De vrouw in de XXe eeuw.
H.D. VERTELLING
HOE ONZE VOOROUDERS ATEN.
ten halve eeuw zorg voor het Jonge Meisje.
„Men kent onze Vereeniging te weinig, en
dat is jammer voor ons werk, dat toch zoo
noodig is", zei mevrouw van RomondtVis, de
presidente van de „Nederlandsche Vereeni
ging ter Behartiging van de Belangen der
Jonge Meisjes", welke eind Juni haar 50-jarig
bestaan herdenkt, en helaas nog niet kan
worden gemist. Een halve eeuw zorg voor
het jonge meisje, in hoofdzaak preventief
werk. om te voorkomen, dat de onervarene,
wie het leven lokt, die jong en levenslustig
vol verlangen en jonge droomen het leven
Ingaat, verstrilft raakt in de netten, welke
voor haar worden uitgezet, om haar jeugdige
bekoring te misbruiken voor minderwaardi
ge doeleinden. Arbeid in de 19e eeuw op
christelijken grondslag aangevangen, als het
ware voortvloeiende uit den strijd, door Jose
phine Butler begonnen, en thans in de 20e
eeuw voortgezet, terwijl steeds nieuwe lijnen
worden gezocht, om ook het meisje van de
20e eeuw te kunnen beschermen. Daartoe is
het gewenscht, dat het kind, dat nog niet rijp
is voor de groote vrijheid, welke haar tijd
kenmerkt, vertrouwen stelt in hen, die haar
v/illen helpen en leiden. Geen knellende ban
den, maar vriendelijke tegemoetkoming, een
warme sfeer, waar zij zich zelf kan zijn en
haar bijna ongemerkt wordt geleerd, dat zij
een verantwoordelijkheid heeft tegenover
zichzelf en haar toekomstige kinderen, waar
haar belangstelling wordt gewekt voor gees
telijke waarden, waar zij vriendinnen vindt,
die haar beschermen tegen het gevoel van
eenzaamheid, dat haar zou drijven naar film
en dancing en.... erger.
De Clubhuizen te Tehuizen behooren tot de
oudste scheppingen van de Vereeniging,
want zij zullen altijd in een behoefte moe
ten voorzien voor de meisjes, die geen fa
milie of vrienden hebben in de stad, waar zij
haar bestaan zoeken. Maar die tehuizen
moesten herzien, er moest meer vrijheid ko
men, en zoo vertelde mevrouw van Romondt
Vis van het Sterhujs te Zeist, dat pas kort
bestaat, maar waar de meisjes altijd welkom
zijn. waar de gastvrijheid zoo uitgebreid mo
gelij kis en dank zij een voortreffelijke direc
trice, toch de leiding niet ontbreekt, toch de
goede toon wordt geëerbiedigd. Dit werk.
zooals het geheele streven van de Vereeniging
komt ten goede aan jonge meisjes van alle
gezindten,
7,oo ifé Vereeniging zelf misschien niet
voldoende bekend is, om in alle plaatsen dn
ons land leden te bezitten, die bereid zijn
htm p e r s o o n 1 ij k c hulp te bieden
want dat persoonlijke element is het sym
pathieke in dit werk het stationswerk?
wordt wél algemeen gewaardeerd, zonder dat
velen weten, van wie dit liefdewerk uitgaat.
De stationsjuffrouw, die met een lint om den
arm op alle uren van den dag. bij kou en on
tij op haar post staat, om toe te zien of er
ook een onschuldig vogeltje de prooi kan
worden van den havik, die op haar loert, en
meer wordt afgeschrikt door de eenvoudige
moederlijke vrouw, die haar diensten aan
biedt dan door den handigsten rechercheur,
de stations juffrouw heeft den steun van
politie en stationspersoneel, bij haar moei
lijke maar dankbare taak. Soms kan zij zich
bepalen tot het enkel bezorgen van het
meisje naar de woning, waar zij wordt ver
wacht, maar soms ook moet zij tijdig ingrij
pen om te beletten, dat een onnoozel kind
ingaat op de schijnbaar schitterende aanbie
dingen, welke haar in brief of advertentie,
in trein of wachtzaal werden gedaan.
