De koppeling bij auto's
Brieven van een controleur B. B.
DE AMBACHTEN IN DEN LOOP DER EEUWEN.
Een reeks interessante vergelijkingen tusschen verleden en heden
XV.
De plechtige opening van den spoorweg HaarlemAmsterdam.
De verkeersmiddelen.
Wij reizen voel meer dan onze voorouders!
In de 16e, 17e en 18e eeuw waren de steden
zoo geïsoleerd, dat de meeste bewoners er
nooit aan dachten eens elders een kijkje te
nemen. Zij zagen er het levenslicht, groeiden
er op en als er een bestaan voor hen te vin
den was bleven zij er tot den laatsten levens-
snik. Een reis naar Amsterdam of Leiden me:
de postkoets of de trekschuit was al een ge
beurtenis in het leven! Als iemand eens
naar Arnhem of Nijmegen moest voor
familie-aangelegenheden of zaken, dan werd
er in de kerk voor zijn behouden overkomst
gebeden! Een reis van Haarlem naar het
Groningerland per reiswagen was toen be
langrijker dan nu een passaglersvlucht naar
Indië!
Een oud-Hollandsche reiswagen even
pleisterend in een stad.
Zoo'n reiswagen doet denken aan den
armoe digs ten woonwagen uit een tegenwoor
dig Zigeunerkamp. Die heeft meestal nog
veeren.
Dc wogen in dien tijd waren heel slecht. D:
paarden hadden dan ook zwaar werk om d:
wagens door het mulle zand te trekken. Het
reizen ln het. regen-seizoen was al zeer
avontuurlijk. Soms bleef een diligence, ook .al
stonden er minstens twee en soms wel eens
vier paarden voor. in den modder steken
Dan kon de reis alleen voortgezet worden als
hulpvaardige boeren en hun knechts een
handje wilden helpen om den wagen uit den
modderpoel te verlossen. Maar niet zelden
waren er in den omtrek geen menschen, zoo-
d°' de gestrande'' reizigers dan gedwongen
v/aren te wachten tot er hulp gehaald was
oi ue modderwegen opgedroogd waren.
Zelfs de heirwegen waren in dien tijd niet
bestraat. Daarmede is eerst in de 19de eeuw
begonnen. Drenthe en de Achterhoek van
Gelderland waren voor een groot gedeelte
geïsoleerd, doordat het zelfs niet noodig ge
vonden werd om bruggen over ds beken te
leggen. In droge zomermaanden kon zoo'n
beekje wel zonder brug „genomen" worden,
maar in den wintertijd waren het soms klei
ne riviertjes cn dan ging dat overtrekken
heel wat moeilijker.
Een reis van Haarlem naar de Duitsch'
grens duurde toen met de diligences vier
dagen. Nu doet een expresstrein er nog geer
vier uur over!
Bovendien was de reis niet zonder gevaar.
In dien tijd maakten rooverbenden de ver
bindingswegen dikwijls onveilig, doordat zij
de reizigers uitschudden.
Geen wonder dat ln ons waterrijke land
de trekschuit ln het algemeen verkozen werd
boven den hobbelenden reiswagen. In het
roefje van de schuit zat onze voorvader, die
ruimschoots den tijd had, omdat het leven
to<>n nog niet zoo jachtte als tegenwoordig,
recht op zijn gemak. Hij rookte uit zijn
Gouwenaar en keuvelde met lotgenooten.
Dat was de tijd door Hildebrand zoo levendig
geteekend.
In de 17de eeuw werden verschillende trek
vaarten gegraven o.a. die van Haarlem naai
Amsterdam en van Haarlem naar Lelden.
Ook Gouda, Rotterdam en Dordrecht warer.
van Haarlem over het water te bereiken.
De trekschuit van Haarlem op Amsterdam.
Wij geven hier een tcekening van het
model van de trekschuit HaarlemLeiden,
dat in het Frans Halsmuseum aanwezig is.
