De vrouw in de XXe eeuw. H.D. VERTELLING HOE ONZE VOOROUDERS ATEN. ten halve eeuw zorg voor het Jonge Meisje. „Men kent onze Vereeniging te weinig, en dat is jammer voor ons werk, dat toch zoo noodig is", zei mevrouw van RomondtVis, de presidente van de „Nederlandsche Vereeni ging ter Behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes", welke eind Juni haar 50-jarig bestaan herdenkt, en helaas nog niet kan worden gemist. Een halve eeuw zorg voor het jonge meisje, in hoofdzaak preventief werk. om te voorkomen, dat de onervarene, wie het leven lokt, die jong en levenslustig vol verlangen en jonge droomen het leven Ingaat, verstrilft raakt in de netten, welke voor haar worden uitgezet, om haar jeugdige bekoring te misbruiken voor minderwaardi ge doeleinden. Arbeid in de 19e eeuw op christelijken grondslag aangevangen, als het ware voortvloeiende uit den strijd, door Jose phine Butler begonnen, en thans in de 20e eeuw voortgezet, terwijl steeds nieuwe lijnen worden gezocht, om ook het meisje van de 20e eeuw te kunnen beschermen. Daartoe is het gewenscht, dat het kind, dat nog niet rijp is voor de groote vrijheid, welke haar tijd kenmerkt, vertrouwen stelt in hen, die haar v/illen helpen en leiden. Geen knellende ban den, maar vriendelijke tegemoetkoming, een warme sfeer, waar zij zich zelf kan zijn en haar bijna ongemerkt wordt geleerd, dat zij een verantwoordelijkheid heeft tegenover zichzelf en haar toekomstige kinderen, waar haar belangstelling wordt gewekt voor gees telijke waarden, waar zij vriendinnen vindt, die haar beschermen tegen het gevoel van eenzaamheid, dat haar zou drijven naar film en dancing en.... erger. De Clubhuizen te Tehuizen behooren tot de oudste scheppingen van de Vereeniging, want zij zullen altijd in een behoefte moe ten voorzien voor de meisjes, die geen fa milie of vrienden hebben in de stad, waar zij haar bestaan zoeken. Maar die tehuizen moesten herzien, er moest meer vrijheid ko men, en zoo vertelde mevrouw van Romondt Vis van het Sterhujs te Zeist, dat pas kort bestaat, maar waar de meisjes altijd welkom zijn. waar de gastvrijheid zoo uitgebreid mo gelij kis en dank zij een voortreffelijke direc trice, toch de leiding niet ontbreekt, toch de goede toon wordt geëerbiedigd. Dit werk. zooals het geheele streven van de Vereeniging komt ten goede aan jonge meisjes van alle gezindten, 7,oo ifé Vereeniging zelf misschien niet voldoende bekend is, om in alle plaatsen dn ons land leden te bezitten, die bereid zijn htm p e r s o o n 1 ij k c hulp te bieden want dat persoonlijke element is het sym pathieke in dit werk het stationswerk? wordt wél algemeen gewaardeerd, zonder dat velen weten, van wie dit liefdewerk uitgaat. De stationsjuffrouw, die met een lint om den arm op alle uren van den dag. bij kou en on tij op haar post staat, om toe te zien of er ook een onschuldig vogeltje de prooi kan worden van den havik, die op haar loert, en meer wordt afgeschrikt door de eenvoudige moederlijke vrouw, die haar diensten aan biedt dan door den handigsten rechercheur, de stations juffrouw heeft den steun van politie en stationspersoneel, bij haar moei lijke maar dankbare taak. Soms kan zij zich bepalen tot het enkel bezorgen van het meisje naar de woning, waar zij wordt ver wacht, maar soms ook moet zij tijdig ingrij pen om te beletten, dat een onnoozel kind ingaat op de schijnbaar schitterende aanbie dingen, welke haar in brief of advertentie, in trein of wachtzaal werden gedaan. In kort. bestek is het niet mogelijk in alle onderdeden het heilzame van het stations- werk toe te lichten, maar het was een wijs inzicht van de „Union Internationale des Amies de la Jeune Fille", waarvan de Neder landsche Vereeniging een afdeeling vormt, dit werk aan te vatten. Thans vraagt men zich weer af. of er een weg is te vinden, om