het hoofd, met het haar recht naar achteren geborsteld over het oor. met een klein los krulletje, dat dan juist vlak voor het oor mag vallen om een zachte lijn aan het profiel te geven. Het haar valt dan ver der in grove platte golven rechts naar ach teren. doch mag 'net rechteroor niet bedek ken, omdat luister goed! ooren weet in de mode zijn! Dat wil zeggen, zichtbare ooren! Van deze tailleurs zijn knippatronen ver krijgbaar a 75 ct. Postwissel zenden aan. De Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z. Op het strookje nauwkeurig vermelden: naam en adres van afzender, nummer van het ge- wenschte patroon en maatlevering binnen 1 week. (De maten van 40 tot 52 kunnen ge leverd worden). .van hd' tonijn, JantjeEerste klas lagere school, par mantig voor twee. eigenwijs voor drie.... Jantje, die drommels goed wist, wat hij wilde en ook. hoe hij zijn zin door moest drijven, had zijn zin gezet op konijnen, en toen vader zei, dat hij er niet aan dacht om Jantje ko nijnen te geven, omdat hij aan één klein, lastig konijn al genoeg had, en moeder va ders besluit nog eens bekrachtigde, door te zeggen, dat hij natuurlijk geen konijilen van moeder kreeg, als hij ze niet van vader kreeg Jantje zag zich hier genoopt moeders „tuurlijk1" eenigszins vragend te herhalen toen gaf Jantje den moed gansch en al niet op. en zette grootmoeder bij de eerste de beste gelegenheid, dat hij een apartje met haar had, een konijn in een hok af. Vader protesteerde, moeder zei, dat groot moeder Jantje verwende, maar er hielp geen lieve vadertje of moedertje aan, de belofte was gegeven en moest gehouden worden. En op een goeien dag arriveerde er bij Jantje twee verschrikkelijk lieve, zachte, snuffelende konijnen ln een prachtig hok, en moeder vond eigenlijk het idee van grootmoeder, om Jantje toch konijnen te geven, hcelemaal niet zoo kwaad, want Jantje bracht uren door bij het hok in den tuin, al wist nie mand wat hij er deed. Evenwel op een dag kwam Jantje opge wonden juichend aanhollen bij grootmoeder, die in de serre zat, en voor grootmoeder wist wat er gebeurde, had Jantje haar bij haar rokken gepakt en haar meegesleept den tuin in. .Ja maar. Jantje, wat is er toch aan de hand? waar moet ik naar toe?" „Moet je luisteren", zei Jantje geheimzin nig, „ik zal je es wat laten zien. Mijn knijne, die knijne, die ik van Jou gekregen heb, hè?" „Ja", zei grootmoedor gedwee. „Nou, die kunnen toch zoo vreeselijk goed vermenigvuldigen! Moet je mee gaan, dan zal ik het je laten zien!" En grootmoeder, die ook maar een mensch was. cn wier nieuwsgierigheid gewekt was, stapte benieuwd mee. „Moet je hier gaan zitten", zei Jantje ijve rig. „dan zal ik het je laten zien. En zal ik ze nou es laten zeggen, hoeveel drie maal drie is?" „Hè ja!" zei grootmoeder belust. „Eerst de bruine!" zei Jantje. „Bruine, hoe veel ls drie maal drie?" De bruine stak zijn neus door de tralies cn snuffelde, en Jantje teldeeen, twee, drie vieren bij negen snuffelde het konijn door. maar Jantje hield op met tellen. ..Vin je het nou niet freeselijk knap?" vond Jantje verrukt. „En nou do grijze'. Die kan het ook. Wat wil je weten?" „Twee maal twee" Jfly; i.„ wou grootmoeder weten. „Twee maal twee grijze!" zei Jantje. „Das gemakkelijk, hè?" De grijze vond het .heel makkelijk, en Jantje telde: een, twee, drie. vier, en keek stralend op. „Nou?" ,Hct. zei grootmoeder onthutst, „het is reusachtig knap. Jantje. Maar vertel me nou os. hoe kwam jc er eigenlijk bij. om je konijnen vermcnigvuldigsommctjes op te ge ven?" „Nou", zei Jantje „van meneer op school. Want. die zei, knijr.c vermenigvuldigden zich zoo goed WILLY VAN DER TAK. RECEPT. STOKVISCHKOEKJES. Men neemt 500 gr. visch cn hakt die fijn, vermengt ze met 2 eierdooiers. 