1
VAN PINKSTEREN EN
PINKSTERCEBRUIKEN.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Biographieén in een
notedop.
Van alles en nog waf.
ZATERDAG 14 MEI 1932
De algemeene viering dateert reeds uit de
vierde eeuw. Pinksterbruiden en Pinkster
bloemen. Een reglement op de Schermer-
hornsche Vrijstersmarkt. Bijzonderheden
over het Hagelkruis" in den Achterhoek.
Vinkenmanoeuvres.
De vele Pinkster-vermaken, welke eertijds
ln veel grooteren getale en verscheiden
heid voorkwamen dan tegenwoordig, werden
vroeger ingezet met het, vooral in Amster
dam, Haarlem en de Zaanstreek, bekende
Luilakfeest, waarover wij in dit artikel thans
niet in bijzonderheden zullen treden.
Het Pinksterfeest ontleent zijn naam, ge
lijk bekend, aan het Grieksche woord Pen-
tekonta (vijftig). Het heette in het Oude Tes
tament „feest der weken" en het is het twee
de van de drie groote feesten in Israël. Het
werd gevierd vijftig dagen na Paschen. Van
dat Pentekonta is ons. woord „Pinksteren"
een verbastering. In Israël was het feest van
,.de eerstelingen van den tarweoogst", waarbij
twee brooden aan Jahve werden aangebo
den. Bij onze voorouders sprak men van
„Sinxen", dat afgeleid is van het oude Fran-
sche Cinquême, van quinquagesima de
vijftigste dag). In zeer vroegeren tijd werd
er een' ruimere beteekenis aan gegeven, dan
tegenwoordig: men verstond er toen de ge-
heele periode tusschen Pasohen en Pink
steren onder.
De eerste Christenen hebben natuurlijk
dear feestdag van den Heiligen Geest gevierd,
doch een algemeene viering dateert van het
begin der vierde eeuw.
Het Pinksterfeest is het eigenlijke zomer
feest en de meeste gebruiken, vroeger in Mei.
in zwang, gingen in den Christelijken tijd
bot Pinksteren over, omdat men meende, dat
er eenag verband bestond tusschen het feest
der herleving van de natuur en dat der uit
storting van' «den Heiligen Geest. Aan het
Meilief b.v. beantwoordt de Pinksterbloem
of Pinksterkruid. Ook is zij de verpersoonlij
king van den genius der groeikracht, hetgeen
on. uit haar bloemkroon en loofversiering
blijkt.
Een der meest bekende en tegelijkertijd ook
een der oudste Pinkstergewoonten is zonder
twijfel: de Pinksterbruid of Pinksterbloem.
Dit gebruik kwam hierop neer, dat het mooi
ste meisje van de streek met bloemen ge
tooid, als Koningin van het feest, door haar
speelgenootjes onder gezang en gejuich werd
rondgeleid. Heel vroeger was de Pinkster
bloem (in de Oostelijke provincies van ons
land sprak men van: Pinksterbruid) de ko
ningin van het feest in de Meimaand. Geen
„eerzame burgerdochters", maar veelal kin
deren uit den minderen stand, namen er aan
deeL Zij sierden zich. behalve met bloemen,
met allerlei zilveren kleinoodiën, van de bu
ren geleend, vergaten wel eens die terug te
geven en verbrasten dikwijls het door haar
opgehaalde (gebedelde) geld. De deur der
woning van de Pinksterbloem werd met ro
zen en kamperfoelie versierd. Iedereen bracht
haar hulde en de jongens wedijverden om
haar gunst.
Doch, zooals opgemerkt, een en ander
ontaardde al vrij spoedig in een bedelpartij.
En het gevolg daarvan was o.a., dat reeds in
1612 en volgende jaren te Amsterdam en
andere plaatsen het plukken van Pinkster
bloemen uit de tuinen en het Pinkster
bloem loopen en zingen werd verboden. Dit
belette evenwel niet dat het nog langen
tijd heeft stand gehouden. Maar de eigen
lijke glorie was er af de eigenaars van
sieraden wilden, die niet langer leenen. uit
vrees van inbeslagneming door de politie.
De Pinkstermeisjes omhingen zich toen
met allerlei lapjes, strikjes en papiertjes en
het werd een armoedig vertoon.
