HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
Van Haarlem naar Liverpool.
FILMNIEUWS.
SCHEMER IN MONTE CARLO.
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
Gezicht van het Noorder Spaarne op de stad omstreeks 1780.
Sombere en zonnige overpeinzingen van een „Kurisfmensch"
naar aanleiding van den brand van den ADRIAAN.
Des avonds, als 't verkeer vermindert,
Dan zit lk dood op mijn gemak,
Genoegelljk en ongehinderd.
Te peinzen op mijn platte dak.
CHARIVARIUS.
O. Charivarius kom te hulp! Haarlem
„staat in het teeken" van den Adriaan. Des
tijds stond Haarlem in het teeken van de
elcctrische verlichting. Onze goede St. Bavo
kreeg zijn vurige oogen. GIJ kwaamt in het
geweer met een Ruizerljm getiteld: „Mo
dern". Het heeft niet mogen baten. Ge wist
het zelf trouwens vooruit, de laatste regels
getuigen het, lk citeer:
„De groote massa vindt het prachtig,
De minderheid wordt niet gehoord.
Neen, vloek maar niet, wat zou 't U baten?
Doe wat een eerzaam burger doet,
En prijs den smaak der magistraten
Het is modern. Dus is het goed".
En het resultaat?
De minderheid ergert zich nog lederen
avondi de meerderheid, dat zijn zij, die het
doorgezet hebben en nog meer zij. die het
overgelaten hebben, kijkt er niet meer naar
en als het weer verdween, zouden zij het
niet eens missen.
Nu lk dit rijm weer eens overlees, in de
stilte van mijn kamer, en ik laat de zes
laatste coupletten ongelezen, treft mij het
weer, hoe prachtig hier de St. Bavo beschre
ven is als stadsbeeld. O, ik weet het Chariva
rius, gij hebt in 't geheel geen verstand van
Kunst. Gij verkondigt dit zelf bij iedere ge
legenheid. Maar de leek die zoo treffend de
Juiste sfeer van oen kunstwerk weergeeft, Is
m.l. een stap verder en kan dat „verstand
van kunst best missen. Die verstand heeft
van kunst kan nog wel juist van kunstgevoel
verstoken zijn, want hoe velen komen nooit
verder en in het veilig bewustzijn van hun
verstand voelen zij zich onaantastbaar. Zoo
kan het feit bestaan, dat er een categorie
z.g. kunstkenners is. die geen grein kunst
gevoel heeft. Laat ons over dit gevaarlijk on
derwerp maar niet doorgaan. Kunstgevoel,
dat is immers zoo iets vaags en wazigs? daar-
me* kan men zoo Irriteerend Interessant
doenEn daarom, als een leek tot je zegt:
„Jij hebt" verstand van kunst, nu moet jij
me je meening toch eens vertellen over.
enz enz." dan voelen we dit als de hoogste
appreciatie. Wacht eens, ze hebben daar nog
een mooier wbord voor: „Jij bent zoo'n kunst-
mensch" zeggen ze dan. dat is altijd stree-
ler.d om te hooren. aangenomen dat het niet
ironisch bedoeld is.
Als iemand U als „kunstmensch" uw opinie
vraaet over den verlichten toren, lees hem
dan enkel de eerste 8 coupletten van boven
genoemd Ruizerljm voor. Als hij voelt wat
hierin is uitgedrukt, zal hij niets verder te
vragen hebben, als hij dit niet voelt, zult ge
U verdere moeite, om 't hem duidelUk te ma
ken. gerust kunnen besparen.
Charivarius en allen die het zoo voelen,
kunnen In letterleken en in figuurlijken zin
immers wel op het dak gaat zitten", want zij
vormen de minderheid, de meerderheid heeft
daar lust noch tUd toe, 't is onzakelUk en on-
practlscli. x
En nu de Adriaan, een tweede prachtig
„accent" in Haarlem's stadsbeeld, voor welks
herstel R. P. in Haarlem's Dagblad pleitte.
