OP SLOTENBURC
ASPERGES MOOI EN BLANK. - G«durendt <Wn
tijd van het jaar vraagt de asperge-oogst de aandacht.
Deze bijzondere groentensoort kan zich vooral de laatste
jaren in meer belangstelling verhengen. De asperge-teelt
wordt op verschillende plaatsen in ons land beoefend
en vooral het land van Bergen op Zoom is om zijn asper
ges bekend.
EMIR FEISAL heeft Woens
dag een bezoek gebracht aan
de Indische Tentoonstelling in
het Westbroekpark te Den
Haag, Tijdens de rondwan
deling over het terrein.
DE WERKZAAMHEDEN
DE ACTRICE NEL STANTS heeft Woensdagavond te AAN DE BERLAGEBRUG
Amsterdam afscheid genomen van het Amsterdamsche TE AMSTERDAM, welke
publiek met de opvoering van de „Gardeluitenant" binnenkort in gebruik zal wor-
van Molnar. den gesteld, zijn bijna voltooid.
ALS 'T KERMIS IS, als 't kermis is in het land Walcheren.
De Zeeuwsche boerinnetjes vermaken zich best
HET FRAAIE ZOMERWEER DER LAATSTE DAGEN, he eft aanleiding gegeven tot een druk bezoek aan de bad
plaatsen. Het strand te Scheveningen vertoonde reeds het echte seizoen-aspect, dat aan elke badplaats eigen is.
EEN ZWARE BRAND heeft de bekende Arendonk's Lederfabrie*
ken te Tilburg geteisterd. Dank zij het kranig optreden der
brandweer konden de nieuwe fabrieken der firma worden behouden.
FEUILLETON
door
THéRèSE VAN ARENDSBERG.
Den volgenden morgen om half acht stond
Ellen op. kleedde zich en ging toen naar be
neden op verkenning uit. Ze had vergeten te
vragen, hoe laat er ontbeten werd en waar.
en besloot daarom maar een kijkje m de eet
kamer te gaan nemen. De oude heer was er
al, verdiept in de brieven, die de post hem
gebracht had.
„Ren Je daar al Ellen", zeide hij opgewekt,
toen hij de tengere zwarte gedaante zag bin
nenkomen, „van jou zullen we een flink bui
tenmeisje maken, dat zal je eens zien Me
vrouw blijft gewoonlijk wat langer liggen en
ik ontbijt altijd alleen; gij begrijpt dus, dat
het voor mij eene heele aanwinst zal wezen,
200 we het voortaan samen zullen doen".
Ellen had een haakwerk medegebracht, en
bleef, nadat de heet des huizes naar zijn
eigen kamer was gegaan, op de komst van
mevrouw wachten, hielp toen ook deze, en
bleef daarna nog wat zitten praten, om
op de hoogte te komen van wat men eigen
lijk van haar eischte.
„Vandaag moet je, dunkt me. de morgen
uren maar besteden, met je koffers uit te
pakken, en alles te regelen", zelde mevrouw,
„dan kunnen we na de koffie samen een rij
toer maken; het weder ziet er heden veel
beter uit".
Teeen een uur of elf, terwijl Ellen druk be
zig was hare kasten in orde te brengen, hoort
ee op de trap het getrippel van kindervoetjes
terwijl een lief stemmetje roept-:
Ellen doet haastig de deur van haar kamer
open, en ziet dan voor zich het allerliefste
blonde kind. dat gisteren in het voorbijrij
den al zoo hare aandacht trok.
„Dag Meta", zelde ze, haar als eene oude
bekende begroetend, „kom je mij eens ver
welkomen? dat vind ik lief van je".
„Ja Missie", antwoordde het kleine ding,
„ik vroeg aan Juf of Grietje mij even naar
Grootma brengen mocht, ik verlangde zoo
u te zien, want ik hoorde, dat u nog zoo jong
zijt, u zult dus veel beter met mij kunnen
spelen, dan mijn oude saaie Juf".
.Misschien wel", lachte Ellen, „ik speel al
thans heel graag met kleine meisjes, blijf
jij mij nu even helpen, dan zullen we zien.
als ik hiermede klaar ben, wat we met ons
beidjes gaan doen".