Een zeer merkwaardige .Pinksterbloem"
was wel die in Schermerhorn. waarvan zekere
Claes de Bruin in „Noord-Hollandsche Ar-
kadia" uitvoerige medodeelingen heeft ge
daan. In vroeger tijd had te Schermerhorn,
een allerzonderlingst gebruik plaats. Daar
wend een jonge vrijster door een aantal
meisjes op een burrie rondgeleid. De jonge
vrijster die werd rondgedragen', stond op een
draagibank, toegerust met eenige zilveren
sieraden. In de rechterhand hield zij een zil
veren kommetje en in de linker een zilveren
bel, die zij in werking stelde, wanneer de gif
ten op haar triomftocht door heel het dorp
werden ingezameld. Toch „miste" de Bruin
in zijn beschrijving iets, en wel een zeer merk
waardig document, dat wij bij het naslaan
van oude kronieken vonden, en dat wij hier
curiositeitsbalve (ook al vanwege de totale
onbekendheid) laten volgen'. Het is een „Re
glement op de bekende Schermerhornsche
vrijstersmarkt."
In het midden der zeventien eeuw heeft te
Schermerhorn een Schout gewoond, die een
soort reglement van verkoop uitvaardigde,
betreffende deze Vrijstermarkt-, waaraan het
volgende is ontleend:
Indien hier vrijers willen trouwen.
Die mogen 't eiken dag der week
Omroepen laten door de streek;
Waartoe zal zijn een Secretaris,
Alsmede nog een Commissaris.
Die al de meisjes, groot en kleen,
Op zullen veilen één voor één.
Indien het dan kwam te geschieden.
Dat hij. die 't meeste kwam te bieder
Geen' goeden zin had aan de meid.
En dat hij uit het huwlijk scheidt,
Dees zal haar geven twee dukaten.
En daarmeê kan hij 't meisje laten.
En zoo ook de verkochte meid,
Geen' zin in haren vrijer heit.
Heeft zij 't gelag slechts te betalen, e
En niemand heeft er op te smalen.
Aangaande nu 't geboden geld,
Dat moet in handen zijn gesteld
Van 's meisjes vader, tot vernoegd.
Zich alles zamen hupschkens voegt;
Dan zal men vrolijk mogen trouwen,
En 'L geld bij elkander houën.
Wanneer de koop is klaar geraakt,
En men het verkoopen staakt.
Zoo zal de vrijer voor het meisje
Dat hij gekocht heeft, geven net.
Het geen dat ik er thans toe zet:
Een' daalder voor den Secretaris,
Een' gulden voor den Commissaris.
En voor den Armen wat hij wil.
En daarmèe blijft het alles stil.
Dit zijn de Wetten en Geboden.
Van Tobias van Pottenrode.
(In 1730 is het Pinksterbloemloopen te
Schermerhorn vereeuwigd in een kopergra
vure door J. L. Beek).
Ook in andere streken van ons land had
het rondgaan met de Pinksterbloem eertijds
plaats, zoowel in stad als in dorp. Het was
o.m. bekend in Gelderland, maar op veel een
voudiger schaal. Het gaan daarmee langs de
straat werd evenwel bij publicaties van 30
Mei 1693, 11 Mei 1695 en 12 Juni 1698 ver
nieuwd. Te Arnhem daarentegen werd het
verboden' op „straffe van een goudgulden
voor ieder kind, die den siertak geleidde".
Maar ondanks het verbod werd die Pinkster
bloem er op den Pinksterdag nog ontmoet!
Gedurende de zeventiende en achttiende eeuw
bestond de straf, die het Arhhemsche Hof
zoowel als de stad uitdeelde, meestal uit het
verbeuren van den hoed, vermoedelijk den
z.g. „rozenhoed", dien de Pinksterbruidjes
droegen.