In dien tijd bestond er onder de besturen
van verschillende steden en dorpen veel
naijver. Elk wilde door tolheffing van eer.
veer of beurtvaart proflteeren. Teekenend is
bijvoorbeeld, dat de trekvaart Haarlem-
Amsterdam ln Halfweg niet mocht worder
doorerraven. Daar moest een dam blijver,
om de Halfwcggers het voordeel te geven
van hei versieepen der goederen van de eenc
schuit ln de andere. Ds passagiers waren tij
dens dit oponthoud wel gedwongen in ee n
herberg te pleisteren en een vertering te
maken.
De poorten van de stadsvesten waren ïr
den regel niet. ruim. Dat was ook niet noo-
dU. omdat ln de steden geen vervoer p-,
wagen word toegestaan. Daarvan hadden dc
straten te veel te lijden.
De spoorwegen hebben ccn belangrijke wij
ziging in het verkeerswezen gebracht.
Het is nu 92 jaar geleden, dat de eerste
spoorlijn in ons land werd geopend, de lijn
Haarlem—Amsterdam. In de „Geïllustreerde
geschiedenis van het vaderland" van M. Haas
vonden wij van de plechtige opening het bij
gaand plaatje. Het station dat wij daarop
zien is het Haarlemsche, dat gelegen ws-;
nabij de Amsterdamsche poort. De locomo
tieven werden alleen met cokes gestookt,
anders zouden de passagiers, die ln open wa
gens zaten, in negers veranderd zijn. Alleen
voor de 1ste klasse waren er gesloten wagens.
Nu zijn de wagens voor veevervoer sierlijker
dan toen de 2de-klasse-rijtuigen! De tarie
ven waren voor een enkele reis: 1ste klasse
1.20, 2de klasse 0.8:t, 3de klasse 0.40. Er
reden per dag 4 treinen in beide richtingen!
Bij de openingsplechtigheid zorgde het
muziekkorps van de Haarlemsche schutterij
voor de feestvreugde.
Eerst in 1847 werd de spoorlijn doorgetrok
ken naar Rotterdam. De spoorweg kon zich
evenwel niet in de algemeene sympathie ver
heugen. Een boer onder Rijswijk verlangde
dat zijn boerderij met een hooge schutting
van den spoorweg afgesloten zou worden,
omdat hij vreesde, dat de rook uit den loco
motief de melk in zijn kelder zou bederven.
Een houtzaagmolenaar te Delft verlangde
dat de trein in zijn omgeving onder een over
kapping zou doorrijden, omdat hij vreesde
dat vonken uit den pijp zijn molen in brand
zouden steken.
Na 1850 is de uitbreiding van het spoor
wegnet in ons land betrekkelijk snel gegaan.
Het buitenland was ons ver voorujt, daarom
wérd' getracht den achterstand zoo snel mo
gelijk in te halen.
Nu hebben wij een zeer uitgebreid spoor
wegnet. De trekschuiten zijn verdwenen,
evenzoo de diligences, Of moeten wij in d:
autobus weer een herleving zien van ie
vroegere diligence?
Het reizen Is thans voor zeer velen een
alledaaesche bezigheid geworden. Wij kennen
geen afstanden meer. Vroeger werden er per
dag hoogstens 2000 personen per trein tus
schen Haarlem en Amsterdam vervoerd. Nu
bergt één volle trein er al zooveel. En elk
half uur rijden de treinen tusschen beide
steden. Op de drukke uren loopen er zelfs
nog eenige diensten tusschen.
De stoomtrein is al weer ouderwetsch, aan
den electrischen trein zijn wij al weer ge
woon geraakt. Evenzoo is menige stoomtram
verdrongen door een electrische tram.
In het laatst der 17de eeuw vervoerde de
trekschuit van Haarlem naar Amsterdam
ongeveer 10 >.000 menschen per jaar. Nu wor
den er op één mooien zomerdag cloor trein
en tram soms wel ÏOD.OOO Amsterdammers
naar Zandvoort vervoerd! En dan nog d:
vele duizenden die per fiets of auto den tocht
maken!
Uitstapjes naar het buitenland in den va-
cantletijd zijn vrij algemeen geworden. Door
de ontwikkeling van het vervoerwezen heb
ben wij niet alleen het eigen land leeren
kennen, maar ook enkele uitverkoren plekjes
in het buitenland.
