FEMINA
Wat Zetten Wij Op?
ABR. MEIJER
fzÊF>
dat zoo aoed vei
merti^vulai^on kon.
Als een rozeblaadje
Haar!
em s
Dagblad
Donderdag
18 Febr. 1932.
SIERADEN.
O, wat wordt cr
maar „raak' gedra
gen op dit gebied
en de vrouwtjes, die
mcencn zich ermee
te verfraaien, doen
dikwijls zichzelf
.schromelijk te kort.
door iets te dragen
wat in het geheel
niet bij haar per
soontje past.
Een sieraad moet
niet als een „toe-
valligheidje" wor
den gedragen, maar
het moet dienen om
de charme van de
vrouw te verhoogen,
haar persoonlijk
heid onderstrepen
cachet geven, flat-
teeren, kortom ge
heel haar wezen ae-
centueeren, zóó.
alsof slechts deze
enkele vrouw dit
sieraad zou kunnen
dragen.
En de kunst om
dit geheim te ont
dekken Is niet aan
te leeren, dat is
louter een psycho
logische kwestie
en de Oostcrsche
vrouwen bezitten
dat geheimzinnige.
Bedenk maar eens
even welk een groo-
t.e rol de sieraden
in het leven eener
Oosiersche vrouw
spelen, een stellig
meer belangrijke
rol dan de klee
ding. die onderge
schikt er aan is en
moer als achter
grond dient, waar
tegen do versierse
len op z'n aller
mooist. uitkomen.
Wie fijn-gevoelig is
en een goeden
smaak heeft., zal zich nooit kunnen ver
zoenen met kleeding, die afbreuk aan haar
uiterlijk doet.
Over hoe weinig middelen zij ook beschik
ken zal en hoe eenvoudig ook het materiaal
moge zijn, 'n vrouw van goeden smaak, ver
mag altijd distinctie te geven aan haar
toilet; zoo ook Is liet met de sieraden. Draag
liever geen enkel sieraad, dan een dat tegen
den goeden smaak indruischt. Liever één be
scheiden dun kettinkje dat een fijnen indruk
maakt, dan een kostbaar sieraad, dat niet
bij u hoort.
Vraag eens aan een vrouw waarom ze een
sieraad draagt en waarom ze juist dat sie
raad draagt, ge zult zien, dat ge een dezer
antwoorden krijgt:
..Het is een eadeautje. een souvenir, een
erfstuk" of het is mode en ik heb mezelf
dit gekocht". Maar het redelijke, begrijpelijke
antwoord; „Dit sieraad hóórt bij mij" blijft
Uit. z
Dat Is ook het geval met de moderne sie
raden. Deze bestaan vaak uit half-edel-
stccncn, bergkristal, zgn. „strass" of na
maak-parelen. De imitaties zijn soms zeer
gelukkig. Onze afbeelding" geeft u diverse
sieraden in „imitatie-parelen", tezamen ver
werkt met „strass", en zeer modern gemon
teerd.
Doch ook hier geldt, dat lang niet Iedere
vrouw dergelijke sieraden kan dragen, zoo
dat. men verstandiger doet enkele simpele
sieraden te dragen, dan er zoovele of zoo
slecht geïmiteerde te dragen, dat het cachet
van smaak wegvalt.
TWEE VOORJAARSTAILLEURTJES.
