HET GEHEIM VAN HET
KONINGSGRAF
FEUILLETON
OORSPRONKELIJKE ROMAN
door
HERM. N. d. VOORT.
10)
,.J« bezit een wonderlijk aanpassingsver
mogen", grinnikte Carew. „Maar stel je ge
rust, schadelijke gevolgen rul je er niet van
ondervinden. De zon veroorzaakt ons hier
wel veel last, maar aan den anderen kant
dooden haar stralen alle bacteriën in een
minimum van tijd".
Na het eten staken beiden hun pijpen aan,
•n terwijl de geurige rookwolkjes onder het
tentdoek uit de blauwe lucht inkrlngelden,
bespraken ze hun verdere plannen.
Carew bestudeerde peinzend de kaart, die
hij in ruwe lijnen had ontworpen. ..Als wij
vlug doortrekken, zullen we voor zonsonder
gang de eerste oase bereiken, en daar over
nachten. Tot aan het gebergte komen we er
slechts twee tegen. Als wij morgen ochtend
vroeg weer opbreken, bereiken wij 's avonds
de tweede en laatste pleisterplaats. Vandaar
uit is het nog twee dagreizen, waartusschen
wij in de woestijn moeten overnachten. Het
terrein is daar echter precies als hier. dus
ual het wel meevallen".
Je vergeet onze vijanden", merkte Benoit
op' Jlet zou toch mogelijk kunnen zijn. dat
dezen ons reeds bij de eerste oase een warme
ontvangst, bereiden. Of zouden ze ons met
rustlaten?" J
,jk denk het niet. Het was mu anders heel
wat waard om te weten of zij voor. of achter
ons zijn. Sporen hebben wij niet gezien, maar
öat zegt niemendal. Ze begrijpen drommels
goed, dat wij in rechte lijn op ons doel af
gaan en zullen er dus wel voor gezorgd heb
ben, eenlge mijlen oostelijk of westelijk af te
buigen."
„Ja, dat is nogal duidelijk".
„Wil moeten de groote voorzichtigheid in
acht nemen, bij het naderen der oase", Ver-
vfigde Carew. „Zulke plaatsen zijn bij uit
stek geschikt voor een hinderlaag. Maar ik
gelool' niet dat iets van dien aard gebeuren
zal. Als mijn voorgevoel mij niet bedriegt,
zullen wij gedurende onze reis geen last van
hen ondervinden. Het is echter de stilte voor
den storm. Zijn zo achter ons, dan hebben
wij het pleit vrijwel gewonnen, maar zijn ze
voor ons. dan zal het. er om spannen
„Ik heb geen vrees", verklaarde Benoit rus
tig. „Maar wat. zouden zij met die zonderlinge
toespeling bedoelen, op een lot erger dan de
dood?"
„Dat snap Ik ook niet al te best", ant
woordde Carew nadenkend. .Doch het zal wel
een beetje grootspraak zijn. Die twee waar
schuwingen hadden ten doel ons schrik aan
te jagen, opdat wij van den tocht zouden
afzien. Nu wij toch zijn vertrokken, zullen we
vroeger of later wel zien wat er van aan Is
Dien namiddag ondervond Benoit voor het
eerst den afmatten den invloed van de zonne
warmte bij een onafgebroken te paard zitten.
Af en toe kreeg hij neiging om onder het
rijden in slaap te vallen. Eenmaal gebeurde
het. dat hij bijna uit het zadel gleed. Carew
verhinderde zijn val, door hem bijtijds bij
den arm te grijpen.
„Waar blijft nu je veerkracht, Archy?
vroeg hij ietwat spottend.
„Ik kan er niets aan doen, ik verga van
den slaap".
„Drink wat water en stop een pijp, dan
blijf je beter wakker".
„O. het is al weer in orde", antwoordde de
jongeman geeuwend. „Ik ben blij. dat ik geen
kameclen aangeschaft heb. lachte Carew.
„De kameel is ongetwijfeld het meest ge
schikt voor de woestijn, maar zijn eigenaar
dig schommelende bewegingen veroorzaken
den nieuweling meestal een onaangename
gewaarwording in hoofd en maag, die onge
veer gelijk staat met wat wij op zee zeeziekte
noemen.