Charivarius heeft van zUn dak. wUlen den
Adriaan niet kunnen zien, helaas kunnen wij.
wel zeggen. Maar mU spijt het, dat ik nooit
eens een foto heb genomen uit den korf van
den St. Bavo, waar ik zoo vaak stond te tu
ren op onze goede oude stad. Geen beter en
zuiverder kijk op een stad krijgt men, dan
van een toren af, er is geen stad, die ik be
zocht in binnen- en buitenland, die ik ook
niet van den hoogsten toren heb bekeken. Ja.
't is oen heelc klim, maar 't loont de moeite;
zelfs onder iedere weersgesteldheid. Daar
ziet men pas goed hoe prachtig Haarlem is
gelegen, hoe schoon slingert zich het Spaar
ne, hoe mooi was ook van daar die bekende
bocht „geaccentueerd", door den Adriaan.
Allen, die dit panorama gezien hebben, zul
len zeker den Adriaan terugwenschen. Op
voedend, verruimend, verhelderend en ver
rijkend is zoo'n kijk op de stad. Daar zien wij
vooral hoe mooi Haarlem eens geweest is en
tevens, hoeveel er in den loop der jaren, en
ook nog in dc laatste jaren, voorgoed bedor
ven is.
Men kan moellUk verlangen, dat onze raad.
voordat hU zUn sanctie hecht aan het stich
ten van een nieuw gebouw, den tocht naar
den korf van den St. Bavo zal maken. Maar
het ware toch te wenschen, dat men zich een
nieuw te bouwen blok eerst van boven af in
het stadsbeeld voorstelde.
Ik herinner mij de verontwaardiging over
't groote gebouw der firma Vr. en Dr. aan het
Spaarne. men demonstreerde met foto's,
(natuurlijk toen het te laat was> hoe het
r.-ooie gezicht op dezen bocht, afgesloten
$loor den S;. Bavotoren, nu voorgoed bedor
ven was, en terecht bekijk dit geval maar
eens van den toren af,- hier spreekt het nog
duidelijker. Nu zou het schijnen, alsof ik het
op bovengenoemde firma begrepen heb, ik
ontken dit; zaken zijn zaken, maar wéér is
er een nieuw blok verrezen, nu tusschen Gr.
Houtstraat en Gierstraat
Zeker, wc zijn verheugd, als 't zakenleven
in onze stad bloeit, en we zeggen trotsch:
„Haarlem wordt een groote stad", als we
tegen dat voorbeeld van degelijke en moder
ne techniek opkijken. Het plan is van te
voren van alle kanten bekeken en ik kan
zoo'n gebouw als nieuw bouwwerk waardee-
ren, maar dan als maquette, op tafel. Nu zal
men terecht zeggen: „dat is toch het beste,
meer kan men niet doen dan een maquette
maken". Natuurlijk, ik geef 't onmiddellijk
toe, maar bekijk nu ook dit geval eens van
den toren, als stadsbeeld. Men spreke niet te
veel van aanwinsten voor een stad, alvorens
men het als onderdeel van de gansche om
geving heeft bekeken!
Nu is het heel gemakkelijk theorieën over
stedenbouwkunst en stadsschoon te verkon
digen als men van meet af kan beginnen,
dat is alles theorie en staat slechts op pa
pier. Ik hoop. en meen ook al zoo iets opge
vangen te hebben, dat men in het nieuwe
Zuiderzeegebied deze theorieën, nu de ge
legenheid er is, ook in practijk zal brengen,
hier kén het. Reeds nu staan tal van lucht
foto's van dit ongerepte gebied, ter beschik
king. De nieuwste inzichten in modern ver
keer, bebouwing, te scheppen nauurschoon,
enz. enz. kunnen hier toepassing vinden, al
zal de snelle ontwikkeling deze inzichten on
getwijfeld achterhalen. Maar de gelegenheid
is eenig, want hier is geheel nieuw land ge
schapen en de verdere ontwikkeling is mach
tig interessant.
On der tusschen is het begrijpelijk, dat
velen, afgezien van hun bewondering voor
en belangstelling in dit geweldige werk, niet
enthousiast zijn. Het heeft er nog eenigen
tijd op geleken, dat dc drooglegging niet
voortgezet zou worden.