2 sneden in wat melk fijngewreven oud brood, het zout. wat kruiden en het in 1 lepel boter gefruite uitje en 2 theelepeltjes maggi aroma. Vorm hier gelijke balletjes van en doopt ze in het overgebleven eiwit, dat met een lepel water wat uit elkaar is geklopt, wentel ze dan in paneermeel. Bak de koekjes in dc koekenpan met hcete boter aan beide kanten mooi knap pend en presenteer ze als voorgerecht bij het middagmaal of aan de lunch. Regel moet cr zijn. Zonder regel is geen goed prettig huishou den mogelijk. Het lijkt wel ideaal als je alle maal maar precies kunt doen zooals het je het beste uitkomt: thuiskomen wanneer jc wilt, eten gereed vinden op elk oogenblik van den dag. Dat lijkt op vrijheid. Maar zoodra meer menschen met elkaar in een huis wo nen is die vrijheid toch maar heel denkbeel dig Door het late thuiskomen van den een is dc ander gedupeerd, door 'net ongeregelde eten zou de huisvrouw den heelen dag werk hebben. En dan.... waar zou de gezelligheid blijven? Als menschen met elkaar samenleven moet er regel zijn, hoe dikwijls daar ook tegen ge mopperd wordt. Waren er geen regels, dan liep alles in het honderd, dan kon je nergens meer op rekenen. Jan reed weg op de fiets van Piet en Piet hacl de fiets juist zoo drin gend noodig, want hij moest naar de verga dering van zijn voetbalclub. Mies zou Truus eenige inlichtingen geven over een te maken jurk. maar Mies verschijnt niet aan het eten. De huisgenooten loopen elkaar allemaal mis, ze weten niet wat er wel en wat er niet dis ponibel voor hen is. Het zou een „bende" worden. En zoo zou die persoonlijke vrijheid ons juist in ons doen en laten belemmeren. Kinderen zien meestal de noodzakelijkheid van den regel niet. Waarom altijd vóór het eten je huiswerk maken, waarom altijd om zes uur eten, waarom om half negen naar bed? 't Kan ook best eens anders. Ja, het kan wel eens anders, maar dan als uitzondering, die den regel bevestigt. Want het is één van de voordcelen van de goedloopende, geregelde huishouding, dat er van die prettige, genoegelijke uitzonderingen kunnen wezen. Zoo eens in de maand, eens in het jaar misschien. En dan is het een heel feest. Er zijn huisgezinnen waarin alleen op echte feesten, op verjaardagen bijvoorbeeld, van den regel wordt afgeweken. Dan mag er eens gesnoept worden tusschen de maal tijden, dan wordt het naar bed gaan iets ver laat. Maar anders nóóit, geen sprake van. Regel moet er zijn. Dat is vervelend voor het kind. Het wil zoo nu en dan verrast zijn. Hij moet weten, dat er zoo af en toe iets gebeuren kan. dat dc sleur van het dagclijksch leven verbreekt. Voor het eten huiswerk makenMaar daar komt een leuke oom op visite, die je mee wil nomen de stad in, misschien wel naar een lunchroom. ..Mag hij mee?" vraagt oom. Eigenlijk kan het niet, weet het kind. Er wacht werk op hem. Maar: voor dezen keer, zegt moeder. Je werk maak je dan maar na het eten. Dat wordt dan een groote gebeurtenis. Het kind geniet er veel meer van clan een ander kind. dat „natuurlijk" meemag, dat door niets gebonden is en al blasé van taartjes eten en bioscoop uitgangetjes is. Maar weigert moeder, omdat ze niet van den regel af wil wijken, dan is dat voor het kind wel erg saai en verdrietig. Dan krijgt hij ook het land aan dien onverbiddelijken regel. Hè. hij mag ook niets! ..Regels schijnen uitgevonden te zijn om er uitzonderingen op te bedenken", zuchtte eens een wanhopig scholier. Nu, de regels van de huishouding zijn naast andere redenen misschien ook wel om deze uitgevonden. En voor menige moeder is er geen grooter plezier dan uitzonderingen te bedenken. Natuurlijk niet te veel! Dan zou er van regel geen sprake zijn. Zoo'n onverwacht uitgangetje, zoo éven langer opblijven als moeder een mooi ver haal vertelt, iets lekkers