In kort. bestek is het niet mogelijk in alle
onderdeden het heilzame van het stations-
werk toe te lichten, maar het was een wijs
inzicht van de „Union Internationale des
Amies de la Jeune Fille", waarvan de Neder
landsche Vereeniging een afdeeling vormt,
dit werk aan te vatten. Thans vraagt men
zich weer af. of er een weg is te vinden, om
voor de meisjes uit het buitenland dames te
vinden, die talen spreken en toch weer niet
door den kring, waaruit zij komen, de meis
jes uit een anderen kring op een afstand
houden.
Ook de plaatsïngDureaux, waardoor men
de meisjes niet enkel aan een betrekking
helpt, maar ook weet in welk milieu zij wor
den opgenomen en haar blijft volgen, haar
moreelen steun kan blijven geven, wanneer
zij die behoeven ook de plaatsingbureaux
eischten vernieuwing en aanvulling. En zoo
werd te Amsterdam het Maatschappelijk
Advies- en Inlichtingenbureau opgericht in
aansluiting bij het Stationswerk, dat in zijn
naam reeds zijn taak omschrijft en blijkbaar,
ondanks zijn bescheiden afmetingen, in het
Centraal Station te Amsterdam, reeds veel
doelmatig werk kon vervullen ook voor jonge
mannen. Zoo gaarne zou men eveneens in
andere groote plaatsen in ons land een der
gelijk bureau inrichten, maar.... de finan
ciën laten het niet toe.
Wat de financiën betreft, een commissie
van bevoegden heeft op dit gebied zoowel als
op dat van de reorganisatie der Vereeniging
het vorig jaar zeer doelmatig werk geleverd,
zoodat in dit. opzicht de Vereeniging op meer
moderne basis kan voortbestaan, zonder dat
iets van het goede oude verloren ging. De
afdeelingen werden meer autonoom, maar de
band werd niet. minder sterk, terwijl een ge
salarieerde secretaresse in staat is het om
vangrijke administratieve werk degelijk aan
te pakken. Wel zou men nog gaarne een be
zoldigde secretaresse voor de propaganda
aanstellen, doch hier weigeren de middelen
weerde viceuse kring, welke onder de
tegenwoordige tijdsomstandigheden wel
zal blijven bestaan.
Toch met dc organisatie bezig, zij hier nog
vermeld, dat. er thans 10 afdeel'ngen zijn,
terwijl op de plaatsen, waar geen afdeelin
gen werden gesticht, de leden zorgden voor
de correspondentie en het verband met de
Vereenisring. Van ieder lid wordt immers ver
wacht. dat zij op eiken tijd bereid zal zijn
inlichtingen te verstrekken, wanneer die
worden gevraagd, en daartoe de vereischte
stappen te ondernemen, en ook haar zorg te
geven aan het jonge meisje in haar gemeen
te. dat haar wordt aanbevolen. Over de
ledenhulp het volgende: In 193? werden 1331
meisjes in 197 verschillende plaatsen in Ne
derland bereikt.
In Amsterdam is het Bemiddelings
bureau en Bureau de Placement gevestigd,
waartoe werkgeefsters zich nog te weinig
wenden, terwijl ook aan het Secretariaat een
Inlichtingendienst is verbonden. Te 's-Gra-
venhage en. Groningen zijn plaatselijke be
middelingsbureau:-;. De clubhuizen in de ver
schillende afdeelingen worden zeer gewaar
deerd. Van de Tehuizen noemen we het Ar-
noldahuis te Groningen, het Tehuis Zonne-
hoek te Scheveningen, het Emmahuis te
Haarlem en het Tehuis te Utrecht. Tot den
indirecten arbeid der Vereeniging behoort
Voogdijwerk. terwijl zij het hare bijdroeg tot
de oprichting van het Observatiehuis Aren-
horst te Zetten. Tenslotte zij opgemerkt dat
reeds bij de oprichting van de „Amie de la
Jeune Fille" na den oorlog hervormd in
de „Fédération des Amies de la Jeune Fille"
Nederland zich aansloot, maar pas vijf
jaar later werd het werk flink aangevat. Over
de herdenking dit: 29 en 30 Juni zal men op
eenvoudige wijze, met wijdingsavond, verga
dering en receptie het jubüeum vieren, ter
wijl een gedenkboek, als blijvende herinne
ring zal worden samengesteld.