voor de meisjes uit het buitenland dames te vinden, die talen spreken en toch weer niet door den kring, waaruit zij komen, de meis jes uit een anderen kring op een afstand houden. Ook de plaatsïngDureaux, waardoor men de meisjes niet enkel aan een betrekking helpt, maar ook weet in welk milieu zij wor den opgenomen en haar blijft volgen, haar moreelen steun kan blijven geven, wanneer zij die behoeven ook de plaatsingbureaux eischten vernieuwing en aanvulling. En zoo werd te Amsterdam het Maatschappelijk Advies- en Inlichtingenbureau opgericht in aansluiting bij het Stationswerk, dat in zijn naam reeds zijn taak omschrijft en blijkbaar, ondanks zijn bescheiden afmetingen, in het Centraal Station te Amsterdam, reeds veel doelmatig werk kon vervullen ook voor jonge mannen. Zoo gaarne zou men eveneens in andere groote plaatsen in ons land een der gelijk bureau inrichten, maar.... de finan ciën laten het niet toe. Wat de financiën betreft, een commissie van bevoegden heeft op dit gebied zoowel als op dat van de reorganisatie der Vereeniging het vorig jaar zeer doelmatig werk geleverd, zoodat in dit. opzicht de Vereeniging op meer moderne basis kan voortbestaan, zonder dat iets van het goede oude verloren ging. De afdeelingen werden meer autonoom, maar de band werd niet. minder sterk, terwijl een ge salarieerde secretaresse in staat is het om vangrijke administratieve werk degelijk aan te pakken. Wel zou men nog gaarne een be zoldigde secretaresse voor de propaganda aanstellen, doch hier weigeren de middelen weerde viceuse kring, welke onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden wel zal blijven bestaan. Toch met dc organisatie bezig, zij hier nog vermeld, dat. er thans 10 afdeel'ngen zijn, terwijl op de plaatsen, waar geen afdeelin gen werden gesticht, de leden zorgden voor de correspondentie en het verband met de Vereenisring. Van ieder lid wordt immers ver wacht. dat zij op eiken tijd bereid zal zijn inlichtingen te verstrekken, wanneer die worden gevraagd, en daartoe de vereischte stappen te ondernemen, en ook haar zorg te geven aan het jonge meisje in haar gemeen te. dat haar wordt aanbevolen. Over de ledenhulp het volgende: In 193? werden 1331 meisjes in 197 verschillende plaatsen in Ne derland bereikt. In Amsterdam is het Bemiddelings bureau en Bureau de Placement gevestigd, waartoe werkgeefsters zich nog te weinig wenden, terwijl ook aan het Secretariaat een Inlichtingendienst is verbonden. Te 's-Gra- venhage en. Groningen zijn plaatselijke be middelingsbureau:-;. De clubhuizen in de ver schillende afdeelingen worden zeer gewaar deerd. Van de Tehuizen noemen we het Ar- noldahuis te Groningen, het Tehuis Zonne- hoek te Scheveningen, het Emmahuis te Haarlem en het Tehuis te Utrecht. Tot den indirecten arbeid der Vereeniging behoort Voogdijwerk. terwijl zij het hare bijdroeg tot de oprichting van het Observatiehuis Aren- horst te Zetten. Tenslotte zij opgemerkt dat reeds bij de oprichting van de „Amie de la Jeune Fille" na den oorlog hervormd in de „Fédération des Amies de la Jeune Fille" Nederland zich aansloot, maar pas vijf jaar later werd het werk flink aangevat. Over de herdenking dit: 29 en 30 Juni zal men op eenvoudige wijze, met wijdingsavond, verga dering en receptie het jubüeum vieren, ter wijl een gedenkboek, als blijvende herinne ring zal worden samengesteld. EMMY J. BELINFANTE. EEN KUNSTWERK GEMAAKT DOOR VROUWEN. In de maand November van het vorige jaar draaide voor het eerst in één van de Berlijnsche bioscopen de film „Madchen in Uniform", gemaakt naar het boek van Christa Winsloe, een vrouw, onder regie van Leontine Sagan, ook een vrouw, spelende op een Duitsche meisjeskostschool, zoodat er in de film niets dan vrouwen en geen enkele man optraden. Het Berlijnsche publiek interesseerde zich in het