1 VAN PINKSTEREN EN PINKSTERCEBRUIKEN. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Biographieén in een notedop. Van alles en nog waf. ZATERDAG 14 MEI 1932 De algemeene viering dateert reeds uit de vierde eeuw. Pinksterbruiden en Pinkster bloemen. Een reglement op de Schermer- hornsche Vrijstersmarkt. Bijzonderheden over het Hagelkruis" in den Achterhoek. Vinkenmanoeuvres. De vele Pinkster-vermaken, welke eertijds ln veel grooteren getale en verscheiden heid voorkwamen dan tegenwoordig, werden vroeger ingezet met het, vooral in Amster dam, Haarlem en de Zaanstreek, bekende Luilakfeest, waarover wij in dit artikel thans niet in bijzonderheden zullen treden. Het Pinksterfeest ontleent zijn naam, ge lijk bekend, aan het Grieksche woord Pen- tekonta (vijftig). Het heette in het Oude Tes tament „feest der weken" en het is het twee de van de drie groote feesten in Israël. Het werd gevierd vijftig dagen na Paschen. Van dat Pentekonta is ons. woord „Pinksteren" een verbastering. In Israël was het feest van ,.de eerstelingen van den tarweoogst", waarbij twee brooden aan Jahve werden aangebo den. Bij onze voorouders sprak men van „Sinxen", dat afgeleid is van het oude Fran- sche Cinquême, van quinquagesima de vijftigste dag). In zeer vroegeren tijd werd er een' ruimere beteekenis aan gegeven, dan tegenwoordig: men verstond er toen de ge- heele periode tusschen Pasohen en Pink steren onder. De eerste Christenen hebben natuurlijk dear feestdag van den Heiligen Geest gevierd, doch een algemeene viering dateert van het begin der vierde eeuw. Het Pinksterfeest is het eigenlijke zomer feest en de meeste gebruiken, vroeger in Mei. in zwang, gingen in den Christelijken tijd bot Pinksteren over, omdat men meende, dat er eenag verband bestond tusschen het feest der herleving van de natuur en dat der uit storting van' «den Heiligen Geest. Aan het Meilief b.v. beantwoordt de Pinksterbloem of Pinksterkruid. Ook is zij de verpersoonlij king van den genius der groeikracht, hetgeen on. uit haar bloemkroon en loofversiering blijkt. Een der meest bekende en tegelijkertijd ook een der oudste Pinkstergewoonten is zonder twijfel: de Pinksterbruid of Pinksterbloem. Dit gebruik kwam hierop neer, dat het mooi ste meisje van de streek met bloemen ge tooid, als Koningin van het feest, door haar speelgenootjes onder gezang en gejuich werd rondgeleid. Heel vroeger was de Pinkster bloem (in de Oostelijke provincies van ons land sprak men van: Pinksterbruid) de ko ningin van het feest in de Meimaand. Geen „eerzame burgerdochters", maar veelal kin deren uit den minderen stand, namen er aan deeL Zij sierden zich. behalve met bloemen, met allerlei zilveren kleinoodiën, van de bu ren geleend, vergaten wel eens die terug te geven en verbrasten dikwijls het door haar opgehaalde (gebedelde) geld. De deur der woning van de Pinksterbloem werd met ro zen en kamperfoelie versierd. Iedereen bracht haar hulde en de jongens wedijverden om haar gunst. Doch, zooals opgemerkt, een en ander ontaardde al vrij spoedig in een bedelpartij. En het gevolg daarvan was o.a., dat reeds in 1612 en volgende jaren te Amsterdam en andere plaatsen het plukken van Pinkster bloemen uit de tuinen en het Pinkster bloem loopen en zingen werd verboden. Dit belette evenwel niet dat het nog langen tijd heeft stand gehouden. Maar de eigen lijke glorie was er af de eigenaars van sieraden wilden, die niet langer leenen. uit vrees van inbeslagneming door de politie. De Pinkstermeisjes