Niet alleen het aantal reizigers is toege
nomen. ook het aantal menschen dat van de
vervoermiddelen bestaat. Aan spoor, tram
en autobus verdienen thans vele duizenden
hun brood. In den gildentijd waren er zoo
weinig menschen die bij het vervoerwezen
betrokken waren, dat het niet loonend was
een gild te vormen. Nu daarentegen vormen
de arbeiders van het transportwezen eenige
van de sterkste organisaties.
De verbetering der vervoermiddelen heeft
een geheele omkeering in onze samenleving
gebracht. Het afzonderlijke bestaan der ste
den en dorpen heeft plaats gemaakt voor
een samengaan in veel, ook wat handel en
arbeid betreft.
In ons volgend artikel nog een en ander
over de transportmiddelen voor het goede
renvervoer.
C. J. VAN T.
EEN PARACHUTESPRONG.
DE GEVAREN VAN RUKWINDEN.
De voormalige vlieger W. Ruge schrijft in
Wissen und Fortschritt over een parachute
sprong het volgende, dat in de Kern is op
genomen.
De bedoeling van zijn sprong was een pi-
lotendiploma voor parachutespringen te krij
gen benevens foto's te maken tijdens den
sprong op het vliegveld Staaken te Berlijn.
„Op een goeden morgen", zoo schrijft Ruge
..klautert mijn vriend Böttcher het toestel
in, ik ga in het tweede zitten en wij stijgen
omhoog. Onze fotografische uitrusting be
staat voor eiken springer uit een speciaal
geconstrueerd toesiel met smalle film, ter
wijl de begeleidende collega in het andere
vliegtuig van de gebruikelijke perscamera is
voorzien.
Van mijn vliegtuig uit zie ik op een hoogte
van 500 M. mijn collega Böttcher op de
draagvlakken naast de plaats van den pi
loot klauteren. Gehurkt wacht hij op het
beslissend commando van den bestuurder. Ik
zie den piloot den mond openen, Böttcher
laat los en stort loodrecht ln de diepte. Na
ongeveer 30 M. val gaat de parachute open,
waarna zij als een reusachtige witte blaas
langzaam naar beneden daalt.
Nu moet de piloot van mijn vliegtuig een
waar kunststuk volbrengen. In uiterst nau
we bochten en loopings snort hij rond het
neerdalende toestel, ik kiek, waarbij ik het
gevoel heb, alsof ik ieder oogenblik uit het
vliegtuig zal storten. Niet ver van Böttcher
landen wij ten slotte. De landing van den
parachutespringer bleek uiterst moeilijk te
zijn geweest, aangezien hij in rukwinden te
recht was gekomen, waardoor hij nog een
200 M. over den grond was gesleept, met als
eindresultaat een bloedneus, een verstuikten
arm, maar een onbeschadigd gebleven ca
mera met de belichte film.
Dan kom ik aan de beurt. Weer stijgen we
tot 500 M. hoogte. Op het commando „los"
van mijn piloot sprong ik met mijn hoofd
naar voren in de diepte. De gevoelens die
mij bezielden, terwijl ik met mijn hoofd naar
beneden naar de aarde toesuisde, zijn nau
welijks met een pen te beschrijven. Ik had
een gevoel, alsof een huisknecht mij bij den
kraag gegrepen en omhoog getild had. Dit
oogenblik was beslissend, want het trekken
bewees, dat de parachute zich had geopend
en haar remmenden invloed reeds deed ge
voelen.
Tijdens den schijnbaar eindeloos langen
tijd van zeven minuten; die tot de landing
verstreek, fotografeerde ik mijn waarne
mingen. En alles zou een goed verloop heb
ben gehad, wanneer de rukwinden maar
niet voortdurend krachtiger waren geworden.
Ondanks de meest nauwgezette berekening
van het punt waar ik'moest springen, greep
de wind mijn valscherm en deed mij afdrij
ven. In doodsangst ontwaarde ik, dat ik
recht naar een hoogspanningskabel toedreef.
Het bewustzijn dat ik mij in het grootste
gevaar bevond werd versterkt door de op
gewonden bewegingen en het loopen van het
publiek in de richting van mijn zweef tocht.