In Nijmegen werd het gebruik oogluikend
toegelaten, in weerwil dat bij raadsresolutie
van 8 Maart 1660 was bepaald: „Wie op Sint
Jans-nacht of aldaar voor of na eenige
meyen, groente, of eenige croonen uit. hare
vensters komen te hangen, sullen verbeu
ren vijf goudgulden". Daar der stede heeft
jarenlang het gebruik bestaan, dat een
jong meisje uit de armste gezinnen, met een
bloemenkrans om 't hoofd en verder geheel
met bloemen en strikjes opgedirkt, onder een
boog van bloemen (waarbij de Pinksterbloem
de hoofdrol speelde), door twee meisjes ge
dragen, van huis tot huis rondging. Zij bel
den dan aan, om giften in te zamelen. In
sommige gemeenten in Gelderland liep de
Pinksterbruid, als herderin uitgedoscht. on
der, den versierden, door drie meisjes gedra
gen boog; soms was er ook een ezel bij, die
een paar mannen droeg, waarop de boog
rustte.
In Groesbeek b.v. zongen de kinderen dan
het volgende rijmpje:
Pingsbruud is opgestoon,
mit die gele kruse hör.
De brujem üs grof, die bruud üs fien,
mui wat in de korf sien!
Eeier, eier in de korf!
Stliwer, stüwer in die grippe
Een ei bat (baat) us niet.
twee eier schat (schaadt) us niet;
Fief en> un twintig up den dis,
Wet die bruud, wat sorgen is.
De uitdrukking „Stüwer, stüwer in die
grippe" (uitgestrekte hand) vindt haar ver
klaring hierin, dat de kinderen wel eieren
en andere kleine geschenken', als sneien
tarwe- en roggebrood enz., inzamelden, maar
daarentegen, omdat zij vaak tot de betere
standen behoorden, geld afwezen door de
woorden „Stüwer, stuwer in den Rhien". Dit
liedje moet een laatste overblijfsel zijn van
den alouden Mei-ommegang van de Pink
sterbruid en den Pinksterbruidegom, welke
ook in verschillende plaatsen in Gelde,rland
plaats vond. toen de tot een Meigilde behoo-
rende jor.gemanen zich op Mei-avond onder
de dorpslinde verzamelden daar den Meizang
zongen, den Meikoning, den Meigraaf, die
dezen terzijde stond en deze op zijn beurt
weer de Meikoningin en vervolgens, ieder
zijn liefste kozen.
Doch ook in deze provincie kwam het vrij
wel overal tot allerlei uitspattingen. Zoo werd
het bij plakkaat van 12 December 1712 van
de Geldersche Landschap, ten strengste ver
boden.
Een bekend liedje van de Pinksterbruidjes
was nog:
Daar komt die vurige Pinksterbloem aan
Daar komt zij aangegangen,
Met een schoon rozenhoedje op,
Met twee bloeiende wangen,
In Twen-te zingt de jeugd:
Doar kom me wi'j met de Pinksterbroed an,
Meer éénmoal in het jaar.
En al wee ons nich gewwen wil,
Dee kan ons laten goan!
Pinksterbroed, Tuieroet.
Has te weer eerder op-e-stoan
Dan hatse met de Pinksterbroed met
können goan
Wat doet nu eigenlijk dienst als Pinster-
bloem? Wie verbeeldt den vruchtbaarheids-
genius? En welken eigenaardigen vorm
neemt het vegetatiegebruik op Pinksterdag
aan? Hier citeeren wij hetgeen dr. Jos.
Schrijnen in zijn „Nederlandsche Volkskunde"
dienaangaande zegt. Het antwoord daarop
aldus dr. Jos. Schrijnen geeft ons o.a.
een Pinks ter rijmpje uit Horn (Limb.)
Pinksterbloem, slechte roem.
Gij hebt zoo lang geslapen;
Hadt gij vroeger opgestaan.
Dan waart ge mijn kameraadje!
De Pinksterbruid of Pinksterlummel is dus
de langslaper; want de taak als vegetatie-
genius te fungeeren. was aanvankelijk alles
behalve een huldiging van de schoonheid of
van den persoon, maar slechts van den ge
nius; en daarom zette men haar of hem de
kroon op het hoofd. Het was een zekere
tuchtiging van den telaatkomer, van den
luiaard, die een heerlijken meimorgen ver
sliep.
De tegenhanger.
De Pinksterbloem kende echter in som
mige streken ook een tegenhanger, die óf
als stroopop in den nacht óf als een groene
man verscheen.
Dienaangaande wordt reeds ln do „Geld.