EMMY J. BELINFANTE.
EEN KUNSTWERK GEMAAKT
DOOR VROUWEN.
In de maand November van het vorige
jaar draaide voor het eerst in één van de
Berlijnsche bioscopen de film „Madchen in
Uniform", gemaakt naar het boek van
Christa Winsloe, een vrouw, onder regie van
Leontine Sagan, ook een vrouw, spelende op
een Duitsche meisjeskostschool, zoodat er in
de film niets dan vrouwen en geen enkele
man optraden.
Het Berlijnsche publiek interesseerde zich
in het minst niet voor het nieuwtje, en bleef
Regisseuse Leontine Sagan.
Joseph.
Joseph is een musch. Maar een musch uit
duizenden. Twee maanden geleden pikte ik
hem op ergens in een plantsoen, waar drie
veelbelovende heertjes bezig waren hem te
leeren vliegen op hun manier, die me niet
de juiste leek. Enfin, ik nam Joseph mee,
totaal onbewust van wat ik me in mijn huis
haalde. Want in tegenstelling met de vele
musschen, die we in den loop der jaren tot-
bruikbare en vliegende leden der vogel
maatschappij hebben opgekweekt, is Joseph
een niet-vliegend en overal onbruikbaar
heerschap geworden
In het- eerst ging alles best; Joseph (zoo
geheeten omdat zijn grijsachtig dons me
deed denken aan de haren van een vreese-
lijk deftig man, die Joseph heet) groeide als
kool en at dienovereenkomstig, en andersom.
Maar toen het op vliegen aankwam, faalden
al onze lessen en weigerde hij pertinent, van
het eerste treed je van de tuin trap op den
grond te vliegen. Toen ik hem een paedago-
gischen zet gaf, blies hij woedend. Ja, het
is wellicht een ornithologisch wonder, maar
Joseph kan blazen. Als een slang.
Toen bleek dat hij twee vergroeide vleugels
had, vermoedelijk door een val en een breuk.
Hij was dus gedoemd een huismusch te wor
den. Nu is dat gemeenlijk iets saais, maar
Joseph is niet saai, heelemaal niet! Was hij
het maar
Joseph bewoont mijn kamer, 's Nachts
maakt hij de bijkeuken vuil. Maar bij het
tweede of derde morgengloren, zoo om
streeks tien uur. installeer ik hem bij mij,
omdat de rest van het huis voor hem ver
boden is. Dan begint hij met. zijn morgen
toilet. in de zorgvuldig gebarricadeerde ven
sterbank. Hij hipt heen en weer en hangt
als een slecht opgevoede schooljongen uit
het raam, om naar de neven en nichten be
neden op straat te kijken. Ik tik ijverig op
mijn schrijfmachine, wat Josept erg irri
teert, maar daar is heusch niets aan te doen.
Tegen elven heeft hij er genoeg van. alle
nieuwtjes van de neven beneden heeft hij
me met een verontwaardigde stem toege-
piept, maar omdat ik geen antwoord geef.
komt hij op nvn tafel zitten en scharrelt
tusschen de papieren. Telkens houdt hij zijn
weg. zoodat in de eerste week het bezoek aan
de bioscoop ver onder het gemiddelde was.