De tegenstanders hebben niet allen de
zelfde motiveering, alleen de zakelijke mo
tieven werden in de schaal gelegd, omdat
men weet. dat gevoelsmotleven in het prac-
tische leven toch moeten wijken: men
spreekt deze liever maar niet eens uit, om
dat men bang is een dwaas figuur te slaan.
Doch allen,die de Zuiderzee gekend hebben met
de onvergelijkelijk mooie, afwisselende kust
lijnen. die de Zuiderzee als deel van Hollana
liefhebben, zullen zeker diep beseffen, hoe
veel schoons hier onherstelbaar verloren
gaat.
Dit motief pleegt geen gewicht in de schaal
te leggen, éls men het al schuchter opperde,
gaf men er img een zakelijken schijn aan:
..Denk eens r Marken en Volendam, met de
kleederdrachtc.". welk een attractie voor de
vreemdelingen", 't Is de eeuwige strijd, die
toch tenslotte verloren wordt. En Urk? waar
zelden vreemdelingen komen. Urk, het
mooiste eiland van dc Zuiderzee? Eenigen
tijd geleden stond er in het Handelsblad een
geïllustreerde bespreking over de toekomst
van Urk. De burgemeester beweerde vol en
thousiasme: „dat. Urk en de Urkers hun
karakter zouden behouden, Urk blijft in
ieder geval nog aan het water liggen". Zal
Urk. dat juist door zijn isolement het karak
teristieke heeft, dat zich ook zoo sterk mani
festeert in de bevolking, dit behouden als het
een deel van het vasteland is geworden?
Burgemeester, burgemeester, herinnert gij U
niet meer. al is het nu precies 15 jaar gele
den. dat ik Uw trots en enthousiasme vaak
plagend temperde met de woorden: „wacht
maar. Edelachtbare, als Urk maar eenmaal
aan den wal is gehaald"?
Neen, dit alles gaat verloren, laten we het
zuiver inzien, tegen te houden is het tóch
niet.
Zoo Is het ook vaak met het oude steden
schoon, het is begrijpelijk, dat velen er toe
komen om eenvoudig te zeggen: „cr is al zoo
veel onherstelbaar bedorven, laat 't nu maar
gaan".
Gelukkig is er nog een vcreeniging voor
het behoud van molens en onze vcreeniging
Oud-Haarlem, zal ook wel bereid zijn het
plan tot wederopbouw van den Adriaan te
steunen. R. P. heeft dit plan zoo goed ge
propageerd. dat ik er niets aan zou willen
toevoegen om het niet te verzwakken. Allen,
die een steentje bijdragen, zullen dan later
met voldoening van het resultaat van hun
streven kunnen genieten. Wij weten, wat
wij hier hadden, 't was mooi. nóg is het niet
te laat. als 't niet hersteld wordt, moeten wij
maar afwachten wat er komt en het schoone
is dan voorgoed verloren.
Het is een verheugend feit en hoopvol voor
de toekomst, ondanks alle huidige malaise,
dat hier in Holland samengaan: een streven
om alles wat werkelijk schoon is te behouden
en een streven naar nieuwe, moderne oplos
singen. De oplossingen, die gevonden wor
den. zijn vaak zeer mooi en getuigen van
een frisschen geest. Vooral op bouwkundig
HET NOORDER SPAARNE.
Hierbij geven wij ter vergelijking een teeke-
ning van een gezicht op het Noorder Buiten
Spaarne naar de stad zooals dat omstreeks
1781 was en zooals wij het nu kennen. De
oude brug over den Kloppersingel is gebleven
alsook het Spaarne zelf. maar overigens Is
alles veranderd. Zelfs het mooie vrije ge
zicht op den St. Bavo is verloren gegaan.
gebied, gaat Holland vóór bij vele andere
landen. Vergelijk maar eens, op een interna
tionale tentoonstelling, de hoofdgebouwen
der verschillende landen. Ik durf nu wel te
voorspellen, dat op de eerstvolgende wereld
tentoonstelling in Amerika, b.v. het vooruit
strevende Italië als hoogste uiting van haar
bouwkunst zal uitkomen met de 16e eeuw-
sche Italiaansche colossaalorde! En Enge
land? We kennen het Engelsche conserva
tisme. In zekeren zin dwingt het ons vaak
bewondering af. „British made" was en is
altijd nog een otiket voor degelijkheid, maar
dat conservatisme ontaardt wel eens in een
zelfverzekerdheid, die tot een „splendid iso
lation", in minder gunstigen zin, leidt.