Volksalmanak" van 1839 verhaald: Voor de
jonge meisjes (zij. die nog in het volle bod
zijn. en die zich dan zoo taai als leer houden,
of van vrijers veranderen als van hand
schoenen), zal er een Pinksternacht komen,
waarvoor zij allen beven. De jongelingen-
schaar beoordeelt dan. welke meisjes in de
buurt een strooman verdienen. Op een kar
worden de potsierlijkst uitgedoste figuren ge
legd en hiermee reed men de woningen der
verschillende boerendochters af. Daar werd
zoo'n pop dan in een boom. op een dak of
in éen hooiberg gedeponeerd. De jongelui
meenden hiermee een afdoend middel gevon
den te hebben, dat de meiskes het volgend
Jaar wat gedweeër zouden worden.
In zeer ouden tijd was de jongeman in dezs
streken, die op Pinksteren geen vrijster had.
evenzeer blootgesteld aan spotternijen als het
meisje zonder vrijer. Het oude recht ver
gunde aan iedere dienstmaagd, op dezen dag,
het vrije gebruik van den room, dien zij des
namiddags melkt.
De jongeling volgde haar naar de wei met
een doek met de beste beschuit gevuld. Daar
vleiden beiden zich neer en onder de scha
duw van een boom. konden zij dan samen
room met beschuit eten. Het duurde dikwijls
héél lang, eer dit Arcadisch genoegen een
einde nana.
Het „Hagelkruis".
De Geldersche Achterhoek kent nog een
zeer oud Pinkstergebruik, waarop wij in ons
artikel over Hemelvaartsdag reeds de aan
dacht vestigden n.l. plechtigheden, welke
werden aangeduid door een z.g. „Hagel
kruis".
Over dit Hagelkruis is in de folkloristische
lectuur slechts zeer weinig bekend. Vandaar
dat wij in de betrokken streek inlichtingen
hebben ingewonnen. Eer. geestelijke uit een
der betrokken plaatsen was zoo welwillend
ons die te verstrekken. Wij laten hier volgen
hetgeen ons werd meegedeeld.
„Voor zoover mij bekend, staan hier in
de buurt hagelkruisen te Wehl, Kilder. Beek
(bij Did am) en te Vethuizen (onder Zed-
dam). Of er in Beek en Vethuizen nog iets
gebeurt bij 't Hagelkruis weet ik niet.
In Wehl wordt er Hemelvaartsdag naar
't Hagelkruis getrokken. Er wordt dan ge
preekt: een collecte wordt gehouden en een
brcoduitdeeling heeft plaats.
Ditzelfde heeft te Kilder plaats bij rt Hagel
kruis op den Eersten Pinksterdag, waar van
ouds dan tevens den rozenkrans werd ge-
beden-. De algemeene overlevering zegt, dat-
die kruisen hier geplaatst werden na een al
gemeene verwoesting der veldvruchten door
hagel. Wanneer dit precies gebeurd is. is niet
bekend. Doch een oude man in Kilder ver
telt dat zijn vader nog wel eens over die
kruisplanting gesproken had.
Het kruis te Kilder bestond reeds lang
voor de stichting der r.k. kerk die daar ter
plaatse bijna 50 jaar staat. Voordat de kerk
er stond, werd er niet bij gepreekt maar alleen
gebeden, gecollecteerd en brood uitgedeeld.
Wanneer de schacht vernieuwd moest, wor
den ..dan gaf de Graaf een nieuwe", zoo
vertelde ook de oude man in Kilder. d.w.z. de
Graaf van Bergh, van 't Slot te 's Heercn-
berg (thans is 't ..Huis Bergh", een bezitting
van de familie Van Heek te Enschedé; de
heer Jan van Heek heeft in de lijn van de
traditie eenige jaren geleden nog een nieuwe
schacht (kruisboom) gegeven uit zijn bos-
schen".
De brooden werden onder de armen ver
deeld. Van dit .Hagelkruis" kent men reeds
een afbeelding in een atlas der bezittingen
der heeren Van Bergh, in 1727. Er staat
echter niet bij vermeld voor welke plaats dit
geldt.
In Wehl trekt deze hagelkruis-processie
voor zoover ons bekend) tweemaal per jaar
door de velden: in het voorjaar, als de
brooduitdeeling plaats vindt en op den ri
sten Zondag van de maand September.