Er zullen in het nieuwe seizoen veel ja
ponnen gedragen worden met. lijfjes, die aan
de japon, die toch uit êcn stuk is. het aanzien
geven alsof er op den rok een klein jasje ge
dragen werd. Hot. lijkt wel, of deze japonnen
don indruk willen wekken van voorjaarstail-
lcurtjcs te zijn, die kwieke, vlotte voorjaars
pakjes, die dit seizoen bijzonder veel gedra
gen beloven to worden en waarvan het man
teltje heel kort is. vrij sterk getailleerd en
mot een flinken ceintuur ter hoogte van de
taille. Dikwijls zJjn dc voorpanden van deze
jasjes vrij scherp naar achteren weggesne
den. hoewel cr ook gewone rechte jasjes zijn
met een of twee knoopen. Dc teekening geeft
een tweetal van deze leuke nieuwe modellen
weer. Links een tailleur van roode stof. Het
manteltje heeft een groote kraag, die feitelijk
over do schouders een cape-je vormt. Van
onder dit cape-Je loopen links en rechts drie
dikke stiksels ter garneering. De rok is met
ronde, ingezette panden. Aan 3.10 M. stof van
1.40 M. breed heeft men voor dit model (pa
troon nr. 12 276 voldoende. Rechts hebben
we een tailleurtje van oen grijze fantasiestof,
met een ouderwetsch getailleerd jasje en
schuine, ingeslikte zakken. Het manteltje
wordt met een dubbele rij stoffen knoopen
gesloten. De rok heeft van voren cn van ach
teren alsook opzij stolpplooien. De revers van
het jasje vallen van onderen recht. Voor dit
model (12.277) Is 3 M. stof van 1.40 M. breed
toereikend.
Wat ons kapsel betreft, met de komst van
een zoelcr jaargetijde, waarin we onwille
keurig meer in de open lucht zijn. doen de
kappers een hardnekkige poging om ons op
nieuw tot slachtoffers van de korte haren
mode te maken. Volgens de toonaangevende
Parljschc kappers is het rijtje min of meer
slordige krullen of het stijve rolletje in den
nek aan 't verdwijnen en voorspellen ze zelfs
een terugkeer van de „coupe gargon", de jon
genskop! Zooals de zaken op het oogenblik
echter staan, mag men gerust zeggen, dat
elke haardracht toegestaan Ls, die ons goed
staat. Sommige modekappers zijn voorstan
ders van een glad, zuiver profiel aan den
linkerkant van het hoofd, met het haar recht
naar achteren geborsteld over het oor. met
een klein los krulletje, dat dan juist vlak voor
het oor mag vallen om een zachte lijn aan
het profiel te geven. Het haar valt dan ver
der in grove platte golven rechts naar ach
teren. doch mag 'net rechteroor niet bedek
ken, omdat luister goed! ooren weet in
de mode zijn! Dat wil zeggen, zichtbare
ooren!
Van deze tailleurs zijn knippatronen ver
krijgbaar a 75 ct. Postwissel zenden aan. De
Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z. Op het
strookje nauwkeurig vermelden: naam en
adres van afzender, nummer van het ge-
wenschte patroon en maatlevering binnen
1 week. (De maten van 40 tot 52 kunnen ge
leverd worden).
.van hd' tonijn,
JantjeEerste klas lagere school, par
mantig voor twee. eigenwijs voor drie....
Jantje, die drommels goed wist, wat hij wilde
en ook. hoe hij zijn zin door moest drijven,
had zijn zin gezet op konijnen, en toen vader
zei, dat hij er niet aan dacht om Jantje ko
nijnen te geven, omdat hij aan één klein,
lastig konijn al genoeg had, en moeder va
ders besluit nog eens bekrachtigde, door te
zeggen, dat hij natuurlijk geen konijilen van
moeder kreeg, als hij ze niet van vader kreeg
Jantje zag zich hier genoopt moeders
„tuurlijk1" eenigszins vragend te herhalen
toen gaf Jantje den moed gansch en al niet
op. en zette grootmoeder bij de eerste de
beste gelegenheid, dat hij een apartje met
haar had, een konijn in een hok af.
Vader protesteerde, moeder zei, dat groot
moeder Jantje verwende, maar er hielp geen
lieve vadertje of moedertje aan, de belofte
was gegeven en moest gehouden worden. En
op een goeien dag arriveerde er bij Jantje
twee verschrikkelijk lieve, zachte, snuffelende
konijnen ln een prachtig hok, en moeder
vond eigenlijk het idee van grootmoeder, om
Jantje toch konijnen te geven, hcelemaal
niet zoo kwaad, want Jantje bracht uren
door bij het hok in den tuin, al wist nie
mand wat hij er deed.
