De Gestolen Professor FEUILLETON Een romantisch verhaal uit de Grieksche bergen. ERNST KLEIN. Uit het Duitsch vertaald door B. Zody. 7) Ik ken ze alle twee. Heb van Budapest af met haar gereisd. De consul-generaal was diep verontwaar digd. Dat is toch al te kras! Eerst hoort hij m\j uitzeg eens. voor welke van de twee interesseert u zich eigenlijk? Ik wou, dat ik het wist! zuchtte Vitus wanhopig. Hij ging op verkenning uit. Niet ver van het huis van den consul-generaal verhief zich dicht aan zee de villa van Apollodoros Xymatis. Met voornamen hoogmoed keerde zij de straat den rug toe, een eenvoudige stecnen gevel met gesloten jalouzieën. Dicht achter het gebouw begon de twee meter hooge muur van den tuin, die zich tot aan de zee uitstrekte. De kruinen van oude boomen staken er een heel eind bovenuit, machtige platanen, olmen, cypressen. Ze:fs slanke palmen stonden slaperig te wulven in het zachte middagbriesje, dat uit de richting van den Olympos waaide. Het liep tegen vijf uur. Voor Oosversche begrippen vroeg op den dag. De voorname villastraat lag ais uitgestorven in den bran denden zonnegloed. Geen rnensch. geen ge luid. Wijd en zijd geen geopend venster. EU kwartier kwam de paardetram zwaarmoedig aangesukkeld. Langzaam trok het magere paardje den wagen achter zich aan. Binnen in voerden koetsier en conducteur een wed strijd in snurken. Levant-idylle Langen tijd stond Vitus, geduldig als een schildwacht, op den hoek van een straat aan de tegenovergestelde zijde van het huis. Toen er zich niets vertoonde of bewoog, gleed hij den tuinmuur langs tot aan het strand. De muur eindigde een heel eind in zee. Deze vesting was alleen van zee uit toe gankelijk. Ik kom vanavond terug, zeide Vitus tot zichzelf. Ik moet weten wie van belden... De lichten in stad en haven wanen reeds lang ontstoken, toen hij zich in een kleine boot op weg begaf. Uit het park „Union et Progrès" stegen de klanken op van het Italiaansche orkest, dat daar iederen avond van negen tot elf speelde. De verblindende glans van het licht vloeide uit over het water en liet een groote. gestadig bewegende men- schenmassa zien. Heel Saloniki laafde zjch na de hitte van den dag. aan de weldadige avondkoelte, men praatte, lachte, amuseerde zich. Alles natuurlijk onder een hevig lawaai, geschreeuw en gekrljsch. Zouden ze daar misschien zijn? Vitus stuur de zijn notedopje tusschen de veie booten, die voor het park vastgemeerd lagen, door en legde aan de kleine kade aan. Het park was niet zeer uitgestrekt en hij had er zich in weinige minuten van overtuigd, dat zich onder al de elegante, volgens de nieuwste Parijsche mode gekleede dames, het door hem gezochte tweetal niet bevond. Dus terug naar de boot en verder! Na twintig minuten stevig doorgeroeid te hebben bereikte hij den tuin van het para dijs. waar zijn engelen woonden. Ver weg glansden de lichten van de haven en wierpen zilveren strepen over het donkere water Van het park uit drong af en toe een ver dwaalde klank tot hier door. Verder was alles stil zoo stil als des middags. En evenals toen stond het huis daar ook nu schijnbaar levenloos. Pas toen hij naderbij kwam, zag Vitus op de eerste étage licht tusschen de Jalouzieën doorschemeren. Over de zacht murmelende golfjes stuurde hij zijn boot tot dicht bij den muur. Daar waar op den over een kreupelboschje groeide, ging hij op den loer liggen. Hij wachtte een half uur en nog een half uur. Niets verroerde zich het lange stilliggen was niet naar den zin van Vitus. Drommels! Men moest lets riskeeren. Over de gevolgen kan men nadenken, als ze er waren! Het zwijgen, dat over het gesloten huis lag. begon op zijn zenuwen te werken Hij sprong uit zijn boot aan land.... NEGENDE HOOFDSTUK Wie van de twee. Bijna op hetzelfde oogenbïik werden op de eerste étage de balcondeuren geopend. Het licht wierp zijn stralen over den nachtelijken tuin. Vitus gleed terug naar het struikgewas en zag meerdere gestalten op het balcon ver schijnen, de groote breede van den heer des huizes, daarnaast die der zusters en ten slotte nog de gestalte van een slanken man. Men was blijkbaar zooeven van de souper tafel opgestaan. Vitus hoorde duidelijk de zware basstem, ongetwijfeld die van Xyma tis. Een welluidende mannenstem antwoord de, waarschijnlijk die van den vreemde. De dames bogen zich over de leuning van het balcon heen en keken uit over de zee, die zich onmetelijk ver uitstrekte in den nacht Irene had haar geliefde sigaret in de hand hand. Vitus pijnigde zijn hersens af. hoe hij ce aandacht der dames kon trekken, zonder dat de opmerkzaamheid der beide mannen op hem gevestigd werd. Zoo nabij! En hij zou terug moeten gaar., zonder te weten, wie vair beidenIrene of Elena Vitus Thavon had