Op Marken.
Op het eiland Marken bestaat nog de
eigenaardige gewoonte, dat de jonge meisjes
Zaterdagnacht vóór Pinksteren een Pinkster-
kroon plukken. Ais het dan een paar uur
verder is zijn de jonge mannen uitgenoodigd.
een pijp te komen opsteken
„Vinkenmanoeuvres".
Geheel afwijkend van hetgeen hiervoor
omtrent eenige Pinkster gebruiken in ons
land werd meegedeeld, zijn enkele volksge
woonten in Duïtschland. Zoo worden 'in
sommige dorpen in den Harz nog heden ten
dage z.g. ..Vinkenmanoeuvres" gehouden.
Vanouds bestaan „Vinkenclubsvereenigin-
gen van mannen, die het zangtalent van
vinken stelselmatig trachten te ontwikkelen
Op den ochtend van den Tweeden Pinkster
dag komen in die dorpen de leden van ver
schillende clubs met hun vólgels bij elkaar
Dan wordt er een zangwedstrijd gehouden.
De beste zanger komt als overwinnaar uit
het ..concours'-zijn kooi wordt, met een
krans versierd.
Me3 een vroolijk feest, waarbij oude volks
liederen uit den Harz gezongen worden, word'
doze dag besloten.'
De Pinksterrit
Een overblij fsel van den ommegang rond de
velden, welke vroeger in de Lente ondernomen
werd. is de z.g. ..Pinksterrit", een gebruik, dat
Is blijven voortleven to Kötzting in bet Op-
/perbeirsche Woud, in -het nabij Neuwied
gelegen plaatsje Heddesdorf aan den Neder-
rijn en te Weingarten in Würtemberg. Hier
noemt men dezen ommegang ..B'.oedritom
dat er een reliqui van het Heilige Bloéd in
wordt meegedragen.
In Kötzting trekken ongeveer 200 ruiters
in bonte, oude Beiersche kleederdracht uit
gedost op den Eersten Pinksterdag op ver
sierde paarden met kruisen en vlaggen onder
leiding hunner geestelijken naar de bede-
vaatrskerk te Steinbühll in het Zeiler-tal.
Na den terugkeer op het marktplein te
Kötzting wordt dan een goed bekend staan
de jongeman tot „Pinksterbruidegom" geko
zen. De pastoor drukt hem plechtig den krans
der deugd op het hoofd. Dan mag de jongen
zich een jong meisje tot Pinksterbruid kiezen
Als dit geschied is. worden beide jongelieden
als bruid en bruidegom gekleed. Door de
„voorname" lieden wordt hun een bruilofts
maal aangeboden en het feest eindigt me*
een Pinksterkermis
Van dit gebruik te K wordt reeds melding
gemaakt in een oorkonde uit het jaar 1442.
Op het platteland, zoowel als in de steden
in Duïtschland bestaat ook heden ten dage
de gewoonte nog, huisdeur en kamers met
Pinksteren te versieren met jonge berken-
takken. de „Pfingstmaien". Zelfs te Berlijn
wordt hiermede het ontwaken der natuur
en de terugkeer van den zomer begroet.
NICOLAES WITSEN.
1641—1717.
Deze beroemde burgemeester van Amster
dam was de zoon van Cornells Wits-en, die
ook vier maal burgemeester van de hoofd
stad was, en buitendien nog vele andere
belangrijke functies in het stadsbestuur ver
vulde. Nicolaas Witsen is behalve als burge
meester bekend als beschrijver van landen en
volken en de kiem voor zijn lust tot reizen
en schrijven is reeds gelegd op jeugdigen
leeftijd, teen hij. vijf tien-ja rig leerling van
de Latijnsche School met zijn vader de
Noordzee overstak naar Engeland, om een
bezoek te brengen aan Cromwell Nicolaas
studeerde aan het Amsterdamsche Athenaeum
Eiustre en behalve van liefde voor wis- en
sterrekunde en de letteren gaf hij blijk van
eenig talent voor de etskunst.
Het is geen wonder, dat eenmaal te Leiden
om zijn studiën voort te zetten hij zich met
voorliefde schaarde onder liet gehoor van den
professor in de Oostersche talen Coiius en
dat hij na zijn promotie een groote reis deed
ter voltooiing van zijn ontwikkeling en ter
bevrediging van zijn reislust en zijn verlangen
om vreemde landen te beschrijven.