Ik reisde eens met een Engelsch architect,
hij had de nieuwe stadswijken in Hollana
bestudeerd en was ongewoon enthousiast
voor een Engelschman. Ons schip liep Ply
mouth binnen, waar wij een halven dag op
onthoud zouden hebben. Hij sleepte mij mee
aan land, stopte mij in een taxi en reed mij
door de nieuwe wijken van Plymouth. Hij
toonde mij al die nieuwe huizen, met altijd
weer die twee vervelende klassieke kolomme
tjes ter weerzijden van den ingang en riep ln
wanhoop uit: „zoo slapen wij hier maar rus
tig door!" Ik kon hem hierop gelukkig opge
wekt antwoorden: „Maar U bent nu tenmin
ste klaar wakker!" Ik hoop dat de goede
man niet weer Is Ingeslapen. Ja, oude. Inge
roeste begrippen zijn net als de roestige ijze
ren nagels ln oud eikenhout, je krijgt ze er
met geen mogelijkheid meer uit, als je er aan
trekt breken ze af en verwoesten nog alle
tanden van je zaag. Overdrijf ik?
Wat zegt men van de miljoenen, die pas
kortgeleden, tegen alles in, spontaan werden
aangeboden, uit particuliere bron. voor ver
sterking van land-, zee- en luchtmacht? Zou
dat nog ergens anders kunnen gebeuren dan
Ln Engeland? Ik weet wel, dit is een voor
beeld van één persoon, maar teekenend voor
het conservatisme is het toch. En wat hee.ft
dit nu alles met kunst en kunstgevoel te
maken? vraagt ge misschien. Elk volk heeft
de kunst die het verdient. Een week na dit
verheffend bericht konden we lezen van een
grootsch plan, een plan waarvan de uitvoe
ring het volgend jaar zal beginnen, een werk,
dat dertig jaar zal duren. In Engeland zal
dus in 1963 een machtig gebouw staan. We
mogen aannemen, dat het solide zal zijn en
eeuwen lang nog nadien zal getuigen van
Engelsche stijl en kunstgevoel uit de 20ste
eeuw. Dit gebouw, een kathedraal, zal te
Liverpool verrijzen, de plannen zijn al ge
reed, de architect heeft de opdracht al ge
kregen zijn naam zal genoemd worden
door de eeuwen heen. zooals die van Bra
mante. Michelangelo en alle andere bouw
meesters van den S. Pietro te Rome. Hij kan
het niet helpen, 't is onvermijdelijk. De straf
is geweldig, in evenredigheid met het gewel
dige werk. De S. Pietro, het grootste van
alle, voor den Christelijken godsdienst gestichte
monumenten beslaat 21000 M2. De kathe
draal te Liverpool zal, schrik niet lezer,
25000 M2. beslaan. Zij zal gebouwd worden
(nu komt het) in Italiaansche Laat-renais-
sanc<5 stijl, met Corinthische colossaalorde!
Dat geheel natuurlijk bekroond door een
koepel, ook ln stijl van den S. Pietro, ja,
maar. dit moet U vooral bedenken: veel
hooger!
Het was een kort bericht, maar veelzeg
gend. Ik vertrouw dat het nu iets duidelijker
tot U spreekt. In het laatst van de 20ste Eeuw
zal men niet meer naar Rome behoeven te
reizen om Italiaansche 16de Eeuwsche bouw
kunst te bestudeeren, men behoeft slechts
naar Liverpool te gaan.
Ik voel niets voor chauvinisme, maar wij
kunnen toch dankbaar zijn en hoopvol ge
stemd, dat zulke dingen in Holland toch niet
meer mogelijk zijn en we later, in betere
tijden, niet zullen behoeven te kijken naar
een monument, dat wij In een periode van
malaise opgericht hebben en als een onver
gankelijk symbool van geestelijke malaise
zal blijven getuigen.
