BRIEVENBUS.
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnlxstraat 20.
ZILVERSCi OON. Je raadsel ls
goed.
LUCIFER. Heb je het nieuwe
pak al aan gehad? 'k Ben zoo blij
dat je wat netter en duidelijker gaat
schrijven.
W. v. d. L. Dat was een heele
filosofische brief hè? 't Is wel eens
goed. dat een mensch verder denkt
dan zijn neus lang Ls. We hebben
reeds lang Ingezien, dat geld en ge
luk twee heel verschillende dingen
zijn-
DE KATUIL. De raadsels waren
niet zoo gemakkelijk, maar jij wordt
zoo knap ln 't oplossen. Hoe ls 't er
nu mee? Dat die lastige griep maar
niet uit jullie huls wou vcrtreKKen.
Ik hoop, dat Je weer gauw naar de
tuintjes mag. Je raadsel ls goed-
ROSEKROONTJE. Wat heb je
gezellige verjaardagen gevierd. Be
doel Je Velserbeek? Anders weet Ik
geen bosch bij IJmuiden.
GOUDHAARTJE. April roert
zijn staartje. Dat rijmt. Toch wordt
het Lente. Wat prettig, dat jullie
uitvoering zoo goed van stapel is
geloopen.
OPTIMIST. Echte bollendag
moet het nog worden. Misschien de
volgende weck en anders zeker een
week later.
HAAKSTERTJE. Hebben jullie
al bloemen in den tuin? Met je zo
merjurk zou lk me maar niet al te
veel haasten. April doet nog wat hij
wil. Heb je den nieuwen blazer al
aangehad? Wanneer krijg je het Flo-
ralia-plantje? Ik zou een geranium
kiezen.
CHRISTIAAN W. Ik heb niet
zooveel plaats om groote brieven te
schrijven. Dan koipt het verhaaltje
in het gedrang, 't' Is nog niet zoo
gemakkelijk om elk wat wils te ge
ven.
DANSERESJE. Je behoeft dus
niet ver te loopen voor den zang.
Hoe gaat het met de goudvisschen?
Jullie hebben er heel wat.
REINAARD. Heb Je 't nog al
tijd zoo druk? Wat prettig om nog
zoo'n vroolljken opa te hebben. Ik
geloof vast. dat je straks op je rap
port vooruit bent gegaan.
HANDWF.RKSTERTJE. - Is de
schoonmaak haast achter den rug?
Ga je dikwijls naar den IJ-wcg?
Wanneer zal 't schoolreisje plaats
hebben?
PRINSES ZONNEGLANS. Wie
is Je beste vriendin? Hebben jullie
nog een speelveld ln de buurt?
DUINPIEPER. Dus jij zat te
piepen van de kou. De Stadionmen-
schen zullen Zondag zeker geen last
van de warmte hebben gehad. Zon
dagavond mocht Je zeker niet naar
"t feest. Hoe gaat 't nu met Je?
ZILVERSCHOON- Deze brief
was prachtig op tijd.
PRICIIEL. Ja. dat ls pijnlijk, als
Je niet slikken kunt. Een volgend
jaar mag je zeker Emma-bloempies
verkoopen. Te Jong ls een kwaal, die
betert met den tijd. Ik ben 't met
meneer eens: Je schrift ïou mooier
zijn, als je letters wat kleiner waren.
Je verhaaltje ls niet onaardig Toch
niet mooi genoeg om geplaatst te
worden. Daarvoor moet ook het pa
pier aan één zfjdc beschreven wor
den.
MARIETJE- Dat ls een moei
lijke tUd voor je geweest. Misschien
vallen veel dingen nog niet mee.
Maak ervan, wat je kunt. Natuurlijk
mag jc wel eens komen praten.
Liefst 's avonds na half 9-
STRANDJUTTERTJE. Hebben
Jullie dikwijls onderlinge wedstrij
den? Gefeliciteerd met je diploma.
Had je het liooeste aantal punten?
Heb je ln de Zandvoortsche krant
gestaan? Je raadsels zijn goed.