Evenwel op een dag kwam Jantje opge
wonden juichend aanhollen bij grootmoeder,
die in de serre zat, en voor grootmoeder wist
wat er gebeurde, had Jantje haar bij haar
rokken gepakt en haar meegesleept den tuin
in.
.Ja maar. Jantje, wat is er toch aan de
hand? waar moet ik naar toe?"
„Moet je luisteren", zei Jantje geheimzin
nig, „ik zal je es wat laten zien. Mijn knijne,
die knijne, die ik van Jou gekregen heb, hè?"
„Ja", zei grootmoedor gedwee.
„Nou, die kunnen toch zoo vreeselijk goed
vermenigvuldigen! Moet je mee gaan, dan
zal ik het je laten zien!"
En grootmoeder, die ook maar een mensch
was. cn wier nieuwsgierigheid gewekt was,
stapte benieuwd mee.
„Moet je hier gaan zitten", zei Jantje ijve
rig. „dan zal ik het je laten zien. En zal ik
ze nou es laten zeggen, hoeveel drie maal
drie is?"
„Hè ja!" zei grootmoeder belust.
„Eerst de bruine!" zei Jantje. „Bruine, hoe
veel ls drie maal drie?"
De bruine stak zijn neus door de tralies cn
snuffelde, en Jantje teldeeen, twee, drie
vieren bij negen snuffelde het konijn
door. maar Jantje hield op met tellen.
..Vin je het nou niet freeselijk knap?" vond
Jantje verrukt. „En nou do grijze'. Die kan
het ook. Wat wil je weten?"
„Twee maal twee"
Jfly; i.„
wou grootmoeder
weten.
„Twee maal twee
grijze!" zei Jantje.
„Das gemakkelijk,
hè?"
De grijze vond het
.heel makkelijk, en
Jantje telde: een,
twee, drie. vier, en
keek stralend op.
„Nou?"
,Hct. zei grootmoeder onthutst, „het
is reusachtig knap. Jantje. Maar vertel me
nou os. hoe kwam jc er eigenlijk bij. om je
konijnen vermcnigvuldigsommctjes op te ge
ven?"
„Nou", zei Jantje „van meneer op school.
Want. die zei, knijr.c vermenigvuldigden zich
zoo goed
WILLY VAN DER TAK.
RECEPT.
STOKVISCHKOEKJES.
Men neemt 500 gr. visch cn hakt die fijn,
vermengt ze met 2 eierdooiers. 2 sneden in
wat melk fijngewreven oud brood, het zout.
wat kruiden en het in 1 lepel boter gefruite
uitje en 2 theelepeltjes maggi aroma. Vorm
hier gelijke balletjes van en doopt ze in het
overgebleven eiwit, dat met een lepel water
wat uit elkaar is geklopt, wentel ze dan in
paneermeel. Bak de koekjes in dc koekenpan
met hcete boter aan beide kanten mooi knap
pend en presenteer ze als voorgerecht bij het
middagmaal of aan de lunch.
Regel moet cr zijn.
Zonder regel is geen goed prettig huishou
den mogelijk. Het lijkt wel ideaal als je alle
maal maar precies kunt doen zooals het je
het beste uitkomt: thuiskomen wanneer jc
wilt, eten gereed vinden op elk oogenblik van
den dag. Dat lijkt op vrijheid. Maar zoodra
meer menschen met elkaar in een huis wo
nen is die vrijheid toch maar heel denkbeel
dig Door het late thuiskomen van den een
is dc ander gedupeerd, door 'net ongeregelde
eten zou de huisvrouw den heelen dag werk
hebben. En dan.... waar zou de gezelligheid
blijven?
Als menschen met elkaar samenleven moet
er regel zijn, hoe dikwijls daar ook tegen ge
mopperd wordt. Waren er geen regels, dan
liep alles in het honderd, dan kon je nergens
meer op rekenen. Jan reed weg op de fiets
van Piet en Piet hacl de fiets juist zoo drin
gend noodig, want hij moest naar de verga
dering van zijn voetbalclub. Mies zou Truus
eenige inlichtingen geven over een te maken
jurk. maar Mies verschijnt niet aan het eten.