Carew hield onder het spreken plotseling
zijn paard in, en haalde zijn kijker te voor
schijn. Zijn scherpe oogen meenden heel in
de verte een boschje palmen te bespeuren.
Hij had zich niet vergist. Door den kijker zag
hij duidelijk de oase, een groep van ongeveer
twaalf boomen.
„Hier", zei hij, den ander het instrument
overreikend. .Daar is iets wat de slaap wel
uit je oogen zal verdrijven. Wij naderen de
eerste oase".
Benoit tuurde gretig in de aangegeven
richting. „Eindelijk", zei hij verheugd. „Hoe
groot schat je den afstand?"
„Een mijl of acht".
„Ja. zeker, wellicht is het zelfs nog wat
meer".
„Oef. dan moeten we nog minstens een
uur rijden!"
„Ongeveer", knikte Carew. ..Maar we zul
len een beetje haast maken, hoe eer wij er
zijn. des te beter".
Zij zetten hun paarden weer aan tot een
kalmen gelijkmaiigcn draf.
Steeds duidelijker vertoonde de eenzame
oase zich aan hun blikken. Zij waren zoowat
tot op een mijl afstand genaderd, toen Carew
het raadzaam oordeelde stapvoets verder te
gaan. „Als er menschen aanwezig zijn. moe
ten zij ons allang bemerkt hebben," zei hij.
„Verbergen kunnen wij ons iJet en zou trou
wens overbodig zijn."
„Het maakt we! een griezeliger, indruk",
antwoordde Benoit, „dat uit die struiken
misschien geweerIcopen op ens gedicht zijn.
Carew antwoordde niet. Hij hield zijn re
volver klaar voor onmiddellijk gebruik In de
rechterhand. Maar geen enkele verdachte be
weging was in do struiken, die nu heel goed
zichtbaar waren, te bespeuren. Alles bleer
onbewogen en stil. Alle de hooge kruinen der
boomen wiegden, door de flauwe bries,
zachtjes heen en weer.
Carew stapte af en Benoit volgde zijn voor
beeld. Hij had eveneens zijn revolver Ier
hand genomen, en de wetenschap dat hij
deze misschien zou moeten gebruiken, gaf
hem een zonderlinge gewaarwording. Hij was
in een zenuwachtige spanning, doch gevoelde
niet de minste vrees.
Uit de beschaving genikt, worden we bijna
andere wezens. Wij zijn weer de oermensch,
gewend om te strijden, voor zijn leven en zijn
bestaan. Het is niet alleen in dolle woede of
op bevel, dat wij zoo handelen. Neen. rustig
en nauwelijks merkbaar volstrekt zich ln
ons deze verandering. Kalm en met het on
feilbare instinct van den oermensch. dat
hoewel diep verborgen toch nog in iedere
menschenziel sluimert, dooden wij mee
overleg dengene die ons naar het leven .staaf..
De zorg voor zelfbehoud Is een der eerste ge
boden in een land waar geen politie of recht
bank ter onzer bescherming aanwezig is.
Carew verkeerde niet in dezelfde span
ning als Archibald Benoit. De oorlog had hem
ongevoelig gemaakt voor dergelijke emoties.
Onbezorgd, alsof hij voor zijn plezier aan
het wandelen was, ging pij verder. Zijn onop
lettendheid was echter maar schijn, want
in weerwil van zijn achtelooze houding was
hij op alles voorbereid. Op ruim tweehonderd
meters afstand van de eerste boomen trok hij
zijn paard met een vluggen ruk om. zoodat
het dier tusschen hem en de oase in kwam.
„We zullen een omtrekkende beweging uit
voeren", zei hij tot Benoit. „Als zij hier zijn,
of geweest zijn, moeten wij op sporen stui
ten".
Er zorg voor dragend, dat de paarden
steeds tusschen hen en de oase bleven, lie
pen zij die geh.ee! om. De sporen, die Carew
stellig verwachtte te vinden, waren echter
niet aanwezig.