minst niet voor het nieuwtje, en bleef Regisseuse Leontine Sagan. Joseph. Joseph is een musch. Maar een musch uit duizenden. Twee maanden geleden pikte ik hem op ergens in een plantsoen, waar drie veelbelovende heertjes bezig waren hem te leeren vliegen op hun manier, die me niet de juiste leek. Enfin, ik nam Joseph mee, totaal onbewust van wat ik me in mijn huis haalde. Want in tegenstelling met de vele musschen, die we in den loop der jaren tot- bruikbare en vliegende leden der vogel maatschappij hebben opgekweekt, is Joseph een niet-vliegend en overal onbruikbaar heerschap geworden In het- eerst ging alles best; Joseph (zoo geheeten omdat zijn grijsachtig dons me deed denken aan de haren van een vreese- lijk deftig man, die Joseph heet) groeide als kool en at dienovereenkomstig, en andersom. Maar toen het op vliegen aankwam, faalden al onze lessen en weigerde hij pertinent, van het eerste treed je van de tuin trap op den grond te vliegen. Toen ik hem een paedago- gischen zet gaf, blies hij woedend. Ja, het is wellicht een ornithologisch wonder, maar Joseph kan blazen. Als een slang. Toen bleek dat hij twee vergroeide vleugels had, vermoedelijk door een val en een breuk. Hij was dus gedoemd een huismusch te wor den. Nu is dat gemeenlijk iets saais, maar Joseph is niet saai, heelemaal niet! Was hij het maar Joseph bewoont mijn kamer, 's Nachts maakt hij de bijkeuken vuil. Maar bij het tweede of derde morgengloren, zoo om streeks tien uur. installeer ik hem bij mij, omdat de rest van het huis voor hem ver boden is. Dan begint hij met. zijn morgen toilet. in de zorgvuldig gebarricadeerde ven sterbank. Hij hipt heen en weer en hangt als een slecht opgevoede schooljongen uit het raam, om naar de neven en nichten be neden op straat te kijken. Ik tik ijverig op mijn schrijfmachine, wat Josept erg irri teert, maar daar is heusch niets aan te doen. Tegen elven heeft hij er genoeg van. alle nieuwtjes van de neven beneden heeft hij me met een verontwaardigde stem toege- piept, maar omdat ik geen antwoord geef. komt hij op nvn tafel zitten en scharrelt tusschen de papieren. Telkens houdt hij zijn weg. zoodat in de eerste week het bezoek aan de bioscoop ver onder het gemiddelde was. De film draaide voor een tweede week. Het bezoek nam iets toe. Ook de derde week werd hij niet van het programma afgeno men. Het- bezoek bereikte het gemiddelde. De vierde week overschreed het dat. Dc vijfde week was de bioscoop bij iedere voorstelling stampvol, en bleef dat eenige maanden lang. De film „Madchen in Uniform" h?d zijn eerste publiek veroverd, tegen alle ge brek aan vertrouwen voor zoo n film. waar aan niets dan vrouwen meegewerkt had den in. Het is nu Juni. „Madchen in Uniform", dat na die Berlijnsche episode uit den aard van de zaak geen slag meer te leveren had. dank zij de roep, die haar komst vooraf was gegaan, kwam ongeveer drie maanden gele der. ir. Holland, terwijl het nu op het reper toire is geplaatst van de Vereenigde Schouw spelers. Door omstandigheden zag ik het een beetje laat: maar daar het mijn bedoe ling niet is om hier een filmcritiek te schrij ven, die bovendien bij de Haarlemsche ver tooningen van de film indertijd al geplaatst werd, net op tijd om eventjes de aandacht te vestigen op het feit, dat deze film, abso luut gemaakt door vrouwen vrouwen, die volgens zoovelen geen initiatief kunnen ne men, niet kunnen organiseeren, niet geschikt zijn om leiding te geven! verreweg de beste film van den laatsten tijd is. Een film. zoo groot in zijn simpelheid, zoo volmaakt evenwichtig en uitgebalanceerd, zoo door dacht en raak en fijn tot in de kleinste de tails en scènes, dat hij. afgezien van een kunstwerk op zich zelf. het doorslaand be wijs is van het feit. dat vrouwen, mits zij het niet zoeken op het- terrein van den man maar op hun