De huisgenooten loopen elkaar allemaal mis,
ze weten niet wat er wel en wat er niet dis
ponibel voor hen is. Het zou een „bende"
worden. En zoo zou die persoonlijke vrijheid
ons juist in ons doen en laten belemmeren.
Kinderen zien meestal de noodzakelijkheid
van den regel niet. Waarom altijd vóór het
eten je huiswerk maken, waarom altijd om
zes uur eten, waarom om half negen naar
bed? 't Kan ook best eens anders.
Ja, het kan wel eens anders, maar dan als
uitzondering, die den regel bevestigt.
Want het is één van de voordcelen van de
goedloopende, geregelde huishouding, dat er
van die prettige, genoegelijke uitzonderingen
kunnen wezen. Zoo eens in de maand, eens in
het jaar misschien. En dan is het een heel
feest.
Er zijn huisgezinnen waarin alleen op
echte feesten, op verjaardagen bijvoorbeeld,
van den regel wordt afgeweken. Dan mag er
eens gesnoept worden tusschen de maal
tijden, dan wordt het naar bed gaan iets ver
laat. Maar anders nóóit, geen sprake van.
Regel moet er zijn.
Dat is vervelend voor het kind. Het wil zoo
nu en dan verrast zijn. Hij moet weten, dat
er zoo af en toe iets gebeuren kan. dat dc
sleur van het dagclijksch leven verbreekt.
Voor het eten huiswerk makenMaar
daar komt een leuke oom op visite, die je
mee wil nomen de stad in, misschien wel naar
een lunchroom.
..Mag hij mee?" vraagt oom.
Eigenlijk kan het niet, weet het kind. Er
wacht werk op hem.
Maar: voor dezen keer, zegt moeder. Je
werk maak je dan maar na het eten.
Dat wordt dan een groote gebeurtenis. Het
kind geniet er veel meer van clan een ander
kind. dat „natuurlijk" meemag, dat door niets
gebonden is en al blasé van taartjes eten en
bioscoop uitgangetjes is.
Maar weigert moeder, omdat ze niet van
den regel af wil wijken, dan is dat voor het
kind wel erg saai en verdrietig. Dan krijgt
hij ook het land aan dien onverbiddelijken
regel. Hè. hij mag ook niets!
..Regels schijnen uitgevonden te zijn om er
uitzonderingen op te bedenken", zuchtte eens
een wanhopig scholier.
Nu, de regels van de huishouding zijn
naast andere redenen misschien ook wel om
deze uitgevonden. En voor menige moeder is
er geen grooter plezier dan uitzonderingen
te bedenken. Natuurlijk niet te veel! Dan zou
er van regel geen sprake zijn.
Zoo'n onverwacht uitgangetje, zoo éven
langer opblijven als moeder een mooi ver
haal vertelt, iets lekkers door moeder mee
gebracht van haar tocht door de stad, eens
laat thuiskomen, ver na het etensuur, gaan
wandelen met je vriendje om naar iets „heel
bijzonders" te gaan kijken, naar een circus of
nieuw bouwwerk, en dat op een uur, dat je
eigenlijk thuis moest zijnHet zijn alle
maal feesten voor het kind, dat aan regel
gewend is!
Zoo leert hij meteen de kleine genoegens
waardeeren; en dat kan hem niet anders dan
geluk brengen in zijn later leven.
BEP OTTEN.
GORDIJNEN WASSCHEN.