Voortdurend dichter nader ik den hoogspan
ningskabel. Mijn lichaam bevindt zich al
lager dan de kabel, maar het lot meent het
goed met mij. Een windstoot drukt mijn val
scherm omhoog, waardoor ik over den kabel
word getild. Tegèlijkertijd drukt een ruk
wind mij weer naar omlaag en ik ontwaar
dat ik met een sneltreinvaartje op een uit
spanning afdrijf. Tusschen mij en het doel
blijkt nog een dun boompje te staan. In de
kroon ervan raken de koorden van mijn val
scherm verward en in hetzelfde oogenblik
lig ik al met een gekneusd scheenbeen tus
schen een aantal omgevallen stoelen en
tuintafels. Eindresultaat: een gehavend ge
zicht, een gekneusd scheenbeen, maar
een paar goede opnamen. Alles bijeen: Meer
geluk dan verstand".
Waarom beginners raken".
En hoe gemakkelijk het gemaakt wordt om dit te ontgaan
(Door onzen verkeersmedewerker)
Menig beginnend automobilist zal het ver-
snellingshandle, dat zoo'n afgrijselijk tan
dengeknars kan produceeren verwenscht
hebben, en ook tal van z.g. gevorderden
vragen zoo vaak: „waarom laten ze dat
ding toch niet weg?" Sinds de automobiel
hoofdzakelijk in leekenhanden ls gekomen,
heeft het inderdaad niet aan pogingen
ontbroken, om het besturen te vereenvou
digen. De vakkundige rijder vindt, dat de
constructeurs daarin wonderwel geslaagd
zijn; wie over een zeker mechanisch gevoel
beschikt, kan het geruischlooze overscha
kelen en in het algemeen het behoorlijke
rijden in korten tijd leeren. Edochthe
customer is king" (de klant is koning) en
Z.M. beschikt meestal niet over mechanisch
gevoel, en daarom moet de bediening van
het versnellings'nandle (feitelijk do eenige
subtiele handeling, die nog overgebleven is)
nóg gemakkelijker worden.
De (benzine) ver
brandingsmotor, die
nog bijna zonder uit
zondering voor de
voortbeweging in de 35
millioen auto's ter
wereld gebruikt wordt,
heeft de eigenschap
alleen kracht te ont
wikkelen, als hij snel
draalt. Wanneer de
BI K" auto nu op een licht
stijgende weg nog
juist een snelheid van
40 km/u kan volhou
den, en er komt een
sterke helling in zicht, dan zal de motor
meer kracht moeten gaan leveren. Dat kan
alleen, wanneer hij sneller gaat draaien, en
daarom moet er onder die omstandigheden
een stel tandraderen tusschen motor en
achterwielen ingeschakeld worden. Verbin
den we den motor daarbij met het tandwiel
A in fig. 1 (11 tanden) en de achterwielen
met het tandwiel B <31 tanden), dan zal de
motor nu 31:11, d.ï. bijna 3 x zoo snel moe
ten draaien, cm de 40 K.M. snelheid van zoo
even vol te houden. Hij presteert dienten
gevolge ook veel meer en de kracht is thans
ruim voldoende, om de auto tegen de stelle
helling op te trekken. Aangezien het wen-
schelijk is, om verschillende tandraderen te
kunnen gebruiken heeft men in den ver
snellingsbak diverse bij elkaar behoorende
stellen aangebracht. Deze bak is dus nood
zakelijk, omdat de benzinemotor „nukken"
heeft, waaraan principieel weinig of niets te
doen is.
geschoven worden, deze laatste is op een
vierkante as aangebracht. F 2 kan dus wel
heen en weer geschoven worden, doch als de
beide platen tegen elkander gedrukt worden
(door een veer), en de krukas draait, dan
moet de plaat F 2 met F 1 meedlraaien, en de
vierkante as eveneens. Deze eindigt in een
tandwiel A, dat permanent in D grijpt. D, E
en H zitten onwrikbaar op ééne as bevestigd.