eigen, en zich bepalen tot on derwerpen, die haar. dank zij de bij uit stek vrouwelijke eigenschappen, die diezelfde natuur haar in milde hoeveelheid heeft mee gegeven, gelegenheid geven zich tot in de mooiste uitersten van hun kunnen te geven en te ontplooien, kunstwerken kunnen schep pen. die op een hoogte staan met de beste dingen, die door en onder leiding van man nen geschapen zijn. De man zijn eigen ter rein en daarop heer en meester: maar de vrouw ook het hare. al is het nog minder ontdekt en minder bekend dan het sinds eeuwen ontgonnen mannelijk arbeidsveld, en daarop onbetwist meesteres! Want deze film. waarin vrouwen met. een verbluffend juisten kijk op dat. wat een vrouw niet kan. en dat. wat- zij beter kan dan iedere man, met sublieme teederheid en fijn heid van stemming en raakheid van greep het uiterlijk simpele en innerlijk zoo gecom pliceerde leven van een handjevol Duitsche kostschoolmeisjes weergeven, en ervan we ten te maken een kunstwerk, dat leeft van het begin tot hot einde, diep ontroerend, verrukkelijk luchtig, machtig van spanning en machtig in het opluchtend even breken van die spanning, is het overtuigendst, be wijs van het kunnen van vrouwen, dat in de laatste jaren geleverd werd. Des te over tuigender, omdat deze film. simpel, beschei den eji zonder renige pretentie, niet alleen een succes werd onder bepaalde „Inteüee- tueele" klasse van mensc-hen, maar ook bij het groote publiek. En ten slotte bewijst dat. alle theorieën ten spijt, het best de waarde ervan. Want een waarachtig kunstwerk is niet dat. wat al leen geschikt is voor een bepaalde categorie maar wat door zijn geweldige menschelijk- heid en schoonheid iedereen, van den ver- fijndsten blasé tot den ongeliksten dokwer ker. grijpt, vast houdt en stil maakt. Een werkelijk kunstwerk is niet voor sommigen, voor de heele wereld. En zoo'n kunstwerk is de film, ..Madchen in Uniform" WILLY VAN DER TAK Tafelgebruiken in de Middeleeuwen. Een vorige keer vertelde ik U iets over het voedsel, dat in de Middeleeuwen gangbaar was. Ditmaal zal ik U iets over het „hoe" van de Middeléeuwsche maaltijden zeggen. Wanneer wij de schilderijen uit de 14de en 15de eeuw bekijken, waarop maaltijden zijn afgebeeld, dan krijgen wij al een heel gede tailleerd beeld van de Middeleeuwsche tafel. En maaltijden zijn méér geschilderd In die dagen dan men zou denken. Immers: het Laatste Avondmaal was een veelvuldig ge kozen onderwerp, en U weet. dat de schilders uit die dagen bij voorkeur hun Bijbelsche ta- fereclen afbeeldden in de omgeving en klee ding van hun eigen tijd. 'Ook Rembrandt deed dit nog: denkt U maar aan het bekende doek: ..Isaac zegent Jacob", waarop wij den vader afgebeeld zien in een ouden rooden 17de eeuwschen soldatenmantel). Uit de schilderingen der meesters van de 14de een 15e eeuw krijgen wij een goed denk beeld van de tafelschikkingen uit die dagen. Wij zien dan dat de tafel reeds „gedekt" werd. en wel met een witlinnen tafellaken. De Middeleeuwsche hulsvrouw zal haar tafelgoed, even goed. als wij het- doen. keurig gevouwen bewaard hebben. Wij zien op de vele Avondmaal-schllderijcn steeds, hoe de vouwen nog in de keurig gespreide tafel lakens zitten, als kwamen zij zóó uit de lin nenkast. Daarbij had ieder aanzittende nog een servet vóór zich op tafel liggen. Steeds zien die servetten er keurig onderhouden, helderwit en goed gevouwen, uit. Bij de rij ken waren servetten in gebruik, waarin ran den van goud- en zilverdraad geweven wa ren. Zindelijkheid was in die dagen een eerste vereischte! Ik zeide reeds in mijn vorige artikeltje, dat er steeds brood bij het eten te pas kwam; in de vroege Middeleeuwen had niemand een bord en werd er zóó uit de schotel gegrepen, zooals tot voor kort nog in enkele streken bij de boeren gebruik was. Het brood deed dan dienst