De film draaide voor een tweede week. Het
bezoek nam iets toe. Ook de derde week
werd hij niet van het programma afgeno
men. Het- bezoek bereikte het gemiddelde. De
vierde week overschreed het dat. Dc vijfde
week was de bioscoop bij iedere voorstelling
stampvol, en bleef dat eenige maanden
lang. De film „Madchen in Uniform" h?d
zijn eerste publiek veroverd, tegen alle ge
brek aan vertrouwen voor zoo n film. waar
aan niets dan vrouwen meegewerkt had
den in.
Het is nu Juni. „Madchen in Uniform",
dat na die Berlijnsche episode uit den aard
van de zaak geen slag meer te leveren had.
dank zij de roep, die haar komst vooraf was
gegaan, kwam ongeveer drie maanden gele
der. ir. Holland, terwijl het nu op het reper
toire is geplaatst van de Vereenigde Schouw
spelers. Door omstandigheden zag ik het
een beetje laat: maar daar het mijn bedoe
ling niet is om hier een filmcritiek te schrij
ven, die bovendien bij de Haarlemsche ver
tooningen van de film indertijd al geplaatst
werd, net op tijd om eventjes de aandacht
te vestigen op het feit, dat deze film, abso
luut gemaakt door vrouwen vrouwen, die
volgens zoovelen geen initiatief kunnen ne
men, niet kunnen organiseeren, niet geschikt
zijn om leiding te geven! verreweg de
beste film van den laatsten tijd is. Een film.
zoo groot in zijn simpelheid, zoo volmaakt
evenwichtig en uitgebalanceerd, zoo door
dacht en raak en fijn tot in de kleinste de
tails en scènes, dat hij. afgezien van een
kunstwerk op zich zelf. het doorslaand be
wijs is van het feit. dat vrouwen, mits zij
het niet zoeken op het- terrein van den man
maar op hun eigen, en zich bepalen tot on
derwerpen, die haar. dank zij de bij uit
stek vrouwelijke eigenschappen, die diezelfde
natuur haar in milde hoeveelheid heeft mee
gegeven, gelegenheid geven zich tot in de
mooiste uitersten van hun kunnen te geven
en te ontplooien, kunstwerken kunnen schep
pen. die op een hoogte staan met de beste
dingen, die door en onder leiding van man
nen geschapen zijn. De man zijn eigen ter
rein en daarop heer en meester: maar de
vrouw ook het hare. al is het nog minder
ontdekt en minder bekend dan het sinds
eeuwen ontgonnen mannelijk arbeidsveld, en
daarop onbetwist meesteres!
Want deze film. waarin vrouwen met. een
verbluffend juisten kijk op dat. wat een
vrouw niet kan. en dat. wat- zij beter kan dan
iedere man, met sublieme teederheid en fijn
heid van stemming en raakheid van greep
het uiterlijk simpele en innerlijk zoo gecom
pliceerde leven van een handjevol Duitsche
kostschoolmeisjes weergeven, en ervan we
ten te maken een kunstwerk, dat leeft van
het begin tot hot einde, diep ontroerend,
verrukkelijk luchtig, machtig van spanning
en machtig in het opluchtend even breken
van die spanning, is het overtuigendst, be
wijs van het kunnen van vrouwen, dat in
de laatste jaren geleverd werd. Des te over
tuigender, omdat deze film. simpel, beschei
den eji zonder renige pretentie, niet alleen
een succes werd onder bepaalde „Inteüee-
tueele" klasse van mensc-hen, maar ook bij
het groote publiek.
En ten slotte bewijst dat. alle theorieën ten
spijt, het best de waarde ervan. Want een
waarachtig kunstwerk is niet dat. wat al
leen geschikt is voor een bepaalde categorie
maar wat door zijn geweldige menschelijk-
heid en schoonheid iedereen, van den ver-
fijndsten blasé tot den ongeliksten dokwer
ker. grijpt, vast houdt en stil maakt. Een
werkelijk kunstwerk is niet voor sommigen,
voor de heele wereld.
En zoo'n kunstwerk is de film, ..Madchen
in Uniform"
WILLY VAN DER TAK
Tafelgebruiken in de Middeleeuwen.