omhingen zich toen met allerlei lapjes, strikjes en papiertjes en het werd een armoedig vertoon. Een zeer merkwaardige .Pinksterbloem" was wel die in Schermerhorn. waarvan zekere Claes de Bruin in „Noord-Hollandsche Ar- kadia" uitvoerige medodeelingen heeft ge daan. In vroeger tijd had te Schermerhorn, een allerzonderlingst gebruik plaats. Daar wend een jonge vrijster door een aantal meisjes op een burrie rondgeleid. De jonge vrijster die werd rondgedragen', stond op een draagibank, toegerust met eenige zilveren sieraden. In de rechterhand hield zij een zil veren kommetje en in de linker een zilveren bel, die zij in werking stelde, wanneer de gif ten op haar triomftocht door heel het dorp werden ingezameld. Toch „miste" de Bruin in zijn beschrijving iets, en wel een zeer merk waardig document, dat wij bij het naslaan van oude kronieken vonden, en dat wij hier curiositeitsbalve (ook al vanwege de totale onbekendheid) laten volgen'. Het is een „Re glement op de bekende Schermerhornsche vrijstersmarkt." In het midden der zeventien eeuw heeft te Schermerhorn een Schout gewoond, die een soort reglement van verkoop uitvaardigde, betreffende deze Vrijstermarkt-, waaraan het volgende is ontleend: Indien hier vrijers willen trouwen. Die mogen 't eiken dag der week Omroepen laten door de streek; Waartoe zal zijn een Secretaris, Alsmede nog een Commissaris. Die al de meisjes, groot en kleen, Op zullen veilen één voor één. Indien het dan kwam te geschieden. Dat hij. die 't meeste kwam te bieder Geen' goeden zin had aan de meid. En dat hij uit het huwlijk scheidt, Dees zal haar geven twee dukaten. En daarmeê kan hij 't meisje laten. En zoo ook de verkochte meid, Geen' zin in haren vrijer heit. Heeft zij 't gelag slechts te betalen, e En niemand heeft er op te smalen. Aangaande nu 't geboden geld, Dat moet in handen zijn gesteld Van 's meisjes vader, tot vernoegd. Zich alles zamen hupschkens voegt; Dan zal men vrolijk mogen trouwen, En 'L geld bij elkander houën. Wanneer de koop is klaar geraakt, En men het verkoopen staakt. Zoo zal de vrijer voor het meisje Dat hij gekocht heeft, geven net. Het geen dat ik er thans toe zet: Een' daalder voor den Secretaris, Een' gulden voor den Commissaris. En voor den Armen wat hij wil. En daarmèe blijft het alles stil. Dit zijn de Wetten en Geboden. Van Tobias van Pottenrode. (In 1730 is het Pinksterbloemloopen te Schermerhorn vereeuwigd in een kopergra vure door J. L. Beek). Ook in andere streken van ons land had het rondgaan met de Pinksterbloem eertijds plaats, zoowel in stad als in dorp. Het was o.m. bekend in Gelderland, maar op veel een voudiger schaal. Het gaan daarmee langs de straat werd evenwel bij publicaties van 30 Mei 1693, 11 Mei 1695 en 12 Juni 1698 ver nieuwd. Te Arnhem daarentegen werd het verboden' op „straffe van een goudgulden voor ieder kind, die den siertak geleidde". Maar ondanks het verbod werd die Pinkster bloem er op den Pinksterdag nog ontmoet! Gedurende de zeventiende en achttiende eeuw bestond de straf, die het Arhhemsche Hof zoowel als de stad uitdeelde, meestal uit het verbeuren van den hoed, vermoedelijk den z.g. „rozenhoed", dien de Pinksterbruidjes droegen. In Nijmegen werd het gebruik oogluikend toegelaten, in weerwil dat bij raadsresolutie van 8 Maart 1660 was bepaald: „Wie op Sint Jans-nacht of aldaar voor of na eenige meyen, groente, of eenige croonen uit. hare vensters komen te hangen, sullen verbeu ren vijf goudgulden". Daar der stede heeft jarenlang