Een van de werkjes, die onverbrekelijk met
de schoonmaak verbonden zijn, is het was-
schen der tulle, vitrage, neteldoeksche, filet
en andere gordijnen, die vlak voor de glazen
hangen. Daar in vele gevallen deze gordijnen
echter teer zijn en er, ook al door invloed
van het zonlicht, gauw scheuren inkomen, is
het wasschen ervan een heel voorzichtig kar
weitje. Men neemt dus de gordijnen voorzich
tig af en klopt ze uit, kijkt goed na, of er hier
of daar niet een winkelhaak of gaatje te re-
pareeren valt en tornt pietalen gordijnringen
er af. Wanneer de gordijnen los voor de gla
zen hangen, d.w.z. niet tusschen twee latjes
of koordjes gespannen, dan doet men ver
standig precies de lengte en breedte op terne-
ten. opdat de stof niet na het wasschen over
matig. hetzij in de lengte, hetzij in de breed
te, uitgerekt wordt. Om te beginnen spoelt
men de te wasschen gordijnen een paar keer
uit in een teil water met een paar flinke
handen soda er in. Vervolgens wascht men ze
heel voorzichtig in een lauw sop, dat men
van gewone huishoudzeep bereidt. Wordt het
sop erg vuil, dan moeten de gordijnen nog
een tweede keer in een schoon sop gewas-
sohen worden. Heeft men een wringmachine,
dan worden ze daardoor gehaald en met de
handen verder nog zoo droog mogelijk ge
drukt. doch vooral niet gewrongen. Daarna
een keer of drie in lauw schoon water uitge
spoeld. Opnieuw droogknljpen (of door dc
wringniachlne halen). zc stijven, op maat
rokken cn met een tamelijk warm vjzcr droog
strijken. Voor kleine gordijnen gebruiken wc
rauwe stijfsel. Voor groote gordijnen. of gor
dijnen, die tusschen latjes of roedon gespan
nen worden, past men de gekookte stijfsel
toe. Do volgende maten worden voor stijfsel
aangegeven: voor grove gordijnen een 12 ons
stijfsel op 2 liter water, voor fijnere tulle en
vitrage gordijnen een kwart ons stijfsel op 2
liter water. Groote gordijnen worden, nadat
zc gesteven zijn in een doek uitgeknepen (dit
doet men trouwens ook met kleine gordijnen),
waarna men op een zolder of ongebruikte
kanter een groot schoon laken speldt op den
grond, op dat laken speldt men dan weer het
natte gordijn, waarvan wij immers vooraf de
maat hebben genomen en rekken het tot op
de juiste oorspronkelijke maat, eerst in de
lengte aan één kant. daarna in dc breedte
en eindelijk langs den anderen lcnptckant.
Het. ligt voor dc hand, dat men voor dit vast
spelden roestvrije spelden moet gebruiken.
Deze gordijnen moeten eerst drogen, waarna
men zc voor het strijken (dat in dc lengte
moet gebeuren) even invocht.
Uit een loodgrijzen dikken hemel dalen on-
noozel wat fijne sneeuwvlokken, als een de
monstratie van een halfbakken winter, die
niet eens de durf heeft om het in ernst te
laten sneeuwen en vriezen. En in deze mie
zerige. kille atmosfeer, die meer aan Novem
ber dan aan de tweede maand van het jaar
doet denken, ciuikt daar plotseling een be-
stroohoede juffrouw voor me op. Als het
hoedje praten kon. zou het zich vermoedelijk
in dezen geest uiten: nee maar, die is goed:
als ik nou toch ooit had kunnen droomen, dat
er nog sneeuw op mijn zomersche fleurigheid
zou neerdalen! Regen, dat is nog tot daar
aan toe. dat kun jc in dit klimaat verwach
ter.. maar sneeuw.
En vermoedelijk heeft de juffrouw onder
hel hoedje we! een akelig kil hoofd, want we
hebben allemaal wel eens wat vroeg met een
zomerhoed geloopen, en tot. onze schade ge
veeld. hoe groot het verschil in dichtheid
tusschen vilt en stroo is. Laat staan dan bij
een vries- en sneeuw-temperatuur.
De zomer-, of liever gezegd de voorjaars
hoedjes komen ieder jaar vroeger in den
winter voor den draad, evenzoo als de vilt-
hoeden dat 's zomers doen. Dat scheen dit
jaar volkomen gerechtvaardigd te zijn: in
Augustus was het koud als in den herfst en
in Januari was het voorjaarachtig zoel. Maar
al had Augustus 1931 ons verrast met een
hittegolf en Januari van dit jaar met stra
lend vriesweertje, toch zouden winter- en
zomerhoeden voor ons uitgestald hebben ge
legen in de etalages der winkels. Want con
sequent en logisch is de mode nu eenmaal
niet en ze' zal het nooit worden ook.