als bord, hand- en mond-afwlsscher. en.... voedsel. Maar al te gauw komen de servetten in gebruik. Borden waren er dus in den beginne niet te zien; later wèl, natuurlijk, en het eerste bij de gegoeden. De „middenstand" at van aarden bakken, de rijken van zilveren gerei. Toch hebben alle tafel-uitrustingen uit dien tijd. rijk of arm. één ding gemeen: hun vol komen gebrek aan eenheid. Er waren op zoo'n tafel kommen, kruiken en glazen te vinden van de meest uiteenloopende model len. kleuren en materiaal. Daarbij viel er in het begin weinig orde in de tafelschikking te bespeuren. Alles stond zwierig door elkander, en de broodjes lagen over dc heele tafel ver spreid Als „couvert" diende oorspronkelijk alleen het mes; daarna kwam de lepel en eerst véél later de vork. die zelfs in dc 16de eeuw nog niet ingeburgerd was en alleen bij dc zeer gegoeden voorkwam. De lepels waren van trn bij den middenstand, van zilver bij dc rijken. Na den maaltijd werden die zilveren lepels nageteld: er waren wel eens gasten, die hun begeerte niet konden bedwingen. Wat de messen betreft, als een gilde zich aan een feestmaaltijd vereenigde, werden alle messen van de gasten van te voren in be slag genomen, om te voorkomen, dat de heethoofden er. na een stevig glas wijn. een verkeerd gebruik van zouden maken! Doch in den huiselijken kring werd het mes steeds gebruikt om vleesch mee af te snijden, en vaak ook om dat vleesch mee te eten! De spijzen werden in groote schotels op gediend; de wijn in kannen, terwijl er bekers uit zilver, goud of glas gebruikt werden, kop schuin en kijkt me met een wijs kraal- oog aan. Die houding flatteert hem geweldig en ik geloof dat Joseph het wéét. Joseph weet trouwens heel veel. Hij is een mooie musch geworden, met een pracht van een zwarte vlek Ut is een man, maar hij is toch erg slim) en mooie gele randjes langs zijn bek. Daarmee niet den bek natuurlijk rommelt hij in mijn papieren en alleen een heel erg harde tik op de Underwood kan hem daar van af brengen. En soms niet eensEr zijn paperassen de deur uitge gaan den laatsten tijd. die aan de randen rafelige franje vertoonden, te danken aan het artistiek inzicht van Joseph, die meer van oud-Hollandsch papier schijnt te hou den. Tot twaalf uur springt hij zoo rond, en tracht zich op alle denkbare manieren van kant te maken. Paper-clips vormen een groote attractie: hij heeft er al twee keer bijna een ingeslikt. Ook punaises schijnen erg lekker te zijn. Mijn postzegeldoosje wordt steeds verwoed leeggepikt. dat de zegels links en rechts stuiven. En een opengeslagen boek is de ideale plaats om te doen was des mus schen is.foei Joseph! Kom ik terug van het koffiedrinken, dan ga ik allereerst zoeken wat hij allemaal vies heeft gemaakt tijdens mijn afwezigheid. Ik verdenk hem eigenlijk van simuleeren. want gezien de respectabele hoogte die hij weet te bereiken, geloof ik dat hij vliegt als een Fokker, zoodra ik mijn hielen heb gelicht. Maar stel ik hem voor. nu maar eens met hem naar de Hertenkamp te gaan en hem daar los te laten, dan kijkt hij me aan als een roofvogel en heb ik werkelijk angst voor mijn leven. De proef nemen en Joseph uit het raam gooien durf ik evenmin, want hij is in staat zich voor den domme te hou den en te pletter te vallen, alléén om me mijn heele verdere leven als een wraakge- stalte voor het oog te kunnen zweven. Jo seph heeft een geweldig karakter. Daar hij met de kippen op stok gaat en ik nooit anders dan 's middags bezoek krij^, kan mijn visite mee-genieten van Joseph. Nu hij presteert genoeg. Tot drie uur zit hij bo ven op een antieke en hoogst breekbare vaas te slapen; hij vliegt er met angstwekkend vleugelgeklapper op. zoodat ik iederen keer weer doodsangsten uitsta. Maar nauwelijks gaat de bel, of Josept opent zijn pientere kraaioogen en pluist gauw