het gebruik bestaan, dat een jong meisje uit de armste gezinnen, met een bloemenkrans om 't hoofd en verder geheel met bloemen en strikjes opgedirkt, onder een boog van bloemen (waarbij de Pinksterbloem de hoofdrol speelde), door twee meisjes ge dragen, van huis tot huis rondging. Zij bel den dan aan, om giften in te zamelen. In sommige gemeenten in Gelderland liep de Pinksterbruid, als herderin uitgedoscht. on der, den versierden, door drie meisjes gedra gen boog; soms was er ook een ezel bij, die een paar mannen droeg, waarop de boog rustte. In Groesbeek b.v. zongen de kinderen dan het volgende rijmpje: Pingsbruud is opgestoon, mit die gele kruse hör. De brujem üs grof, die bruud üs fien, mui wat in de korf sien! Eeier, eier in de korf! Stliwer, stüwer in die grippe Een ei bat (baat) us niet. twee eier schat (schaadt) us niet; Fief en> un twintig up den dis, Wet die bruud, wat sorgen is. De uitdrukking „Stüwer, stüwer in die grippe" (uitgestrekte hand) vindt haar ver klaring hierin, dat de kinderen wel eieren en andere kleine geschenken', als sneien tarwe- en roggebrood enz., inzamelden, maar daarentegen, omdat zij vaak tot de betere standen behoorden, geld afwezen door de woorden „Stüwer, stuwer in den Rhien". Dit liedje moet een laatste overblijfsel zijn van den alouden Mei-ommegang van de Pink sterbruid en den Pinksterbruidegom, welke ook in verschillende plaatsen in Gelde,rland plaats vond. toen de tot een Meigilde behoo- rende jor.gemanen zich op Mei-avond onder de dorpslinde verzamelden daar den Meizang zongen, den Meikoning, den Meigraaf, die dezen terzijde stond en deze op zijn beurt weer de Meikoningin en vervolgens, ieder zijn liefste kozen. Doch ook in deze provincie kwam het vrij wel overal tot allerlei uitspattingen. Zoo werd het bij plakkaat van 12 December 1712 van de Geldersche Landschap, ten strengste ver boden. Een bekend liedje van de Pinksterbruidjes was nog: Daar komt die vurige Pinksterbloem aan Daar komt zij aangegangen, Met een schoon rozenhoedje op, Met twee bloeiende wangen, In Twen-te zingt de jeugd: Doar kom me wi'j met de Pinksterbroed an, Meer éénmoal in het jaar. En al wee ons nich gewwen wil, Dee kan ons laten goan! Pinksterbroed, Tuieroet. Has te weer eerder op-e-stoan Dan hatse met de Pinksterbroed met können goan Wat doet nu eigenlijk dienst als Pinster- bloem? Wie verbeeldt den vruchtbaarheids- genius? En welken eigenaardigen vorm neemt het vegetatiegebruik op Pinksterdag aan? Hier citeeren wij hetgeen dr. Jos. Schrijnen in zijn „Nederlandsche Volkskunde" dienaangaande zegt. Het antwoord daarop aldus dr. Jos. Schrijnen geeft ons o.a. een Pinks ter rijmpje uit Horn (Limb.) Pinksterbloem, slechte roem. Gij hebt zoo lang geslapen; Hadt gij vroeger opgestaan. Dan waart ge mijn kameraadje! De Pinksterbruid of Pinksterlummel is dus de langslaper; want de taak als vegetatie- genius te fungeeren. was aanvankelijk alles behalve een huldiging van de schoonheid of van den persoon, maar slechts van den ge nius; en daarom zette men haar of hem de kroon op het hoofd. Het was een zekere tuchtiging van den telaatkomer, van den luiaard, die een heerlijken meimorgen ver sliep. De tegenhanger. De Pinksterbloem kende echter in som mige streken ook een tegenhanger, die óf als stroopop in den nacht óf als een groene man verscheen. Dienaangaande wordt reeds ln do „Geld. Volksalmanak" van 1839 verhaald: Voor de jonge meisjes (zij. die nog in het volle bod zijn. en die zich dan zoo taai als leer