Een vorige keer vertelde ik U iets over het
voedsel, dat in de Middeleeuwen gangbaar
was. Ditmaal zal ik U iets over het „hoe" van
de Middeléeuwsche maaltijden zeggen.
Wanneer wij de schilderijen uit de 14de en
15de eeuw bekijken, waarop maaltijden zijn
afgebeeld, dan krijgen wij al een heel gede
tailleerd beeld van de Middeleeuwsche tafel.
En maaltijden zijn méér geschilderd In die
dagen dan men zou denken. Immers: het
Laatste Avondmaal was een veelvuldig ge
kozen onderwerp, en U weet. dat de schilders
uit die dagen bij voorkeur hun Bijbelsche ta-
fereclen afbeeldden in de omgeving en klee
ding van hun eigen tijd. 'Ook Rembrandt
deed dit nog: denkt U maar aan het bekende
doek: ..Isaac zegent Jacob", waarop wij den
vader afgebeeld zien in een ouden rooden
17de eeuwschen soldatenmantel).
Uit de schilderingen der meesters van de
14de een 15e eeuw krijgen wij een goed denk
beeld van de tafelschikkingen uit die dagen.
Wij zien dan dat de tafel reeds „gedekt"
werd. en wel met een witlinnen tafellaken.
De Middeleeuwsche hulsvrouw zal haar
tafelgoed, even goed. als wij het- doen. keurig
gevouwen bewaard hebben. Wij zien op de
vele Avondmaal-schllderijcn steeds, hoe de
vouwen nog in de keurig gespreide tafel
lakens zitten, als kwamen zij zóó uit de lin
nenkast. Daarbij had ieder aanzittende nog
een servet vóór zich op tafel liggen. Steeds
zien die servetten er keurig onderhouden,
helderwit en goed gevouwen, uit. Bij de rij
ken waren servetten in gebruik, waarin ran
den van goud- en zilverdraad geweven wa
ren. Zindelijkheid was in die dagen een
eerste vereischte!
Ik zeide reeds in mijn vorige artikeltje, dat
er steeds brood bij het eten te pas kwam; in
de vroege Middeleeuwen had niemand een
bord en werd er zóó uit de schotel gegrepen,
zooals tot voor kort nog in enkele streken bij
de boeren gebruik was. Het brood deed dan
dienst als bord, hand- en mond-afwlsscher.
en.... voedsel. Maar al te gauw komen de
servetten in gebruik.
Borden waren er dus in den beginne niet
te zien; later wèl, natuurlijk, en het eerste
bij de gegoeden. De „middenstand" at van
aarden bakken, de rijken van zilveren gerei.
Toch hebben alle tafel-uitrustingen uit dien
tijd. rijk of arm. één ding gemeen: hun vol
komen gebrek aan eenheid. Er waren op
zoo'n tafel kommen, kruiken en glazen te
vinden van de meest uiteenloopende model
len. kleuren en materiaal. Daarbij viel er in
het begin weinig orde in de tafelschikking te
bespeuren. Alles stond zwierig door elkander,
en de broodjes lagen over dc heele tafel ver
spreid
Als „couvert" diende oorspronkelijk alleen
het mes; daarna kwam de lepel en eerst véél
later de vork. die zelfs in dc 16de eeuw nog
niet ingeburgerd was en alleen bij dc zeer
gegoeden voorkwam. De lepels waren van
trn bij den middenstand, van zilver bij dc
rijken. Na den maaltijd werden die zilveren
lepels nageteld: er waren wel eens gasten,
die hun begeerte niet konden bedwingen.
Wat de messen betreft, als een gilde zich aan
een feestmaaltijd vereenigde, werden alle
messen van de gasten van te voren in be
slag genomen, om te voorkomen, dat de
heethoofden er. na een stevig glas wijn. een
verkeerd gebruik van zouden maken! Doch
in den huiselijken kring werd het mes steeds
gebruikt om vleesch mee af te snijden, en
vaak ook om dat vleesch mee te eten!