GRUTTO. -- Misschien kun je van
een ander Rubrlekertje de voorgaan
de nummers van knipperdolletje
krijgen. Ik kan me begrijpen, dat
je pop nu veel kleertjes heeft. Trek
je haar lederen dag een andere jurk
aan Wanneer komen de stecnen
kindertjes naar bulten? Ja. raadsel
en G tellen toch goed.
BOKSTERTJE Heb Je moeder
flink door den schoonmaak heen ge
holpen? Je verlangt zeker erg naar
Hemelvaartsdag? Waar komen Jul
lie bij elkaar?
SCIIRIKKELKINDJE. Kun je
dl los fietsen? 't Was wel een te
leurstelling, dat 't alle dagen re
gende- Was je pop niet erg blij met
die mooie stoel? Ik wist niet, dat
Beb ook meubelmaakster was.
GWENDOLINE. Natuurlijk
mag Je Je briefje ook op Woensdag
brengen. Als Je 't dan maar bij mij
in de bus stopt Om mee te mogen
loten moet je minstens 13 raadsels
per maand goed hebben. Wat ge
beurt er op den feestavond?
GRASPIEPER. Dat is geen
kleinigheid: een armbandhorloge.
Draag jc hem alle dagen?
MEIROOSJE. Blauw en rose is
vaak een heel goede combinatie.
Wat loop jij dikwijls naar den tand
arts. Straks heb je zeker een pracht-
geblt. Boschviooltje is niet gelukkig
met de poesenfamlllc. Je raadsel ls
goed.
BELLEFLEUR. Als ik jouw raad
sol tegen kom. wordt het dudelijk ge
plaatst. Omdat jij steeds knapper
wordt in 't oplossen, vind je de raad
sels gemakkelijker.
ONDERWIJZERESJE. Nu staat
je naam wel in de Brievenbus. Wat
een fijne plannen heb JIJ voor de
zomervacantie. 'k Zou best mee wil
len. Ik denk, dat het zonnetje dan
wel schijnen zal.
JAN VAN T. Ja, de vorige week
was Jc tc laat. Je raadsels tellen
toch nog moe. De viooltjes zullen ze
ker eerder bloeien dan de vergeet
mij nietjes. Zorg Je zelf voor Je
tuintje?
KERSTPOP Heeft de club ook
een naam? Wanneer komen Jullie
bij elkaar? Ik hoop, dat de wandeling
naar Kraantje Lek door kan gaan.
Met hoevelen zijn Jullie?
DANSERESJE. Je mag altijd
wel op een gewoon velletje schrij
ven. Waar had je het toch zoo druk
mee? Je raadsel is goed.
PRINSES ZONNEGLANS -- Geluk
kig dat je geheel gezond bent. Dat
ls meer waard dan 100000 gulden
GOUDHAARTJE. Nu was je
best op tijd. Heb Je flink wat opge
haald met den bloemetjes-verkoop?
Veel genoegen op de Zanguitvoering.
MANDARIJNTJE. Hoe is dat nu
te rijmen? Jij vindt de raadsels zoo
moeilijk en anderen schrijven mij,
dat ze zoo gemakkelijk zijn. Je raad
selinzendingen zijn goed. Je be
waart het nummer zeker goed, waar
Je verhaaltje in staat.
DE TWEE BLONDJES. Zijn
Jullie nu om beurten ziek? Dat ls
heelcmaal niet gezellig- Mag 't zieke
blondje weer gauw naar school? Ik
merk wol, dat je je niet hebt ver
veeld nu Je bloemenmaaKstertJe
was. Tante was natuurlijk heel blij
met die zelfgemaakte bouquet. Heeft
Nora Dik Trom en zijn dorpsgenoo-
ten al uit?
ANSEPANS. 'k Herinner me dat
versje niet. In welk leesboek staat
het? Schrijf jc de volgende weck
een beetje mooier? Je kunt het best.
KRIELKIP. Heb je Emma-
bloempjes verkocht? Heb Je ook
zooveel opgehaald als verleden jaar?
Ik wensch je morgen een heerlijken
avond. Welke stukjes voeren Jul
lie op?