B en C daarentegen kunnen, juist zooals de
plaat F 2 heen en weer schuiven over een
vierkante as. Wanneer nu de platen F 1 en
F 2 (de frictie) fegen elkaar gedrukt wor
den (wat geschiedt, wanneer we het linker
voetpedaal in de auto loslaten), zal tandwiel
A draaien, en de tandwielen D, E en H. ro-
teeren eveneens. Aangezien H. en C. in el
kander grijpen (stand van fig. 2) moet ook
C's vierkante as meedraaien, en wordt al
dus de draaiende kracht van den motor
overgebracht op tandwiel K, dat met scherpe
tanden in L grijpt. Aangezien L onwrikbaar
op de achteras vastzit, moeten de achter
wielen óók mee. (de wagen rijdt). Tandwiel
H heeft 13 tanden, tandwiel C 26, B en E
hebben evenveel tanden. Als we ons nu in
fig. 2 het tandwiel C naar achteren gescho
ven denken, zoodat de verbinding C H ver
broken wordt en vervolgens de verbinding
B/E tot stand gebracht 'door B naar achte
ren te verplaatsen) dan blijkt daaruit, dat de
motor thans minder snel draaien moet dan
zooeven. om aan de auto dezelfde snelheid te
geven. Immers, zooeven moest tandwiel H
26 13 2 x ronddraaien, om C één slag te
doen maken, thans is het voldoende, dat E
slechts éénmaal ronddraait, om B evenveel
malen mee le nemen. De tandwielverhouding
C'H komt overeen met de eerste versnelling.
B'E met de tweede. Bij de hoogste versnelling
worden geen der combinaties B E of C'H ge
bruikt, doch daarbij komen A en B (van in
elkander passende nokken voorzien) zon
der meer tegen elkaar aan. De as met de
tandwielen D, E en H draait, nu „loos" mede,
de krachtsoverbrenging in den versnellings
bak geschiedt zonder omwegen (prise-
directe).
Synchro Mesh.
Bij het verwisselen van versnelling moeten
nu telkenmale twee tandwielen, die ver
schillende omtreksnelheden hebben, in el
kander geschoven worden; mislukt dit, dan
„kraken" de tanden langs elkander heen.
Wanneer b.v. in fig. 2 de tandwielcombinatie
C/TI niet langer noodig is, wordt C achteruit-
geschoven (versnellingshandle op neutraal
KRUKAS
De constructie van de auto is in fig. 2 zéér
globaal geschetst. De zuiger gaat door de
ontploffingen op en neer, door middel van
de drijfstang wordt deze kracht in een rond
draaiende van de krukas vervormd. Aan de
krukas zit een zwaar vliegwiel, bevorderlijk
voor een rustigen gang. Daarachter komt
een plaat, F 1, die met een ruwe, onbrand
bare asbestachtige stof bekleed is. Tegen
deze plaat F 1 kan een dergelijke plaat F 2
D CH f—
Het huwelijk van een Sultan.
Na de bccodlgintg on bevestiging van den
Sultan zal lk u nu ccn verslag geven van
zijn huwelijk op Bhna, waarheen we Don
derdagmorgen cm 4 uur vertrokken. Het was
nog pik en pikdonker, we hadden onderweg
nog bandenpech ook, maar waren toch om
half acht op Robong (124 KM.). Toen met
ons zevenen overgevaren met het motor
bootje naar Kempo. waar de auto's al ston
den te wachten. Wij hadden een prachtigen
wagen van den Sultan van Bima en kwamen
na 3 uur rijden op de plaats van bestem
ming aan. We werden met ons allen inge
kwartierd in de passagrahan, waar het knao
jes vol was. Om 5 uur in groote tenue r.aar
het paleis, een mooi gebouw, keurig inge
richt. Daar waren al een massa hooge poten
taten aanwezig, want van alle kanten van
het Gewest waren ze toegstroomd. Het was
er heel warm en dan hadden wij nog die
mooie dikke pakjes aan, maar Je moet er wat
voor over hebben. Na een half uurtje wach
ten. werden we op dc binnengalorij toegela
ten, en even later werd de bruid binnengeleid
aoor vele hofjuffers. Na een poosje kwam
ook de Sultan. Dit was de eerste ontmoeting
tusschen het jonge paar, ze hadden elkaar
voordien nooit gezien, alles was door pa en
ma en door het Gouvernement bedisseld. De
bruigom ls een magere jongeling van 28 jaar,
het bruidje een stevige knappe Jonge dame
van 17 lentes. Zij bleef, me: neergeslagen
oogen op dsn trion zitten en keek niet op
Maar de Sultan waagde er een oogje aan en
keek tevreden. Toen ze rustig gezeten waren,
werden wij er omheen geschaard, toen klon
ken er eenige saluutschoten en daarna stak
de Resident zijn speech af. Daarna vertrek
het bruidspaar en kregen wij een koele lafe
nis op de voorgalerij. Teen de auto's weer
naar de Passangrahan, waar we met ons
twaalven buitenlanders gehuisvest waren. Om
half tien was het weer aantreden, nu geluk
kig in het wit. Eerst werden wij onthaald op
inlandsciie dansen, terwijl we ook al en toe
zelf een kansje kregen. Maar daar ik een
paar dagen geleden nogal leelijk mijn voet
had verstuikt, kon ik niet meedoen en genoot
dus van het kijken. Er waren danseresjes die
den weldschen titel van Serimpi kregen, met
erg eentonig beweeg onder akelige muziek
begeleiding en knaapjes die wel aardig wat
•presteerden, maar veel bijzonders was het
niet.