In tusschen zullen de meesten uwer al wel
ontdekt hebben, dat we onze hoofddeksels
een fiksche zet- moeten geven, om ze in de
gcwenschte modieuze houding op ons hoofd
te krijgen. Hoe die mode ontstaan is? Door
een toeval, zooals dat zoo vaak voorkomt bij
modegrillen.
Mevrouw heeft een dienstmeisje, dat niet
al te best voor het eten zorgt, aanbranden is
dan ook vaak het gevolg. Meneer ls teeke
naar van zijn beroep, modeteekenaar, maar
al ben je nu minister of teekenaar, aange
brand, eten smaakt- nooit lekker. En als het
dus weer voor komt. dat het middagmaal een
zeer duidelijkeh brandsmaak heeft, ontsteekt
meneer in hevige woede en laat de schuldige
dienstbode voor het front komen. Haar ant
woorden op de verwijten zijn niet malsch, en
dat wekt meneer's drift in zoo hooge mate
op, dat hij een heel bord met aangebranden
kost naar haar hoofd slingert. En mikken
kan meneer blijkbaar best, want het bord
komt. keurig op den eenen kant van haar
hoofd terecht en blijft zitten, "s Mans woede
slaat meteen in verrukking om ..Een creatie,
een creatie" juicht hij opgewonden, „blijf zoo
staan, ik moet het even vastleggen!"
En zoo zullen we dan straks allemaal met
dat bord met aangebrand eten op ons hoofd
loopen.
Misschien is er zelfs wel een sportieve echt
genoot, die evengoed mikken kan als de lang
niet malsche teekenaar, én die uw hoed voor
u wil gooien. Is hij er echter niet zoo heel
handig mee. doe het dan maar liever zelf,
want dan zou het den levensduur van uw
hoofddeksel wel eens aanmerkelijk kunnen
bekorten.
Londen komt met een sportief gevalletje
voor den dag in den vorm van een soort
slaapmutsachtige baret, van dezelfde wol als
de Baskische mutsjes gemaakt, en die ln vele
variaties kan worden opgerold, totdat zij
vast om het hoofd sluit.. Bijvoorbeeld met een
enkelen opgcrolden onderrand, met denzelf
den rand dubbel gelegd, mot een teruggesla
gen onderrand, dus niet dik opgerold, maar
plat naar boven gelegd. Enzoovoorts. Ontel
bare variaties zijn hierin te maken en als u
het zich wilt aanschaffen, ga dan maar eens
voor den spiegel zitten en probeer wat het
beste staat. Denk er echter om, zij moet
scheef staan, en dan nog wel boven een jong,
fleurig gezichtje. Voor ouderen is dit geen
flatteuze dracht er zijn trouwens kleine, ge-
makkelijk-zittende hoedjes genoeg, waaruit
de niet-meer-jonge meisjes een ruime keus
kunnen maken.
Het spreekt vanzelf, dat deze scheefstaande
hoofddeksels ook een onberispelijk kapsel
vragen. En als we dan de modeplaten inzien,
hebben al die dames een gegolfde bol om van
te watertanden. Onberispelijk is echter niet
synoniem met geonduleerd. wat wel eens ge
dacht sohijnt te worden; een onberispelijk
kapsel bedoelt, dat het haar. glad of gekruld,
keurig zit. dat het goed onderhouden Ls en
frisch .dat het geregeld geknipt is en dat het
past bij het gezicht dat er bij hoort.
Als u dus zoo'n hoed gaat koopen, loop dan
niet allereerst naar den kapper om u een
kapsel aan te meten, dat u anders toch niet
draagt, maar laat hem uw haar opknappen
zooals gewoonlijk en zoek dan een leuk, mo
dern pannekoekje uit, dat flatteert, zoowel
wat betreft uw haar als uw gezicht.
E. E. J.—P.
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
HAAR BETEEKENIS VOOR DE FILM.