HAAKSTERTJE. Heb Je een
eigen tuintje? Nu maar gezond blij
ven. Over 14 dagen is 't weer boe
ken-verloten voor de raadselprijzcn.
'k Hoop dat jij er ook bU bent.
W. L. Welnee, dieren en planten
weten van geen crisis. Straks zullen
de bollenvelden weer even schoon
zijn als alle jaren. Fijn, dat 't slot
van O B. ook goed was. Eind goed,
al goed hè. Ik hoop. dat er flinke
hulp voor je komt opdagen.
ROZENKNOPJE. Je raadsel is
goed.
BOSCHNIMF. Je strikvragen
zijn goed. De laatste heeft echter al
eens in de Rubriek gestaan. Wat heb
je voor taal op Je rapport? Ik heeft,
ik kunt zijn reuze fouten.
Hoe moet 't zjjn?
DE KLEINE D. S. Ver Wat
zal dat een vreugd Maandag zijn ge
weest. Ik kan me begrijpen, dat JIJ
een extra kus kreeg voor dat mooie
schild. Daar is nog heel wat werk
aan geweest. Kun je al veel wijsjes
spelen op Je mondorgel?
GANZENHOEDSTERTJE Ge
lukkig. dat 't leed weer geleden ls.
Mag Je nu al heele dagen naar
school? Misschien ga je nog wel
eens een kijkje nemen m 't Zieken
huis. Wat hebben ze je allemaal ver
wend. Moet je het negerpopje nog
aankleeden? Dan kom' 't naal-ctui
prachtig van pas. Wordt de kapdoos
dagelijks gebruikt? Ik kan me voor
stellen. dat je het thuis eerst alles
zoo klein vond. Maar toch zeker ook
heel erg prettig.
LELIETJE VAN DALEN. Jé
schreef op prachtig postpapier. Heeft
Ganzenhoedstertje zoo'n heele doos?
Hartelijk gefeliciteerd met den ver
jaardag van kleine zus-
ADMIRAAL DE RUYTER. Ik vergeef
het jullie graag, dat 't schrijven op
moeders verjaardag er bij inschoot.
Dus je tuintje ls weer op orde. Ga je
nu zaaien?
PRESIDENT KRUGER. Ik ben
blij dat jullie er weer zijn. Moeder
zal wel in haar schik wezen met
zoo'n flinken tuinman. Komt er al
iets op van 't gezaaide? Je was er
wel wat heel vroeg bij, vooral nu de
Aprilmaand zoo guur en koud is.
DE KATUIL. Heb je ook een
tuintje in de Marnlxstraat? Tus-
schen de buien door heb jc Woens
dag nog wel kunnen tuinieren hè?
Misschien kom ik Zondag eens naai
de tentoonstelling kijken.
RITMEESTER. Je hebt al een
heele bibliotheek, jongen. Ja, ik
ben wel op een tentoonstelling van
jullie school geweest, 't Is wel aar
dig, dat je die prijzen zelf verdienen
kunt.
DE LOOZE VOS. Wat een ver
jaardag! 't Is reusachtig. Wat is
een platenborstel? Is de jacht op
het radium" fijn? Wie heeft ge
schreven? Kun je trappen met jc
bal?
DE KLEINE VOGELVRIEND.
Dat ls dus nog een flinke trap voor
je 's avpnds. In Buitenhuizen zat Je
dus ook echt buiten de huizen. Dal
dorpje draagt zijn naam dus met
cere. En wat leefden jullie daar
echt kamps. Dat was wel wat voor
je.
JUFFERTJE ZWEMGRAAG.
Klonk het zingen mooi? 't Doet me
plezier dat je het boek mooi vond.
Wat zal Jij prettige Pinksterdagen
hebben. Waar ga Je met het naal-
clubjc naar toe?
BALLENBREISTERTJE. t Is
wel leuk hè om een oom te hebben
die bruigom is! Moeder heeft gelijk
dat Je met de korte mouwen maar
op zomerweer moet wachten. Wal
aardig dat die eendjes alle dagen
terug komen. Ze weten zoo gauw
waar ze 't goed hebben. Valt het
mazen wat mee? Of stoppen Jullie
op de maaslap? Heb je een heerlijk
dagje bij Je vriendinnetje gehad?
