OP SLOTENBURC
FEUILLETON
door
THêRèSE VAN ARENDSBERG.
V*
„Vadertje, vadertje", dreigde Ellen hem
met den vinger, „wat moet er toch terecht
komen van zoohi bedorven kindje? 't Wordt
tijd, dat Meta tehuis komt voor goed. waait
sedert zij op kostschool Is, is het veel erger
geworden".
„Waar zit Meta?" vroeg de oude man. „ze
ker met Edmond op 't pad. Altijd nog de
relfde kwaal, maar naarmate zij beiden
ouder worden, neemt die in gevaarlijkheid
toe; denk Je ook niet, Mathilda?"
„Be denk veel. maar ik zeg niets", ant
woordde de aangesprokene; ..dit alleen weet
ik dat ik het heel hartelijk van Edmond
vond, om dadelijk na de promotiepartij hier
heen te komen Menig ander jongmensch zou
eerst nog eenige dagen zijn blijven Pestvie
ren maar hij verlangde blijkbaar, nu hij het
Dr voor zijn naam mocht plaatsen, t eerst
raar zijn zuster, zijn zwager en naar ons
En heelemaal niet naar Meta vulde de
baron aan. Mathilda, waar zitten toch je
Stil", fluisterde de barones, „daar komen
ie "aan, zeg nu niets, maak hen toch niet in
Het was schier onmogelijk in dien rijzigen,
jongen man. onze ouden vriend
Howard te herkenen Kracht en gezondheid
cavo.n hem eene uitdrukking van tevreden
heid en kalmte, en zelfs aan zijn gang kon
men zien. dat hii een karakter vol wilskracht
be»t. Naast h«b liep
pratende onze oude vriendin Meta, die we als
achtjarig kind uit het oog verloren, en tlhans
terugvinden als een slank, jong meisje, een
bijna ontioken rozeknop. Maar meer nog
dan door hare rijzige gestalte, en hare regel
matige gelaatstrekken, voelen we ons tot
haar aangetrokken door hare lieve oogen, en
door de zachte, vriendelijke uitdrukking, die
heel haar persoon kenmerkt.
„Nous voila!" zegt ze vroolijk. „zijn we erg
lang weggebleven moedertje? Maar bedenk
ook .dat ik oom Edmond verleden jaar heele
maal niet, gezien heb, doordien ik al naar
Neuwied vertrokken was, toen hij vacantie
kreeg: we hadden elkander dus heel wat te
vertellen, want, die enkele breiven. eens per
maand, waren lang niet voldoende om alles
samen te bespreken".
..En die brieven dankte je nog alleen aan
mij", ze 1de Van Raven glimlachend. ..weet Je
nog Meta. hoe teleurgesteld je waart, toen
ae directrice je verbood om te correspondee-
ren met een oom. die eigenlijk totaal geen
familie van je was. en de waardigheid van
student bekleedde?"
Of ik dat weet", verzekerde Meta. .maar-
ik was niet de eehige, die er door teleurge
steld was. niet waar oom? en toen fraulein
Rlr.gmauer mij later zeide;
..Je papa vraagt mij. u toe testaan om eens
in de maand aan den heer Howard te sdhrij-
ven. wat was ik toen in mijn schik en hoe
orettlg vond u het ook hè. oom Edmond?"
„Hoe echt kinderlijk nog", f.ulserde de ba
ronesse haren echtgenoot ln 't oor; „voor
'oopig pas de danger".
„t Kan verkeeren. sprak Brederoo". ant
woordde de baron eveneens op gedempten
toon.
De zon neigde ten ondergang, en 't werd
voor kleine Koenraad bedtijd: ook de ande
ren besloten huiswaarts te keeren, daar de
beide oudelui zich voor de avondlucht moes
ten wachten.
„Nu eerst een krpje seide Van Ra
ven. „en dan een whistje niet waar papa?"
„Wie brengt Koenraad naar bed. moeder
tje?" vroeg Meta. ..u of ik?"
"„Zus Meta", vleide het kleine ventje „doe jij
het- vandaag eens".
„Heel graag, als je het gaarne hebt", ant
woordde deze.