Toen ze bij twaalven samen de trap afgin
gen, riep Meta uit de verte mevrouw Van
Sloten al toe:
„Oma, mag ik blijven koffiedrinken? Dan
zal Missie mij straks wel tehuis brengen".
„Dat kan niet, lieveling", zeide mevrouw
Van Sloten, want na de koffie gaat juffrouw
Howard een uurtje met mij rijden; ge weet
wel, Meta, Grootma moet bij goed weder alle
dag even in de lucht.
.Maar Oma", vleide het kleine ding, „neem
mij dan ook mee, en dan kan Missie mij later
nog wel thuis brengen; mag ik het Grietje
even gaan zeggen? Pa is toch niet tehuis, en
met Juf alleen is het zoo saai".
„Als u het goed vindt mevrouw, wil ik Meta
straks heel graag weg brengen", waagde El
len zich thans in het gesprek, „zoo'n frissche
wandeling vind ik heerlijk".
Dientengevolge werd Grietje naar huis ge
zonden. met de boodschap, dat juffrouw Ho
ward, tegen drie uur. Meta zou terugbrengen,
waarop het. kleine meisje opgetogen naar
haar Grootvader vloog, om hem deelgenoot
te maken van haar gelukkig nieuws.
Ellen Howard genoo* zeer op het rij toertje.
v.-. „.„11 u.^icilic o.«1 u« eu terug uoox
de prachtige bosschen, die Aalhem omgeven.
Het was een mooie winterdag; de zon
scheen zoo schitterend op de versch gevallen
sneeuw, en de pijnboomen waren daardoor
fantastisch schoon. Was het dan wonder, dat
het jonge meisje verrukt over zooveel natuur
schoon sprakeloos voor zich zag, en Meta en
hare Grootmama met hun tweetjes het ge
sprek gaande hielden?
Toen zij tehuis kwamen, ging mevrouw
nog even een zieke vrouw in de onmiddellijke
nabijheid van het kasteel bezoeken, en stap
te juffrouw Howard met Meta den grindweg
op, naar het dorp. De mond van het kleine
ding stond geen oogenblik stil, zij was zoo
ingenomen met hare nieuwe vriendin, dat
zij deze inwijdde In al hare geheimen en eer
een van beiden er aan dachten waren zij al
aan het huis van den burgemeester geko
men. Ellen wilde aan de deur teruggaan,
doch Meta hield niet op, of Missie moest hare
Juf ook eens zien, en daar de heer des hui
zes toch niet tehuis was, en het wellicht be
leefder was aan deze uitnoodiging gevolg te
geven, stapte Ellen mee naar binnen.
Meta holde vooruit de kamer in, met de
woorden:
„Juf, hier is nu de Miss van Grootma, kijk
eens hoe jong ze nog is, bijna een speelmak
kertje voor mij". Dan in eens met blijde ver
rassing haar blik ln de achterkamer slaan
de: .Raatje is u ook al terug, kom ook eens
naar Missie zien".
Ellen was verbaasd en tegelijk geschrok
ken, toen zij den heer Van Raven zag staan:
.Mag ik u wel mijne exuees aanbieden
mijnheer Van Raven, zeide het jonge meisje
eenigszins verlegen, ik meende van Meta ge
hoord te hebben, dat u heden afwezig waart,
en uw dochtertje wilde zoo gaarne, dat ik
hare Juf zou leeren kennen".
„Het is mij integendeel zeer aangenaam
u te ontmoeten, juffrouw Howard", zelde de
heer Van Raven, bijzonder vriendelijk. Ik heb
aoor mijn vriend Van iiaveli al zooveel van
u gehoord, en het was Juist mijn plan mor
gen eens naar Slotenburg te wandelen, om u
te danken, dat u de moeilijke betrekking op
u hebt willen nemen, mijn zoo eenzaam le
vende schoonouders, wat gezelligheid te ver
schaffen".