KERSTROOSJE. Gelukkig dat
het plano-spelen goed ging. Was
vader cr niet blij mee? Wat zeg Je
van den uitslag van den Paasch-
wedstrljd? Hoeveel nachtjes moet Je
nog slapen voor het 8 Mei ls?
BOERTJE. Slaapt de bok des
nachts ook bulten? HIJ kent Jou
zeker best hè? Wat ga je toch flink
vooruit met schrijven, 't Schrijft ge
makkelijk tusschen die lijntjes. En
wat maak Je al moeilijke sommen
Je wordt vast een knap boertje.
SLAAPMUTSJE. Zing maar
mooi Maandagavond en denk maar
niet aan zlek-zljn. Dat Is afgedaan.
Wordt er ook solo gezongen? Gaan
vader en moeder mee?
ACACIATAKJE. Je geniet nu
natuurlijk alle dagen van Je ver
jaarscadeau. Dat schoolétui ls zeker
dadelijk ln gebruik genomen. Wat
zullen die meisjes plezier hebben
gehad. De tijd ging veel te vlug.
Dat ls altijd zoo. Je strikvragen zijn
goed.
ALBA. Arme jongen, hoe kom
Je nu aan zoo'n zeeren vinger. Doet
't erg pijn? Wat aardig van moe
der. om mij zoo van alles op de
hoogte te brengen. De secretarps.se
heeft haar werk goed gedaan, hè?
Toch hoop ik, dat ik de volgende
week Je eigen pootje weer zie Van
harte spoedige beterschap toege-
wenscht.
PUCKIE EN ROODKAPJE.
Hoeveel bonnen ontbreken nu nog?
Ik kon dat boek niet Wie is de
schrijver? Roodkapje wil Puckie ze
ker wel eens helpen met haar Re
kenen en Taal.
POESENMOEDERTJE. - Wees
maar zuinig op je horloge. Dan
blijft het lang een mooie herinne
ring. Was de nachtzak voor Jezelf?
Wat heb Je in je schetsboek getce-
kend?
GELUKSPOP EN BIJEN PRINSES
JE. Jullie lezen zeker ook eikaars
boeken. Vond Je Suikeren Pietje
niet geestig? Je mag dien anderen
schuilnaam de volgende week wel
onder Je werk zetten. Gelukspop
houdt dus haar naam?
ILAARKNIPSTERTJE Je schreef
zeker erg ln haast, want je kunt
het veel mooier. Ik kan me begrlj-
pen dat Je het met allerlei dingen
heel druk hebt. Jc gaat in een
mooien tijd naar Zandvoort. Ik
hoop, 'dat Jé nog heel wat Tunriau*
bonnen zult krijgen.
WIM. Nu was Je brief keurig,
maar de raadseloplossingen zatea
zoo vol gekoei dat 't net was of eert
andere Wim ze geschreven had.
VADERS JONGEN. Heb je vooH
't eerst een tuintje? Is het nu op
orde? Jouw werk was nu best in|
orde. Echt van een grooten jongen.
Zoo maar voortgaan, hoor.
GENTIAANTJE. Jij bent nog
eens een gelukkige winster geweest,
'k Hoop, dat de repetities goec|
gaan. Dat geeft moed voor de uit*
voering.
ROZENKNOPJE. De konijntje*
groeien nu zeker als kool in da
fiissche, nieuwe hokken, Hoeveel
zijn er nu? Zit je haar naar je zin?,
Schiet je op aan je trui? Grijs metl
zilver, dat zal deftig staan. Je strik*
vragen zijn goed.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
ONZE BIBLIOTHEEK.
MEDEDEELING
Als medewerkster aan O. B. ia
aangenomen Mej. N. Toepoel, Dah
liastraat 7.
Welke meisjes of jongens van 13
jaar of ouder willen ook aan de bi
bliotheek medehelpen? Indien sijt
mij even schrijven, dan zal ik een
uur vaststellen, waarop we een en
ander even kunnen bespreken.