Om 11 uur was ook dit af ge loopen en toog
iedereen huiswaarts of betef gezegd naar
de passangrahan want de feesten waren nog
niet op hun eind.
Den volgenden dag was er eerst voetbal
wedstrijd tusschen Bima en Soembawa, die
door Soembawa met 21 gewonnen werd.
Daarna op Invitatie van de)) Sultan weer
even naar het paleis om te genieten van
dansende paarden en een demonstratie van
zijn krijgslieden die om de beurt in duo-dans,
krijgsdansen met diverse wapens te zien ga
ven. Vooral de paarden waren heel mooi. Om
6 uur weer naar huis om or.s in deftige
avondkleedlng te steken voor het diner bij
den Sultan. Erg enthousiast gingen wc niet
aan tafel, vooral ook omdat het verbazend
warm was. Eerst op de voorgalerij van het
paleis wat zitten en ..lange en korte" drir.ken
in tametlijk saaie stemming. Met ons vijfti
ger. in een heel grooten kring met zacht
gefluister en stommetje spelen. Als er af en
toe eens gelachen werd rik zat o.a. nogal
in een lachhoek) keek ieder verbaasd en ver
wonderd op. waar die menschen den moed
vandaan haalden. T:en aan tafel, netjes,
volgens rang en stand gerangschikt, een
vijftig manr.en en vrouwen.De stemming was
voor een officieel diner, waarbij een ieder in
warme pakaians zat te puffen, zoo af en toe
zelfs vlot te noemen. Er werd zelfs nog een
polonaise gepresteerd, maar dat pikte
iedereen zoo aan. dat er een half uur na af-
Icopj geen boe of ba werd gezegd. Diner en
bediening waren tiptop in orde, alleen had de
bottelier een zwak moment toen hij de wijn
glazen^ niet met wijn vulde, maar met slaolie
die zóó bedriegelijk op wijn leek, dat eenigen,
waaronder ik, na de daverende speech van
den Resident, waarin hij het jonge paar ge
luk wenschte, een flinkon slok slaolie naar
binnen kregen; een walgelijke smaak cn een
leelijke tegenvailer, maar tevens een prettig
idee dat het huwelijk, zóó „ingedronken"
wel „gesmeerd" zou gaan. Na l.del van
half tien tot over twaalven koffie en een
poeske buiten en om 1 uur hadden we ook
dat weer achter den rug. Daar we gedu
rende ons heele verblijf de gasten waren,
van den Sultan van Bima, werden, we door
ter beschikking gestelde auto's naar de pas
sangrahan gebracht.
Den volgenden morgen om 10 uur weer
naar het paleis om het baden van het jonge
paar bij te wonen, een Mohammedaansche
ceremonie. Eerst wat op de voorgalerij zitten
wachten, toen naar de eetzaal van den vó~
rigen avond die n-u als mandiekamer was
ingericht. Daar zat mannetje aan mannetje,
de heele hofhouding in keurige en kleurige
adatkleeding. Na eeri poosje kwam het echt
paar binnen in Inlandsch mandiecostuum.
namen op de schoot van bepaalde hofdigni-
tarissen plaats en werden toen onder gebed
en lawaai, overgoten met allerlei soorten wa
ter en andere vloeistoffen. Toen werden ze
samen in een touw gebonden, nadat ze in
droge kains waren gewikkeld en Zv/o wei'Jen
ze weggevoerd. Toen zaten alle feest eiijk-
en plechtigheden er weer op. Na een lekke
ren middagdut voelden we ons weer mensen.
