HET GEHEIM VAN HET
KONINGSGRAF
HET CIRCUS GLEICH Is Woensdag bi Baarle -Nassau over onse grens gekomen. Het be- HET 17c EEUSCHE GEBOUW VAN DE NEE). HERV. KERK TE ZUID BEYERLAND is Woensdag een prooi der vlammen geworden. Ondanks
roemde kanon komt ons land binnen. dc blusschingswerkzaamheden ging de kerk en drie woningen verloren.
OP HET SPARTA-TERREIN TE ROTTERDAM in Woensdag een voetbalwedstrijd gespeeld
tusschen het Nedcrlaodsch Proefclftal en het Sparta-clftal uit Praag. Een moment uit den
wedstrijd.
DE ROTTERDAMSCHE
DIERGAARDE zijn de lleve-
DF, VOORJAARSBLOEMENMARKT op den Coohlngel te Rotter-
dam is weer begonnen en de Rotterdammers die van een aardig potje
of tuiltje bloemen houden, kunnen er keus genoeg maken.
fingen van het publiek.
DE PARIJSCHB POLfTIEPREFECT
CHIAPPE, die in ons land vertoeft,
bracht Woensdag een bezoek te 's-Gra-
venhage. Hoewel het bezoek incog
nfto was, wist de fotograaf den politi»
prefect toch te snappen.
DE JONGE LEEUWTJES IN
PROF. DR. J. F.
VAN BEMME-
LEN herdacht
Woensdag zijn
gouden promotieju
bileum te Leiden.
DE PLECHTIGE UITVAART EN
BEGRAFENIS VAN WIJLEN Z. H.
BXC. Mgr. L SCHRIJNEN, Bisschop
van Roermond, heeft Woensdag plaats
gehad. De stoet met het stoffelijk
overschot op weg naar de
Kathedrale Kerk
FEUILLETON
OORSPRONKELIJKE ROMAN
door
HERM. N. d. VOORT.
27)
Verderop zag hij zelfs witte steenen hui
zen en daartusschen liepen nog meer men-
schen. Meer zijwaarts bemerkte hij een groo-
te, omheinde ruimte, waarin ontelbare paar
den en kameelen graasden. Het was een ge
heel dorp. dat zich aan zijn verbaasde blik
ken vertoonde, en hij kwam tot de .weinig
geruststellende conclusie, dat hun vijanden
ook tot de bewoners van die nederzetting
moesten behooren. In geval van strijd dus
nog meer tegenstanders! De toestand was kri-
tieker dan hij ooit had vermoed. Als hun
spoor werd ontdekt, waren zij verloren!
Met koortsachtige' haast aanvaardde Carew
den terugtocht. Benoit sloeg de afdaling ang
stig gade en hij loosde een zucht van ver
lichting, toen zijn vriend weer veilig naast
hem stond.
„Het is een heele klim, en werkelijk de
moeite waard", zei Carew. „Maar ik heb daar
boven een minder prettige ontdekking ge
daan. Ln oostelijke richting, nog geen vijf
mijlen hier vandaan, bevindt zich een groot
dorp met menschen, huizen en paarden".
„Èen dorp?" vroeg Benoit verbijsterd.
„Ja, Archy. Een heusch, echt dorp. «n als
het or.geluk wil. dat de bewoners ons hier
aantreffen voor we met ons werk gereed zijn,
kan het slecht met ons afloopen".
.Zouden onze geheimzinnige briefschrijvers
dan hier thuis hooren?"
„V.y u 'jk, het kan niet anders\
Benoit floot. „Verduiveld Henry, dan loopen
we de kans ons de geheele bevolking op den
hals te halen!"
Carew knikte. „Precies. Daarom zullen we
voort maken. Ik hoop alleen dat ons spoor
niet ontijdig gevonden wordt".