Als filmster heeft de vrouw heel wat ver
overingen gemaakt, en nog is de film de
illusie van vele jeugdige schoonen, die droo
men van roem en zich niet afvragen, ten
koste van hoeveel arbeid en geluk zij tijdelijk
bewondering zullen oogsten. En er zijn vrou
wen, die slechts als toeschouwster meeleven
den roman van asschepoesters, die prinsen
trouwen. Tenslotte is er de groote groep vrou
wen in alle landen, die in bioscoopcommissies
meedoen aan keurmg, zich bewust van den
geweldigen invloed, welke de film oefent op
jong en oud, en als hoedster van het gezin,
wakend, dat haar familieleven niet wordt
vernield door gevaarlijke'fims, welke te sterk
op de verbeelding werken.
Hoe vrouwen ln alle landen zich bezig
houden met het bioscoopvraagstuk, om te be
vorderen, dat uit de film al het voordeel
wordt gehaald, dat er uit te halen valt, en
dat de nadeelen tot een minimum beperkt
worden, bewees het jongste congres van de
bioscoopcommissie van den Int. Vrouwen
raad te Rome, waar het Institut internatio
nal du Cinématographe éducatif zetelt. Dat
de Int. Vrouwenraad, waarbij 43 millioen
vrouwen zijn aangesloten, behoorende tot
vereenigingen op maatschappelijk gebied van
een 56 landen, ook een bioscoopcommissie
heeft ingesteld, bewijst dat hij Inziet, welke
mogelijkheden de bioscoop inhoudt, mits men
haar weet te gebruiken en tracht te ontdoen
van haar fouten.
Dat vrouwen door haar practischen zin,
door haar taak als opvoedsters, door haar
belangstelling voor hygiënische cn maat
schappelijke vraagstukken, inzonderheid voor
dat van den vrede, speciaal geroepen zijn, om
zich bezig te houden met een vraagstuk, dat
met filmkeuring alleen niet is afgehandeld,
bewezen de uitgebrachte rapporten, welke
zijn opgenomen in de „Revue Internationale
du Cinéma Ed ateur", het Maandblad van
het Instituut tc Rome, waarin zij een 70 pa
gina's in beslag nemen. De redactie van dit
orgaan leidt de dames in met een artikel,
waarin zij opmerkt, dat de vrouw ten opzich
te van de Cinema een dubbele taak heeft: zij
is de waakster voor de zedelijke beginselen,
welke het maatschappelijk leven moeten be-
heerschen en zij kan bijdragen tot de ont
wikkeling van alle paedagogische mogelijk
heden van de cinema. En het Congres heeft
aangetoond, dat de vrouw hier werkelijk op
bouwend werk doen wil en zich niet wil be
palen tot de negatieve critiek van den cen
suur. Zij wil o.m. samenwerking zoeken met
de industrieelen, omdat zij daarvan veel meer
verwacht dan van enkel verbodsbepalingen,
al zal zij opkomen voor bescherming der
jeugd, zoowel door deze te weren uit de zalen,
waar de vertooningen worden gegeven welke
haar verbeelding schaden, als uit die, welke
uit hygiënisch oogpunt ongunstig voor haar
zijn: en ook door protesten tegen kinder
arbeid bij de film, tegen het spelen van
jeugdige acteurs die fysiek en moreel schade
kunnen ondervinden van hun optreden.
Dit alles blijkt uit de rapporten, welker
titels een beeld geven van wat er werd be
handeld: Laura Dreyfus-Berney. vice presi
dente van den Int. Vrouwenraad, presidente
van de Conferentie, welke ook aan de Radio
was gewijd, opent de rij met een overzicht
van den arbeid door de commissie, die in
1926 werd in het leven geroepen en in 1927
tc Genève, in 1929 te Londen en in 1930 te
Weenen vergaderde, verricht. Reeds thans
kon zij met een volledig programma komen
en de wijze, waarop zij te Rome werd ont
vangen, was wel bevorderlijk voor haar arbeid
Mme Ritsa G. Coromilas, leidster van een
pacdagogisch filmbureau in Griekenland,
hield een inleiding over de zalen waar de
films worden vertoond, waarbU zij de-
hygiënische eischen daaraan te stellen, het
toezicht, de veiligheid van de toeschouwers
on de uitwerking op het gezicht naging, met
het gevolg, dat de conferentie na eenige op
merkingen zich uitsprak voor alle mogelijke
maatregelen tegen brandgevaar, en tegen 'net
toelaten van kinderen en jongelieden in de
filmateliers.