Adresseer je brieven: Groote Hout
straat 155z.
AANVULLING O. B-
De laatste aanvulling van dit sei
zoen, welke in het begin van Mei
verschijnt, zal bevatten: Het Circus
kind, door F. Jehu. Het vervolg
hierop: Agnes Slawonski, is reeds in
O. B. aanwezig.
SLUITINGSDATUM O. B
1 Juni is de laatste dag, waarop de
boeken kunnen worden terugge
bracht, terwijl tot 25 Mei boeken
worden uitgeleend. Deze mogen dus
maar één week in het bezit der deel
nemers blijven.
Bij het terugbrengen van je laat
ste boek moet de deelnemerskaart
worden ingeleverd, daar je anders
met September weer een nieuwe
moet aanschaffen als ze zoek is.
BOEKENLIJST
295. A J. v. d. Knaap. Op den Hal
lenburg.
296. Henty, G. A., Twee jongens
in Transvaal.
297. Stamperius, J., Uit het le
ven van Edi.son.
298. Jager-Meursing, T.. De 52
Zondagen (26 vertellingen).
Idem, het damspel.
299 Meyier. F. de. De toovervogel
300. Brinckgreve-Wicherlnck.T.,
Lies en Loek op de H. B. S.
301. Id., Lies en Loek bakvischtijd.
302. Id., Hoe het Lies en Loek ver
der ging.
303. Id.. Lies en Loek verloofd
304—307 Toekomstige aanvulling
voor de kleineren van Harlekijntje.
308 Harlekijntje op 't Jan Klaas-
seneiland.
309. Het laatste deel van Harle
kijntje komt.
311. Kuyk, N. W. C., Vacantledagen
op het water.
311. Hoffman, F. J., Eén dag straat
muzikant
312. Doorman. Chr., Dicky.
313 Id., Dicky's bakvischtijd.
314 Id.. Dicky in Amerika.
(Wordt vervolgd
NIEUWE DEELNEMERS
5. Tina Blaauw, Brcestraat 5r.. 14
Jaar.
14. Jansje de Graaf, Aagje Deken
straat 12. 12 jaar.
4 Afie Hooyen. Kampersingel 34.
11 jaar.
17. Pank Hoogendoorn. Spoorweg
straat 6rd.. 9 jaar.
12. Frans de Laat. Korte Marga-
rethastraat llrd.A. 13 Jaar.
W. LASSCHUIT.
Gr. Houtstraat 155z.
De kracht der insecten- Een
meikever kan een vracht wegslee-
pen, die driemaal zoo zwaar is. als
zijn eigen gewicht bedraagt: looo-
kevers verplaatsen een vracht die
17 x hun eigen gewicht bedraagt;
schuiven een last voort 16 x zoo
zwaar als ze zelf.
pnvoECsec
VRIJDAG 22 APRIL 1932
No. 277
AAN ALLEN!
Wat een klaagzangen hooren we
en uiten we zelf over de maand
April. De mooie zonnige Maartda
gen waren veel warmer. Wie nog
'n kachel heeft staan, koestert pich
nog heerlijk aan haar gloed. De
grootste pessimisten pruttelen: Zou
't wel zomer worden? Wie zoo prut
telt moet maar eens om zich heen
zien. AL gaat 't niet met reuze-
schreden de Lente heeft de blad
knoppen doen zwellen, de katjes
van els en iep doen bloeien. Onze
tuintjes brengen iederen dag een
nieuwe verrassing. Maar, je moet
er oog voor hebben. Je moet er ook
oor voor hebben, want in de voge
lenwereld wordt druk gebabbeld. Sla
nu dat gevederde wereldje eens
gade. Dat is niet zoo gemakkelijk
als 't lijkt, want we weten allen wel,
dat vogels schuw zijn voor ons. Dr.