De twee mannen namen het terrein in
oogenschouw. Carew had het document te
voorschijn gehaald, en trachtte de plaats van
het graf te bepalen. Al direct ondervonden
zij. dat dit niet zoo gemakkelijk zou gaan. De
verhoudingen van de tamelijk gebrekkige
teekening, tegenover de werkelijkheid, waren
zoo onzuiver mogelijk. De grond was bezaaid
met stukken steen, maar eenige regelmaat
was in die opstapeling niet te bespeuren.
„Ik zei laatst, dat ik van meening was, dat
onze tegenstanders zelf het graf niet hebben
kunnen vinden", merkte Benoit op, „maar
nu wordt mij eerst duidelijk waarom.
Caxew antwoordde niet.. Zwijgend mat hij
weer den geheelen afstand tusschen de rots
gevaarten en liep toen honderd adhttien
passen terug. „Ik sta nu ongeveer in het
midden", zei hij„op üe plaats, die met een
driehoek op het papier is aangegeven".
.Die driehoek heeft stellig een beteeken is"
peinsde Benoit hardop, zou het den vorm
van het graf zenn?"
,Dat denk ik. Het kan bijna niet anders
be teekenen".
„Ja staat dus nu precies in het mid
den?"
„Ja."
Benoit keek een oogenblik scherp naar den
grond. „Het komt mij voor, dat de plaats,
waar jij staat hanger ligt" zei hU eindelijk.
..Ik stel voor ons geluk te beproeven en te
gaan graven."
„Vooruit dan maar", antwoordde Carew
opgewekt. „We zullen een smallen, diepen
kuil maken. Als het grafgewelf zich hieron
der bevindt, moeten wij er op stuiten."
Aanvankelijk vorderden zU niet snel. De
grond was hard en Carew moest met het
houweel alles loshakken, terwijl Benoit de
vrijgekomen aarde en steenen wegschepte.
Twee uren werkten zij onafgebroken door. Zij
hadden nu een kuil gegraven van anderhal-
ven meter middellijn en ee nmeter diep. De
grondlagen werden zachter en Carew kon
zijn houweel neerleggen, en de spade van
den ander overnemen.
Benoit liet zich met een zuoht op den hoop
uitgegraven aarde vallen, terwijl hij met de
beide handen zijn pijnlijke lendenen steun
de. „Ik ben half gebroken!" klaagde hij. „Ik
zal. als je het goedvindt een poosje kijken
hoe jij het doet."
Hoewel het zweet hem van het gelaat
gutste, werkte Carew regelmatig verder. Tel
kens dreef hij de spade met een krachtigen
thrap in den grond en gooide de aarde om
hoog. Hij stond nu tot aan zijn schouders in
den kuil.
„Ik zou er maar mee ophouden" adviseer
de Be nooit. „We zijn niet aan het juiste
adres."
Carew knikte, doch groef toch nog een
eind verder. Maar toen zijn hoofd gelijk met
den rand gekomen was, gaf hij het op, en
wierp teleurgesteld de spade terug. Hij
heesch eich op den rand en bleef daar een
poos, diep ademhalend zitten. ,Dat is het
eerste pech, waar zullen we nu beginnen.'
„Als w-e het nog eens in de breedte pro
beerden? opperde Benoit.
„Hoe bedoel je dat?" was Carewte weder
vraag.
„Wel je hebt nu den halven afstand in de
lengte uitgeknipt dodh niet tevens in de
breedte. Dan pas krijg je het zuiverste mid
delpunt van deze vlakte."
„Dat is een uitnemend idee", zei Carew op
staand, „we zullen er direct de proef van ne
men".
Een uur lang waren ze hiermede bezig,
toen stonden zij weer tusschen „de stille
wachters", doch een aanmerkelijk eind van
den kuil. dien ze eerst gegraven hadden.
,Dit is nu het raidden", zei Benoit. „Het
kan nog wel iots versaht&en, maar niet veel.
Als wij hot nu niet vinden, moet ik geloo-
ven, dat het zich -nog dieper onder den
grond bevindt, ofer heeleimaal niet is".