door moeder mee gebracht van haar tocht door de stad, eens laat thuiskomen, ver na het etensuur, gaan wandelen met je vriendje om naar iets „heel bijzonders" te gaan kijken, naar een circus of nieuw bouwwerk, en dat op een uur, dat je eigenlijk thuis moest zijnHet zijn alle maal feesten voor het kind, dat aan regel gewend is! Zoo leert hij meteen de kleine genoegens waardeeren; en dat kan hem niet anders dan geluk brengen in zijn later leven. BEP OTTEN. GORDIJNEN WASSCHEN. Een van de werkjes, die onverbrekelijk met de schoonmaak verbonden zijn, is het was- schen der tulle, vitrage, neteldoeksche, filet en andere gordijnen, die vlak voor de glazen hangen. Daar in vele gevallen deze gordijnen echter teer zijn en er, ook al door invloed van het zonlicht, gauw scheuren inkomen, is het wasschen ervan een heel voorzichtig kar weitje. Men neemt dus de gordijnen voorzich tig af en klopt ze uit, kijkt goed na, of er hier of daar niet een winkelhaak of gaatje te re- pareeren valt en tornt pietalen gordijnringen er af. Wanneer de gordijnen los voor de gla zen hangen, d.w.z. niet tusschen twee latjes of koordjes gespannen, dan doet men ver standig precies de lengte en breedte op terne- ten. opdat de stof niet na het wasschen over matig. hetzij in de lengte, hetzij in de breed te, uitgerekt wordt. Om te beginnen spoelt men de te wasschen gordijnen een paar keer uit in een teil water met een paar flinke handen soda er in. Vervolgens wascht men ze heel voorzichtig in een lauw sop, dat men van gewone huishoudzeep bereidt. Wordt het sop erg vuil, dan moeten de gordijnen nog een tweede keer in een schoon sop gewas- sohen worden. Heeft men een wringmachine, dan worden ze daardoor gehaald en met de handen verder nog zoo droog mogelijk ge drukt. doch vooral niet gewrongen. Daarna een keer of drie in lauw schoon water uitge spoeld. Opnieuw droogknljpen (of door dc wringniachlne halen). zc stijven, op maat rokken cn met een tamelijk warm vjzcr droog strijken. Voor kleine gordijnen gebruiken wc rauwe stijfsel. Voor groote gordijnen. of gor dijnen, die tusschen latjes of roedon gespan nen worden, past men de gekookte stijfsel toe. Do volgende maten worden voor stijfsel aangegeven: voor grove gordijnen een 12 ons stijfsel op 2 liter water, voor fijnere tulle en vitrage gordijnen een kwart ons stijfsel op 2 liter water. Groote gordijnen worden, nadat zc gesteven zijn in een doek uitgeknepen (dit doet men trouwens ook met kleine gordijnen), waarna men op een zolder of ongebruikte kanter een groot schoon laken speldt op den grond, op dat laken speldt men dan weer het natte gordijn, waarvan wij immers vooraf de maat hebben genomen en rekken het tot op de juiste oorspronkelijke maat, eerst in de lengte aan één kant. daarna in dc breedte en eindelijk langs den anderen lcnptckant. Het. ligt voor dc hand, dat men voor dit vast spelden roestvrije spelden moet gebruiken. Deze gordijnen moeten eerst drogen, waarna men zc voor het strijken (dat in dc lengte moet gebeuren) even invocht. Uit een loodgrijzen dikken hemel dalen on- noozel wat fijne sneeuwvlokken, als een de monstratie van een halfbakken winter, die niet eens de durf heeft om het in ernst te laten sneeuwen en vriezen. En in deze mie zerige. kille atmosfeer, die meer aan Novem ber dan aan de tweede maand van het jaar doet denken, ciuikt daar plotseling een be- stroohoede juffrouw voor me op. Als het hoedje praten kon. zou het zich vermoedelijk in dezen geest uiten: nee maar, die is goed: als ik nou toch ooit had kunnen droomen, dat er nog sneeuw op mijn zomersche fleurigheid zou neerdalen! Regen, dat is nog tot daar aan toe. dat kun jc in dit klimaat verwach ter.. maar sneeuw. En vermoedelijk heeft de juffrouw onder hel hoedje we! een akelig