Thijsse vertelt, dat hij wel eens op
zomerdagen bij een drinkput in de
duinen gaat zitten, om de vogels
gade te slaan. Dan zit hij daar niet
alleen doodstil; maar hij zorgt er
ook voor een vaalgroen, vlekkig jasje
aan te hebben, zoodat hij niet te
veel afsteekt bij de kleur der om
geving. Ook stelt hij zich wel eens
verdekt op in een zelf gebouwde
hut van dorre takken, bedekt met
helm. hooi of zeegras. Voor ver
plaatsbare schuiltent beveelt hij aan
een oude paraplu. Deze moet ste
vig in den grond gestoken kunnen
worden. Over de geopende paraplu
moet nu vaalgroen satinet gespreid
worden. In 't doek moeten dan kijk
openingen gemaakt worden, maar
zoo dat die openingen ook weer ge
sloten kunnen worden. Aan de bui
tenzij wordt het heele zaakje ver
borgen door wat bladranken. Als deze
omgekeerde paraplu een poosje in
een hoekje van je tuin gestaan
heeft, raken de vogels er mee ver
trouwd. Dan kun je vrij gemakkelijk
de vogels gadeslaan en ook wel kie
ken. Als je nauwkeurig om je heen
ziet, kun je ook waarnemen welke
vogels is je omgeving zijn. Stukge-
hamerde slakkenhuizen verraden
den zanglijster, platgetreden plek
ken in"'t grasveld vertellen, dat er
kemphaantjes zijn geweest. Maag-
ballen bestaande uit veeren, restjes
van insecten, schelpen enz. duiden
aan. dat er uilen, roofvogels of in
sectenetende zang«gels in de buurt
zijn.
Vogels verschillen onderling door
veeren. pooten en snavels. Nu in
dezen tijd zijn de veeren het mooist
en het kleurrijkst. Dit mooie vee-
renpak noemt men wel het brui
loftskleed. 't Is eigenlijk de oude
plunje maar nu ontdaan van de
versleten veertjes. Let maar eens op
spreeuwen, meezen. musschcn en
winterkoninkje. Een prachtig April
vogeltje is het fitisje. dat nu groen
geel is. maar van den zomer vaal
grijs wordt. En nu wat de verschil
len vqn den snavel betreft. De lang
ste snavel heeft de wulp. de kortste
het staartmeesje. Spechten hebben
rechte snavels, bij de grutto's ziet
men gebogen snavels. Heel dikke
snavels hebben vinken. Eenden
hebben snavels met een kartelrand.
De volgende week bekijken we de
pooten.
W. B.—Z.
ALLEEN THUIS
De zomervacantie zou beginnen
mijnheer Koert had een aardig huis
je gehuurd in een van de vele kleine
stadjes in Gelderland, waar hij met
zijn gezin de vrije weken zou gaan
doorbrengen. Het gezin bestond uit
Vader, Moeder en de twee zoons Dolf
en Hans, waarvan Dolf tien Jaar oud
was en de kleine Hans pas zes
Natuurlijk was mijnheer Koert het
toekomstige vacantieverblijf eerst
eens gaan bezien, voordat hij er toe
besloten had het te huren, 's Middags
aan tafel, vertelde hij van wat hij
al zoo gezien had. Eerst, hoe groot
het huisje was, waarvoor Dolf en
Hans zich maar weinig Interesseer
den. Er waren vier kamers, een keu
ken, een kelder en een zolder. Groot
was het dus niet, vooral als men be
denkt, dat het huisje nog een ver
dieping had. waarboven zich, als
tweede etage, de zolder uitstrekte,
over de gcheele oppervlakte der wo
ning. Er groeide klimop aan de voor
zijde langs de muren en rozenstrui
ken stonden in het kleine tuintje dat
er omheen lag. Ook stonden er echte
vruchtboomen. Een paar appelboo-
men en een perelaar en wel tien
struiken waar aalbessen aan zouden
komen te zitten. Hier spitsten Dolf
en Hans de ooren. Sjonge, dat zou
heerlijk worden, vruchten eten zoo
van de boom. Hans dacht aan de
struiken met aalbessen en Dolf zag
zich in zijn verbeelding al ln een van
de appelboomen zitten en hij hoefde
zijn hand maar uit te steken om te
kunnen genieten van de mooiste bel
lefleurs, die Jc Je maar bedenken
kon.