De familie Witsen onderhield reeds lang
goede handelsbetrekkingen met Rusland en
naar dit land was het, dat hij met een am
bassade van Jacob Boreel een reis maak
te.
Hij heeft er een groote beschrijving van
gegeven en tevens een kaart het licht doen
zien van „Tartarije". Hij bleef meer dan een
jaar in Rusland, doch na zijn terugkomst
was het reizen niet afgeloopen. Hij maakte
vervolgens tochten naar Frankrijk, zag Parijs
en Zwitserland, reisde naar Italië en wederom
naar Engeland.
Na den dood van zijn vader werd hij lid
van de vroedschap, maar J. F. L. de Balbian
Verster meedeelt, in zijn boek .Burgemeesters
van Amsterdam", waaraan deze bijzonder
heden zijn ontleend, werd hij vooreerst nog
te veel in beslag genomen door studie dan
dat hij een groot aandeel zou nemen in het
stedelijk bestuur. Hij schreef een werk over
„Aeloudc en hedendaagsche Scheepsbouw en
Bestier" met door hemzelf vervaardigde af
beeldingen van velerlei vaartuigen. Het boek
werd hoogciijk gewaardeerd en zelfs in het
Russisch vertaald, en als zoodanig heeft het
voor Holland indirect een grootere beteeke
nis gekregen, dan men verwacht zou hebben,
want kort daarop kwam Peter de Groote naar
ons land. aangetrokken tot den scheepsbouw
niet het minst door dit boek. De verhouding
tusschen den Tsaar en den burgemeetser L-
dan ook altijd uitstekend geweest.
Toen de Grootvorst in ,1697 incognito ons
land bezocht, vond hij steun bij Witsen, die
in Rusland als een autoriteit bekend was
geworden en die als invloedrijk bewindhebber
der Amsterdamsche Kamer van de Oost-
Indische Compagnie hem allerlei diensten
kon bewijzen.
Hij heeft het den Tsaar mogelijk gemaakt
om onopgemerkt fcc werker, op de Oost-In
dische Werf te Amsterdam, hij verschafte
Peter de Groote do beste leermeesters cn
heeft hem geïntroduceerd bij den Koning
Stadhouder Willem III en hem bijgestaan m
de voorbereidingen -.oor het verkrijgen van
een Russische oor logs- en handelsvloot. De
tweede druk van zijn boek droeg Nicolaes
Witsen op aan Tsaar Peter en toen tenslotte
Witsen oud en ziek geworden was. heeft de
Tsaar hem bezocht cn aan zijn ziekbed ge
zeten. teen hij zijn tweede bezoek aan ons
land bracht.
Nicolaes Witsen heeft den lande belang
rijke diensten bewezen door zijn onderhan
delingen als gedeputeerde te velde in Brabant,
door zijn bemiddeling tusschen den stad
houder en Amsterdam, daar hij het. vertrou
wen van den prins genoot die hem zelfs deel
genoot maakte van zijn plannen tot verove
ring van den Engelschen troon Die plannen
gingen den Amsterdamse hen burgemeester te
ver. hij zag in het verdrag met Engeland
geen belang voor stad en land. nochtans
werkte hij noodgedwongen aan de ondertecke-
ning mee.
Als Gecomittcerde Raad heeft Nicolaes
Witsen eenigen tijd in Den Haag gewoond,
waar hij in het huwelijk is getreden. Alle
vier de dochters uit dit huwelijk .heeft hij
door den dood verloren.
Na den dood van den stadhouder bezon
Witsen zich aan het stadsbewind te ont
trekken. op 70-jarigen leeftijd heeft hij de
republiek nogmaals gediend als gedeputeerde
te velde. Hij vond weer tijd om zich aan
wetenschappelijke!) arbeid te wijden en van
der. tocht van Abel Tasman naar Nieuw
Holland is hij een der promotors.
De koffieteelt in Incië heeft hij bevorderd
hij stond in correspondentie met geleerden
van naam. de Royal Society in Londen be
noemde hem tot haar medelid.