De Italiaansche. signorina Tommassi,
leerares aan con Jyceum. behandelde o.m.
de filmatheck en dc sprekende film. Zij pleit-1
te o.m. voor centra voor de verspreiding van
goede opvoedkundige films cn legde verband
tusschen dit vraagstuk en dat van de catalo
gussen, waarin alleen films zouden mogen
voorkomen, welker paedagogische waarde
door bevoegde instituten werd erkend. Daar
toe zou zij een internationale cinematlheek
wenschen. De conferentie sprak zich hierna
uit voor nationale cinematheeks in alle lan
den en voor practische cursussen in liet ge
bruik van het materiaal als hulpmiddel bij
opvoeding en onderwijs.
Germaine Dulac (Frankrijk) was zeer uit
voerig over „Le Sens du cinéma" en lokte
bij de conferentie een uitspraak uit ten gunste
van de bevordering van de goede film. Onze
landgenoote. mevr. BmgerCanter had het
over de cinema en de fiscus: haar rede leidde
tot de aanneming van een uitspraak ten gun
ste van de internationale opheffing van in
voertarief op opvoedkundige films en voor
het houden van een enquête omtrent de
methodes van verspreiding der films en de
maatregelen tegen .blind-booking" en block-
booking", waarbij de besteller blindelings ook
minderwaardige films heeft te accepteeren.
Elsa Matz, dr. in de philosophic, en Duitsch
Rijksdaglid, roerde de quaestie van de „Cen
suur" aan, waarbij zij ook pleitte voor cen
suur op de filmreclame. Na haar rede werd
een voeu aangenomen ten gunste van on
derzoek door een internationale commissie
van de reeds toegepaste systemen van censuur
teneinde tot een internationale Conventie te
komen en zoo uitwisseling van films te ver
gemakkelijken. Aan den anderen kant was de
conferentie voor het eerbiedigen van het ar
tistiek karakter der films.
Mrs. Ambrose Diehl, presidente van het
cinema-comité van den Amerikaans chen
Vrouwenraad sprak over den anoreelen (invloed
van de film en wees in het 'bijzonder op zijn
invloed ten gunste van den vrede. Zij was
voor samenwerking met de industrieelen cn
voor opvoeding van het publiek. Hiervan ver
wachtte zij meer dan van verbod. De Ame-
rikaansche vrouwen deden reeds nuttig werk
in dit opzicht. De conferentie uitte zich ia
dezen geest.
Als slot een referaat van de Hongaarsche
gravin Apponyi, waarin eveneens de cinema
werd beschouwd als instrument van cultuur
en menschelijke saamhoorighcid. In verband
hiermede werd een voeu aangenorïien, waarin
wordt aangedrongen op het.vervaardigen van
films, welke dien geest kunnen ten goede
komen. De conferentie heeft dus wel het
vraagstuk van alle zijden bekeken en de
vrouwen blijken zeker bevoegd en geschikt
om de oplossing van het bioscoopvraagstuk
in goede banen te leiden.
EMMY J. BELINFANTE.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
zoo frisch cn zachi wordt Uw teint door het
dagclijksch gebruik van „Zlj'^Créme.
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Wij ontvingen deze week een -partij
beeldige Japansche kimono's, rijk van
kleur en dessin.
En een groote voorraad extra voor-
dcclige nachthemden ixin af fl. 1.95,
indanthren geverfd en fleurig gebor
duurd.
Deze partijen zijn zoo extra laag ge
prijsd, omdat ze verkocht moeten zijn,
voordat dc groote voorjaar's zendingen
uitgestald worden.
Ziet onze etalages!