Maar mijnheer Koert was nog niet
uitverteld.
Het kleine landhuisje ligt midden
in de bosschen, waar vogels zingen
en waar de grond zacht is van het
veerendc mos. Een heerlijk speelter
rein voor de jongelui.
Maar denk er wel om. dat
jullie nooit alleen tcvèr ln het boscn
doordringen. Het ls heel groot en
menschen. die er den weg niet ken
nen, kunnen er heel gemakkelijk en
vlug ln verdwalen.
Daarna werden er nog verschillen
de dingen besproken, die allemaal
op de naderende vacantierels be
trekking hadden. Vooral Moeder
scheen maar niet uitgevraagd te
kunnen raken. Ze wilde weten, hoe
de keuken was, of er alles ln was
wat ze noodlg kon hebben om te ko
ken. te stoven en te braden. Vader
herinnerde zich niet veel meer van
de keuken en ook niet van den zol
der en eigenlijk ook maar heel wei
nig van de andere kamers. Moeder
begon zich een beetje ongerust te
voelen.
Kom Moeder, zei mijnheer Koert
daar moet je nu maar niette lang
en te ernstig over nadenken, Het ls
immers vacantie en we nemen het
maar zooals het valt. De hoofdzaak
ls, dat we een paar weken heelemaal
buiten zullen leven. Ver van de stad,
tusschen de bosschen en velden. Wat
zeg jullie jongens?
Nou en fijn! riep Dolf blij uit,
als het thuis niet leuk is, dan
gaan we maar kampeeren en eten
en slapen en drinken onder de boo-
men, net als woudloopers.
Heerlijk! Net als woudloopers!
riep kleine Hans verrukt uit.
Misschien wist hij nog niet eens
goed wat Woudloopers eigenlijk wel
voor menschen waren. Maar iets wat
een groote jongen als Dolf prettig
vond, zou ook wel Iets verrukkelijks
zijn voor een klein jongetje als hij
zelf was. Zijn groote donkere oogen
schitterden zoo van genoegen en zijp
kleine gezichtje stond zoo verheer
lijkt. dat de drie grooteren er har
telijk om in den lach schoten.
Hans lachte braaf mee.
Zoo snel als die. welke Dolf nog
van de groote vacantie scheidden,
waren nog nooit dagen omgegaan.
Het was dan eindelijk de laatste
ëacht, die ze nog in dc stad zouden
oorbrengen. Morgen, heel vroeg, zou
de familie op den trein gaan.
Dc grootcrc bagage was al aan het
station.
Nog één nacht slapen, dacht dc
groote Dolf, en morgen rijden we
naar de bosschen en de helden en
naar dc appelboomen en de bessen-
struiken.
Kleine Hans sliep gauw in. maar
Dolf kon den slaap maar niet vat
ten, zoo was hij van de naderende
reis vervuld. Gedurig draaide hij
ln zijn bed heen en weer en het was
eerst laat in den avond, voordat de
stilte volkomen was ln de „Jongens"
kamer. Toen Moeder voor liet naar
bed gaan, nog even kwam kijken la
gen zoowel Dolf als Hans ln een die
pe en gezonde slaap.
Dc familie Koert woonde nu al se
dert enkele dagen An het kleine,
maar geriefelijke hifisje bij de bos
schen. Het beloofde een heerlijke va
cantie te worden. Het was prachtig
weer en men genoot van de heerlijke
en lange wandelingen. Een kwar
tiertje verderop lag het stadje, waar
de inkoopen gedaan konden worden
en Dolf. die zich meestal met het
doen der boodschappen belastte, had
er al ve.-scheldene vrienden ge
maakt. HU kende Karei Westendorp,
dc zoon van den dokter. Frits Haag-
mans, wiens Vader onderwijzer was.
Plet den Helder, die in dc groote
zwarte smcdcrU woonde.
Dikwijls kwamen de jongens uit
het plaatsje bU hem spelen. Dat wa
ren dan spelletjes van Indianen en
Woudloopers en dappere onderzoe
kingsreizigers.