De spijzen werden in groote schotels op
gediend; de wijn in kannen, terwijl er bekers
uit zilver, goud of glas gebruikt werden,
kop schuin en kijkt me met een wijs kraal-
oog aan. Die houding flatteert hem geweldig
en ik geloof dat Joseph het wéét. Joseph
weet trouwens heel veel. Hij is een mooie
musch geworden, met een pracht van een
zwarte vlek Ut is een man, maar hij is toch
erg slim) en mooie gele randjes langs zijn
bek. Daarmee niet den bek natuurlijk
rommelt hij in mijn papieren en alleen een
heel erg harde tik op de Underwood kan
hem daar van af brengen. En soms niet
eensEr zijn paperassen de deur uitge
gaan den laatsten tijd. die aan de randen
rafelige franje vertoonden, te danken aan
het artistiek inzicht van Joseph, die meer
van oud-Hollandsch papier schijnt te hou
den.
Tot twaalf uur springt hij zoo rond, en
tracht zich op alle denkbare manieren van
kant te maken. Paper-clips vormen een
groote attractie: hij heeft er al twee keer
bijna een ingeslikt. Ook punaises schijnen
erg lekker te zijn. Mijn postzegeldoosje wordt
steeds verwoed leeggepikt. dat de zegels links
en rechts stuiven. En een opengeslagen boek
is de ideale plaats om te doen was des mus
schen is.foei Joseph!
Kom ik terug van het koffiedrinken, dan
ga ik allereerst zoeken wat hij allemaal vies
heeft gemaakt tijdens mijn afwezigheid. Ik
verdenk hem eigenlijk van simuleeren. want
gezien de respectabele hoogte die hij weet
te bereiken, geloof ik dat hij vliegt als een
Fokker, zoodra ik mijn hielen heb gelicht.
Maar stel ik hem voor. nu maar eens met
hem naar de Hertenkamp te gaan en hem
daar los te laten, dan kijkt hij me aan als
een roofvogel en heb ik werkelijk angst
voor mijn leven. De proef nemen en Joseph
uit het raam gooien durf ik evenmin, want
hij is in staat zich voor den domme te hou
den en te pletter te vallen, alléén om me
mijn heele verdere leven als een wraakge-
stalte voor het oog te kunnen zweven. Jo
seph heeft een geweldig karakter.
Daar hij met de kippen op stok gaat en ik
nooit anders dan 's middags bezoek krij^,
kan mijn visite mee-genieten van Joseph. Nu
hij presteert genoeg. Tot drie uur zit hij bo
ven op een antieke en hoogst breekbare vaas
te slapen; hij vliegt er met angstwekkend
vleugelgeklapper op. zoodat ik iederen keer
weer doodsangsten uitsta. Maar nauwelijks
gaat de bel, of Josept opent zijn pientere
kraaioogen en pluist gauw zijn borstveeren
op voor het bezoek.
Zijn het dames, dan gaat hij er direct op
af en tracht iets uit hen te pikken. Wollen
truien vindt, hij heel lekker en de ongeluk
kige draagsters hebben geen rustig moment
meer. Zijn het heeren. dan wordt hij brutaal
en drinkt uit hun theekopje. Ja werkelijk,
op den rand gezeten en met een eigenwijs
opgestoken kop. Daarbij knijpt hij zijn oogen
dicht en ziet er uit als een fijnproever.
Maar als er nu eens een vervelende visite
komt, en Joseph die zoo fijn zou kunnen
wegjagen door zich schandelijk te gedragen,
dan is hij juist ongewoon zoet. zit keurig
op den rand van een boekenplank en ziet er
uit als een zoete kleine, kamerzindelijke
musch. Zoodat het bezoek extra lang blijft
hangen
Zijn verdere heldendaden bestaan uit het
vernielen van mijn planten, het mishande
len van alle franje en al het borduursel dat
er aan kleedjes en kussens te vinden is. en
het grondig sloopen van mijn behang, waar
hij bij voorkeur zijn snavel op scherpt.