zijn borstveeren op voor het bezoek. Zijn het dames, dan gaat hij er direct op af en tracht iets uit hen te pikken. Wollen truien vindt, hij heel lekker en de ongeluk kige draagsters hebben geen rustig moment meer. Zijn het heeren. dan wordt hij brutaal en drinkt uit hun theekopje. Ja werkelijk, op den rand gezeten en met een eigenwijs opgestoken kop. Daarbij knijpt hij zijn oogen dicht en ziet er uit als een fijnproever. Maar als er nu eens een vervelende visite komt, en Joseph die zoo fijn zou kunnen wegjagen door zich schandelijk te gedragen, dan is hij juist ongewoon zoet. zit keurig op den rand van een boekenplank en ziet er uit als een zoete kleine, kamerzindelijke musch. Zoodat het bezoek extra lang blijft hangen Zijn verdere heldendaden bestaan uit het vernielen van mijn planten, het mishande len van alle franje en al het borduursel dat er aan kleedjes en kussens te vinden is. en het grondig sloopen van mijn behang, waar hij bij voorkeur zijn snavel op scherpt. Waag ik het, hem in het Fransch - dat klinkt altijd nog wat minder cru, en vooral wat hoffelijker de les te lezen, dan valt hij dadelijk demonstratief in slaap. Geef ik hem een oorvijg, dan blaast hij. Vloek ik er in onvervalscht Hollandsch op los. dan zet hij dadelijk een grooten mond op en flad dert- al piepend en tjilpend van den eenen stoel op den andere Daarbij windt hij zich zóó op. dat na eenige minuten alles vuil is en ik weer „foei Josephmoet zeggen. Ik kan Joseph toch niet laten afmaken? Trouwens, u nioet het niet verder vertellen, maar hij is een reïncarnatie van den vogel Phoenix, en zou na verloop van tijd toch weer opstaan misschien wel in de gedaan te van een onschuldig ultzienden papegaai, die ik dan argeloos zou koopen! Maar als het avond wordt helaas, de dagen worden zoo lang. 't duurt al weer een heelen tijd eer de zon onder is dan gaat Joseph naar de bijkeuken Eerst een ver woede jacht door de kamer, hij fladderend, ik kruipend, springend, sluipend, en bok send. en dan tenslotte heb ik hem in mij" iianden en draag hem naar beneden, waa: hij in zijn hok nog een kwartier verontwaar digd doorpiept over het onderdrukte mus schenras en het recht van interpellatie. Maar boven dweil ik mijn kamer aan en zit voor het eerst sinds den morgen rustig voor mijn schrijftafel Wie wil het eens met Joseph probeeren? L. S. meestal van een deksel voorzien. Vóór het eten ik zeide reeds: men was zindelijk werden de handen gcwasschen. Dc bedien den. die de waschkonimen aanreikten, had den handdoeken om hun hals hangen, waar aan men zich de handen drogen kon. Dames en heeren aten aan afzonderlijke tafels. Nam de gastvrouwe aan de tafel der heeren plaats, dan gold dit. als een bijzondere eer. Hoewel dus dc tafels zorgvuldig gedekt werden, en tegen het einde der Middel eeuwen steeds rijker met zilver en bloemen versierd de onsymmetrische opstelling ver dwijnt dan ook geheel toch waren do ta felmanieren van onze voorouders niet ge heel in overeenstemming niet hun reeds ta melijk gecultiveerde disch Het. scheen onder edelen en edeivrouwen herhaaldelijk voor te komen, dat zij met vollen mond praatten, hun twee handen tegelijk in den mond sta ken. en hun brood al vóór het eerste ge recht opaten. Verder kwam het vaak voor. dat twee gasten tegelijk in dezelfde schotel tastten, en eten niet two--- handen behoorde toentertijd tot de dagelijks voorkomende misbruiken! in de hof-etiouette-boekjes uit die dagen wordt nadrukkelijk tegen al deze slechte manieren gewaarschuwd: wat de lagere standen aangaat: daar gebeurden dingen aan tafel, die ons voorgoed den eet lust zouden benemen, als ónze gasten zich zoo gedroegen! Een slecht-gcnianierd edelman grabbelde zóó niaar met zijn bloote hand in het zout vat. pakte de lepel van zijn buurman weg, als hij zijn eigen eetgerei niet kon terug