OP SLOTENBURC
MANSHOLT,
i den landbouw,
i buitenlandschen
IR. TH. J.
inspecteur
hoofd van den
landbouwvoorlichtingsdicnst
belast met de waarneming van
de functie van directeur-gene
raal van den landbouw.
DE EERSTE RECEPTIE VAN DIT SEIZOEN OP BUCKINGHAM PALACE TE
LONDEN is deze weck gehouden. Twee bezoeksters dooden. terwijl zij met haar auto
in de file voor het paleis wachten om toegelaten te worden, den tijd met een spelletje
triktrak.
DE ZUIDERZEEWERKEN NABIJ DEN OEVER GEZIEN VANUIT DE LUCHT. - Deze werken welke in het middelpunt dec
belangstelling staan van de geheele Nederlandsehc bevolking onder vinden ook van buitenlandsche zijde veel interesse.
NOU, TABEH DAN! Het motorschip
„Johan van Oldenbarnevelt" van de Mij.
„Nederland" vertrok Vrijdag voor een
Pinksterreis van Amsterdam naar Oslo.
Ongeveer 1100 personen maken de reis
mede. Het vertrek uit de hoofdstad.
VRIJDAG WAS ER PERSRONDGANG op de Ir
»che tentoonstelling In het Westbroekpark te 1
Haag, welke heden geopend Is.
CALVIN COOLIDGE
VISCHT. - De oud-pre
•ident der Verecnigde Staten,
Calvin Coolidge, tijdens een
vischpartij
DE OPBOUW
VAN HET STU
DENTENTO
NEEL op het ter
rein van het Pa
leis voor Volksvlijt
voor de opvoering
S.P.Q.R. ter gele
genheid van het
300-jarig bestaan
van de Amster-
damsche Universl- telt
NA DE JONGSTE ONGEREGELDHEDEN IN
DEN DUITSCHEN RIJKSDAG moesten allen, die in
het gebouw aanwezig waren, hun legitimatiebewijs
toonen, zoodat de afgevaardigden, wie dit bewijs was
afgenomen, aangehouden konden worden.
FEUILLETON
door
THéRiSE VAN ARENDSBERG.
1)
HOOFDSTUK I.
Er was geen ontkomen aan; het moest ge-
Bch leden.
't Baatte niets, or zij zich zelve al poosde
te overtuigen, dat zij liet toch niet zou uit
houden op een afgelegen buiten, alleen met,
twee oude menschen; dat haar vader net
nooit zou hebben goedgekeurd, dat zijne af
god In betrekking zou gaan: haar voogd had
haar immers met ijzige kalmte toegevoegd,
dat zij, jong en gezond als zij was. geen
lastpost voor hare familie mocht worden en
dat zij, nu haar jzoo'n zeldzaam voordeelige
positie werd aangeboden, deze gelegenheid
met beide handen moest aannemen.
't Was een ontzettende slag geweest voor
zijne belde kinderen, toen Dr, Howard,
leeïaar aan 't gymnasium te Beverloo, zoo
plotseling in de "kracht des levens was weg
gerukt. De geheele stad deelde in hunnen
rouw. en ofschoon sympathie de smart bij
een geleden verlies niet vermindert, deed het
don achterblijvenden toch weldadig aan, die
in zoo ruime mate te ondervinden.
Den laats ten dag van zijn leven had Dr.
Howard nog zijn gewone lessen gegeven, hoe
zwaar het hem ook viel, vooral daar de jon
gens dor hoogste klasse moeilijk waren in
toom te houden, en hij door zijne zwakke
gezondheid niet altijd voldoende de orde kon
fcandhaven. Die gezonde bengels beseften het
kostte om met de noodige opgewektheid zijn
plicht te vervullen. Want al had zelfs de
kundigste professor hem niet zoo'n spoedig
einde kunnen voorspellen, zoo was het toch
geconstateerd, dat Dr. Howard aan een hart
kwaal leed, en Iedere Inspanning hem zwaar
viel, terwijl daarbij de zekerheid, dat hij zijn
kinderen niet voldoende verzorgd kon achter
laten, hem menigen slapeloozen nacht be
zorgde.