„Dan zal ik in dien tijd theezetten", zeide
Ellen, en ofschoon ze ongaarne hare dage-
lijksche bezigheid uit handen gaf. zoo stem
de het haar toch gelukkig, dat de groote zus
ter en de kleine broer zoo aan elkander ge
hecht waren:
Den volgenden dag was het weder iets koe
ler en Van Raven stelde onder het dejeuner
voor. allen samen een flinke wandeling te
gaan doen door de dennenbosschen en te
rug over de heide Ellen zeide. dat zij, hoezeer
het haar ook speet, niet mede kon gaan, wijl
zij d'.en middag confituren wilde maken, en
de vrachten daarvoor reeds geplukt waren,
doch dat zij het heel prettig zou vinden, in
dien haar echtgenoot, met Edmond en Meta.
dat plan ten uitvoer wilde brengen, daar zij
dan den geheelen middag tot hare beschik
king had. Precies twee uur stapte ons drietal
de deur uit. doch rauwelijks waren zij buiten
de slotpoort, of ze zagen een veldwachter
van Aalhelm op hen toekomen, die den bur
gemeester vroeg, even mede te gaan naar "net
dorp. Er was een wagen met een reizenden
kermistroep aangekomen, en deze maakte
het den rus'igen inwoners lastig.
„Ere vervelend, maar enfin ik zal komen",
bromde Van Raven tusschen de tanden; en
zich tot Edmond en Meta wendende, ver
volgde hij:
„Kinderen, stap jullie dan maar alleen
door. ge hebt vroeger zoo dikwijls samen
-oudgedwaald, dat ge het nu nog wel eens
kunt doen: maar denk om bet etensklokje".
Daarop ging de burgemeester den grindweg
op naar Aalhelm, en sloegen zij links af, "net
voetpad volgende, dat naar de bossdsen leidt.
Toen zij in de schaduw van het geboomte
gekomen waren, matigden ze als van zelf
hunne schreden: de heerlijke dennengeur
deed hen weldadig aan; een beekje kronkel
de zich tusschen het hout, en het eentonig
kabbelen van het water streelde zoozeer
Metas gehoor, dat zij voorstelde zich eenige
oogenblikken op het mos neder te vlijen. Dui
zenden insecten gonsden in de lucht, en het
zachte koeltje, dat de toppen der dennenboo-
men in beweging bracht, stemde zoo poëtisch,
dat deze twee jeugdige mensch en kinderen
eenige oogenblikken sprakeloos ter neder za
ten, stil genietende.
„Vertel me nu eens wat van uw studenten
tijd". zeide Meta. 't eerst de stilte verbrekend,
„is het waar. wat zoovelen zeggen, dat het
zulk een gemakkelijk leveoi is. veel pret ma
ken, weinig studeeren en halve nachten in
de sociëteit?"
.Dat beeld is wel wat. heel sterk gekleurd.
Meta", antwoordde Edmond. ..en toch wer
kelijk is het- V3T» velen weinig beter. Het
studentenlever, is vol strijd en verzoeking en
wie zich door dien maalstroom laat mede-
sleepen. betreurt het meestal als het te laat
ls Velen betreden de academiestad als le
venslustige. vroolijke Jongens, en verlaten die
na enkele jaren als levensmoede, gebroken
Jonge mannen. Maar van dat alles weet gij
nog niets, Meta".
„Is het zóó vreeseüjk?" antwoordde het.
jonge meisje bewogen. „Oom Edmond. hebt
gij ook zoo moeten worstelen en lijden, ik ben
blij, dat ik he' nooit geweten heb".
.Neen Meta". vervolgde Edmond ernstig
..Ik ben gemakkelijk staande gebleven, want
Ik had steeds voor mijn oogen de Poolster,
die mij onverbiddelijk naar het Noorden wees.
en met mijne blikken daarop gericht, ben ik
nooit afgeweken van den weg. dien eer en
plicht mij voorschreven. Tk sta nu op het
punt, om mijn eigen brood te gaan verdienen,
en mijn verleden ls een blad papier, dat nog
door geen vlek k onUierd. en dH rtesrrt ree
vooral daarom 700 gelukkig wijl ik na het
recht heb. een rein. onschuldig meisje te vra
gen mijn vrouw te worden; ik. die om mijne
betrekking niet lang ongehuwd mag blijven".