De Soembaneezen gingen toen onder elkaar
nog wat zitten gezeizen. koffers wei-den ge
pakt en den volgenden morgen om 6 uur
stapten we weer in de auto's.
Na een kort bezoek aan den Sultan van
Dompo, een 78-jarigen eigenaardigen
grijsaard, waren we cm 10 uur op Kempo.
waar we ons met zijn 18-en in het kleine
motorbootje wurmden en overstaken naar
den wal van Soembawa, de Salenbaal over
(die ciepe inham op de kaart). We waren
daar tegen twaalven, kropen in de auto's en
(het laatste stuk in de gietregen!) we wa
ren, door de keurige chauffeurstalenten van
mijn vrouw, om half vier thuis, hartelijk ver
welk cmd door de heede menagerie. Zie zoo,
nu hebben we weer een paar weken rust
want dan houden de Sultan en zijn vrouw
hun glorieuzen intocht in Soembawa,
zetten). Dit gaat eenvoudig genoeg, maar
minder gemakkelijk is het, om de tanden van
B en E in elkander te schuiven (handle in
tweede versnelling plaatsen). Het tandwiel
B toch, is in directe verbinding met de ach
terwielen, E daarentegen ontleent zijn snel
heid aan den motor. De Synchro-mesh ver
snellingsbak heeft nu een ingenieuze inrich
ting, waardoor de snelheid van de in elkan
der te schakelen tandwielen automatisch ge
lijk gemaakt wordt. Dan is het in elkaar
schuiven natuurlijk slechts „kinderspel".
Bovendien is er een inrichting aanwezig, die
het overschakelen vrijwel onmogelijk maakt,
zoolang die snelheden niet gelijk zijn. Dc
nadere uitwerking van dit principe moeten
wij thans buiten beschouwing laten, hoe in
teressant die ook is.
LANGS DE STRAAT.
Uitverkoop.
Eendrachtig staat de vrouwe'ijke bevol
king voor de ruiten met „Uitverkoop" te
spieden. Arm en rijk, oud en jong. ,,Het
„koopjesjagen" mag voor de een 'n sport.,
voor de ander een barre noodzaak zij», in de
practijk komt het er op neer, te jagen. Voor
genoegen of noodgedwongen. Men jaagt.
Heelemaal achterin de meest rechtsche
kast hangt een „beeld" van een couponne
tje. Drie meter voor zeven gulden, echte zij.
En dit couponnetje heeft de begeerte opge
wekt van twee welgedane moekes. Ontpopt
zich het volgende gesprek.
„Zeg, zie je dat keponnetje? Zou wat voor
mij zijn."
„Dat van drie meter? Mensch, wat ver-
beel-je je wel. Zeker om een randje langs
je japon van ver eden jaar te zetten. Én
dan zal het nóg krap-an zijn."
„Nou! Maar ik koop het; komt altijd van
pas. Anders een jurk voor Tootje."
„Kon je wel? Altijd de koopjes voor me
neus weghalen? Jij kan d'r toch niks van
make voor je zelf. En voor Tootje evenmin-
Je handen staan d'r totaal averechts voor,
ga-nou-gauw."
„O, had u wat? As je je soms verbeeldt dat
jouw kinderen d'r netter uitzien dan de
mijneglad mis mensch."
„Je most maar es hooren wat de buurt te
zeggen heeft over jouw Tootje. Dan heb ik
nog iever kinderen zonder zije jurrekies,
maar waar ze niks op weten te zeggen!"
„En ik zal an me man vertellen wat jij
voor een nummer ben; en die man van jou
ook. Hij heeft toch nog een appeltje met je
man te schillen.En nou ga ik dat kepon
netje koopen
Op dit moment verschijnt in de etalage
een heer in hemdsmouwen, en haalt het be
wuste couponnetje, waar een koopster voor
is, weg.
I* 8* ik