Het einde kwam ontzettend onverwacht.
Om half acht bracht zijne dochter hem, als
naar gewbonte, zijn kopje thee boven, waar
hij rustig zat te werken, en toen zij een half
uur later weder naar haar vader toeging,
vond ze hem liggen, voorover op tafel, met
blauwe lippen en gezwollen aderen. Haar
luide gil bracht in een ondeelbaar oogenblik
haar broeder en de oude getrouwe dienst
bode beiden boven. De kinderen beseften het
niet, maar de bejaarde Betje, die reeds aan
zoo menig sterfbed had gestaan, zag met één
oogopslag, dat hier geen hulp meer iets ver
mocht. Zij zeide Edmond. dat hij onmiddel
lijk den dokter moest halen en poogde mid
delerwijl geholpen door Ellen, de kleederen
van den bewustelooze los te maken, en hem
op de sofa neder te leggen.
Noch altijd geloofde het jonge meisje, dat
haar vader slechts eene flauwte had. zij
trachtte hem eenige droppels wijn in den
mond te gieten, en waschte zijne slapen met-
eau de cologne, alles tevergeefs en toen ein
delijk de dokter met Edmond medekwam.
en hij den lijder onderzocht had, waren dan
ook zijne eerste woorden:
„Arme kinderen, ik mag u niet vleien: hier
sta ik even machteloos als gij. Uw goede
Vader is aan het einde van zijn lijden ge
komen".
Met droge oogen stond Ellen aan te zien
hoe de 17-jarige Edmond zich op zijns va
ders lijk wierp, en in snikken losbarstte, ter
wijl hij zich zelf verweet, dat hij juist dezen
avunu iiicii, zuuais .A.J ctiiu-cis meeouii a'.cu,
boven had zitten werken. Het. jonge meisje
stond als wezenloos; kalm en beredeneerd als
zij was. tengevolge van hare moederlooze
jeugd, doorzag zij met één blik hunne duis
tere toekomst; zonder fortuin, zonder bloed
verwanten, op wie ze konden steunen, en
geen van beiden nog in staat hun brood te
verdienen. Zij zelf zou in 't aanstaande
voorjaar haar examen als onderwijzeres
doen, en Edmond, die van zijne jeugd af ge-
wenscht had dokter te worden, zat nu in de
5e klasse van 't gymnasum. Eén oogenblik
had aan al die illusies den bodem ingesla
gen, en maakte hen tot hulpelooze, onver
zorgde weeze'n.
En thans was alles voorbij.
Dr. Howard, die zich van zijn toestand be
wust was, had per testament een vriend van
zijne jeugd, den heer Hofman, predikant te
Heilo, tot voogd zijner kinderen benoemd;
een man van onkreukbare trouw, maar te
vens van plichtsbetrachting. Bij het testa
ment was ook een brief gevoegd aan den
heer Hofman, waarin Dr. Howard hem drin
gend vroeg om de voogdij te aanvaarden, en
het kleine kapitaaltje, dat hij zijnen kinde
ren kon nalaten, zoo goed mogelijk te admi-
nistreeren. Hij hoopte, voegde hij er aan toe,
dat hem het leven zou worden gelaten, tot
dat zijne kinderen in hun eigen onderhoud
zouden kunnen voorzien, maar, indien het
anders over hem was beschikt, zoo restte
hem niets dan hen aan zijne vrienden aan
te bevelen.