Karei, Frits en Piet kenden den
weg door het groote uitgestrekte
bosch op hun duimpje. Met hen be
hoefde Dolf niet bang te zijn. ooit te
zullen verdwalen. Ook mijnheer en
mevrouw Koert lieten zich meerma
len door de Jongens den weg wijzen.
Dan maakte men met elkaar lange
wandelingen onder de donkere krui
nen der boomen en langs de groe
nende struiken en heesters. Karei,
die de oudste was, was er wat trotsch
op, dat twee groote menschen als
mUnheer en mevrouw Koers, zoo'u
vertrouwen ln zUn bekendheid met
den weg toonden. Voor hem was het
een beetje vreemd te ondervinden,
dat oudere menschen op zijn raad
gevingen en aanwUzingen af gingen.
Maar hij vergat, dat de familie Koert
voor het eerst in deze streek kwam.
terwUl hU en zijn vriendjes er waren
opgegroeid.
Zoo gingen er ongeveer twee we
ken voorbij, toen er 's morgens heel
vroeg aan de bel getrokken werd.
Dolf werd er het eersrtc door ge
wekt. Snel sprong hij het bed uit en
liep op zijn bloote voeten naar te
voordeur, om te zien wat er aan de
hand was.
'n Telegram, zei de brievenbe
steller.
Wilt U hier even teekenen?
vroeg dc man en hij hield Dolf een
papier voor. waar hfj met zUn vin
ger een plaats aanwees. Dolf toeken
de. een beetje verbaasd en verbou
wereerd.
Intusschen waren mijnheer en
Mevrouw Koert ook wakker gewor
den. Op de gang kwam Dolf zijn Va
der tegen en hf] gaf hem het tele
gram. Mijnheer Koert maakte het
open en las wat er geschreven
stond-
Vat maar geen kou, zei hU te
gen Dolf. ga maar weer gauw
naar bed toe.
Later op den dag riep mijnheer
Koert zUn oudsten zoon bij zich en
zei: Luister eens Dolf, Moeder en
lk moeten dadelijk naar Amsterdam
toe. We hebben geen tijd om andere
maatregelen te treffen. Nu zullen
wc voor het eten wel weer terug zijn,
maar kunnen wU er intusschen van
opaan, dat jc goed op Hans zult
letten en dat cr geen gekke dingen
gebeuren, zoolang wij weg zijn?
Ja Vader, beloofde Dolf.
WIJ zullen maar voor een paar
uurtjes weg zUn, dus Je hoeft Jc geen
zorg ergens over te maken. Het gaat
er alleen om, vervolgde dc heer
Koert dat Moeder en lk gerust
zullen kunnen zUn over Hans. JU
bent zooveel ouder, zul Je goed op
den kleinen Jongen passen?
Ja. Vader.
Goed zoo, dat ls dus afgespro
ken, zei de heer Koert.
Een half uur later verlieten zUn
vrouw en hU de woring, waar zU den
kleinen Hans aan dc zorg van Dolt
overlieten.
Dolf voelde zich heel erg gewichtig
en deed ln den beginne een beetje
bazig ten opzichte van zijn broertje.
Doch Hans was zoo gewillig en ge
hoorzaam als een lammetje. Samen
aten zU de dikke boterhammen en
dronken zU de koele melk, die Moe
der voor hun twaalf uurtje had
klaargezet. Fikkie, dc hond. deed een
beetje zenuwachtig, nu zijn baas en
„de Vrouw" er niet waren, maar hU
was vérder toch ook heel gehoor
zaam en deed precies, wat Dolf hem
beval.
Dolfhad een half uurtje met 7.Un
kleine broer in den tuin gespeeld,
toen hU plotseling het bekende
signaal van Piet den Helder hoorde.
Een oogcnbllkjc later kwam Piet
aan het keukenraam tikken, waarop
Dolf zich haastte zUn vriendje open
te doen.
Ga jc mee? vroeg Piet. Karei
en Fr lts zUn er ook.
Neen, zei Dolf, lk ben alleen
thuis en ik moet op Hans possen.