vinden. slurpte uit zijn bord. likte het af. en deed tenslotte zijn ceintuur wat lasser, als het diner wat- érg copieus was geweest! Dat er in de boeken met cet-voorschrlften zoo nadrukkelijk voor ai deze ongemanierd heden wordt gewaarschuwd, is wel oen be wijs. dat dergelijke vergrijpen aan de orde van den dag waren! En de edeivrouwen? Nu. die schenen ik schaam me voor haar zich noga! eens te buiten te gaan aan wijn. en ook wel eens te vergeten haar niond af te vegen alvorens te drinken! En dan zij dachten er ook niet altijd aan. dat het ongepast is om met een vollen mond te praten, en de vingers in dc sauskom te dompelen. Had U dat gedacht van die keurige vrouwenfiguurtjes op de Middeleeuwsche schilderijen? Er zal een ver nageslacht ééns in de toe komst - - eritiek uitoefenen op ónze tafels, óns voedsel, en ónze manieren? L. S. WAT NIET IEDEREEN WEET. Een dadelboom levert zelden meer dan honderd kilo's vruchten In Californié heeft nicn gemiddeld niet meer dan zestien regendagen althans zoo wordt in de van dat land komende prospccti beweerd. De oudste, thans nog ir» een museum aan wezig zijnde gedrukte nieuwjaarsgeluk- wcnsch. werd vervaardigd in het jaar 1466. Hij werd door den uitnemenden kopergra- veur G. S.. wiens naani men trots alle mo gelijke nasporingen niet heeft kunnen vast stellen, gemaakt en vertoont liet Christus kind. dat op oen juist ontloken blocnt staat, die het aanbrekende jaar moet. verzinnebeel den. Op een soort wimpel, die het. kind in de handen houdt, staat in sierlijk schrift: „Ein goot sclig Jor". Onlangs keerde dp natuurvorscher Dr. Ro- drlgo Martinez uit het binnenland van Zuid- Amenka terug en berichtte, dat dc Indianen van den Gran Choco 'Bolivia' reeds van den Zeppelin afwisten Ofschoon zij hem nog niet gezien hebben, spreken zij van den „grooten. witten bromnienden god", die ge heel nieuw is en door dc lucht komt. Wie heeft het klavier uitgevonden? Deze uitvinding wordt aan drie mannen toege schreven: den Duitscher Pantaleon Heben- streit, den Venetiaan Christosori uit Padua, die tot. de beroemdste instrumentmakers van zijn tijd behoorde, en Gottfried Silbermann, den beroemden Dresdenschen orgelbouwer kunstenaar. Het eerste, door Christosori. op aanwijzingen van Hebcnstrelt vervaardigde klavier, staat in het Metropolitan Museum of Art te New York De koffiebooni brengt jaarlijks een pond boonen od MANNA-REGEN IN ZUID- AFRIKA. Zuid-Afrika heeft dezer dagen een kleine sensatie beleefd doordat een „manna-regon" neerdaalde op een boerderij bij Vrijheid (Natal). Toen de heer Theunls Botha, een neef van den bekenden Boerenleider, op een ochtend ontwaakte, zag hij, uit het venster kijkend, dat een strook onbebouwd land. dicht bij zijn huis. een strook van 700 M. lengte en 20 M. breedte, geheel bedekt was met een witte stof. die op sneeuw geleek Kaffers liepen er haastig rond. de witte stof gulzig etende en bergende ln mandjes. Botha raapte er ook wat van op en zond het ter onderzoek naar Vrijheid, waar het geheel bleek te beantwoorden aan de beschrijving van het Bijbelsche manna: „als de nu liggen de dauw opgevaren was. zoo zie. over de woestijn was een klein rond ding. klein als dc rijm. op dc aarde" ert „het huis Israels noemde zijnen naam Man; en het was als korianderzaad, wit. en dc smaak daarvan was als honingkoeken". Een soortgelijke mannaregen moet in Zu'd-Afr^n roe eens zijn waargenomen, en wel in 1856. tijdens den slag aan de Tu-™la •uscchen Cetowavo en ziln broeder Umbulazl. Het is wel merkwaardig, dat de kaffers op Botha's farm de witte stof zonder aarzelen aten. als begrepen zij. dat hun gezondheid er niet door zou kunnen worden geschaad. Zij spraken zelfs van een vergoeding welke de hemel hun zond, omdat hun vee door dc droogte was omgekomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13