kil hoofd, want we hebben allemaal wel eens wat vroeg met een zomerhoed geloopen, en tot. onze schade ge veeld. hoe groot het verschil in dichtheid tusschen vilt en stroo is. Laat staan dan bij een vries- en sneeuw-temperatuur. De zomer-, of liever gezegd de voorjaars hoedjes komen ieder jaar vroeger in den winter voor den draad, evenzoo als de vilt- hoeden dat 's zomers doen. Dat scheen dit jaar volkomen gerechtvaardigd te zijn: in Augustus was het koud als in den herfst en in Januari was het voorjaarachtig zoel. Maar al had Augustus 1931 ons verrast met een hittegolf en Januari van dit jaar met stra lend vriesweertje, toch zouden winter- en zomerhoeden voor ons uitgestald hebben ge legen in de etalages der winkels. Want con sequent en logisch is de mode nu eenmaal niet en ze' zal het nooit worden ook. In tusschen zullen de meesten uwer al wel ontdekt hebben, dat we onze hoofddeksels een fiksche zet- moeten geven, om ze in de gcwenschte modieuze houding op ons hoofd te krijgen. Hoe die mode ontstaan is? Door een toeval, zooals dat zoo vaak voorkomt bij modegrillen. Mevrouw heeft een dienstmeisje, dat niet al te best voor het eten zorgt, aanbranden is dan ook vaak het gevolg. Meneer ls teeke naar van zijn beroep, modeteekenaar, maar al ben je nu minister of teekenaar, aange brand, eten smaakt- nooit lekker. En als het dus weer voor komt. dat het middagmaal een zeer duidelijkeh brandsmaak heeft, ontsteekt meneer in hevige woede en laat de schuldige dienstbode voor het front komen. Haar ant woorden op de verwijten zijn niet malsch, en dat wekt meneer's drift in zoo hooge mate op, dat hij een heel bord met aangebranden kost naar haar hoofd slingert. En mikken kan meneer blijkbaar best, want het bord komt. keurig op den eenen kant van haar hoofd terecht en blijft zitten, "s Mans woede slaat meteen in verrukking om ..Een creatie, een creatie" juicht hij opgewonden, „blijf zoo staan, ik moet het even vastleggen!" En zoo zullen we dan straks allemaal met dat bord met aangebrand eten op ons hoofd loopen. Misschien is er zelfs wel een sportieve echt genoot, die evengoed mikken kan als de lang niet malsche teekenaar, én die uw hoed voor u wil gooien. Is hij er echter niet zoo heel handig mee. doe het dan maar liever zelf, want dan zou het den levensduur van uw hoofddeksel wel eens aanmerkelijk kunnen bekorten. Londen komt met een sportief gevalletje voor den dag in den vorm van een soort slaapmutsachtige baret, van dezelfde wol als de Baskische mutsjes gemaakt, en die ln vele variaties kan worden opgerold, totdat zij vast om het hoofd sluit.. Bijvoorbeeld met een enkelen opgcrolden onderrand, met denzelf den rand dubbel gelegd, mot een teruggesla gen onderrand, dus niet dik opgerold, maar plat naar boven gelegd. Enzoovoorts. Ontel bare variaties zijn hierin te maken en als u het zich wilt aanschaffen, ga dan maar eens voor den spiegel zitten en probeer wat het beste staat. Denk er echter om, zij moet scheef staan, en dan nog wel boven een jong, fleurig gezichtje. Voor ouderen is dit geen flatteuze dracht er zijn trouwens kleine, ge- makkelijk-zittende hoedjes genoeg, waaruit de niet-meer-jonge meisjes een ruime keus kunnen maken. Het spreekt vanzelf, dat deze scheefstaande hoofddeksels ook een onberispelijk kapsel vragen. En als we dan de modeplaten inzien, hebben al die dames een gegolfde bol om van te watertanden. Onberispelijk is echter niet synoniem met geonduleerd. wat wel eens ge dacht sohijnt te worden; een onberispelijk kapsel bedoelt, dat het haar. glad of gekruld, keurig zit. dat het goed onderhouden Ls en frisch .dat het geregeld geknipt is en dat het past bij het gezicht dat er bij hoort. Als u dus zoo'n hoed gaat koopen, loop dan niet allereerst naar den kapper om u een kapsel aan te meten, dat u anders toch niet draagt, maar laat hem uw haar opknappen zooals gewoonlijk en zoek dan een leuk, mo dern pannekoekje uit, dat flatteert, zoowel wat betreft uw haar als uw gezicht. E. E. J.