In Holland waait de wind tenminste frisch,
de donkere wolken zal hil wel eens wegjagen
en als dan de zon weer schijnt, over alle men
schen in d<*zè lage landen, dan zijn wij de
donkere tijden weer SDoedig vergeten en
worden er liefst door niets meer aan her
innerd.
SCARABAEUS.
GRETA GARBO.
Greta. Garbo (Greta Gustafsson)wier
loopbaan als het verhaal uLt een sprookjes
boek is, kwam van Zweden naar de Vereen!-
de Staten, als een onbekende. Haar opkomen
tot ster is een van de allersnelste en mis
schien ook wel een van de meest romanti
sche, in de geschiedenis der filmindustrie.
Drie films waren voldoende om haar tot een
van de meest geliefde favorieten te maken
Hoe die plek er nu uitziet.
De straat, de menschen, de boomen en de
bloemen beginnen naar de rust van den ko
menden nacht te neigen. De dag is gedaan,
de menschen gaan naar huis door het late
licht, waarin nog een zweem van het felle
goud van de overvloedige zonnestralen van
den ganschen dag lijkt te zijn blijven han
gen, en ze zijn als machines, die bijna af-
geloopen zijn Ze loopen niet meer vlug en
veerkrachtig, ze drentelen langzaam, stap
voor luien stap, en in hun oogen is alvast de
droom van den avond. Ze blijven, wat teeder-
der van stemming, staan voor een ding, dat
zij op den nuchteren dag voorbijgegaan zou
den zijn; een zich sierlijk over de straat rek
kende poes, de overdadige, zwoel lila neer
hangende cikke trossen van een blauwen re
gen. Ze zien de wereld met andere oogen
aan, aan toen ze vanochtend opstonden in
net helle licht van den morgen; ze dempen
van zelf hun stemmen, die, warmer van toon
en intiemer var. klank, al met het warme
duister van den Zuidelijken nacht vol gewor
den lijken.
Diep onder mij stilletjes, niet op en niet
omkijkend, drentelt een vrouw, een meisje.
Een rood mutsje gloeit warm in de licht
grijze su&at. onder haar armelijke, wat zie
lige beige jasje stappen haar te magere bee-
nen met de onzekere, een schromelijk ge
brek aan gevoel van eigenwaarde uitdruk
kende stappen van een vrouw, aan wie de
menschheid het eens en vooral duidelijk
heeft gemaakt, dat leelijkheid iets is, dat de
wereld desnoods nog vergeven kan, maar dat
gebrek aan charme een zonde is, waarvoor ze
haar heele leven lang zal moeten boeten. Ze
wacht, kennelijk. Ze wacht al heel lang, al
wel een half uur. Op wie wacht, ze zoo lang?
Wie is het, die haar zoo lang, zoo onaardig,
zoo onbeleefd lang laat wachten? Op wie is
het. dat ze met zoo'n trouw, zoo'n geduld,
zoo'n toewijding wacht? Men komt in deze
wereld helaas gewoonlijk gejukkiger uit. als
men anderen goed op zich kan laten wachten
dan als men zelf met liefde en overgave
wacht
Er komen wat menschen voorbij. Een knap
pe jongen in een witte broek en met een hel
blauw overhemd aan komt bijna dansend de
straat af. Hoewel hij haar slechts op den rug
hee'ft gezien, tracht hij nog niet eens een
glimp van haar gezicht beet te krijgen. Een
werkman komt haar tegen, als ze haar twin
tig meter weer terugdrentelt. Zijn blik glijdt
over haar, en blijft geboeid aan den begroei
den muur boven haar hoofd hangen. Een ach
teruitrijdende auto rijdt bijna tegen haar op.
De bestuurder steekt verschrikt zijn hoofd
uit het raam naar de vrouwenfiguur, die zoo
haastig opzij sprong en maakt, haar ziende,
zijn excuses als tegen een ouden heer.