Ellen zag den spreker aan, terwijl hij het
woord tot haar richtte. Zijn woorden waren
geheel in overeenstemming met zijn uiter
lijk, deftig, waardig en afgemeten. Men kon
het den heer Van Raven aanzien, dat een
groote smart zijn leven reeds had verduis
terd, en dat die wonde nog niet gesloten was
Hij was iemand, die ontzag Inboezemde, al
thans Ellen gevoelde zich tegenover hem veel
kleiner, dan wanneer zij tot haren bejaarden
meester sprak. Zij besloot dan ook haar be
zoek spoedig af te breken en zelde opstaan
de:
„Als u het mi| vergunt, wil ik maar spoedig
weder terug wandelen, 't Wordt al zoo vroeg
donker in dit seizoen. Dag Meta, tot weder-
ziens".
„Mag ik een klein eind met u medegaan",
zeide de burgemeester, „nu ik vroeger ben
tehuisgekomen dan ik aanvankelijk mogelijk
geloofde, wil ik nog even op het raadhuis
aanloopen". En dan tot Meta: „Kindje, zeg
nu je nieuwe vriendin maar goeden dag, en
vraag juffrouw Howard of zij Je eens dik
wijls komt halen om te spelen".
Toen zij buiten kwamen, begon de heer
Van Raven al dadelijk met Ellen te spreken
over het groote verdriet van zijn leven, het
verlies van zijne vrouw. „Zij w.as zoo'n innig
lief vrouwtje", zeide hij. .jiiet alleen mijn af
god en die harer ouders, maar ook van 't
geheele dorp. Van 't eert'e oogenblik af. dat
ik haar zag. was ik dood<$ijk verliefd op haar
maar 't kostte me heel wat moeite om haar
te veroveren. U begrijpt, zij was eenig kind.
daarbij schatrijk en pas achttien jaar: maar
EmDle hield veel van mij en rij Miwü moe
dig en volhardend aan mfjne zijde, tegen
ouuemjK eg^Laine en adviirou»; eindelijk, na
een Jaar volhouden, gaven hare ouders toe.
En innig gelukkig zijn we geweest, dat ver
zeker ik u, vooral toen een jaar later onze
lieve Meta geboren werd. scheen het ons toe
of we niets meer te wenschen hadden Helaas
hoe kort duurde dat geluk; mijne lieve vrouw
werd aangetast door het roodvonk, dat toen
hier epidemisch heerschte, en overleed bin
nen eenige dagen. U begrijpt, hoe eenzaam
mijn leven sedert dien tijd ls; ik heb goede
dienstboden, eene brave juffrouw. mijne
schoonouders zijn allerliefst voor mij, maar
mijn tehuis is mij zoo ledig, als ik telkens
na eenige dagen afwezigheid er ln terugkeer
en toch ik heb nog niet kunnen besluiten
Emilie's plaats door eene andere te doen In
nemen.
.Re wist ten dcelc uwe lijdensgeschiedenis
door de Van Havelts", zeide Ellen gevoelvol,
„en ik begrijp, hoe ontzettend eenzaam u
zichzelf gevoelt vooral op een klein dorp.
Hebt u geen zuster, die uwe hulshouding kan
waarnemen?"
„Geen enkele", antwoorde Van Raven, „lk
heb niets dan twee broeders. Ik verheug me
nu maar op den tijd, dat Meta volwassen zal
zijn, om mijne hulp te wezen Maar wie weet
hoe kort ik dat geluk zal hebben, wellicht
trouwt ook zij vóór haar twintigste Jaar,
evenals hare moeder!"
„Ja wie weet", schertste Ellen, „dat zou
nog zoo onmogelijk niet zijn. Maar. burge
meester, moet u werkelijk zoo ver dezen kant
uit; derangeer u anders, niet om mij, lk kan
heusch best alleen mijn weg vervolgen".
„Ik zou gaarne u tot Slotenburg vergezel
len", hernam de heer Van Raven, „want ik
heb de oudelui in verscheiden dagen niet ge
zien. maar 't is waar lk zou nog even op het
raadhuis aanloopen, indien u het dus Inder
daad niet onbeleefd vindt, keer lk maar te
rug. Tot wederzien* dan. Juffrouw Howard,
en nogmaals dank voor mfjn dochtart^oC
CWon* verrcdj«e% J