De Witsens hadden een buitenplaats te
Egmond aan den Hoef. waar Nicolaes begra
ven ligt, ook Trompenburg aan den Amstel,
vroeger van Cornells Tromp, behoorde hun
toe.
MINDER ALCOHOLGEBRUIK IN
ENGELAND.
De statistieken hebben uitgewezen, dat de
Engelsche meer rooken, doch minder drin
ken dan vroeger. Vergeleken bij 1924 is het
verbruik van cigarctten in Engeland met
52 pCt. toegenomen, d.w.z. dat nu 3 sigaretten
gerookt worden inplaats van 2 in 1924.
eHt alcoholgebruik is sterk gedaald. In het
afgeloopen jaar bedroeg de hoeveelheid ge
bruikte alcohol niet meer dan één derde
gedeelte van wat in 1913 geconsumeerd werd.
Bier-verbruik Sn 1931 was ongeveer 100.000
gallons minder dan in 9130.
Het totale bedrag aan alcohol gespendeerd
ln 1931 was 295 000.000 pond, d.l. 18 mllliocn
pond minder dan het vorig jaar. Bierdrinkers
betaalden 73 milliocn -en de spiritualiën
drinkers 36.500.000 aan het rijk. tegen 76 cn
45 mllliocn ln 1924 en 123 en 54 mlllloen ln
1921.
HOE SNORKEN TE BESTRIJDEN.
Snorkt uw echtgenoot(e)? Zoo ja, dan zult
gij belangstellen in de volgende uitvinding,
zeg'. Tit Bits.
Zij bestaat in een microfoon, zooals ook
in radio-studio's worden gebruikt, doch op
veel kleiner schaal. Hij wordt vlak bij den
schuldige opgehangen.
Onbewust van zijn tegenwoordigheid slaapt
hij door cn de zacht-zagende geluiden zwol
len aan tot hevig gesnurk. Tot één maal
hevig snurken, willen we zeggen, want on
middellijk gaat de microfoon werken. Deze
geeft contact en de schuldige slaper krijgt
een fiksche prik. Andere methoden vervangen
de prik door een lichte-n schok.
In Amerika is snurken een reden tot
echtscheiding. De geschetste microfoon ver
schaft prachtig bewijsmiddel. Want in plaats
van een prik of schok uit te deelen, stelt ze
een opname-apparaat ln werking en een
gramofoonplaat registreert eert nachtelijke
solo.
Voor mooie tanden.
Als gij volmaakte tanden wilt houden,
moet gij volgens een Amerikaansch expert,
dagelijks twee appels gebruiken, twee bana
nen, minstens één ei, vier glazen melk. si
naasappelsap. sla. en twee andere groenten.
Hij zegt er niet bij. wat ge daarbij moet
eten om de andere llchaamsdcelen te onder
houden!
Een nieuwe Egyptische zender.
De Egyptische regeering heeft besloten een
draadloozcn omroep in het leven te roepen.
In Abu-Zabal zal een groot station worden
gebouwd, welks taak zal bestaan in het op
vangen van de voornaamste Europeescho
programma's en het. doorgeven daarvan aan
een net. van kleinere riistricts-zenders. Het
Egyptische nationale karakter van den om
roep wordt zooveel mogelijk bewaard, door
dat de regeerlng zich de controle op de pro
gramma's voorbehoudt en door d£_bepal'ng,
dat 55?i der aandeelen in handén van Egyp
tische staatsburgers moeten zijn.
Bougnton House, bij Kettering (Enge
land). was ontworpen om de dagen, weken
en kwartalen voor te stellen. Het huis heeft
vleugels, de kwartalen van het jaar: 365
ramen, een voor eiken dag: 52 schoor -
steenen. voor iedere week één: en 7 in
gangen, de weekdagen voorstellende.
Microfoon proef.
De National Broadcasting Company heeft
bij het engageerer. van een nieuwen om
roeper de aardigheid om den candidaat stiel
en zonder fouten de volgende zin te laten
uitspreken: „The seething sea ceaseth and
thus the seething sea sufficeth us". De
uitspraak hiervan vereischt wel eenige
tongvaardigheid.
Voor Franschspreken-'en is het volgende zin
netje, dat ln Frankrijk examenzin is: „Un
chasseur sac'nant chasser ciiassa son cnicn
de chasse dans un sachet séché.