houden, of van vrijers veranderen als van hand schoenen), zal er een Pinksternacht komen, waarvoor zij allen beven. De jongelingen- schaar beoordeelt dan. welke meisjes in de buurt een strooman verdienen. Op een kar worden de potsierlijkst uitgedoste figuren ge legd en hiermee reed men de woningen der verschillende boerendochters af. Daar werd zoo'n pop dan in een boom. op een dak of in éen hooiberg gedeponeerd. De jongelui meenden hiermee een afdoend middel gevon den te hebben, dat de meiskes het volgend Jaar wat gedweeër zouden worden. In zeer ouden tijd was de jongeman in dezs streken, die op Pinksteren geen vrijster had. evenzeer blootgesteld aan spotternijen als het meisje zonder vrijer. Het oude recht ver gunde aan iedere dienstmaagd, op dezen dag, het vrije gebruik van den room, dien zij des namiddags melkt. De jongeling volgde haar naar de wei met een doek met de beste beschuit gevuld. Daar vleiden beiden zich neer en onder de scha duw van een boom. konden zij dan samen room met beschuit eten. Het duurde dikwijls héél lang, eer dit Arcadisch genoegen een einde nana. Het „Hagelkruis". De Geldersche Achterhoek kent nog een zeer oud Pinkstergebruik, waarop wij in ons artikel over Hemelvaartsdag reeds de aan dacht vestigden n.l. plechtigheden, welke werden aangeduid door een z.g. „Hagel kruis". Over dit Hagelkruis is in de folkloristische lectuur slechts zeer weinig bekend. Vandaar dat wij in de betrokken streek inlichtingen hebben ingewonnen. Eer. geestelijke uit een der betrokken plaatsen was zoo welwillend ons die te verstrekken. Wij laten hier volgen hetgeen ons werd meegedeeld. „Voor zoover mij bekend, staan hier in de buurt hagelkruisen te Wehl, Kilder. Beek (bij Did am) en te Vethuizen (onder Zed- dam). Of er in Beek en Vethuizen nog iets gebeurt bij 't Hagelkruis weet ik niet. In Wehl wordt er Hemelvaartsdag naar 't Hagelkruis getrokken. Er wordt dan ge preekt: een collecte wordt gehouden en een brcoduitdeeling heeft plaats. Ditzelfde heeft te Kilder plaats bij rt Hagel kruis op den Eersten Pinksterdag, waar van ouds dan tevens den rozenkrans werd ge- beden-. De algemeene overlevering zegt, dat- die kruisen hier geplaatst werden na een al gemeene verwoesting der veldvruchten door hagel. Wanneer dit precies gebeurd is. is niet bekend. Doch een oude man in Kilder ver telt dat zijn vader nog wel eens over die kruisplanting gesproken had. Het kruis te Kilder bestond reeds lang voor de stichting der r.k. kerk die daar ter plaatse bijna 50 jaar staat. Voordat de kerk er stond, werd er niet bij gepreekt maar alleen gebeden, gecollecteerd en brood uitgedeeld. Wanneer de schacht vernieuwd moest, wor den ..dan gaf de Graaf een nieuwe", zoo vertelde ook de oude man in Kilder. d.w.z. de Graaf van Bergh, van 't Slot te 's Heercn- berg (thans is 't ..Huis Bergh", een bezitting van de familie Van Heek te Enschedé; de heer Jan van Heek heeft in de lijn van de traditie eenige jaren geleden nog een nieuwe schacht (kruisboom) gegeven uit zijn bos- schen". De brooden werden onder de armen ver deeld. Van dit .Hagelkruis" kent men reeds een afbeelding in een atlas der bezittingen der heeren Van Bergh, in 1727. Er staat echter niet bij vermeld voor welke plaats dit geldt. In Wehl trekt deze hagelkruis-processie voor zoover ons bekend) tweemaal per jaar door de velden: in het voorjaar, als de brooduitdeeling plaats vindt en op den ri sten Zondag van de maand September. Op Marken. Op het eiland Marken bestaat nog de