altijd van eiqVzelf be weerd. dat hij een lievelingskind van het ge luk was. Soldaat van het geluk, noemde hij zichzelf vaak. En het geluk betoont zich, zooals bekend is, bij het uitdeelen van gun sten steeds bijzonder vrijgevig tegenover de vermetelen en helpt hen, als zij zichzelf niet meer weten te redden Vitus wist op dat oogenbïik waarlijk niet wat te beginnen. Toen kwam het geluk hem te hulp. De heer Xymatis trad op zijn vrouw toe, fluisterde haar iets in het oor en ging daarna met den anderen man naar binnen. De vrouwen bleven alleen op het balcon En nu vooruit Met een sprong was Vitus uit het struik gewas en liep op het huis toe, totdat hij zich uit de duisternis had los gemaakt en in het licht stond. Zij moesten hem zien. En zij zagen hem. En herkenden hem op hetzelfde oogenbïik. Hij zag het aan het plotselinge gebaar, dat ze beiden maakten. Bliksemsnel draaiden zij het hoofd om en keken achter zich. in de kamerZij waren in groot avondtoilet en ze kwamen den in sluiper mooier voor dan ooit. Irene wenkte hem smeekend, dat hij heen zou gaan. Op haar gezicht stonden schrik en angst te lezen. Naast haar boog Elena zich over de leuning heen zij glimlach te Spreien was gevaarlijk. Vitus telegrafeerde echter door middel van. teekens. dat hij niet zou heengaan, doch beneden wachten. Hij hief het kaartje met de waarschuwing om hoog. Even fluisterden de vrouwen met elkander. Hij stond nog steeds in den lichtschijn en wachtte. De vermetelste soldaat, dien het geluk ooit met zijn gunsten heeft bedacht. Irene en Elena traden van het balcon in de kamer deden langzaam de deuren ach ter zich dicht Vitus w.as voldaan en verborg zich tus schen de boomen. Hij wist, dat komen zouden, de mannen de een of andere ver ontschuldiging zouden opgeven, een wande ling in den tuin, omdat de nacht zoo helder was Er verliep een kwartier. Toen werd er ge lijkvloers een deur geopend en twee gestalten glipten naar buiten. Boven bleven de balcon deuren gesloten doch door een kleine kier der jalouzieën schemerde het licht Een der vrouwen bleef bij de deur staan, de andere kwam met rassche schreden den tuin in. Vitus kon niet onderscheiden wie van beiden het was. De spanning der laatste mi nuten was zelfs voor hem, die toch waarlijk geleerd had. zijn zenuwen in bedwang te houden, te groot. Wie was het? Irene? Elcna? De vrouw bleef staan, keek om zich heen. Zij wachtte op een teeken Irene Was bij teleurgesteld? Had hij onbewust Elcna verwacht? Neen' Hij had alleen willen weten! En thans wist hij! Zij stond vlak naast hem, In de schaduw der machtige platanen. Hij meende liet klop pen van haar hart te hooren. Wat wilt u in "s hemelsnaam? Hebt u het kaartje geschreven? Ja. Zij aarzelde een oogenbïik. toen kwam de echt vrouwelijke vraag: Wat had u dan gedacht? Ik heb niets gedacht. Ik kwel mezelf nooit met noodelooze overpeinzingen. Maar nu weet ik en ben de dankbaarste aller stervelingen. De waanzinnigste bent u! Mijnheer Thavon. u weet niet. in welk gevaar u ver keert Ba! Maar u! Dat u gekomen bent. me vrouw Irene! Hoe kan ik u daarvoor dan ken Wordt vervolgd)» TER GELEGENHEID VAN DE VIERING VAN HET 50-JARIG JUBILEUM der afdeellng Noordwijk van de Algemeene Vereenlging voor Bloembollencultuur beeft minister Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck in het Florapark te Noordwijk de vollegrondstentoon- stelling officieel geopend. Na de opening werd een rondwandeling over het tentoonstellingsterrein gemaakt. DE TENTOONSTELLING VAN AZIATISCHE KUNST, welke In het Stedelijk Museum te Amsterdam Zaterdag 16 April a.s. geopend zal worden bevat vele merkwaardige inzendingen. DE EERSTE AUTOMARKT VOOR HET ZUIDEN van om hmd b Donderdag te den Bosch gehouden. Op de plaats waar vroe ger het vee stond, staan nu de ontelbare auto's ten verkoop, EEN BEKERYOL. In Peters Hall te Londen werd Woensdag een nationale hondententoonstel- Hng geopend. Een vijf weken oude prijswinnaar DE DUTSCHE AMBASSA DEUR TE LONDEN. >on Neurath, die naar verluidt, door Dr. Brüning zou zijn aangezocht voor de porte feuille van Bultcnlandsche Zaken. OP DE BEGRAAF PLAATS ..WFS- TERVELD" heelt Donderdag de ter aardebestelling plaats gehad van den heer D. Rahn- »©fl, oud-directeur, later Commissaris van de Nederland- sche Bank. Yak autoriteiten waren bij de plechtigheid tegenwoordig. EEN ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONING hi de Anjellerstraat te Amsterdam Is Donderdag middag Ingestort. Kort na de ramp, terwijl de brandweer voorbereidselen maakt, om de ruïne om te trekken. HET OVERLIJDEN VAN DR. J. TH. DE VISSER. - Eea persoonlijke vriend van den oot- sl.ipene D». Weker verlaat na rijn con doleantie het sterfhui».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9