Carew schudde het hoofd. „Het moet cr
zijn", antwoordde hij. „En waar een onder-
aardsche kelder is, moet ook een ingang zijn,
anders hadden de teekenaars van de docu
menten zich die moeite wel kunnen bespa
ren. Diep zullen we dus nooit behoeven te
graven".
Weer werkten zij om beurten uren lang.
maar met hetzelfde resultaat als den eersten
keer. Niets.
Ontmoedigd staakten zij hun vergeefschen
arbeid. Hupn spieren deden pijn en hun han
den zaten vol blaren.
De zor. neigde reeds ter kimme. Eén dag
verloren! Todh daCht geern van belden aan
opgeven en zij vestigden al hun hoop op den
volgenden eng.
Zij brachten een bijna slapeloozen nacht
door. Carew scihrok dikwijls wakker. Telkens
meende hij In het bosch verdachte geluiden
te hooren. maar de uren verstreken, zonder
dat zich iets bijzonder voordeed.
Bij het eerste morgensloren stonden
zij op. Carew inspecteerde den levensmid-
delenvoorraad. „Met vandaag mee, nog twee
dagen", antwoordde hij op een desbetref
fende vraag van Benoit. „Dan zullen we naar
beneden moeten en probee.ren iets ander
schot te krijgen. Er is ln de bosschen wild
genoeg. Schieten kan ons echter noodlot'ig
worden, dato wij dus hopen, dat wij in die
twee dagen' ons doel bereiken".
Weer bestudeerden zij het parkament. Zou
die driehoek werkelijk niets anders voorstei
len dan den vorm van de verbergen schatka
mer? In gedachten staarde Carew omhoog
naar de rotsen. Zou die vorm misschien doe
len op iets in de omgeving? Zijn Wikken
zwierven zoekend over den grond. Plotseling
greep hij den ander heftig bij den arm. Ar
chy. kijk! Die steenen welke daar daar ver
spreid liggen!"
Benoit's gezicht weid een groot vraagtee-
ken. „Wat is er?" stotterde hij.
.Ik heb het gevonden!' riep Carew opge
wonden. „Wacnt! Met groote passen reiKie
hij op ce steenen trap toe, en begon naar
boven te klimmen.
„Wat ga je uitvoeren?!" schreeuwde Be
noit verbaasd.
,Dat zul je direct zien", antwoordde Carew
vnoolljk. „Heb maar een paar minuten ge
duld!"
Snol klom hij hooger. Toen hij hoog genoeg
meende te zijn, draaide hij zich om.
Met moeite weerhield hij een kreet van
triomf.
De losse rotsblokken op den grond vormden
te zamen een reusaöhtlgen-, onvbltooiden drie
hoesk, waarvan de eenc gesloten hoek wees
r<aa: den voet van de andere steenmassa, en
daar eindigde in een opeenstapeling van
stukken graniet.
Zoo vlug hij kon daalde Carew weer naar
beneden, waar de ander hem vol spanning
wachtte.
„Wij zullen ,den stillen wachters" hun
geheim ontrukken," zet hij trillend van emo
tie. „DaaT ligt het koningsgraf! Zie maar.
Deze rotsblokken liggen gegroepeerd in den
vorm van een driehoek, en de eene gesloten
punt efodigt ginds in dien stapel steenen."
„Nu zie ik het ook!" nep Benoit ver
wonderd. „Waarachtig, dat Is een grxote drie
hoek! We hebben gewonnen!"
„Uit de hoogte is het nog beter te zien",
antwoordde Carew. .Daarom klauterde ik
zoo gauw naar boven. Ik snap niet, dat ik het
niet eer heb opgemerkt."
.Het is precies een zoekplaatje", red Be
noit."
.De hoofdzaak te. dat Je het ontdekt hebt
en juist biJUjds. Laat ons spoedig aan het
werk gaan."
(Wordt vervolgd).