eigenaardige gewoonte, dat de jonge meisjes Zaterdagnacht vóór Pinksteren een Pinkster- kroon plukken. Ais het dan een paar uur verder is zijn de jonge mannen uitgenoodigd. een pijp te komen opsteken „Vinkenmanoeuvres". Geheel afwijkend van hetgeen hiervoor omtrent eenige Pinkster gebruiken in ons land werd meegedeeld, zijn enkele volksge woonten in Duïtschland. Zoo worden 'in sommige dorpen in den Harz nog heden ten dage z.g. ..Vinkenmanoeuvres" gehouden. Vanouds bestaan „Vinkenclubsvereenigin- gen van mannen, die het zangtalent van vinken stelselmatig trachten te ontwikkelen Op den ochtend van den Tweeden Pinkster dag komen in die dorpen de leden van ver schillende clubs met hun vólgels bij elkaar Dan wordt er een zangwedstrijd gehouden. De beste zanger komt als overwinnaar uit het ..concours'-zijn kooi wordt, met een krans versierd. Me3 een vroolijk feest, waarbij oude volks liederen uit den Harz gezongen worden, word' doze dag besloten.' De Pinksterrit Een overblij fsel van den ommegang rond de velden, welke vroeger in de Lente ondernomen werd. is de z.g. ..Pinksterrit", een gebruik, dat Is blijven voortleven to Kötzting in bet Op- /perbeirsche Woud, in -het nabij Neuwied gelegen plaatsje Heddesdorf aan den Neder- rijn en te Weingarten in Würtemberg. Hier noemt men dezen ommegang ..B'.oedritom dat er een reliqui van het Heilige Bloéd in wordt meegedragen. In Kötzting trekken ongeveer 200 ruiters in bonte, oude Beiersche kleederdracht uit gedost op den Eersten Pinksterdag op ver sierde paarden met kruisen en vlaggen onder leiding hunner geestelijken naar de bede- vaatrskerk te Steinbühll in het Zeiler-tal. Na den terugkeer op het marktplein te Kötzting wordt dan een goed bekend staan de jongeman tot „Pinksterbruidegom" geko zen. De pastoor drukt hem plechtig den krans der deugd op het hoofd. Dan mag de jongen zich een jong meisje tot Pinksterbruid kiezen Als dit geschied is. worden beide jongelieden als bruid en bruidegom gekleed. Door de „voorname" lieden wordt hun een bruilofts maal aangeboden en het feest eindigt me* een Pinksterkermis Van dit gebruik te K wordt reeds melding gemaakt in een oorkonde uit het jaar 1442. Op het platteland, zoowel als in de steden in Duïtschland bestaat ook heden ten dage de gewoonte nog, huisdeur en kamers met Pinksteren te versieren met jonge berken- takken. de „Pfingstmaien". Zelfs te Berlijn wordt hiermede het ontwaken der natuur en de terugkeer van den zomer begroet. NICOLAES WITSEN. 1641—1717. Deze beroemde burgemeester van Amster dam was de zoon van Cornells Wits-en, die ook vier maal burgemeester van de hoofd stad was, en buitendien nog vele andere belangrijke functies in het stadsbestuur ver vulde. Nicolaas Witsen is behalve als burge meester bekend als beschrijver van landen en volken en de kiem voor zijn lust tot reizen en schrijven is reeds gelegd op jeugdigen leeftijd, teen hij. vijf tien-ja rig leerling van de Latijnsche School met zijn vader de Noordzee overstak naar Engeland, om een bezoek te brengen aan Cromwell Nicolaas studeerde aan het Amsterdamsche Athenaeum Eiustre en behalve van liefde voor wis- en sterrekunde en de letteren gaf hij blijk van eenig talent voor de etskunst. Het is geen wonder, dat eenmaal te Leiden om zijn studiën voort te zetten hij zich met voorliefde schaarde onder liet gehoor van den professor in de Oostersche talen Coiius en dat hij na zijn promotie een groote reis deed ter voltooiing van zijn ontwikkeling en ter bevrediging van zijn