Steeds dieper valt het duister. Hoog op de
huizen rest nog een laatste restje goudglans,
de geluiden van de voetstappen, de flarden
gepraat, zijn als geen deel meer van het da-
gelijksch leven, maar losse klanken in de
stilte van den nacht. Het roode mutsje, nog
heel diep en dof gloeiend, drentelt nog steeds
geduldig op en neer. Een uur! Een uur lang
al! z
Wie doet dat nu? Een uur wachten! Laat
een uur wachten, maar wacht niet zelf!
De lantaarns flitsen aan. hoog boven de
straat, en in hun vreemd licht staan de hui
zen van Monte Carlo als onwerkelijke, door
kunstlicht beschenen coulissen op een mo
dern tooneel. Een zwarte, luguberecypres rijst
zwijgend er tusschen omhoog.
En nog loopt ze er, met onverminderd ge
duld. Een kellner met een groot wit voor
schoot aan, kijkt haar verbaasd na. Ander
half uur heeft ze gewacht. Als ze het einde
lijk opgeeft, is het of ze zich uit de voeten
maakt voor haar eigen schande. Haar voet
stappen zijn schuw. Een hond, die niet weet,
wat hij doet. blaft haar na.
En in de straat valt steeds dieper de sche
mering. De huizen hebben als slapende ge
zichten hun zielen weggesloten achter hun
oogleden. Geen blind is er meer open. Het
leven heeft zich er ruste gelegd, de genadige
nacht heeft voor een paar uur alle mensche-
lijk leed en vreugde tot zich genomen en er
vergetelheid voor in de plaats gegeven.
Het is zoo stil, zoo stil! Een ster staat heel
ver weg te pinkelen, de zee ruischt kalm en -
gestaag. Een trein puft moe, langs. Ver weg
gonst soms een auto. Maar hoewel het nog
vroeg is, en nog lang geen nacht, heerscht de
nacht toch in de wonderlijke stad Monte
Carlo, die overdag zoo koel en zoo onaange
daan lijkt. Het duister weet beter. Het eerst,
het allereerst van alles komt hij hier, en hult
die trotsche, bleeke huizen, waarin zich zoo
veel menschen verbergen, door wier oogen een
gebroken ziel naar buiten kijkt, in zijn war
me, zachte mantel.
De nacht Is nergens mededoogender dan
hier in Monte Carlo, als hij komt, vroeg, en
alles bedekt. Alles.
W. T.
va% het publiek, die zelfs in hooger aanzien
stond, dan de in de Verecnigde Staten ge
boren acteurs en actrices
Miss Garbo's persoonlijke bekoring werd
van den beginne af nog vermeerderd door
haar absolute afzijdigheid van alles wat naar
reclame zweemde, door absoluut niet over
zich zelf te willen spreken. iets, wat in
Hollywood nu niet direct eiken dag voorkomt.
„Ik ben geboren in een huis: ik ben opge
groeid als leder ander en ik ging niet graag
naar school", was haar antwoord aan een in
terviewer, die iets wilde weten uit haar kin
derjaren.
Tot haar zestiende jaar was de cenige aan
raking, die zij met de wereld van amusement
had, een enkele keer eens naar het theater
te gaan en veel bezoeken aan bioscopen. Teen
maakte zij kennis met een acteur, die haar
voorstelde aan den nu gestorven Franz Envall
een vooraanstaande persoonlijkheid in de
Scandinavische theaterwereld. Hij moedigde
haar aan en stelde voor zich te laten in
schrijven aan de tooneelschool, die verbonden
was aan het Koninklijke Theater ln Stock
holm.
Dit instituut, dat een rijkssubsidie geniet,
neemt slechts den leerlingen aan. wanneer
zij een proef hebben afgelegd voor een com
missie van twintig leden, bestaande uit leer
aren van de school, recensenten en vooraan
staande personen uit de tooneelweTeld. Na
een half jaar voorstudie, deed Miss Garbo
examen, met het gevolg dat zij werd toege
laten.