—P. DE VROUW IN DE XXe EEUW. HAAR BETEEKENIS VOOR DE FILM. Als filmster heeft de vrouw heel wat ver overingen gemaakt, en nog is de film de illusie van vele jeugdige schoonen, die droo men van roem en zich niet afvragen, ten koste van hoeveel arbeid en geluk zij tijdelijk bewondering zullen oogsten. En er zijn vrou wen, die slechts als toeschouwster meeleven den roman van asschepoesters, die prinsen trouwen. Tenslotte is er de groote groep vrou wen in alle landen, die in bioscoopcommissies meedoen aan keurmg, zich bewust van den geweldigen invloed, welke de film oefent op jong en oud, en als hoedster van het gezin, wakend, dat haar familieleven niet wordt vernield door gevaarlijke'fims, welke te sterk op de verbeelding werken. Hoe vrouwen ln alle landen zich bezig houden met het bioscoopvraagstuk, om te be vorderen, dat uit de film al het voordeel wordt gehaald, dat er uit te halen valt, en dat de nadeelen tot een minimum beperkt worden, bewees het jongste congres van de bioscoopcommissie van den Int. Vrouwen raad te Rome, waar het Institut internatio nal du Cinématographe éducatif zetelt. Dat de Int. Vrouwenraad, waarbij 43 millioen vrouwen zijn aangesloten, behoorende tot vereenigingen op maatschappelijk gebied van een 56 landen, ook een bioscoopcommissie heeft ingesteld, bewijst dat hij Inziet, welke mogelijkheden de bioscoop inhoudt, mits men haar weet te gebruiken en tracht te ontdoen van haar fouten. Dat vrouwen door haar practischen zin, door haar taak als opvoedsters, door haar belangstelling voor hygiënische cn maat schappelijke vraagstukken, inzonderheid voor dat van den vrede, speciaal geroepen zijn, om zich bezig te houden met een vraagstuk, dat met filmkeuring alleen niet is afgehandeld, bewezen de uitgebrachte rapporten, welke zijn opgenomen in de „Revue Internationale du Cinéma Ed ateur", het Maandblad van het Instituut tc Rome, waarin zij een 70 pa gina's in beslag nemen. De redactie van dit orgaan leidt de dames in met een artikel, waarin zij opmerkt, dat de vrouw ten opzich te van de Cinema een dubbele taak heeft: zij is de waakster voor de zedelijke beginselen, welke het maatschappelijk leven moeten be- heerschen en zij kan bijdragen tot de ont wikkeling van alle paedagogische mogelijk heden van de cinema. En het Congres heeft aangetoond, dat de vrouw hier werkelijk op bouwend werk doen wil en zich niet wil be palen tot de negatieve critiek van den cen suur. Zij wil o.m. samenwerking zoeken met de industrieelen, omdat zij daarvan veel meer verwacht dan van enkel verbodsbepalingen, al zal zij opkomen voor bescherming der jeugd, zoowel door deze te weren uit de zalen, waar de vertooningen worden gegeven welke haar verbeelding schaden, als uit die, welke uit hygiënisch oogpunt ongunstig voor haar zijn: en ook door protesten tegen kinder arbeid bij de film, tegen het spelen van jeugdige acteurs die fysiek en moreel schade kunnen ondervinden van hun optreden. Dit alles blijkt uit de rapporten, welker titels een beeld geven van wat er werd be handeld: Laura Dreyfus-Berney. vice presi dente van den Int. Vrouwenraad, presidente van de Conferentie, welke ook aan de Radio was gewijd, opent de rij met een overzicht van den arbeid door de commissie, die in 1926 werd in het leven geroepen en in 1927 tc Genève, in 1929 te Londen en in 1930 te Weenen vergaderde, verricht. Reeds thans kon zij met een volledig programma komen en de wijze, waarop zij te Rome werd ont vangen, was wel bevorderlijk voor haar arbeid Mme Ritsa G. Coromilas, leidster