Waag ik het, hem in het Fransch - dat
klinkt altijd nog wat minder cru, en vooral
wat hoffelijker de les te lezen, dan valt
hij dadelijk demonstratief in slaap. Geef ik
hem een oorvijg, dan blaast hij. Vloek ik er
in onvervalscht Hollandsch op los. dan zet
hij dadelijk een grooten mond op en flad
dert- al piepend en tjilpend van den eenen
stoel op den andere Daarbij windt hij zich
zóó op. dat na eenige minuten alles vuil is
en ik weer „foei Josephmoet zeggen.
Ik kan Joseph toch niet laten afmaken?
Trouwens, u nioet het niet verder vertellen,
maar hij is een reïncarnatie van den vogel
Phoenix, en zou na verloop van tijd toch
weer opstaan misschien wel in de gedaan
te van een onschuldig ultzienden papegaai,
die ik dan argeloos zou koopen!
Maar als het avond wordt helaas, de
dagen worden zoo lang. 't duurt al weer een
heelen tijd eer de zon onder is dan gaat
Joseph naar de bijkeuken Eerst een ver
woede jacht door de kamer, hij fladderend,
ik kruipend, springend, sluipend, en bok
send. en dan tenslotte heb ik hem in mij"
iianden en draag hem naar beneden, waa:
hij in zijn hok nog een kwartier verontwaar
digd doorpiept over het onderdrukte mus
schenras en het recht van interpellatie.
Maar boven dweil ik mijn kamer aan en
zit voor het eerst sinds den morgen rustig
voor mijn schrijftafel
Wie wil het eens met Joseph probeeren?
L. S.
meestal van een deksel voorzien. Vóór het
eten ik zeide reeds: men was zindelijk
werden de handen gcwasschen. Dc bedien
den. die de waschkonimen aanreikten, had
den handdoeken om hun hals hangen, waar
aan men zich de handen drogen kon. Dames
en heeren aten aan afzonderlijke tafels.
Nam de gastvrouwe aan de tafel der heeren
plaats, dan gold dit. als een bijzondere eer.
Hoewel dus dc tafels zorgvuldig gedekt
werden, en tegen het einde der Middel
eeuwen steeds rijker met zilver en bloemen
versierd de onsymmetrische opstelling ver
dwijnt dan ook geheel toch waren do ta
felmanieren van onze voorouders niet ge
heel in overeenstemming niet hun reeds ta
melijk gecultiveerde disch Het. scheen onder
edelen en edeivrouwen herhaaldelijk voor te
komen, dat zij met vollen mond praatten,
hun twee handen tegelijk in den mond sta
ken. en hun brood al vóór het eerste ge
recht opaten. Verder kwam het vaak voor.
dat twee gasten tegelijk in dezelfde schotel
tastten, en eten niet two--- handen behoorde
toentertijd tot de dagelijks voorkomende
misbruiken! in de hof-etiouette-boekjes uit
die dagen wordt nadrukkelijk tegen al deze
slechte manieren gewaarschuwd: wat de
lagere standen aangaat: daar gebeurden
dingen aan tafel, die ons voorgoed den eet
lust zouden benemen, als ónze gasten zich
zoo gedroegen!
Een slecht-gcnianierd edelman grabbelde
zóó niaar met zijn bloote hand in het zout
vat. pakte de lepel van zijn buurman weg,
als hij zijn eigen eetgerei niet kon terug
vinden. slurpte uit zijn bord. likte het af. en
deed tenslotte zijn ceintuur wat lasser, als
het diner wat- érg copieus was geweest! Dat
er in de boeken met cet-voorschrlften zoo
nadrukkelijk voor ai deze ongemanierd
heden wordt gewaarschuwd, is wel oen be
wijs. dat dergelijke vergrijpen aan de orde
van den dag waren!
En de edeivrouwen? Nu. die schenen ik
schaam me voor haar zich noga! eens te
buiten te gaan aan wijn. en ook wel eens te
vergeten haar niond af te vegen alvorens te
drinken! En dan zij dachten er ook niet
altijd aan. dat het ongepast is om met een
vollen mond te praten, en de vingers in dc
sauskom te dompelen. Had U dat gedacht
van die keurige vrouwenfiguurtjes op de
Middeleeuwsche schilderijen?