Toen zij in haar derde studie-jaar was. ver
telde de nu overleden Zweedsche filmregis
seur Mauri tz Stiller aan een van de leeraren
dat hij op zoek was naar menschen met aan
leg voor de film. De Zweedsche filmindustrie
was zich aan 't uitbreiden en hij zocht voor
de eerstvolgende door hem te maken film een
of twee zeer karakteristieke types. Op aan
raden van haar leermeester, ging Greta
Garbo Stiller toen opzoeken. Dit onderhoud
was van zeer groote beteckenis voor haal
verdere loopbaan. Nadat er eenige proeven
genomen waren, die uitwezen, dat zij photo-
geniek was. werd haar de hoofdrol toegewe
zen in Gösta Berling. De film werd een groot
sucoes in Europa, maar zooals de meeste films
van dien tijd, die in Europa gemaakt werden,
drong dit succes niet tot in Amerika door.
Het was terwijl Miss Garbo was „uitge
leend" aan de Ufa om op te treden in Die
Freudlose Gasse, (De Hol'.andsche titel was
Stervend Weenen). dat zij met Stiller in
Berlijn een onderhoud had met Louis B.
Mayer, vice-president van de destijds pas op
gerichte Metro Goldwyn Mayer. Het was
Mayer te deen om een contract te krijgen
met Stiller, doch deze wilde niet naar Amerika
gaan. wanneer niet tevens aan Greta Garbo
een kans gegeven werd en om Stiller te
krijgen, werd Greta Garbo dus maar „op
den koop toe genomen". Heel eigenaardig en
misschien ook wel tragisch is het dat, terwijl
Stiller een absolute mislukking bleek te zijn
en naar Zweden terugkeerde. Greta Garbo een
ster van de allereerste grootte is geworden.
Nog voordat zij haar eerste Amerikaansche
film geheel beëindigd had, (The Torrent, Ned.
titel „De stortvloed") werd haar door de
Metro Goldwyn Mayer een langdurig contract
aangeboden, en toen zij The Temptress ge
maakt had. (regie Fred Niblo. Hol!, titel
Een fatale vrouw) en daarna Flesh and the
Devil, waarin zij optrad met John Gilbert
en Lars Hanson, (reg. Clarence Brown. Holl.
titel „Zwakheid, uw naam is Vrouw") was zij
reeds door het publick als een der aller
grootsten erkend, dus niet door de firma ge-
Onder de latere films zijn Anna Karenona
en A Woman of Affaii-s (Een vrouw van eer),
waarin zij met John Gilbert optrad. The Di
vine Woman (Liefdes Zegepraal) Wild Orchids
(Wilde Orchideeën), The Single Standard
(Om het kind), The Mysterieus Lady (De
Spionne)
Haar eerste sprekende film was „Anna
Christie", waarvan in Holland de Duitsch-
sprekende versie werd vertoond. Later werd uit
gebracht „Romance" en „Inspiration", beide
Èngelsch sprekend, terwijl in het komend,
seizoen de vertooningen kunnen worden te
gemoet gezien van „Susan Len ox" en „Mata
Haal", waarin zij samenspeelt met Ramon
Novarro en „Menschen in het Hotel" waarin
behalve Greta Garbo optreden Joan Craw
ford, John en Lionel Banrymore, Wallace
Beery, Lewis Stone en vele andere bekende
acteurs.
Dor othy Farnum, seen a rio-schrij fs tar va.n
Metro Goldwyn Mayer, die diverse scenario's
voor de Garbo-fllms bewerkt heeft, zegt van
haar: ..Zij was en is mag steeds een puzzle
voor Hollywood. Zij werd somtijds aangezien
voor een geraffineerd type, doch zij is zoo
eenvoudig als een kind en schept vermaak
in de meest eenvoudige dingen. Zij houdt er
van lange wandelingen te maken. Zij is ner
veus. maar toch tegelijkertijd weer kalm en
teruggetrokken".
BUSTER KBATON EN ZIJN HOND.
Buster Keaton heeft er genoeg van beloo-
r.ingen te geven voor het terugbrengen van
zijn hond Elmer, die regelmatig wegloopt.
Om „eerlijke vinders" te ontmoedigen, heef.
hij Elmer een grooten halsband gegeven,
waarop staat: „Laat. dezen hond maar met
rust, hij komt vanzelf wel thuis!"