van een pacdagogisch filmbureau in Griekenland, hield een inleiding over de zalen waar de films worden vertoond, waarbU zij de- hygiënische eischen daaraan te stellen, het toezicht, de veiligheid van de toeschouwers on de uitwerking op het gezicht naging, met het gevolg, dat de conferentie na eenige op merkingen zich uitsprak voor alle mogelijke maatregelen tegen brandgevaar, en tegen 'net toelaten van kinderen en jongelieden in de filmateliers. De Italiaansche. signorina Tommassi, leerares aan con Jyceum. behandelde o.m. de filmatheck en dc sprekende film. Zij pleit-1 te o.m. voor centra voor de verspreiding van goede opvoedkundige films cn legde verband tusschen dit vraagstuk en dat van de catalo gussen, waarin alleen films zouden mogen voorkomen, welker paedagogische waarde door bevoegde instituten werd erkend. Daar toe zou zij een internationale cinematlheek wenschen. De conferentie sprak zich hierna uit voor nationale cinematheeks in alle lan den en voor practische cursussen in liet ge bruik van het materiaal als hulpmiddel bij opvoeding en onderwijs. Germaine Dulac (Frankrijk) was zeer uit voerig over „Le Sens du cinéma" en lokte bij de conferentie een uitspraak uit ten gunste van de bevordering van de goede film. Onze landgenoote. mevr. BmgerCanter had het over de cinema en de fiscus: haar rede leidde tot de aanneming van een uitspraak ten gun ste van de internationale opheffing van in voertarief op opvoedkundige films en voor het houden van een enquête omtrent de methodes van verspreiding der films en de maatregelen tegen .blind-booking" en block- booking", waarbij de besteller blindelings ook minderwaardige films heeft te accepteeren. Elsa Matz, dr. in de philosophic, en Duitsch Rijksdaglid, roerde de quaestie van de „Cen suur" aan, waarbij zij ook pleitte voor cen suur op de filmreclame. Na haar rede werd een voeu aangenomen ten gunste van on derzoek door een internationale commissie van de reeds toegepaste systemen van censuur teneinde tot een internationale Conventie te komen en zoo uitwisseling van films te ver gemakkelijken. Aan den anderen kant was de conferentie voor het eerbiedigen van het ar tistiek karakter der films. Mrs. Ambrose Diehl, presidente van het cinema-comité van den Amerikaans chen Vrouwenraad sprak over den anoreelen (invloed van de film en wees in het 'bijzonder op zijn invloed ten gunste van den vrede. Zij was voor samenwerking met de industrieelen cn voor opvoeding van het publiek. Hiervan ver wachtte zij meer dan van verbod. De Ame- rikaansche vrouwen deden reeds nuttig werk in dit opzicht. De conferentie uitte zich ia dezen geest. Als slot een referaat van de Hongaarsche gravin Apponyi, waarin eveneens de cinema werd beschouwd als instrument van cultuur en menschelijke saamhoorighcid. In verband hiermede werd een voeu aangenorïien, waarin wordt aangedrongen op het.vervaardigen van films, welke dien geest kunnen ten goede komen. De conferentie heeft dus wel het vraagstuk van alle zijden bekeken en de vrouwen blijken zeker bevoegd en geschikt om de oplossing van het bioscoopvraagstuk in goede banen te leiden. EMMY J. BELINFANTE. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. zoo frisch cn zachi wordt Uw teint door het dagclijksch gebruik van „Zlj'^Créme. WEEKNIEUWS CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Wij ontvingen deze week een -partij beeldige Japansche kimono's, rijk van kleur en dessin. En een groote voorraad extra voor- dcclige nachthemden ixin af fl. 1.95, indanthren geverfd en fleurig gebor duurd. Deze partijen zijn zoo extra laag ge prijsd, omdat ze verkocht moeten zijn, voordat dc groote voorjaar's zendingen uitgestald worden. Ziet onze etalages!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 12