HET GEHEIM VAN HET KONINGSGRAF DE NEDERLANDSCHE KLEEDERDRACHTEN hebben over de geheele wereld vermaardheid verworven, en het fs r.elfs zoo ver gekomen, dat menig buitenlander denkt, dat wanneer hij In Nederland aankomt, overal de kanten kap en de wijde broek *al aantreffen. Eenlge typische Nederlandsche kleederdrachten. WASCHDAG IN DE RESIDENTIE. Een aardig hoekje van den Haag waar ook de wachdag ticb demonstreert en een typeer end beeld vormt tuscben de voorname straten en pleinen der stad. Aan de weachkjn in de maat het wascbgoed voor de kast IN PULCHRI STUDIO TE DEN HAAG is Dinsdag de tentoonstelling geopend van werken die naa» de Kunst-Olympiade te Los Angeles gezonden zullen worden. De autoriteiten bij de opening. NA 37 JAAR OP ZEE TE HEBBEN RONDGEZWORVEN is kapitein Licuwen (2e van recht»), commandant van het stoomschip „Rotterdam" der Holland-Amcrika Lijn, voorgoed binnengekomen, om zijn welverdiende rust te gaan genieten. IN DB OMGEVING VAN AMERSFOORT is Dinsdag een groote jachtrh gehouden, welke door vrij goed weer begunstigd werd. Een aardig snapshot van den jachtdag. FEUILLETON OORSPRONKELIJKE ROMAN door HERM. N. d. VOORT. 32t Carew begreep waarop hij doelde, doch het stuitte hem tegen de borst., misbruik van zijn plotseling zoo be voor rr echte positie te maken. „Neen," antwoordde hij vast. .Alleen, de huid van de leeuwin zou ik gaarne als een aandenken mecenemen". Niets meer?" hield de Sheik aan,' en zijn blik zwierf naar de hooge rotsen, waar het graf van koning Thy rus zich bevond. Carew voerde een korten heftigen strijd met zichzelven; de verleiding was sterk, maar zijn trots behield toch 'de overhand. .Neen", antwoordde hij nogmaals, wetende dat hij daarmede ook Benoit's gedachte uit sprak, „niets meer". „Het zij zoo", antwoordde de Sheik berus tend. „Ik zal order geven uw paarden te za delen en te pakken. U kunt afreizen wanneer u wilt". Drie uren later vertrokken Carew en Be- nolt langs den weg, in het tweede document als de korste route aangegeven. Een gids ver gezelde hun. Hun terugreis was gemakkelij ker dan de heenreis, want binnen vijf dagen r.a hun vertrek uit het gebied van sheik Has san. bereikten ze reeds de eerste bewoonde streken. Hier nam hun gids afscheid, maar alvorens hij zijn paard wendde, overhan digde hen hun een zwaren lederen zak. Toer. Carew dezen verbaasd aannam, gaf de mar. zijn paard snel de sporen en verdween bi een stofwolk. Nieuwsgierig maakten zij den zak open. eneen schitterende verzameling van de prachtigste edelsteenea straalde hen tegen... Een belangrijk deel van de schatten uit het koningsgraf! Boven op de edelsteenen lag een kort briefje van den Sheik. Hij smeekte hen dit- geschenk als een bewijs van zijn groote dankbaarheid te willen aan vaarden, en herinnerde hen tevens aan het gegeven woord, om nimmer de ligging van zijn land bekend te maken. Zwijgend keken zij elkander aan. Ze ge voelden zich te moede, als na die uren van verschrikkelijke blindheid, toen zij dachten voor immer het gebruik hunner oogen te moeten missen. Evenals toen kwamen ze van diepe duisternis in het heldere daglicht! Weg was hun ellende, hun zwaarmoedigheid van de laatste dagen! Vóór hen lag het leven en het geleek hun eensklaps mooier en beter dan ooit te voren. Benoit vond het eerst zün spraak terug. „We zijnnu rijkniet?" stotterde hij. Jk geloof het wel", antwoordde Carew met een zonnige glimlach. ,JDe edelsteenen vertegenwoordigen een kolossaal vermogen, en nu de Sheik ons deze op zoo'n kieseho wijze aanbiedt, mogen we niet weigeren". Hij draaide zich even om in het zadel. „We zou den het trouwens niet kunnen ook. Onze wakkere gids is reeds spoorloos verdwenen". „Eind goed, al goed", zei Benoit vroolijk, zijn paard de sporen gevend. En Carew volg de zijn voorbeeld. In de eerste stad welke ze tegen kwamen, verzond Carew de noodige telegrammen. Slechts met de grootste moeite kon Benoit hem overhalen, enkele dagen als gast op zijn vader's villa te komen vertoeven. Carew zag erg tegen een wederzien met Joan Benoit op. maar tenslotte bezweek hij voor de drin gende smeekbeden van den ander en stemde toe. Verheugd zond Benoit dadelijk een lang telegram naar zijn zuster om hun komst aan te kondigen. Daar de antwoorder, op hun telegrammen nog wel eenige uren zouden nit- blijven zochten ze Inmiddels een goed hotel op. namen een bad en gebruikten een stevig maal. Vier uur later stonden ze weer voor het telegraafbureau. Toen ze binnenkwamen trad een groote. zwaargebouwde man ver schrikt eenige passen terug en verborg zich snel achter de hooge lessenaars. Maar zij be merkten dat niet. Al hun aandacht werd in beslag genomen door den telegraaf-beambte, die hun glimlachend de smalle enveloppe® overhandigde. Het detectivebureau „Leon Voitier" had zijn werk goed gedaan. Zijn telegram be vatte slechts een enkel woord: .geslaagd Carew's vader was uitvoeriger bi zijn ant woord. Hij was vol lof over het recherche- bufeau, en deelde mede, dat hot nog gelukt was de helft der fondsen te redden. De cri sis was voorbij! „Rouvain is er vandoor", seinde hij verder. maar het is mij onver schillig of ze hem krijgen of niet- Be ben voor het oogeniblik tevreden, jongen, en ver lang slechts, dat je zoo gauw je kunt thuis komt." Zwijgend reikte Carew het telegram aan Benoit over, die het vluchtig doorlas. „Wat zeg je er van, Archy?" Benig", antwoordde de jongeman. „Alleen spijt het me, dat die schurk Rouvain is kunnen ontkomen. Een paar jaartjes had ik hem met alle soorten van genoegen gegund." In een opgeruimde stemming verlieten ze het gebouw weer, maar ze zagen niet, dat de groote man achter den lessenaar zijn plaats verliet en hen als een donkere schaduw om zichtig volgde. En toen ze den volgenden morgen in den trein stapten, bemerkten zij ook niet. dat diezelfde man, nu gekleed in een donkere reiscape, vlug ln 'n anderen coupé wipte, een trek van woeste voldoening op zijn baardig gelaat HOOFDSTUK X. Het was Carew's laatste avond van rijn verblijf bij de Benolts' Ze zaten in de groote serre bij den tuin en door de open deuren kwam een geur van bloemen naar binnen. Een avond van weldadige oneindige rust na hun afmattenden zwerftocht. Archibald Benoit voerde een druk fluiste rend gesprek met zijn vader. Blijkbaar smeedden zij grootsclie plannen voor de toe komst. De oude man was sinds den terugkeer van zijn zoon weer geheel opgeleefd en het stemde Carew tevreien, dat hij aan het ge luk van deze drie menschen had mogen meewerken. Maar zijn oogen kregen een treurige uit drukking, toen hij naar Joan Benoit keek, die voor de piano zat, het donkere kopje dicht over een stapeltje muziekboeken gebo gen. Reeds vier dagen had hij in een drown ge leefd. Een droom van onuitgesproken liefde. Diep in zijn hart had hij die liefde begraven en hij leed er ontzettend door. Zijn geheele denkvermogen werd door haar beheersCht. Dikwijls bespotte hij zijn eigen zwakheid, maar hij kon zich er niet aan onttrekken. Ieder oogenblik van een dae hunkerde hij er naar in haar nabijhicd te zijn. alleen maar om haar lieve zachte stem te hooren en de t.wee grappige kuiltjes te kunnen zien in haar wangen, wanneer zij' lachte. Doch morgen zou aan dit alles een einde komen. Morgen ging hij naar huis en het zou goed zijn zoo. Nimmer toch zou hij haar over zijn liefde durven spreken. Niet haar durven zeg gen, dat hij zoo hartstochtelijk verlangde haar mee te mogen nemen, naar het kleine huisje in Schotland, waar zijn ouders vroeger woonden en hij geboren was. Niet haar dur ven zeggen, dat hij er naar verlangde, haar als zijn lief vrouwtje bij den ouierwetschen haard te zien zitten, terwijl de roode vlam men een tooverachtigen schijn zouden wer pen op de weerbarstige krulletjes in haar hals. De laatste dagen hadden van den kal- men, vrij nuchteren jongeman een droomer gemaakt. Joan speelde nu zacht een Itaüaansch minneliedje en Carew luisterde diep bewo gen toe. Dat zij nu juist zoo n melodie moes* spelen: zou zij misschien raden wat er ln- hem omging? Het werd hem tc machtig, en zacht jes liep hij den tuin in. Van avond kon hij daar niet tegen; hij voelde zich hopeloos on gelukkig. Na die vier dagen van ongestoord samenzijn met haar werd hij er zich van bewust, dat zijn krachten hem gingen bege ven. Hij zou nimmer op zooiets mogen ho pen; een huwelijk met haar! Hij streek met de har.d over zijn oogen. De werkelijkheid was té smartelijk, want zij had hem even eens lief. hU wist het! Maar hoe zou ze van hem terugdeinzen, als hij haar moest vertellen van zijn licht zinnig huwelijk met een danseres. En wat was zijn onzalige hartstocht voor de vrouw geweest, in vergelijking met deze liefde? Vermoeid leunde hij tegen een boom. Wat zou zijn verder leven worden zonder haar? Nóóit zou hij haar kunnen vergeten! Plotseling ritselde het in de struiken ach ter hem, en voordat hij begreep wat er met hem gebeurde, voelde hij zich met groote kracht, ben de keel grijpen en op den grond smijten! Zóó snel ging alles in zijn werk, dat hij zich niet kon verzetten tegen dien onver hoedse, hen aanval. Het zware lichaam van zijn aanrander lag boven op hem, en met schrik herkende hij het terugstootende ge laat, dat dicht bij het zijne was. Charles Rouvain! Carew had nu gelegenheid, de brute dierlijke kracht van den zwendel-bankier te leeren kennen. Hij rukte aan de groote han den, die zijn keel als schroeven omklemden, maar dit had tot resultaat dat ze hem nog vaster knellen en met afgrijselijke zekerheid drong het tot hem door, dat die man sterker was dan hijzelf, en hem onverbiddelijk zou vermoorden, als hij zich niet spoedig zou kunnen bevrijden. iSJot vojgC.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9