Bij die woorden verbleekt plotseling
en hare stem klinkt onvast, als ze zegt:
„En zullen we u dan nooit meer op Sloten-
burg zien? O. hoe vreesolljk zal dat zijn!"
..Meta". herneemt Edmond. „kind begrijpt
ge me dan niet, of wilt gc me niet begrijpen?"
..Ik had wellicht wat langer nog geduld
moeten hebben, maar ik kan de onzekerheid
niet- langer dragen, en ik had toch mijn von
nis in elk geval willen weten, eer lk van hier
ging. Heden echter bracht hei toeval er me
toe, om dit onderhoud te verhaasten. Meta,
weet ge dan niet. dat ik van mijn Jongens
jaren af slechts heb gewerkt met éèn doel
voor oogen. namelijk mil zoo spoedig moge
lijk een positie te verschaffen; dat. er in miin
oogen altijd slechts één meisje geweest, is dat
ik tot mijn aanstaande stouw begeerde, dat
:k als mijn reine toekomsten gel beschouwde.
Meta, spreek dan toch maak me niet, krank
zinnig!"
„Oom. wat moet ik zeggen?" lispelt Meta.
„ik weet immers nog niets".
„Wat ge zeggen moet?" vervolgt Edmond
steeds hartstochtelijker. „Kind, voelt ge aan
niets voor den speelmakker uwer jeugd? gij,
die mij meer dan eens beloofdet nooit te
zullen trouwen zonder mijn toestemming;
ben ik voor u dan niets anders dan de broe
der van uw stiefmoeder; ik. die zoo hoopte,
dat gij mij eenmaal als uwen Edmond. als
uw aanstaanden echtgenoot zoudt lief heb
ben".
„Is het dat wat ge bedoelt?" valt Meta
hem nu haastig in de rede. „ben ik het
meisje, dat ge lief hebt? O God. dat is te vee!
geluk op eens!" en plotse!ng barst. M in he
vig snikken uit.
«SVorcfc «h*
OM DIEREN TE FOTOGRAFEEREN
moet men niet al'een vakkennis, maar
vooral ook zeer veel geduld hebben, en
het valt niet mee om de eenden op aar
dige manier voor de lens te krijgen.
Een goed geslaagd moment.
DE GROOTE REVUESTER VAN HET CASINO
DF PARIS. Josephine Raker, i* Maandagavond te
Amsterdam aangekomen, om een reeks
voorstellingen te geven. Aan het Centraal Station
werd zij door een enthousiaste menigte verwelkomd.
EEN FRAAIE !7e EEUW
SCHE HOUTEN KA ST
een der stukken, welke van
1416 Juni s.s. bij den
kanstbandel Mak te A mster
«lam geveild zullen worden
HET NIEUWE
FRANSCHE KA
BINET HERRIOT
k op bet paleis van
het Elysée te Parij»
ontvangen. Na
afloop van de ont
vangst werden d«
ministers door d«
fotografen onder
vuur genomen
VAN DE WERP DEP NED. SCHEEPSBOUW
MIJ. TE AM SI ERDAM, is voor Noorschc rekening
tewatcrgelaten het m.s. „Moldanyer". De plechtig
heid der tewaterlating geschiedde door Mevr. Uter-
mohlen - Engelsen
JEANNE NT. Y Is met 22*
van de 245 stemmen geko
men tot president van den
Franschen senaat, els opvol
ger van den president der
republiek Lebrun.
HET VERNIEUWDE SOCIËTEITSGEBOUW* aan de jachthaven van „De Kaag",
dat in de practijk zeer goed voldoet.
INGENIEURS VAN DEN FRANSCHEN RIJKSWATERSTAAT brachten Maandag een bezoek aan de waterstaatswerken in
Gelderland, waar ir. L. R. Wentholt hen rondleidde. Het gezelschap bij de betonbrug over het In aanbouw zijnde Tweuthc—
Rijn-K anaal.