Verwonderd keek hij den ander aan. „Er is
niemand hier geweest".
„Zooveel te beter, dan kunnen wij onge
stoord kampeeren."
•Dat is zoo, giaar dan moeten sfl achter I
ons zijn, of..—
„Zij hebben deze oase overgeslagen", vulde
Benoit aan.
„Precies, maar dat kan Ik spoedig te we
ten komen. Zoodra we met ons kamp gereed,
zijn, zal ik er eens op uit gaan. Misschien
kan ik hun sporen vinden".
Toen zij hun tent hadden opgeslagen, op
dezelfde plaats waar Carew ruim twee maan
den te voren alleen gebivakkeerd had, en de
eerste toebereidselen voor hun maal hadden
gemaakt, steeg Carew te paard, nadat hij het
dier eerst van alle overtollige bagage had
ontdaan. Een oogenblik aarzelde hij welke
richting hij zou inslaan. Voor een uitgebreid
onderzoek was het te laat. Het was nog een
uur voor zonsondergang, maar de duisternis
valt in deze streken zeer snel. Eensklaps
kreeg hij een idee. Deze oase lag meer naar
rechts dan de tweede. Het was dus bijna ze
ker dat de tegenstanders, teneinde den om
weg zoo kort mogelijk te maken, sterk links
hadden gehouden.
Door snel te rijden kon hij zich een mijl of
zes van de oase verwijderen. Waren zij nog
verder afgeweken, dan was de kans om hun
sporen te vinden voor vandaag verkeken. De
oogen op den grond gericht gaf hij zijn paard
de sporen. Carew had het. dier duur be
taald. maar het was zijn geld waard. Zonder
merkbare in spanning hield het paard den
snellen galop vol. Steeds verder verwijderde
hij zich van de oase. Na twintig minuten be
gon Carew te wanhopen het spoor te zullen
ontdekken, en hij verminderde zijn vaart.
Als hij het nu niet spoedig vond beteeken-
de dit, dat hun vijanden r.og achter hen wa
ren of in nog grooteren boog om de oase
heen hadden gereden.
Toch gaf hij niet op, en zijn volharding
werd met goeden uitslag bekroond. Stapvoets
verder rijdend, en reeds op het punt om te
keeren, zag hij opeens de talrijke indruk
ken van een aantal paarden of kameclen hoe
ven.
(Wordt vervolgtB.
DE JAARLIJKSCHE GROOTE SUMA
TRA-TABAKSVEILING is Vrijdag in ge
bouw Frascati te Amsterdam gehouden
PRINS GEORGE
VAN ENGE
LAND heeft per
boot een bezoek
gebracht aan de
Londensche dok
ken en de haven
der Britsche hoofd stad.
KOMKOMMERTIJD. - bi
Loosduinen woe
den dagelijks groote parttien
komkommers voor
ér verzending in orde gemaakt.
PAUL HUE zal op Goethe's
Sterfdag. 22 Maart n.s. bij de
©fficicelc Goethe-Hcrdcnking
in de aula der Universiteit te
Amsterdam gedichten van
Gocthe voordragen.
BIJ EEN BOTSING, welke Vrijdagmiddag te Amsterdam heeft plaats gehad
tusschen een Shcll-tankwagcn en Lijn H van de gemeentetram, kwam de auto
te kantelen.
IN DE KANTOREN DER NATIONAAL SOCIALISTEN IN DUITSCHLAND is deze weck door de politie huiszoeking gedaan, zulks in
verband met berichten omtrent voorgenomen Putchplannen. De bewaking van het gebouw der „Angriff" het blad der Nationaal Socialisten te
Berlijn.
George tijdens de eerste rede na zijn ziekte op een bijeenkomst In Westminster.
LLOYD GEORGE heeft zijn rust eraan gegeven en h ta het politieke leven teruggekeerd. Lloyd
EEN VLUCHT
NAAR DE STRA
TOSFEER. - Twee
Oostenrijkers graaf
Zichy en Hans von
Braun hebben aan
gekondigd, dat zij
een vlucht naar de
stratosfeer gaan on
dernemen,