reislust en zijn verlangen om vreemde landen te beschrijven. De familie Witsen onderhield reeds lang goede handelsbetrekkingen met Rusland en naar dit land was het, dat hij met een am bassade van Jacob Boreel een reis maak te. Hij heeft er een groote beschrijving van gegeven en tevens een kaart het licht doen zien van „Tartarije". Hij bleef meer dan een jaar in Rusland, doch na zijn terugkomst was het reizen niet afgeloopen. Hij maakte vervolgens tochten naar Frankrijk, zag Parijs en Zwitserland, reisde naar Italië en wederom naar Engeland. Na den dood van zijn vader werd hij lid van de vroedschap, maar J. F. L. de Balbian Verster meedeelt, in zijn boek .Burgemeesters van Amsterdam", waaraan deze bijzonder heden zijn ontleend, werd hij vooreerst nog te veel in beslag genomen door studie dan dat hij een groot aandeel zou nemen in het stedelijk bestuur. Hij schreef een werk over „Aeloudc en hedendaagsche Scheepsbouw en Bestier" met door hemzelf vervaardigde af beeldingen van velerlei vaartuigen. Het boek werd hoogciijk gewaardeerd en zelfs in het Russisch vertaald, en als zoodanig heeft het voor Holland indirect een grootere beteeke nis gekregen, dan men verwacht zou hebben, want kort daarop kwam Peter de Groote naar ons land. aangetrokken tot den scheepsbouw niet het minst door dit boek. De verhouding tusschen den Tsaar en den burgemeetser L- dan ook altijd uitstekend geweest. Toen de Grootvorst in ,1697 incognito ons land bezocht, vond hij steun bij Witsen, die in Rusland als een autoriteit bekend was geworden en die als invloedrijk bewindhebber der Amsterdamsche Kamer van de Oost- Indische Compagnie hem allerlei diensten kon bewijzen. Hij heeft het den Tsaar mogelijk gemaakt om onopgemerkt fcc werker, op de Oost-In dische Werf te Amsterdam, hij verschafte Peter de Groote do beste leermeesters cn heeft hem geïntroduceerd bij den Koning Stadhouder Willem III en hem bijgestaan m de voorbereidingen -.oor het verkrijgen van een Russische oor logs- en handelsvloot. De tweede druk van zijn boek droeg Nicolaes Witsen op aan Tsaar Peter en toen tenslotte Witsen oud en ziek geworden was. heeft de Tsaar hem bezocht cn aan zijn ziekbed ge zeten. teen hij zijn tweede bezoek aan ons land bracht. Nicolaes Witsen heeft den lande belang rijke diensten bewezen door zijn onderhan delingen als gedeputeerde te velde in Brabant, door zijn bemiddeling tusschen den stad houder en Amsterdam, daar hij het. vertrou wen van den prins genoot die hem zelfs deel genoot maakte van zijn plannen tot verove ring van den Engelschen troon Die plannen gingen den Amsterdamse hen burgemeester te ver. hij zag in het verdrag met Engeland geen belang voor stad en land. nochtans werkte hij noodgedwongen aan de ondertecke- ning mee. Als Gecomittcerde Raad heeft Nicolaes Witsen eenigen tijd in Den Haag gewoond, waar hij in het huwelijk is getreden. Alle vier de dochters uit dit huwelijk .heeft hij door den dood verloren. Na den dood van den stadhouder bezon Witsen zich aan het stadsbewind te ont trekken. op 70-jarigen leeftijd heeft hij de republiek nogmaals gediend als gedeputeerde te velde. Hij vond weer tijd om zich aan wetenschappelijke!) arbeid te wijden en van der. tocht van Abel Tasman naar Nieuw Holland is hij een der promotors. De koffieteelt in Incië heeft hij bevorderd hij stond in correspondentie met geleerden van naam. de Royal Society in Londen be noemde hem tot haar medelid. De Witsens hadden een buitenplaats te Egmond aan den Hoef. waar