Dadelijk na de begrafenis vroeg Jhr. Van
Havelt, burgemeester van Beverloo, die al
tijd een oprecht vriend van Dr. Howard ge
weest was, aan dominee Hofman, of hij het
goed vond. dat de twee kinderen, (want veel
meer dan kinderen waren ze niet) voorloopig
bij hem in huis kwamen; zij konden toch
niet samen ln die thans eenzame woning
blijven, en hij zou dan trachten, voor Ellen
moest natuurlijk tot zijn eindexamen, over
anderhalf jaar, te Beverloo blijven, en men
zou dan later beslissen, hoe hij de aange
leerde kennis zoo spoedig mogelijk produc
tief kon maken.
De heer Hofman vond dit alles natuurlijk
uitstekend, en roemde zeer het edelmoedig
aanbod van de familie Van Havelt. In naam
van zijn overleden vriend nam hij dan ook
dankbaar het aanbod aan, om Edmond die
achttien maanden te huisvesten; maar wat
Ellen betrof, die moest volgens zijn oordeel
zoo spoedig mogelijk in betrekking gaan.
En nu na twee maanden was er eene be
trekking gevonden, en stond Ellen op het
punt haar eigen brood te gaan verdienen.
Geheel toevallig, ontmoette Jhr. Van Havelt
op een dag, waarop hij voor zaken in Utrecht
moest zijn, zijn vroegeren vriend en collega
Van Raven, die thans op een klein dorpje in
den Gelderschen achterhoek woonde. Hij
was daar als jongmensch op de secretarie
gekomen, en later tot burgemeester benoemd,
was hij getrouwd met de schatrijke Emilie
va nSioten, de eenige dochter van den eige
naar van het oude kasteel Slotenburg op ee"n
klein kwartier afstands van Aalheim gele
gen.
Van Raven vertelde nu aan zijn vroegeren
academievriend, dat hij na een huwelijk van
slechts anderhalf jaar. zijne vrouw had ver
loren kort na de geboorte van hun dochter
tje, en dat zijne schoonouders na dien tijd.
schier wanhopend van droefheid, totaal alle
levenslust en opgewektheid misten. Hij had
hen daarom weten over te halen een jong
meisje van goeden huize als gezelschapsjuf
frouw aan te nemen. Indien Van Havelt nu
dacht, dat juffrouw Howard er' toe geschikt
was, dan was hij. Van Raven, bereid de on
derhandelingen te beginnen. Zijne schoon
ouders wilden een ruim salaris geven, f 1500
per jaar, meende hij, daar zij beseften, dat
het wonen op een eenzaam kasteel, bij twee
oi/ü icicuut iiicnacuen, voor een
jong meisje geen opwekkend bestaan zoudq
zijn.
Van Havelt antwoordde hierop, dat Ellen
Howard voor een meisje van twintig jaren
zeer verstandig en beredeneerd was, dat hij
en zijne vrouw het een allerliefst persoontje
vonden, en dat hij niet twijfelde of zij zou,
in de noodzakelijkheid van haar eigen brood
te verdienen, zeer gaarne met de oudelui Van
Sloten in onderhandeling willen treden.
Drie weken later was alles geregeld, Ellen
had van alles en van allen afscheid geno
men, en de laatste avond voor haar vertreK
was daar.
Zij had 's middags met Edmond het kerk
hof bezocht en was nedergeknield op het
graf van haren vader, om zijn zegen af te
smeeke'n op haar verderen levensweg. Zij
zag ontzettend op tegen haar nieuwen werk
kring; hoe zou zij allen missen, die zij van
hare geboorte af aan had lief gehad; hare
studiën, die haar zoo dierbaar waren, zou
ze moeten opgeven, en niets daarvoor ln de
plaats krijgen, dan den omgang met twee
oude, misschien lastige en egoiste menschen,
naar wier pijpen zij den heelen dag zou moe
ten dansen. Zij had zich zoo'n geheel indere
toekomst gedroomd; zij had gehoopt eenmaal
leerares te worden in de Nederlandsche taal
en letterkunde, ze had zoo'n lust er diep in
door te dringen. Heele dageh en halve nach
ten te blokken, daar had ze moed toe, nief
tot zulk een geestdoodend bestaan.
(Wordt vervolgd)'.