Er zal een ver nageslacht ééns in de toe
komst - - eritiek uitoefenen op ónze tafels,
óns voedsel, en ónze manieren?
L. S.
WAT NIET IEDEREEN WEET.
Een dadelboom levert zelden meer dan
honderd kilo's vruchten
In Californié heeft nicn gemiddeld niet
meer dan zestien regendagen althans zoo
wordt in de van dat land komende prospccti
beweerd.
De oudste, thans nog ir» een museum aan
wezig zijnde gedrukte nieuwjaarsgeluk-
wcnsch. werd vervaardigd in het jaar 1466.
Hij werd door den uitnemenden kopergra-
veur G. S.. wiens naani men trots alle mo
gelijke nasporingen niet heeft kunnen vast
stellen, gemaakt en vertoont liet Christus
kind. dat op oen juist ontloken blocnt staat,
die het aanbrekende jaar moet. verzinnebeel
den. Op een soort wimpel, die het. kind in de
handen houdt, staat in sierlijk schrift: „Ein
goot sclig Jor".
Onlangs keerde dp natuurvorscher Dr. Ro-
drlgo Martinez uit het binnenland van Zuid-
Amenka terug en berichtte, dat dc Indianen
van den Gran Choco 'Bolivia' reeds van
den Zeppelin afwisten Ofschoon zij hem
nog niet gezien hebben, spreken zij van den
„grooten. witten bromnienden god", die ge
heel nieuw is en door dc lucht komt.
Wie heeft het klavier uitgevonden? Deze
uitvinding wordt aan drie mannen toege
schreven: den Duitscher Pantaleon Heben-
streit, den Venetiaan Christosori uit Padua,
die tot. de beroemdste instrumentmakers van
zijn tijd behoorde, en Gottfried Silbermann,
den beroemden Dresdenschen orgelbouwer
kunstenaar. Het eerste, door Christosori. op
aanwijzingen van Hebcnstrelt vervaardigde
klavier, staat in het Metropolitan Museum of
Art te New York
De koffiebooni brengt jaarlijks een pond
boonen od
MANNA-REGEN IN ZUID-
AFRIKA.
Zuid-Afrika heeft dezer dagen een kleine
sensatie beleefd doordat een „manna-regon"
neerdaalde op een boerderij bij Vrijheid
(Natal). Toen de heer Theunls Botha, een
neef van den bekenden Boerenleider, op een
ochtend ontwaakte, zag hij, uit het venster
kijkend, dat een strook onbebouwd land.
dicht bij zijn huis. een strook van 700 M.
lengte en 20 M. breedte, geheel bedekt was
met een witte stof. die op sneeuw geleek
Kaffers liepen er haastig rond. de witte stof
gulzig etende en bergende ln mandjes. Botha
raapte er ook wat van op en zond het ter
onderzoek naar Vrijheid, waar het geheel
bleek te beantwoorden aan de beschrijving
van het Bijbelsche manna: „als de nu liggen
de dauw opgevaren was. zoo zie. over de
woestijn was een klein rond ding. klein als
dc rijm. op dc aarde" ert „het huis Israels
noemde zijnen naam Man; en het was als
korianderzaad, wit. en dc smaak daarvan
was als honingkoeken".
Een soortgelijke mannaregen moet in
Zu'd-Afr^n roe eens zijn waargenomen, en
wel in 1856. tijdens den slag aan de Tu-™la
•uscchen Cetowavo en ziln broeder Umbulazl.
Het is wel merkwaardig, dat de kaffers op
Botha's farm de witte stof zonder aarzelen
aten. als begrepen zij. dat hun gezondheid
er niet door zou kunnen worden geschaad.
Zij spraken zelfs van een vergoeding welke
de hemel hun zond, omdat hun vee door dc
droogte was omgekomen