Nicolaes begra ven ligt, ook Trompenburg aan den Amstel, vroeger van Cornells Tromp, behoorde hun toe. MINDER ALCOHOLGEBRUIK IN ENGELAND. De statistieken hebben uitgewezen, dat de Engelsche meer rooken, doch minder drin ken dan vroeger. Vergeleken bij 1924 is het verbruik van cigarctten in Engeland met 52 pCt. toegenomen, d.w.z. dat nu 3 sigaretten gerookt worden inplaats van 2 in 1924. eHt alcoholgebruik is sterk gedaald. In het afgeloopen jaar bedroeg de hoeveelheid ge bruikte alcohol niet meer dan één derde gedeelte van wat in 1913 geconsumeerd werd. Bier-verbruik Sn 1931 was ongeveer 100.000 gallons minder dan in 9130. Het totale bedrag aan alcohol gespendeerd ln 1931 was 295 000.000 pond, d.l. 18 mllliocn pond minder dan het vorig jaar. Bierdrinkers betaalden 73 milliocn -en de spiritualiën drinkers 36.500.000 aan het rijk. tegen 76 cn 45 mllliocn ln 1924 en 123 en 54 mlllloen ln 1921. HOE SNORKEN TE BESTRIJDEN. Snorkt uw echtgenoot(e)? Zoo ja, dan zult gij belangstellen in de volgende uitvinding, zeg'. Tit Bits. Zij bestaat in een microfoon, zooals ook in radio-studio's worden gebruikt, doch op veel kleiner schaal. Hij wordt vlak bij den schuldige opgehangen. Onbewust van zijn tegenwoordigheid slaapt hij door cn de zacht-zagende geluiden zwol len aan tot hevig gesnurk. Tot één maal hevig snurken, willen we zeggen, want on middellijk gaat de microfoon werken. Deze geeft contact en de schuldige slaper krijgt een fiksche prik. Andere methoden vervangen de prik door een lichte-n schok. In Amerika is snurken een reden tot echtscheiding. De geschetste microfoon ver schaft prachtig bewijsmiddel. Want in plaats van een prik of schok uit te deelen, stelt ze een opname-apparaat ln werking en een gramofoonplaat registreert eert nachtelijke solo. Voor mooie tanden. Als gij volmaakte tanden wilt houden, moet gij volgens een Amerikaansch expert, dagelijks twee appels gebruiken, twee bana nen, minstens één ei, vier glazen melk. si naasappelsap. sla. en twee andere groenten. Hij zegt er niet bij. wat ge daarbij moet eten om de andere llchaamsdcelen te onder houden! Een nieuwe Egyptische zender. De Egyptische regeering heeft besloten een draadloozcn omroep in het leven te roepen. In Abu-Zabal zal een groot station worden gebouwd, welks taak zal bestaan in het op vangen van de voornaamste Europeescho programma's en het. doorgeven daarvan aan een net. van kleinere riistricts-zenders. Het Egyptische nationale karakter van den om roep wordt zooveel mogelijk bewaard, door dat de regeerlng zich de controle op de pro gramma's voorbehoudt en door d£_bepal'ng, dat 55?i der aandeelen in handén van Egyp tische staatsburgers moeten zijn. Bougnton House, bij Kettering (Enge land). was ontworpen om de dagen, weken en kwartalen voor te stellen. Het huis heeft vleugels, de kwartalen van het jaar: 365 ramen, een voor eiken dag: 52 schoor - steenen. voor iedere week één: en 7 in gangen, de weekdagen voorstellende. Microfoon proef. De National Broadcasting Company heeft bij het engageerer. van een nieuwen om roeper de aardigheid om den candidaat stiel en zonder fouten de volgende zin te laten uitspreken: „The seething sea ceaseth and thus the seething sea sufficeth us". De uitspraak hiervan vereischt wel eenige tongvaardigheid. Voor Franschspreken-'en is het volgende zin netje, dat ln Frankrijk examenzin is: „Un chasseur sac'nant chasser ciiassa son cnicn de chasse dans un sachet séché.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13